Boeken / Fictie

Absurdisme van een uitslover

recensie: Nelleke Zandwijk - Avonturen van een uitslover

De debuutroman van Nelleke Zandwijk, De dag van de jas, bestond uit een aaneenschakeling van absurde voorvallen en werd bevolkt door een groep al even excentrieke karakters. Zandwijks nieuwe roman, Avonturen van een uitslover, zou als een opvolger van haar debuut bestempeld kunnen worden. Niet alleen spelen ook in dit nieuwe boek absurditeiten een belangrijke rol, ook het verhaal uit De dag van de jas gaat in Avonturen van een uitslover verder. Waar het eerste boek eindigt als de hoofdpersoon naar de kunstacademie in Enschede gaat, begint Avonturen van een uitslover als de hoofdpersoon, Antonia Tinbergen, is afgestudeerd aan diezelfde kunstacademie.

~

Antonia vertrekt uit Amsterdam om haar oudere, getrouwde minnaar uit haar hoofd te zetten. In flashbacks wordt er over de relatie verteld, en ondertussen komt de lezer steeds meer te weten over de vreemde wereld waarin Antonia leeft. Ze wordt omgeven door excentrieke figuren als haar vriendin Semmy, die ervan overtuigd is dat ze regelmatig ontvoerd wordt door buitenaardse wezens en last heeft van ‘kruiskruipers’. Daarnaast is er de bouwvakker Grote Gerard, die in zijn vrije tijd wilde zwijnen slacht, en natuurlijk Antonia’s minnaar Maas Loberneck, die slecht zittende tweedehands pakken draagt en hun relatie vergelijkt met twee trams die achter elkaar rijden en elkaar nooit in kunnen halen. Maar ook Antonia zelf is niet helemaal normaal. Ze peutert in haar neus, waardoor haar neusgaten buitenproportioneel groot zijn geworden, heeft bijgevolg last van wormen en probeert als een huisdier iedereen te behagen – daarom noemt ze zichzelf een uitslover.

Halverwege

Het boek begint in een kledingzaak in Venlo, waar Antonia en Semmy een muurschildering zullen gaan maken. Via flashbacks komt de lezer meer te weten over Antonia’s relatie met Maas, de directeur van de kunstacademie waaraan ze studeerde. Het verhaal zit op een strakke manier in elkaar, met een heldere structuur. De aankomst in Venlo is chronologisch gezien halverwege het verhaal. Door in het midden te beginnen kunnen er twee verhalen door elkaar verteld worden: wat eraan ‘Venlo’ vooraf ging, en wat er sinds de aankomst daar gebeurde. Deze techniek wordt goed uitgevoerd en dat zorgt ervoor dat de spanning in de beide verhaallijnen oploopt.

Bizarre maar kille details

Ondanks deze sterke verteltechniek raakt het boek de lezer nergens werkelijk. Er schort iets: Zandwijk lijkt rare details toe te voegen, met geen andere reden dan dat ze raar zijn. Het gevoel ontbreekt. Ze maakt mooie, grappige zinnen en haar beeldspraak is origineel, bijvoorbeeld waar Antonia vertelt over de foto’s die Maas voor haar meeneemt van lezingen die hij gegeven heeft. Ze is jaloers dat ze daar als zijn minnares nooit bij zal zijn, maar ze durft niet te zeggen dat ze de foto’s niet op prijs stelt. Dus doet ze alsof ze er blij mee is:

[…] dan zakte ik van ellende zelfs door de grond tot ik er bijna aan de andere kant in China weer uitkwam. Mijn beleefdheid bracht me op de vreemdste plaatsen.

Ondanks dergelijke originele vondsten overtuigt het verhaal niet. De absurditeiten die ze invoegt, blijven bizarre maar kille details; zonder inhoud, zonder extra betekenis. De karakters blijven mede hierdoor plat en gevoelloos: het is duidelijk een bedachte laag aan de oppervlakte, eronder zit niets.

Karikatuur

Maas, de man waar Antonia’s vlucht uit de hoofdstad om begonnen is, blijft in het hele boek een gek mannetje. Nergens komt hij tot leven, nergens wordt hij meer dan de karikatuur van de warrige, artistieke kunstacademiedirecteur. Antonia wordt verliefd op hem omdat hij cassettebandjes met jazzmuziek voor haar maakt en ze gevleid is door de aandacht die hij haar schenkt – hier duikt het aloude thema op van het onzekere jonge meisje dat valt voor een machtige man die haar aandacht schenkt. Het boek maakt echter niet goed duidelijk waarom Antonia zo lang verliefd blijft op haar minnaar. Met Maas’ absurde, langdurige monologen en zijn zielige, desperate gedrag als Antonia de relatie verbreekt, schetst Zandwijk iemand die meer doet denken aan een psychiatrisch patiënt dan aan een minnaar. De onherkenbaarheid van de personages levert een leegte op waardoor het thema – jonge vrouw op zoek naar zichzelf en naar een uitweg uit een uitzichtloze relatie – niet de diepgang krijgt die het verdient.

Muziek / Album

Hit in wording

recensie: Diefenbach - Set&Drift

Begin dit jaar wisten ze op het Groningse Eurosonic festival al de nodige indruk te maken met hun mix van Californische jaren zestig vocalen, psychedelische jaren zeventig soundscapes en elektronische filmmuziek. De warme klanken hielden het aanwezige publiek stevig in de greep. De combinatie van melodieuze pop/rock en elektronica is vanzelfsprekend niet nieuw – we noemen het Duitse The Notwist -, maar Diefenbach heeft iets wat veel anderen niet hebben: commerciële potentie. Met als voorlopig hoogtepunt het onlangs uitgebrachte Set&Drift.

~

De uit Kopenhagen afkomstige zanger/bassist Allan Mattsson, zanger/gitarist Kenneth Sarup, gitarist Nicolaj Strøyer Christophersen, drummer Stefan Gejsing en Lasse Lyngbo op keyboards en electronica hebben hun band vernoemd naar het mysterieuze karakter Reiley Diefenbach uit Joel en Ethan Coen’s culthit Fargo (1996). Waar filmpersonages in de regel bestaan uit geluid èn beeld, is de irritante Diefenbach niet meer dan een ondefinieerbare stem die voortdurend opbelt met lastige vragen. Voor de vijf jonge Denen klaarblijkelijk een intrigerend gegeven.

Derde

Set&Drift werd in Engeland geproduceerd door Tom Elmhirst (Goldfrapp, Manic Street Preachers) en is alweer het derde studioalbum van de Denen. Blijkbaar zijn de eerste twee aan onze neus voorbij gegaan. Op het vorig jaar verschenen Run Trip Fall besloten ze af te stappen van de instrumentale benadering van hun debuut. Min of meer per toeval kwamen ze er toen achter dat Allan en Kenneth’s vocalen perfect op elkaar aansluiten. Als voornaamste inspiratiebronnen noemen ze zelf Simon & Garfunkel (On the Move) en The Byrds.

Groot publiek

Toch horen we op Set&Drift duidelijk ook invloeden uit de postrock hoek (Mogwai, Godspeed You Black Emperor) en af en toe wat Radiohead. Het album werd uitgebracht op het We Love you label van oa. I am Kloot en The Bees, een subdivisie van Wall of Sound (onder andere Royksopp). De sterke eerste single Favourite Friend klinkt als een Massive Attack danceremix van Kasabian die samen met New Order The Stone Roses covert, en is inmiddels opgepikt door MTV Scandinavia. Ook Mechanical, dat refereert aan de Belgenpop van dEUS en de experimentele elektronische composities van Oosterbuur The Notwist, en Glorious verdienen wat ons betreft een groot publiek.

Voor dynamiek en variatie moet je elders wezen, maar de liefhebber van sferische dromerige pop/rock met een jaren tachtig tic is hier aan het goede adres. Er gaan hardnekkige geruchten dat ze dit jaar te bewonderen zullen zijn op Lowlands, dus hou de popagenda in de gaten als je dit lekkere hapje niet aan je neus voorbij wilt laten gaan.

Muziek / Album

Een grote man blijft overeind

recensie: Pajo - PAJO

Grote jongens in de wereld van de muziek hebben vaak de neiging om een andere afslag te nemen dan je van ze gewend bent. Lovenswaardig? Jawel. Applaus? Soms. Vreemde paden hoeven immers niet altijd beter te zijn. Vaak hebben dergelijke onverwachte wendingen eerder iets pretentieus. Met Neil Young als vaandeldrager van de uitzonderingen blijkt het vaak dat solerende mannen van bands uit vervlogen tijden vroeger een stuk succesvoller waren. Ondanks de duizenden die faalden, blijft de verleiding prikkelen en proberen vele muzikanten het alleen. Hoe dat uit gaat pakken bij de soloplaten van Billy Corgan, Frank Black en Bob Mould moet we maar afwachten. Nu David Pajo in zijn eentje een plaat heeft gemaakt, halen de critici echter zonder twijfel de pluimen uit het vet. Maar of ze terecht gegeven worden is dan de vraag.

~

De naam Pajo klinkt in de underground als een sirene: bij deze naam let iedereen op. En niet voor niks, Pajo mag er immers wezen. Nadat hij in het begin van de jaren negentig met Slint een kleine muzikale aardverschuiving teweegbracht, verscheen hij steeds weer op eigenzinnige wijze aan het firmament. Zo schuwde hij het experiment niet met bands als Papa M, M en Aerial M, verstevigde bij tijd en wijle het geluid van onder andere Tortoise en Bonnie ‘Prince’ Billy, en werd hij ingehuurd door Billy Corgan om Zwan de nodige ‘underground-credibility’ te geven. Toch behield Pajo altijd zijn eigen smoel, bleef hij eerlijk tegenover zichzelf en deed hij wat hem goed leek. Hij is iemand waar critici het later over eens zullen zijn: “Die Pajo, dat was een hele grote.”

Knutselen met een laptop

Wie dacht dat alle kanten van Pajo waren belicht, wordt bij het beluisteren van PAJO voor de zoveelste keer verrast. Er worden opnieuw grenzen verlegd. Waarschijnlijk geïnspireerd door zijn samenspel met Will Oldham, test de man zijn singer/songwriters-kunsten, maar dan wel op een moderne manier. Met een akoestische gitaar onder zijn ene en een laptop onder zijn andere arm werd de zolder opgezocht; daar speelde hij de nummers van PAJO, die na vele jamsessies waren ontstaan, nagenoeg in een take op de laptop in. Zo hier en daar klinkt er wat ondersteuning van knisperende, soms compromisloze, elektronische beats of een drumcomputer, maar het is vooral de gitaar en ’s mans bedeesde stem die naar voren komen. Na de opnames is er wat gerommeld met alle mogelijkheden van het studioprogramma, waardoor het geluid meerdere dimensies heeft gekregen.

Spiderland

Pajo beweegt zich gedurende de plaat tussen wijlen Elliott Smith en Simon & Garfunkel, ten tijde van Bookends in, bijvoorbeeld in het schitterende Ten More Days en Manson Twins. De plaat kent over het algemeen rustige nummers en het tempo gaat eigenlijk alleen omhoog bij het fijne Baby, Please Come Home. Toch is dat kalme tempo niet storend. Nummers als Oh, No, No en Icicles zijn werkelijk pareltjes. Bijna de hele plaat houdt Pajo zijn moderne singer/songwriters-pet op, maar aan het einde blijkt het bloed te kruipen waar het niet gaan kan: het spannende Francie grijpt terug op Pajo’s beste dagen. Die dagen toen hij met Slint bezig was aan misschien wel de mooiste plaat van de jaren ’90; Spiderland. Is PAJO dan zo’n typisch ‘tussendoortje’? Neen, verre van. Werp de pluimen maar in de ring. Pajo heeft het weer eens geflikt.

Muziek / Album

Feelgood sensatie

recensie: The Cribs - The New Fellas

De eerder dit jaar uitgebrachte single Hey Scenesters! bracht de nog prille carrière van The Cribs in een stroomversnelling. Met als gevolg dat ze drie juli te bewonderen waren op het prestigieuze Metropolis festival in Rotterdam en reeds toerden met illustere namen als Bloc Party, The Datsuns, The Futureheads en Kaiser Chiefs. Tel daar bij op dat Kaiser-zanger Ricky Wilson volgens eigen zeggen hun grootste fan is en het zal iedereen duidelijk zijn dat we te maken hebben met de nieuwste Engelse sensatie. Voor wat dat waard is natuurlijk.

~

Een jaar na de release van het debuutalbum The Cribs – naar aanleiding waarvan het uit Wakefield afkomstige drietal tot vervelens toe werd vergeleken met The Strokes en The Libertines – blijken de heren genoeg materiaal voorhanden te hebben voor hun tweede. The New Fellas staat net als zijn voorganger wederom vol heerlijke zomerse feelgood garagerock/new wave. Deze lalalala-mentaliteit heeft The Cribs (bestaande uit gitarist/zanger Ryan Jarman, tweelingbroer Gary op bass/zang en broertje Ross achter de drumkit) gemeen met Kaiser Chiefs en diens grote voorbeeld Blur. Op The New Fellas horen we naast de jaren 70/80 rock/new wave van ondermeer The Velvet Underground, The Smiths en The Ramones ook wat Madness (met name in Things Aren’t Gonna Change) en de invloed van een hedendaagse band als The Strokes. Vooral de zang in It was Only Love vertoont af en toe opvallend veel gelijkenis met die van Strokes voorman Julian Casablancas. Ook The Libertines en Franz Ferdinand (Hey scenesters!) klinken door in deze tweede van The Cribs. Dit kan worden opgevat als een teken dat de jaren 80 new wave-revival nu de fase van retro-recycling in is gegaan.

Natuurlijk hebben we het allemaal al eens eerder gehoord. Toch vormt The Cribs een opvallende verschijning, voornamelijk dankzij de combinatie van jeugdig enthousiasme, de pakkende meezingrefreinen en zelfspot, die bij generatiegenoten vaak ontbreekt. We zijn zelfs geneigd ze de vreselijk misplaatste kampvuurballad Haunted– waarvan de onvaste vocalen een aanslag op de oren betekenen – te vergeven. Het nummer The Wrong Way to Be zou live wel eens hoge ogen kunnen gooien, terwijl ook The New Fellas ( te typeren als ‘The Strokes meets Weezer’) potentie heeft.

Grote afwezige

Producer Edwyn Collins blijkt kort na de opnames van The New Fellas te zijn getroffen door een hersenbloeding en verblijft als gevolg daarvan nog altijd in het ziekenhuis. Laten we hopen dat het succes van The Cribs bijdraagt aan zijn herstel! We moeten ons sterk vergissen wil dit niet de nieuwe sensatie worden. We hadden ze daarom graag op Pinkpop of Lowlands aan het werk gezien, maar beide festivals lieten het afweten. Tivoli biedt gelukkig een nieuwe kans: op zondag 25 september a.s. speelt The Cribs met Stephen Malkmus in Utrecht.

Film / Films

Intrigerende kindervriend

recensie: Charlie and the Chocolate Factory

Tim Burton is een eigenzinnig regisseur, die in de afgelopen twintig jaar een prachtig oeuvre heeft opgebouwd. Hij maakte onder andere een overtuigende vleermuis van Michael Keaton, zette een marsmannetjeshoofd op Pierce Brosnan in Mars Attacks!, tekende voor een hommage aan de mislukte regisseur Ed Wood, en nam met Sleepy Hollow de verfilming van Irvings beroemde korte verhaal voor zijn rekening. Nu komt hij met Roald Dahls Charlie and the Chocolate Factory, dat in 1971 al eens verfilmd werd door Mel Stuart. Waar Gene Wilder in Stuarts versie Willy Wonka speelde, vertolkt nu Johnny Depp deze excentrieke eigenaar van de snoepfabriek.

~

Willy Wonka nodigt na het uitschrijven van een wedstrijd vijf kinderen uit om kennis te maken met de nieuwste lekkernijen uit zijn chocoladefabriek. Charlie Bucket (Freddie Highmore) is een van de winnaars. Hij komt uit een merkwaardig nest. Zijn vader (Noah Taylor) werkt tegen een karig loon in een tandpastafabriek. Moeder (Helena Bonham Carter, Burtons echtgenote) kookt dagelijks koolsoep (“Met een blaadje minder blijft koolsoep koolsoep”). Zijn vier grootouders wonen bij het gezin in, maar liggen de hele dag in bed. De vier andere winnaars van de gouden toegangskaartjes zijn schoolvoorbeelden van een verkeerde opvoeding. Charlie gaat met een dikke Duitse snoeper, een aan televisiekijken verslaafd jongetje, een ambitieus meisje met volwassen ideeën en een verwend Engels dochtertje van een zakenman op bezoek in de fabriek. De door Wonka uitgeschreven wedstrijd krijgt uiteindelijk met Charlie een terechte winnaar. Hij blijkt niet voor de hoofdprijs te gaan, maar blijft trouw aan zijn ouders en grootouders.

Hoewel Burton alle elementen uit Dahls verhaal getrouw een plaats geeft, neemt Burton ook de vrijheid om een aantal zaken toe te voegen. Wonka’s vader (Christopher Lee) is in Burtons versie tandarts, en vader en zoon hebben al jaren geen contact. Ze ontmoeten elkaar in een van de laatste scènes en vallen elkaar op een knullige manier in de armen. Charlies grootouders krijgen meer reliëf dan bij Roald Dahl. Burton lijkt de oude besjes te gebruiken om waarden als hoop en vertrouwen in zijn film te vervlechten.

~

Kindervriend

Burton heeft een prachtige fabriek laten maken in een landschap met veel bruintinten, waar een rivier van chocoladewater doorheen stroomt. Johnny Depp zet daarbij een zonderlinge Willy Wonka neer. Zijn witte gezicht, hoge stem en barokke kostuum maken van hem een geslepen kindervriend, die zijn eigen voordeel najaagt en tevens diep in de kinderzielen van zijn bezoekers kan kijken.

Kinderen kunnen hun hart ophalen aan de goede Charlie en mogen de vier andere kinderen uitfoeteren en veroordelen. Ze kunnen zelfs nog wat leren van de egocentrische Willy Wonka. Voor volwassenen is het vooral een visueel aantrekkelijke film. Naast de prachtige enscenering heeft Burton in de film veel aandacht besteed aan talrijke kleine cinefiele knipogen (Kubrick!). Ook de muzikale intermezzo’s zijn van grote klasse: de Oempa-Loempa’s, de arbeiders in de fabriek, stappen net zo gemakkelijk in het robotpak van Kraftwerk als dat ze de lichten van Jeff Wayne en zijn Electric Light Orchestra volgen.

Er is de afgelopen dagen in de media veel gespeculeerd over de hoofdpersoon in deze verfilming. Een andere bekende kindervriend zou voor een gedeelte model hebben gestaan voor Willy Wonka. Volgens de regisseur en de acteur berust de gelijkenis met de eigenaar van Neverland echter op louter toeval. Het is voor de bezoeker van de film Charlie And The Chocolate Factory wel een aardige bijkomstigheid. Depp toont zich in ieder geval een goede gegadigde voor een verfilming van de avonturen met kinderen van dit verbouwde en gevallen voormalige Amerikaanse rolmodel.

Boeken / Fictie

De som der delen

recensie: Tineke Beishuizen - Als zand door mijn vingers

De literaire thriller is niet meer weg te denken uit de hedendaagse bestsellerlijsten. Het ene na het andere boek wordt onder deze noemer de markt opgebracht. Na het grote succes van o.a. Nicci French zijn het vooral debutanten die zich op het pad van de literaire thriller wagen. Deze keer heeft journaliste en columniste Tineke Beishuizen een nieuw boek aan het genre toegevoegd.

In Beishuizens debuutroman Als zand door mijn vingers maken we kennis met Emma van der Merwe die op verjaardagsbezoek gaat bij haar zus Floor. Tenminste dat was de bedoeling, daar aangekomen treft ze echter een leeg huis aan. De verdwijning van Floor is een volkomen raadsel. Is zij zelfstandig vertrokken of is iets niet in de haak? Emma heeft geen flauw idee, maar doet verwoede pogingen de waarheid te achterhalen.

Literaire thriller

Als we het genre literaire thriller onder de loep nemen dan vallen er een paar dingen op. Negen van de tien keer is er sprake van een vrouwelijke hoofdpersoon, en even zo vaak komt deze persoon plotseling in aanraking met de dood of een vermoedelijke dood. Verder staat deze vrouwelijke hoofdpersoon er grotendeels alleen voor en hecht niemand enige waarde aan haar visie op het gebeurde. Langzamerhand begint ze dan zelf ook te twijfelen aan haar opvattingen, waarbij ze ook het geloof in zichzelf dreigt te verliezen. Ondanks deze onzekerheid zet de hoofdpersoon toch door en uiteindelijk blijkt er inderdaad meer aan de hand dan de rest van de wereld aanvankelijk dacht. Als zand door mijn vingers voldoet aan al deze kenmerken.

Als de mate waarin genrekenmerken terugkomen in een boek bepaalt hoe goed dat boek is, dan hebben we hier te maken met een absolute topper. Helaas is het leven niet zo simpel. Het geheel vormt dan misschien in sommige gevallen meer dan de som van de delen. Af en toe is het ook wel eens minder. En in dit specifieke geval zitten we zo ongeveer in het midden. Het betreft hier geen wereldtopper, maar het debuut van Beishuizen is wel degelijk het lezen waard.

Daadkracht

Emma heeft zo haar problemen maar wordt niet, zoals in dit genre nog wel eens wil gebeuren, een besluiteloos en deerniswekkend personage. In literaire thrillers gaan de gebeurtenissen vaak met de hoofdpersonages op de loop, en ook hier is dat in zekere mate het geval. Maar uiteindelijk is het toch Emma zelf die de belangrijkste conclusies trekt en een heldhaftige daad verricht. Een dergelijke daadkracht tref je in andere thrillers maar zelden aan, het maakt van Emma een interessant en krachtig personage. Het is fijn om ook eens een literaire thriller te lezen waarin een vrouw zelf iets kan ondernemen en niet steeds meegesleurd wordt in de maalstroom van de ontwikkelingen om haar heen.

Butler

Een groot nadeel van deze roman is het plot. Zodra bekend is of Floor nu ontvoerd, vermoord of gewoonweg verdwenen is, wordt het je als lezer ook duidelijk wie daar dan verantwoordelijk voor is. Het duurt echter nog een tijdje voordat dit inzicht ook tot Emma is doorgedrongen. Het is maar goed dat er geen butler meedoet in dit verhaal, want dan zou het helemaal direct duidelijk geweest zijn wie ‘het’ gedaan heeft. Nu wordt je neefje van zes misschien nog verrast door de ontknoping.

Tineke Beishuizen heeft een ‘klassieke’ literaire thriller geschreven die vlotter wegleest dan gemiddeld. Een roman die qua personages menig liefhebber kan plezieren, maar die qua plot nogal teleurstelt. Als alle delen vervolgens opgeteld worden dan komt de som op een gemiddelde uit. Maar wiskunde was dan ook niet mijn sterkste kant.

Film / Films

Business as usual

recensie: In Good Company

Het gaat er tegenwoordig hard aan toe in het bedrijfsleven: vijandelijke overnames, gedwongen ontslagen en moordende concurrentie zijn aan de orde van de dag. Dit maakt het niet makkelijk voor de werknemers, die soms hun zorgvuldig geplande toekomst in rook zien opgaan. Genoeg stof om een romantische komedie over te maken, moet regisseur Paul Weitz (American Pie, About a Boy) gedacht hebben.

~

In de film In Good Company is de 51-jarige Dan Fordman (Dennis Quaid) het slachtoffer van de zoveelste bedrijfsovername. De firma waar hij al jarenlang vol toewijding voor werkt, wordt overgenomen en de frisse wind van het nieuwe zakendoen gaat door het bedrijf. Hoewel Dan niet wordt ontslagen, een lot dat veel van zijn collega’s wel ondergaan, moet hij zijn functie afstaan aan jong zakentalent Carter Duryea (Topher Grace uit P.S.). En ook thuis loopt het voor Dan niet op rolletjes; met twee tienerdochters in huis is het nooit leuk om een zwangerschapstest in de prullenbak te vinden. Als zijn oudste dochter vervolgens een relatie begint met zijn nieuwe baas, staat het leven van Dan helemaal op z’n kop.

Romcom-clichés

Al snel wordt duidelijk dat Paul Weitz met In Good Company dieper wil gaan dan een doorsnee komedie. Weitz bewees met About a Boy al dat hij het niveau van onderbroekenlol kan ontstijgen en een volwassen komedie weet te maken. Maar ondanks het veelbelovende begin, loopt Weitz toch in een aantal valkuilen. Zo trekt hij enkele ‘romcom-clichés’ uit de kast, die daar beter in hadden kunnen blijven: de held moet diep door het stof gaan voordat hij leert waar het echt om gaat, en vertrouwen wint het uiteraard altijd van geniepigheid.

~

Plateauzolen

Uiteindelijk is het de sterk gekozen cast die deze film boven het niveau van de doorsnee romantische komedie uittilt. Dennis Quaid is overtuigend als gefrustreerde man van middelbare leeftijd, die zijn hele toekomst langzaam af ziet brokkelen. Tegenover hem staat Topher Grace, die doorbrak met zijn rol in de tv-serie That Seventies Show maar inmiddels heeft bewezen dat hij ook kan acteren zonder plateauzolen en slecht kapsel . Last but not least speelt de mooie Scarlett Johansson de dochter van Quaid. Hoewel haar rol vrij weinig om het lijf heeft, doet het een film altijd goed om een van de hotste sterren van dit moment in de cast te hebben.

Gedoseerd

In Good Company moet het eerder hebben van de sfeer en het acteerwerk dan van de sterke grappen of het spannende verhaal. Maar dat is in dit geval geen nadeel te noemen. Het is wel prettig eens naar een gedoseerde romantische komedie te kijken die niet tot de rand is gevuld met kleffe scènes en gedwongen grappen.

Film / Films

Geslaagd conventionele horror

recensie: The Amityville Horror

.

. Home sweet home. Zal het bestaan van dergelijke uitspraken de reden zijn dat zoveel horrorfilms in huizen worden gesitueerd? ‘Thuis’ staat voor geborgenheid, voor een vertrouwde en veilige omgeving. Het is een plek waar je niet bang hoeft te zijn om in de rug te worden aangevallen. In horrorfilms daarentegen ligt het gevaar per definitie op de loer; ieder moment kan er iets onverwachts, iets gruwelijks gebeuren. Ook ’thuis’ ben je je leven lang niet zeker. Hoe kan het ook anders bij een genre dat inspeelt op onze diepste angstgevoelens?

~

The Amityville Horror speelt zich af in een landhuis dat er net vertrouwd genoeg uitziet om een ’thuis’ te kunnen zijn, en net geheimzinnig genoeg om een overtuigend decor van een horrorfilm te kunnen vormen. Niet voor niets is Kathy Lutz (Melissa George) er meteen verliefd op als ze het ziet. En brengt de makelaar haar en haar echtgenoot George (Ryan Reynolds) niet meer op andere gedachten door te vertellen dat er een jaar eerder een heel gezin werd afgeslacht. De idylle is compleet als de aankomst van het gezin in home video-stijl wordt gefilmd. Maar nog diezelfde avond valt het George op hoe koud het huis is, zelfs als de kachel aanstaat, en hoort hij vreemde geluiden in de kelder.

Weerwolf

Het op ware gebeurtenissen gebaseerde The Amityville Horror is een psychologische horrorfilm. “Huizen vermoorden geen mensen. Mensen vermoorden mensen”, zegt George aan het begin. Maar sommige huizen kunnen (althans in fictie) mensen wel tot waanzin drijven – denk aan het afgelegen berghotel in Stanley Kubricks The Shining –, waardoor ze gaan moorden. George is het slachtoffer van zo’n huis. Eerst voelt hij zich beroerd zolang hij in en rondom het huis is en wordt hij ’s nachts geplaagd door nachtmerries. Dan gaat hij zich steeds botter en agressiever gedragen tegen Kathy en de kinderen. George verandert gaandeweg in een soort weerwolf; steeds roder worden zijn ogen, steeds witter betrekt zijn gezicht.

Genrewetten

Hij maakt je daarmee niet alleen bang, maar wekt ook medelijden op. George is een tragisch horrorpersonage, met wie je je in zekere mate kunt blijven identificeren. Dat maakt The Amityville Horror, en met name het slot, misschien te soft voor de echte horrorliefhebber. Hoewel er genoeg te griezelen valt: van de geest van de vermoorde Jodie die Kathy’s dochtertje opzoekt tot de hallucinaties die alle personages – dus niet alleen George – hebben. Ook houdt de film zich vakkundig aan de belangrijkste genrewetten: in de kelder ligt de sleutel tot de gruwel, tijdens de nacht des onheils regent het, en Kathy en de kinderen vluchten het dak op.

~

Commercieel

De sterkste troef is dat de film de conventies van het genre zo serieus neemt. In dat opzicht mag het geen toeval heten dat The Amityville Horror uit de stal komt van de commercieel denkende producent Michael Bay, die twee jaar geleden al een andere remake afleverde: het bloedstollende The Texas Chainsaw Massacre. Die film brak met de trend, ingezet door Scream (1995), dat een horrorfilm in de eerste plaats zichzelf en zijn voorgangers op de hak neemt. Maar net als bij The Texas Chainsaw Massacre benadrukken de makers van The Amityville Horror op de filmposter de waargebeurde status van het verhaal, niet het feit dat het al eerder verfilmd werd.

Cliché

Bay en regisseur Andrew Douglas – die twee jaar geleden debuteerde met de prachtige muziekdocumentaire Searching for the Wrong-eyed Jesus – voelen feilloos aan waar de horrorliefhebber op zit te wachten. Geen Scary Movie 5, maar films die je weer op het puntje van je stoel laten zitten (om maar een oud cliché te gebruiken). Hoewel The Amityville Horror daarin minder goed slaagt dan The Texas Chainsaw Massacre, is deze film nog altijd eng genoeg om je een heel dozijn ironische horrorfilms van het afgelopen decennium te doen vergeten.

Film / Achtergrond
special: Christian Bale

Steracteur zonder faam

.

~

Hoewel hij nooit een acteursopleiding heeft gevolgd, bezit Christian Bale een bijna griezelig vermogen in de huid te kruipen van uiteenlopende personages. Hij weet niet alleen zijn mimiek en fysiek aan te passen, maar kan ook feilloos stemaccenten nabootsen. Het is een intelligente, persoonlijke manier van acteren, die hem tot een aantal opmerkelijke prestaties heeft gebracht. Of hij nu een gemaskerde superheld speelt of een gehandicapte jongeman, zijn aanwezigheid is steevast indringend en opvallend. Maar pas nadat je een aantal van zijn films hebt gezien, herken je zijn vermogen om radicaal verschillende rollen te vertolken. Voor mij was American Psycho (2000) doorslaggevend: hierin speelt de Brit met zoveel bravoure een volamerikaanse yuppie, dat de rol al zijn eerdere en latere prestaties in een ander daglicht zet. Ironisch genoeg is het misschien juist die veelzijdigheid die een grotere bekendheid tot nog toe in de weg heeft gestaan. Ondanks hoofdrollen in menig kassucces, zegt de naam Christian Bale de doorsnee filmkijker nog altijd weinig.

Schijnwerpers

Bale is inmiddels net 30, maar heeft al een imposant aantal samenwerkingen op zijn naam staan. Hij werd geregisseerd door iconen van de onafhankelijke film: Kenneth Branagh, Jane Campion, Christopher Nolan, Todd Haynes, maar ook door de grotere namen: Spielberg, Terrence Malick en, binnenkort, Werner Herzog. De oorzaak van zijn relatieve onbekendheid ligt wellicht juist ook in zijn carrièrekeuzes: als de hoofdrol van een project hem niet zint, geeft hij de voorkeur aan een bijrol in een minder prestigieuze film. Bovendien heeft de acteur geen last van sterallures. Zoals wel meer Britten staat hij niet graag in de schijnwerpers: hij houdt niet van interviews en is bijzonder terughoudend over zijn privéleven. Tenslotte verkiest hij een langdurig huwelijk boven wisselende relaties in Hollywoodstijl. Die bescheidenheid en warsheid van elke koketterie zorgen ervoor dat Bale redelijk onopgemerkt zijn oeuvre kan blijven uitbreiden.

Oscar

~


Als je de pers mag geloven, kent Bale’s carrière drie pieken: zijn hoofdrol in Spielbergs Empire of the Sun (1987), de titelrol in de controversiële verfilming van American Psycho (2000) en de laatste incarnatie van Batman in Batman Begins. Hij speelt echter al bijna twee decennia lang bijna onopgemerkt in een constante reeks topproducties. Meestal in uitstekende bijrollen, zoals bijvoorbeeld als Hamlet in Prince of Jutland (1994), of de
verslaggever die zijn biseksuele idool (Ewan McGregor) onderzoekt in Velvet Goldmine. Ook als hij een minder sympathiek karakter speelt fascineert hij:
in de Shaft-remake was hij als slechterik vermakelijker dan de titelheld zelf. Zo af en toe speelde hij een hoofdrol in kleinschaligere producties, bijvoorbeeld een pre-Jim Caviezel vertolking van Jezus in Mary, Mother of Jesus. Het is maar een greep uit een buitengewoon veelzijdige carrière, die wellicht pas door volgende generaties pas op waarde geschat zal worden.

Zijn allerbeste werk vind je op een geruisloos op dvd verschenen thriller en in een miskende literatuurverfilming. In All the Little Animals speelt hij een schuchtere, gehandicapte jongeman, die zijn boze stiefvader ontvlucht en in een bos door een zonderling (John Hurt) onder zijn hoede wordt genomen. Bale zet een indringend portret neer van een jongetje dat in het lichaam van een volwassene naderend onheil probeert af te wenden. Deze rol maakt van een bescheiden thriller een intrigerende film. In 2000 speelde hij de rol van zijn leven, toen hij na jaren van uitstel de hoofdrol op zich nam in de bij voorbaat al controversiële verfilming van Bret Easton Ellis’ American Psycho. Zijn sardonische vertolking van Patrick Bateman, de man die gevoelloos de meest gruwelijke moorden pleegt, is een acteerprestatie die hem in een minder conservatief klimaat een Oscar opgeleverd had. Zelfs de meest sceptische critici hadden lof voor zijn rol, maar dat veranderde niets aan zijn relatief anonieme status.

Zelfvertrouwen

~


Na die film beging hij wellicht de enige misstappen die zijn carrière tot nu toe kent: hij verzorgde een paar minderwaardige bijrollen en speelde in mislukte, peperdure Hollywoodproducties als Captain Corelli’s Mandoline en Laurel Canyon. Het science-fiction debacle Equilibrium geldt als voorlopig dieptepunt, maar ook in die film speelt hij capabel. Bale neemt iedere rol uiterst serieus en blaakt altijd van het zelfvertrouwen, wat bijvoorbeeld de amusante drakenfilm Reign of Fire een zekere meerwaarde gaf. Met zijn meest opmerkelijke rol tot nu toe, de uitgemergelde fabrieksarbeider in The Machinist, lijkt hij zijn weg weer gevonden te hebben: na Christopher Nolans herinterpretatie van Batman zal hij te zien zijn in Herzogs nieuwste film en Malicks veelbelovende Pocahontas-epos The New World.

Boeken / Fictie

Interessante heruitgaven

recensie: Désanne van Brederode - Gegroet waarlijk lichaam // Marguerite Yourcenar - Herinneringen van Hadrianus

Onlangs verschenen de heruitgaven van twee opmerkelijke boeken. Hun kwaliteit is de enige eigenschap die beide boeken delen. Gegroet Waarlijk Lichaam, het debuut van Désanne van Brederode uit 1994, is het overrompelende werk van een beginneling. Herinneringen van Hadrianus is het magnum opus van een afgerond oeuvre, geschreven door de in 1987 overleden Marguerite Yourcenar.

Désanne van Brederode – Ave verum corpus / Gegroet waarlijk lichaam

Uitgeverij Querido • prijs: € 12.50 (paperback) • 215 pagina’s • ISBN 90 214 5304 5

Gegroet Waarlijk Lichaam, de ongekend gedurfde debuutroman van een toen pas 23-jarige Désanne Van Brederode, is opnieuw uitgebracht. Het is nu elf jaar geleden dat Van Brederode als een vrouwelijke Reve opstond met dit welhaast godslasterlijke verhaal over een studente filosofie. Met meisjesachtig enthousiasme vertelt deze Lucia over haar studie en haar zoektocht naar lichamelijke euforie, die ze tracht te vinden bij een studiegenoot, een docent of een sadistische medefeestganger. Bij geen van hen vindt ze echter werkelijke voldoening. Ze zoekt het vervolgens in een andere richting.

Ik geloof. Het betekent weinig. Ik kan niet langs de deuren gaan met boekjes die mijn heil en dat van medegelovigen beknopt verwoorden en bevestigen. Ik kan niet glimlachen. Ik kan niet altijd in de bijbel vinden wat ik nodig heb, als ik me eenzaam voel en van de wereld. (…) Geloven is niet makkelijk of leuk. Geloven is een beerput opentrekken.

~

Net als voor haar 13e eeuwse tegenhanger Hadewijch is het geloof voor Lucia een mystiek-lichamelijke zoektocht naar De Enige Echte. Hadewijchs devotie heeft licht erotische trekjes in zich, bij Lucia is het verlangen geëvolueerd tot een sterke seksuele zucht.

Van Brederode doet het met haar debuut niet rustig aan. Ze vormt haar toch al controversiële thema niet om in gemakzuchtig proza, maar schrijft zeer brutaal en uitdagend. En dat in de beste modernistische traditie. Het boek heeft een aanloop nodig. Nadat echter het obstakel van de eerste pagina’s genomen is, raak je in de ban van een getalenteerd schrijfster. IJzersterke dialogen worden afgewisseld met intrigerende associatiestromen vol bijbel, filosofie en het alledaagse leven, en heftige scènes.

Want Van Brederode gaat ver. Lucia’s meer dan sadomasochistische uitstapje, compleet met zondebok, laat je niet onberoerd. Zelf schrijft de studente hierna aan de lezer van het boek:

Ik ben geschrokken van deze uitspatting. Ik durf je nauwelijks nog onder ogen te komen. Als je geen respect meer voor me kunt opbrengen, dan begrijp ik, ja waardeer ik dat zelfs. Het getuigt van fijgevoeligheid dat je geneigd bent mij je rug toe te willen keren naar aanleiding van de smerigheden die ik je heb toevertrouwd. (…) Ga maar wat beters doen, de krant lezen ofzo.

Verwondering is na afloop de grootste sensatie. Aan de bekentenissen van Lucia moeten betekenissen gekoppeld worden. Maar bovenal dringt zich de vraag op naar de persoonlijkheid van de schrijfster. Uit wiens geest komt dit boek voort? Gegroet Waarlijk Lichaam is een provocerend, zelfbewust en, niet onbelangrijk, grotendeels heel goed geschreven debuut. Het dwingt bewondering af. En zet aan tot nadenken.

Marguerite Yourcenar – Herinneringen van Hadrianus

Uitgeverij Anthenaeum – Polak & Van Gennep • prijs: € 12.50 (gebonden, Salamander Klassiek) • 397 pagina’s • ISBN 90 253 6291 5

In 1951 kwam dan eindelijk Mémoires d’Hadrien uit. Marguerite Yourcenar was al op haar 21e, in 1924, van start gegaan met het tot leven wekken van de Romeinse keizer Hadrianus (76-138). Jaren van schrijven, verbranden, vergeten en opnieuw beginnen volgden. “Er zijn boeken waaraan je je niet moet wagen voordat je de veertig gepasseerd bent”, schreef ze zelf. Het is te lezen in de notities die bij deze uitgave van Salamander-Klassiek zijn geleverd.

Ook te lezen valt: “Als deze man niet de vrede in de wereld had bewaard en de economie van het rijk had vernieuwd, zouden zijn persoonlijke geluk en ongeluk mij minder interesseren.” Het klinkt heel onderkoeld voor iemand die zich voor zo’n groot deel van haar leven op één figuur heeft gericht. De reden voor Yourcenar om in de huid van de langgestorven Hadrianus te kruipen zal vooral zijn unieke positie zijn geweest. Naar eigen zeggen is hij keizer van de helft van de aarde. Zijn macht is buitenproportioneel. Bovendien vloeit in hem alle kennis, religie, filosofie en kunst van de oudheid samen.

~

Hadrianus is wellicht een uomo universale avant-la-lettre. Hij is onderwezen in alle facetten van de wereld: hij kent z’n filosofen, hij leest z’n dichters, hij heeft kennis van de kunstenaars, heeft weet van de wetenschap, en beschikt misschien wel over genezende krachten. Tijdens zijn lange reizen heeft hij daarbij de halve wereld bezocht. Hij voelt zich even thuis onder soldaten als onder hoogwaardigheidsbekleders, is even op zijn plaats in Athene als in zijn eigen Rome. Bovendien is hij immer goed gestemd, en voor een goddelijke keizer uitermate bescheiden.

Een versleten man is hij, 60 jaar, als Hadrianus zijn mémoires richt aan Marcus Aurelius, zijn beoogde opvolger. Hijzelf lijdt aan een hartkwaal: een teken dat het tijd is om de balans op te maken. In statige volzinnen, vol klassieke metaforen, geeft hij de 17-jarige uitleg over zijn filosofieën aangaande het regeren. Een mooie onderbreking daarin is zijn openhartigheid over zijn liefde voor de jonge slaaf Antinoös. Aangetrokken door de pracht en het mysterie van de jongen neemt hij hem in dienst. Wanneer deze zich in Egypte van het leven berooft, is voor Hadrianus de glans van het bestaan er af. Hij neemt nog steeds deel aan godsdienstriten, bezoekt waarzegsters en vervult zijn taken als keizer. Desillusie schemert echter door de regels heen. De keizer die alles te allen tijde op orde had, en door het volk vereerd wordt, is uiteindelijk al te menselijk.

Yourcenar brengt in Herinneringen van Hadrianus de oudheid naar voren met grote volledigheid. Het leven van Hadrianus beschrijft ze zonder larmoyante passages of simpel effectbejag. Yourcenar gaat intelligent te werk en graaft onder de oppervlakte van Hadrianus’ regeringsbeleid en leven als minnaar. Op aangename wijze tekent ze Hadrianus als een mens van deze wereld, van wie er meer zijn en waren, en tegelijkertijd juist niet.

Tegelijkertijd met Herinneringen van Hadrianus verschijnen in de reeks Salamander-Klassiek ook Medea van Euripides en Lof der zotheid van Erasmus.