Theater / Achtergrond
special: Interview met vier 'fringe makers'

Ruimte voor experiment in TF-2

~

Dinsdag 29 augustus gaat de eerste editie van het Amsterdam Fringe Festival (TF-2) van start. Verspreid over tal van locaties in Amsterdam zijn de komende weken bijna veertig voorstellingen te zien van bekende en onbekende theatermakers. De Brakke Grond is één van de centrale podia tijdens De Fringe, met een groot aanbod aan Nederlandse en Vlaamse voorstellingen. Op 6, 7 en 8 september zijn er in de Brakke Grond voorstellingen te zien van De Queeste, De Wetten van Kepler, TG Tweelicht en Abbatoir Fermé. 8WEEKLY sprak met de regisseurs en artistiek leiders van deze theatergroepen over hun bijdrage aan het Fringe Festival.

De Fringe speelt zich gelijktijdig af met de Nederlands Vlaamse theaterselectie (TF-1). In tegenstelling tot TF-1 is er bij De Fringe geen sprake van een selectie, want daar wordt gewerkt met een open inschrijving. De motivatie om in het Fringe Festival te spelen verschilt per groep. Grote overeenkomst is dat iedereen ontzettend enthousiast is over het initiatief en dat men uitkijkt naar deze eerste editie van het Amsterdam Fringe Festival.

SuitSuite

Foto: Joost van de Kreke
Foto: Joost van de Kreke

Els Willems, regisseuse van TG Tweelicht, staat met haar afstudeervoorstelling SuitSuite op het Fringe Festival. Voornaamste reden om zich aan te melden is dat ze de voorstelling, die positief werd ontvangen, graag nog een keer wil spelen voor een publiek in Amsterdam. Ze ziet het ook als een “afsluitend feestje” voor zichzelf en de spelers. Spannend is het wel, want ze gaat figuurlijk “met de billen bloot.” Hoe zal het kritische Amsterdamse publiek op de voorstelling reageren? Willems vindt het enthousiasme dat uit De Fringe spreekt fantastisch, ze hoopt dat “de stad een beetje op z’n kop zal komen te staan, dat het Fringe Festival een soort vrijheid creëert.” SuitSuite is een ritmische montagevoorstelling over mensen in pakken. In de voorstelling zien we, geïnspireerd op de muzikale suite, een reeks variaties op ‘het pak’. Voor de voorstelling werkt Willems samen met amateurs en professionele acteurs. Improvisaties vormen een belangrijke basis voor SuitSuite. Met teksten, beelden, beweging en muziek laat Willems de mens achter de tweedelige pakken zien.

En…..je kan Els Willems ook nog tegenkomen op het toilet, pardon het toilet???! Ja, het toilet; ze werkt namelijk mee aan de Fecaliëndrama’s op de toiletten van de Stadsschouwburg. Laat je verrassen!

Moe, maar op en dolend

Foto: Stef Lernous
Foto: Stef Lernous

Abattoir Fermé werd door de organisatie met de voorstelling Moe, maar op en dolend uitgenodigd. Het Mechels theatercollectief maakt spraakmakend theater met sterke beelden en obscure thematieken. Moe, maar op en dolend is een vreemdsoortige kruising tussen internetporno, performance, een film-noir en een gotische romance. “De voorstelling gaat over het leven dat het wint van de anonieme dood. Dat we in al onze moeheid en met onze beperkte manier van denken een zoektocht zijn aangegaan, maar vergeten zijn naar wat we zoeken”, aldus Stef Lernous, artistiek leider van Abbatoir Fermé. Lernous denkt dat zijn gezelschap goed past binnen het fringe concept: “Je zou kunnen zeggen dat Abattoir Fermé in zijn eerste drie bestaansjaren een fringe-gezelschap was en het is in essentie, ondanks subsidiering en erkenning, altijd een klein gezelschap gebleven dat zich niet door het veld laat definiëren, maar door zijn eigenzinnige karakter. Voor mij is dat één van de inhoudelijke parameters van theatre on the fringe.” De spelers zeggen amper iets op toneel, het is vooral een beeldend en auditief stuk, waarbij het publiek slechts aanknopingspunten krijgt aangereikt. Lernous: “Hier lijkt het stuk zelf als iets vanuit een marge. Very Fringe.”

Biest

Foto: August Swietkowiak
Foto: August Swietkowiak

De Wetten van Kepler herneemt de voorstelling Biest tijdens het Fringe Festival. Biest is een indringende én humoristische muzikale voorstelling over doodgaan, rouw en afscheid nemen. Processen waar we als mensen niet handig of bedreven in zijn. Hoe verhoud je je tot de dood? Mag je de dood van een naaste ook als bevrijdend ervaren? Voor regisseur Jos van Kan is het theater “een plek om hierover na te denken en morele vragen te stellen.” De Fringe is voor Van Kan een goede aanleiding om Biest opnieuw te spelen: “we vinden het een mooie voorstelling en hij is destijds ook door iedereen heel positief ontvangen, maar we konden hem te weinig opvoeren, dus het is eigenlijk heel simpel.” Maar de keuze om in De Fringe te spelen is voor Van Kan niet alleen een pragmatische, het is wel degelijk ook een bewuste inhoudelijk keuze om Biest in deze context op te voeren: “ik denk dat Biest qua vorm en inhoud goed aansluit bij het fringe concept. Het is een voorstelling waarin het experiment belangrijk is. We pakken het onderwerp de dood op een niet gebruikelijk manier aan en we onderzoeken het samengaan van taal en muziek, van woorden en noten.” Van Kan hoopt tijdens het Fringe Festival misschien ook een ander publiek te trekken, een publiek dat meer uit is op het experiment. Hij vindt het goed dat het Fringe Festival samengaat met de officiële selectie: “het is een sterke troef om het experiment naast het gevestigde te laten zien, om een selectie te koppelen aan een fringe. In de publiciteit die de grote gezelschappen genereren wordt ook het experiment, het kleinschalige en het minder geziene meegesleept. De Fringe geeft lucht en nieuwe ideeën aan het gevestigde. Als het goed is beïnvloeden ze elkaar en is het één grote groep theatermakende mensen.”

Animal Farm

Foto: Kristien Wintmolders
Foto: Kristien Wintmolders

Roel van Swanenberg speelt tijdens het Fringe Festival zijn performance Animal Farm op het plein voor de Brakke Grond. De Vlaming werd door het theater uitgenodigd om zijn eenmansproject te komen spelen. Swanenberg was in eerste instantie niet op de hoogte van de precieze context van het optreden, maar nu hij er meer van weet, denkt hij dat “het klopt” dat zijn performance deel uitmaakt van De Fringe. Hij hoopt dat er “veel mensen op afkomen om te zien wat er buiten het geselecteerde programma gebeurt en wordt gemaakt.” Het is voor Swanenberg uitzonderlijk om in de binnenstad van Amsterdam te spelen. Zijn performance werd tot nu toe op meer afgelegen plekken gespeeld. Animal Farm gaat over de Oost Europese werknemer Alec Trup die op zoek is naar werk en naar een nieuwe toekomst. Om de tijd te doden vertelt hij zijn verhaal aan de mensen op het plein. Over de beesten op de boerderij. Omdat ze genoeg hebben van de uitbuiting door de boer besluiten de varkens de leiding over te nemen. Swanenberg bewerkte Orwells satire voor zijn afstudeerproject aan de Toneelacademie in Maastricht. Zijn Animal Farm gaat over werken, de verdeling van werk, over alles achterlaten en opnieuw beginnen, over geluk zoeken en diepe eenzaamheid vinden. Alec Trup gaat in gesprek met het publiek en daarmee is iedere avond anders. Swanenberg: “Het is heel interessant om te zien hoe het publiek reageert op iemand die ze niet kennen.”

Op welke voorstellingen die te zien zijn tijdens het Fringe Festival verheugen de makers zich eigenlijk? Wat willen ze zelf proberen te zien? Tips van de kenners. Els Willems wil graag naar de TF-1 voorstelling Welcome to my backyard van NTGent / Productiehuis Rotterdam. Verder is ze heel benieuwd naar Moe, maar op en dolend van Abbatoir Fermé, Klein Babylon van Zuidelijk Toneel/Productiehuis Brabant/Toneelacademie Maastricht, Club Rodeo van Alexandra Broeder en Biest van De Wetten van Kepler. Roel Swanenberg wil graag naar Abbatoir Fermé: “ik denk dat we mogelijk aan elkaar verwant zijn en vooral ook omdat ze David Lynch als inspiratiebron gebruiken, daar ben ik een enorme fan van.” Jos van Kan weet nog niet precies wat, maar hij gaat zeker een aantal voorstellingen proberen te zien in De Fringe. Stef Lernous lijkt het “fijn om pareltjes te gaan zoeken in de meer dan veertig voorstellingen.” Hij kijkt uit naar Klein Babylon, “omdat ik gek ben op de mini-universum waaruit de schrijvers vertrekken” én naar Khadish – een MTV opera wat “hopelijk net zo zinnenstrelend is, als de promotekst doet vermoeden.”

8WEEKLY zal het Fringe Festival volgen en verslag uitbrengen. Houd de site dus goed in de gaten!

De kaartverkoop voor het Amsterdam Fringe Festival is 14 augustus van start gegaan. Klik hier voor meer informatie en het volledige programma.

Lees ook ons interview met festivaldirecteur Jeffrey Meulman over het Amsterdam Fringe Festival.

Muziek / Album

Een schetsboek als debuut

recensie: The Pet Project - The Pet Project

.

~

The Pet Project komt zoals gezegd uit Nederland. Het is het nieuwste project van alleskunner Martien van Bergen, die zich ooit in de kijker speelde met de band Tupelo Honey. Hierna plaatste hij zichzelf met het uitgebreide eenmansproject Blimey!, aan het einde van de jaren negentig, helemaal op de voorgrond van de Nederlandse pop. Met The Pet Project continueert van Bergen zijn stijl. Ook op dit album klinkt Van Bergen weer behoorlijk Lo-Fi en wederom heeft hij geen moment de tijd genomen om zijn nummers bij te schaven. Hoewel Van Bergen graag alleen werkt, krijgt hij binnen the Pet Project op een mooie aanvullende wijze hulp van zijn vriendin, de kunstenares Esther van Waalwijk.

Inspiratie

The Pet Project kan worden gezien als een statement van twee muzikanten, of, zo u wilt, van twee kunstenaars, die zich door een klassieke popplaat hebben laten inspireren. Daarbij wilden ze uitvinden of die inspiratie zou leiden tot een resultaat dat vergelijkbaar is met de inspiratiebron. Dat de inspiratiebron Pink Floyds klassiek geworden album The Piper at the Gates of Dawn is laat zich, door de enige cover op de plaat The Gnome, makkelijk raden. Toch doet The Pet Project meer denken aan de dagen van Barrett ná Pink Floyd. Of aan een rustige en soms donkere versie van the Moldy Peaches, vooral wanneer Van Waalwijk de zang voor haar rekening neemt.

Schetsen

De stukken op The Pet Project hebben allen een fragmentarisch karakter. Voordat ze hun hoogtepunt bereiken zijn ze alweer voorbij. Dat neemt niet weg dat de nummers vaak mooi zijn, voor zolang het duurt: de nummers I Wanna Know en Little Dog zijn de onbetwiste hoogtepunten van de plaat. In When Christa Päffgen spoke to Me komt the Velvet Underground om de hoek kijken en ook het karakteristieke Hey You klinkt Brits, hip en retro. Helaas zijn ook deze nummers veel te kort. Ter illustratie: het openingsnummer Esfera duurt maar 34 seconden en het fascinerende slotnummer Mosredna slechts één minuut en twee seconden. En dat is simpelweg niet lang genoeg. De aandacht wordt getrokken, maar voordat je vragen kunt gaan stellen over de afloop is het nummer al weer voorbij. Zonder kop of staart; het blijven muzikale schetsen. Maar wel hele mooie schetsen.

Boeken

Toen een andere toekomst nog mogelijk was

recensie: Rosalind Galt - The New European Cinema: Redrawing the Map

.

In 1989 viel de muur en daarmee verdween de communistische dreiging. In combinatie met andere politieke ontwikkelingen leidde dit tot een hernieuwde zoektocht naar de nationale en de Europese identiteit. Om die te vinden werd vaak ’teruggespoeld’ tot aan de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog.

~

In het boek nemen drie films en hun respectievelijke landen van herkomst elk een hoofdstuk in: Cinema Paradiso, (Italië, Giuseppe Tornatore, 1989), Underground, (Joegoslavië, Emir Kusturica, 1995) en Europa (Duitsland, Lars von Trier, 1991). De hoofdstukken zijn doorspekt met aanverwante films, zoals in het geval van Italië o.a. Il Postino en Mediterraneo. Galt vindt het te gemakkelijk om deze titels te zien als een product van scriptschrijvers en regisseurs die hun eigen jeugd op nostalgische wijze verfilmen. Want wie verder kijkt ziet aan de randen van het scherm de hedendaagse politieke werkelijkheid binnensijpelen. Neem bijvoorbeeld het Italië van Cinema Paradiso.

Post-war

De grote vraag die links Italië zich in 1990 stelde omtrent de Tweede Wereldoorlog was niet “Hoe heeft fascisme kunnen ontstaan?” maar “Wat ging er mis na de oorlog?”. In 1945 knetterde de hele laars van de verwachtingen over nationale opbouw. Het momentum van het linkse oorlogsverzet beloofde een nieuw, links georiënteerd Italië. Maar onder druk van de geallieerde bezetters en de katholieke kerk, kwam al in 1948 de DC (Christen Democraten) aan de macht.

Sterke anti-Russische sentimenten droegen er toe bij, dat de communistische PCI voorgoed buitenspel bleef. De DC hield oud-fascisten op lokale posten en filterde alle partizanen uit de regering. Eind 1948 won de DC de verkiezingen met een grote meerderheid. Ze bleef tot en met 1992 aan de macht.

~

Post-wall

Na 45 jaar coalities rondom de DC waren de grenzen tussen partijpolitiek en landspolitiek vervaagd. Hoewel een democratie met vrije verkiezingen, was de macht in Italië in feite in handen van de DC. De Koude Oorlog-retoriek had plaatsgemaakt voor verregaande corruptie en verstrengeling met de maffia. Begin 1992 kwam dit allemaal aan het licht: hele instituten stortten in, tientallen industriëlen, lokale- en landelijke politici en maar liefst drie oud-premiers draaiden de bak in. De Italianen krabden zich eens goed achter de oren en vroegen zich af wat ze nou eigenlijk al die tijd in stand hadden gehouden. Wat was het dat ze sinds de oorlog hadden opgebouwd? (Deze thema’s zijn overigens uiterst boeiend verfilmd in de TV-serie La Piovra (De Octopus), dat heel Italië aan de buis gekluisterd hield en sinds kort op dvd verkrijgbaar is).

Ondertussen was in 1989 de dreiging vanachter het IJzeren Gordijn weggevallen. Ook het plaatselijke rode gevaar, de terroristenorganisatie Brigate Rosse werd ontmanteld. Dit beroofde de DC van de armslag die ze zichzelf toegemeten had. Tot slot was er nog de druk van de Europese eenwording, die nieuwe vragen stelde aan de nationale identiteit.

~

Noord – Zuid

Cinema Paradiso biedt in het midden van dit rumoer een terugblik op het Italië van vlak na de oorlog, toen een andere toekomst nog mogelijk was. Het verliezen van de jeugdige onschuld van hoofdpersoon Salvatore loopt parallel aan de politieke desillusie van Italië. De bioscoop, waar het hele dorp samenkomt (het balkon gereserveerd voor de rijken) is metafoor voor wat de naoorlogse politiek teweeg brengt in het land van Garibaldi; eerst eenvoudig, dan luxueus, daarna vervallen.

In het Italië-hoofdstuk in The New European Cinema is ook veel aandacht voor de landschappelijkheid van de film. Telkens staat het landschap voor de nationale identiteit en trots. Het landschap dat zelf vrijwel onveranderlijk is, maar waarin veranderingen verwijzen naar ‘winst’ of ‘verlies’, zoals de reclameborden die op het dorpsplein verschijnen.

Hoofdkarakter Salvatore reist van Rome naar Sicilië. Deze twee gebieden vertegenwoordigen in veel opzichten de grootst denkbare tegenstelling binnen de laars. Verschillen tussen Noord- en Zuid-Italië zijn sterk en complex. Het Noorden voelt zich Europeser en commerciëler en beschouwt Sicilië als een eiland voor de Afrikaanse kust vol luie boeren. De film laat er geen twijfel over bestaan waar de menselijke waarden beter vertegenwoordigd zijn.

Studiemateriaal

De films Underground en Europa krijgen een even grondige behandeling, met, zoals gezegd, nog diverse zijweggetjes naar films van gelijke strekking. Bijkomend voordeel is, dat we zo ook nog een behoorlijke dosis Europese moderne geschiedenis binnenkrijgen. Dit ondanks de duidelijke Amerikaanse optiek; De kwistig gebruikte termen “European heritage movies” en “West European art cinema” zijn een te grove kam voor een Europeaan die er met de neus bovenop staat.

Over Rosalind Galt is weinig meer bekend, dan dat ze filmstudies doceert aan de universiteit van Iowa en dat The New European Cinema haar eerste boek is. Ondanks het begrijpelijke Engels en voldoende illustraties, is het taai als de pizzabodem van gisteren. Het soort boek, dat is ontstaan uit colleges filmtheorie… en er voor het leeuwendeel van de oplage ook naar zal terugkeren, want het is prima bruikbaar als voorgeschreven studiemateriaal, maar niet als vrijwillige vrijetijdsbesteding.

Theater / Achtergrond
special: Wat is er nog een keer te zien?

Het nieuwe theaterseizoen begint

Nadat we deze zomer uitgebreid verslag hebben gedaan van verschillende theaterfestivals, staan onze redacteuren klaar om de theaters weer in te trekken. En heb jij al kaarten in huis? Of zit je nog in dubio? Lees dan een aantal van onze recensies nog eens goed door. 8WEEKLY frist graag je geheugen op met voorstellingen die we eerder voor je hebben gerecenseerd en die dit seizoen weer in de theaters te zien zijn.

Herfstsonate. Fotograaf: Sanne Peper
Herfstsonate. Fotograaf: Sanne Peper

Wie het theaterseizoen meteen goed wil beginnen, gaat natuurlijk naar het Amsterdam Fringe Festival. Van 26 augustus tot en met 13 september zijn in de hoofdstad op verschillende locaties tientallen voorstellingen te bekijken. Waaronder een paar bekenden die wij al eerder zagen, zoals:
De Wetten van Kepler – Biest
Fred Delfgaauw – Minder is meer
Hummelinck Stuurman Theaterproducties – Herfstsonate (kanshebber Toneel Publieksprijs)
Hummelink Stuurman Theaterproducties – Mephisto
NTGent – Platform
tg STAN – of / niet
Theatergroep de Kern – Juliana’s Derde Weg (kanshebber Toneel Publieksprijs)
Toneelgroep Amsterdam / De Theatercompagnie – Don Carlos
Toneelgroep Amsterdam / NTGent – Opening Night
Toneelgroep Oostpool – Brel 2

Andere voorstellingen die je weer, of alsnog, kunt bekijken:

Ro Theater – Hersenschimmen

Fotograaf: Sjouke Dijkstra
Fotograaf: Sjouke Dijkstra

Acteur Joop Keesmaat speelt in deze voorstelling zeer treffend een man die dementeert. Hij is voor deze laatste rol bij Ro Theater genomineerd voor de Louis d’Or. Katelijne Damen (de echtgenote in de voorstelling) is voor haar rol genomineerd voor een Colombina. En bovendien maakt deze voorstelling, als een van de vier finalisten, kans op de Toneel Publieksprijs.
Speelperiode: 26 en 27 augustus 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Onafhankelijk Toneel – Melanie Klein & Moeders/Zonen/Dochters

Melanie Klein & Moeder/Zonen/Dochters is een tweeluik met als thema moeders en hun kinderen. Het contrast tussen de twee voorstellingen is groot. In Melanie Klein draait het om de wreedheid van een moeder die haar kinderen gebruikt als onderzoeksobjecten. Moeder/Zonen/Dochters laat met prachtige mise-en-scène en lieve muziek vooral de schoonheid van de bijzondere relatie tussen moeder en kind zien.
Speelperiode: tot en met 28 augustus 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Toneelgroep Amsterdam – Het temmen van de feeks

Het temmen van de feeks is het derde deel van de inmiddels welbekende huwelijkscyclus die Ivo van Hove regisseert bij Toneelgroep Amsterdam. Het is een verrassende versie geworden van deze Shakespearefeeks. De confrontatie tussen de twee vurige karakters van Katharina en Petruchio wordt intens neergezet door Halina Reijn en Hans Kesting. De liefde die tussen hen ontstaat is spannend en geloofwaardig.
Speelperiode: tot en met 29 augustus 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Het Nationale Toneel – Volkert van der G. & Mohammed B.

Fotograaf: Leo van Velzen
Fotograaf: Leo van Velzen

Wat als de moordenaar van Pim Fortuyn en de moordenaar van Theo van Gogh elkaar zouden ontmoeten? Als ze samen in een cel zouden worden gezet? Dit idee had een mooie politiek statement kunnen opleveren, maar dat is anders uitgepakt. De acteurs spelen in ieder geval overtuigend.
Speelperiode: tot en met 3 september 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Theater het Amsterdamse Bos – De goede mens van Sezuan

De uitvoering van deze klassieker van Bertolt Brecht pakt niet helemaal goed uit. Het is vooral te langdradig en het boeit niet voldoende. Verfrissend in deze voorstelling zijn wel de twee toneelschoolstudenten, die als dolle honden van het ene personage in het andere rollen. Hun enthousiasme trekt het geheel weer wat omhoog.
Speelperiode: tot en met 9 september 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Toneelgroep Amsterdam – Hedda Gabler

Het beroemde toneelstuk van Henrik Ibsen waar regisseur Ivo van Hove zijn eigen draai aan geeft. Halina Reijn is in de huid gekropen van de intelligente, welgestelde, maar zeer verveelde dertiger Hedda Gabler. Een ontroerende voorstelling met een uitstekend uitgevoerd concept.
Speelperiode: tot en met 14 oktober 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Stardust BV – Rembrandt de musical

Fotograaf: Roy Beusker
Fotograaf: Roy Beusker

Fenomenale kostuums, een fraai decor, een lading zangtalent, aardige muziek en Henk Poort als hoofdrolspeler: En toch stelt Rembrandt de Musical teleur. Het scenario en de liedteksten zetten de voorstelling in een sfeer van drama en zwaarmoedigheid.
Speelperiode: tot en met 10 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Anousha & Colette – Poppenkoppen

Anousha en Colette zijn bang voor van alles en nog wat. Onzeker, dat ook. Maar dat hoeven ze over hun eerste duo-programma niet te zijn, want die zit goed in elkaar en is vermakelijk. Misschien over een paar jaar eens in een grote zaal proberen?
Speelperiode: 27 augustus 2006 tot en met 25 januari 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Wouter Deprez – WAR

Een cabaretier die zijn voorstelling voor driekwart van zijn publiek laat afhangen, moet wel van goede huize komen, wil dat slagen. Of uit België, in dit geval. Wouter Deprez geeft zich in deze voorstelling helemaal over aan de interactie met het publiek en met succes.
Speelperiode: 27 augustus 2006 tot en met 5 mei 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Tryater – De Groote Storm / De Grutte Stoarm

Fotograaf: Sanne Peper
Fotograaf: Sanne Peper

Doe-het-zelf-theater in het Frysk. In sneltempo word je bijgespijkerd op het gebied van de Friese geschiedenis met een mix van mythen en sagen, van grote én sterke verhalen. Soms kinderlijk eenvoudig, maar wel overtuigend gespeeld door deze groep jonge spelers.
Speelperiode: 29 augustus tot en met 2 september 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Toneelgroep De Appel – De Storm

Een fascinerende voorstelling en een van de vier kanshebbers op de Toneel Publieksprijs. Dit stuk van Shakespeare wordt met veel inlevingsvermogen van de acteurs gebracht. Als publiek beleef je het verhaal van dichtbij, rondom het speelvlak.
Speelperiode: 30 augustus tot en met 21 oktober 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Nynke Laverman – De Maisfrou

Een voorstelling in Mexicaanse sferen. Nynke Laverman reisde voor haar tweede theatertournee samen met de Friese dichteres Albertina Soepboer naar Mexico, waar ze ‘de maisfrou’ hebben ontmoet. Laverman kon ons afgelopen seizoen nog niet overtuigen, maar nu misschien wel?
Speelperiode: 5 september 2006 tot en met 18 juni 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Theo Maassen – Tegen beter weten in

Fotograaf: Vincent van den Hoogen
Fotograaf: Vincent van den Hoogen

Tegen beter weten in zoekt Theo Maassen in deze show naar de zin van het leven in een samenleving, waarin hij zich een wees voelt. Zijn ouders en broertje zijn overleden en ook de gebeurtenissen in de maatschappij versterken zijn gevoel van eenzaamheid. Toch blijft Maassen tegen beter weten in op ontroerende, humoristische en vooral originele wijze zoeken naar de waarheid van het bestaan.
Speelperiode: 5 september tot en met 8 november 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Ashton Brothers – Ballyhoo

Ballyhoo betekent chaos, trammelant, drukte en spektakel. En dat is precies wat je als bezoeker krijgt voorgeschoteld. Pepijn Gunneweg, Pim Muda, Joost Spijkers en Friso van Vemde staan met deze voorstelling voor het derde achtereenvolgende seizoen in de theaters.
Speelperiode: 6 september 2006 tot en met 16 februari 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Hummelinck Stuurman Theaterproducties – Uit liefde

De tragikomedie Uit liefde laat zien dat succes in het leven weer voorbijgaat en dat daar niet automatisch iets beters voor in de plaats komt. Maar ook dat op veel gebieden plezier valt te halen. Deze voorstelling werd afgelopen seizoen na het overlijden van een van spelers, Joop Admiraal, afgelast. Cas Enklaar neemt zijn rol over.
Speelperiode: 7 september 2006 tot en met 5 november 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Sanne Wallis de Vries – Vier

Fotograaf: Ben van Duin
Fotograaf: Ben van Duin

Vier (hoe simpel kan je je vierde theatervoorstelling noemen?!) is een tragikomische show over de snelle veranderingen in de wereld en het verlangen naar vroeger, toen we nog plannen maakten en dromen hadden. De voorstelling is ingetogen, maar blijft op een sarcastische manier grappig en onderhoudend.
Speelperiode: 7 september tot en met 22 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Brigitte Kaandorp – 1000 & 1 dag

Brigitte Kaandorp komt in deze voorstelling met een sprookje en een heuse viermansband voor de dag. La Kaandorp lijkt nu echt aan het leven begonnen te zijn… of toch niet? Herkennen we nog iets van de ‘oude’ Kaandorp?
Speelperiode: 9 september tot en met 21 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Maarten van Roozendaal – Barmhart

Barmhartig zijn. Wat houdt dat eigenlijk in? Zanger Maarten van Roozendaal stelt het aan de orde in zijn theaterprogramma Barmhart en gaat uit van de bijbelse zeven werken van barmhartigheid. Rondom dit thema heeft hij een prachtig programma gemaakt dat je ontroert, aan het lachen brengt en vooral aan het denken zet.
Speelperiode: 9 september tot en met 22 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Orkater – Slangenvel

Fotograaf: Ben van Duin
Fotograaf: Ben van Duin

Hartsvriendinnen heb je voor het leven. Voor lief en leed, in goede en slechte tijden. Maar in dat cliché schuilt ook het gevaar. Net als elke lange relatie vertoont een vriendschap na vijftig jaar sleetse trekken. Slangenvel gaat over drie vriendinnen die de scherpe kantjes van het leven liever uit de weg lijken te gaan.
Speelperiode: 12 tot en met 17 september 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Bos Theaterproducties – Juliana

Regisseur Ger Thijs levert met Juliana geestig, maar soms ook ontluisterend theater af. In dit koningsdrama draait het om gebedsgenezeres Greet Hofmans, die bijna een crisis aan het hof veroorzaakt. Renée Soutendijk blijkt een aanwinst voor het toneel. Ze boeit van begin tot eind en zet een Juliana neer van vlees en bloed.
Speelperiode: 13 september tot en met 1 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Droog brood – Omwille van de smeer

Droog Brood zet met Omwille van de smeer definitief een eigen, droogkomische stijl neer. Het gaat hier over ontmoetingen: met onbekenden, zielsverwanten of geliefden, in elke denkbare verschijningsvorm komen ze elkaar tegen. De emoties lopen vaak hoog op bij deze prachtig gespeelde scènes.
Speelperiode: 13 september 2006 tot en met 25 maart 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Hotel Modern – Kamp

Fotograaf: Leo van Velzen
Fotograaf: Leo van Velzen

Met een grote indrukwekkende maquette laat Hotel Modern een dag en nacht in concentratiekamp Auschwitz zien. Op handen en voeten kruipen drie kunstenaars over de vloer van het theater om ‘mensen’ te laten bewegen. We kennen de beelden van een concentratiekamp, maar nog nooit was je zo direct ooggetuige van massamoord.
Speelperiode: 14 september 2006 tot en met 9 maart 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Purper – Purper 100, een vooruitblik

Liedjes, sketches, dynamiek, Purper 100, een vooruitblik herbergt het allemaal. De voorstelling voelt aan als een warme jas en biedt bovendien een prachtig overzicht van 25 jaar Purper. Zo blijkt een avond Purper anno 2006 nog daadwerkelijk amusement met een hoofdletter A.
Speelperiode: 14 september tot en met 21 november 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Wim Helsen- Bij mij zijt ge veilig

Deze Belgische cabaretier won met zijn voorstelling Heden Soup! de Neerlands Hoop Cabaretprijs. Met Bij mij zijt ge veilig, zijn tweede avondvullende programma, evenaart hij zijn eerdere succes. Hij is nog steeds dezelfde: een vreemde snuiter, maar wel een lieve, met hersens.
Speelperiode: 14 september tot en met 25 mei 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Joop van den Ende Theaterproducties – Beauty and the Beast

Fotograaf: Deen van Meer
Fotograaf: Deen van Meer

Terwijl de Lion King dan toch echt op 27 augustus voor het laatst wordt opgevoerd in het Circustheater, mag een andere Disneyproductie nog even doorgaan. Beauty and the Beast neemt het plekje over in het Scheveningse theater. Deze klassieker is ook de moeite waard om bekeken te worden. Een mooie, leuke musical met een goede cast.
Speelperiode: 15 september tot eind 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Toneelgroep De Appel – Voor het pensioen

Je moet er van houden, van conversatietoneel. Acteurs Sacha Bulthuis en Geert de Jong doen erg hun best, maar dit blijft een gedateerd toneelstuk waarin nauwelijks iets gebeurt. Bulthuis is overigens wel genomineerd voor de Theo d’Or voor haar rol in dit toneelstuk.
Speelperiode: 15 september tot en met 25 oktober 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Martijn Oosterhuis – Van huis uit

Martijn Oosterhuis gaat gekleed in een oranje wollen v-hals trui en rode ribfluwelen broek. Een kakker in hart en nieren is het, en dat gegeven weet hij goed uit te buiten in zijn tweede voorstelling waarin hij de vaart erin houdt.
Speelperiode: 16 september 2006 tot en met 7 juni 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Sara Kroos- Zoetgevooisd

Fotograaf: Willem de Roon
Fotograaf: Willem de Roon

Sara Kroos: een combinatie van mannelijke hardheid en vrouwelijke zelfspot. En eigenlijk is ze gewoon wie ze is. De vrolijke krullenbol, die je waarschijnlijk wel kent van De Lama’s, noemt ieder beest bij de naam. Hoe tenenkrommend dat soms ook is.
Speelperiode: 17 september 2006 tot en met 2 april 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Yolande Bertsch en Frédérique Spigt – Lucy in the sky

In Lucy in the sky proberen twee halfzussen samen het leven van hun moeder te reconstrueren. Ze komen erachter dat ze elkaars herinneringen nodig hebben om tot een volledig beeld te komen. Een intieme voorstelling met een mooie muzikale omlijsting.
Speelperiode: 19 september tot en met 5 november 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Victor Löw – De Redenaar

I have a dream. Ich bin ein Berliner. At your service. Je hoeft het maar te vragen en acteur Victor Löw beeldt deze toespraken van charismatische leiders allemaal in perfectie uit. In De Redenaar zijn de toespraken voor de doorgedraaide ambtenaar de laatste houvast in zijn leven.
Speelperiode: 20 september tot en met 25 november 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Rick Engelkes Producties – Succes

Fotograaf: Leon van de Zanden
Fotograaf: Leon van de Zanden

Hoe ver ga je voor succes? Isa Hoes en Rick Engelkes zoeken de gevaarlijke grenzen op en zetten hun huwelijk op het spel om aan de top te komen. Een twijfelachtig toneelstuk met matige elementen, maar het spel van de energieke acteurs maakt wel wat goed.
Speelperiode: 21 september tot en met 28 oktober 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Rooyackers, Kamps & Kamps – 4

In deze voorstelling van Rooyackers, Kamps & Kamps slaan de drie mannen op de vlucht in een mini-auto. Onderweg maken ze van alles mee. De voorstelling heeft een duidelijk filmisch karakter, compleet met flashbacks en een opzwepende soundtrack. Het improvisatietalent van deze heren mag er ook zeker zijn.
Speelperiode: 22 september 2006 tot en met 28 januari 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Jetty Mathurin – HM Regeert

Cabaretière Jetty Mathurin is niet de vrouw van vlijmscherpe analyses en gewaagde woordgrappen. Ze is een warme, lieve oma, bij wie zowel blanke als zwarte theaterbezoekers zich op hun gemak voelen.
Speelperiode: 22 september tot en met 17 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Renee van Bavel – Rood

Fotograaf: Patrick Steyn
Fotograaf: Patrick Steyn

Als cabaretière ging ze tijdens de finale van het Leids Cabaret Festival van 2002 de strijd aan met Javier Guzman en Wim Helsen. Maar in haar voorstelling Rood laat Renee van Bavel vooral zien talent te hebben voor het zingen van gevoelige en vermakelijke liedjes.
Speelperiode: 26 september tot en met 15 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

De Theatercompagnie – De Vrouw van Vroeger

Wat doe je als een jeugdvriendinnetje jouw nonchalante liefdesverklaring net iets te letterlijk heeft genomen? Dat is waar een getrouwde man mee te maken krijgt als zijn oude jeugdliefde op de stoep staat. De Vrouw van Vroeger kijkt als een te lange film die je af en toe even doorspoelt, maar dan iets te ver zodat je de rewindknop moet gebruiken om geen essentiële momenten te missen.
Speelperiode: 26 september tot en met 27 oktober 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Josine van Dalsum en Aram van de Rest – LeefTijd

Een voorstelling over een moeder met terminale kanker en haar zoon, gebaseerd op het leven van Josine van Dalsum (twee jaar geleden kreeg ze te horen dat ze nog maar ongeveer een jaar te leven had, want in haar hoofd zaten twee inoperabele tumoren). Nu staat ze samen met haar zoon op het toneel. Het verhaal van Van Dalsum raakt je zonder meteen een tranentrekker te worden.
Speelperiode: 27 september 2006 tot en met 19 januari 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Peter Faber – Dagboek van een gek

Fotograaf: Ben van Duin
Fotograaf: Ben van Duin

Peter Faber speelt met verve de rol van Axel Loopbaan, die er heilig van overtuigd is dat hij de vermiste Spaanse troonopvolger is. Ook als dat betekent dat hij in het gesticht beland. Een indrukwekkende solovoorstelling van Faber. Alleen acteurs van zijn kaliber kunnen het publiek – zonder pauze – meer dan een uur geboeid houden met alleen hun gezicht, handen en stem.
Speelperiode 28 september 2006 tot en met 19 april 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

De Varkensfabriek – Spreekuur

We zagen ze op de Parade in Amsterdam met hun nieuwe voorstelling Spreekuur. Het duo gaat met een langere versie van deze voorstelling het land door. En vergeet het niet: lachen is echt toegestaan en het liefst op de Marokkaanse manier, hard en met een lange uithaal.
Speelperiode: 28 september 2006 tot en met 12 mei 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Van Houts en De Ket en Kersting – Kamikaze

Ook gezien op de Parade. Het komische trio werkt het verhaal nog wat uit, zodat ze met deze absurde circusvoorstelling langs de theaters kunnen. Wellicht komt een en ander dan ook wat beter tot z’n recht.
Speelperiode: 30 september 2006 tot en met 28 april 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Jan Jaap van der Wal – BSUR

Fotograaf: Martin Oudshoorn
Fotograaf: Martin Oudshoorn

BSUR: Be as you are. Voor deze voorstelling heeft Jan Jaap van der Wal inspiratie geput uit de reizen die hij heeft gemaakt naar ontwikkelingslanden. Het ontroerende verslag hiervan en zijn aanstekelijke humor en cynisme zorgen ervoor dat je wakker wordt geschud.
Speelperiode: 13 oktober 2006 tot en met 16 maart 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Toneelgroep Amsterdam – Denne

Hij is verstandelijk achter maar kan rekenen als de beste, is paranoïde en heeft een obsessie voor tieten. Acteur Barry Atsma weet te ontroeren als verstandelijk gehandicapte Denne. Hij zorgt voor plaatsvervangende schaamte en voor luchtige momenten. Maar bovenal weet Denne je aan het denken te zetten; want wat vinden wij nou eigenlijk raar?
Speelperiode: 17 oktober tot en met 1 november 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Toneelgroep Amsterdam – Scènes uit een huwelijk

In Scènes uit een huwelijk word je deelgenoot van de gevechten, de twijfels, en de angsten van een op het eerste gezicht perfect koppel. Een genadeloos en indringend beeld van een huwelijk, vanaf het prille begin tot het haast onontkoombare eind. Het tweede deel van de huwelijkscyclus is intiem en confronterend.
Speelperiode: 10 november tot en met 23 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

De Theatercompagnie – The Pillowman

Fotograaf: Sanne Peper
Fotograaf: Sanne Peper

Een schrijver wordt opgepakt en ondervraagd over de afschuwelijke inhoud van zijn verhalen. Stukje bij beetje komt de waarheid boven tafel over het verleden van twee broers en de verschrikkelijke misdrijven die zijn gepleegd. Een psychologisch horrorverhaal met een zwart komisch randje over de invloed van kunst en literatuur.
Speelperiode: 15 november tot en met 23 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Opium voor het volk – Blind

Opium voor het Volk maakt verhalen over de wereld van de ‘pubers van Lubbers en Kok’. Lizzy Timmers steelt hier de show. Hoewel het geen moeilijke voorstelling is, geeft het wel degelijk stof tot nadenken. Een voorstelling die vooral voor dertigers heel herkenbaar en confronterend zal zijn.
Speelperiode: 16 november 2006 tot en met 31 maart 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Theatergroep Maqam Lamaqul – Zoeken naar Mohammed

Zoeken naar Mohammed is een verrassende en humoristische voorstelling. Het is het eerste deel van een vijfluik over de vijf zuilen van de islam. De eerste zuil van de islam, de Shahada, gebiedt dat iedere moslim Allah eerbiedigt als zijn enige god en Mohammed als zijn enige profeet.
Speelperiode: 18 november tot en met 16 december 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Ro Theater – Platonov

Fotograaf: Beer Buijsma
Fotograaf: Beer Buijsma

Dorpsonderwijzer en gemankeerde intellectueel Platonov verveelt zich te pletter in de benauwde Russische dorpsgemeenschap. Hij zit van ellende alle vrouwen achter de rokken aan en jaagt alle mannen de kast op. Een opmerkelijke avond toneel.
Speelperiode: 25 november 2006 tot en met 27 januari 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Theater Antigone – Dédé le taxi

Dédé de taxichauffeur rijdt altijd ’s nachts. Hij houdt van de donkere wereld, dan hebben de mensen minder haast. Dédé brengt ze thuis en vertelt ze zijn verhalen. De verhalen van het leven, van de dood en de liefde, en van alles wat daar tussen is.
Speelperiode: 3 januari tot en met 24 maart 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Toneelgroep Amsterdam – Echt iets om naar toe te leven

Dit seizoen is Arjan Ederveen opnieuw te zien in Echt iets om naar toe te leven, een bitterzoet morfinesprookje over een stervende lesbische kinderboekenschrijfster die tegen de zin van haar vriendin en zakelijk belangenbehartiger haar erotische memoires wil uitbrengen. Vanwege het overlijden van Joop Admiraal neemt Roeland Fernhout de rol van de vriendin van de schrijfster over.
Speelperiode: 6 januari tot en met 8 februari 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Ronald Giphart, Bart Chabot en Martin Bril – Giphart en Chabot met Bril

Fotograaf: Eric van de Elsen
Fotograaf: Eric van de Elsen

Een nieuw theatraal schrijverstrio is een feit. Ronald Giphart, Bart Chabot en Martin Bril staan samen op het podium. Het zijn geen theatertijgers, maar ze zorgen wel voor een avondje literair vermaak met af en toe een gekke twist. Er is zelfs gedacht aan interactie met het publiek.
Speelperiode: 10 januari tot en met 26 april 2006.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Ro Theater – Bezonken Rood

Op indringende wijze wordt het publiek in deze theatermonoloog deelgenoot van de emoties en gedachten van een man die samen met zijn moeder het Jappenkamp overleefde. Een ode aan de vertelkunst.
Speelperiode: 6 februari tot en met 12 juni 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

Mugmetdegoudentand – Quality Time

Een mooie carrière, een fijn gezin, een ongeremd seksleven en vooral voldoende ruimte voor persoonlijke ontplooiing. Zie hier het verlanglijstje van veel moderne ouders. Quality Time neemt dit fijne lijstje onder de loep, en toont een avond en een ochtend in de huiskamer van een jong en hectisch gezin.
Speelperiode: in mei 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

d’Electrique en The Ex – A Clockwork Orange

~

Het gaat er hier heftig aan toe. Het publiek wordt bedolven onder een dikke laag audiovisueel geweld. De verhaallijnen van A Clockwork Orange worden slechts even aangestipt. Resultaat: een hartenkreet die tot het bot ontroert. Vorig jaar voor het eerst te zien op Over het IJ Festival en volgend jaar op tournee.
Speelperiode: 8 mei tot en met 6 juni 2007.
Lees hier onze uitgebreide recensie.

8WEEKLY wenst je een goed theaterseizoen toe!

Film / Films

Camp die mooi bij de gordijnen kleurt

recensie: Volver

Een zandstorm jaagt over het kerkhof, en dwars door die vuile plaag heen staan Spaanse huisvrouwen manmoedig graven te kuisen. Met een dergelijke verbeelding van de sterfelijkheid begint Volver, Pedro Almodóvars nieuwe film. Tussen de poetsende horde staan Raimunda (Penélope Cruz) met haar dochter, en haar zus Sole (Lola Dueñas), bij het graf van hun ouders. Huilen, huilen, huilen; poetsen, poetsen, poetsen. En al dat stof, en die wind. Alles heel erg, zou je denken. Gelukkig hebben ze elkaar nog.

Maar Raimunda en haar zus praten niet zozeer over verlies of gemis. De twee hoesten feiten en reconstructies op, alsof de hele familietragedie nooit eerder ter sprake is gekomen. Wie, wat, waar, wanneer en hoe? Papa en mama, brand in huis – dood, Raimunda weg – contact met zus verwaterd et cetera. Expositie heet dat met een duur woord: de scenarioschrijver brengt ons snel even op de hoogte, idealiter zo onopvallend mogelijk, en de eerste twintig minuten van Volver zitten er vol mee. Het lijkt van het uiterste belang dat we zo snel mogelijk de saaie details horen. Echte zielenroerselen krijgen geen kans. Problemen die in de echte wereld opheldering zouden eisen, worden rücksichtslos weggeschoffeld onder de modieuze sleehakjes van (zeg maar) Penélope.

Geforceerde sentimenten

~

Maar een lijk onder het tapijt: dat blijft moeilijk lopen, hoe omzichtig je ook doet; daar helpt geen nieuw modelletje aan. Dochter Paula steekt stiefvader Paco neer als hij haar probeert te verkrachten, maar zijn lijk is hoogstens een fraaie brug naar een nieuwe wending in het verhaal. Als die bobbel in het vloerkleed nooit een emotioneel probleem mag worden, waarom de uit een hoge hoed getoverde incestproblematiek dan wel? Is dat het zogeheten melodrama, waarmee Almodóvar naam maakte?

What Have I Done To Deserve This? is bijvoorbeeld zo’n melodrama, waarin Carmen Maura, een lower class huisvrouw, haar zoontje overdoet aan de tandarts om van het geld een krultang te kopen. Ook in What Have I Done To Deserve This? zitten krankzinnige plotwendingen en een zware thematiek, maar het verhaal wordt hier tenminste fatsoenlijk geïntroduceerd, en de film neemt zichzelf niet zo serieus. What Have I Done is zeker zo melodramatisch als Volver, maar het melodrama fungeert hier als rebelse uitingsvorm, als kritiek op de met Franco geobsedeerde Spaanse filmindustrie. In Volver is het een manier om gevoelens af te dwingen.

Camp

~

De vergelijking met What Have I Done ligt voor de hand: de setting is dezelfde. Een huisvrouw, praktisch alleenstaand, moeilijke jeugd, geen geld: beide films schetsen een beeld van de werkende, vrouwelijke klasse. Echter, aan het einde van What Have I Done betreedt Carmen Maura in haar bloemetjesjurk een nieuwe wereld, samen met haar rondhoererende zoontje en telekinetische buurmeisje. Alles is mogelijk! In Volver is dat pleidooi voor een Umwertung verstomd: het hele gezin trekt naar het platteland en het enige subversieve aan Raimunda’s dochter is dat ze af en toe haar koptelefoon te hard heeft staan. Cruz’ truien en rokjes zijn “door het neorealisme geïnspireerd”. Precies, een Anna Magnani-trui, dat helpt alvast – echt iets voor sterke vrouwen. Vrouwen van de wereld: koopt uzelve vrij! Hoe materialistisch, laf en kleinburgerlijk Almodóvars gehakkel ook is, het heeft wel degelijk een belangwekkende kern. Als zelfs de Almodóvars van deze wereld niet verder komen dan geforceerd sentiment en vertederde verwondering over iPods, zitten we behoorlijk in de puree.

De vijf vrouwen van Volver wonnen gezamenlijk de prijs voor beste actrice in Cannes. Voor Cruz volstaan een indrukwekkend decolleté, de juiste schoenen voor de zomer et voilà: een waarachtig ordinair hittepetitje! Werkelijk op dreef zijn Lola Dueñas (als Sole), Blanca Portillo (als Agustina) en Carmen Maura, die hier de film naar zich toe trekt als geestverschijning van Raimunda’s moeder. Er zijn prachtige scènes met Maura, na zeventien jaar gekissebis opnieuw Almodóvars muze. (De twee kregen ruzie op de set van Women On The Verge Of A Nervous Breakdown, in 1988.). Volver kent wel degelijk vlagen van begeestering en genialiteit, van helderheid en echte tranen.

Boeken / Achtergrond
special: 15. Yang

Tijdschriften over literatuur

De komende maanden kun je bij 8WEEKLY een serie artikelen verwachten waarin een dwarsdoorsnede wordt gegeven van het aanbod aan Nederlandstalige tijdschriften over literatuur. Vandaag nummer vijftien: Yang.

~

De naam van het tijdschrift mag dan mysterieus en Oosters aandoen, na een eerste inkijk blijkt Yang echter te zijn wat men er, gezien zijn reputatie van kan verwachten: decent en degelijk, onderbouwd en fijnzinnig. Een recensie lijkt op het eerste zicht dan ook zo goed als overbodig.

De auteurslijst van Yang is indrukwekkend. Adorno staat broederlijk naast Gilles Deleuze en Gertrude Stein prijkt naast Mark Reugebrink. Inderdaad, voor zeven euro krijgt men waar voor zijn geld, zo’n kleine 160 pagina’s lang. Als ‘toemaatje’ bij de verzorgde papieren uitgave kan men overigens ook op het net gaan genieten van een erg stijlvolle webpagina. Yangs visie en de verwerkelijking daarvan blijkt bovendien ook erg coherent, zodat dit een beknopte recensie dreigt te worden. Goedkeurend gemompel na een studie van een volledige jaargang, zij het met wat kanttekeningen.

Het Manifest

In een tijd waarin dat nauwelijks nog de gewoonte is, blijkt de redactie van Yang een duidelijke visie te hebben op hoe kunst moet zijn, hoe die zich tot de maatschappij moet verhouden en omgekeerd. Als samenvatting van haar bedoelingen, publiceerde ze op de website een heus manifest, waaruit blijkt dat Yang zich in de eerste plaats profileert als ‘strijdschrift’. In een tijd waarin anti-intellectualisme weer hoogtij viert en vrijwel geen enkele tijdschriftredactie het nog in zijn hoofd haalt zich onomwonden op een welbepaalde ideologie te beroepen, verzet yang zich tegen die attitude. Yang wil als tegenhanger net uitgesproken intellectualistisch zijn. Het tijdschrift wil ingaan tegen het eendimensionale denken dat vandaag de dag de norm lijkt te zijn geworden.

~

Bewijs hiervan is uiteraard in de eerste plaats de manier waarop het tijdschrift bepaalde thema’s behandelt. Het heeft bijvoorbeeld een aantal rubrieken, waaronder ‘dossier’, waarin het bepaalde thema’s uit kunst en leven op een literair-filosofische manier belicht. Bijzonder is dat de redactie hier gerenommeerde auteurs, vaak uit filosofische hoek, aan het woord laat en die becommentarieert met actuele teksten. Een voorbeeld hiervan is het dossier ‘Stotteren ze’ in de laatste uitgave van april 2006, waarin de beroemd geworden tekst van Gilles Deleuze over de onsamenhangendheid van taal en betekenis naast experimenteel ogend dichtwerk van Gertrude Stein gezet wordt, met uitgebreid commentaar van Sarah Postman. Een dergelijke confrontatie levert niet noodzakelijk nieuwe inzichten op, maar doet wel iets moois ontstaan. Er wordt iets aan het licht gebracht over denkpatronen en intertekstuele verbanden dat op zich, als denkoefening, charmeert.

Niet toevallig worden auteurs als Deleuze geciteerd, die in werk en denken het credo van Yang onderschrijven. Een credo tegen anti-intellectualisme dat ook op veel kunstscholen gedoceerd wordt. Vraag is echter of deze teksten niet al te vaak zijn aangehaald. Of, met andere woorden, de stellingen die Yang aanhangt niet al te veel tot de algemene canon van de intelligentsia zijn gaan behoren. Of ze niet te gedateerd zijn om nog te worden opgenomen in wat men een strijdschrift wil noemen. Of Yang zo niet in een intellectueel getto dreigt terecht te komen met een filosofie die bon ton was in de jaren ’80, maar die nu best wel bijgestuurd mag worden?

~

Reugebrink versus Naegels

Treffender nog is Mark Reugebrinks recensie in het aprilnummer over ‘Los’ van Tom Naegels. In zijn inleiding stelt hij dat het boek ‘een in een onbeholpen stijl geschreven relaas is van een niet-fictieve historie, waarin hij geen enkel ander perspectief krijgt aangereikt dan dat van de schrijver zelf.’ De volgende pagina’s gaat Reugebrink als een bulldozer in tegen zoveel gebrek aan diepgang en hij verbindt er meteen ook een aantal beschouwingen over de door ’teveel televisie kijken’ aangekweekte onkunde van de hedendaagse lezer mee. Reugebrink versus Naegels. Een gevecht van Yang tegen Humo, om wat zich hier afspeelt vlot te benoemen. Erg lovenswaardig, maar naarmate de bladzijden vorderen, vraagt elke kritische lezer zich af of Yang hiermee niet zijn eigen ruiten inslaat. Engagement, zeker als het tegen eendimensionaliteit en domheid is, strekt tot eer, maar een te hoge dosis hiervan komt al snel als betuttelend en indoctrinair over.


Avant-Garde en experiment

Een tweede credo dat Yang in haar manifest aanhangt, is haar streven naar ‘avant-garde en experiment.’ Avant-garde ziet het tijdschrift als confrontatie, eerder de schok van het nieuwe en het verzet tegen de doxa dan de behaaglijkheid van het bekende. Vandaar dat Yang er sterk naar streeft om verrassende dingen naast elkaar te zetten en interessante namen een forum te geven. ik zou hier kunnen verwijzen naar de vormgeving. Het formaat van Yang is klassiek en rustig, past in de doorsnee boekenkast. Typografie en vormgeving zijn stijlvol en terecht beheerst.

Per nummer is echter ook een illustrator aangeduid die de stijlvol gezette tekst doorbreekt met kunstige illustraties. Hoewel de link met de teksten vaak niet te snappen is, is het idee om de grenzen van de verschillende kunstvormen te doorbreken door in een literair tijdschrift ook een beeldende kunstenaar ‘aan het woord te laten’, verfrissend en interessant. De gekozen kunstenaars komen bovendien ook voor de dag met autonoom sterk werk, wat de confrontatie boeiend maakt.

~

Als er een ertoe doende kanttekening te maken is bij Yang, is die wellicht dat het tijdschrift te ‘slim’ wil zijn. De linken die tussen verschillende teksten gelegd worden, zijn vaak slechts voor de incrowd. De titels en het taalgebruik zijn vaak te inventief, te gekunsteld, te overgeësthetiseerd. Wat te denken bijvoorbeeld als Nolens het heeft over ‘het egodocument’, over ‘het afscheiden van betekenis’, of als het de redactionele inleiding wordt afgesloten met een zin als ‘ zo is elke tekst als een kleine injectie onder de zomerse huid, zijn eigen brandpunt. Wij wensen u een leesbare zomer toe.’ Het manco van een tijdschrift als Yang valt samen met de titel van één van haar rubrieken: ‘die ochtend in de boekhandel.’ Wie daar niet bijna elke ochtend staat, heeft bij Yang niets te zoeken. Hij kan er enkel van de plaatjes genieten. Maar is dat een probleem?

Yang
– Losse nummers: € 7,00
– Abonnement: € 20,00

– Uitgever: Sas van Gent
Yang verschijnt 4 maal per jaar, en is verkrijgbaar in de betere boekhandel.

Zie ook in deze reeks: 1. Het Trage Vuur, 2. Passionate Magazine, 3. Tzum, 4. De Revisor, 5. Armada, 6. Bunker Hill, 7. Raster, 8. De Gids, 9. Hollands maandblad, 10. Hard gras, 11. Parmentier, 12. Deus ex Machina, 13. Het liegend konijn en 14. Lava.

Film / Films

Het kerkhof als ideale samenleving

recensie: Morir en San Hilario

.

San Hilario is een plaats vol karikaturen zoals we die ook hebben gezien in Le fabuleux destin d’Amélie Poulain, Chocolat en Delicatessen, maar dan met een vleugje typisch Spaans magisch realisme. Een vrouw die bloemen huilt, een vrouw met een hart van ijs: het kan allemaal in deze film.

Spectaculaire uitvaartdiensten

~

Het dorp staat al jaren bekend om zijn mooie begraafplaats en spectaculaire uitvaartdiensten. Heel San Hilario heeft er altijd z’n geld mee verdiend, maar de laatste jaren gaan de zaken nogal slecht. Totdat de bekende kunstschilder Germán Cortéz bekend maakt dat hij wil sterven in San Hilario, tot grote vreugde van het dorp. Germán sterft echter al voor hij aankomt en de voortvluchtige crimineel ‘Piernas’ (benen) wordt aangezien voor de kunstschilder. Piernas denkt een goede verstopplaats te hebben gevonden in San Hilario, maar al snel komt hij er achter dat de bewoners zijn begrafenis aan het plannen zijn…

De rest van het verhaal is enigszins voorspelbaar: de lompe, egoïstische crimineel Piernas ergert zich in het begin mateloos aan de vriendelijke en nieuwsgierige bewoners van San Hilario, maar uiteindelijk winnen ze natuurlijk zijn hart. In het begin wil hij zo snel mogelijk uit het dorp ontsnappen, maar hoe langer hij er verblijft, hoe meer tegenzin hij krijgt om weg te gaan. Het is een lief verhaal met lieve mensen in een lieve setting. Klinkt zoetsappig? Ja. Maar wie houdt er niet van een staaltje ouderwetse zoetsappigheid?

Idealistisch

~

Wat deze film echter anders maakt dan de bovengenoemde ‘dorpje met karikaturen’-films is dat de hoofdpersoon niet de katalysator van de film is, maar dat het dorp de katalysator is voor de hoofdpersoon. Ook de ‘cynische hoofdpersoon komt tot inkeer’-plot zagen we natuurlijk al eens in andere films, maar Morir en San Hilario weet toch de aandacht vast te houden en een verrassend einde te brengen.

Morir en San Hilario is een idealistische film over houden van het leven. De dood wordt op een verfrissende manier en met veel humor gebracht en het kerkhof is de hele film door het toonbeeld van een tolerante maatschappij: iedereen ‘leeft’ er in vrede naast elkaar. Zo is Morir en San Hilario een modern sprookje over tolerantie en onthaasting, twee dingen die in de westerse wereld steeds meer ontbreken. Niet gek dan ook dat steeds meer filmmakers thema’s als naastenliefde en levensvreugde in hun films centraal willen stellen. Laura Mañá snijdt daarbij echter ook nog een gevoelig onderwerp aan (de dood) en weet dit op een humoristische manier om te zetten in een element van het leven dat niet gevreesd, maar gevierd zou moeten worden.

Muziek / Album

Tenminste houdbaar tot?

recensie: The Pipettes – We Are the Pipettes

Luid, lekker en luchtig brengen de drie dames van the Pipettes hun dito pop. Muziek dat in het postmoderne kopieertijdperk knipoogt naar de jaren ’60; naar de pop van de meidengroepen die ooit de Beatles inspireerden en stammen uit de hoogtijdagen van Phil Spector. Hoewel het kopiëren met de Franse slag is, blijven het wel the Pipettes en “they have no regrets and are the prettiest girls you ever met“. Vanwege het luchtige zomergevoel van de cd kun je ze nauwelijks iets kwalijk nemen.

Meet the Pipettes

~

Haast beter dan de Beatles zich met Meet the Beatles voorstelden in Amerika, komen de drie goedgebekte en zelfbewuste Engelse dames naar Europa met hun We Are the Pipettes. Gelijk in het eerste nummer van de plaat geven ze aan wat je kunt verwachten: ouderwetse deunen in een nieuw jasje, die hier en daar met lichte punk – en riotgrrl-elementen kracht worden bijgezet. Alsof ze tevens lichtelijk zijn beïnvloed door de hiphop, vallen hun stemmen zingend over elkaar heen. Ze vullen elkaar aan waar nodig op een album dat goed in het gehoor ligt.

Spector

De teksten van Gwenno, Rose en Becki gaan – net als vroeger – vooral over jongens, al is de thematiek iets directer. Bijvoorbeeld in het niets verhullende One Night Stand: “I don’t love you, I don’t want. If you think that this is cruel, you should see what my friends do. Leave me alone, you’re just a one night stand to me“. Ook heeft het album een eigentijdser karakter. Zo klinken The Pipettes soms als tijdgenoten Camera Obscura of nog beter: als Baskervilles, bijvoorbeeld bij het fijne nummer It Hurts to See you Dance so Well. Maar ondanks de eigentijdse klank hebben the Pipettes vooral een grote hang naar de jaren ’60; naar groepen als the Ronettes of the Shangri-La’s. Deze typische Spector-sound wordt echter maar in één nummer echt gehaald; bij Tell Me What You Want. Dan komen de ladingen strijkers en blazers over de frêle dames heen. En dan zijn the Pipettes op een serieus te nemen hoogtepunt.

Zonnig

~

Op We Are the Pipettes grossieren de dames in een groot aantal onbezorgde niemendalletjes, die enige houdbaarheid hebben. Houdbaarheid totdat de wind uit een andere hoek gaat waaien. Dat kun je ze, zoals gezegd, niet kwalijk nemen: het is het ding dat ze doen en waar ze goed in zijn. We Are the Pipettes moet je gewoon onbezonnen over je heen laten komen. Liggend in de zon. Want voor je het weet…staan de koude wintermaanden alweer voor de deur.

Film / Films

Genieten van clichés

recensie: Step Up

.

~

In Step Up, het regiedebuut van choreografe en danseres Anne Fletcher, heet de jongen Tyler Gage (gespeeld door het hier nog nauwelijks bekende ex-model Channing Tatum, momenteel ook te zien in She’s the Man). Tyler is een soort Eminem, die zich als blanke tussen zwarte hiphopvrienden weet te handhaven. Na een uit de hand gelopen vandalismedaad krijgt hij een taakstraf op de plaats delict: de kunstacademie. Oftewel: de andere wereld. Een wereld van hardwerkende rijkeluiskindjes die tot op de gang muziek maken en die in maillot rare pirouettes draaien. Maar natuurlijk raakt hij tijdens het schoonmaken zeer onder de indruk van één meisje dat hij stiekem toch wel erg leuk vindt en dat ook haar ogen niet van hém af kan houden: de wat verwaande danseres Nora (Jenna Dewan, professioneel danseres bij artiesten als Janet Jackson, ook te zien in Take the Lead). Enkele weken voor haar eindpresentatie raakt haar danspartner geblesseerd, maar warempel: ook vandaal Tyler blijkt een begenadigd danser te zijn. In een compleet andere stijl weliswaar, een soort breakdance, maar dansen is dansen. Een team is geboren.

Voorspelbaar

Je ziet het van mijlenver aankomen, en toch werkt het. Noem het chemie, noem het gewoonweg het plezier in dansen, maar het laat je in elk geval niet onberoerd. Dat geldt allemaal ook voor de strubbelingen die er tussen de twee ontstaan, de jaloezie van haar vriendje, de afwijzende reacties van zijn vrienden in de hood, de scepsis bij de schoolleiding (Rachel Griffiths): ondanks de hoge mate van voorspelbaarheid leef je mee. En net als je denkt dat het na al dat gehannes van Tyler met die klassieke balletposes misschien verstandig zou zijn om beide muziekstijlen te combineren tot één eclectisch geheel – de parallelmontage in de opening speelde er al mee – komt een eerder uit de zwarte wijken omhoog geklommen student (r&b-zanger Mario) op hetzelfde idee. Op zijn pompende beats zal het stuk gedanst worden dat Nora’s doorbraak en Tylers toelating tot de school moet opleveren.

American Dream

~

Dat naast alle clichés bovendien niet alles even geloofwaardig is, zoals de enorme klunzen die auditie doen vóór onze held, het doet er allemaal niet toe. Je wilt gewoon dat die twee elkaar respecteren, daarna het liefst ook nog voor elkaar vallen en dat Tyler het ver zal schoppen, hoewel hij aanvankelijk niet eens die American Dream hád. Het voortijdig herstel van de gewonde danspartner wordt in het scenario wat onhandig weggepoetst, waarna het tijd is voor het overdonderende slotakkoord: de showcase voor groot publiek. Iets wat je prima aan choreograaf/regisseur Fletcher kan overlaten.

Blij verlaten wij de bioscoop. Hebben we wat geleerd? Niet echt. Zijn we overdonderd geraakt door een ingenieus scenario of een realistische weergave van het gettoleven? Ook niet. Hebben we plezier gehad, meegeleefd met mooie jonge dansers, gehuild bij een enkele dramatische gebeurtenis? Absoluut.

Theater / Achtergrond
special: Verslag van Gronings theaterfestival

Focus op Noorderzon 2006

~

Het Groningse Noorderzonfestival is weer begonnen. Tien dagen lang staan het Noorderplantsoen en locaties in de Noordelijke binnenstad in het teken van kunst, cultuur, theater en vermaak. 8WEEKLY is er bij en doet uitgebreid verslag: dagelijks zullen we berichten over film, theater, dans, circus, muziek en beeldende kunst.

Voorgaande jaren prees Noorderzon zichzelf aan als een “theater & crossover festival”. Dat crossover deel is dit jaar voor het eerst uit de naam verwijderd. Een verandering in programmering lijkt dat echter niet met zich mee te brengen; evenals vorig jaar is er weer veel dans, circus en beeldend theater in Groningen te zien – gegroepeerd in een wirwar aan thema’s dit keer: een “special focus” (U.S. And them: cultuur in de V.S.), een “extra focus” (Dance Without Dancers) en de normale focus (NNT en… Partners). Het resultaat: acht Amerikaanse voorstellingen, vijf alternatieve / experimentele dansvoorstellingen, vijf samenwerkingen van het Noord Nederlands Toneel met filmmakers, muzikanten en toneelmakers – en heel veel andere kunstwerken, voorstellingen, bands en films, zonder welke overkoepelende focus dan ook.

Woensdag 23 augustus

~

Wie hoort dat deze film gaat over godsdienstwaanzin en duiveluitdrijving, heeft gelijk. Wie hierbij verwacht dat er veel doden zullen vallen en er talloze blikken erwtensoep in de rondte gespuugd zullen worden, wordt helaas teleurgesteld. In tegenstelling tot de Hollywoodgewoonte om een visueel spektakel te maken van rituele uitdrijvingen en duivelse bezetenheid, is de Duitse filmhuisfilm Requiem van Hans-Christian Schmid een kalme, bijna lieflijke film over het strenggelovig opgevoede meisje Michaële.
Ondanks haar epilepsie besluit Michaële zich op haar 21ste te ontdoen van het juk van haar ouders en gaat ze studeren en op zichzelf wonen in Tübingen. In deze nieuwe omgeving past ze zich met plezier aan en krijgt dan ook te maken met de vele dingen die door de bijbel verboden zijn; drank, seks en wilde feesten. Al gauw slaat het noodlot toe. Ze hoort steeds vaker stemmen en krijgt waanideeën. In eerste instantie wijt ze dit aan haar medicijnen en aan haar ziekte. Maar wanneer de innerlijke demonen haar verbieden nog langer te bidden, zoekt ze niet langer naar antwoorden in de medische wetenschap, maar in haar verwaarlozing van het geloof. Meer en meer raakt ze geobsedeerd door de gedachte dat ze –net als de heilige Catharina van Siëna- voorbestemd is om te lijden voor een hoger doel. Door haar gedrag raakt Michaële steeds verder haar grip op de realiteit kwijt en ze vervreemdt langzaam van familie en vrienden. Uiteindelijk zoekt ze haar heil bij een priester die gespecialiseerd is in duivelsuitdrijvingen.
Requiem is een aangrijpende film, waarin religie, wetenschap en waanzin in een scherpe driehoeksverhouding tegenover elkaar komen te staan. Hoofdrolspeelster Sandra Hüller heeft dan ook zeer terecht de prijs voor ‘Beste Actrice’ gewonnen in Berlijn. (Petra Winkes)

Dinsdag 22 augustus

~


In het kader van de focus van dit jaar, U.S. and them,is er een videoprogramma georganiseerd: U.S. and us. In de houten kist, bij de Leliesingel, is een verzameling videowerken te zien, samengesteld door Eric Fredicksen, directeur van kunstinstelling Western Bridge in Seattle. Elke avond staat een andere videokunstenaar centraal. Er komen bekende namen voorbij, zoals Anri Sala en Daniel Pflumm. 8WEEKLY ging kijken naar een video van de Zweedse kunstenares Johanna Billing: Magical World (2005). Deze was eerder dit jaar te zien op de expositie Don Quichote in Witte de With. Het is een prachtige video. Een groep kinderen studeert een liedje in, Magical World van Sidney Barnes. Er is geen publiek, alleen de pianolerares, twee gitaristen en de kinderen, die elk hun eigen taak hebben, het couplet zingen, dwarsfluit spelen of klein slagwerk. Afgeschermd, los van de wereld om hen heen, die soms in shots wordt getoond, klinkt het lied, af en toe prachtig gebroken, omdat het niet perfect gezongen is. Het hele werk ademt een melancholische sfeer. Billing nam deze video op in Dubrava, een buitenwijk van Zagreb. De dromerige woorden van Magical World zijn hierdoor niet alleen die van een liedje dat wordt geoefend, maar ook het verwoorden van de wens om je (nog) niet met de buitenwereld bezig te hoeven houden, met de veranderingen in het land. In het muzieklokaal dat in het gebouw verstopt is -het lijkt wel een beetje op een fort- droomt de kijker weg met de kinderen, die de tekst misschien niet eens verstaan: ‘I live in a Magical World’. (Wytske Visser)

Sara Juli – The Money Conversation

Foto: Rachelle Roberts
Foto: Rachelle Roberts

Geld: wat is het, wat doet het met je en wat is het waard? In The Money Conversation praat de Amerikaanse performer Sara Juli met het publiek over de waarde van geld. Wat is twintig dollar waard? En honderdzestig? Twaalfhonderdvijftig? Hoe hoger de bedragen worden, hoe moeilijker het blijkt iets zinnigs te bedenken. Van een paar schoenen gaan we naar een nieuwe iPod, een vakantie ergens in de zon, een zestiende-eeuwse Staten Bijbel, totdat echt niemand meer weet wat je kunt met de niet-alledaagse bedragen. Deze gesprekken wisselt ze af met dansjes, nonsens-teksten en stiltes. En: ze deelt geld uit. Vijfduizend dollar heeft ze bij zich, haar volledige spaartegoed. Zomaar krijgen doe je het geld echter niet; er moet een schaamtegrens worden overschreden. Hoe raarder de opdracht, hoe meer mensen lacherig weigeren: niemand wil als graaier te boek staan, als iemand die alles voor geld doet. Het levert interessante momenten op, zoals wanneer festival directeur Mark Yeoman na een rij van weigeraars wordt verzocht het biljet van een wel heel intieme plaats bij Juli te verwijderen. Na de voorstelling kan het uitgedeelde geld worden teruggegeven middels een bij de uitgang staande deposit box. De keuze is aan de bezoeker: als die de show waardeerde, kan het zelfs met rente worden terugbetaald. Maar het geld is gegeven, dus kun je er ook voor kiezen het bedrag mee naar huis te nemen. Zo was Sara Juli na de voorstelling van gisteren ruim tweeduizend dollar armer. Haar reactie: het is schrikken, maar het hoort wel bij het project – het is een van de risico’s. De nieuwe eigenaar kwam echter tot inkeer, en bracht het bedrag vandaag terug. Vooraf heeft de organisatie getwijfeld of de grote bedragen niet aan bekenden moesten worden uitgedeeld, zodat ze zeker terugkwamen. Er is bewust voor gekozen dat niet te doen. Dat maakt de voorstelling des te intrigerender. (Jan Auke Brink)

Metal: A Headbanger’s Journey
(Sam Dunn et.al., 2006)


~

Metalfanaat en antropologiestudent Sam Dunn onderneemt in zijn regiedebuut een zoektocht door Europa en Amerika naar het fenomeen heavy metal, het wereldwijd even geliefde als verafschuwde genre van de ronkende gitaren en de hoofdrollende langharigen. Helaas kan de sympathieke Dunn niet kiezen tussen een serieus onderzoek en een enthousiaste geschiedenisles in het genre: hij laat zich leiden door zijn passie en presenteert zichzelf zozeer als een airhead dat hij geen kritische vragen stelt of serieuze antwoorden zoekt. Inzicht in het metalfenomeen wordt dus nauwelijks verschaft, ook omdat Dunn wel erg veel hooi op zijn vork neemt: niet alleen de origine en de ontwikkeling van heavy metal komen aan bod, maar ook incidenten en excessen (van de controverse en censuur in Amerika tot de brandstichtingen en moorden in Noorwegen). Dunns eigen onvoorwaardelijke en kritiekloze liefde voor het genre zorgen er bovendien voor dat deze documentaire waarschijnlijk een veel groter publiek zal vinden onder genrefans dan onder neutrale (of vijandige) toeschouwers. Voor de liefhebbers valt er dan ook genoeg te genieten: een veelvoud aan concertopnames en gesprekken met oprechte fans en archetypisch leeghoofdige muzikanten, maar evenzeer met verrassend welbespraakte genrehelden (Dio, Dee Snider) en verklaringen van bloedserieuze Noorse satanisten. (Paul Caspers)

Meindert Talma & Jan Klug – Tamango

Ontwerp: Jan Klug
Ontwerp: Jan Klug

Via de intercom klinkt de zingende stem van Jurgen Veenstra (ex- Moonlizards), met op de achtergrond Meindert Talma’s pianospel, versterkt door een klein strijkersensemble. De voorstelling is binnen, boven aan de trap van Wall House – een klein half uurtje fietsen van het Noorderplantsoen. Het publiek staat buiten, één nummer lang. Daarna verschuift de menigte zich naar binnen en verplaatst de band zich naar een andere ruimte. Binnen zingt Talma over The Tourist (Veenstra) die zijn vriendin Jacky Hall (Alicia Ziff) heeft verloren. Het blijkt het hoofdthema van de avond; een man die steeds verder wegzakt in zijn liefdesverdriet. Voor elk nummer is een andere setting gekozen, steeds weer ondersteund met mooie projecties van Jan Klug. Talma leidt het publiek middels zijn muziek door het Wall House. De intieme sfeer in de bijna serene ruimtes van dit bijzondere huis, wordt gecreëerd door de somtijds Nick Drake-achtige muziek. Het maakt het publiek stil. Met het intrigerende I Do Not Crack breekt de The Tourist, die zich aan het einde van de voorstelling van het leven lijkt te beroven. De auto met Jacky en The Tourist rijdt buiten weg, terwijl het publiek vanaf de woonkamer het schouwspel aanziet. Het is het einde van een voorstelling waarin in tien nummers tijd het publiek op een schitterende en donkere wijze wordt gegrepen door de setting, de muziek en de performance. Talma verrast opnieuw, heel aangenaam. (Niek Hofstetter)

Maandag 21 augustus

~


“Dag Jan Auke, ontspan u”, klinkt een mysterieuze vrouwenstem in mijn oor. “U kunt mij vertrouwen. Sluit uw ogen en onspan u”. Ik heb mijn ogen gesloten, met een koptelefoon op mijn hoofd leun ik tegen een deur – of is het een opstaande tafel? Wat het ook is: het beweegt, ik kantel – of voelt dat alleen maar zo? -, de vrouw vervolgt haar verhaal: ze heeft mij nodig, ik heb mij nodig.

Crew is het collectief rond de Belg Eric Joris, die vorig jaar voor het eerst in Groningen te zien was met zijn virtuele voorstellingen. Joris is echter al langer bezig: sinds 1996 speelt hij met het grensgebied tussen technologie en theater. Dat gebeurt in samenwerking met wetenschappers: wat aan de universiteiten van Groningen en Antwerpen wordt bedacht, haalt de kunstenaar uit de beschermde wetenschappelijke omgeving en ‘misbruikt’ die nieuwste technologieën voor theaterexperimenten. Zo is ‘U’ – Razende stilstand geen vervolg op CRASH van vorig jaar, maar gaat de voorstelling wel verder met dezelfde technieken: met koptelefoon en videobril word ik geleid in een virtueel sprookje, waarin ikzelf de hoofdpersoon ben. Een hoofdpersoon volledig afhankelijk van de vrouwenstem, dat wel: op een tocht door de stadsschouwburg leidt zij mij, waarschuwend voor mensen die me volgen en verwarring stichtend, met mijn bewustzijn spelend. Dat is de bedoeling: ik moet op het verkeerde been worden gezet, niet meer weten wat realiteit en wat fictie is. Dat lukt deels, maar vaak ben ik bewust van wat er gebeurt, denk ik: “denk daar nou niet aan, geef je er aan over” – dat blijkt echter moeilijk. U kan dagelijks worden beleefd, van twee uur ’s middags tot zes uur in de ochtend. Op die nachtelijke uren schijnen de deelnemers er het ontvankelijkst voor te zijn. We spreken af dat ik later deze week een nacht mee loop – wordt dus vervolgd. (Jan Auke Brink)

C.R.A.Z.Y. (Jean-Marc Vallée, 2006)

C.R.A.Z.Y. wordt met puntjes geschreven omdat de letters de initialen zijn van de hoofdpersonen van de film, vijf broers die in de jaren zeventig opgroeien in Franstalig Canada. Ook is Crazy de titel van een plaat (en een liedje) van Patsy Cline, die in de film een grote rol speelt. En tot slot is crazy de beste beschrijving van de gemoedstoestand van één van de broers, Zac, die we zijn jeugd lang volgen in zijn worsteling met zijn sexuele geaardheid.

Prachtig, zo’n filmtitel die verschillende betekenissen met zich meedraagt en zo de ‘cirkel rondmaakt’. De hele film geeft zo’n ‘kloppend’ gevoel. Alles in dit coming-of-age drama wordt wel ergens verklaard of heeft wel ergens een betekenis. Aan de ene kant is dat leuk, omdat het uitnodigt tot puzzelen, aan de andere kant liggen veel dingen in C.R.A.Z.Y. er zo dik bovenop dat het de film voorspelbaar maakt.
Zo kun je het verhaal van Zac uittekenen vanaf het moment dat hij een sportspel krijgt voor zijn verjaardag, maar eigenlijk een ‘meisjescadeau’ wil: Zac is een homosexuele jongen, die van zijn vader niet mag zijn wie hij is, wat zijn coming out alleen maar zal bemoeilijken.

Toch overtuigt C.R.A.Z.Y. wel: niet alleen als portret van een opgroeiende jongeman (in veel opzichten herkenbaar voor alle mannen), maar ook als tijdsbeeld. Muziek, kleding, decors – in alles zijn de jaren zeventig perfect vervat. De stijl van regisseur Jean-Marc Vallée is uitbundig; hij schuwt vette effecten niet. Dat werkt aanstekelijk, en zorgt ervoor dat je je overgeeft aan de personages. En zo hoort het in een coming-of-age film. (Niels Bakker)

DJ Spooky – Rhythm Science en Rebirth of a nation

Foto: Tobin Poppenberg
Foto: Tobin Poppenberg

DJ Spooky kan meer dan alleen plaatjes draaien en mixen, zoveel maakt de New Yorker wel duidelijk tijdens Noorderzon. Zaterdag gaf hij een lezing over zijn boek Rhythm Science en zondag en maandag remixte hij live de nationalistische Ku Klux Klan-film Birth of a Nation (1915) tot Rebirth of a Nation. Dat dit meer dan gewoon Spielerei is, maakt Paul D. Miller, zoals de DJ eigenlijk heet, zowel in de lezing als bij aanvang van de filmvertoning duidelijk: de pijlen van Miller richten zich op Bush en de neoconservatieve kliek rond de Amerikaanse president. Venijnig grappend toont Miller dat het hem ernst is: “President Wilson steunde de KKK. Bush misschien ook wel”. En: “Birth of a Nation was de eerste film die in het Witte Huis werd gedraaid. Het is mogelijk dat Bush hem ook draait”. Rebirth of a Nation is dus een actueel, geëngageerd project – voor Spooky zelf althans. Kijkend naar de live door elkaar gehusselde film, ondersteund met moderne muziek, wordt echter niet duidelijk wát Spooky wil zeggen. Intrigerend is het project wel: het is sowieso spannend om te kijken hoe Spooky de film live remixt en ook de beelden uit de racistische propagandafilm grijpen aan. Het blijft echter een vraag wat de toegevoegde waarde is van Spooky’s werk: qua beeldgebruik beperkt hij zich bijna volledig tot beelden uit de oorspronkelijke film en ook de muziek geeft slechts incidenteel een extra lading. Aardig is wel dat de DJ vooraf vertelde dat hiphoppioniers als Grandmaster Flash en Grandwizard Theodore hun namen ontleenden aan titels voor hoge functies binnen de KKK: de keuze voor kale hiphopbeats bij de KKK-film is daardoor een interessante. Het is wellicht typerend dat Millers informatie het project extra diepgang geeft: misschien weten wij Europeanen gewoon te weinig van de Amerikaanse geschiedenis en samenleving om de geremixte film goed te kunnen plaatsen. Ik miste bij de filmvertoning in ieder geval de Miller van de lezing, twee dagen eerder. Hij is een vriendelijk en intelligent prater, met heldere ideeën over kunst, cultuur en maatschappij – met de filmvertoning wist hij die bevlogenheid en betrokkenheid nauwelijks op het publiek over te brengen. (Jan Auke Brink)

Zondag 20 augustus

Gogol Bordello

Foto: Douwe Oppewal
Foto: Douwe Oppewal

Gogol Bordello had het er maar druk mee. Na een week gevuld met festivals als Sziget, Pukkelpop en Lowlands, sloot het de zondagavond van Noorderzon af. En ondanks dit drukke schema bleef dit New Yorkse zigeunercombo alles geven. Met luide uithalen, wilde dansen en al dijenkletsend bracht zanger en voorman Eugene Hutz zijn show alsof zijn leven er van af hing. Hij kreeg daarbij regelmatig hulp van twee uiterst theatrale assistentes. Daaromheen bewoog zich een rockformatie die was uitgebreid met viool en accordeon en samen bracht het gezelschap opzwepende balkanrock en heerlijke perestroika-punk, wat nog het meest deed denken aan een op hol geslagen bruiloftsband uit een film van Emir Kusturica. En het publiek vond het prachtig. Al dan niet gewapend met paraplu’s stonden mensen te dansen en te hossen op de stampers van dit enigszins vreemde gezelschap. Vreemd in de zin van niet alledaags, vreemd in de zin van onverstaanbaar en ook vreemd binnen het thema; maar dat leek allemaal niet te deren. Als Gogol Bordello zo blijft spelen, zal de zegetocht, die eerder dit jaar ook langs Vera in Groningen ging, nog wel even doorgaan. En terecht, want Gogol Bordello maakte de verwachtingen gisteren meer dan waar. (Niek Hofstetter)

~

Terwijl Lowlands veranderde in een modderpoel en het Haagse Pure Jazzfest het hoofdpodium moest sluiten, viel zondag de regen op Noorderzon nog wel mee. Droog bleef het niet – zeker niet – maar paden bleven goed begaanbaar en tenten weerstonden de regen zonder lekkage. In de bomvolle Spiegeltent stonden de weergoden Zita Swoon soms zelfs terzijde als extra ritmesectie. Maar dat was alleen te horen tijdens de echt rustige momenten, die maar weinig aanwezig waren. Op de plaat behorend bij het A band in a box-project herinterpreteren de Belgen hun eigen songs op een rustige, soulvolle manier. Live in de Spiegeltent gaat het er echter wilder aan toe dan de plaat doet vermoeden. Het is weliswaar een zitconcert, maar handen, hoofden en voeten van de bezoekers bewegen veelvuldig. Niet onbegrijpelijk: ook in deze intieme setting swingen de zanger Stef Kamil Carlens en vrienden – mede dankzij de heerlijke ondersteuning van twee fantastische achtergrondzangeressen. Waar ik op de plaat een discoklassieker als My Bond with You and Your Planet: Disco! tegen vond vallen, is dit nummer live zelfs een van de hoogtepunten van A band in a box. Zita Swoon overtuigt met een formidabel optreden, en laat alle getuigen dolgelukkig achter.(Jan Auke Brink)

Zie ook onze recensie van de cd /dvd A band in a box en ons interview met Stef Kamil Carlens

Zaterdag 19 augustus

~


De gelikte tabaksfabrikantenlobbyist Nick Naylor (“I speak on behalf of cigarettes“) heeft plannen: hij wil Hollywoodsterren weer op het witte doek laten roken, net als vroeger. Ondertussen wordt hij tegengewerkt door een rechtschapen senator en een verleidelijke journaliste en probeert hij zijn zoontje normen en waarden bij te brengen- niet gemakkelijk, gezien zijn huichelachtige beroep. Thank You for Smoking is een gevatte politieke satire, maar ook een lief pleidooi voor liberalisme. Zulke films zie je in Hollywood vaker, maar meestal hebben een overdreven moraal en een klef romantische subplot de overhand. In Thank You for Smoking gelukkig niet, en dat blijkt een verademing.
Dit niemendalletje werkt om drie redenen: ten eerste maken een flamboyante visuele stijl en een vlot tempo hem vermakelijk; ten tweede zet de charismatische hoofdrolspeler Aaron Eckhart een boeiend personage neer en tenslotte neemt regisseur Reitman (de zoon van Ivan, de man achter Ghostbusters) zijn film nooit te serieus, waardoor je een aantal overbodige elementen als een flauwe minirol van Rob Lowe en een volstrekt ongeloofwaardige ontvoering voor lief neemt. Prima, pretentieloos vermaak. (Paul Caspers)

Vrijdag 18 augustus

~


De tweede dag van het Noorderzonfestival werd afgesloten met een gratis concert van de hype van dit moment:Guillemots. Eerder deze maand al door 8WEEKLY collega Koen Ter Heegde gespot op het Duitse Haldern Festival. Voordat het zover was, had de organisatie eerst nog een huishoudelijke mededeling: komende week zijn er namelijk twee wijzigingen in het muziekprogramma. Eén daarvan betreft aankomende maandag. Alsof de Noorderzonorganisatie zojuist de hoofdprijs had binnengesleept, werd vol trots medegedeeld dat alsnog LPG was gecontracteerd. Wie dan precies was/waren verhinderd vertelde de presentator er begrijpelijkerwijs niet bij: The Pipettes. Inderdaad, de hippe meidenband waar iedereen nou juist zo naar had uitgekeken. Blijkbaar was het dan toch te mooi om waar te zijn.
Er was behoorlijk wat publiek afgekomen op het optreden van het internationale gezelschap dat luistert naar de naam Guillemots.
In het programmaboekje van Noorderzon staat dat de vrolijke indie-artrockers het in zich hebben om stevig door te knallen, maar dat de band ook dynamisch en jazzy uit de hoek kan komen. Guillemots zou onder meer zijn beïnvloed door Chinese Folk –dat zullen de freaky achtergrondgeluiden wel zijn- en pure jazz. Als je goed luistert hoor je er ook bands als Supertramp, Radiohead,The Cure en U2 in terug. Terwijl de dromerige sfeer op sommige momenten duidelijk memoreert aan de Amerikaanse rootsrockers van My Morning Jacket. Stevig doorknallen deden ze vanavond helaas niet. Sterker nog, het was een beetje een gezapig optreden waar weinig overtuiging van uit ging en waarbij al snel duidelijk werd dat Guillemots in feite geen band is maar het soloproject van de Engelse zanger/keyboardspeler/gitarist/songwriter Fyfe Dangerfield. De Canadese bassiste, Schotse drummer en Braziliaanse gitarist – die overigens bijna niet te horen was – hebben helaas weinig eigen inbreng. In een iets minimalere, akoestische setting komen de liedjes van Guillemots dan ook beduidend beter tot hun recht. Zoals bijvoorbeeld te zien was in de erg mooie, intieme “Behind Closed Doors” sessie die ze nog niet zo lang geleden deden voor Bazar Curieux.
(Lennard Dost)

Donderdag 17 augustus

Officiële opening

Foto: Aglaé Bory
Foto: Aglaé Bory

Het is bal in de ‘Big tent’ voor aanvang van de officiële openingsvoorstelling Plan B. Eerst is er een hilarische Amerikaanse ranger op uitwisselingsprogramma die nu het Noorderplantsoen leert kennen – zijn Groningse collega beheert onderwijl zijn Yellowstone-park -en daarna is het de beurt aan ‘historicus en Amerikadeskundige’ Maarten van Rossem. Want Amerika, dat is het hoofdthema van deze Noorderzon. Waarom Van Rossem het festival mag openen is hemzelf echter ook een vraag: hij houdt niet van theater en is vooral politiek in Amerika geïnteresseerd, maar daar mag hij het hier dan weer niet over hebben. Festivaldirecteur Mark Yeoman heeft politiek namelijk verbannen en wil juist laten zien dat er ook goede Amerikanen bestaan. Van Rossem oogst echter makkelijk applaus door het toch te hebben over ‘die malloot in het Witte Huis’. Maar ook verklapt hij een haat/liefde verhouding te hebben met de Verenigde Staten. Zo denken wij Nederlanders bij Amerikaanse cultuur vaak aan McDonalds, Hollywood en Oprah en dat domheid regeert aan de andere kant van de oceaan, dat ziet Van Rossem ook. Maar, onderwijst hij, tegelijkertijd wordt daar meer naar klassieke muziek geluisterd dan er naar Hollywoodfilms wordt gekeken. En als Noorderzon er in slaagt de bezoekers ook maar iets positiever naar de Verenigde Staten te laten kijken, dan is het festival zijn subsidiegeld waard geweest, aldus Van Rossem. Waarom het festival dan toch opent met een Franse voorstelling is hem echter ook een raadsel; hij kan het niet anders verklaren dan met een grap over een grote zak geld afkomstig van de Franse president Chirac.

Cie. 111 & Phil Soltanoff – Plan B.

De eerste festivaldag toont meteen hoe weinig serieus het festival zijn hoofdthema lijkt te nemen. De openingsvoorstelling is een Franse en ¡El Conquistador! – één van de acht ‘Amerikaanse’ voorstellingen – blijkt niets te zeggen over de Amerikaanse cultuur of samenleving. Maar goed, hoewel de keuze voor Plan B. van Cie. 111 & Phil Soltanoff in dat licht een vreemde is, is het wel een spectaculaire en sprankelende voorstelling. Vier mannen, strak in het pak, spelen een uur lang op een ‘magische wand’. Of beter: ze spelen magisch spel op een wand. Op een kantelende vloer verbazen de vier Fransen met acrobatische trucs, surrealistische dans en (soms flauwe) visuele grappen. Bewegend en kruipend over de wal lijkt het alsof ze zweven, als figuren in een computergame. Later, liggend op de wand, van boven gefilmd, maken ze de ene filmscène na de andere: een ninjagevecht, een maanwandeling of een simpel blokje om; plat liggend, van boven gefilmd en geprojecteerd op een groot scherm lijkt het allemaal echt, alsof het gefilmd is met staande acteurs en bewerkt is met de computer om de animaties te verkrijgen. De sketches volgen elkaar in hoog tempo op en zonder dat er ook maar een woord wordt gesproken weten de Fransen het publiek een uur lang te vermaken. Applaus- en lachsalvo’s wisselen elkaar rap af. Het vermaak is goed en valt zeker na de opwarmingsspeeches door de ranger en de historicus in goede aarde.
(Jan Auke Brink)

~

Volver is een bij vlagen zeer ontroerende film met meesterlijke scènes, geweldige actrices en echte emoties. Met name als oud-Almodóvarmuze Carmen Maura de overleden moeder speelt, die terugkeert om haar dochters bij te staan.
Maar vaker zien we Penélope Cruz als Raimunda, een volkse vrouw, vol volkse levenslust, in een volksbuurt. Dan is Volver een onevenwichtige, kleinburgerlijke, hakkelende draak, waarin sleehakjes en decolletés valse gevoelens van vrouwelijke onafhankelijkheid en durf moeten oproepen.

Moeizaam verteld, behandelt Volver een veelvoud aan thema’s: incest, moederschap, naastenliefde, sterfelijkheid, verlies, het verlangen naar de eenvoud van het platteland (ja, echt) en ga zo maar door. Toch zijn er pareltjes van momenten, bijvoorbeeld als Cruz een tango voor haar overleden moeder ‘zingt’ maar wat moeten we daarmee?
Vroeger deed Almodóvar niet alsof z’n sterren konden zingen. Het was duidelijk dat ze playbackten en de mensen stonden juichend op de stoelen. Nu horen we dat Penélope Cruz wel drie maanden oefende op het lipsyncen van dat vreselijk moeilijke nummer.

Waar is de tijd dat nonnen heroïne zetten, zeventienjarige meisjes op huisvrouwen piesten en kinderen paranormaal begaafd waren? Toen mannen en vrouwen met wat geluk één passionele nacht kenden en verkrachtingen voor het publiek verborgen werden achter de façade van de stomme film? Toen deze regisseur, kortom, een krankzinnig relaas aannemelijk wist te maken?
Dat is verleden tijd. Almodóvar is volwassen geworden, heet het. Zijn films worden er in ieder geval niet beter op.(Paul Boon)

Lucidity Suitcase Intercontinental – ¡El Conquistador!

Foto: Evan Kafka
Foto: Evan Kafka

¡El Conquistador! is een soapopera, of liever een pastiche waarin de
soapopera tot in al zijn absurde verhaallijnen wordt nagevolgd. Tegelijkertijd is het een one-man show Hoe dat kan? Via een ingenieuze
interactie tussen theater, film en video die bij elkaar gehouden wordt door Thaddeus Phillips, de enige fysiek aanwezige acteur. Hij speelt
Polonio, een Clolombiaanse boer die in de grote stad Bogotá zijn geluk als soapacteur gaat beproeven. In afwachting van zijn succes vindt hij werk als portier van een appartementencomplex waar hij niet alleen als bewaker en boodschappenjongen fungeert maar tevens als de belangrijkste afleiding voor de verveelde bewoners.
De bewoners zelf, die worden gespeeld door bekende Colombiaanse tv-acteurs, krijgen we uitsluitend via het video-phone systeem te zien. Er ontrafelt zich en bizar verhaal vol soap-elementen. Via de herrijzenis van Christopher Columbus wordt er ook nog gepoogd commentaar te geven op de Amerikaanse geschiedenis en het onrecht dat de oorspronkelijk bewoners van Latijns-Amerika is aangedaan. Dit kritische geluid past echter niet goed bij de rest van het stuk en word ook te weinig uitgewerkt om werkelijk sporen na te laten. ¡El Conquistador! is wat het is: een scherp, vlot geacteerd en ingenieus theaterspektakel dat zijn charme niet ontleend aan de briljante verhaallijnen of de kritische reflectie, maar aan de vindingrijke vermenging van life-acting en bestaand videomateriaal.(Martijn Boven)

In het Spaans met Nederlandse boventitels. ¡El Conquistador! speelt nog tot en met dinsdag 22 augustus

Woensdag 16 Augustus

Do the RoofTopHop

Al voor het festival vanavond van start gaat, was er te proeven van Noorderzon: in het project Do the RoofTopHop kon op vier verschillende Groningse daken van kunst en panorama’s worden genoten. Althans, dat was de bedoeling, maar onder meer door het slechte weer van de afgelopen dagen werd nog nijver op hoogte gebouwd, geklust en geknutseld. Vooral het middagprogramma met een dorp op cultuurcentrum de Puddingfabriek en een interactief panorama bij het Cascadeplein had er onder te lijden. Bij de laatste was de geluidsinstallatie van kunstenaars Nika Offenbac en Devan Simunovich buiten bedoeld, maar moest door de regen gedwongen binnen opgebouwd. De software was niet op deze kleinere ruimte berekend, waardoor het interactieve element volledig verdween. Ook het dorp op de Puddingfabriek toonde nog niet wat we in de toekomst allemaal kunnen op daken: nog geen enkel prototype van de prefab-dakbebouwing was klaar. Het avondprogramma was gelukkig beter geregeld. Bij het concert boven het Zuiderdiep leken er alleen kleine problemen met het geluid, maar die waren overkomelijk: met een orkest, een gitarist, een zangeres en een laptop-muzikant op de ons omringende daken was het de bedoeling dat alle geluiden van verschillende kanten kwamen. Dat gebeurde soms ook, maar de helft van de tijd werden alle elementen samengeperst en kwamen ze uit de boxen op ons dak. Wel leuk overigens: in het donker naar ver weg verlichte muzikanten luisteren, en over de stad uitkijken. Het hoogtepunt volgens alle RoofTopHoppers was echter de wandeling over de gebouwen aan de Vismarkt. Via steigerbouw, trap op trap af, langs studentenkamers, over binnenplaatsen was hier de dakwandeling zelf de belangrijkste gebeurtenis. Lichtprojecties vormden samen met samplecomposities een boeiende gids, die met het uitzicht en de klimactiviteiten streden om aandacht.(Jan Auke Brink)

De RoofTopHop is nog tot en met zaterdag 19 augustus te doen. De kunstenaars werken nog aan het middagprogramma, en beloven dat dat komende dagen steeds beter wordt.