Theater / Voorstelling

Oogetuige van miniatuurmassamoord

recensie: Kamp (Hotel Modern)

Overvolle barakken, een crematorium, een poort met de woorden “Arbeit macht frei”, de kazernes, de wachttorens, prikkeldraad en een treinrails waarover overvolle treinen af en aan rijden: het zijn bekende beelden van het concentratiekamp Auschwitz. Het Rotterdamse Hotel Modern bouwde alles na voor de voorstelling Kamp – in miniatuurversie dan, maar dat is niet minder indrukwekkend. Op handen en voeten kruipen de drie kunstenaars over de grote maquette die de hele vloer van het theater in beslag neemt. Op het oppervlak bewegen zij poppetjes van acht centimeter hoog; wel vierduizend gevangenen in zwart witte kleding en honderd officieren. Het zijn poppetjes van stof, ijzerdraad en klei, maar tijdens het uur van de voorstelling ziet het publiek ze als mensen van vlees en bloed.

~

Theatergroep Hotel Modern, gevestigd in Rotterdam en opgericht in 1996, bestaat uit de actrices/theatermakers Pauline Kalker en Arlène Hoornweg en beeldend kunstenaar Herman Helle. In hun voorstellingen worden beeldende kunst, objecttheater, toneel, muziek en film samengesmeed. Kenmerkend is het gebruik van maquettes. Met deze maquettes maakt Hotel Modern ‘live-animatiefilm’: de miniatuurlocaties worden zichtbaar voor het publiek gebouwd op de speelvloer en geprojecteerd op een groot scherm op de achterwand.

Dodelijk mechanisme

Kamp verbeeldt een dag en een nacht in een concentratiekamp. Van een afstand ziet het eruit als een oorlogsspel van kinderen, maar dankzij de close-ups van de vingercamera’s van de acteurs zien we van dichtbij wat er daadwerkelijk gebeurd. We zien de gezichtsuitdrukkingen, de angst en de paniek, vanuit het oogpunt van een gevangene of een bewaker. En dan als de camera uitzoomt en je over de duizenden figuren heen glijdt zie je hoe massaal de vernietiging was. Benauwend en onvatbaar tegelijk. Je ziet duidelijk hoe de Duitse bezetters het kamp hebben opgezet om zo snel en praktisch mogelijk zoveel mogelijk Joden te vernietigen. Aan de ene kant komen de gevangenen binnen, en worden ze gescheiden; de ene groep gaat werken, de andere groep wordt naar de gaskamers gebracht en daarna stuk voor stuk in de ovens verbrand. Als het ’s nachts donker wordt gaan de lampjes aan en komt er weer een nieuwe trein binnen. De massamoordenaars slapen niet, het kamp werkt continu door. Als één grootse doodsfabriek.

Dronken gelal

~

Er wordt niet gesproken in Kamp, maar er zijn veel tot de verbeelding sprekende geluiden te horen. Tjilpende vogels, de gierende wind, het kreunen en jammeren van mensen, het Duitse schreeuwen, het kraken van de houten barakken, het graven in de ijskoude harde grond, het branden van de lijken, het roepen van de uilen in de nacht en het dronken gelal van de Duitsers. De geluiden maken dat de maquette tot leven lijkt te komen. Ook de poppetjes dragen bij aan die illusie. Ze zijn dan wel niet levensecht, maar juist door de verwrongen kopjes met holle ogen, magere lijfjes en houterige bewegingen doen ze heel menselijk aan.

Murw geslagen

De voorstelling is bijzonder knap gefilmd; soms vergeet je zelfs even dat je naar een maquette zit te kijken. Toch raakt het me niet zoals ik zou willen. Misschien omdat het geweld zo sec en direct wordt gebracht, en je als toeschouwer enigszins murw geslagen wordt door alle leed, ellende en pijn. Daarbij blijft het allemaal erg onpersoonlijk, zonder individuele verhalen en invalshoeken. Er zijn wel een aantal personages die even worden uitgelicht, zoals de man die zelfmoord pleegt in het elektrische prikkeldraad en de oververmoeide man die vermoord wordt omdat hij niet meer kan werken. Maar het is toch vooral de massaliteit van Auschwitz die wordt benadrukt.

Je voelt je als toeschouwer bijna schuldig dat je er met een afstandelijke blik naar blijft kijken. Het blijven immers poppen, en je ziet de makers (ook al gaan ze helemaal op in hun spel) de maquettes steeds aanpassen en de poppetjes verplaatsen. Dat is echter ook een sterk punt van de voorstelling: zo wordt het allemaal niet te rauw en heftig, of juist te dramatisch. Zoals een woordvoerder van de groep zelf zegt: “De realiteit kun je niet tonen, wel de massaliteit.”

De voorstelling Kamp is nog te zien tot en met 28 april 2006. Kijk hier voor de uitgebreide speellijst.