8WEEKLY

Knoopjes in een draadje

Artikel: Goed voor onze positie op de wereldmarkt

Als je geen kleine broertjes of zusjes of buurkinderen hebt, is het soms net alsof je van een vreemde planeet komt. Je snapte al niks van Pokémon, je begrijpt nog minder van opvolger Yu-Gi-Oh en nu je in de vakantie een beetje door de halflege winkelstraten slentert heb je geen idee wat het is: scoubidou. Je hoeft maar een groepje kinderen van een jaar of tien, twaalf tegen te komen of je hoort het woord: scoubidou. Een toverspreuk die heel de Nederlandse jeugd in de greep houdt.

~

Gelukkig is scoubidou niet al te moeilijk te begrijpen. Het is een zelfstandig naamwoord en een werkwoord tegelijk. Het naamwoord staat voor gekleurde plastic draadjes, die eruit zien als elektriciteitskabel zonder het stevige binnenste. Het werkwoord staat -logisch- voor wat je met de draadjes doet: ze met verschillende knopen in elkaar draaien en daar figuren van maken. Sleutelhangers, armbandjes, poppetjes, je kunt het zo gek niet bedenken. Kinderen zitten de hele dag stom voor zich uit te staren, terwijl hun vingers razendsnel knoopjes leggen. De regering vreest ernstige concentratieproblemen wanneer de kinderen straks weer naar school moeten. De kenniseconomie wankelt.

Ftalaten

Jammer voor al die scoubidouende kinderen en gelukkig voor de kenniseconomie is het spulletje nu al grotendeels uit de handel genomen. Schadelijke ftalaten – voor de slissers onder ons ook ‘weekmakers’ te noemen – bedreigen het favoriete tijdverdrijf van Neerlands jeugd: de weekmakers zijn giftig en als je geregeld op de draadjes sabbelt, heb je kans dat je hele hormoonhuishouding in de war komt. Je krijgt dan al borsten wanneer je daar nog lang geen zin in hebt en wanneer je jaren later zelf kinderen wilt produceren heb je kans dat dat dan juist niet kan. (En dat geldt ook voor scoubidouende jongens.)

Wat moet je nu? Weg met die plastic draadjes of gewoon verder spelen? Geruchten gaan dat je ftalaten ook kunt inademen, maar dat onderzoek is nog niet uitgevoerd op mensen. Daar gebruiken ze vooralsnog alleen cavia’s en konijnen en ratten voor, en omdat die een wat andere lichaamsbouw hebben, kun je dat niet zomaar vergelijken. Het veiligste is om scoubidou links te laten liggen en je te richten op ander onschuldig vermaak. Een overzichtje volslagen nutteloze bezigheidstherapie, maar dan met minder chemische gevaren.

DMC

~

De afkorting doet sommigen misschien denken aan chemiefabrikant DSM, maar die bedoelen we niet. DMC is een merk borduurgaren, dat je in de jaren negentig gebruikte om armbandjes van de knopen. Puertoricanen en Guatemalteken op rommelmarkten zie je er nog wel eens mee, maar je kunt het zelf ook. Vriendschaparmbandjes heten ze, en behalve vriendschap brengen ze je ook massa’s tijdverdrijf, want zo’n armbandje heb je niet in een uurtje geknoopt. Het is ook geen dure hobby, want je kunt het doen met alle soorten draadjes die je kunt vinden. Behalve met scoubidou, want dat is te stug. Op deze site vind je allerlei ingewikkelde patronen voor de gevorderde vriendschapsarmbandjesknoper. Prijs de Hondurezen de markt maar uit met je eigengemaakte waar.

Macramé

~

Het woord alleen al ruikt naar de verkeerde kant van de jaren zeventig. Denk aan ‘kunstige’ raamhangers of wandversieringen van grof touw, jute en raffia, met kralen en knopen erin. Manden voor hangplanten en meer van dat soort spul. Op verschillende sites kun je nog steeds vinden hoe je de artistieke knopen maakt en daar bijzondere versieringen van knutselt. Macramé schijnt al ruim zesduizend jaar een gewaardeerde kunststroming te zijn, zeggen fans. Bij mijn weten is macramé tot nu toe het enige onderdeel van de jaren zeventig dat niet heeft meegedaan aan een revival. En dat zegt genoeg.

Netten en perzen

~

We blijven in het touw- en draadsegment, want dat schijnt toch het materiaal bij uitstek te zijn voor bezigheidstherapie, en dan vooral knopen. Er zijn er maar weinig, maar er zijn mensen die hun hobby gemaakt hebben van wat vissers vroeger niet zulk aardig werk vonden: netten breien. Brei je eigen hangmat, camouflagenet of natuurlijk gewoon een visnet. Op deze site staat in de linkerbalk een complete cursus in acht delen.
Met meer artistieke knoopjes kom je al gauw bij tapijten. Je eigen Perzisch tapijt maken is helemaal niet moeilijk. Als je er dan ook nog jonge kinderen voor inschakelt, heb je helemaal een authentiek vloerkleed.

Het ergste van al deze knoophobby’s is dat het inderdaad gaat om pure bezigheidstherapie. Tijdverdrijf in z’n zuiverste vorm. Wat je maakt met al die knopen is niet belangrijk. Het gaat om het bezig zijn. “Zo lang ze maar stil zijn op de achterbank,” zullen ouders denken als ze hun kinderen scoubidou- of andere touwtjes toestoppen. Puzzelboekjes zijn ook nutteloos, maar die scherpen de geest. Boeken zijn daarin nog veel beter.

Wereldleider

~

Knopen zonder doel is een tijdverdrijf dat resoluut aan banden gelegd zou moeten worden. Nuttige dingen moeten de kinderen van Nederland doen om zoet gehouden te worden. Dus dat komt inderdaad neer op netten breien, tapijten knopen, vriendschapsarmbandjes maken. Maar niet voor zichzelf, maar voor de wereldmarkt. Eén zomer lang geconcentreerde bezigheidstherapie en Nederland is de nieuwe wereldleider in handgeknoopte vloerkleden, zelfgeknupte armbanden en ouderwets gebreide vissersnetten. Want die kenniseconomie die hier zo nodig gestimuleerd moet worden, wordt toch niks met dit soort tijdverdrijf.

Muziek / Album

Ambitieuze Luistermuziek

recensie: Noor - A Perfect Concubine

Het gaat goed met de Nederlandse muziek. Aan het contingent interessante Nederlandse debuutalbums kan er sinds kort weer ééntje worden toegevoegd: A perfect Concubine van Noor. Voor de liefhebber van schijnbaar eindeloze herhaling en subtiele modulaties, je weet wel, het soort hypnotiserende/slepende muziek waar een band als Mogwai patent op lijkt te hebben (al probeert het Japanse Mono de koning steeds nadrukkelijker van zijn kroon te beroven). Uw recensent is zo’n liefhebber. De associatie met de Schotten zit hem voornamelijk in de sfeer, maar meer dan Mogwai zijn de jongens van Noor toch vooral op zoek naar het ultieme liedje. De negen nummers van dit fraaie debuut duren daarom nergens langer dan 4 minuut 39.

~

Qua geluid doet Noor erg denken aan de vroege Radiohead (luister maar eens naar het nummer Not Enough) en in de verte aan de Smashing Pumpkins (Leaving, Autumn). Vooral de karakteristieke geknepen stem (met andere woorden, je moet er van houden) vertoont op sommige momenten overeenkomsten met die van Billy Corgan. Dat de gitaar dan soms wat sneller/langzamer lijkt te willen dan de ritmesectie (Green) en de zang niet altijd even zuiver is, is op zich niet eens zo heel erg storend (al zullen de meningen daar wel over verdeeld zijn). Dat de power af en toe ontbreekt eigenlijk ook niet. De vier Noren komen er mee weg.

Toeren in een oud verrot busje

De teksten op dit melancholieke debuut zijn universeel en gaan voor het grootste deel over de vergankelijkheid van relaties en de eenzaamheid die iedereen wel eens voelt. Wat dat betreft niets nieuws onder de zon. En passant wordt in leaving nog maar eens een sneer uitgedeeld naar het Idols concept: “To think that life is great is like thinking Idol Jim has a great voice.”
Inderdaad, maar met een beetje mazzel horen we van Jim, Jamai, Boris en al die andere zogenaamde Idols over twee jaar helemaal niets meer. Dat is dan toch wel weer een leuk vooruitzicht! En als je eerlijk bent valt dat leven als muzikant toch eigenlijk best mee? Beetje toeren in een oud verrot busje, lekker spelen, wat geeft er nou meer voldoening?
“When I look at my life there is no reason to be sad.” Precies!

Voor een debuut cd is dit een heel aardig schijfje. Geen eredivisieniveau, maar de top van de Nederlandse eerste divisie komt al aardig in zicht! Een label hebben ze nog niet, maar dat kan vast niet lang meer duren.

Muziek / Album

Wijzer

recensie: The Roots - The Tipping Point

Je hebt van die hiphoppers die het eigenlijk alleen bij het eigen publiek goed doen, geen gitaarliefhebber die ze kent en geen punker die er ook maar aan denkt een plaat van ze te kopen. Je hebt ook van die hiphoppers die het bij iedereen goed doen. Outkast en N.E.R.D. verkopen platen aan alle lagen van de bevolking. Je doet jezelf als muziekliefhebber mooi tekort als je geen exemplaar hebt van Speakerboxx/The Love Below, het gewaagde dubbelalbum van André 3000 of Fly or Die van Pharrell, Chad en Shay.

Hetzelfde geldt voor The Roots uit Philadelphia die met het in 2002 verschenen Phrenology en met het daarvan afkomstige The Seed eindelijk doorbraken tot het grote en brede publiek met muziek die kwalitatief zo hoogstaand is dat vele rockbands het nakijken hebben wanneer ze op een festival naast elkaar staan geprogrammeerd, want The Roots bestaan uit een stel briljante muzikanten met gitaar/bass/drums/keys en turntables, die zonder problemen het laatste kwartier van hun set voljammen zonder de verveling een kans te geven.

Supermarkt

Rapper Black Thought, drummer/producer ?uestlove en de zijnen stonden dit jaar op Pinkpop en op het urban georiënteerde Rotterdam Import in aanloop naar de onlangs verschenen plaat The Tipping Point. Wederom een album om in te lijsten met old-school hiphop, soul en funky stuff. Met een openingsnummer gebaseerd op een oudje van Sly and the Family Stone (opgenomen naar aanleiding van een merkwaardige situatie waarin een vrouw in een supermarkt vond dat The Roots echt eens een cover van Everybody Is A Star moesten doen…”thanks lady”), een afsluiter bestaand uit meerdere delen van in totaal meer dan een kwartier en de dubieuze eer van een opmerking over het slechte weer in Nederland. Alsof men de pinkstermoesson tijdens het schrijven voor The Tipping Point al zag aankomen.

Respect

Tien tracks telt het uit jamsessies tot stand gekomen album. Tien behoorlijk verschillende tracks, die toch allemaal samensmelten tot een coherent album. Een plaat die er geen twijfel over laat bestaan dat hier op een eigenzinnige manier kunst wordt geschapen. Om weer terug te komen op die prachtige openingstrack: de twist die daarin na zo’n viereneenhalve minuut wordt gemaakt, is geniaal en tekenend voor dit gezelschap voorwie je eigenlijk alleen maar diep door de knieën hoort te gaan. Zeven platen lang hebben ze de basis gelegd voor een spannend, gloedvol geluid dat zijn weerga niet kent. Het lukt niet zoveel hiphopgroepen om in deze mate respect af te dwingen bij de massa en bij de, laten we het maar de culturele elite noemen. Met hun zwarte-inventieve-hip-popmuziek geven ze samen met acts als N.E.R.D. en Outkast de starre witte gitaarminnende mannen een flinke partij slaag (kijk maar naar de laatste editie van Pinkpop) en daarbij steek ik mijn hand in eigen boezem. Dank u wel meester ?uestlove. Net als met Phrenology zijn we met The Tipping Point weer een stapje wijzer geworden. Popmuziek in deze vorm is kunst, laat daar geen twijfel over bestaan.

Film / Films

Helemaal in de wolken

recensie: Hollands licht

In de eerste jaren van de filmgeschiedenis moesten films het zonder geluid stellen. De meeste van die vroege films waren zwart-wit, dus zonder kleur. Films zonder acteurs zijn er ook genoeg: denk aan animatiefilms. Maar er is nog nooit een film geweest die zonder licht kon. Licht is het essentiële bestanddeel voor elke film, de bron van elk stukje cinema. Maar niet alleen de filmkunst is afhankelijk van dat ongrijpbare verschijnsel, ook de schilderkunst kan er niet zonder.

~

De Hollandse meesters uit de 16e en 17e eeuw stonden bekend om hun fabelachtige gebruik van licht en schaduw in hun werken. In de negentiende eeuw kwam de term ‘Hollands licht’ in zwang. Hiermee probeerde men het aparte karakter van de Nederlandse schilderkunst te beschrijven. Maar bestaat dit Hollandse licht eigenlijk wel echt? Is het niet een mythe die al meer dan honderd jaar stand houdt? Schilderden de meesters niet gewoon elkaars werken na? Deze vragen worden opgeworpen in Hollands licht, de film die vorig jaar bekroond werd met het Gouden Kalf voor beste lange documentaire.

Fotogeniek

~

Ruim tien jaar werkten de broers Maarten en Pieter-Rim de Kroon aan deze film. Na veel research, gesprekken met deskundigen en ook afwijzingen vonden ze uiteindelijk toch een financier en konden ze gaan filmen, in Frankrijk, de Verenigde Staten en uiteraard in Nederland. Maar Hollands licht bestaat niet alleen uit fotogenieke wolkenpartijen en meesterwerken uit de schilderkunst: ook enkele deskundigen – een aantal kunstenaars, historici, een meteoroloog en astrofysicus Vincent Icke – komen aan het woord over het verschijnsel uit de titel. De interviews vormen meteen het zwakste punt van de film. Over een verschijnsel dat zo ongrijpbaar is als licht is het gewoon lastig praten, en vooral de kunstenaars blijven veelal hangen in halfslachtige observaties. Daar staat tegenover dat de wetenschappers wel veel interessante informatie geven over de schilderkunst en de natuurkundige kant van het weer.

Trance

En natuurlijk zijn er de veelgeprezen beelden van cameraman Paul van den Bos: lange, statische shots van de mooiste luchten die Nederland te bieden had tijdens het jaar waarin de film werd opgenomen. Alleen de beelden al waren, samen met de sferische muziek van het Paleis van Boem, wat mij betreft goed geweest voor dat Gouden Kalf. Het tempo van de film is traag, maar door de mooie beelden raak je als vanzelf in een trance die je weer eens doet beseffen hoe mooi Nederland toch eigenlijk is, ondanks al haar tekortkomingen.

Extra’s

Hollands licht gaat op dvd vergezeld van een paar interessante extra’s. De diavoostelling met ongeveer dertig foto’s kun je met een gerust hart overslaan, maar de interviews met de gebroeders De Kroon en camerman Van den Bos geven een goed beeld van de productie en de achterliggende filosofie waarmee de film werd gemaakt. De interviews zijn in vijf stukken verdeeld en zijn, vooral in het deel over de opnamen, redelijk technisch: zelfs het merk negatieffilm wordt besproken.

Aquarium

Het observatiepunt bestaat uit enkele landschapsbeelden uit de film, achter elkaar geplakt tot een ruim twintig minuten durende montage. 360° Nieuwkoop is een shot van tien minuten waarin de camera rondjes draait op een locatie uit de film. Leuk voor degenen die in de buurt van Nieuwkoop wonen of als vervanging van het virtuele aquarium op je computerscherm.

Hollands licht zal niet iedereen aanspreken, daarvoor is het tempo van de film te langzaam en het onderwerp niet boeiend genoeg. Voor liefhebbers van de oude Hollandse meesters of het Nederlandse landschap is Hollands licht echter bijna verplichte kost.

Muziek / Album

Your New Favorite Band

recensie: The Hives - Tyrannosaurus Hives

Ze dragen namen als Vigilante Carlstroem, Dr Matt Destruction, Howlin’ Pelle Almqvist, Chris Dangerous en Nicholaus Arson, treden op in pakken waar The Monkees en The Shadows jaloers op zouden zijn en beschouwen zichzelf als de beste band ter wereld. Waarom zou je immers je tijd verdoen in de op een na beste band? Arrogantie met een grote knipoog. Gesproken met een strak gezicht.

Vier jaar gleden betekende het album Veni Vidi Vicious hun definitieve doorbraak bij het grote publiek. De hits Hate To Say I Told You So en Main Offender werden de strijdliederen van een nieuwe generatie.
Natuurlijk gaat het hier om de Zweedse garagerockers The Hives, the self proclaimed rescuers of rock ’n roll. Beslist geen band om hun ambities onder stoelen of banken te steken. Wie ze ooit live heeft gezien, zal het beamen. Voorman Pelle als de nieuwe Elvis Presley. Het schudden met de heupen is aan hem wel besteed. Geen idee alleen waar zijn teksten over gaan. Wie het weet mag het zeggen.

Een plaat om je vingers bij af te likken

Slechts weinigen hadden verwacht dat Veni Vidi Vicious nog kon worden overtroffen. En toch flikken ze het hem met Tyrannosaurus Hives. Het is een plaat om je vingers bij af te likken en het resultaat van spelen, spelen en nog eens spelen. Naar verluidt deden ze in 2001 meer dan 250 shows.

Het verhaal gaat dat de muziek wordt aangereikt door het mysterieuze zesde bandlid Mr. Randy Fitzsimmons. Het zou Fitzsimmons zijn geweest die de jongens benaderde met het idee om een band te starten. Op de achterkant van de albumhoes staan daarom niet voor niets zes paar benen. Leuke anekdote natuurlijk, maar hecht er niet te veel waarde aan.

It’s all part of the myth


De nummers op Tyrannosaurus Hives duren net als op voorgangers Barely Legal en Veni Vidi Vicious nooit veel langer dan 2,5 a 3 minuten (een Hives-concert duurt gemiddeld ongeveer een uur) en zijn een mix van jaren 60 rock ’n roll (The Who), jaren 60/70 Detroit punk (MC5, The Stooges, The Ramones) en jaren 80 New Wave. Hard, puntig en melodieus, de gejaagdheid lijkt alleen nog maar te zijn toegenomen. Voor wie nog niet overtuigd is; luister naar nummers als Walk Idiot Walk (tevens de nieuwe single), Abra Cadaver en B Is For Brutus en bereid je voor op een waar adrenalineshot. Verschil ten opzichte van Veni Vidi Vicious is de gruizigheid op Tyrannosaurus Hives. Een bewust gecreëerde oude sound dus dit keer.

20 augustus kun je het allemaal zelf gaan meemaken op het Lowlandsfestival in Biddinghuizen. 15 oktober volgt de herkansing in Paradiso (Amsterdam). Mis het niet want “Tyrannosaurus Hives is a record so full of potential hits, it would take a hundred songwriters working for a hundred years to come up with anything like it“. It’s showtime!

Muziek / Album

Geen vrolijke zomermuziek

recensie: The Cure - The Cure

.

~

Het gaat hier namelijk niet om zomaar een schijfje, maar om de titelloze nieuwe cd van The Cure, de band die door velen wordt beschouwd als voorloper van de gothic-scene en door de fans vaak in één adem wordt genoemd met jaren 80-bands als Depeche Mode, New Order en diens voorloper Joy Division (waarvan zanger Ian Curtis in 1980 zelfmoord pleegde). Hippe bands als Interpol en Franz Ferdinand zijn er zeker door beïnvloed. Geen vrolijke zomermuziek dus, ook op dit nieuwe album niet.

Krassende gitaren

Baden in de ellende zullen we, maar eigenlijk hadden we ook niet anders verwacht. Niet geschikt voor de depressieve zielen onder ons, oftewel: Luisteren op eigen risico!

To know it’s all too late. She will never be the one for me. She will never be enough. She will never be the one for me. We will never be in touch. I will never be the one for her. I will never be enough. I will never be the one for her. We will never be in love

zingt een nog altijd getergde Robert Smith in het nummer Never. The Cure gaat weer meer in de richting van Pornography (1982) en Disintegration (1989, met daarop juweeltjes als Lullaby en Lovesong). Voor de fans van albums als Kiss Me Kiss Me Kiss Me (1987), Wish (1992, met Friday I’m In Love) en Wild Mood Swings (1996) is het aanvankelijk waarschijnlijk even slikken. Verwacht dit keer geen mechanisch klinkende drums en semi-vrolijke orgelpartijen. Die tijd is voorbij. De nadruk ligt nu veel meer op de krassende gitaren. Andere tijden, andere werkwijzen.

Huwelijk

Zo nam de band voor dit album voor het eerst een producer in de arm. De eer viel ten deel aan Ross Robinson, vooral bekend van zijn werk voor bands als Korn en Slipknot. Misschien niet direct een voor de hand liggende keus, maar wonder boven wonder heeft het goed uitgepakt. Robinson gaf Smith in de studio de opdracht te zingen terwijl de band aan het spelen was (dus geen afzonderlijke opnames). Hierdoor is er veel meer dan ooit sprake van interactie. Het klinkt alsof de band is herboren. “This is how I always imagined making records could be, nothing comes close to what I felt while we were making this album”, aldus Robert Smith. De voorwaarden voor een goed huwelijk zijn aanwezig en ik meld me hierbij aan als getuige.

Herfst

Waarom platenmaatschappij Geffen heeft besloten om dit schijfje nou juist in de zomer uit te brengen, ik kan zo snel even geen reden bedenken. Wel zijn er genoeg redenen om het juist niet in de zomer uit te brengen. Die mag je er zelf bij verzinnen. Was het alvast maar herfst.

Film / Films

Zoete tranen op een schoon dekbed

recensie: Confessions Of A Teenage Drama Queen

.

~

Maria Cep, een rol van de 17-jarige Lindsay Lohan, leeft gelukkig met haar moeder en twee zusjes in New York. Ze heeft alleen maar dromen en nog geen teleurstellingen meegemaakt. Ze wil actrice worden, koningin van het drama. Moeder besluit echter dat het voor de kinderen beter is, om te verhuizen naar het plaatsje Dellwood, New Jersey. Mary, die zich al snel Lola laat noemen, ziet haar wereld in duigen vallen. Ze gaat in het preutse stadje plat op haar bek, keihard op haar pronte billetjes en valt met haar perfect gepoederde neusje in de stront. Ze zal geen actrice kunnen worden en het leven zal alleen maar saai en vervelend zijn. Haar grote idool is Stu Wolff, de charismatische zanger van de popgroep Sidarthur. Deze woont en speelt in New York en de verhuizing levert alleen maar meer afstand op tussen fan en afgod.

Rampspoed

~

Lola gaat naar de universiteit en stuit daar op veel vijandschap. Haar zang- en acteertalenten worden onderkend, maar ze komt daarmee op voet van oorlog te staan met de vorige prima donna van de toneeluitvoering en schoolmusicals. Daar bovenop komt het verschrikkelijke nieuws dat Sidarthur uit elkaar zal gaan. De groep zal een laatste concert geven in New York en Maria en haar enige vriendin Ella hebben geen kaartjes. Veel rampspoed en daarbij wensen die onvervulbaar lijken voor Lola.

Zoete tranen

De verwachtingen die ik had bij het zien van de poster blijken na het zien van de film te kloppen. Confessions Of A Teenage Drama Queen is zo’n film waar de acteurs en actrices elke scène andere merkkleding aan hebben, elke geplengde traan zoet smaakt en de scènes zo vaak zijn gerepeteerd, dat elk spoor van spontaniteit ontbreekt.

Fast forward

Ben je echt nieuwsgierig of Lola nog kaartjes krijgt voor het concert van haar idool? Of de ontmoeting met zanger Stu Wolf zal leiden tot romantische ontwikkelingen? Of Lola de hoofdrol in de schoolmusical naar behoren op de planken zal brengen? Of er een eind komt aan de overvloed aan merkkleding? Dan verwijs ik je graag naar de film. Mocht je niet naar de bioscoop gaan, maar wilt wachten op de dvd of de video is er een klein advies: houd de knop ‘fast-forward’ stevig ingedrukt.

Hapje

Confessions Of A Teenage Drama Queen is een voor tieners bedoelde komedie. Het is onbegrijpelijk dat regisseuse Sara Sugarman, scriptschrijvers en producenten kunnen denken dat deze film toeschouwers zal trekken. De makers hebben bij de première naar dit volkomen mislukte vehikel moeten kijken en onder het genot van een hapje en een drankje elkaar na afloop moeten feliciteren. Zij hebben weinig drama in veel te veel tijd moeten zien. Terecht!

Muziek / Album

Jaag ze eens op de kast

recensie: Guttermouth - Eat Your Face

.

Punk is in deze tijd “in” en “hip” en Guttermouth ziet het als hun taak om duidelijk te maken dat de punkrock van vroeger niet draaide om hippe kledingstijl en alternatief doen, maar juist ontstond door bands die probeerden om zoveel mogelijk mensen op de kast te krijgen. Frontman Mark Adkins is bang dat die kant van de punk steeds meer ondergesneeuwd wordt door marketingmensen en door de veel te brave jongeren van nu, die tijdens concerten niet drinken, zich perfect gedragen en op tijd door hun ouders worden opgehaald.

Voor de punkrockers van Guttermouth is dit een nachtmerrie, want ondanks het feit dat ze zelf ook niet meer de jongste zijn, maken ze nog steeds cd’s alsof ze de rebellerende punkertjes van voorheen zijn. Het leuke is dat ze er nog mee weg komen ook! Bij andere bands zou je misschien “Grow up” denken, maar Guttermouth heeft die heerlijk ideale combinatie van humor en scherpheid in zich, die je tegelijkertijd doet glimlachen en rocken.

~

Als je terugverlangt naar de tijd dat punkers niet alleen maar zongen over gebroken harten en politiek correcte overtuigingen, maar over seks, feesten en bier zuipen, met hier en daar een lekkere belediging of scheldpartij tussendoor, dan is Eat Your Face iets voor jou. De door bier en feesten geïnspireerde nummers zijn NRAAA., Wasted Lives en Second DUI waar skatepunk, bier, metalcore en sterke drank elkaar ontmoeten.  

Verder is er weer genoeg ruimte voor Adkins’ humoristische aanvallen op wie dan ook. In The Next Faux Moheekon zijn dat trendy punks, terwijl Party Of 2 de politiek correcte punks aanvalt die eigenlijk de ballen verstand hebben van politiek. Maar niet alleen punks, ook baby’s moeten het ontgelden. Zo wordt in My Neighbours Baby het plan opgevat om diezelfde baby, die de hele buurt wakker krijst, van kant te maken. Klinkt misschien erg drastisch en hard, maar stiekem is het allemaal erg grappig, net als sommige gesproken zinnetjes tussen de nummers door.

Eat Your Face is de perfecte combinatie van punk en comedy. Guttermouth neemt zichzelf absoluut niet serieus en dat is iets wat sommige andere punkbands ook eens zouden moeten overwegen. De zelfrelativering van Guttermouth maakt Eat Your Face tot een strak, grappig en eigenwijs punk-rockalbum dat als voorbeeld zou moeten dienen voor de wat jongere punkbands die veel te druk bezig zijn met hun politieke meningen in plaats van eens lekker een paar mensen op de kast te jagen!

Film / Films

Kolderieke tweeling

recensie: New York Minute

De zusjes Mary-Kate en Ashley Olsen zijn in Amerika een begrip. De twee tieners zouden goed zijn voor een bankrekening van ruim $700.000.000,- en hebben net hun eerste bioscoopfilm geproduceerd. De zusjes Olson spelen ook de hoofdrollen in New York Minute. Deze actie komedie kostte $50.000.000,- en bracht in Amerika nog niet de helft op. Geen echte flop, maar niet het succes waar de zusjes op gehoopt hadden.

~

In New York Minute volgen we een dag uit het leven van de zusjes Jane en Roxanne Ryan. Ze lijken als twee druppels op elkaar, maar zijn qua karakter elkaars tegenpool. Roxy is de rebel. Het is een zootje op haar kamer, ze spijbelt en is alleen maar geïnteresseerd in de punkgroep A Simple Plan. Ze wordt op de hielen gezeten door een overijverige spijbelambtenaar, maar is hem steeds te slim af. Jane is punctueel, studeert, wil een beurs halen voor een gerenommeerde universiteit en kan niet leven zonder haar agenda en de netjes genoteerde afspraken. Vader van de tweeling is een wat vage figuur, die het verlies van zijn vrouw aan het verwerken is. Natuurlijk is Jane zijn steun en toeverlaat. Roxy verschuilt haar verdriet achter een punkkapsel en harde muziek. De tweeling gaat op weg naar New York. Roxy wil naar de opnames van een videoclip van haar favoriete groepje en Jane moet een speech houden om haar beurs binnen te halen.

Kolder

~

En dan gaat werkelijk alles mis. De reis naar de trein levert al veel problemen op. Jane verliest haar rokje, Roxy heeft de spijbelambtenaar op haar hielen en natuurlijk missen ze de trein. De lift die de meisjes krijgen levert alleen maar meer problemen op en de film is vanaf dat moment een wat kolderieke opeenvolging van incidenten, ongelukjes en vreemde ontmoetingen.

Basisschool

Een film als New York Minute is natuurlijk al vele keren eerder gemaakt. Tieners, komische situaties, lastige volwassenen en wat avonturen. Een actiekomedie kan daarom alleen maar leuk zijn als het script goed is. Het verhaal van New York Minute is echter nogal voorspelbaar. De zusjes spelen de typetjes met enthousiasme, maar overtuigen niet echt. Ze beleven avonturen die tieners zouden kunnen beleven, maar die avonturen lijken vertaald naar een voorleesboek van de basisschool.

Opbrengst

Het zal niemand verbazen dat de zusjes elkaar uiteindelijk nodig blijken te hebben. Punker Roxy blijkt in staat om haar zusje bij haar studie te ondersteunen, studente Jane krijgt zowaar wat begrip voor het losbollige leventje van haar zusje. De zusjes Olsen hebben de film geproduceerd en willen het in de film gestoken geld terug verdienen. Het lijkt me dat de opbrengst in Nederland minimaal zal zijn.

Kunst / Expo binnenland

Een Europese tendens

recensie: Pioniers van het Vlaams expressionisme

Het expressionisme wordt in Europa tegenwoordig toch vooral beschouwd als het levensgevoel van een jonge generatie kunstenaars die het onderling in feite slechts eens was over de afwijzing van de heersende maatschappelijke en politieke structuren.
Rond 1905 kreeg deze ontwikkeling als eerste gestalte in diverse Duitse centra, waaronder Dresden. De Duitse expressionisten van Die Brücke (oa. Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Karl Schmidt-Rottluff, Emil Nolde en de academische geschoolde Max Pechstein) vonden hun voorbeelden vooral in de werken van Vincent Van Gogh, Paul Gauguin, Edvard Munch, James Ensor en Henri Matisse. Dat Van Gogh en Ensor geen voortzetting vonden in eigen land en wel bij de Duitse Expressionisten getuigt van een open kunstmarkt.

In tegenstelling tot de Impressionisten streefden de Expressionisten in navolging van de Post-Impressionisten toch vooral naar een psycholisering van de beleefde indruk. Het ‘voelen’ was voor hen belangrijker dan het ‘zien’, de persoonlijke beleving belangrijker dan het objectieve beeld. Een lucht hoefde niet per definitie blauw te zijn, gras niet automatisch groen. De belangrijkste thema’s waren het Berlijnse nachtleven, de vrouw, het circus, het cabaret en het stedelijk landschap.

Ernst Ludwig Kirchner,
Straat in Dresden, 1908

Het gebruik van sprekende, krachtige kleuren zorgde voor een dynamisch geheel. De belangrijkste schilder van Die Brücke was zonder twijfel Ernst Ludwig Kirchner, waarvan in de aanloop naar het Ploegpaviljoen twee werken zijn te zien. Het uitgangspunt om Kirchner te gebruiken als introductie naar het Vlaams Expressionisme is zeer zeker interessant. De getoonde werken behoren helaas alleen niet tot zijn beste en hangen er een beetje verloren bij.

De Vlaamse variant

In de jaren twintig kunnen we een grondige Franse invloed constateren die in de Belgische kunstmilieus voor een identiteitscrisis zorgde. Tegen die achtergrond schilderden Constant Permeke, Gustave de Smet en Frits van den Berghe hun mooiste werken, aldus Robert Hozee in de tentoonstellingscatalogus.
De drie Belgische kunstenaars waarvan werk is te zien in de tentoonstelling Pioniers van het Vlaams Expressionisme worden samen met Albert Servaes en Leon (broer van Gustave) gerekend tot de tweede generatie van de zogenaamde Latemse School (1905-1910), hoewel van een door een programma gebonden school geen sprake was.
Het was deze groep kunstenaars die de grondslag legde voor het Vlaams expressionisme. Kenmerkend voor de Latemse School was de bewondering voor de natuur en een anti-academisch klimaat. In de jaren twintig was men in België bijzonder alert voor wat in het buitenland gebeurde. Invloeden van het Kubisme en het Fauvisme kwamen er samen met de voorliefde voor primitieve culturen.

Frits van den Berghe,
De idioot bij de vijver, 1926

In tegenstelling tot Die Brücke is het Vlaams Expressionisme qua kleurgebruik vooral gericht op aardetinten. Het mist zowel plastisch als inhoudelijk de bezieling die kenmerkend was voor de Duitse Expressionisten. Na verloop van tijd gingen alledrie de kunstenaars hun eigen weg. De Smet oriënteerde zich op de Franse schilderkunst, Van den Berghe ging zich voornamelijk richtten op het Surrealisme en Permeke bestudeerde de typische karakteristieken van boeren en vissers.

Verwante exposities

Tot en met 22 augustus is de tentoonstelling Pioniers van het Vlaams Expressionisme nog te zien in het Ploegpaviljoen van het Groninger Museum. Een dikke week later, op 4 september start een grote overzichtstentoonstelling van Permeke in het Gemeentemuseum in Den Haag en vanaf 9 oktober toont datzelfde Gemeentemuseum tekeningen, prenten en aquarellen van het Duits Expressionisme.
De vraag rijst waarom er bij al die tentoonstellingen niet één grote overzichtstentoonstelling zit. Is het niet veel interessanter om te zien hoe de onderling nauw verwante stromingen zich tot elkaar verhouden? In welke zin verschilt het Vlaams Expressionisme van zijn Duitse voorloper? Wat is de relatie tussen het Nederlandse De Ploeg en Die Brücke? Waarom wordt er in de catalogus van Pioniers van het Vlaams expressionisme wel verwezen naar Belgische voorlopers als James Ensor, Albert Servaes en George Minne maar zien we dat nergens terug in de tentoonstelling?

James Ensor,
The masks and Death, 1897

Waarom wordt er bij een vroeg portret van Gustave de Smet zoals Jonge vrouw in roze uit 1917 niet verwezen naar de portretten zoals Ernst Ludwig Kirchner en Karl Schmidt Rottluff ze zeven jaar eerder schilderden? De tentoonstelling roept meer vragen op dan ze beantwoordt.
Bovendien moet het Expressionisme vooral niet worden beschouwd als een lokale aangelegenheid. Het is daarom frappant om te zien dat twee Nederlandse musea onafhankelijk van elkaar op hetzelfde moment bezig zijn met één specifieke kunststroming. Daarnaast bezit het Groninger Museum een geweldig interessante collectie Nederlandse Expressionisten (De Ploeg) en heeft het dus de mogelijkheid om juist die bredere context te belichten. Waarom dat niet is gebeurd blijft gissen.