Tag Archief van: tijdelijke tentoonstelling

Kunst / Expo binnenland

Flowerpower in de kerk

recensie: Fashion for God
Wit bloemenkazuifel, Haarlem Maagden van den Hoeck, ca. 1662-1663.Marco Sweering - Museum Catharijnconvent

De tentoonstelling Fashion for God in Museum Catharijneconvent werpt licht op de Noordelijke Nederlanden na de Reformatie. Een periode waarin katholieken hun geloof enkel in schuilkerken mogen belijden. Zowel letterlijk als figuurlijk wordt alles uit de kast gehaald om het geloof levend te houden. Kostbare kerkgewaden en verfijnde borduursels worden nu in het Utrechtse museum gepresenteerd, maar ook uitbundige baljurken en statige schilderijen zijn te gast op dit opmerkelijke feest waar vrouwen een cruciale rol spelen.

In de protestantse Republiek van de zeventiende en achttiende eeuw worden katholieke kerkgangers gedwongen hun diensten buiten het zicht te organiseren in schuilkerken. Ze willen de identiteit van hun geloofsgemeenschap behouden. Maar, hoe doe je dat in een tijd van schaarste? Kerkleider Sasbout Vosmeer deelt inventarissen uit en begint als een van de weinige mannen met het maken van kerkelijk textiel. Zijn minutieus geborduurde ‘kerksieraden’ hebben een middeleeuws voorkomen. Dikke reliëfborduursels van zijde en gouddraad vormen prachtige voorstellingen, soms geïnspireerd op werken van de beroemde oude meesters.

Pracht en praal

In Haarlem zijn het de ‘Maagden van Den Hoeck’ die de naald en draad ter hand nemen. Deze semi-religieuze vrouwen, ‘kloppen’ genoemd, maken eigentijdse creaties met daarop veelal vrouwelijke heiligen. Fashion for God belicht hun creaties en levens, opgetekend door Trijn Jans Oly. De kloppen doen artistiek niet onder voor de mannen, die zich buiten de kerkmuren toeleggen op kostbare kleding voor de elite. De kazuifel met paramenten in internationale Barokstijl van rond 1640 laat zien hoe ook de kloppen van Gouda hun tijd ver vooruit zijn. Het schilderij van Wouter Pietersz. Crabeth II onthult dat pastoor Pieter Purmerent, bekend om zijn bekeringen van protestanten, dit gebloemde kleed mag dragen. Dankzij de grote hoeveelheid informatie, soms lastig te lezen op de stoffen banieren, komen makers en dragers weer tot leven.

Van baljurk tot koorkap

Prachtige portretten en luxueuze japonnen tonen hoe er in de Republiek, onder invloed van de Franse couture, een ware bloemenrage ontstaat. In een gewaagde en soms suikerzoete vormgeving van MAISON the FAUX, illustreert het museum hoe de katholieke kerk ook in de achttiende eeuw met de modetrends blijft meegaan. Chinese zijden stoffen met ingeweven bloempatronen vinden hun weg naar het altaar. Vermogende vrouwen schenken hun weelderige baljurken zodat daar liturgische gewaden van kunnen worden gemaakt. Een win-winsituatie, want de gulle geefster kan zo haar vroomheid aan mede-kerkgangers tonen. De tentoonstelling verbeeldt de indrukwekkende veerkracht en inventiviteit van een geloofsgemeenschap in onderdrukking. De ‘Hemelse balzaal’ biedt een haast goddelijke afsluiting met een catwalk van spiegels waar kleurige koorkappen met gouden franjes in alle vrijheid op ritmische muziek rond mogen zwieren.

Fashion for God is nog tot en met 21 januari 2024 te bezichtigen in het Utrechtse Museum Catharijneconvent. Je kunt er rond de kerstdagen ook een kijkje nemen bij de Napolitaanse kerststal.

Kunst / Expo binnenland

Flowerpower in de kerk

recensie: Fashion for God
Wit bloemenkazuifel, Haarlem Maagden van den Hoeck, ca. 1662-1663.Marco Sweering - Museum Catharijnconvent

De tentoonstelling Fashion for God in Museum Catharijneconvent werpt licht op de Noordelijke Nederlanden na de Reformatie. Een periode waarin katholieken hun geloof enkel in schuilkerken mogen belijden. Zowel letterlijk als figuurlijk wordt alles uit de kast gehaald om het geloof levend te houden. Kostbare kerkgewaden en verfijnde borduursels worden nu in het Utrechtse museum gepresenteerd, maar ook uitbundige baljurken en statige schilderijen zijn te gast op dit opmerkelijke feest waar vrouwen een cruciale rol spelen.

In de protestantse Republiek van de zeventiende en achttiende eeuw worden katholieke kerkgangers gedwongen hun diensten buiten het zicht te organiseren in schuilkerken. Ze willen de identiteit van hun geloofsgemeenschap behouden. Maar, hoe doe je dat in een tijd van schaarste? Kerkleider Sasbout Vosmeer deelt inventarissen uit en begint als een van de weinige mannen met het maken van kerkelijk textiel. Zijn minutieus geborduurde ‘kerksieraden’ hebben een middeleeuws voorkomen. Dikke reliëfborduursels van zijde en gouddraad vormen prachtige voorstellingen, soms geïnspireerd op werken van de beroemde oude meesters.

Pracht en praal

In Haarlem zijn het de ‘Maagden van Den Hoeck’ die de naald en draad ter hand nemen. Deze semi-religieuze vrouwen, ‘kloppen’ genoemd, maken eigentijdse creaties met daarop veelal vrouwelijke heiligen. Fashion for God belicht hun creaties en levens, opgetekend door Trijn Jans Oly. De kloppen doen artistiek niet onder voor de mannen, die zich buiten de kerkmuren toeleggen op kostbare kleding voor de elite. De kazuifel met paramenten in internationale Barokstijl van rond 1640 laat zien hoe ook de kloppen van Gouda hun tijd ver vooruit zijn. Het schilderij van Wouter Pietersz. Crabeth II onthult dat pastoor Pieter Purmerent, bekend om zijn bekeringen van protestanten, dit gebloemde kleed mag dragen. Dankzij de grote hoeveelheid informatie, soms lastig te lezen op de stoffen banieren, komen makers en dragers weer tot leven.

Van baljurk tot koorkap

Prachtige portretten en luxueuze japonnen tonen hoe er in de Republiek, onder invloed van de Franse couture, een ware bloemenrage ontstaat. In een gewaagde en soms suikerzoete vormgeving van MAISON the FAUX, illustreert het museum hoe de katholieke kerk ook in de achttiende eeuw met de modetrends blijft meegaan. Chinese zijden stoffen met ingeweven bloempatronen vinden hun weg naar het altaar. Vermogende vrouwen schenken hun weelderige baljurken zodat daar liturgische gewaden van kunnen worden gemaakt. Een win-winsituatie, want de gulle geefster kan zo haar vroomheid aan mede-kerkgangers tonen. De tentoonstelling verbeeldt de indrukwekkende veerkracht en inventiviteit van een geloofsgemeenschap in onderdrukking. De ‘Hemelse balzaal’ biedt een haast goddelijke afsluiting met een catwalk van spiegels waar kleurige koorkappen met gouden franjes in alle vrijheid op ritmische muziek rond mogen zwieren.

Fashion for God is nog tot en met 21 januari 2024 te bezichtigen in het Utrechtse Museum Catharijneconvent. Je kunt er rond de kerstdagen ook een kijkje nemen bij de Napolitaanse kerststal.

Kunst / Expo binnenland

Meeslepend en om stil van te worden

recensie: Meredith Monk: Calling

Wanneer je als bezoeker de ronde langs alle werken van Meredith Monk in de Amsterdamse Oude Kerk hebt gemaakt, kom je bij het gastenboek dat uitnodigend open ligt. Je leest wat er zoal in is geschreven, variërend van lovend tot zeer lovend aan de ene kant en negatief tot wel erg negatief aan de andere kant. ‘Schaamteloos’, merkt iemand op, deze moderne kunst in een kerk waar mensen liggen begraven.

Nu is het een beetje goedkoop om als tegenreactie te wijzen op oude schilderijen van bijvoorbeeld Emanuel de Witte waarin verschillende hondjes door de kerk rennen, mannen al keuvelend rondlopen, in de banken zitten of – al pratend – met hun arm op de leuning ervan overhellen naar hun gesprekspartner. Je kunt je ook beperken tot de inhoud en vorm van het werk van Meredith Monk zelf. Dat gaan we hier doen. Maar eerst iets over de kunstenares zelf.

Meredith Monk

Monk (1942) is een veelzijdige, Amerikaanse kunstenaar. Afgelopen Holland Festival (HF) werd er nog een werk van haar, Indra’s Net, uitgevoerd in de Amsterdamse Gashouder. Een deel ervan wordt nu in de tentoonstelling gepresenteerd: Rotation Shrine. ‘Een samenspel van muziek, beweging en architectuur, dat hemelse, aardse en menselijke dimensies uitdrukt in geluid, video en performance’, stelt het Holland Festival op zijn website over Indra’s Net

Daarmee omschrijft het HF het werk van Monk raak. Want ze is componist van aan minimal music herinnerend werk, performer, regisseur, zanger, filmmaker en danser/choreograaf in één. Alle disciplines combineert ze tot een Gesamtkunstwerk. Zo ook in deze eerste Europese overzichtstentoonstelling die in samenwerking met de Hartwig Art Foundation vorm wordt gegeven.

Hemel, aarde, mensen en engelen

Het gaat nu vooral om die trits woorden: hemelse, aardse en menselijke dimensies. Het een valt niet los te maken van het ander. Dat blijkt meteen al bij binnenkomst in de Oude Kerk. Je oog wordt getrokken door wat je een trap of een piramide zou kunnen noemen, die reikt vanaf de zerken tot in de lucht. Op elke trede liggen alledaagse, in was gedoopte voorwerpen als zijn het relikwieën. Je zou het spiritueel kunnen noemen, maar ook een Calling, een roep die uitnodigt om over die gestolde voorwerpen na te denken.

Je ziet een doosje eieren, verwijzend naar het begin van het leven of naar Pasen. Je ziet slippers, losgezongen van de grond. Twee kerstboompjes en een blokfluit die hun oorspronkelijke functie hebben verloren. Net als de analoge telefoon helemaal in top. Zoiets als de bellende engel aan de zuidkant van de Sint Jan in Den Bosch. Je mag er je eigen associaties op los laten. Sterker nog: je mag zelf ook een voorwerp inbrengen dat aan de installatie wordt toegevoegd en zo meebouwen aan collectieve herinneringen.

Vruchtbaarheid, geboorte, leven en dood

Hemel, aarde, mensen en engelen, maar ook: vruchtbaarheid, geboorte, leven en dood, constructie en deconstructie zoals in de Volcano Songs Shire. Het zijn geluidsopnames die je hoort en een film die je ziet. Met bloemen, dieren en organismen. Het levert een spanning op tussen leven en dood, zoals de natuur zelf ook is. De muziek in Juice sterft niet voor niets weg, maar blijft op een of andere manier toch in je hoofd hangen. En dan die rode schoenen, die je in de kubus waarin dit werk wordt getoond op de grond ziet liggen. Rood als bloed, rood als de liefde. Je ziet ze als je tussen de boomstammen door kijkt naar de achterwand. En je ruikt het hout. Zo speelt de tentoonstelling in op alle zintuigen.

Je zou het een meditatie kunnen noemen waar je doorheen loopt en die je omgeeft. Een meditatie van ‘alledaagse archeologie’, zoals het begeleidende boekje over Offering Shrine schrijft. Alledaagse voorwerpen, zoals op de piramide aan het begin, die zijn gestold en wie weet, net als permafrost (bevroren grond) later weer tot leven komen. Constructief en deconstructief.

Installation view Songs of Ascension Shrine (2023), Meredith Monk: Calling (2023). Co-presented by Oude Kerk Amsterdam and Hartwig Art Foundation. Photo Aad Hoogendoorn

‘Complete kunst’ staat er ook in dat boekje. Compleet als het leven, inclusief de dood. Als een cirkel die af is, gelijk Silver Lake with Dolmen Music in het hoogkoor: zes stoelen staan in een ovaalvorm binnen een cirkel van stenen. Net als Songs of Ascension Shrine, waarin op drie schermen musici en dansers een cirkelvormige trap (in Ann Hamiltons Oliver Ranch Tower in Geyserville, Californië) afdalen en bestijgen. ‘Hemelse, aardse en menselijke dimensies’ uitgedrukt in ‘geluid, video en performance’. Meeslepend en om stil van te worden.

Kunst / Expo binnenland

Houten honden en koddige konijnen

recensie: Tom Claassen - Museum Beelden aan Zee

Tom Claassen is een kunstenaar uit Heerlen die vorm en vormloosheid weet te vangen in één werk. Met grote beelden neemt hij de bezoeker mee naar een wereld van zachte wezens in grote verhalen. Zijn tentoonstelling in Museum Beelden aan Zee toont werken vanaf zijn beginperiode tot aan twee speciaal voor deze tentoonstelling ontworpen projecten.

Konijntjes, hondjes, kikkers en een nijlpaard. De beelden zijn schattig, wild en enigszins afstandelijk. Door de grootte en hardheid van het materiaal zijn ze onbenaderbaar en toch speels uitnodigend. Het is het eerste wat opvalt: een botsing tussen materiaal en ontwerp. De ludieke beelden zijn hard en koud, maar hebben een zachte verschijning. Komisch en soms triest. Schattig en soms eng. De beelden spreken een breed publiek aan en strelen het oog. Er is ook nog een diepere laag te ontdekken.

Vormen zonder details

De vorm is het eerste wat je ziet aan de werken van Claassen. Het zijn grote beelden gemaakt van harde materialen. Toch belichamen de beelden een soort ‘anti-identiteit’. Het archetypische wordt uitvergroot en is de kwintessens van zijn werk. De Heerlense kunstenaar ontbloot in zijn werken namelijk een grondlaag die je met gedetailleerde uitwerking over het hoofd ziet. Deze oerlaag is herkenbaar en er ontstaat al snel een emotionele ‘klik’ met de werken. De kracht van Claassens beeldtaal zit in de onverwachte vriendelijkheid van zijn werk.

Deze vriendelijkheid is bijvoorbeeld terug te zien in het Zandleeuwentapijt. Claassen heeft bewust gekozen voor leeuwinnen omdat mannetjesleeuwen, met grote manen, veel details hebben. Dat kan volgens de kunstenaar afleiden van de krachtige uitstraling van de leeuw en teveel wijzen naar de kundigheid van de maker. De leeuwinnen in het museum bundelen hun kracht in een statig tapijt. Onverwoestbaar en vorstelijk smelten ze uiteindelijk samen. Desondanks nodigt het gladde zand uit om op een zomerse dag te zonnebaden terwijl kinderen zandkastelen maken op hun ronde klauwen.

Gulliver en de Palletmannen

zaalfoto Gerrit Schreurs

Voor Beelden aan Zee heeft Tom Claassens twee speciale kunstwerken gemaakt. Gulliver en Palletmannen. Gulliver verwijst naar de reus in het verhaal Gullivers reizen, een satirisch boek van de Ierse schrijver Jonathan Swift. De palletmannen symboliseren de pallets die elk jaar weer torenhoog worden opgestapeld om een reusachtige vuurzee te creëren op de Haagse stranden. Zo worden fantasierijke kustverhalen gecombineerd met bestaande strandtradities. De voorloper van deze twee projecten is het zittende Bronzen houten hondje uit 2002.

Hier zie je dat Claassens vormentaal en materiaalgebruik breekt met hoe hij voorheen werkte. Details sluipen in het werk en het gebruik van een boomstronk maakt het werk minder ‘oervormelijk’ dan zijn voorgaande beelden. Claassens wilde ontsnappen aan zichzelf. Dat is gelukt. Desondanks heeft deze beweging afgedaan aan de kracht van zijn beeldtaal. De reus uit Gullivers reizen is imposant om als ‘klein mens’ doorheen te lopen, maar de vervolgstap om een reus te zijn, wordt verzwakt wanneer je verder het museum binnenloopt. Een bescheiden trap zou je groter kunnen doen voelen.

De Palletmannen zijn letterlijk mannen van pallets. Interessant dat dit Haagse gebruik het museum heeft gehaald, maar het controversiële aspect van de palletbranden lijkt te missen. De kracht van Claassens beeldtaal wordt enigszins hersteld door het grote formaat van de twee werken en de originele verwijzingen naar de verhalen. In combinatie met zijn andere beelden is het een speelse tentoonstelling die uitnodigt om kunst onbeschaamd ‘mooi’ en ‘leuk’ te vinden.

 

Kunst / Expo binnenland

Van stills naar films

recensie: This Will Not End Well - Nan Goldin
Zelfportret Goldinhttps://www.stedelijk.nl/nl/nieuws/nan-goldin

This Will Not End Well is niet de alledaagse fototentoonstelling zoals je haar waarschijnlijk gewend bent. Geen ingelijste foto’s netjes naast elkaar hangend aan de muur. Nee. De tentoonstelling bestaat uit zes diavoorstellingen ondersteund door muziek, bewegend beeld en soms een voice-over van de fotografe zelf. Nan Goldin presenteert haar fototentoonstelling daarom ook als filmmaker en niet als fotograaf.

French Chris

Nan Goldin, French Chris on the convertible, New York City, 1979. © Nan Goldin.

Goldins werk wordt gezien als krachtig tijdsdocument. Ze fotografeert zichzelf en haar vrienden en laat vooral de kwetsbare kanten van het leven zien. Thema’s die voorbijkomen zijn bijvoorbeeld de hoogte- en dieptepunten van drugsgebruik, familietrauma’s en zelfdoding. Al rond de jaren tachtig begon Goldin haar diavoorstellingen te presenteren in clubs en bioscopen. Ze werkte deze voorstellingen de afgelopen jaren constant bij met nieuwe foto’s en andere elementen.

Foto of film?

Bij binnenkomst word je vrijblijvend verzocht om de camera(’s) op je telefoon af te plakken met een sticker, zodat je geen foto’s of video’s kunt nemen van het intieme werk dat hier getoond wordt. Dit verzoek hoor je de laatste tijd veel in nachtclubs, waar het dient om mensen aan te sporen te leven in het moment. Het is een mooi initiatief, dat ook zeker hier toepasbaar is. Alleen jammer dat de keuze wordt overgelaten aan de bezoeker.

De volledig zwarte zaal is opgedeeld in zes paviljoens, elk ontworpen door Hala Wardé met het specifieke werk als uitgangspunt. De diavoorstellingen worden getoond in deze paviljoens, waar je vrij naar binnen en buiten kunt lopen. Dit is aan de ene kant fijn, want niet iedereen heeft zo’n lange spanningsboog om alle diavoorstellingen, die variëren van 14 tot 45 minuten, helemaal te bekijken. Daarnaast zitten er soms akelige en verontrustende beelden tussen die je misschien liever niet wilt zien, zoals het injecteren van heroïne of heftige littekens en verwondingen. Aan de andere kant veroorzaakt de vrije in- en uitloop onrust bij de andere bezoekers. Ook weet je niet waar in het verhaal je binnenstroomt, wanneer je een nieuwe ruimte betreedt.

De manier van presenteren is misschien even wennen en heeft zo zijn voor- en nadelen. Het belangrijkste positieve punt is dat de presentatie veel toevoegt aan de beleving van het werk. Je bekijkt de foto’s namelijk een voor een met bijpassende muziek en in een vaste volgorde, gekozen door de maker. Deze combinatie prikkelt verschillende zintuigen, waardoor de foto’s nog meer tot leven komen. De fotoseries zijn zo bijna documentairefilms geworden, zoals Goldin dat zelf ook bedoeld heeft. Zo is op de website van het museum te lezen: ‘I have always wanted to be a filmmaker. My slideshows are films made up of stills’.

Persoonlijk verhaal

Brian en Nan

Nan Goldin, Brian and Nan in Kimono, 1983. © Nan Goldin.

Goldin laat in haar werk vaak mensen zien die door de samenleving als buitenbeentjes worden beschouwd. In This Will Not End Well zijn verschillende verhalen te zien van deze buitenbeentjes. Zo vertelt The Ballad of Sexual Dependency, een van Goldins meest bekende series, die eerder is uitgebracht als boek, het verhaal van Goldins vrienden vanaf de jaren zeventig en tachtig tot en met vandaag de dag. De beelden zijn momentopnames van alledaagse taferelen en wilde feesten maar ook van hele intieme, kwetsbare momenten. Dit is karakteristiek aan haar werk. Ze houdt het dicht bij zichzelf.
Zo ook in een ander paviljoen: Memory Lost. In de tentoonstelling is te lezen wat deze serie voor Goldin betekent: ‘Memory Lost is about seeing things through a veil of darkness. Drugs set me free, and then they became my prison’. De foto’s tonen haar afkickervaring ondersteund door archiefmateriaal bestaande uit interviews en geluidsopnames.

Hoewel het werk, misschien in een andere montage, al eerder tentoongesteld is, weet Goldin in deze presentaties met de toevoeging van muziek, een voice-over of een enkel bewegend beeld weer zes indrukwekkende verhalen neer te zetten.

Goed om te weten: als je de tentoonstelling wilt bezoeken, moet je vooraf een tijdslot reserveren op de website en moet je ongeveer 2,5 uur rekenen om alle diavoorstellingen van begin tot eind te bekijken.

Kunst / Expo binnenland

Tijdreis door het midden van de middeleeuwen

recensie: Het jaar 1000 - Rijksmuseum van Oudheden
Het jaar 1000 foto 02AWF / Fleur Schinning

De middeleeuwen stoffig? Die kennen we nu wel. De clichés over de primitieve, barbaarse en achterhaalde middeleeuwen worden gelukkig steeds vaker (en meer publiekelijk) weerlegd. Zo ook door het Rijksmuseum van Oudheden in haar nieuwe tentoonstelling Het jaar 1000.

De verbeelde tijdsperiode – van grofweg het jaar 900 tot 1100 – was juist een vormende tijd waarin grote veranderingen plaatsvonden die vormgaven aan een ‘Nederland’ zoals we dat nu nog kennen. Denk aan veranderingen in het landschap (landontginningen, dijkenbouw), in de bevolking (enorme groei) en bebouwing (bouw van kerken, burchten, steden). Met deze tentoonstelling wil het RMO ons meenemen in een tijdreis door het midden van de middeleeuwen om ons kennis te laten maken met de mensen van deze tijd en hun ideeën over de wereld.

Archeologie en meer

De tentoonstelling bestaat uit meer dan vierhonderd objecten. Het overgrote deel hiervan zijn archeologische vondsten van Nederlandse bodem uit de periode ca. 900-1100. We zien scheepshout, zwaarden, muntschatten, oude schaakstukken, gouden sieraden, een houten ladder uit een waterput en nog veel meer.

Naast archeologische objecten is er een schatkamer ingericht met relieken, het borstkruis van Sint-Servaas en oude drukken. En hoewel de meeste voorwerpen uit deze tentoonstelling uit andere Nederlandse collecties komen, heeft het RMO ook een aantal topstukken uit buitenlandse collecties in bruikleen gekregen: een tafeltje van ivoorsnijwerk met keizer Otto II (Castello Sforzesco, Milaan) en een prachtig astrolabium (Landesmuseum, Kassel).

De informatiebordjes bij de zalen en specifieke objecten zijn goed leesbaar, informatief en niet te lang. Wie nog uitgebreider in de geschiedenis van de objecten wil duiken, kan bij de ingang van de tentoonstelling een extra boekje pakken of de tentoonstellingscatalogus raadplegen.

Het einde der tijden

Een interessant focuspunt van de tentoonstelling is de millenniumwisseling en de verwachting van de middeleeuwers dat dit het einde van de wereld zou betekenen. Er werd geloofd in een duizendjarig koninkrijk op aarde, dat zou worden gevolgd door het Laatste Oordeel en de start van het Hemelse Koninkrijk. Schriftelijke bronnen laten zien dat mensen voortekens zagen in overstromingen, perioden van grote droogte, komeetverschijnselen en zonsverduisteringen. Uiteindelijk gebeurde er niets, een behoorlijke anticlimax voor de mensen die hadden gerekend op verlossing van het leven op aarde en de komst van het hemelse koninkrijk.

Educatief en interactief

Het jaar 1000 foto 06

Reconstructie van een middeleeuws houten bed (foto Loïs Mennens)

Het museum heeft echt uitgepakt met het educatieve programma en de interactiviteit binnen de tentoonstelling. Naast de twee educatieve routes voor kinderen is ook aan de objecten aandacht besteed; zo is er bijvoorbeeld een mozaïektafel waar je zelf patronen kunt ontwerpen. Voor wie aan den lijve wil ervaren hoe onze medemens in de middeleeuwen leefde, is er zelfs de mogelijkheid om in een reconstructie van een middeleeuws bed te gaan liggen!

Het toppunt van het interactieve gedeelte van de tentoonstelling is toch wel het levensgrote spel dat is ontworpen. Bezoekers die hier aan meedoen, moeten proberen om bij keizer Otto II en zijn keizerin Theophanu te komen door op hun plaats te rennen, springen, bukken en meer (denk aan een combinatie van een Mario-spelletje en Subway Surfer). Het spel is overigens ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers.

Begeleidend programma

Naast de tentoonstelling in het museum zijn er nog vele andere mogelijkheden om dieper in het onderwerp te duiken. Zoals gezegd is er een tentoonstellingscatalogus, die rijk geïllustreerd is. Het is deels een traditioneel boek met objectbeschrijvingen, maar daarnaast bevat het ook veel interessante informatie die op een verhalende manier wordt verteld. Voor de geïnteresseerden is er een vierdelige podcastserie opgenomen, er zijn maandelijkse lezingen, kinderen kunnen tijdens de kerstvakantie deelnemen aan verschillende kinderactiviteiten en er wordt zelfs een middeleeuws schaaktoernooi georganiseerd!

Al met al een prachtige tentoonstelling die zeker de moeite waard is om te bezoeken. Allen naar Leiden!

Kunst / Expo binnenland

Woest aantrekkelijk en ongrijpbaar

recensie: Anselm Kiefer in Voorlinden

Kunst van Anselm Kiefer laat zich niet in een paar woorden vangen. Zijn monumentale oeuvre heeft een eigen beeldtaal en gelaagdheid waarin ruwe, onconventionele materialen en flarden Duitse geschiedenis, mythologie, poëzie en literatuur de kijker intrigeren en in het ongewisse laten. De door daglicht verlichte zalen van Voorlinden vormen het toneel voor de solotentoonstelling Bilderstreit, een selectie die veel nog niet eerder getoonde installaties, sculpturen, schilderijen en tekeningen omvat.  

‘Wat doet de kunstenaar? Hij legt verbanden. Hij knoopt onzichtbare draden tussen dingen. Hij duikt in de geschiedenis, of het nu de geschiedenis van de mensheid is, de geologische geschiedenis van de aarde of het begin en het einde van de zichtbare kosmos’, is een citaat van Anselm Kiefer (1945). Hij wil zijn creaties niet te veel duiden. De kunstenaar werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geboren en speelde als kind tussen de ruïnes van het naoorlogse Duitsland. Van het steen dat hij tussen het puin vond bouwde hij huizen. Ook later is hij altijd blijven bouwen en afbreken, met aandacht voor datgene wat in de maatschappij onbesproken bleef. In Voorlinden kun je nu een grote selectie van zijn werk bekijken.

De rode draad

Anselm Kiefer, Wolfsbohne – für Paul Celan, 2020 | emulsie, olie, acryl, schellak en krijt op doek | Private collection | foto: Georges Poncet

Met het reusachtige doek Wolfsbohne – für Paul Celan (2020) toont Kiefer een ruïne met trappen, waarboven een fragment van Celan staat geschreven. Volgens hem is Celan de enige dichter die het naoorlogse Duitsland weet te duiden en daarmee is zijn dichtkunst een grote inspiratiebron voor Kiefer. De enorme loden boekenkast die in dezelfde ruimte staat, verbeeldt hoe zwaar de geschiedenis soms kan zijn. Anselm worstelt met de vraag: wie zou ik zijn geweest ten tijde van de Tweede Wereldoorlog? Deze confronterende reflectie werkt door in zijn rebelse en vaak ongrijpbare kunst. Ik geef geen antwoord op je vragen, schreeuwen de werken, terwijl ze de andere keer zacht fluisteren over het bestaan van fantasie en hoop in een taal vol van symbolische verwijzingen.

Strohalmen

In Der Morgenthau – Plan ziet de kritische beschouwer in een enorm goudkleurig tarweveld een terracotta slang op het zand. De link met listig is snel gelegd en dat is met goede reden. In 1944 werd namelijk het Morgenthau Plan opgezet door de Amerikaanse minister van Financiën. Duitsland moest worden gedemilitariseerd, gedeïndustrialiseerd en veranderd in akkerland. Kiefer ziet in dat dit Hitler juist ‘hielp’ doordat hij zo doorvechten kon rechtvaardigen; immers door dit plan zouden anders miljoenen Duitsers sterven van de honger. Het werk laat duidelijk zien hoe pastoraal en idealistisch het idee was, maar tegelijkertijd laat het gouddruipende koren de angst zien voor een naderende hongerdood en een duistere oorlogsrechtvaardiging.

Experimenteerdrift

Wie dicht op een canvas van Kiefer staat, ziet waarom hij een meester is in het experimenteren. Verschillende materialen en technieken zorgen voor een haast spectaculaire textuurbeleving. Hij steekt zijn werk in brand of bewerkt het met zuur, bouwt op en breekt af, continu zoekende. Lijnen, nummers, citaten en materialen zoals hout, lood, ijzer en stro markeren zijn composities die zowel op afstand als van dichtbij, en vanuit verschillende invalshoeken, mateloos fascineren. De nummers kunnen coördinaten zijn die verwijzen naar de ruimtevaart maar associëren ook met de getatoeëerde nummers uit de concentratiekampen. Dikke klodders verf, soms ingekrast of juist in een opeenstapeling van kleuren, herinneren aan het palet van Van Gogh zoals ook Kiefers grote landschappen en zonnebloemen dat doen. Anselm heeft op 17-jarige leeftijd de rit naar Arles afgelegd om letterlijk in de voetsporen van de meester te treden.

Beladen

Op de wanden van Voorlinden kom je het rafelige handschrift van Kiefer met regelmaat tegen. In zwart noteert hij de mysterieuze titels van zijn installaties. In Zaal 6 bevindt zich een overdaad aan vitrines met objecten, met daarachter grote wandvullende werken. De vitrines zitten bomvol verwijzingen en verhalen die vragen oproepen. De verhalen lopen ook in elkaar over. De titels verwijzen onder andere naar sprookjes, mythen, natuurfenomenen en opera’s. Door de veelheid ervan is de ruimte haast te beladen geworden voor de kijker. Achter glas valt een metershoge toren op, opgebouwd uit doorgeroeste rolstoelen. Even verderop zien we een serie zelfgemaakte fietsen als drager van verschillende materialen, een speels motief in Kiefer’s oeuvre. Ze zijn overgoten met symboliek en belichamen tegelijk de dynamiek van zijn kunstenaarschap dat voortdurend in beweging is

Ongrijpbaar

In het donker staat een levensgrote ‘kijkdoos’ opgesteld, Winterreise, 2015-2020, vernoemd naar de liederencyclus van Schubert. Het is een theaterdecor met een bos waarin een oud ziekenhuisbed, paddenstoelen en namen van Duitse componisten en romantische, veelal nationalistische, schrijvers figureren. Indirect is het een verwijzing naar hoe de nazi’s het werk van deze figuren uit de romantiek hebben gebruikt om hun politieke agenda deels te rechtvaardigen. Het kwade en het schone leven in en met ons, laat het decor zien. De paddenstoelen en schimmels lijken hier ook naar te verwijzen: alles heeft een connectie met elkaar. Het winterse schouwspel dat is neergezet, laat je met vragen en uiteenlopende gevoelens naar huis keren. Net als het creatieve proces van Kiefer is ook de beschouwing van zijn werk voortdurend in beweging. Het is juist deze ruimte voor persoonlijke interpretatie die Bilderstreit zo interessant maakt.

 

Naast een tentoonstelling draait er ook een film in de Nederlandse en Belgische bioscopen over Anselm Kiefer. De film ‘Anselm’ is een intiem portret van de kunstenaar gemaakt door de Duitse filmmaker Wim Wenders. Je leest er meer over in de betreffende recensie van 8WEEKLY.

Kunst / Expo binnenland

Vijf generaties in beeld

recensie: Brueghel: de familiereünie
z91_7884Jan-Kees Steenman

Je zou het eerste schilderij waar je op de tentoonstelling Brueghel: de familiereünie in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch op stuit, de ouverture tot de expositie kunnen noemen. Het is de Allegorie op de schilderkunst van Jan Brueghel de Jonge.

Je ziet Bijbelse en mythologische verhalen uitgebeeld, portretten, een hond en een poes, boeken, schilderijlijsten, gereedschap op de grond en een tafel met een boeket dat wordt nageschilderd en zóveel meer. Met een beetje fantasie zou je kunnen zeggen dat hier de matriarch van de familie, Mayken Verhulst, op de voorgrond bezig is. Met nog veel andere schilders op de achtergrond. De naam van Mayken was tot nu toe nagenoeg onbekend.
Hoe de vijf generaties zich allemaal tot elkaar verhouden, valt uit de stamboom op de wand naast het schilderij op te maken.

Mayken Verhulst

Behalve schilderes is Verhulst ook ‘boeckprinter’, heeft ze na de dood van haar man de leiding over diens drukkerij en waakt ze over de nalatenschap van verschillende Brueghels. Zo kan het gebeuren dat je sommige details bij latere generaties weer tegenkomt. Zoals een witte omslagdoek met banen gekleurde stof (een joodse gebedsmantel?). Maykens man Pieter Coecke van Aelst schildert dat doek op zijn Drieluik met kruisiging, maar je komt hem ook tegen op Volkstelling te Bethlehem van hun kleinzoon Pieter Brueghel de Jonge.

Er is trouwens een hele zaal waarin originele schilderijen hangen naast wat navolgers ervan hebben gemaakt. En er is een zaal met schilderijen van Pieter Brueghel de Oude in de stijl van Jheronimus Bosch. Er hangt een vergrootglas naast, om details goed te kunnen bekijken. Verderop is een zaaltekst met een aanbeveling dat je, terwijl je naar het werk aan het kijken bent, je oog misschien kan laten vallen op ‘de verschuivingen in kleur, stijl en materialen’.
Dat is vaak duidelijk genoeg; zo is een schilderij uit het atelier van Pieter Brueghel de Jonge aanzienlijk fletser van kleur. Maar de details op de originele De boerenadvocaat zijn kostelijk. Ze doen qua humor zelfs een beetje denken aan de veel latere afbeeldingen van Marius van Dokkum. Dat is niet vreemd, want bij de Brueghels gaan het hogere en het aardse vaak samen …

Het hogere en het aardse

z91_8287

Zaaloverzicht met kunstkabinetten in de tentoonstelling ‘Brueghel: de familiereunie’, © Jan-Kees Steenman

… of ze nemen soms zelfs elkaars plaats in. Een mooi voorbeeld is de onlangs gerestaureerde Bloemenguirlande met de Heilige Familie en musicerende engel van Anna Maria Janssens, de vrouw van Jan Brueghel de Jonge. De plaats van Maria wordt later op een soortgelijk schilderij van Abraham Brueghel, zoon van Maria en Jan, ingenomen door een man; het humanisme vierde al geruime tijd hoogtij en met Abraham zijn we inmiddels zelfs al in de barok aangekomen.

De invloed van het humanisme blijkt ook uit de verzamelwoede die naar voren komt in de kabinetten uit het Antwerpen van de zeventiende eeuw. Met bloemen, insecten, schelpen, schilderijen, muziekinstrumenten en wat al niet meer. Het museum heeft er enkele nagebouwd. Helaas zijn er geen toelichtingen bij van wát er allemaal valt te zien, maar misschien is dat weer te detaillistisch.

Minder fijn komen in ieder geval de soundscapes met muziek over. Onder meer met een boertige dans van Tielman Susato, inclusief omgevingsgeluiden. De klank overheerst namelijk nogal en daar zijn echt andere oplossingen voor, zoals een geluidsdouche, waarbij het geluid wordt geconcentreerd op de plaats waar een bezoeker eronder gaat staan.

Dit zijn kleine, en wellicht persoonlijke kanttekeningen bij een meer dan geslaagde tentoonstelling. Want ik geef het je te doen: vijf generaties Brueghels in beeld brengen! In Den Bosch is het gelukt.

afb3
Kunst / Expo binnenland

Waar Britse royals en punk samenkomen

recensie: Royals & Rebels - British Fashion
afb3

Staan ze recht tegenover elkaar of hebben ze toch meer met elkaar gemeen dan gedacht? De tentoonstelling over Britse mode in Kunstmuseum Den Haag brengt in ieder geval de kleding van de Royals en de Rebels een stukje dichter naar elkaar toe.

WESTWOOD

Vivienne Westwood, voorjaar/zomer 2010 © Peter Stigter

Bij binnenkomst waan je je in een achttiende-eeuws interieur van misschien wel het Britse koningshuis, maar door de speakers klinken onder andere de Sex Pistols met ‘God Save The Queen’. Een groter contrast bestaat er bijna niet. De kostuums die hier worden getoond zijn daarnaast ook niet alledaags voor de Britse royals. De mannequins zijn namelijk gehuld in kleding van de iconische punk modeontwerpster Vivienne Westwood. Zij overleed vlak voor het einde van afgelopen jaar, maar heeft nog steeds een grote invloed op het hedendaagse modebeeld. ‘Bovendien is punk, in de huidige maatschappelijk onrustige tijden, weer springlevend’, wordt er geschreven in de inleidende tekst; is dit ook in de tentoonstelling terug te zien?

Liefde voor de Britten

Voor liefhebbers van het Britse koningshuis schiet de expositie zeker niet tekort. Zo zijn er een aantal stukken van prinses Diana te zien. Zoals een remake van de veelbesproken trui met het zwarte schaap en een zijden cocktailjurk met borduursel van zilverdraad die speciaal voor haar ontworpen werd. Diana werd gezien als stijlicoon, maar ze gebruikte haar outfits ook zeker om een statement te maken. Denk aan de schapentrui waarvan werd gedacht dat ze hiermee duidelijk wilde maken zich het ‘zwarte schaap’ van de koninklijke familie te voelen. ‘Zij was Royal, zij was Rebel en haar garderobe blijft tot de verbeelding spreken.’ Zoals in de zaaltekst wordt omschreven waren haar outfits een belangrijk onderdeel van haar identiteit.

De invloed van mannen(mode)

Hoewel mannenmode in modetentoonstellingen over het algemeen onderbelicht blijft, is er hier relatief veel aandacht voor. Zo had de Britse mannenmode een grote invloed op vrouwenkleding in de negentiende eeuw.

De tentoonstelling doet denken aan de succesvolle expositie Fashioning Masculinities: The Art of Menswear die vorig jaar in het Londense Victoria & Albert Museum te zien was. Hier speelde de Britse popartiest Harry Styles – die met zijn kledingkeuzes de hokjes tussen mannen- en vrouwenkleding probeert te doorbreken – een bijrol.

Ook in het Kunstmuseum hoor je medebezoekers praten over de invloed van Harry Styles met zijn parelkettingen en gelakte nagels, terwijl er hier geen outfit van hem te zien is. Hij is uiteraard niet de eerste en enige man die zich buiten de gebaande paden waagt, maar wel een groot voorbeeld vandaag de dag, waardoor grenzen steeds meer vervagen en meer uitgesproken menswear normaler wordt.

Samenkomst van werelden

afb2

Katherine Hamnett, T-shirt ‘Cancel Brexit’ (2018) en broek (ca. 1980-1990); T-shirt ‘We are all prostitutes’, ca. 1982/1983, Kunstmuseum Den Haag.
© Alice de Groot

De rijke Britse royals met hun statige kostuums tegenover de punkscene waarin met kleding statements worden gemaakt over maatschappelijke kwesties, zoals de Brexit. Twee werelden die ver uit elkaar lijken te liggen, maar uit deze tentoonstelling blijkt niets minder waar te zijn. Zo haalde Vivienne Westwood inspiratie uit kostuums gedragen door de royals en gaf ze deze een rebelse twist. Maar ook een jongere generatie ontwerpers, zoals de Schotse Charles Jeffrey Loverboy, die in zijn genderneutrale creaties de rebelse Schotse ruit terug laat komen, is te zien. Hierin komen Britse historie en rebellie samen. Het toont ook dat punk vandaag de dag nog springlevend is.

Kunst / Expo binnenland

Een moment met Ai Weiwei

recensie: Ai Weiwei - In Search of Humanity

Kalm komt hij de zaal binnenlopen. De fotografen staan klaar met hun camera’s voor de pers preview. Hij wacht even, poseert, en loopt vervolgens naar de talkshowachtige setting op het podium.

De mensen in de zaal worden steeds enthousiaster naarmate ze beseffen dat de wereldberoemde kunstenaar nu echt voor hun neus zit. Naast de professionele camera’s komen nu ook de mobieltjes tevoorschijn. Iedereen neemt foto’s. Als antwoord hierop begint Ai Weiwei met foto’s maken van het publiek. Ook op zijn telefoon. De aanwezigen lachen. Het interview geleid door de directeur van de Kunsthal, Marianne Splint, begint.

Het gesprek is als een wals. Waarbij nauwkeurig voorbereide onderwerpen bruut maar zorgzaam afgekapt worden met de sterke meningen van Weiwei. Zo waarschuwt hij ons voor ‘mainstream thinking’ in de media en benadrukt hij dat we allemaal zowel ‘goed’ als ‘slecht’ kunnen zijn. Oftewel, de keuze is aan ons. Ook het levensverhaal van Ai Weiwei komt aan bod, en zijn luchtig aandoende humor krijgt vrij spel. Splint geeft met haar vragen secuur vorm aan de gevatte ironie die het zware levensverhaal van Ai Weiwei omvat. Hierdoor ontvouwt zich, net als in de expositie, een mensenleven.

Grootste overzichtstentoonstelling tot nu toe

De Kunsthal heeft geen eigen collectie, maar vertelt verhalen. Dit keer het verhaal van Ai Weiwei. In Search of Humanity is de grootste overzichtstentoonstelling van de kunstenaar tot nu toe. Enkele bekende werken zoals de Sunflower Seeds en de Study of Perspective serie springen er bij binnenkomst meteen uit. Een grote slang gemaakt van kinderrugtasjes introduceert de volgende ruimte. Het indrukwekkende werk genaamd Snake Ceiling vertelt over de angstaanjagende aardbeving van 2008 in Sichuan waarbij duizenden kinderen om het leven kwamen. Een ander ontzagwekkend werk is de installatie Crystal Ball. De grote bal lijkt vol te zitten met zeewater. De zwemvesten gaan letterlijk gebukt onder het gevaarte. De wanhoop en de fysieke zwaarte die de mensen moeten doorstaan om te vluchten wordt voor een moment invoelbaar. De tentoonstelling heeft ook een persoonlijke kant. De tijd die Ai Weiwei in China in gevangenschap doorbracht heeft hij namelijk tastbaar gemaakt door zijn cel op ware grootte te repliceren.

Op zoek naar zichzelf

Het oeuvre van Ai Weiwei is binnen de muren van de Kunsthal overzichtelijk, maar verliest daarbij niks van haar grootsheid. Zijn persoonlijke zoektocht is duidelijk in zijn werk. Zo bediscussieert hij op een beeldende manier het lot van China’s culturele erfgoed, komt zijn worsteling met de politieke structuren van zowel China als van de westerse wereld naar voren en klinkt zijn drang naar gerechtigheid door om hen die geen stem hebben een stem te geven. Toch noemt Ai Weiwei zichzelf geen activist. Hij is vooral bezig met wat hij denkt en voelt dat hij moet doen in het moment. ‘Freedom of expression is an essential quality of life’, aldus de kunstenaar. En zo wordt in de visie van Ai Weiwei de kritische houding er een die ons allemaal zou moeten treffen als essentieel aspect van ons leven. Persoonlijke vrijheid en subjectieve expressie zijn volgens Ai Weiwei belangrijk bij de zoektocht naar jezelf in de wereld. Een uitspraak die lijkt te materialiseren in het moment dat hij ook van de pers foto’s maakt. Met een flinke scheut ironie, die een scherpheid van waarneming verklapt, en door de simpele act van het foto maken, gooit Ai Weiwei het gemaakte uit de sociale interactie weg, waardoor hij deelneemt aan het gesprek als mens van vlees en bloed.

Eerlijke kunst vraagt om eerlijke kijkers

Ai Weiwei’s kunst is naast een persoonlijke zoektocht, een uiting van betrokkenheid bij mensen en gebeurtenissen in de wereld. Dit blijkt niet alleen uit zijn werk, maar ook uit zijn aanwezigheid. Met deze betrokkenheid sluit hij ook het interview. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid naar elkaar. ‘Use you personal judgement rather than propaganda’, vertelt Ai. Deze woorden zijn ook treffend voor de tentoonstelling. Het werk nodigt uit om door een eerlijke lens bekeken te worden. Eerlijk in de zin van erkennen vanuit welke ‘echte’ problematiek het werk is voortgekomen ondanks dat de boodschap verpakt is in een ‘show’. De expositie is niet bedoeld voor bezoekers die louter komen om foto’s voor socials te maken. Nee, Weiwei’s kunst verlangt óók naar persoonlijke verantwoordelijkheid. Het vraagt om onafhankelijk nadenken zodat wij streven naar het menselijke in onszelf.

 

Kunst / Expo binnenland

Onverwacht en spannend

recensie: Stoel neemt stelling - Centraal Museum Utrecht

Het Centraal Museum bezit de meeste Rietveldstoelen ter wereld. Het is haar ambitie om een van de beste stoelenmusea van de wereld te worden. Deze missie wordt krachtig zichtbaar gemaakt in de tentoonstelling Stoel neemt stelling waarin ruim honderd makers figureren. Het Utrechtse museum brengt een ode aan de vormgeving van de stoel en belicht tegelijkertijd ook de symboliek en het maakproces aan de hand van de meest uiteenlopende ontwerpen.

Conservator Toegepaste kunst en vormgeving Natalie Dubois vond in ontwerper Joost van Bleiswijk de perfecte vormgever en medecurator van de tentoonstelling waarin ruim honderd stoelen bijzondere verhalen vertellen. ‘Stoel neemt stelling gaat niet alleen over bekende designstoelen, maar ook over gewaagde en experimentele stoelen, stoelen die een onverwacht verhaal vertellen en stoelen als kunstobject,’ zegt Bart Rutten, artistiek directeur van het museum. Naast recente aanwinsten worden ook bijzondere bruiklenen van verzamelaars en andere musea geëxposeerd.

Context

Gerrit Rietveld is het vertrekpunt. Met zijn grensverleggende ontwerpen brak hij met elke traditie. Je kunt in de tentoonstelling goed zien hoe makers zich door hem lieten inspireren. Er is ook ruimte voor een ander perspectief. Zo toont Victor Sonna dat iconen wat hem betreft plaatsgebonden zijn. Toen de Kameroens-Nederlandse kunstenaar in Mali was stonden de rietvelden in brand, een ecologische ramp waar niemand zich hier om leek te bekommeren. In Nobody gives a Shit about Rietveld in Mali (2018) bevraagt Sonna Rietveld met een voorstelling van diens stoel in een veld met riet.

Iconen

Er zijn mooie designklassiekers te zien van Michael Thonet, Charlotte Perriand en Eileen Gray. Het behang van de zaal sluit er naadloos op aan. De Wrapped armchair (1964-1965) van Christo en Jeanne-Claude is niet om op te zitten maar nog wel als stoel herkenbaar. Bruce Nauman zet de kijker aan het werk en laat met A Cast of the Space under my Chair (1965-1968) de stoel in zijn geheel weg. Het is niet meteen duidelijk waarom het goedkope plastic tuinmeubel zich mag mengen in dit illustere gezelschap. Lezing leert dat dit model door een non-profit organisatie werd verwerkt in maar liefst 1,3 miljoen rolstoelen. Zo maakt een stoel zonder naam ook geschiedenis.

Een nieuwe generatie

Anna Aagaard Jensen – A Basic Instinct, 2018
Collectie Centraal Museum, Utrecht
Foto: Ernst Moritz

De tentoonstelling biedt veel ruimte aan een nieuwe generatie ontwerpers. Voor Cross Cultural Chairs (2018) bezocht Matteo Guarnaccia de meest dichtbevolkte landen ter wereld. Met lokale makers vertaalde hij hun gewoontes, politiek en geschiedenis in acht stoelontwerpen, een artistieke reis die in een documentaire werd vastgelegd. Anna Aagaard Jensen’s sculpturale stoel uit 2018 is een fantastische aanwinst voor het museum. A Basic Instinct is een van de stoelen waarop je zelfs mag zitten, maar let op: alleen door wie zich als vrouw identificeert. Met haar ontwerp laat de Deense je vol zelfvertrouwen achteroverleunen en dat geheel wijdbeens zodat je de ruimte om je heen wel op moet eisen.

Houtflow

De tentoonstelling doet recht aan de creativiteit en experimenteerdrift van de kunstenaar. Aan de wand hangt de fotografische tekening The Chairs (2014), van de Britse alleskunner David Hockney. Hij bracht tweehonderd foto’s vanuit verschillende perspectieven samen in één compositie waarin de stoelen bijna tot leven komen. Tayeba Begum Lipi’s rolstoel van blinkende scheermesjes neemt op grillige wijze stelling tegen het geweld dat vrouwen in Bangladesh ondergaan. En Jeroen Junte ontwierp een stoel in Rietveld-stijl met het AI-programma Midjourney. Het werd uitgevoerd door Vakvrouwen en kreeg van ChatGPT de naam Houtflow mee.

Droog zitten

Diverse thema’s worden uitgediept waaronder duurzaamheid. Natuur en design komen prachtig samen in The Wiltshire chair (2000-2006) van het duo Alice en Gavin Munro, die letterlijk aan een wilgenboom groeide. De hoge poten van The Urge to Sit Dry (2018) van Boris Maas toont hoe hoog je nog droog kunt zitten wanneer de zeespiegel stijgt. Ook Kees Dekkers wil bewustzijn creëren. Hij laat het museumpubliek kiezen wat het meest ongemakkelijke afval is dat straks zijn transparante No Waste Chair mag vullen.

A seat at the table

Stil wordt het bij de stoel die pijnlijk leeg blijft. Jaarlijks zetten nabestaanden van de MH17-slachtoffers 298 lege stoelen neer voor de Russische ambassade in Den Haag. Ze eisen opheldering over wat er werkelijk gebeurd is. Met de krachtige NEIN chair uit 2017 ageert Tessa Koot tegen artistieke onderdrukking. De stoel die niet wordt aangeboden is het onderwerp van Spoken Word kunstenaar Roziena Salihu. Ze liet zich inspireren door Shirley Chisholm, de eerste vrouw van kleur die lid werd van het Amerikaanse congres. Ze eiste een plek op aan de tafel van het publieke debat en sprak de krachtige woorden: ‘If they don’t give you a seat at the table, bring your own folding chair’.

Kunstroof

Thierry Oussou, Impossible Is Nothing, 2016
Foto: Denise Hermanns

Symboliek speelt ook een rol in Impossible is Nothing (2016), een installatie van Thierry Ousso. Centraal staat de troon van de laatste koning van Dahomey, het huidige Benin. Dit symbool van macht werd in 1892 door Frankrijk geroofd en speelt nu een rol in een diplomatiek geschil. Ousso nam op onconventionele wijze deel aan het debat over geroofd erfgoed en authenticiteit. Hij liet in zijn geboorteland in het geheim een replica ingraven om deze een half jaar later met nietsvermoedende studenten kunstgeschiedenis en archeologie weer op graven. De troon is nog steeds onbereikbaar, zoals ook de replica die nu in het museum achter een muur van kijkgaten staat opgesteld.

 

Stoel neemt stelling is tot en met 14 januari 2024 te zien in het Centraal Museum in Utrecht.