Tag Archief van: landscape

Boeken / Fictie

Ergens op het kruispunt tussen klassiek en modern

recensie: Paul Verlaine (vert. Peter Verstegen) - Honderd gedichten

Paul Verlaine (1844-1896) is iemand die geregeld opduikt in de literatuurgeschiedschrijving, bijvoorbeeld omdat hij een grote invloed had op Martinus Nijhoff, een van de grondleggers van onze moderne poëzie.

Ondanks zijn grote naam is Verlaines werk vrij lang niet beschikbaar geweest in het Nederlands. De laatste bloemlezing, Een droom vreemd en indringend, dateerde alweer van 2002 en was al geruime tijd niet meer verkrijgbaar. Vergelijk dat eens met zijn minnaar Arthur Rimbaud, wiens verzamelde poëzie nog steeds in Nederlandse vertaling te koop is. Gelukkig is het boek uit 2002 als herziene uitgave opnieuw opgedoken, onder de titel Honderd gedichten.

Visueel


Honderd gedichten
is volgens de inleiding een keuze uit de ruim duizend (!) gedichten die van Verlaine bekend zijn, waarvan een flink deel niet al te interessant zou zijn. De selectie die in deze nieuwe bloemlezing gepresenteerd wordt, doet in elk geval representatief aan. Ze vertegenwoordigt de verschillende gedaantes van deze dichter: Verlaine als decadent, als chroniqueur van heteroseksuele, homoseksuele  en lesbische liefdes, als neoclassicus, als vormvernieuwer, enzovoort. Verlaine de christen komt er echter bekaaid vanaf. Er is opvallend genoeg maar één gedicht uit Sagesse vertaald, terwijl die bundel verschillende keren in de aantekeningen genoemd wordt. Vertaler Peter Verstegen excuseert zich hier weliswaar voor; de christelijke lyriek van Sagesse ligt hem naar eigen zeggen niet, maar opvallend blijft het wel.

De (hernieuwde) kennismaking met Verlaine is opvallend fris. In tegenstelling tot dat van veel van zijn tijdsgenoten, is zijn werk nauwelijks gedateerd, maar zonder te verraden dat het niet in deze tijd is geschreven. Verlaines poëzie is geregeld modern op een manier waarop die van Nijhoff en Rimbaud ook modern is: door een nadruk op het visuele, het plastische. De beklemmende of geestverruimende waanbeelden van Rimbaud zijn ver weg, maar in Honderd gedichten is menig fraai beeld te vinden:

Schelpen, in de grot ingebed
Waar wij elkaar in de armen vielen,
Ze hebben elk hun eigenheid.

[…]

Die [schelp] heeft de gratie van je oortje
Knap nagebootst en die het roze
Van jouw mooi halsje, ’t dikke, korte;

Maar er was er een die me deed blozen.

Veel van de technieken die Verlaine gebruikt zijn inmiddels gemeengoed in de Nederlandse én internationale poëzie, maar doen nog steeds fris aan. Hij maakt onder meer van de buitenwereld een spiegeling van de binnenwereld van de ‘ik’, zoals in zijn bekendste gedicht, dat begint met de regels ‘Weer huilt het in mijn hart / Zoals het buiten regent’. Nijhoff bijvoorbeeld nam dit procedé over van Verlaine. Opvallend modern aan Verlaines gedicht is overigens dat hij zich niet zozeer op een natuur-, maar een stadsbeeld beroept: ‘O zacht regengeluid / Op straat en op de daken!’ Zo bevindt deze poëzie zich op een kruispunt tussen klassiek aandoend (natuurbeelden) en modern (geen ongerepte natuur: de mens is duidelijk aanwezig).

Voorbeeldige uitgave

De aantekeningen achter in de bundel zijn van niveau. Vertaler Verstegen geeft per bundel iets korts weer over het boek waar de gedichten uitkomen. Per gedicht geeft hij vaak een parafrase van de inhoud, verklaart hij de mogelijk duistere verwijzingen en haalt hij en passant enkele vertaalmoeilijkheden aan. Daarnaast krijgt de lezer tussendoor ook een beknopte biografie van Verlaine mee, en dat is erg fijn gezien de beste man een fascinerend leven had.

Op het grotendeels afwezig zijn van Verlaines christelijke poëzie na, is Honderd gedichten een voorbeeldige uitgave van vertaalde, non-contemporaine poëzie. Als honderd gedichten plus uitvoerig commentaar je het gevoel geven dat je echt een overzicht van Verlaines oeuvre hebt gekregen, is deze bloemlezing al geslaagd. Dat oeuvre blijkt bovendien divers, rijk en nog altijd uiterst leesbaar te zijn.

Boeken / Fictie

Ergens op het kruispunt tussen klassiek en modern

recensie: Paul Verlaine (vert. Peter Verstegen) - Honderd gedichten

Paul Verlaine (1844-1896) is iemand die geregeld opduikt in de literatuurgeschiedschrijving, bijvoorbeeld omdat hij een grote invloed had op Martinus Nijhoff, een van de grondleggers van onze moderne poëzie.

Ondanks zijn grote naam is Verlaines werk vrij lang niet beschikbaar geweest in het Nederlands. De laatste bloemlezing, Een droom vreemd en indringend, dateerde alweer van 2002 en was al geruime tijd niet meer verkrijgbaar. Vergelijk dat eens met zijn minnaar Arthur Rimbaud, wiens verzamelde poëzie nog steeds in Nederlandse vertaling te koop is. Gelukkig is het boek uit 2002 als herziene uitgave opnieuw opgedoken, onder de titel Honderd gedichten.

Visueel


Honderd gedichten
is volgens de inleiding een keuze uit de ruim duizend (!) gedichten die van Verlaine bekend zijn, waarvan een flink deel niet al te interessant zou zijn. De selectie die in deze nieuwe bloemlezing gepresenteerd wordt, doet in elk geval representatief aan. Ze vertegenwoordigt de verschillende gedaantes van deze dichter: Verlaine als decadent, als chroniqueur van heteroseksuele, homoseksuele  en lesbische liefdes, als neoclassicus, als vormvernieuwer, enzovoort. Verlaine de christen komt er echter bekaaid vanaf. Er is opvallend genoeg maar één gedicht uit Sagesse vertaald, terwijl die bundel verschillende keren in de aantekeningen genoemd wordt. Vertaler Peter Verstegen excuseert zich hier weliswaar voor; de christelijke lyriek van Sagesse ligt hem naar eigen zeggen niet, maar opvallend blijft het wel.

De (hernieuwde) kennismaking met Verlaine is opvallend fris. In tegenstelling tot dat van veel van zijn tijdsgenoten, is zijn werk nauwelijks gedateerd, maar zonder te verraden dat het niet in deze tijd is geschreven. Verlaines poëzie is geregeld modern op een manier waarop die van Nijhoff en Rimbaud ook modern is: door een nadruk op het visuele, het plastische. De beklemmende of geestverruimende waanbeelden van Rimbaud zijn ver weg, maar in Honderd gedichten is menig fraai beeld te vinden:

Schelpen, in de grot ingebed
Waar wij elkaar in de armen vielen,
Ze hebben elk hun eigenheid.

[…]

Die [schelp] heeft de gratie van je oortje
Knap nagebootst en die het roze
Van jouw mooi halsje, ’t dikke, korte;

Maar er was er een die me deed blozen.

Veel van de technieken die Verlaine gebruikt zijn inmiddels gemeengoed in de Nederlandse én internationale poëzie, maar doen nog steeds fris aan. Hij maakt onder meer van de buitenwereld een spiegeling van de binnenwereld van de ‘ik’, zoals in zijn bekendste gedicht, dat begint met de regels ‘Weer huilt het in mijn hart / Zoals het buiten regent’. Nijhoff bijvoorbeeld nam dit procedé over van Verlaine. Opvallend modern aan Verlaines gedicht is overigens dat hij zich niet zozeer op een natuur-, maar een stadsbeeld beroept: ‘O zacht regengeluid / Op straat en op de daken!’ Zo bevindt deze poëzie zich op een kruispunt tussen klassiek aandoend (natuurbeelden) en modern (geen ongerepte natuur: de mens is duidelijk aanwezig).

Voorbeeldige uitgave

De aantekeningen achter in de bundel zijn van niveau. Vertaler Verstegen geeft per bundel iets korts weer over het boek waar de gedichten uitkomen. Per gedicht geeft hij vaak een parafrase van de inhoud, verklaart hij de mogelijk duistere verwijzingen en haalt hij en passant enkele vertaalmoeilijkheden aan. Daarnaast krijgt de lezer tussendoor ook een beknopte biografie van Verlaine mee, en dat is erg fijn gezien de beste man een fascinerend leven had.

Op het grotendeels afwezig zijn van Verlaines christelijke poëzie na, is Honderd gedichten een voorbeeldige uitgave van vertaalde, non-contemporaine poëzie. Als honderd gedichten plus uitvoerig commentaar je het gevoel geven dat je echt een overzicht van Verlaines oeuvre hebt gekregen, is deze bloemlezing al geslaagd. Dat oeuvre blijkt bovendien divers, rijk en nog altijd uiterst leesbaar te zijn.

Muziek / Concert

Wat een zeldzaam talent

recensie: Benjamin Clementine

Na een moeilijke maar inspirerende periode in zijn leven, toert Benjamin Clementine door Europa. Aan de vooravond van het verschijnen van zijn debuutalbum oogst hij daarmee het nodige succes.

De zesentwintigjarige Ghanese Benjamin Clementine is geboren en getogen in Londen en groeide op in de wijk Edmonton. Hij belandde rond zijn negentiende jaar onder een van de bruggen in Parijs en leefde daar enkele jaren als clochard. De muzikant Clementine was autodidact en voorzag in zijn levensonderhoud door in verschillende bars piano te spelen. In 2012 werd hij ontdekt door een muziekagent en belandde via die weg in het programma van Jools Holland. Hij werd zelfs door Sir Paul McCartney aangemoedigd om zijn muzikale carrière voort te zetten.

Overdonderend applaus
De nieuwe zaal van Doornroosje is gevuld met stoelen. Op verzoek van de artiest is het een zogenaamd ‘seated concert’. Op het toneel staat een grote zwarte vleugel met een barkruk en een microfoon. Een spot verlicht enkel dat gedeelte van het podium. Het plaatje is compleet als het zaallicht dooft en iedereen muisstil wacht op wat komen gaat. Het duurt zeker een minuut voordat Benjamin Clementine, gehuld in een lange zwarte trenchcoat en een zwart/grijze legging, op blote voeten het podium betreedt terwijl het applaus aanzwelt. Nadat Clementine zijn positie heeft ingenomen – half hangend op de barkruk, waarbij zijn armen zich moeten strekken om met de vingers de toetsen van de vleugel te kunnen raken – neemt hij rustig de tijd voordat hij het eerste lied ten gehore brengt. Na iedere compositie is het applaus overdonderend – en dat terwijl het publiek van de meeste liedjes nooit eerder een noot heeft gehoord!

Sinds 2013 zijn er twee EP’tjes verschenen van de met een zware tenorstem gezegende Benjamin Clementine. Cornerstone kwam half 2013 uit en in augustus van dit jaar volgde Glorious You. Maar beide zijn in ons land nooit verkrijgbaar geweest. Wel stond Clementine een paar dagen eerder in De Wereld Draait Door gedurende de bekende ‘één minuut’.

~

Verpletterende indruk
Benjamin Clementine speelt als tweede lied van de setlist het nummer met de titel ‘Cornerstone’: een aangrijpend relaas over zich eenzaam voelen in een huis dat hij het zijne mag noemen. Hij vertelt tijdens de show op zijn kenmerkende zachtjes pratende, verlegen wijze dat de meeste van zijn liedjes geïnspireerd zijn door zijn tijd als clochard in Parijs. Toch zijn er op beide EP’s ook liedjes aan te wijzen die teruggrijpen naar zijn leven in Londen en Edmonton. Clementine speelt louter eigen materiaal dat we terug zullen horen op zijn aanstaande debuutalbum getiteld At Least For Now.

De subtiele belichting vergroot de charismatische Benjamin Clementine uit, die geniet van het daverende applaus. Dat laat hem terug in zijn schulp kruipen, want hij richt zich haast fluisterend tot het publiek wanneer hij vraagt om interactie. Terwijl hij zichzelf virtuoos begeleidt op de vleugel, maakt zijn muziek gebruik van de stilte als een extra instrument en dimensie om zijn melodieën en teksten extra kracht bij te zetten. Op één uitzondering na, voelt het publiek die stiltes perfect aan door te wachten met applaudisseren.

Met hoogtepunten als ‘Woman’, ‘I Won’t Complain’, ‘Condolence’ en het machtige ‘Adios’ – waar hij van kopstem in één stap naar zijn laagste tonen schiet – laat Clementine in Nijmegen een verpletterende indruk achter. Wat een enorm zeldzaam talent!

Boeken / Fictie

Nuchtere ode

recensie: Paolo Giordano (vert. Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd) - Het zwart en het zilver

Met zijn wonderschone debuut in 2008 legde Paolo Giordano de lat zodanig hoog dat de druk op zijn schouders in zijn tweede roman voelbaar was. In Het zwart en het zilver lijkt hij daarvan bevrijd.

Zijn tweede roman, Het menselijk lichaam, weliswaar een mooi boek, miste toch de magie van De eenzaamheid van de priemgetallen. Het verhaal was zoveel groter, letterlijk verder gezocht, dat de precisie van zijn debuut ontbrak. Giordano maakte er in interviews ook geen geheim van dat het een zware bevalling was:

Ik schreef om te bewijzen dat ik het succes waard was, wat me eerlijk gezegd een jaar lang alleen waardeloze tekst heeft opgeleverd. Ik was alleen maar met mijn hoofd aan het schrijven. Ik voelde er niets bij.

Het valt hem hoe dan ook te prijzen dat hij na die vliegende start andere wegen in is geslagen, niet heeft geprobeerd nog zo’n zelfde boek te schrijven. Giordano blijft zichzelf uitvinden, aan de lezer de eer om dat proces van dichtbij te volgen.

Ziektebed

In Het zwart en het zilver vindt de Italiaan zichzelf meer dan ooit uit als stilist. De korte roman, met een flinterdunne verhaallijn, is heel geconcentreerd en goed geschreven. Een oudere vrouw, ‘Signora A.’, overlijdt aan kanker en heeft in de jaren voor haar dood een verlichtende rol gespeeld voor een jong en druk gezin. 

Het is geen romantisch beeld van een ziektebed, geen situatie waarin mensen dichter bij elkaar komen of leren de kleine dingen in het leven meer te waarderen. Nee, vanaf het moment dat Signora A. ontdekt dat ze ziek is drijft ze bij iedereen vandaan, keert ze de levenden haar rug toe. Het verhaal is vooral een herinnering aan de gezonde, sterke vrouw die ze was. Een nuchtere ode.

Levenssap

Hoewel Het zwart en het zilver misschien een minder beeldende titel is dan De eenzaamheid van de priemgetallen, is de titelverklaring van een vergelijkbare schoonheid. Een lang citaat, maar wel een die de sfeer van de roman perfect vangt:

Ik sta stil bij de door Galenus geopperde overeenkomst tussen kanker en melancholie, die beide veroorzaakt worden door een teveel aan zwart levenssap. Terwijl ik dit lees, is het net alsof ik het kleverige sap, een stroom teer, door mijn lymfatisch systeem voel stromen, waardoor het verstopt raakt. (…) Ik denk dat de stewardess geen idee heeft van het zwarte levenssap, zoals trouwens ook Nora, die tegen mijn schouder gevlijd ligt te slapen, er weinig van weet. Uiteindelijk zijn we bijna nooit gelukkig of ongelukkig door wat ons overkomt, we zijn het een of het ander afhankelijk van het levenssap dat in ons stroomt, en het hare is vloeibaar zilver, het witste van alle metalen, de beste van alle geleiders, het metaal dat het felst weerkaatst. 

Mooie zinnen, nauwkeurig en weloverwogen. Zo is de roman van de eerste tot de laatste zin; een klein kunstwerkje. Wat ontbreekt is een zekere urgentie, een spanningsboog die het verhaal aangrijpend maakt. Alleen maar verder lezen omdat het zo mooi is, voelt toch deels een gemiste kans. Maar zo mooi is het dus wel. Ik verheug me nu al op zijn volgende roman. 

Theater / Voorstelling

Dansende Hersenschimmen

recensie: Vader door Peeping Tom

.

De mentale aftakeling van een bejaarde vader lijkt niet meteen het meest voor de hand liggende onderwerp voor een dansvoorstelling. Toch wist het Brusselse danstheatercollectief Peeping Tom uit dit gegeven een visueel verbluffende en bij vlagen hilarische voorstelling te puren die voortdurend de grens tussen perceptie en werkelijkheid opzoekt.

De vader als archetype
Het werk van Peeping Tom wordt vaak in verband gebracht met de films van David Lynch, en dat is niet zonder reden. Beide zijn namelijk meesters in het creëren van een unheimlich universum waarin droom en realiteit door elkaar lopen en niets is wat het lijkt, een wereld die opvallend goed aansluit bij de belevingswereld van een dementerende bejaarde. Vader speelt zich dan ook af in de steriele bezoekersruimte van een verzorgingstehuis, waar de aanwezige senioren hun tijd verdoen tot de dood hen komt halen. Hier komt een overwerkte zoon zijn vader Leo afleveren en zien we Leo langzaam vergeten wie hij ooit was.

Wat onschuldig en humoristisch begint met rolstoelraces en het inpalmen van de vrouwelijke patiënten, verandert in de loop van de voorstelling in een bedrieglijk spel met de realiteit. Door de verdubbeling van personages, tekstuele herhalingen en absurde choreografieën die voortvloeien uit dagelijkse activiteiten zoals het aantrekken van een jas of het schrobben van een vloer wordt niet alleen bij het hoofdpersonage, maar ook bij de toeschouwer een gevoel van vervreemding en ‘dementie’ opgeroepen. Hoe meer Leo zijn eigen identiteit verliest, hoe meer hij uitgroeit tot een archetypische vaderfiguur voor iedereen in het tehuis. Bijgestaan door een koor van bevallige oude dames en even nukkige als liefdevolle zusters is Leo tegelijkertijd zowel een object van frustratie, haat en verdriet, als een charmeur en entertainer die de aanwezigen regelmatig trakteert op een muzikaal intermezzo.

Schemerzones van het bewustzijn
Deze muzikale acts, ingebed als seniorenvermaak, vormen de belangrijkste structurerende factor in de voorstelling en weerspiegelen de mentale toestand van Leo. Niet alleen hij, maar vrijwel het gehele ensemble beklimt het podium en schotelt ons een muzikale mix voor waarin werkelijk alles voorbijkomt: van zwoele bossanova en Koreaanse liefdesliedjes tot de ultieme candlelight-klassieker  ‘Feelings’ van Morris Albert. Hoewel de voorstelling door deze anekdotische structuur bij momenten een wel erg sketchmatig karakter krijgt, slaagt Peeping Tom er op deze manier in om het moeilijke thema dementie op een bijzonder lichtvoetige wijze te behandelen en ogenblikken van ontroering te koppelen aan momenten van hilariteit, zonder daarbij onethisch of oneerbiedig te worden.

Ook weet de voorstelling op indrukwekkende wijze een staat van zijn op te roepen waarin voor de toeschouwer het onderscheid tussen normaal en abnormaal gedrag en tussen fantasie en realiteit steeds slechter te maken is. Het danstheater van Peeping Tom is op zijn best in het evoceren van dit soort schemerzones van het bewustzijn. In hun surrealistische choreografieën worden niet alleen verwachtingspatronen van ‘normaal’ gedrag, maar ook van ‘normale’ bewegingen voor het menselijk lichaam voortdurend doorbroken. De absurdistische toon van het stuk contrasteert fel met het hyperrealistische, filmische decor, dat echter tegelijkertijd magische kantjes heeft en de spelers voortdurend tegenwerkt. Vader speelt een spel met de verbeelding en de verwachting van de toeschouwer en schotelt hem een reeks sterke beelden voor die steeds weer weten te verrassen. De voorstelling is dan ook een lust voor het oog dat ervan houdt om af en toe op het verkeerde been gezet te worden.                          

 

Boeken / Non-fictie

Ware veldslag

recensie: Rachel Franse - De slag om de gast

.

De slag om de gast leest als een thriller: redt Franse het vandaag om de perfecte gast te regelen of is iemand anders haar voor?

Kaper op de kust
Het leven als nieuwsredacteur bij Pauw&Witteman is niet gemakkelijk. Franse draait regelmatig dagen van negen uur ’s ochtends tot twee uur ’s nachts en dan checkt ze in haar vrije tijd ook nog het nieuws. Voortdurend is ze op zoek naar dé nieuwsgast van het moment, waarbij ze behending omspringt met concurrerende nieuwsprogramma’s, vrouwenquota en tegenvallende gasten. En daarbij gaat ze ver, heel ver; zo ver dat Nieuwsuur haar beschuldigt van ontvoering wanneer ze journaliste Rena Netjes een hele dag achtervolgt om haar weg te kapen voor concurrent Nieuwsuur nadat die terugkomt uit Egypte vanwege een terreuraanklacht. Zoals bij elke slag vallen er slachtoffers. Netjes schuift uiteindelijk toch aan bij de concurrent.

Vrouwen en hooligans
Franse geeft in haar met anekdotes doorspekte boek een mooi kijkje in de keuken van een van Nederlands populairste nieuwsprogramma’s. Zo willen Pauw&Witteman bij voorkeur dat hun gast niet dezelfde avond nog ergens anders aanschuift en doen ze hard hun best een ‘vrouwenquotum’ te stellen, hetgeen door vrouwen zelf bemoeilijkt wordt. Die zijn vaak verlegen en schuiven alsnog een mannelijke collega naar voren.

Een goede thriller bestaat bij de gratie van af en toe een humoristisch moment, en ook daarin voorziet Franse ruimschoots. Wat te denken van de groep hooligans die op een dag de studio bevolkt om een van hun leden in de uitzending te ondersteunen? Franse laat bier aanrukken, hetgeen de gemoederen alleen maar verder verhit. ‘Hey benen!’, roept er een. Bitterballen blijken effectiever. Ook aan bekende Nederlanders onbreekt het niet. Franse investeert een jaar om Diederik Stapel naar de studio te krijgen, drinkt zelfs koffie met zijn vrouw, maar slaagt uiteindelijk niet. Of wat te denken van Bram Moscowitz, een van haar favoriete gasten; Franse is degene die hem spreekt wanneer hij uit zijn ambt is gezet en hem de uitslag telefonisch mededeelt.

De meningen over Franse zelf zijn verdeeld. Villamedia noemt haar een ‘Pitbull op pumps’ en Witteman zelf omschreef haar als ‘de meest gehaaide redacteur met wie hij heeft gewerkt, overigens louter positief bedoeld’. Ach, zegt ze zelf, ‘Ik ben best een aardig mens. Alleen voor mijn werk zet ik soms die aardigheid even opzij.’

Boeken / Fictie

Over schoonheid en dingen die voorbij gaan

recensie: Silvia Avallone - Marina Bellezza

Een verveelde dorpsmeid met sterallures en een koppige burgemeesterszoon die in alle eenzaamheid kaas wil maken. Je zou ze niet bij elkaar zetten maar ze zijn de hoofdpersonen in Silvia Avallone’s tweede roman Marina Bellezza, die leest als een moderne en maatschappijkritische Romeo & Julia.

De bijna 600 pagina’s tellende roman speelt zich af in de provincie Biella, in het Noordoosten van Italië waar ook de schrijfster zelf vandaan komt. Afgesloten van de rest van Italië door bergen en slechte infrastructuur is de regio langzaam leeggelopen, en wie er nog woont heeft doorgaans geen geld, een alcoholprobleem en in slaap gesuste dromen. Andrea Caucino en Marina Bellezza zijn anders, of misschien ook niet.

Vallende sterren
Marina is geboren uit een tienermoeder die al gauw een alcoholprobleem ontwikkelde, en daardoor stelselmatig de belangrijke dingen in haar dochters leven vergeet. Marina’s held is haar vader, maar die is bijna altijd weg op louche zakentrips.

Als Marina als jong meisje gecast wordt voor een reclamespotje, is de kiem gelegd voor een zangcarrière: ze zal een ster worden. Ze is grillig, hautain en onhandelbaar, maar ongelooflijk mooi en getalenteerd. Bovendien is ze vastbesloten de aandacht te krijgen die ze nooit van haar ouders kreeg. Ze zoekt die in haar beroemdheid, maar vindt die eigenlijk bij Andrea, wiens hart ze keer op keer breekt.

Andrea is ogenschijnlijk onder een beter gesternte geboren; als zoon van een rijke burgemeester en advocaat. Hij staat echter al zijn hele leven in de schaduw van zijn succesvolle broer die naar Amerika is geëmigreerd, met wie hij al van jongs af aan geen omgang weet te vinden. Zijn droom: het in ere herstellen van de boerderij van zijn liefhebbende grootvader om er koeien te houden en kaas te maken.

Andrea wil zich verschuilen in de bergen, Marina wil daar juist mee breken om de wereld te veroveren maar terwijl beiden hun dromen najagen trekken krachten hen steeds naar elkaar toe, van elkaar af en in onvermoede richtingen. Deze krachten vormen de spil van het verhaal.

Vervallen schoonheid
Elsa, een vriendin van hen beiden, droomt ervan een politieke partij op te richten om de verwilderde vallei weer nieuw leven in te blazen. Door dezelfde krachten die Andrea en Marina naar elkaar toe trekken en uit elkaar blazen komt deze droom echter ook niet van de grond – en misschien is dit inderdaad een verloren zaak. Het verhaal van Andrea en Marina is er namelijk niet alleen een van een gedoemde liefde maar ook een van Italië dat aan zichzelf ten onder lijkt te gaan. De manier waarop Marina zichzelf en alles van waarde verliest in de glamourfaçade van de showbizz reflecteert de poppenkast van de politiek en de populariteit van het enorme scala vrij stompzinnige spelprogramma’s op de Italiaanse tv. (Jeugd)werkloosheid, verval van het wegennetwerk en de kloof tussen Noord- en Zuid-Italië en tussen de dorpen en de steden zijn aan de orde van de dag. De economie ligt overhoop, fabrieken staan leeg – geen wonder dat Avallone Marina’s verhaal vertelt met steeds donkere vooruitblikken op de onvermijdelijke ondergang.

Verteld in de driehoeksverhouding tussen Andrea, Marina en Elsa drukt ze de neus op de feiten: Italië is onmiskenbaar in crisis en hoe het land er ooit uit moet komen is niet duidelijk.

Diamonds in the Sky
Een paar dingen hadden anders gemogen aan de roman. Marina zingt veel popsongs bij haar optredens. Deze eigentijdse nummers en songteksten van Rihanna of Bruno Mars doen af aan de eeuwigheidswaarde, alhoewel ze anderzijds ook het failliet van het land en de liefde benadrukken, en het contrast met de afbrokkelende eeuwige bergen.

Ook Marina’s voortdurend herhaalde wensen, verlangens en grillen halen het tempo regelmatig uit het verhaal. Marina Bellezza is hierdoor bij vlagen wat langdradig maar vooral een prachtig liefdesverhaal en een relaas van de ondergang van Italië.

Muziek / Album

Keurige, maar overtuigende alternatieve hiphop

recensie: DELS - Petals Have Fallen

Er wordt veel hiphop gemaakt door rappers en producers die zich niet conformeren aan het beeld dat velen van hen helaas nog van het genre hebben. Zulke dwarse, avontuurlijke hiphop verschijnt op fraaie labels als Rhymesayers en Big Dada. Op dat laatste label is ook het nieuwe album van DELS verschenen, dat laat horen dat het zeker niet alleen puur goud is dat er in de donkere krochten van het genre te vinden is.

het nieuwe album van DELS verschenen, dat laat horen dat het zeker niet alleen puur goud is dat er in de donkere krochten van het genre te vinden is.

Petals Have Fallen is gewoon een oerdegelijke alternatieve hiphopplaat geworden. De ingrediënten zijn bekend, qua muziek, raps en teksten. Productioneel doet de muziek vaak bekend aan: donkere beats, veel synths, zware bassen, en af en toe een scheut echo waardoor het geheel lekker ruimtelijk klinkt. Ook de raps zijn in orde, maar wel weinig spectaculair: DELS heeft een zwaar Brits accent, maar dat hebben zoveel van zijn rappende landgenoten al. Ook tekstueel is hij in orde, maar niet heel verrassend: vaak associatief, soms straightforward en emotioneel, en altijd zonder het n-woord, bitches of bling.

Verantwoord


Kortom, DELS maakt verantwoorde hiphop voor mensen die om welke reden dan ook verder willen kijken dan de mainstream. In dat genre is Petals Have Fallen ook gewoon een prima introductieplaat. Wie al vaker in het hoekje donkere hiphop heeft gesnuffeld zal weinig nieuws aantreffen. Het geheel mist een echt eigen smoel en dat is in deze tak van de sport toch wel een gemis. Ter vergelijking: DELS’ platenlabelmaatje Busdriver maakt zulke heerlijke muziek omdat zijn manier van rappen, zijn teksten én zijn beats ontzettend excentriek zijn.

Eerlijk is eerlijk, toch zit Petals Have Fallen prima in elkaar. Hoe keurig de muziek soms ook klinkt, de nummers zijn in orde. Ze worden nergens briljant, maar zijn ook nooit ondermaats. Bovendien is er aandacht besteed aan de opbouw: rond de helft van het album dreigen de rustigere nummers wat eenvormig te worden, maar gelukkig wordt juist dan het tempo opgeschroefd. ‘Pack of Wolves’ komt met zijn aanstekelijke ritme en refrein zelfs in de buurt van een potentiële undergroundhit. Ook ‘RBG’ en ‘Bird Milk’ zijn prettige, wat drukkere nummers met een heel licht rockrandje.

Rockesthetiek


DELS leunt weliswaar op synthesizers en niet zozeer op gitaren, toch hebben zijn nummers vaak een rockmuziek-achtige structuur. Vooral in de drukkere nummers valt dat op. In plaats van hooks van een paar regels kiest DELS voor ‘echte’ refreinen. Bovendien blijven de beats geen loops die het hele nummer lang herhaald worden, maar veranderen ze steeds subtiel. DELS maakt liedjes met kop en staart. Natuurlijk, helemaal nieuw is dat niet, maar de esthetiek overtuigt wel. Het fraaie ‘Lost for Words’ is bovendien een hoogtepunt van die werkwijze. In dat nummer wordt naar een subtiele climax gewerkt. De tekst over een overleden vriend is wel erg rechtdoorzee (‘I’m lost for words / I can’t even believe I’m writing this verse’), maar de meeslepende muziek ondersteunt het vertelde verhaal.

Hoewel er het een en ander aan te merken is op Petals Have Fallen, is het toch een prima plaat geworden. De originaliteitsprijs verdient DELS niet, maar hij heeft wel potentie. Als hij de volgende keer meer zijn eigen smoel laat zien, dan komt het zeker goed met hem.

 

Boeken / Non-fictie

Opkomst van een nieuw paradigma

recensie: Alex Pentland (vert. Ineke van den Elskamp) - Sociale big data

We laten met onze mobieltjes en op sociale netwerken voortdurend digitale broodkruimels achter. Wanneer deze broodkruimels massaal verzameld zijn en met geavanceerde technologie bewerkt worden, krijgen we een gedetailleerd inzicht in ons collectieve en individuele gedrag. Dit levert bruikbare kennis voor een nieuwe, meer autonome samenleving. Welkom in de eenentwintigste eeuw.

Eerder dit jaar bracht de Nederlandse filosoof Jos de Mul het boek Kunstmatig van nature uit. Hierin schetst hij drie toekomstbeelden waar de snelle ontwikkelingen in de technologie ons in afzienbare tijd zullen brengen. Een van die toekomstbeelden is de zwermintelligentie. Het boek Sociale big data van Alex Pentland geeft vorm aan dit idee. Pentland is professor aan het Massachusetts Institute for Technology (MIT) en de big data expert van het World Economic Forum.

Nu we met zeer geavanceerde techniek en wiskunde tot op detail het menselijke handelen in kaart kunnen brengen, kunnen we hiermee tevens ons gedrag en handelen efficiënter sturen. Pentland heeft een boek geschreven dat een handleiding geeft voor de nabije toekomst. Wat werkt nu in de sociale context en wat niet?

In het begin heeft Pentland onvermijdelijk zijn jargon uit te leggen. Dit doet hij aan de hand van enkele experimenten die hij met een team aan het MIT heeft uitgevoerd. Droge stof, maar wanneer die kennis eenmaal toegepast wordt op organisaties, steden en samenlevingen, doemt een nieuwe wereld op. Een wereld met ongekende mogelijkheden en dagdromen die werkelijkheid kunnen worden.

Vier pilaren
Wil je dat een bedrijf, een stad of een samenleving optimaal functioneert, dan staan er vier pilaren centraal: exploratie, betrokkenheid, diversiteit en vertrouwen. Zo maakt Pentland de mens weer tot een samenwerkend groepsdier, hetgeen de Amerikaanse socioloog Richard Sennett eerder dit jaar in zijn nieuwste boek Together eveneens bepleitte.

Het blijft niet bij deze vier pilaren. Als het aan de Pentland ligt, geeft hij de macht die nu gedragen wordt door de overheden en grote instituties terug aan de burger. De toekomst ontstaat door samenwerking van onderaf, door zelfgeorganiseerde gemeenschappen en sociale bewegingen. Wie regelmatig Tegenlicht volgt, zal de boodschap van de auteur bekend in de oren klinken.

Afscheid van heilige huisjes
De nieuwe inzichten die Pentland aan de hand van zijn onderzoeken toont, blazen nogal wat heilige huisjes omver. Zo staan de vier elementen diametraal tegenover de huidige idee van de vrije markt. Een absentie van toezicht is namelijk funest voor een prettige samenleving. De mens wordt in zekere mate gedomineerd door sociale druk en dat is niet per definitie erg.

Sterker nog, zonder die sociale druk vallen groepen uit elkaar. Dit geldt ook voor organisaties. Naarmate er meer exploratie, betrokkenheid, diversiteit en vertrouwen is, gaat de productiviteit en de creativiteit binnen een organisatie erop vooruit. Het zijn juist de neoliberale ideeën die desastreus zijn voor deze vier elementen van samenhang. Aan de hand van het red balloon experiment, waarin samenwerking centraal staat, toont Pentland aan dat onder andere een eerlijke beloning en teamwork tot het beste resultaat leiden.

Pentland hoopt met dit voorbeeld en met zijn boek vooral politici, beleidsmakers en het bedrijfsleven af te laten stappen van het individugerichte denken en naar een sociaal, coöperatief denken te gaan. Juist sociaal leren en sociale druk zijn vitale krachten achter veranderingen en werken door in de cultuur.

Prometheïsch vuur
De schrijver zelf noemt de opkomst van de sociale fysica – zoals dit vakgebied genoemd wordt –  ‘prometheïsch vuur’. Mits er goede regels voor de privacy worden opgesteld, kan de voortdurende reality mining ertoe leiden dat we steeds beter rampen kunnen beheersen en steden efficiënter kunnen inrichten. Reality mining is de term voor het samenbrengen van alle digitale broodkruimels die we dagelijks met onze smartphones en digitale bezigheden achterlaten. Niet alleen financiële crises kunnen met behulp van de sociale fysica voorkomen worden, ook de creativiteit tussen bepaalde groepen kan versterkt worden. Zo geeft Pentland voorbeelden hoe een stad zodanig georganiseerd kan worden, dat creativiteit en productiviteit toenemen en criminaliteit juist afneemt.

Het lezen van Sociale big data krijgt gaandeweg een spannend karakter. Er staat ons een hoop te wachten. Pentland legt met verve uit, dat het belangrijk is om de privacy goed te regelen en toezicht te houden, en daarnaast de burger mee te laten delen in de voordelen van big data. Dan staat een nieuw tijdperk en paradigma, zoals in Nederland door onder andere Jan Rotmans verkondigd wordt, voor de deur. Om het met Tegenlicht te zeggen: ‘Welkom in de toekomst!’

Boeken / Fictie

Ziek van verliefdheid

recensie: Hanna Bervoets - Efter

Met haar nieuwe roman Efter levert Hanna Bervoets opnieuw een absurd verhaal af waarin dood en destructie een grote rol spelen. Dit keer is het de liefde die de mensheid langzaam dreigt te verwoesten.

Hanna Bervoets wordt vaak geroemd om haar originaliteit en met haar nieuwe roman laat ze opnieuw zien hoe terecht dat is. Efter is een verhaal over verliefdheid, maar verwacht van Bervoets geen zoetsappig liefdesverhaal. Het boek speelt zich af in de nabije toekomst, een tijd waarin verliefdheid beter bekend staat als LAD: Love Addiction Disorder. Een ernstige psychische stoornis met symptomen als ‘aanhoudende hunkering, stemmingswisselingen, verstoorde realiteitsbeleving, obsessief compulsieve gedachten en/of handelingen en ontwenningsverschijnselen’.

Geloofwaardig toekomstbeeld
Om LAD te bestrijden wordt een nieuw medicijn ontwikkeld, genaamd Efter. Dat klinkt misschien overdreven, maar wanneer je eenmaal aan het lezen bent is het volstrekt geloofwaardig. De wetenschappers in de roman vergelijken verliefdheid met andere stoornissen en verslavingen waar ook medicijnen voor ontwikkeld zijn, zoals ADHD en depressie; het zijn immers allemaal gedragsstoornissen die het functioneren kunnen beïnvloeden. Voeg daar het academische taalgebruik aan toe dat Bervoets hier en daar over het verhaal uitstrooit, en het wordt bijna moeilijk om vol te houden dat verliefdheid géén ziekte is:

En zoals we zojuist hebben gezien, zijn bij gokverslaafden en LAD-patiënten dezelfde hersengebieden actief. Zowel in de gyrus cingularis als in de striatum ventrale zien we een piek. Dat betekent dat deze twee typen verslaving uit hetzelfde dopaminecircuit tappen.

Naarmate het verhaal vordert nemen de absurditeiten toe. Gelukkig heeft Bervoets het talent om het bizarre geloofwaardig en aangrijpend te maken. Dat begint al met de opzet van het tijdsbeeld van het verhaal. Het is zoals het heden, maar nu zijn alle moderne technologieën nog net een stapje verder. Zo hebben de personages vernieuwde communicatiemiddelen zoals een Seos en een Toad, en kunnen ze elkaar volgen door online meeks te plaatsen. Er wordt nergens expliciet uitgelegd wat deze moderniteiten zijn, ze zijn er gewoon, en juist dat maakt het acceptabel. Daarbij is het voor de lezer een uitdagende opgave om een precieze voorstelling te maken van deze objecten en hun toepassingen.

Kluwen van verhaallijnen
Er komen negen personages aan bod in de roman die allen op de een of andere manier met het medicijn Efter maken krijgen. In de eerste paar pagina’s worden de meeste personages al genoemd, gevolgd door een grote reeks perspectiefwisselingen. Hierdoor is het verhaal in het begin moeilijk te volgen, en is het niet geheel duidelijk wat sommige personages bijdragen aan het grote geheel. Verhaallijnen van personages worden in hoog tempo achter elkaar opgepakt, maar later soms verwaarloosd of zelfs niet afgemaakt. Dat is jammer, want dit geeft het idee dat het eerste deel van het verhaal bijna overbodig is: echt meeslepend wordt het verhaal pas wanneer het verhaal van Fajah, een zestienjarig meisje dat is opgenomen in een LAD-kliniek, de overhand krijgt.

In de kliniek waar Fajah verblijft wordt geëxperimenteerd met Efter, en deze kliniek blijkt uiteindelijk de link die alle personages met elkaar verbindt. Het zijn de experimenten in deze kliniek die journaliste Laura er toe bewegen een artikel te schrijven over het zogenaamde Efter-complex. Bervoets gebruikt dit artikel om alle tot dan toe onduidelijkheden van het verhaal in één klap toe te lichten. Een makkelijke oplossing voor een verhaal dat te vol staat met verhaallijnen. Helaas maakt dit het einde van het boek een stuk minder sterk. Ondanks dat is Efter vooral een bijzonder origineel verhaal over de liefde, dat een verrassende perceptie toont op de huidige en toekomstige maatschappij.

Boeken / Non-fictie

Noodzakelijke scepsis

recensie: Hans van Maanen - Broddelwetenschap

Door de kaft is al duidelijk dat hier een statement gemaakt wordt. Klinkt een onderzoek in de krant te mooi om waar te zijn, laat dan je alarmbellen rinkelen. Er is namelijk nogal wat mis in de onderzoeksjournalistiek.

Wellicht zou je daar als argeloze krantenlezer je schouders voor ophalen, maar wetenschapsfilosoof Hans van Maanen is het zat, die onzin in de krant. Zijn boek Broddelwetenschap is opgebouwd rondom onderwerpen die regelmatig in de krant te lezen zijn. Thema’s als gezondheid en gezonde voeding, neurowetenschap en een vleugje psychologie worden in korte hoofdstukken behandeld. Het boek leest daardoor vlot en prettig weg. Van Maanen heeft bij de krantenartikelen die hij in zijn boek bespreekt de nodige research gedaan. Dan blijken onderzoeksresultaten een flink stuk genuanceerder en minder spectaculair.

Sapere aude!

De Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant riep het volk reeds in de achttiende eeuw op: sapere aude, durf te denken! Neem al die berichten in de krant over wetenschap met een korrel zout. Zeker wanneer er causale verbanden worden gelegd. De onderzoekers zelf spreken namelijk veel minder vaak van causaliteit. Dergelijke verbanden kunnen kwalijke gevolgen hebben. Zo beschrijft een hoofdstuk dat muzieksmaak crimineel gedrag zou beïnvloeden. Het wekt niet eens verbazing dat het bij die ‘foute’ muziek om metal, punk en techno gaat. De cijfers geven een niet significante correlatie: de vraag of muzieksmaak crimineel gedrag voorspelt is in dit onderzoek niet beantwoord. Maar dat wordt in het krantenartikel hierover wel geclaimd.

Ook onderzoeksmethoden moeten eraan geloven in dit boek. De voorbeelden hiervan zijn ontluisterend, hoewel ook grappig. Neem het onderzoek naar lichaamsbeweging van Parkinsonpatiënten. De auteur suggereert het voor de hand liggende, namelijk: vraag ’t aan de mensen zelf. Wat de onderzoekers bedachten klinkt interessant, maar is vooral een omweg. Zij klokten de tijd die een Parkinsonpatiënt op een bepaald parcours aflegde en trokken hieruit hun conclusies. Vragen zou sneller gaan.

Eveneens besteedt Van Maanen aandacht aan onderzoek dat ofwel prematuur is, ofwel gebruik maakt van te kleine hoeveelheden om tot goede resultaten te komen. Wanneer je bijvoorbeeld te weinig ratten neemt voor je onderzoek, sterven de ratten zonder bruikbaar resultaat, oftewel zinloos. Hierop uit de auteur dan ook terecht kritiek.

Geen diepgang

Ondanks de vlotte schrijfstijl doet het boek zelf soms als broddelwerk aan. De auteur gaat uit van een aardige dosis kennis van statistiek bij zijn lezers. Pas aan het eind van het boek gaat hij dieper in op statistische regels. Daarnaast lijkt de lay-out van groter belang te zijn dan de inhoud. De hoofdstukken maken her en der een afgeraffelde indruk. Zo blijven ze kort, blijft de vaart in het boek, maar ontbreekt de diepgang. Bovendien gaat hierdoor de scherpe en humoristische toon van de auteur verloren. Het zou prettig zijn, wanneer Van Maanen iets meer zou uitweiden waarom bepaalde krantenartikelen zo abominabel zijn.

Statistiek

Het afsluitende hoofdstuk van dit boek is wellicht het belangrijkste. Hierin geeft de auteur in vogelvlucht een lesje statistiek, wat onontbeerlijk is voor het begrijpen van wetenschappelijk onderzoek. Het is echter jammer, dat Van Maanen er slechts weinig ruimte voor reserveert. Er rijzen de nodige vragen wanneer je dit hoofdstuk leest, zoals wanneer hij het ‘statistisch effect’ uitlegt. Het voorbeeld dat hij geeft is zo summier, dat de leek een paar keer moet lezen hoe dit effect berekend moet worden en wat het dan betekent. Wanneer de auteur aan het begin van dit boek de moeite had genomen de veelvuldige statistische rekenmethoden uit te leggen, zou het boek veel begrijpelijker zijn. Nu valt de kritiek van Van Maanen op slecht geschreven krantenartikelen in het niet, doordat hij zelf eveneens te snel gaat.