Film / Films

De kroegbaas en de vlinder

recensie: Henri

Toe aan een portie bitterzoete slow cinema? Dan moet je in Wallonië zijn.

Henri speelt zich af rondom zo’n typisch Belgisch café. De dagelijkse stamgasten happen in hun pint en staren naar het achterwerk van barvrouw Rita. Haar man, de zwijgzame Henri, staat in de keuken zijn ergernis te verbijten. Het huwelijk van de café-uitbaters verkeert in de terminale fase. Henri krijgt meer liefde van zijn duiven dan van zijn extraverte vrouw.

Lekker goedkoop

~

De film is nog geen tien minuten op streek of regisseuse Yolande Moreau gooit er een grote plotwending tegenaan. Rita gaat dood en Henri moet alleen verder. Om het café-restaurant draaiende te kunnen houden, huurt hij op aanraden van zijn dochter een ‘witte vlinder’ in, een verstandelijk gehandicapte. Lekker goedkoop en overal inzetbaar.

Daarmee komt de eigenlijke hoofdpersoon van Henri het verhaal binnen zetten: Rosette, een licht verstandelijk beperkte vrouw van rond de dertig die in een nabij gelegen instelling woont. De baan in het café betekent voor haar de mogelijkheid om een soort van normaal bestaan op te bouwen. Bij zo’n gewoon leven hoort volgens Rosette ook romantiek. In het zwembad gluurt ze naar een vrijend stelletje. Ze vat een verliefdheid op voor haar zwijgende baas. Henri is na het overlijden van zijn vrouw één groot brok verdriet, op zoek naar troost en genegenheid.

Poëtisch vuurwerk

Aan dat gegeven ontleent Henri het spanningsveld dat de film steeds interessant houdt. Want verder gebeurt er eigenlijk niet zoveel. Moreau is niet zozeer geïnteresseerd in grootse dramatische ontwikkelingen. Liever schetst ze de tragikomische herhaling van dagelijkse rituelen en zoomt ze in op de verdrietige koppen die het café bevolken. Om soms even uit te pakken met poëtisch vuurwerk, zoals wanneer Rosette danst in een wolk van geloste postduiven. Het lijkt alsof Aki Kaurismäki, de Finse meester van de grappige treurigheid, even in Wallonië is neergestreken. Klein maar fijn, deze film.