Tag Archief van: landscape

Film / Films

Donnie Darko

recensie: Donnie Darko

Scholier Donnie Darko krijgt van de Konijn des Doods te horen dat er nog 28 dagen resten voordat de “Apocalyps” zal plaatsvinden. Vlak na 30 oktober 1988, Halloween, zal de bom barsten. Een onheilspellend gegeven dat je vrijwel de hele film blijft bezighouden: hoe loopt het af, waar gáát dit over? Het debuut van de 27-jarige regisseur Richard Kelly sleept je mee als een roman van Stephen King.

Het begint allemaal vrij subtiel. De “all American town” heeft een dito school waar Donnie (Jake Gyllenhaal) de briljante leerling uithangt en hij verkering krijgt met een nieuw meisje in de klas. Grappige dialogen worden afgewisseld met sociaal drama: het droge relaas over het sexleven van de Smurfen wordt gelardeerd met pesterijen op school en problemen thuis. Maar er gebeuren intussen nogal wat vreemde dingen in Donnies leven: hij ontsnapt bijvoorbeeld aan een bizarre dood dankzij het mysterieuze Konijn des Doods dat plots in zijn leven opduikt en hem dingen influistert over tijdreizen en het naderende einde. Tijdens therapie praat hij onder hypnose over zijn onwerkelijke ervaringen, waar de psychiater echter maar weinig mee kan. Donnie staat er alleen voor.

All mixed up

~

Donnie Darko is een samenraapsel van sfeervolle science-fictionfilms uit de eighties als E.T., Back to the Future, tv-series met opzichtige special effects als X-Files en Sliders en de film Twelve Monkeys. Regisseur Richard Kelly slaagt in zekere zin een synthese te vinden tussen komedie, sociaal drama, horror, mysterie en science fiction.

Ectoplasma

Maar de geslaagde komedie-elementen contrasteren in Donnie Darko nogal met de mysterieuze sfeer die ook hangt in de film. Waar je bij de film Mulholland Drive constant blijft ronddolen in metafysische sferen, is dat bij Donnie Darko alleen episodisch het geval. Maar het einde maakt veel goed: er wordt dan gelukkig veel aan de fantasie van de toeschouwer overgelaten. Verder zijn de B-film/science-fictionelementen enigszins storend: de ectoplasma-wanden en wormgaten deden me te veel denken aan bovengenoemde tv-series en banaliseren jammer genoeg de mysterieuze sfeer.

Lowbudget-hype

~

Richard Kelly mag zijn hand dichtknijpen dat hij op zijn 26ste al een film van formaat op z’n naam had staan. Hij had het geluk via een van zijn jaargenoten op de filmacademie in contact te komen met een agent en uiteindelijk met Drew Barrymore (en Nancy Juvoven) van Flower Films die de film wel wilde produceren. Er werd 4.5 miljoen dollar bijeengesprokkeld. Uiteindelijk, na 28 draaidagen, heeft de cast niets betaald gekregen, om zoveel mogelijk geld te reserveren voor special effects en dergelijke.

Op het Amerikaanse Sundance filmfestival in 2001 kreeg Donnie Darko veel bijval en na een deal met filmdistributeur Newmarket Films begon het spreekwoordelijke balletje te rollen. Nu dus, na vertoning op het Filmfestival in Rotterdam 2002, is Donnie Darko in de Nederlandse bioscopen. Een vreemde konijn in de bijt, maar toch wel lekker…

Film / Films

Donnie Darko

recensie: Donnie Darko

Scholier Donnie Darko krijgt van de Konijn des Doods te horen dat er nog 28 dagen resten voordat de “Apocalyps” zal plaatsvinden. Vlak na 30 oktober 1988, Halloween, zal de bom barsten. Een onheilspellend gegeven dat je vrijwel de hele film blijft bezighouden: hoe loopt het af, waar gáát dit over? Het debuut van de 27-jarige regisseur Richard Kelly sleept je mee als een roman van Stephen King.

Het begint allemaal vrij subtiel. De “all American town” heeft een dito school waar Donnie (Jake Gyllenhaal) de briljante leerling uithangt en hij verkering krijgt met een nieuw meisje in de klas. Grappige dialogen worden afgewisseld met sociaal drama: het droge relaas over het sexleven van de Smurfen wordt gelardeerd met pesterijen op school en problemen thuis. Maar er gebeuren intussen nogal wat vreemde dingen in Donnies leven: hij ontsnapt bijvoorbeeld aan een bizarre dood dankzij het mysterieuze Konijn des Doods dat plots in zijn leven opduikt en hem dingen influistert over tijdreizen en het naderende einde. Tijdens therapie praat hij onder hypnose over zijn onwerkelijke ervaringen, waar de psychiater echter maar weinig mee kan. Donnie staat er alleen voor.

All mixed up

~

Donnie Darko is een samenraapsel van sfeervolle science-fictionfilms uit de eighties als E.T., Back to the Future, tv-series met opzichtige special effects als X-Files en Sliders en de film Twelve Monkeys. Regisseur Richard Kelly slaagt in zekere zin een synthese te vinden tussen komedie, sociaal drama, horror, mysterie en science fiction.

Ectoplasma

Maar de geslaagde komedie-elementen contrasteren in Donnie Darko nogal met de mysterieuze sfeer die ook hangt in de film. Waar je bij de film Mulholland Drive constant blijft ronddolen in metafysische sferen, is dat bij Donnie Darko alleen episodisch het geval. Maar het einde maakt veel goed: er wordt dan gelukkig veel aan de fantasie van de toeschouwer overgelaten. Verder zijn de B-film/science-fictionelementen enigszins storend: de ectoplasma-wanden en wormgaten deden me te veel denken aan bovengenoemde tv-series en banaliseren jammer genoeg de mysterieuze sfeer.

Lowbudget-hype

~

Richard Kelly mag zijn hand dichtknijpen dat hij op zijn 26ste al een film van formaat op z’n naam had staan. Hij had het geluk via een van zijn jaargenoten op de filmacademie in contact te komen met een agent en uiteindelijk met Drew Barrymore (en Nancy Juvoven) van Flower Films die de film wel wilde produceren. Er werd 4.5 miljoen dollar bijeengesprokkeld. Uiteindelijk, na 28 draaidagen, heeft de cast niets betaald gekregen, om zoveel mogelijk geld te reserveren voor special effects en dergelijke.

Op het Amerikaanse Sundance filmfestival in 2001 kreeg Donnie Darko veel bijval en na een deal met filmdistributeur Newmarket Films begon het spreekwoordelijke balletje te rollen. Nu dus, na vertoning op het Filmfestival in Rotterdam 2002, is Donnie Darko in de Nederlandse bioscopen. Een vreemde konijn in de bijt, maar toch wel lekker…

Muziek / Concert

Teveel grijze haren

recensie: The Music in my Head

.

~

In deze passage uit de festivalbrochure geven organisatoren Cees Debets en Louis Behre aan wat het idee achter het driedaagse festival The Music In My Head is. Een festival dus niet louter voor de nieuwkomers, maar ook voor de oude garde. Uit de grote hoeveelheid grijze haren op het festival bleek echter dat de balans toch wat was doorgeschoven ten koste van het jonge en vernieuwende en ten goede van de gevestigde orde.

Donderdag

~

Heather Nova was de grote naam op de openingsavond. Zij gaf een prachtig akoestisch optreden, waarbij zij al haar bekende liedjes de revue liet passeren. In het begin leek het of de nachtegaal uit Bermuda er niet zo heel veel zin in had, maar na een nummer of drie kon er zelfs een lachje af. Fantastisch uitgevoerde versies van Island en London Rain pasten prima bij de dromerige setting, compleet met bloemen en draperieen à la MTV-Unplugged. Heather (iedereen bleek haar bij de voornaam te mogen noemen) sloot set af met een versie van het immer opzwepende Staying Alive van The Bee Gees. Ze deed wat ze aan haar status verplicht was.

Omdat je blijkbaar staand niet naar akoestische muziek kan luisteren waren er stoelen voor het podium geplaatst, zodat er rustig gezeten kon worden. Bij drukke concerten kreeg je door de staande mensen rond het zitvak het idee van een arena. Best leuk, maar niet helemaal eerlijk voor een band als het Tilburgse Wealthy Beggar, die behoorlijk harde muziek maakt waarop bewogen moet worden. De heren van Wealthy Beggar speelden wel een krachtige set, maar konden niet op tegen de gortdroge muzikant/stand-up comedian Earl Okin, die een aantal hilarische dan weer prachtige composities speelde. Een ode aan dikke lelijke vrouwen afgewisseld met jazz-klassieker Georgia On My Mind. DJ Eddy de Clercq luidde de avond uit met een dansfeest.

Vrijdag

~

Deze avond was duidelijk voor The Waterboys. Het leek wel of iedereen op het Schotse gezelschap rond Mike Scott was afgekomen. Ook dit optreden was akoestisch. Piano en gitaar werden bijgestaan door een, dat moet gezegd worden, fantastische violist. Maar wat ook, ondanks een degelijk optreden, gezegd moet worden is dat The Waterboys met hun folk-rock wel heel erg braaf en oubollig zijn. Dit is vergane glorie, oud sentiment en niet zo geschikt voor een nieuw festival.

Maar blijkbaar wel zo populair dat de rest van het programma, dat zich nu uitstrekte over drie zalen, door The Waterboys ondergesneeuwd dreigde te raken. De avond werd in ieder geval om acht uur al gered door het optreden van Arno. De Belg met doorrookte stem die inmiddels de vijftig is gepasseerd gaf een heerlijk gedreven optreden en liet, onder meer met een prachtige versie van het Stones-nummer Mother’s Little Helper, de meeste andere artiesten verbleken. De Fransman Miossec was de enige die daar die avond nog wel iets tegenin kon brengen, vooral door zijn goede begeleidingsband met onder andere een fantastische éénpersoons-blazerssectie. Vooral de Britse singer/songwriter Neil Halstead stelde teleur met zijn ingetogen liedjes die, gezien het aantal vertrekkende mensen, de juiste snaar maar niet wisten te raken. Jammer.

Zaterdag

Deze laatste avond herbergde het beste en het belabberdste optreden van het festival. Om maar met het beste te beginnen: Hawksley Workman. Een Canadees met een gouden stem, die in een opera niet zou misstaan. Workman gaf een werkelijk prachtig optreden, hij op gitaar en zijn metgezel Mr. Lonely op piano. Zijn muziek houdt het midden tussen vaudeville uit het begin van de twintigste eeuw en het theatrale van een band als Queen. Workman heeft zonder meer het charisma van Freddie Mercury. Zijn stem, zijn begeleiding en bovenal zijn prachtige podiumpresentatie zorgden dan ook voor euforie in de zaal. Absolute klasse.

Verder speelden op die avond nog een aantal Nederlandse acts. Blimey! beet het spits af met een aanvankelijk wat onwennige set, maar de animaties die op een groot scherm werden afgespeeld maakten veel goed. Overigens speelde hij een bloedstollende versie van het slotstuk van zijn laatste album Less Summer Than Some: Walk The Psychopath With Me. Daryll- Ann deed eigenlijk wat ze altijd doet: mooie liedjes spelen. Verder was Meindert Talma, alleen op piano, voor veel mensen een positieve verrassing.

~

En toen kwam als afsluiter die andere grote naam van het festival. De lokker voor de mensen die in de jaren zestig jong waren: Marianne Faithfull. Met haar verschrikkelijke danspasjes en haar zo mogelijk nog ergere zwartlederen broek, wilde zij schijnbaar de indruk wekken dat zij nog bij de jongeren hoorde. Nou, mooi niet. Haar zware stem deed het niet meer zo goed en eigenlijk waren de liedjes ook niet bijzonder. Al vond zij het zelf wel erg interessant dat ze die samen geschreven had met onder meer Billy Corgan en Beck. Een vriendelijke oude dame die tijdens het optreden naast mij stond was speciaal voor mevrouw Faithfull gekomen. Ook zij vond er niets meer aan. Is het oneerbiedig om dit optreden een aanfluiting te noemen?

Iets meer relevantie

The Music in my Head is dus misschien wel helemaal niet bedoeld voor verschillende generaties. Twee avonden waren vooral opgebouwd rond artiesten die hun beste tijd al lang hebben gehad. Misschien aardig om voor volgend jaar een andere doelstelling te kiezen of om in de programmering iets gewaagder te werk te gaan. De grote namen hoeven niet jong te zijn, maar een beetje relevantie mag wel.

8WEEKLY

DragonballZ: The legacy of Goku

Artikel: DragonballZ: The legacy of Goku

.

Senzu-bean

Het spel begint waar de eerste tekenfilm begint, met de aankomst van Goku bij zijn Dragonball-vrienden. Goku heeft voor de gelegenheid zijn kleine zoontje Gohan meegenomen. Maar dan verschijnt Radditz ten tonele, en promoveert hij Gohan tot Prinses Paddestoel, oftewel: Gohan is ontvoerd en jij gaat hem redden. Tussen door moet je nog wel even de vieze blaadjes van Master Roshi helpen zoeken, dat levert weer zo’n broodnodige senzu-bean op. Goku springt vervolgens op zijn wolkje en gaat vol goede moed het avontuur tegemoet.

Zelda met een power-level

~

Het spel is redelijk vergelijkbaar met bijvoorbeeld Zelda, alleen speel je nu met DBZ-figuurtjes. De besturing is af en toe wat rechttoe rechtaan, maar daar wen je snel genoeg aan. In het begin kan Goku beperkt vliegen en energieballetjes afvuren, en als zijn powerlevel zakt neemt zijn kracht ook af. Gedurende het spel doe je echter meer en meer ervaring op, en wordt je powerlevel dus ook hoger. Ook leer je meer verschillende technieken die je vervolgens op je tegenstanders kunt los laten. Ook met de diverse Quests in het spel vallen nog aardige bonussen te verdienen.

Slangen en wolfjes
In het begin van het spel zijn die tegenstanders ietwat suf. Goku’s vrouw Chi-Chi waarschuwt haar man voor slangen. Pardon? Hij gaat op pad om mijn sterke broer te verslaan, en dan moet Goku zich druk maken over een paar armetierige slangetjes? En het wordt allemaal nog erger als Goku ook nog eens wordt aangevallen door een kruising tussen een eekhoorn en een wolf. Goku moet alle zeilen bijzetten om deze wezens te weerstaan. Ze zijn verdomd sterk voor karakters die eigenlijk alleen maar als kanonnenvoer dienen.

Makkelijker en moeilijker…

Twee gedachten over DragonballZ. Aan de ene kant zijn zoals gezegd de tussenmannetjes echt veel te strek. In het begin heb je nog niet zoveel power, en zijn die beestjes echt vervelend. Later wordt dat makkelijker, omdat Goku dan sterker is, maar spelletjes horen juist makkelijk te beginnen, en dan moeilijk te worden. Toch zullen de fans wel blij zijn met dit spel die verder de geest van de serie aardig weergeeft. Na Radditz zullen Vegeta en Frieza namelijk nog volgen.

Film / Films

Meet the Feebles

recensie: Meet the Feebles

Meet the Feebles is een film met poppen, kots, puisten, smeltende ledematen, vuige seks, kankerende gezwellen, etterende ogen, verlopen drugsverslaafden, perverte sodomisten, slijmerige ingewanden en een machinegeweer. Een poppenfilm.

~

Wie deze film heeft gezien weet waar afgewezen Muppets terechtkomen. The Feebles vormen een varieté-groep rond het vals zingende nijlpaard Heidi. Varieté genoeg met een walrus die het nijlpaard met een kat bedriegt, een rat met een pornostudio in de kelder, een heroïneverslaafde kikker en een konijn met Aids. Het verhaal is, net als de cast, een vreemd samengeraapt zootje: komedie, horror, musical, porno en zoetsappig liefdesdrama. De eerste beelden van twee copulerende poppen zijn wat verrassend, maar het went al gauw. Er is immers niet veel anders te zien, behalve spuiten, sperma en ander slijm.

Kermit

Tussen al het vloeibare vertier is het misschien wat moeilijk te ontdekken, maar wie even verder kijkt bemerkt dat Meet the Feebles een verbazend goede karakterontwikkeling kent. De echte Muppets blijven toch wat brave typetjes, maar de Feebles zijn stuk voor stuk goed uitgewerkt en hebben motieven, drijfveren en herinneringen die verrassend treffend in beeld gebracht worden. Zo is Wynyard, de verslaafde kikker die wel wat lijkt op Kermit, in Vietnam getraumatiseerd geraakt. Een geweldige parodie op The Deer Hunter toont wat hij heeft moeten doorstaan.

Ander soort kunststukje

~

Het is jammer dat de belichting zo crappy is. Licht is wit en enige sfeer is er niet te ontdekken. De poppen zijn niet alleen qua inhoud en vocabulaire, maar ook wat betreft uiterlijk een soort afgewezen Muppets. Er is weinig gelaatsuitdrukking te bespeuren, benen knikken alle kanten op en bij veel poppen kunnen de ogen niet eens dicht. Geen visueel meesterwerk dus, maar de wonderlijke combinatie van poppen, traditioneel kindervermaak eigenlijk, met harde porno, drugs en moord maakt van Meet the Feebles een heel ander soort kunststukje.

Dvd

De dvd is er een van het beschamende soort. Twee trailers, en toen was de koek alweer op. De ondertiteling kan slechts aan en uit. Wanneer leren de maatschappijen nou eens dat juist de extra’s een dvd aantrekkelijk maken?
Een pluspunt is er echter wel. De ondertiteling mag dan alleen in het Nederlands zijn, het is er wel een van uitzonderlijke kwaliteit. De vertaler is een originele een gevatte woordkunstenaar geweest, die zijn werk serieus heeft genomen, vooral waar het woordgrapjes betreft.

Meet the Feebles is een film waar je of van houdt, of van gruwt. Een tussenweg is er niet. Hoe Jackson de kloof tussen een vunzige pic als Meet the Feebles en het gestileerde groen van The Fellowship of the Ring in minder dan vijftien jaar heeft weten te dichten, is een wonder. Het volgende deel van de Lord of the Rings-trilogie bevat echter een grote veldslag, met veel bloed en monsters. Ben benieuwd of daar nog wat van de oude Feeble-gore te zien is.

Boeken / Fictie

Een weekje seks

recensie: Recepten voor de liefde: erotisch kookboek

~

“Wie zich te zwak voelt voor het minnespel, moet voor aanvang een glas dikke honing drinken, en twintig amandelen en honderd pijnboompitten eten,” zegt Sjeik Nefzawi. Wat minder calorierijk, maar toch zeker overdadig, zijn de recepten uit het Erotisch kookboek. John Willoughby raakte dermate verkikkerd op Laura Esquivels roman Rode rozen en tortilla’s, dat hij een sexy kookboek met recepten vulde.

Het is natuurlijk leuk om een erotisch kookboek samen te stellen, misschien nog wel leuker om de sappige tussendoorverhaaltjes te lezen, maar de hamvraag van zo’n kookboek -hebben de recepten ook het voorspelde effect?- kun je pas beantwoorden nadat je wat recepten geproefd hebt. En dat is wat lastig, want de gerechten bevatten ingrediënten als frambozen, oesters, kaviaar, kwartels, reerug en foie gras. Niet echt beschikbaar voor de studentenbeurs dus.

De makers van dit boekje lijken bij elk ingrediënt wel iets lustopwekkends te kunnen noemen. Eieren als symbool van vruchtbaarheid, avocado’s als Maya-symbool voor mannelijke potentie en wild als afrodisiacum omdat de eter ‘indirect deelneemt aan de opwindende jacht’.
De filosofie achter afrodisiaca is veelomvattend en niet gestructureerd in dit boekje. Nu eens heten gerechten lustopwekkend omdat je ze sexy moet eten: “Laat uw gasten het vlees uit de krabbescharen zuigen en u hebt een sensueel begin van de maaltijd”, dan weer omdat het ingrediënt kostbaar en zeldzaam is of omdat de chemische stoffen die de hersenen (en de zinnen) prikkelen: capsaïcine, fenylethylamine en meer van dat soort namen.

~

De recepten voor de liefde omvatten complete wildbanketten, maar ook zoele perziksoepjes of recepten voor mixdrankjes waarmee een man een vrouw versiert, wat eigenlijk wil zeggen dat hij haar snel dronken voert met zoete troep. Dat elk ingrediënt een afrodisiacum op zichzelf is geloof ik zo onderhand wel. Tijd om recepten uit te proberen, op de partner natuurlijk. Een weekje spetterende seks.
Op maandag begonnen we met de Opwindende tortillasoep: ‘Voeg zeker ook voldoende uien en knoflook toe; beide gewassen werden in India ooit verboden omdat ze de zinnen al te zeer prikkelden.’ Hmm, we hebben die avond nog een afspraak, wellicht moeten we de knoflook wat bescheiden houden? Het recept voegt echter genoeg Spaanse peper toe om alle overige smaken weg te branden. Dit is geen opwindende soep, dit is een allesverzengend hete soep.

Dinsdag: Wegens tijd- en geldgebrek laten we de Jachtstoofschotel voor wat ie is. De twaalf personen die dit op moeten eten kan ik met gemak bijeen krijgen, maar de ingrediënten niet. Drie kilo hertebout, vier kwartels, drie sneeuwhoenders, twee patrijzen, een haas, morieljes en cantharellen moeten erin. Tegen de tijd dat ik een boswachterij bezit zal ik me hier nog eens in verdiepen. Geen seks dus.

Op woensdag eten we asperges op de ketterse manier. Het witte goud (?4 voor een mager pondje!) wordt deze avond niet geserveerd met ham en ei, maar barbaars besmeerd met een ketjap-sinaasappelsapmengsel (de knoflook en de spaanse pepers ontbreken uiteraard niet) en onder de grill gelegd. Het is lekker, maar ook erg jammer dat ons Erotisch kookboek geen wenken geeft voor wat er verder bij te serveren. Resultaat is een bordje zwoele asperges, dan maar met rijst en wat blokjes varkensvlees. Geen combinatie.

Donderdag is visdag: Gebakken forel gevuld met “hartveroverende knoflook, pikante chilipepers en tongstrelende geroosterde pecannoten”. De forellen krijgen hun buik vol van het noten-specerijenmengsel en worden in de pan gebakken. Vervolgens wordt de forel geserveerd op een bedje van gemengde sla en overgoten met een frisse tomatenrelish. Dit is een recept om te onthouden, en ik denk dat dit ook met andere, kleinere vissen erg lekker zal smaken. Het imponeert in ieder geval wel, zo’n hele vis op je bord. De rest van de avond verliep volgens het (kook)boekje :-).

Op vrijdag is er markt dus dan is de poelier er. Ik heb mijn oog laten vallen op Gegrilde kwartels in een badje van bloedsinaasappelsap. De kwartels zijn duur, maar met de euro gerekend als een gulden lijkt dat allemaal wel mee te vallen. “Wat weegt zo’n kwartel eigenlijk?” vraag ik de poelier. Hij tilt een netjes opgevouwen lijkje ter grootte van een mus op en -verrassing!- het kopje zit er nog aan, inclusief veertjes, snavel en oogjes. Sexy eten is prima en ik kan best wat hebben (als je het vraagt fileer ik een verse vis voor je, ingewanden eruit enzo, glibberige troep) maar ik ga geen kwartellijkje onthoofden. Dat is niet erotisch, dat is ronduit onappetijtelijk.

Of de forel de aanstichter is van de zoele avond romantiek is natuurlijk moeilijk te achterhalen, maar van de geprobeerde recepten was de vis wel de lekkerste en ook de meest succesvolle. Werken de overige recepten ook? Ik denk niet dat er zoiets is als lustopwekkend voedsel dat altijd werkt. Als de schrijver erotiek ziet in het eten van kreeft en afrodisiaca herkent in sinaasappels, pompoenpitten, zalm, gember en zelfs doperwten, dan had hij in zijn beschrijvingen ook kaarsen, zachte muziek en lage décolletés kunnen noemen. En een afwasmachine, want een volle aanrecht is per definitie niet lustopwekkend.

Meer lezen over afrodisiaca?

Johan’s Guide to Aphrodisiacs
Liefdesplanten

Film / Films

“You bitches from hell!”

recensie: Thelma & Louise

Twee vrouwen scheuren in een auto door Amerika met de politie op de achterbumper. Dat kan maar één film zijn: Thelma & Louise. De Special Edition DVD van deze film herbergt heel wat extra’s en laat ook meteen zien, dat Thelma en Louise helemaal niet zo feministisch zijn als de critici destijds dachten.

~

Thelma & Louise is de enige roadmovie ooit met vrouwen in de hoofdrol, of je moet Britney Spears in het recente Crossroads een vrouw noemen (Britney weet ’t zelf ook niet: Not a girl, not yet a woman). Het verschijnen van Thelma & Louise maakte heel wat tongen los. De film was een produkt van de feministische generatie en Hollywood zou nooit meer hetzelfde zijn. Sommige critici vreesden de toekomst van de vrouw: door deze film zouden ze aangezet worden tot wapengebruik en geweld. Feminisme of niet, het tijdloze Thelma & Louise is gewoon een fijne film, zij het dat je ‘m beter met vriendinnen kunt bekijken dan met de jongens van de voetbalclub.

Mooie documentaire

Er staat een pracht van een documentaire op de dvd, weinig verhullend genaamd The Last Journey. Het is het schoolvoorbeeld van hoe een documentaire over een film gemaakt zou moeten worden. Ridley Scott, Callie Khourie, Davis, Sarandon en Harvey Keitel doen uitgebreid verslag van hun

~

roadmovie, en zelfs Brad Pitt, voor wie Thelma & Louise zijn debuutfilm was, is van de partij. Maar ook de acteurs van de minder belangrijke rollen mogen hun zegje doen. Het is verfrissend om van de opgesloten politieagent en de vervelende echtgenoot te horen hoe deze hun rollen diepte gaven, hoe ze auditie deden en wat ze van de samenwerking vonden. Een documentaire om trots op te zijn.

De dvd bevat verder twee commentaartracks, een van regisseur Ridley Scott en een van hoofdrolspeelsters Geena Davis en Susan Sarandon en scenarioschrijfster Callie Khouri. Verder zijn er wat deleted scenes, een muziekvideo en een (niet zo heel erg) alternatief einde, ook voorzien van commentaar van Ridley Scott.

Brad’s bodylotion

~

De commentaartracks zijn niet heel constant waar het de geluidssterkte betreft. Het lijkt erop dat de sprekers nu eens dichtbij, dan weer ver van de microfoon zaten. Ridley Scott, een fervent sigarenroker, steekt er tijdens zijn commentaar een paar op, en dat praat ook lastiger. Scott heeft het vaak over zijn andere films, alsof hij de aandacht niet goed bij deze film kan houden.
Wie van de commentaartrack met de scenariste en de beide hoofdrolspeelsters een feministisch manifest had verwacht, komt bedrogen uit. Ze babbelen over hun ervaringen tijdens het productieproces en wanneer Brad Pitt in beeld komt, zuchten ze in koor. Wat is hij toch knap. En helemaal geen kapsones, hoor! Geena Davis haalt herinneringen op aan de seksscène die ze met Pitt mocht doen. “Ridley smeerde persoonlijk de bodylotion op Brad.” Ze klinkt erg jaloers.

Goodiebag

~

De Special Edition bevat verder wat rommel zoals een vreselijk pompeuze promofilm voor videotheekhouders (jawel: koop zes exemplaren en ontvang een Thelma & Louise-tas, T-shirt en bumpersticker!), tv-spotjes en trailers, het bekende werk. Maar door de documentaire en de uitgebreide commentaartracks is dit de makers van de dvd gauw vergeven.

Haastklus

De menu’s zijn mooi vormgegeven met polaroidfoto’s, maar de navigatie is een gruwel. De raadselachtige pijltjes onder elk submenu zijn erg onduidelijk en zorgen ervoor dat je verschillende keren de verkeerde kant op gaat. De weidse landschappen komen in breedbeeld goed tot hun recht en ook het geluid is prima. De Nederlandse ondertiteling lijkt bij tijd en wijle een haastklus te zijn geweest. Spelling is correct, maar sommige Amerikaanse uitdrukkingen zijn niet goed vertaald.

Duur

Een gewone editie van Thelma & Louise op dvd kost ongeveer een tientje. Voor de special edition ben je het drievoudige kwijt. Dat is eigenlijk schandalig veel, maar de documentaire en de commentaartracks zorgen ervoor dat je dat bedrag toch ophoest. Jammer alleen, dat je bij de aanschaf van zes exemplaren geen Thelma & Louisegoodiebag krijgt.

Boeken / Fictie

Flirten met de negentiende eeuw

recensie: De ongeneeslijke lezer. Een werkboek

.

Arjan Peters geeft de lezer niet de kans daar zelf achter te komen. In plaats daarvan presenteert hij zijn boek als ‘een werkboek’. De ongeneeslijke lezer zou nuttig zijn, je zou eruit kunnen leren hoe te recenseren. ‘Leest dus deze lessen’ gebiedt Peters als een ware leermeester in het voorwoord. Hij en zijn kritieken zijn nodig in de ‘platgeslagen tijden’ die er heersen, waarin de literaire kritiek maar al te vaak verkeerd wordt bedreven en er bovendien geen waardering meer is voor het vak, aldus Peters. Naast de al eerder gepubliceerde recensies en langere kritieken heeft Peters een aantal stukken geschreven die als het cement van de bundel dienen. In deze stukken (die ‘Stap 1’ tot en met ‘Stap 5’ zijn genoemd) verdedigt hij zijn beroep vol vuur, steeds opnieuw.

Nietzsche

Door een citaat van Nietzsche (1844-1900) aan te halen vergelijkt hij onze tijd met het fin de siècle van de negentiende eeuw, een tijd waarin men een ondergangsgevoel had, waarin men het idee had dat alles ‘uitgedoofd’ was: ‘[…] de zon is al ondergegaan, maar de hemel van ons leven gloeit nog van haar licht, hoewel we haar niet meer zien’. Peters lijkt terug te verlangen naar de negentiende eeuw van vóór het fin de siècle, toen er nog geloof in vooruitgang bestond en aandacht voor traditie. In plaats daarvan heerst er nu, volgens de pessimistische Peters, een ‘postmodernistische vrijblijvendheid’ waarbij niets op waarde wordt geschat.

Pennenlikker

Peters werpt zich op als een soort redder, een van de weinigen die nog gelooft in de schoonheid van boeken, het belang van stijl en traditie, die zich niet laat meeslepen door onverschilligheid (de voorbode van barbarij!). Maar niet zonder zelfspot. Het boek biedt een merkwaardige vermenging van een serieuze, zware, bijna Messiasachtige boodschap en luchtige zelfspot die als de nodige beschermende laag is aangebracht. Peters brengt de ‘humor’ erin door te schrijven in een stijl die aanschurkt tegen die van negentiende-eeuwse leermeesters, in het voorwoord en in ‘Stap 1’ te herkennen aan het ‘Leest dus deze lessen’ en de buitenissige woorden als: ‘droefsnoet’ (over zichzelf), ‘pennenlikker’, ‘riposteer’, ‘bezoldigd’, enzovoorts.
Ook de vele citaten van negentiende-eeuwse literatoren als Conrad Busken Huet, Willem Bilderdijk, E.J. Potgieter en Albert Rehm geven aan hoeveel zelfspot Arjan Peters heeft. Zo citeert hij de dichter Willem Bilderdijk (1756-1831), die blijkbaar niet zo’n hoog aanzien had van recensenten: ‘Gy, kwakend kikkrengrom uit Neêrlands moddersloot’, noemt hij ze. De ondertitel en de verdeling in stappen moeten ook ironisch worden opgevat. Iedereen kan zien dat dit boek geen werkboek is; het bevat geen praktische tips en geen werkoefeningen.

Scheldende puber

Deze ironische stijl stoort me, omdat Peters zich er ongrijpbaar mee maakt. Nog vervelender vind ik echter zijn bijtende, bijna gemene houding tegenover collega’s, schrijvers en academici, kortom; iedereen in het literaire wereldje – dat Peters dan ook strijdlustig ziet als een ‘arena’. Onder schrijvers bevinden zich ‘desperate kliederaars’, veel recensenten zijn ’trompetters en schijtlaarzen’ en academici zijn ‘nitwits aan het een of andere Instituut voor Neerlandistiek’.
Hij roept het beeld op van een scheldende puber die stiekem dolgraag wil meedoen met de anderen.

Snibbig

Ook in de recensies komt deze vechtlustige houding naar voren. In snibbige tussendoortjes laat hij weten hoe belangrijk hij is: (over I.M. van Connie Palmen): ‘Nu, dat heeft de Libris-jury van 1999 (die het aanbod van 1998 beoordeelde) gepoogd, en ik kan het weten want ik zat er zelf in, met als gevolg dat I.M. niet eens op de longlist prijkte.’ Hij blaast zich van puber op tot schoolmeester en spreekt schrijvers toe. Tegen Ronald Giphart zegt hij pesterig: ‘Zo gaat dat, jongeman. Als je de ontluiking voorbij bent, kun je een haal over de neus verwachten.’ Connie Palmen noemt hij zelfs bij de voornaam: ‘De ideale roman is een fictie, Connie.’

Een ander schoolmeestertrekje is het aanwijzen van ‘foute’ zinnen (altijd in boeken die hij slecht vindt). Uit Phileine zegt sorry van Ronald Giphart citeert Peters de volgende zin: ‘De waarheid is dat je altijd verliefd wordt, en blijft, op een verkeerd iemand die dat niet verdient.’, waarna hij tussen haakjes commentaar geeft: ‘(zijn er ook verkeerde iemands die het wel verdienen?)’
Over De hemel van Hollywood van Leon de Winter: ‘Iemand heeft bijvoorbeeld “de gestalte van een wandelende peer”. Is dat een andere gestalte dan die peer van een peer die in een fruitmand rust?’ En uit Echt contact is niet de bedoeling van Connie Palmen haalt hij de volgende zin: ‘ “Zwaartekracht zie je ook niet, maar daarom heeft ze nog wel invloed.”‘ Vervolgens maakt hij de kanttekening: ‘Hoe nu? Dingen die je niet ziet, hebben helemaal niet om die reden invloed.’
Peters vindt zo vaak van dit soort zinnen dat het gaat overkomen als een truc. Deze zinnen laten niets meer zien over de vermeende slechte stijl van de boeken. In plaats daarvan zeggen ze iets over de recensent. Het zijn geen betekenisvolle citaten, maar een handelskenmerk van Peters.

Onvermoede verbanden

Af en toe lukt het hem wel. Dan brengt hij enthousiasme over, liefde voor literatuur, een gevoel voor kwaliteit. Vooral in de wat langere essays tegen het einde van de bundel sleept hij de lezer mee. Bijvoorbeeld wanneer hij een kinderboek van Remco Campert bespreekt (Basta het toverkonijn). Peters laat door tekenende citaten zien dat dit boek over een dierenbos niet zomaar een kinderboek is, maar eigenlijk een typisch ‘campertiaans’ werk is. In plaats van een rustig voortkabbelend kinderboek is het juist een verontrustend boekje, waarin telkens onheilsspellende zinnen staan, zoals de eindzin: ‘ “Tsja, zei de beer en hij werd heel verdrietig” […]’ Peters weet dit kinderboek te koppelen aan het bekendere werk van Campert: ‘[…] zo ontroerend onhandig als veel personages zich in Camperts werk voor grote mensen gedragen, zo gaat het ook in de dierenwereld toe, blijkt uit de verhaaltjes waarop hij het nietsvermoedende kind onthaalt.’ Hier is Peters op zijn best. Hij trakteert de lezer op onvermoede verbanden en maakt hem nieuwsgierig.
Zo ook in het essay over de relatief onbekende Utrechtse schrijver C.C.S. Crone. Peters probeert grip te krijgen op de stijl van deze auteur door de metafoor te gebruiken van ‘eerst gas geven en vervolgens terugschakelen.’ Hij kiest een zin uit en verwoordt vervolgens hoe hij die zin ziet:

“In de schemering, onder de schermen, stelde hij vast, dat zijn leven een schaduwleven was, maar hij zag, dat hij zijn etalagesloffen had aangehouden en ging beschaamd naar binnen.” Trouwens ook weer zo’n zin die aanvankelijk loodrecht afstevent op radeloosheid, om na de eerste helft te worden omgedoopt tot het type alledaagse treurigheid dat het leven weliswaar niet feestelijk, maar op zijn minst weer even draaglijk maakt.

Waardevolle handgrepen

Dit korte stukje laat de waarde van literaire kritiek zien. Met één juist gekozen, veelzeggende zin geeft Peters een beeld van het totale werk van deze auteur. Bovendien volgt hierna een uitleg waarin Peters in feite aan de haal gaat met de woorden van Crone. Hij eigent het zich op een bepaalde manier toe en geeft er weer zijn eigen woorden voor terug (gas geven en terugschakelen, alledaagse treurigheid). Door één zin zo te beschrijven krijgt het gehele proza van Crone meer diepte voor de lezer. Ook de vergelijkingen van Crone met Nescio, Simon Carmiggelt, Martin Bril en F.B. Hotz geven het proza van de eerste een meerwaarde. Het zijn waardevolle handgrepen voor de lezer.

Peters biedt meerdere van deze aangrijpingspunten aan. Hij schept werelden om de boeken. In de recensie van Landschapsseks (1997) van Nachoem Wijnberg verbindt hij het boek onder andere met literatuur van Louis Couperus, met films van Bert Haanstra en met de schilderijen van Picasso.

Het nut van een bundeling blijkt uit de kritieken zelf. Het is jammer dat er tussen de kritieken stukken staan met een krampachtige verdediging van zijn vak. Deze doen meer kwaad dan goed. De kritieken kunnen heel goed voor zichzelf spreken. Op het einde van het essay over Tyl Ulenspiegel van Charles de Coster geeft Peters een bevlogen en enigszins mysterieuze verdediging van de literatuur, die veel meer zegt dan al de tussenstukken uit de bundel:

Ulenspiegel noemde zich heer van Geenland en de bezitter van vijfentwintig bunder maneschijn. De tijd heeft die clownerie een recht weemoedig aanschijn gegeven. Geenland is op geen landkaart of globe aan te treffen. Het is een gebied dat door geen snode veroveraar valt in te nemen. Zotte verwachtingen en loze beloften mogen er onbedreigd ontbotten. Geenland is het rijk van de literatuur geworden.

8WEEKLY

De biobak

Artikel:

Sommige spelletjes verdienen eigenlijk geen volledige review. Om de consument toch te kunnen waarschuwen voor sommige wanproducten introduceren wij De Biobak. Hier gaan we vluchtig in op enkele titels die u maar beter kunt laten liggen.

~

Mary Kate and Ashley: Girls night out

Uitgever: Acclaim • Platform: Gameboy Advance • Prijs: €45

Soms krijg je als recensent spelletjes binnen waarvan je weet: dit gaat een leuke recensie worden. Mary Kate and Ashly (MKAA) is zo’n spel. De cheesy cover, de glossy Barbie-achtige looks, alles heeft het doosje van dit spel tegen. In zulke gevallen roep ik er meestal een mede-reactielid bij, want de leuke dingen des levens moet je delen zeg ik altijd maar.

DUST-a-Groove

In MKAA moet je de beide pubermeisjes laten dansen op muziek. Het komt erop neer dat de gameboy je toetsen volgordes geeft, en dat je die op de maat van de muziek moet intoetsen. Zoiets zagen we al eerder in Bust-a-Groove voor de PSX. Anders dan bij dat spel heb je hier slechts de

~

beschikking over twee dansers en twee muziekjes. Verder wordt de gameplay zwaar versimpeld door het feit dat het moment waarop je moet drukken op de rechter schermhelft wordt aangegeven. De maat van de muziek, waar de gameplay toch op rust, doet er dus eigenlijk helemaal niet toe.

Conclusie

MKAA is al met al een tegenvaller geworden. Het feit dat je dit muzikale spel dus met muziek uit kan spelen is lachwekkend, even als de weinige variatie die de muziekjes bieden. De speler kan wel wat prutsen met een bijgeleverde editor, maar daar zal hij niet veel vrolijker worden. Het dansen valt helemaal weg, omdat je meestal naar de rechterkant van het scherm zit te staren. Mijn eerder genoemde mederedactielid haalde zijn neus op en verliet de kamer. Dikke onvoldoende!

~

Final Fight: ONE

Uitgever: Ubi Soft • Platform: Gameboy Advance • Prijs: €49,95

Eind jaren 80 waren side-scrolling beat ‘m up spelletjes erg populair in de speelhallen. Je koos een mannetje, en mepte vervolgens een paar levels lang boeventuig tot pulp. Omdat zo’n beetje alles gerecycled wordt op de GBA besloot Ubi Soft dit werkje nog even snel op de markt te brengen.

Mannen van hout

FF: ONE biedt de keuze aan drie vechters. Na het uitgekauwde verhaaltje over straatbendes die de stad onveilig maakten ging mijn mannetje aan de slag. In een typische afbraakbuurt gaat een grote schurk met een meisje aan de haal. In no time schop ik wat mannetjes die met een koddige schreeuw tegen het asfalt vallen. Dan komt er zo’n typische stage boss, en als die verslagen is doen we nog maar een leveltje. De controls zijn erg

~

houterig, en staan een fijne gameplay danig in de weg.

Conclusie

Voor dit gebrek aan fantasie durven de mensen bij Ubi Soft nog een kleine vijftig euro te vragen! Op de kleuren na zou dit spel prima op de klassieke Gameboy hebben gepast, maar de Advance is toch echt toch meer in staat. Wil je per se een side-scrolling beat ‘m up spelen, haal dan nog eens je Mega Drive uit de kast en speel Streets of Rage. Laat dit wanproduct maar lekker liggen in de schappen!

Muziek / Concert

Costello struikelt in zijn haast

recensie: Elvis Costello live

Met Elvis Costello weet je het nooit. De ene keer is hij buitengewoon charismatisch en speelt hij de sterren van de hemel, dan is hij weer nukkig en kortaf. In een uitverkocht Paradiso lijkt Costello deze keer zijn draai niet te kunnen vinden en een enorme haast te hebben om terug te keren naar zijn hotel. En dat terwijl dit concert geldt als startschot van Costello’s tournee die een jaar gaat duren. Een snelle start…

~

Geen geouwehoer

Een zwerver bedelt om 15 cent bij de mensen die zich voor Paradiso verzamelen. Een vrouw verzucht medelijdend: “Dat vind ik toch zo zielig.” In Paradiso zijn de zitplaatsen op het balkon als eerste gevuld, terwijl de zaal nog half leeg is. Opvallend veel grijze hoofden en -net zo opvallend- weinig sigarettenrook.

Costello-publiek is duidelijk wat ouder en wellicht wijzer en daarbij buitengewoon beschaafd. Geen geouwehoer door de muziek heen, keurig wachten met klappen en juichen tot een nummer is afgelopen. Hier en daar wordt voorzichtig een dansje gewaagd voor het podium. Misschien zit het Costello dwars dat zijn publiek niet meer uit angry young men bestaat? Wil hij met zijn nogal up-tempo repertoire laten zien dat hij het nog wel is? Wie zal het zeggen.

When I Was Cruel

Stipt om half 9 loopt Costello met zijn band The Imposters het podium op. De band bestaat bijna uit zijn oude band The Attractions, met drummer Pete Thomas en pianist/toetsenist Steve Nieve. Alleen bassist Bruce Thomas ontbreekt. Die werd vervangen nadat hij in een boek wat nare uitlatingen over Elvis had gedaan. De nieuwe bassist Davey Faragher doet het echter uitstekend en is ook niet vies van het spelen met effecten, zo blijkt later.

Het is even stil voordat Costello, gekleed in een sober zwart pak en een bril met oranje glazen, zijn bijtend nasale stem de microfoon in knalt: “Accidents will happen”. Na wat oude up-tempo nummertjes komen al snel de nieuwe songs aan bod van de afgelopen weekend onverwachts uitgekomen CD When I Was Cruel, zijn eerste plaat in zeven jaar. De schijf werd pas 23 april verwacht, maar lag afgelopen weekend plots al in de schappen. Opvallend is dat een groot deel van het publiek de nieuwe songs meezingt! Costello speelt bijna alles van de nieuwe CD.

Nukkig en angry

~

Deze avond heeft Costello duidelijk geen zin in langzame, gevoelige songs: alles wordt up-tempo gespeeld. De man met de bril sjeest in een noodgang door de set van die avond, zegt nauwelijks wat tussendoor. Galmt wel een paar seconden lang She (een nogal commerciële cover van een lied van Charles Aznavour, waarmee Costello een paar jaar terug bij een groot publiek scoorde dankzij de soundtrack van de film Notting Hill). Daarna mompelt hij nukkig iets van “No more of that shit”, en zet weer een nieuwe snelheidsmaniak in. Angry is hij dus nog steeds.
Tegelijkertijd onderstreept Costello zijn antiheld-imago op subtiele wijze met het prijskaartje dat nog aan een van zijn (vele) gitaren hangt. Alsof hij hem net nog even gejat heeft.

De koek is op

Nieuwe nummers als 45, Spooky Girlfriend, het liefdeslied Tart (Costello blijft grappig) en het slepende When I Was Cruel No.2, met een te gekke sample en een Satie-pingeltje van Steve Nieve, komen voorbij in hoog tempo. Naast het nieuwe repertoire speelt hij vrijwel alleen oud werk, niets uit eind 80-er of begin 90-er jaren. En niets van de nummers die hij samen met Burt Bacherach maakte.

Technisch gezien is er niks op het concert aan te merken, iedere noot zit op zijn plaats. Maar de magie ontbreekt deze avond, het wil maar niet komen. Er wordt teveel gehaast, en dat is zelden goed. Op het moment dat Costello nog verder door had moeten gaan om het publiek en zichzelf werkelijk op te warmen (het had nog kunnen gebeuren), stapt hij opeens van het podium af. Hij is door zijn set heen, de koek is op. Niet te geloven, het concert heeft amper een uur geduurd!

Oranje bebrilde antiheld

Natuurlijk komt Elvis terug, maar pas na tien minuten luid applaudisserend en gillend publiek, dat uiteraard meer muziek wil horen in ruil voor het duur (35 euro!) betaalde kaartje. Costello continueert met Alibi, waarna nog twee nummers volgen. De band wordt vlug voorgesteld en de oranje bebrilde antiheld verdwijnt weer van het toneel, om voor een tweede keer terug te worden geroepen.

Tot grote vreugde van het publiek speelt Costello dan uiteindelijk nog zijn grote hit I Want You. Niet slecht gespeeld, maar ik heb het hem wel eens (veel) beter horen doen. Het publiek neemt evenwel genoegen met deze middelmatige uitvoering en gaat uit haar dak. Dan is het afgelopen. Dankzij het gejakker van de heer Costello struikelen wij om tien uur alweer naar buiten, de regen in.

Film / Films

The Mothman Prophecies

recensie: The Mothman Prophecies

Wat krijg je als je The Sixth Sense kruist met The Twilight Zone? Dan krijg je The Mothman Prophecies. Gebaseerd op het gelijknamige boek van John A. Keel krijgen we te maken met bovennatuurlijke wezens die ons mensen soms een glimpje van de toekomst laten zien. Geen Bruce Willis, maar Richard Gere die de queeste om achter de waarheid te komen aanvaardt.

~

Verstoord geluk

Richard Gere speelt John Klein, een sterjournalist die op het punt staat om met zijn vrouw een huis te kopen. Na een dag huisjesjagen rijdt het tweetal terug naar Washington D.C.. Klein’s vrouw schrikt van iets, raakt de macht over het stuur kwijt, en de twee belanden naast de weg. Klein’s vrouw komt in het ziekenhuis terecht waar een zeldzame vorm van kanker wordt geconstateerd. Verder beweert ze iets “bovennatuurlijks” gezien te hebben. Wanneer ze sterft vindt John een boekje met tekeningen van afzichtelijke wezens, allen getekend door zijn vrouw.

Geheimzinnige wezens

Twee jaar later is John onderweg naar een interview als hij in het plaatsje Pleasant Point terechtkomt. Daar gebeuren de laatste tijd veel geheimzinnige dingen, en worden wezens gezien die verdacht veel op de tekeningen van John’s vrouw lijken. Samen met de plaatselijke politieagente Connie (Laura Linney) probeert John een antwoord voor al zijn vragen te vinden, maar hoe meer hij te weten komt, hoe meer raadsels hij vindt.

Angstaanjagend

~

The Mothman Prophecies is een film die zich qua spanning kan meten met The Others. De spanning komt niet zozeer van schrikmomenten, maar juist door strakke claustrofobische regie. Er wordt veel “over de schouder” van de acteur meegefilmd, waardoor we constant het gevoel hebben dat iets of iemand de hoofdpersoon volgt, terwijl er niets te zien is. De muziek, die soms uit astmatisch ademgehaal lijkt te bestaan, verhoogd de spanning voelbaar. Verder wordt door suggestie in sommige scènes de spanning zo hoog opgevoerd dat de kijker zelfs in de rustige momenten niet weet wat het kan verwachten.

Geen grande finale

Al met al is The Mothman Prophecies een zeer geslaagde film geworden. De finale van de film valt misschien een beetje tegen. Anderhalf uur lang heb je de meest ijzingwekkende gebeurtenissen mogen observeren, en dan verwacht je iets baanbrekends. Dat wordt het dan net niet, The Mothman Prophecies laat een hoop vragen onbeantwoord. Maar eigenlijk past dit wel, tenslotte hebben we hier met bovennatuurlijke zaken te maken. Een aanrader, ook voor mensen die niet van horror houden.