Tag Archief van: landscape

Kunst / Expo binnenland

Een stumpertje uit het asiel

recensie: No Ghost just a Shell

Het van Abbe museum in Eindhoven heeft als eerste museum een gehele tentoonstelling opgekocht. Deze primeur in de kunstwereld roept natuurlijk de nodige vragen op.

Richard Phillips, <i>AnnLee</i>, 2002. Olieverf/doek, 198,5 x 249,5 cm
Richard Phillips, AnnLee, 2002. Olieverf/doek, 198,5 x 249,5 cm

Pierre Huyghe & Phillippe Parreno begonnen in 1997 samen het project Anna Sanders, l’histoire d’un sentiment, waarin ze een fictief personage gestalte gaven in de vorm van een magazine. Langzaam bladerend door het blad vormde je een idee van een personage. Het vervolg hierop was een project wat de kunstenaars omschrijven als: “Un film d’imaginaire”. Ze hadden gehoord dat er in Japan bedrijven waren die fictieve personages verkochten van het type dat wij hier in het westen al gauw als ‘manga’ zouden duiden. Deze bedrijven creëren dus karakters voor de manga-industrie, die ze op hun beurt inzet als strip/tekenfilmfiguur, inclusief de daaraan gelieerde merchandising.

Asielbezoek

De kunstenaars besloten om uit een catalogus van zo’n bedrijf een inhoudsloos, naamloos, tweedimensionaal karakter te kopen. Ze kozen voor een karakter zonder geschiedenis en zonder noemenswaardige kwaliteiten. Zoals sommige mensen ‘een nobel gebaar maken’ door uit het asiel een stumpertje aan te schaffen, in plaats van een mooie hond of kat. Parreno: “De figuur had een heel melancholische blik, alsof ze bewust was van het feit dat ze niet heel erg geschikt was waarvoor ze eigenlijk was gecreëerd”.

AnnLee

Zoals ook gebeurt wanneer een nieuw kind op de aarde komt, gaven de kunstenaars hun karakter een – in Azië veel voorkomende – naam: AnnLee. Zodat ze als een “gewoon persoon” in de realiteit kon staan. Phillippe Parreno en Pierre Huyghe maakten allebei een film over het karakter waar AnnLee zichzelf gelijktijdig in twee verschillende Parijse galeries voorstelde aan het publiek. Al gauw lieten ze ook andere kunstenaars toe om de persoon AnnLee leven in te blazen. Zo groeide de ‘persoonlijkheid’ van AnnLee en werd ze steeds reëler ervaren. Uiteindelijk oordeelden de aanvankelijke ‘eigenaars’ van AnnLee dat ze om een ‘echt persoon’ te worden ook daadwerkelijk ‘vrij’ diende te zijn. Ze zou daarom als elk ander individu zelfbeschikkingsrecht moeten hebben. De kunstenaars besloten om de rechten (via een omweg) aan haarzelf te verkopen. Ze kreeg alle rechten op de tot dan toen gemaakte werken en afbeeldingen die haar gestalte gaven. Een stichting zou er op toezien dat er behalve de al bestaande afbeeldingen geen nieuwe zouden worden gemaakt. Volgens Pierre Huyghe “om haar te bevrijden van representatie”.

Pensioen

Het Van Abbemuseum toont in haar kelder de complete serie afbeeldingen. Toch is de omvang van de tentoonstelling bescheiden. Wellicht iets te bescheiden voor een dergelijke primeur. Aan de andere kant past de vorm erg goed bij het fragiele karakter van AnnLee; in Japan kon ze immers ook al geen grote verhalen overleven.

Kunst / Expo binnenland

Een stumpertje uit het asiel

recensie: No Ghost just a Shell

Het van Abbe museum in Eindhoven heeft als eerste museum een gehele tentoonstelling opgekocht. Deze primeur in de kunstwereld roept natuurlijk de nodige vragen op.

Richard Phillips, <i>AnnLee</i>, 2002. Olieverf/doek, 198,5 x 249,5 cm
Richard Phillips, AnnLee, 2002. Olieverf/doek, 198,5 x 249,5 cm

Pierre Huyghe & Phillippe Parreno begonnen in 1997 samen het project Anna Sanders, l’histoire d’un sentiment, waarin ze een fictief personage gestalte gaven in de vorm van een magazine. Langzaam bladerend door het blad vormde je een idee van een personage. Het vervolg hierop was een project wat de kunstenaars omschrijven als: “Un film d’imaginaire”. Ze hadden gehoord dat er in Japan bedrijven waren die fictieve personages verkochten van het type dat wij hier in het westen al gauw als ‘manga’ zouden duiden. Deze bedrijven creëren dus karakters voor de manga-industrie, die ze op hun beurt inzet als strip/tekenfilmfiguur, inclusief de daaraan gelieerde merchandising.

Asielbezoek

De kunstenaars besloten om uit een catalogus van zo’n bedrijf een inhoudsloos, naamloos, tweedimensionaal karakter te kopen. Ze kozen voor een karakter zonder geschiedenis en zonder noemenswaardige kwaliteiten. Zoals sommige mensen ‘een nobel gebaar maken’ door uit het asiel een stumpertje aan te schaffen, in plaats van een mooie hond of kat. Parreno: “De figuur had een heel melancholische blik, alsof ze bewust was van het feit dat ze niet heel erg geschikt was waarvoor ze eigenlijk was gecreëerd”.

AnnLee

Zoals ook gebeurt wanneer een nieuw kind op de aarde komt, gaven de kunstenaars hun karakter een – in Azië veel voorkomende – naam: AnnLee. Zodat ze als een “gewoon persoon” in de realiteit kon staan. Phillippe Parreno en Pierre Huyghe maakten allebei een film over het karakter waar AnnLee zichzelf gelijktijdig in twee verschillende Parijse galeries voorstelde aan het publiek. Al gauw lieten ze ook andere kunstenaars toe om de persoon AnnLee leven in te blazen. Zo groeide de ‘persoonlijkheid’ van AnnLee en werd ze steeds reëler ervaren. Uiteindelijk oordeelden de aanvankelijke ‘eigenaars’ van AnnLee dat ze om een ‘echt persoon’ te worden ook daadwerkelijk ‘vrij’ diende te zijn. Ze zou daarom als elk ander individu zelfbeschikkingsrecht moeten hebben. De kunstenaars besloten om de rechten (via een omweg) aan haarzelf te verkopen. Ze kreeg alle rechten op de tot dan toen gemaakte werken en afbeeldingen die haar gestalte gaven. Een stichting zou er op toezien dat er behalve de al bestaande afbeeldingen geen nieuwe zouden worden gemaakt. Volgens Pierre Huyghe “om haar te bevrijden van representatie”.

Pensioen

Het Van Abbemuseum toont in haar kelder de complete serie afbeeldingen. Toch is de omvang van de tentoonstelling bescheiden. Wellicht iets te bescheiden voor een dergelijke primeur. Aan de andere kant past de vorm erg goed bij het fragiele karakter van AnnLee; in Japan kon ze immers ook al geen grote verhalen overleven.

Film / Films

Iets teveel magie in de grote stad

recensie: Hawaii, Oslo

Op een broeierige zomeravond in Oslo wordt een man aangereden door een ambulance. Al snel verzamelt zich om het slachtoffer een groep omstanders; mensen die meer met elkaar te maken blijken te hebben dan je op het eerste gezicht zou denken.

~

Het is alweer een kleine zeven jaar geleden sinds de Noorse regisseur Erik Poppe een flink aantal prijzen in de wacht sleepte met zijn debuutfilm Schpaaa (Bunch of Five). Maar Poppe neemt de tijd voor het maken van zijn films. Langzaam groeien in het project, dat is zijn werkwijze. Daarbij regisseerde hij tussendoor nog enkele afleveringen van een Noorse politieserie.

Jeugdliefde

Hawaii, Oslo telt vijf verhaallijnen die naar het einde toe met een bewonderenswaardige precisie in elkaar vallen. Zo is er Leon, een jonge man die zijn dagen slijt in een inrichting. Alles in zijn leven is gericht op zijn aankomende verjaardag, de dag dat hij eindelijk zijn jeugdliefde Åsa opnieuw zal ontmoeten. Ook Trygve, de gedetineerde broer van Leon, wordt nauwgezet gevolgd. Hij is vastbesloten te vluchten naar Hawaï tijdens de paar uur dat hij op verjaardagsbezoek mag bij zijn broertje.

Ziekenbroeder

~

Natuurlijk kan ik hier alle personages en verhaallijnen uitgebreid gaan voorstellen, maar dat heeft weinig zin. Poppe zelf neemt daarvoor ruimschoots de tijd. Overigens niet op een manier die het verhaal ophoudt. Als kijker word je midden in het verhaal geslingerd om gaandeweg langzaam te ontdekken wie wie is. Toch is één personage nog de moeite van het vermelden waard: Vidar, een ziekenbroeder uit de inrichting waar Leon zit. Hij speelt een belangrijke, zo niet beslissende rol in Hawaii, Oslo. Beslissend in die zin dat zijn karakter de plot een heel andere draai geeft dan je gedurende de film verwacht.

Magisch

Het verrassingseffect is groot, maar toch is het juist deze plot waarin Hawaii, Oslo een beetje teleurstelt. Want waarom kan Poppe (hij nam tevens een deel van het scenario voor zijn rekening) het niet houden bij een meer realistisch einde? Ook zonder de magische draai was Hawaii, Oslo een fijne film geweest om naar te kijken. Sterker misschien zelfs, want waarom zou alles altijd zo moeten aflopen als de bioscoopbezoeker het graag ziet?

Grens

Ook in de rest van de film ligt de (magische) symboliek er zo nu en dan wat dik bovenop, maar gelukkig heeft Poppe, afgezien van het einde, precies de grens gevonden van het toelaatbare. Dat is overigens ook precies waarnaar hij naar eigen zeggen op zoek was bij het maken van deze film. De acteurs krijgen stuk voor stuk de ruimte om te schitteren. Of liever gezegd, om een echt persoon neer te zetten. En zelfs al blijven sommige vragen onbeantwoord (want wat doet Leon eigenlijk in een inrichting?), het versterkt alleen de indruk die de film achterlaat van een momentopname. Hawaii, Oslo is ‘slechts’ het verhaal van een paar mensen, van één dag in een grote stad.

Lees ook ons interview met regisseur Erik Poppe!

Boeken / Fictie

Betoverend boek

recensie: Rodrigo Rey Rosa - Betoverde stenen

.

~

Op het oog lijkt Betoverde stenen een simpel boekje: het is niet dik, de hoofdstukken zijn kort en de woorden zijn niet moeilijk. Maar schijn bedriegt. Meteen vanaf het begin ontspint zich een verhaal met vele vertellers. De lezer wordt overspoeld met namen, waardoor het zeker in het begin wel eens moeilijk is de draad niet kwijt te raken. Dit wordt nog versterkt doordat Rey Rosa geen gebruik maakt van een alwetende verteller, waardoor er veel aan de verbeelding van de lezer wordt overgelaten. Is de vriendschap tussen twee personen echt of verraadt de een de ander om zijn rol in het ongeluk te verkleinen? Ook de familierelaties zijn onduidelijk.

Meerdere interpretaties

De niet altijd even duidelijke verhoudingen tussen de personen worden nog eens benadrukt door het taalgebruik dat in al zijn eenvoud toch meerduidig is: de lezer mag zelf de korte zinnen interpreteren waaruit de bondige dialogen bestaan. Er zijn meerdere interpretaties mogelijk en zo wordt het steeds moeilijker om goed en kwaad uit elkaar te houden. Is iedereen wel wie hij zegt te zijn?

Ondoorzichtig

De ondoorgrondelijkheid van het verhaal draagt bij aan het ondoorzichtige beeld van Guatemala-stad dat Rey Rosa wil scheppen. Guatemala is net als veel landen in Zuid-Amerika een land waar spionage en omkoping op alle niveaus plaatsvinden en zoals elke grote stad, is Guatemala-stad een verzameling en uitvergroting van de slechtste eigenschappen van een land. Misdaad is aan de orde van de dag en jeugdbendes zijn na zonsondergang de onbetwiste heersers van de straat. Tenzij het om geld of geweld gaat is iemands woord geen garantie, zelfs niet als het om een kind gaat.

Vergeet niet dat je in Guatemala bent. Een wagen heet Raptor; een andere Liquid. Ze zeggen dat in een van de stalletjes cocaïne en crack wordt verkocht. Je kan maar beter niet protesteren.

Nazingen

Rey Rosa is volgens kenners de meest interessante hedendaagse auteur uit Guatemala. Betoverde stenen is geen opwekkend, maar wel een interessant boek. Rey Rosa schetst op een trefzekere en overtuigende manier een beeld van Guatemala, zonder daarbij een bladzijde teveel te gebruiken. De kennismaking is even heftig als kort, maar blijft nog lang nazingen. De personages gaan een eigen leven leiden in je hoofd en het verhaal krijgt nieuwe wendingen, terwijl de tekst hetzelfde blijft. Dat is de grootste prestatie van Rodrigo Rey Rosa.

Bij Menken Kasander & Wigman verschenen van Rodrigo Rey Rosa eerder de novellen Bomengevangenis/De Schepenlichter, Wat Sebastiaan droomde, Na de vrede, Verloren wraak en De Afrikaanse kust.

Muziek / Album

Veel beter hoor je ze niet

recensie: The Proov - Battle Mode

The Proov, een Nederlandse hiphopformatie met internationale uitstraling, maakt kwalitatief erg goede hiphop. De afgelopen jaren brachten ze redelijk succesvolle platen uit, traden vaak op en er werd stiekem al een beetje over de landgrenzen heen gegluurd. Het mag dan een verrassing heten dat er geen platenlabel werd gevonden die de nieuwe plaat van The Proov wilde uitbrengen. “Ach, dan doen we het toch lekker zelf!” moeten ze gedacht hebben. Major-label V2 nam de distributie voor haar rekening dus nu kan iedereen Battle Mode gewoon bij de platenzaak halen.

Een Engelstalige hiphopplaat uit Nederland. Mag het dan wel Nederhop heten? Over de labeltjes wordt af en toe druk gediscussieerd. Ze gaan hun gang maar. Wat in ieder geval als een paal boven water staat, is dat er over de kwaliteit geen discussie hoeft plaats te vinden. The Proov staat echt op eenzame hoogte aan de top van de Nederlandse hiphopscène. Het is haast niet te geloven dat de leden, Cee Major, MC Gumshoe en DJ SDub, gewoon uit Nederland komen. De producties en raps klinken alsof een stel hiphoppers uit een New Yorkse buitenwijk de Europese (Britse) hiphop heeft ontdekt en aan het muziekmaken geslagen zijn.

Weifelende start

Na een kwartiertje Battle Mode ben je hier misschien nog niet van overtuigd. De plaat start namelijk wel erg weifelend. De eerste twee nummers, Two Entropies en Heroic, zijn prima oldskool-hiphoptracks, alleen vrij downtempo en lauw. Goede nummers voor zo halverwege een cd maar als openingstracks grijpen ze je niet bij de strot. Deze worden gevolgd door het wat flauwe She’s Mine dat ook nog niet echt wil swingen. Gelukkig begint The Proov hierna echt warm te draaien en worden de remmen los gegooid. De single The Ultimate knalt uit de boxen: duistere raps over een stevige beat, begeleid door ouderwetse computerbliepjes. De duistere sfeer van The Ultimate doet denken aan het stevige, organische werk van een goede Timbaland-productie en de raps roepen een Britse underground-hiphopsfeer op. De opgefokte sfeer en de snelle beats maken van The Ultimate misschien wel het beste hiphopnummer ooit in Nederland gemaakt.

Heerlijke uitsmijter

De rest van de plaat staat vol met on-Nederlands goede hiphop. De intermission Skid Sublime is erg sfeervol en laidback, Business is muzikaal erg leuk (met name het jazzy basloopje) en in het titelnummer laat The Proov horen dat ze ook de ruige kant van de hiphop onder de knie heeft. All the World is a Stage swingt, kreunt en pompt en het refrein wordt naar een hoger niveau getild door de mooie vocalen van Dee Ferguson. De pakkende vibe wordt bijna tot aan het einde van de plaat vastgehouden, ware het niet dat het laatste nummer, However the Wind Blows ‘het’ toch niet heeft. Gelukkig krijgen we met bonustrack Dopetraffic nog een heerlijke uitsmijter waardoor Battle Mode je uitgeteld op de bank doet ploffen. Veel beter hoor je ze niet in Nederland, neem dat maar van mij aan.

Muziek / Album

Inktzwarte, dreigende en onheilspellende sensatie

recensie: A Frames - Black Forest

Wie ‘de nieuwste sensatie op Sub Pop’ hoort, moet zijn oren meteen gaan spitsen, want was het niet dat dit label meer dan eens aan de voet stond van een groot muzikaal succes? Nirvana, Soundgarden en Afghan Whigs verschenen er in een mooi verleden. Vandaag de dag pronken de mensen van Sub Pop met Sleater-Kinney, Kinski en The Thermals. En het bandje dat de ‘nieuwste sensatie’ moet waarmaken is A Frames, een trio uit Seattle, Washington. Een zware last met zo’n roemrijke geschiedenis. Maar de band lijkt zich er niet druk om te maken. Ze beuken er op hun geesteskind Black Forest lustig op los.

~

De band bestaat al sinds de late jaren 90 en is vanaf die tijd bezig geweest met het verwerken van hun grote invloed, The Butthole Surfers, in hun eigen muzikale ideeën en creëerden daarmee hun gestripte vorm van neo-moderne, experimentele noise. Het is de kwade en hoekige gitaar van zanger Sullivan die voor een groot deel het geluid bepaald. Zijn blikkerige en afstandige stem en de robotachtige drums van Finberg bepalen de sfeer op de platen en de lage bas en de vriendelijke stem van Min Yee vult de rest van het geluid op.

Zwarte bladzijde

Black Forest is de derde in een schitterende hoes verpakte plaat van A Frames en de eerste die bij Sub Pop verschijnt. Deze derde toont niet alleen dezelfde rauwheid en ideeën als zijn voorgangers, maar combineert de sterke punten ervan en gaat er vervolgens met gemak overheen. Desondanks blijft het donkere art-punk, met veel drones en tierlantijntjes. Je hoort er niet alleen de muzikale invloeden van Joy Division, ook titels als Eva Braun, U-Boat en Death Train verwijzen naar de zwarte bladzijdes in menig geschiedenisboekje. Althans op het eerste gezicht, want de Death Train komt in het nummer meer naar voren als het spookschip ‘de Vliegende Hollander’. U-boat heeft weinig met dat te maken waar de gedachte het eerste naar uitgaat, terwijl in Eva Braun de schoonheid van Hitlers dame wordt bezongen.

De knoppen van Reznor

Black Forest klinkt als een nooit uitgebrachte plaat van Joy Division, waarbij Trent Reznor achter de knoppen heeft gezeten. De kanttekening die erbij moet worden geplaatst is dat Reznor voor de verandering zijn studio naar zijn schuur heeft gesleept, want de muziek klinkt hol en het heeft het afstandelijke wat Kraftwerk soms heeft. De opener Black Forest I wekt de spanning op en diens opvolgers weten het tot aan het einde van de plaat vast te houden. Nummers als Memoranda, Black Forest II, Galena en Negative laten het hart van de muziekliefhebber sneller kloppen, maar of we te maken hebben met de nieuwste sensatie, daarvoor durft deze liefhebber zijn handen vooralsnog niet voor in het vuur te steken.

Muziek / Album

Eén oogje open

recensie: Timo Maas - Pictures

.

~

Pictures is wat ingetogener en compacter dan zijn voorganger. De Düsseldorfer lijkt meer gekozen te hebben voor de cd als geheel in plaats van een verzameling ijzersterke nummers. Leuk voor de luisteraar, jammer voor de DJ’s en het dansvloervolk. Die zullen moeten wachten op remixes. De beats lijken iets meer op rustige breakbeats dan op de standaard 4-to-the-floor-ritmes die een nummer als Old School Vibes een dansbaarheidsfactor van 10+ mee wist te geven. Op zich lijkt Pictures best op Loud, alleen gaat het wat minder hard allemaal: het is iets minder loud.

Duistere sound

Dit neemt niet weg dat Pictures een erg goede plaat is. Het zijn allemaal uitstekende nummers maar er staan weinig echt opvallende tracks op de cd. De eerste die er echt uitspringt, is High Drama met een haast angstaanjagende zang van Neneh Cherry. Iets meer up-tempo dan de meeste andere nummers en zo duister als met een zonnebril op kijken naar een zwarte emmer met olie in een pikdonkere kelder. Ogen dicht en wegdansen maar. Misschien stiekem toch één oogje open want het is wel een beetje een eng nummer… Een ander opvallend nummer is Release met Rodney P., een rapper wiens stijl in wat doet denken aan Dizzee Rascal. Het nummer brengt een mix van dancehall, hiphop en 2step, uiteraard overgoten met de op Pictures immer aanwezige duistere Maas-sound. Een erg interessant nummer, al valt hij wel een beetje buiten de Pictures-boot.

Brian Molko

Neneh Cherry en Rodney P. zijn niet de enige gastvocalisten op Pictures. Placebo-voorman Brian Molko neemt een prominente plaats in met drie nummers: het titelnummer, de eerste single First Day en Like Siamese. Zijn stem past perfect bij de sfeer die Maas met zijn muziek oproept. Tikkeltje duister, meeslepend, monotoon. Ook Kelis is weer van de partij. Op Loud zong ze op prachtige wijze de opener Help Me, nu doet ze het op 4 Ur Ears. Helaas niet zo mooi als Help Me, maar haar zachte maar indringende stem past perfect op Pictures. Timo heeft een erg fijn neusje voor vocalisten. Zo is Pictures een fijn werkje geworden maar wel een beetje duister…

Muziek / Album

Melanie neemt zichzelf veel te serieus

recensie: Melanie C - Beautiful Intentions

.

~

Bij de Spice Girls al was Mel nooit mijn favoriet; dat suffe gesport van haar trok me nooit zo aan. Ik viel echter als een blok voor haar rockende solosingle Going Down. Mijn eenzame enthousiasme en de hoop dat ze een vrouwelijke Robbie Williams zou worden vervloog snel. Waar Williams soepel switcht tussen verschillende genres en zijn ongekende ego zo nu en dan bewerkt met de broodnodige doses zelfspot, neemt Melanie zichzelf wel erg serieus, en ze maakt spijtig genoeg ook nog eens de muziek die daar volgens haar bij hoort.

Investering

Gitaarmuziek met zo hier en daar een ballad dus. Intens en uit het hart zal ze het zelf wel noemen, maar spannend is het niet en een markt is er al evenmin voor. Dat Melanies solocarrière minder soepel zou verlopen dan haar kickstart Northern Star beloofde, bleek al bij de opvolger Reason: niemand was geïnteresseerd in dit volstrekt overbodige product en platenmaatschappij Virgin was de eerste om te onderkennen dat er geen markt meer was voor Sporty Spice. Mel werd dus aan de kant gezet, maar het meisje had dusdanig veel verdiend aan de Spice Girl-grap dat ze bijna anderhalf miljoen dollar investeerde in haar eigen maatschappij. Met Beautiful Intentions moet ze dus goed boeren, anders dreigt het faillissement.

Ontbrekende diepgang

Nu wens ik in principe niet veel mensen het ongeluk toe, maar rauwig zal ik niet zijn wanneer blijkt dat Beatiful Intentions de schappen niet uit te branden is. Hoewel haar derde plaat op sommige punten interessanter is dan voorganger Reason, lijkt een vierde album wat overdreven. Een up tempo nummer als Last Night on Earth is weliswaar te pruimen, maar voegt werkelijk niets toe aan het poplandschap. En dan laten we de oersaaie rustige nummers nog maar even links liggen. Melanie neemt zichzelf na de Spice Girls te serieus om hits te kunnen scoren en ontbeert de diepgang om interessant te zijn.

Muziek / Album

Matige Comeback

recensie: Life of Agony - Broken Valley

In 1993 zag het debuut River Runs Red het levenslicht nadat Life Of Agony (LOA) al zo’n vier jaar in het undergroundcircuit actief was geweest. De met flink wat melodie doorspekte hardcore maakte behoorlijk wat los in de wereld van stevige muziek. Vooral de passionele en emotionele vocalen van de kleine Keith Caputo gaven de band een heel eigenzinnig karakter. Het feit dat de emotie die in de muziek werd gelegd voortkwam uit (negatieve) ervaringen van de bandleden sprak velen aan en dit deed de band groeien tot een bijna legendarische status.

~

Toen drummer Sal Abruscato in 1995 na de release het album Ugly verliet werd daarmee eigenlijk al een beetje het einde van de band ingeluid. In 1997 kwam nog het album Soul Searching Sun uit waarbij Dan Richardson achter de drumkit kroop, maar niet veel later besloot ook Caputo ermee te stoppen. Terwijl deze zich op een solocarrière stortte probeerde de band het nog even met Ugly Kid Joe’s Whitfield Crane. Dit pakte echter niet heel goed uit en sindsdien werd er eigenlijk niks meer van de band vernomen. Totdat er op oudejaarsavond 2002 in de originele bezetting een live-optreden gepland werd. Er moesten meteen echter twee extra optredens ingelast worden wegens het in no time uitverkopen van het eerste concert. The River Runs Again was de toepasselijke titel en anno 2005 ligt er zowaar een nieuwe LOA album: Broken Valley.

Het gevoel is terug

De grote vraag is natuurlijk of de band met dit album voldoet aan de verwachtingen die de naam met zich meebrengt. De receptuur belooft in ieder geval veel goeds: zowel Abruscato als Caputo zijn terug op het vertrouwde nest en men spreekt van een hervonden vibe. En verdomd, het eerste nummer (tevens de eerste single) Love to Let you Down laat gelijk horen dat LOA nog net zo overtuigend kan klinken als op hun debuut. Vanaf de aftellende drums tot de uitklinkende gitaar zet de band een fantastisch nummer neer wat de gitaar-hooks en stampende drums van het debuut combineert met de emotie zoals Caputo deze op Soul Searching Sun liet horen. Minder dik aangezette vocalen, maar juist meer het fragiele stemgeluid is wat de kleine man ten gehore brengt over de moddervette, gruizige gitaarlijnen.

Valse start

Wat er dan echter gebeurt, is kort gezegd jammer. De muziek kakt een beetje in en geen enkel van de navolgende nummers haalt het bij Love to Let you Down. Wat het precies is, is moeilijk te zeggen, maar er mist iets in overtuiging. De muziek klinkt zeker niet slecht, maar ontstijgt eigenlijk geen moment het gemiddelde. Alleen de nummers Don’t Bother, Strung Out, The Calm that Disturbs You en The Day He Died geven me de indruk krijgen dat de band ‘het’ nog steeds wel heeft. Maar daar staan teveel nummers tegenover die ervoor zorgen dat het viertal geen verpletterende indruk weet te maken met deze comeback. Voor de diehard fans zeker de moeite van aankoop waard, maar verwacht niet meer dan een stevige rockplaat die zijn ups en downs kent.

Theater / Voorstelling

Verhalen onder je huid

recensie: Under my skin (Ivana Müller)

Waar komen die vlinders in je buik eigenlijk precies vandaan? En wat voor gezicht heeft de pijn? Waar verblijft het verlangen? Hoe sluit je iemand in je hart en wanneer heb je je buik van iets vol? Ondanks dat de wetenschap veel van de geheimen van het menselijk lichaam verklaarde, blijft je eigen lijf genoeg mysteries met zich meedragen. Er speelt zich onophoudelijk van alles af onder je huid, zo intiem en zo dichtbij, en toch zo raadselachtig en onzichtbaar. In haar voorstelling Under my skin speelt choreografe/performer Ivana Müller met dit idee, en nodigt ze je uit een kijkje te nemen in haar eigen lichaam.

~

De flyer van de voorstelling laat dan ook een tekening zien van een vrouw met roodfluwelen theatergordijntjes in haar buik. En ze hangen ook daadwerkelijk voor de deur aan het begin van de voorstelling, die rode gordijnen. Als Ivana je hoogstpersoonlijk uitnodigt om haar lichaam te betreden en daarbinnen een rondgang te maken, schuiven ze opzij en sta je met een klein groepje bezoekers in een halfduister fluwelen labyrint. “U bevindt zich hier,” lees je op een kaart, en je zult vervolgens door een gids rondgeleid worden door de verschillende ruimtes om daar de wonderlijke bewoners te ontmoeten.

Sensaties

Als ouverture zie je enkel een ballet van gordijnen die overal om je heen open en dicht schuiven. Als om je duidelijk te maken dat de richting van je blik zal bepalen wat je ziet. En er is veel te zien op deze wonderlijke tocht: je bezoekt een kamer met fluisterende herinneringen, je draait door in de kamers van het hart, je ontdekt waar de lichaamsgeluiden ontstaan en ontmoet een van de oudste bewoners die de pijn fabriceert. Je wordt ook zelf deel van de lichaamsstroom. Er zijn verloren ruimtes, er is een hoofd dat de beslissingen neemt en rebellen die daartegen in opstand komen en er zijn vreemde naamloze wezens die je maar beter in de gaten kan houden. Ook Ivana zelf kom je nog tegen: als een primitieve verbeelding van haar eigen ziel loopt ze in haar lichaam rond. Lichamelijke sensaties krijgen zo een gezicht en een verhaal.

Dwalen in het donker

De Kroatisch-Nederlandse Ivana Müller werkt in dit stuk samen met de Britse performer Bill Aitchison, de Kroatische choreograaf en performer Andrea Bozic en de Franse filmmaker Nils de Coster. De spelers nemen steeds verschillende gedaantes aan en ook de ruimtes worden naar believen omgetoverd. Al dwalend door het veranderlijke roodfluwelen doolhof raak je je gevoel van tijd en richting kwijt. Videobeelden versterken de illusie van een groot complex systeem waar je maar een klein stukje van te zien krijgt (‘Niet het hele lichaam is opengesteld voor publiek’). Al wordt er hier en daar een tipje van de sluier opgelicht, er blijft genoeg te raden over in het donker.

Draagbaar theater

Under my skin is een liefdevol gemaakte, kleine voorstelling, een ongewone ontdekkingsreis heel dicht bij huis. Een intieme ervaring die je uitnodigt naar je lichaam te kijken als was het een persoonlijk draagbaar theatertje. Waarin zich van alles afspeelt. Waarin je, als je de luiken van je ogen sluit, kan ontdekken welke verhalen er tot leven komen onder je eigen huid.

Under my skin is te zien op 2, 3 en 4 juni 2005 in de Stadsschouwburg van Rotterdam en in oktober 2005 in Frascati te Amsterdam.

Boeken / Non-fictie

Nederland als het brandpunt van de Verlichting

recensie: Jonathan Israel - Radicale Verlichting: Hoe radicale Nederlandse denkers het gezicht van onze cultuur voorgoed veranderden

.

Voor hen die de term Verlichting zonder nadenken in de mond nemen is er nu een goede kuur voor handen: de kloeke studie Radicale verlichting van de Britse historicus Jonathan Israel, waarin de totstandkoming van de eerste verlichtingsideeën tot in detail uiteen wordt gezet met de 17e-eeuwse Republiek der Nederlanden als belangrijkste brandpunt.

Onderschat

Spinoza

Hoewel historici het er over eens zijn dat de ideeën die ten grondslag lagen aan de Verlichting reeds in de 17e eeuw opgang maakten, leggen ze het zwaartepunt van de verlichting toch telkens weer in de 18e eeuw, aangezien men zich dan pas werkelijk bewust zou worden van de aard van deze ideeën. Israel is een van de weinigen die er een radicaal andere visie op nahoudt. Volgens hem werd er in de 18e eeuw nauwelijks iets toegevoegd aan de veel radicalere verlichtingsideeën uit de 17e eeuw.

In Radicale verlichting, bekroond als het beste Amerikaanse historische werk van 2001, gaat Israel uitgebreid in op de opkomst van de Verlichting, waarbij hij aan Nederland een cruciale rol toekent. Een van de belangrijkste stellingen die hij met goed onderbouwde argumenten uitwerkt, is dat het belang van de radicale Vroege Verlichting enorm is onderschat. Daarnaast laat hij overtuigend zien dat het spinozisme van die tijd een cruciale rol heeft gespeeld in de opkomst en ontwikkeling van de belangrijkste verlichtingsideeën.

Onderstroom

Israels studie is voor een belangrijk deel gegrondvest op het onderscheid dat hij maakt tussen een gematigde hoofdstroom en een radicale onderstroom van de Verlichting. Israel is daarbij vooral geïnteresseerd in de radicale onderstroom die volgens hem veel belangrijker en complexer is dan vaak wordt aangenomen. Deze onderstroom begint zich al rond 1650 te roeren en is volstrekt niet bereid om compromissen met het verleden te sluiten, laat staan om bestaande structuren overeind te laten.

Zij verwierp de schepping zoals die werd geleerd in de joods-christelijke beschaving, en het ingrijpen van een almachtige God, ontkende het bestaan van wonderen, beloning en straf in een hiernamaals, verachtte alle vorm van kerkelijk gezag en weigerde het bestaan te accepteren van een door god gegeven sociale hiërarchie.

De gematigde hoofdstroom van de Verlichting die rond 1750 opgang maakte, was veel minder radicaal in zijn opvattingen en wilde binnen de bestaande structuren blijven opereren. Ze streefde ernaar:

onwetendheid en bijgeloof te overwinnen, verdraagzaamheid te bevorderen en een omwenteling teweeg te brengen op het gebied van ideeën, onderwijs en gedrag, maar wel op zo’n manier dat de elementen van de oude structuur […] werden behouden en veiliggesteld.

In feite, zo laat Israel zien, is de late hoofdstroom van de Verlichting een afzwakking van de vroege, meer oorspronkelijke radicale Verlichting.

Republiek der Nederlanden

Israel geeft een uiterst minutieuze beschrijving van de ontwikkeling van de vroege, Radicale Verlichting. Hij laat zien dat de Republiek der Nederlanden niet alleen een toevluchtsoord was voor vele in het nauw gedreven filosofen en schrijvers, waarvan René Descartes vermoedelijk het beroemdste voorbeeld is, maar zelf ook een belangrijke bijdrage leverde aan het Europese debat. De invloedrijkste exponent hiervan was de joodse lenzenslijper Benedictus de Spinoza (1632-1677), die door zijn geloofsgenoten in de ban werd gedaan en in Europa algauw bekend stond als het prototype van de kwade genius.

Tolerantie

Er waren echter ook andere, tegenwoordig nauwelijks bekende Nederlandse denkers die een belangrijke bijdrage leverden. Zo werd het recalcitrante boek De hemel op aarde van een dominee uit Zwolle in heel Europa gelezen en bediscussieerd. Tevens wordt duidelijk dat sommige hedendaagse problemen reeds besproken werden door onze 17e eeuw voorouders. Zo schreef de in Rotterdam wonende geschiedenis- en filosofiedocent Pierre Bayle (1647-1706) reeds een nog altijd relevante theorie van de tolerantie. Israel blijft met zijn studie echter niet binnen de landsgrenzen van de Republiek hangen, maar verkent ook uitgebreid de ontwikkelingen die zich in de rest van Europa voltrokken en die vaak in gang werden gezet door wetenschappers die een tijdlang in Nederland gestudeerd hadden.

Nederlandse editie

Israel laat de gebaande paden vrijwel volledig links liggen en opent het perspectief op nauwelijks bekende gebeurtenissen. De Nederlandse vertaling van Radicale Verlichting is dan ook een uitgelezen kans om met dit magnifieke standaardwerk kennis te maken. Het bijna 1000 pagina’s tellende boek laat zich moeilijk in een ruk achter elkaar uit lezen, maar is als studie en naslagwerk eigenlijk onmisbaar voor iedereen die zich ook maar enigszins met de Verlichting bezighoudt. Een bijkomend voordeel van de Nederlandse editie is dat de vele citaten uit Nederlandstalige schotschriften, notulen en brieven in de oorspronkelijke taal konden blijven staan. Bovendien zijn de illustraties niet langer in een apart katern opgenomen (zoals in de Engelstalige uitgave), maar in de tekst zelf en zijn er ook nog eens een heel aantal extra illustraties toegevoegd.