Veteranen van de Nederlandse Underground op punt van doorbreken
.
Foto: Henx |
Om een goed beeld te krijgen van hoe het ooit allemaal is begonnen moeten we terug naar het begin van de jaren negentig. Hoofdrolspelers Andre Dodde, Koos Borg en Olaf Veenstra kennen elkaar van de undergroundscene rond poppodium Vera. Als het verhaal van Green Hornet begint, maakt Dodde nog deel uit van de legendarische sixties-partyband The Firebirds, opgericht in 1991. The Firebirds genieten op dat moment landelijke bekendheid met hun instrumentale surf- en garagerock, waarmee ze onder andere in het voorprogramma staan van Dick Dale en The Trebble Spankers. Drummer Koos Borg speelt dan in garagerockformatie The Beavers en gitarist Olaf Veenstra maakt deel uit van Kleg, een ietwat vreemd avant-garde experiment dat begint met acht gitaristen, vier saxofonisten, een bassist en een drummer. Green Hornet is voor alle drie een hobbyproject. In de loop der jaren verandert die status echter en tegenwoordig staan andere groepen zoals The Beavers op het tweede plan: Green Hornet is de band waar het Borg, Veenstra en Dodde om is te doen. Na een album bij Transformed Dreams, de registratie van een concert met Andre Williams bij Norton en een plaat bij My First Sonny Weismuller, zijn de Groningers nu eindelijk toe aan een volgende stap.
Livemuziek
De keus voor Excelsior is dan op het eerste gezicht een beetje vreemd. Van oudsher richt het label zich immers op brave Beatlesque pop, ik noem een Johan en een Daryll-Ann. Gelukkig hebben ze bij Excelsior ook ingezien dat er meer is, getuige de nieuwe cd’s van Under Byen, El Pino & The Volunteers en zZz. Van de vuile psychedelica van zZz naar de smerige, ronkende garagerock met orgel van Green Hornet is vervolgens slechts een kleine stap. Maar of Green Hornet met dit album net zoveel indruk gaat maken als zZz met haar debuutalbum valt nog te bezien: rond zZz hangt al sinds het begin een soort aura van onsterfelijkheid, iets dat Green Hornet duidelijk mist. Wat Green Hornet wel heeft, is een mooie nieuwe cd met daarop twaalf wilde, broeierige southern-rocksongs waarin de liefde voor bands als The Cramps, The Oblivians, (Jon Spencer) Blues Explosion, Boss Hog en The Rolling Stones duidelijk terug te horen is. Soulvolle, bezwerende gitaarrock met daaroverheen warme, hypnotiserende orgelklanken, afgemaakt door de quasi-nonchalante vocalen van Veenstra: dat is Green Hornet. Eigenwijs als ze zijn, hebben ze de basgitaar ingeruild voor orgel en harmonica. Deze muziek zal het naar verwachting vooral live goed doen, in kleine, donkere zalen waar de alcohol rijkelijk vloeit en de sigarettendamp goed zicht belemmert. Luister je So Much to Give via de stereo of de computer, dan mist er toch iets. Dat zit hem vooral in de interactie tussen band en publiek, voor de muziek van Green Hornet vrij essentieel. Voor zZz geldt in principe hetzelfde: ook die muziek moet je live horen, voelen, ondergaan. Desondanks is So Much to Give zeer zeker de moeite waard.
Het enige smetje op deze cd is het ontbreken van de geweldige Deutsch-Amerikanische Freundschaft (DAF)-cover Der Mussolini, een nummer dat wel present was op de vorig jaar verschenen sampler van Subroutine Records. Ik meen dat Green Hornet de mannen van Subroutine heeft beloofd dat het nummer alleen op hun sampler zou verschijnen. Het zij ze vergeven. Ook zonder Der Mussolini is So Much to Give een erg mooi visitekaartje. De toegangsdeuren tot de nationale podia zijn inmiddels geopend. De eerste dertien shows staan op het moment van schrijven van deze recensie al gepland, onder andere een optreden op Eurosonic!