Boeken / Fictie

Zelfdestructie als metafoor voor intens leven

recensie: Abdelkader Benali - Feldman en ik

Verlies van ‘het menselijke’ als gevolg van technologische vooruitgang is al decennia lang koren op de molen van sciencefiction schrijvers. Wie bekend is met de sf-serie Star Trek haalt bij deze gedachte The Borg voor de geest: een emotieloos half organisch, half mechanisch volk dat elk wezen dat het tegen komt assimileert en tot willoos onderdeel maakt van het collectief. De verbeelding van het post-humane tijdperk in Abdelkader Benali’s nieuwste roman, Feldman en ik, voltrekt zich tegen de achtergrond van een recentere toekomst en is daardoor des te indringender.

Het probleem van Feldman en ik is het ontbreken van een helder perspectief. Al snel wordt duidelijk dat de verteller, Andes Miskin, waanzinnig is. Benali zet hiermee het verhaal vanaf de eerste bladzijde op losse schroeven: zijn de beschreven gebeurtenissen echt, of zijn ze ontsproten aan de ontspoorde geest van Andes? Terwijl nieuwe mysteries zich blijven opwerpen, blijven antwoorden uit. De voorsprong van een relatief herkenbaar decor, waartegen de gebeurtenissen zich afschilderen, wordt door de onbetrouwbaarheid van de verteller aan het wankelen gebracht.

Pragmatisme

In de nabije toekomst waar Andes Miskin in leeft is de maakbaarheid van mens en maatschappij (‘De Unie’) een voldongen feit. Plastische chirurgie en orgaantransplantaties zijn onderdeel van het dagelijks bestaan, ziekte komt bijna niet meer voor. Disfunctionele organen worden voor gezonde ingeruild, wie niet tevreden is over zijn voeten besteld een paar nieuwe of vervangt ze door kunstmatige exemplaren, want “die zijn net zo goed als de echte.” In deze kunstmatige biotoop is alleen ruimte voor de ratio. Als gevolg hiervan is al het emotionele verdrongen, intimiteit bestaat niet meer. Alle elementen die het mensenleven inkleuren zijn het gevolg van pragmatische keuzes, tot de ouders aan toe.

Boezemvrienden Andes Miskin en Maxime Feldman weigeren deel te nemen aan het marionettenspel van ‘De Unie’. De inwisselbaarheid van lichaamsdelen staat voor hen gelijk aan het verlies van menselijkheid. Ze besluiten dat ziekte de enige manier is om te onkomen aan het juk van handelaren in lichaamsdelen. Een verziekt lichaam verliest snel zijn waarde. Andes: “Ik zal alles in het werk stellen om ziek te worden.” Geen eenvoudige opgave in een wereld waarin overheidsspionnen burgers nauwlettend in de gaten houden bij het geringste vermoeden van verzet. Feldman zegt Andes in de toekomst te willen helpen in zijn queste door een exotisch gif te bemachtigen dat zijn ziekte zal verzekeren.

Het verbond tussen Feldman en Andes wordt echter voortijdig verbroken. Nadat Feldman de echtgenote van een professor bezwangert en zichzelf genoodzaakt ziet om naar het buitenland te vertrekken ontvangt Andes het nieuws dat zijn ‘broeder’ tijdens een expeditie in het regenwoud van Maleisië is gestorven. Andes conformeert zich aan de maatschappelijke gang van zaken en maakt carrière als jurist.

Handelen zonder motief

Het daadwerkelijke verhaal begint op het moment dat Andes – twee jaar na het overlijdensbericht van Feldman – een brief ontvangt, die onmiskenbaar in het handschrift van zijn doodgewaande vriend is geadresseerd. Met deze mysterieuze gebeurtenis begint ook meteen het onverklaarbare handelen van Andes: hij laat de brief gesloten. “Er liep een rilling over mijn rug en ik besloot, in een opwelling, het epistel niet te openen. Tot mijn eigen verbazing, want normaal gesproken zou ik hem van opwinding meteen hebben opengescheurd, zo blij was ik altijd met een brief.”

Andes herinnert zich de belofte van zijn bloedbroeder en raakt bezeten van de gedachte dat de gesloten brief het gif bevat, waardoor hij ziek kan worden en kan ontsnappen uit de door perfectie gereguleerde maatschappij. Wat volgt is een reeks bizarre destructieve handelingen waarmee Andes doelbewust alle banden met de werkelijkheid verbreekt: zijn werk, zijn familie en uiteindelijk ook zijn lichaam – door zijn eigen penis af te snijden. Zelfdestructie is verworden tot een metafoor voor intens leven. Benali geeft zijn orgie van waanzin nog een extra dimensie door de lezer aan het twijfelen te brengen over het bestaan van Maxime Feldman: misschien zijn Andes en hij wel dezelfde persoon?

Schijnbare opheldering

In het tweede deel verschuift het perspectief naar Maxime Feldman, die dus wel degelijk lijkt te bestaan. De introductie van Feldman geeft de hoop dat opheldering spoedig zal komen: “In het vliegtuig, dat nog geen aanstalten maakte om te landen, sloeg ik het boek Het raadselachtige verhaal van de pop met een zucht van verbazing en opluchting dicht.” Na 216 bladzijden vol onnavolgbare gebeurtenissen is de behoefte aan deze ‘zucht van verbazing en opluchting’ groot. Even lijkt Benali ons hierin tegemoet te komen als Feldman oprecht verbaasd blijkt over het bizarre handelen van zijn vriend: “Het leek alsof een demon van jou bezit had genomen, jou had aangespoord deze rottigheid uit te halen.” Maar binnen een mum van tijd ligt ook Feldman in de clinch met de ratio om uiteindelijk dezelfde gemoedstoestand te bereiken als zijn oude vriend. Alle onzekerheden worden opnieuw opgerakeld.

Ook de vraag of Feldman en Andes een en dezelfde persoon zijn doemt weer op. “Wat als ik een tweede Andes ben?”, zegt Feldman tegen Andes’ verzorger. Verwarring alom, terug bij af. De teloorgang van ‘het eigene’ is een belangrijk thema voor Benali zo bleek al uit diens eerdere roman Laat het morgen mooi weer zijn. Ook dit werk draait om het ontbreken van authenciteit. Kenmerkend aan de hoofdpersoon in dit verhaal, Malik Ben, is echter dat hij uiteindelijk niets onderneemt om zijn statische geestestoestand te doorbreken. In zekere zin lijken de hoofdpersonen uit Feldman en ik een reactie op de passiviteit van Malik Ben. Zij gaan tot het uiterste om te ontkomen aan ‘de tirannie van het dagelijks bestaan.’

Eigenheid

De brei aan mysteries en raadselachtigheden waaruit Feldman en ik bestaat is niet zozeer een sluitende aanklacht tegen de ideologische koers die de moderne westerse maatschappij vaart, maar eerder een ontwapenend epistel waarin Benali zijn gedachten over en angsten voor de toekomst de vrije loop laat. Hij probeert geen sluitende antwoorden te geven, maar maakt de lezer deelgenoot van zijn eigen verwarring. Feldman en ik is een gedurfde roman waarin Benali bewijst zijn eigenheid niet te verloochenen. Helaas gaat dit ten koste van een helder kader en uiteindelijk de lezer. Ik sloeg dit raadselachtige boek dan ook niet dicht met een zucht van verbazing en opluchting, maar met een vloek van verwarring en frustratie.