Tag Archief van: landscape

Muziek / Album

Volledig ‘gekk’ van niet te genezen ‘bietmuziekte’

recensie: The Madd - Ongeneeslijk beat

.

Goed, dat was nummer een van een album dat welgeteld 20 minuten en 59 seconden duurt. En daar blijft het niet bij. Serieus, die twintig minuten blijken stuk voor stuk heerlijk misselijkmakende ‘bietmuziekte’. Elf kneiters, zogezegd! Inclusief snerpende Rickenbacker, stuiterende, ruw rollende orgelloopjes en ronde, donkere bastonen. Niet te vergeten: de gortdroge snaredrum die de biet onweerstaanbaar voortstuwt. En wie die originele uitvoerenden van deze nummers zijn? Wat maakt het eigenlijk nog uit? Sterker, ik wíl het al niet eens meer weten! Voor mij zijn deze elf songs vanaf heden van The Madd. Ik verdenk hen er zelfs van dat ze in een aankomend interview zullen melden de nummers zelf geschreven te hebben, en dat de orginele uitvoerenden, zoals vermeld in het boekje, verzonnen zijn. Net als de namen van de bandleden.

~

Wat meer over die andere 19 minuten. De biet die nummers als Her Big Man of Sad Boy herbergen? ’t Klinkt zo ongelofelijk als de vroege Beatles dat je er alleen maar oprechte bewondering voor kan hebben. Jump Now! en I Want You, Need You, Love You hebben de angstig vrolijke vibe die bands als Supergrass en The Hives vaak ook laten horen. Ook geen slechte vergelijking, lijkt me. The Madd klinkt wat mij betreft op een krankzinnige manier heel erg vitaal en van deze tijd, maar heeft tegelijkertijd een ongelofelijke sixties feel. De ooooeeeehoe’s en nananananaa’s zijn niet van de lucht. Om over de come on’s! (o.a. Her Big Man en Come On) en de let me hear you, say yeah’s (I Say Abba) maar te zwijgen. De teksten gaan veelal over de liefde en zijn gelukkig her en der ook nog eens van de nodige humor en meligheid voorzien. Roughy bijvoorbeeld handelt over een gelijknamige kapper, ook wel The Beatlesman genoemd. Die Roughy meet iedereen gewoon steevast een jaren zestig bloempotkapsel aan. Je zou bijna naar hem toe gaan voordat je The Madd live gaat zien, iets dat zal zeker gaan gebeuren. En met dat fris geknipte hoofd, meet je jezelf natuurlijk en passant nog even een (tweedehands!) maatpak aan. Inclusief die stropdas (mocht je niet weten hoe je die moet strikken, de cd-hoes vermeldt een zesstappenplan, inclusief tekeningen).

Ik ben ervan overtuigd dat velen zeer binnenkort zullen lijden aan de ‘bietmuziekte’. The Madd gaat het live ongetwijfeld ontzettend goed doen. Helemaal tijdens de festivalletjes. En ik eet persoonlijk mijn zorgvuldig gestrikte stropdas op als het optreden tijdens Noorderslag niet een van de hoogtepunten van de 2008-editie gaat worden. Dit is zó ’tweeduizend-acht’! Ik ben d’r ‘gekk’ van! Volledig ‘gekk’ van die niet te genezen ‘bietmuziekte’.

Muziek / Album

Volledig ‘gekk’ van niet te genezen ‘bietmuziekte’

recensie: The Madd - Ongeneeslijk beat

.

Goed, dat was nummer een van een album dat welgeteld 20 minuten en 59 seconden duurt. En daar blijft het niet bij. Serieus, die twintig minuten blijken stuk voor stuk heerlijk misselijkmakende ‘bietmuziekte’. Elf kneiters, zogezegd! Inclusief snerpende Rickenbacker, stuiterende, ruw rollende orgelloopjes en ronde, donkere bastonen. Niet te vergeten: de gortdroge snaredrum die de biet onweerstaanbaar voortstuwt. En wie die originele uitvoerenden van deze nummers zijn? Wat maakt het eigenlijk nog uit? Sterker, ik wíl het al niet eens meer weten! Voor mij zijn deze elf songs vanaf heden van The Madd. Ik verdenk hen er zelfs van dat ze in een aankomend interview zullen melden de nummers zelf geschreven te hebben, en dat de orginele uitvoerenden, zoals vermeld in het boekje, verzonnen zijn. Net als de namen van de bandleden.

~

Wat meer over die andere 19 minuten. De biet die nummers als Her Big Man of Sad Boy herbergen? ’t Klinkt zo ongelofelijk als de vroege Beatles dat je er alleen maar oprechte bewondering voor kan hebben. Jump Now! en I Want You, Need You, Love You hebben de angstig vrolijke vibe die bands als Supergrass en The Hives vaak ook laten horen. Ook geen slechte vergelijking, lijkt me. The Madd klinkt wat mij betreft op een krankzinnige manier heel erg vitaal en van deze tijd, maar heeft tegelijkertijd een ongelofelijke sixties feel. De ooooeeeehoe’s en nananananaa’s zijn niet van de lucht. Om over de come on’s! (o.a. Her Big Man en Come On) en de let me hear you, say yeah’s (I Say Abba) maar te zwijgen. De teksten gaan veelal over de liefde en zijn gelukkig her en der ook nog eens van de nodige humor en meligheid voorzien. Roughy bijvoorbeeld handelt over een gelijknamige kapper, ook wel The Beatlesman genoemd. Die Roughy meet iedereen gewoon steevast een jaren zestig bloempotkapsel aan. Je zou bijna naar hem toe gaan voordat je The Madd live gaat zien, iets dat zal zeker gaan gebeuren. En met dat fris geknipte hoofd, meet je jezelf natuurlijk en passant nog even een (tweedehands!) maatpak aan. Inclusief die stropdas (mocht je niet weten hoe je die moet strikken, de cd-hoes vermeldt een zesstappenplan, inclusief tekeningen).

Ik ben ervan overtuigd dat velen zeer binnenkort zullen lijden aan de ‘bietmuziekte’. The Madd gaat het live ongetwijfeld ontzettend goed doen. Helemaal tijdens de festivalletjes. En ik eet persoonlijk mijn zorgvuldig gestrikte stropdas op als het optreden tijdens Noorderslag niet een van de hoogtepunten van de 2008-editie gaat worden. Dit is zó ’tweeduizend-acht’! Ik ben d’r ‘gekk’ van! Volledig ‘gekk’ van die niet te genezen ‘bietmuziekte’.

Film / Films

Een sensuele polemiek

recensie: Une Vieille maîtresse

.

Catherine Breillats Une Vieille maîtresse bewijst dat deze controversiële regisseuse zich ook kan schikken naar de formele eisen van genre-oefening. Haar nieuwste film is een Frans kostuumdrama met een decadent romantisch tintje in de traditie van Dangerous Liaisons (1988) en La Dame aux camélias (1980). Breillat weet de stijl van het genre meesterlijk te beheersen, terwijl er onder de koele oppervlakte thematische fascinaties doorschemeren.

~

De film gaat over romantische intriges die zich afspelen in de betere kringen van Parijs anno 1835. De jonge Ryno (een geslaagd debuut van Fu’ad Ait Aattou) maakt zich klaar voor een huwelijk met de adellijke Hermangarde (vaste Breillat-actrice Roxane Mesquida), maar is nog steeds gebonden aan zijn voormalige maîtresse Vellini (vol agressieve passie gespeeld door Asia Argento). Hij wordt door zijn toekomstige schoongrootmoeder verhoord over zijn verleden. De film toont vervolgens in flashback de romance die plaatsvond tussen Ryno en Vellini. Als Ryno eenmaal getrouwd is, is de burgerlijke zekerheid van zijn nieuwe situatie niet bestand tegen de wispelturige natuur van zijn passie en de inmenging van Vellini.

Romantische kwelling

Une Vieille maîtresse is een bewerking van de gelijknamige roman van Jules-Amédée Barbey d’Aurevilly. Deze negentiende-eeuwse romanticus begaf zich met dandyachtige trots in de duistere regionen van de menselijke ziel en was een tijdgenoot van Charles Baudelaire en Gustave Flaubert. Breillat weet de door Barbey d’Aurevilly beschreven periode perfect tot leven te wekken en de heldere monologen, die ongetwijfeld dicht bij de originele tekst zijn gebleven, bieden een rationeel commentaar op die discrete gekte die liefde wordt genoemd.

Het verhaal doet deels denken aan de intriges uit Les Liaisons dangereuses, en de film begint dan ook met een verwijzing naar Choderlos de Laclos. De oude graaf van Prony (sluw gespeeld door Michael Lonsdale), die het verhaal van een introductie en een coda voorziet, zet met zijn cynische visie op de dwalingen van het hart een kader voor de amoureuze intriges van het paar. Hij is een éminence grise die weet dat gevoelens makkelijk gemanipuleerd kunnen worden en dat mensen het slachtoffer kunnen worden van hun tegenstrijdige lusten.

Calculerende kilte

~

Deze calculerende kilte vormt samen met de beheerste visuele stijl van de film een contrast met het gepassioneerde en gekwelde spel van Aattou en Argento. Zo is Une Vieille maîtresse in visueel opzicht perfect gerealiseerd. Stanley Kubricks Barry Lyndon moet een duidelijke referentie zijn geweest. Vaste Breillat-cameraman Giorgios Arvanitis weet in bepaalde scènes ook de gloed van kaarslicht nauwkeurig te vangen zoals de Amerikaanse meester dat probeerde te doen. Verder heeft Breillat goed gekeken naar de schilderkunst uit de periode, waarbij haar keuzes meer zijn dan alleen een visuele invulling. Breillat weet Ryno te modelleren naar de portreten van de Franse neoclassicist Ingres. Vellini is een Spaanse courtisane die zo door Goya geschilderd had kunnen zijn. Breillat weet met die keuze het koele en geordende Frans classicisme tegenover de duistere en temperamentvolle Spaanse romantiek te plaatsen. Vellini is niet mooi vanuit de heersende esthetische mores. Ze is eerder lelijk en ook een buitenstaander die de conventies van het stijve Franse hof tart. Dat maakt haar voor Ryno des te meer een vrouw om te veroveren.

Deze romantische en sensuele spanningen zijn een terugkerend element binnen het oeuvre van Breillat, die liefde vaak portretteert als een slagveld tussen de seksen. Ryno’s hofmakerijen zijn extreme vormen van onderwerping, waar Vellini afgunstig op ingaat. Maar vanaf het moment dat ze voor hem valt, zijn de rollen omgedraaid, totdat duidelijk wordt dat ze niet met of zonder elkaar kunnen leven. Breillat shockeerde in haar eerdere films met pornografische scènes, die door veel critici werden gezien als een gimmick. In deze film maakt ze geen gebruik van deze optie. De liefdesscènes in de film zijn wel intiem en wrang, maar passen perfect binnen het strakke genrekader dat Breillat voor ogen heeft. Uiteindelijk toont de regisseuse met Une Vieille maîtresse dat ze in staat is om geslaagde variaties op haar vaste thema’s te maken, die visueel weten te imponeren en een sterke emotionele lading behouden.

Muziek / Album

Hello Goodbye: een hartstochtelijk, passievol programma

recensie: Joris Linssen & Caramba - Zo Alleen

.

Mexicaanse Mariachi-liederen en verfijnde Argentijnse tango’s combineren met Nederlandse teksten. Het lijkt vloeken in de kerk. Toch ‘vloekt’ NCRV-presentator Joris Linssen er wat dat betreft duchtig op los. Hij gebruikt namelijk een schare songs van befaamde componisten uit die contreien en schreef er z’n eigen Hollandse teksten op. Oef, daarmee neemt hij op z’n minst een aardig risico. En komt deze alleraardigste ‘simpatico’ daar mee weg?

~

Joris Linssen, de welbekende tv-persoonlijkheid, zoekt in zijn programma’s Hello Goodbye, Joris Pakket Service en uiteraard Taxi steevast naar de emotie, de snik, naar de passie, de hartstocht. Logisch dus dat hij tijdens diverse bezoeken aan Mexico verslingerd is geraakt aan de passievolle, hartstochtelijke muziek aldaar. Mét emotie, met her en der een snik. En weet je wat hij toen dacht? Ik kan aardig zingen, laat ik die mooie composities nu eens samen met een stel gerenommeerde muzikanten opnieuw op cd uitbrengen en er zelf de teksten bij verzinnen. In 2000 verscheen het eerste album van Joris Linssen & Caramba, genaamd De Laatste Slok. Een album dat mij eerlijk gezegd geheel is ontgaan. Sorry daarvoor.

Kwijlerig

Maar onlangs verscheen hun tweede album, Zo Alleen. Een nieuwe kans voor mij, dus. Linssen gebruikt daarbij de bij velen bekende composities van José Alfredo Jiménez, Armando Manzanero en zangeres Chavela Vargas. Laatstgenoemde wordt overigens ook wel ‘De Stem van Mexico’ genoemd. Ga d’r maar aan staan om je met hen te meten, zou ik zo zeggen. Haar waanzinnige nummer Soledad verwordt bij Linssen en consorten tot de titelsong. Een goede en breekbaar gezongen tekst waarbij de eenzaamheid letterlijk voelbaar is. Ja, en dat is toch op z’n minst erg knap. Maar op andere plekken zorgt de uiteraard wederom tragische tekst voor een beetje een kwijlerige tweederangs Toon Hermans-‘feel’ (in: Als Ze Ons Laten) of een niet zo heel goede Robert Long-interpretatie (Tranen Van Geluk of Van Een Andere Planeet) waar ik persoonlijk niet echt tegen kan. Maar goed, er zijn overal voor- en tegenstanders. Iets dat vast ook voor dit album geldt.

Dikke huid


En trouwens, dergelijke tekstschrijvers zitten natuurlijk helemaal niet te wachten op eeuwige roem. Die schrijven liever zoveel mogelijk licht depressieve verhalen over hoe alles weer eens mis ging. Over hoe de liefde verging, zoals in de goed gelukte teksten ’t Is Nog Steeds Zo, Verdomde Liefde, Als Ik Ga en Het Allerlaatste Liedje, of over hoe ze weer eens verkeerd geïnterpreteerd werden. En getuige z’n teksten heeft Linssen inmiddels een dikke huid gekregen. Natuurlijk kan een mens al die tragiek niet volhouden. Maar het hoort bij de Mariachi, het hoort bij de Nortenho (Mexicaanse levensliederen). Ongeveer zo: “Sinds jij niet meer komt, zijn de straten verstomd, de stilte ketst tegen het steen… Zo alleen, verloren en kwijt. Alsjeblieft, kom me redden van de eenzaamheid.” Enzovoorts. Tja, eigenlijk doet dit album heel erg denken aan Linssens succesvolle tv-programma’s, zoals Hello Goodbye. De emotie, de snik, de passie, de hartstocht. Nog even een leuk detail? Vanaf januari 2008 is Joris te zien in een nieuwe reeks van Wie is… de mol? Een serie die zich deze keer afspeelt in… precies.

Album met allemaal eigen nummers

Maar goed, eventjes heel eerlijk nu. Eigenlijk zit ik niet echt te wachten op Nederlandse teksten die her en der behoorlijk gelukt zijn. Die vervolgens gecombineerd worden met al bekende composities, die redelijk goed zijn ingespeeld. Eigenlijk wil ik, heel eerlijk gezegd, een album horen met allemaal eigen nummers van deze band. Want laat me duidelijk zijn; de drie eigen nummers Zes Stappen, Stuk Zonder Titel en Kompas roepen (mijlenver van me vandaan!) naar meer. Daar laten Caramba, bestaande uit accordeonist Marcel van der Schot, contrabassist Jeroen Groenendijk en gitarist Kees van den Hoogen én Linssen hun échte meerwaarde zien. Mag ik daar meer van horen? Dan kom ik graag bij u terug. Tot die tijd geniet ik met volle teugen van de passievolle, hartstochtelijk gemaakte tv-programma’s, zoals Hello Goodbye. Vanaf eind december weer op de buis.

Boeken / Fictie

Gevangen in kilo’s en herinneringen

recensie: Bart van Lierde - 160 kilo

Een historische roman, een thriller en een jeugdroman: de Vlaamse auteur Bart Van Lierde heeft al verschillende genres op zijn naam staan. Hoe verschillend de genres ook zijn, thema’s als geweld, incest en verkrachting komen met regelmaat aan de orde in zijn boeken. Zo ook in zijn nieuwste boek, ditmaal een psychologische roman. 160 kilo vertelt het verhaal van Nadia, een vrouw van in de vijftig met een behoorlijk overgewicht en verdrongen jeugdherinneringen.

De met troostvoedsel gevulde Nadia weegt 160 kilo en komt steeds meer problemen tegen door haar gewicht. Vijfhonderd meter lopen is het maximum en een paar uurtjes per week werken in de bibliotheek het uiterste. Haar dijen schuren tegen elkaar aan als ze loopt en de dode, zwarte huid op haar heupen wacht op chirurgische verwijdering. Eerdere therapieën hebben geen slankere Nadia opgeleverd, ze werd er juist depressiever van, met als gevolg dat ze nog meer ging eten. Resultaat: de 160 kilo. Dan komt ze in contact met een hypnotiseur. Door zijn behandeling komen langzaam de beelden terug die ze zo lang heeft weggestopt. Het seksuele misbruik in haar kinderjaren maakt haar kwetsbaar voor mannen met dezelfde bedoelingen. Door te eten raakt zij verdoofd voor deze gevoelens, en hoopt met haar gewicht een schild te bouwen voor onbetrouwbare mensen. De grote vraag in de roman is hoe zij zal omgaan met de herinneringen die langzaam terugkeren in haar bewustzijn.

Betrokkenheid

Schaamte voor haar lichaam, gêne om in het openbaar te verschijnen, Nadia kent veel onzekerheden. Opvallend is dat ze zich ondanks deze onzekerheden wel heeft ingeschreven voor dansles. Iedere week probeert zij trouw naar deze lessen te gaan. Maar omdat ze de bewegingen niet goed kan uitvoeren, volgt zij de lessen vanaf een stoel.

Nadia boog zich zo ver mogelijk naar voren. Ze vond het belangrijk iedere beweging maximaal mee te doen. Op het ogenblik dat ze haar ingewanden voelde protesteren tegen de druk van haar buik op haar dijbenen, klonk er een helder indringend geluid ter hoogte van haar achterste. Ze tastte naar haar billen en constateerde dat de naden van haar trainingsbroek uit elkaar waren gescheurd.

Met deze genante gebeurtenis, die aan het begin van de roman plaatsvindt, trekt Van Lierde de lezer snel het verhaal in. Je voelt de blikken die Nadia krijgt toegeworpen van de andere cursisten, je hoort het gelach en je voelt haar schaamte. De schrijver houdt de betrokkenheid bij de hoofdpersoon een tijdlang goed vast. Toch verslapt het gevoel van medeleven voor Nadia naarmate zij meer herinneringen terugkrijgt uit haar jeugd. Deze herinneringen zijn een opeenstapeling van misbruik en geweld. Door de opeenvolging van misbruik, waarbij ranzige details niet geschuwd worden, wordt het verhaal op sommige punten onrealistisch. De scène waarin de vader van Nadia haar schaamlip afsnijdt is hier een voorbeeld van. Door deze waterval van heftige en extreme gebeurtenissen komt het leven van Nadia in een stroomversnelling terecht. Helaas kan de lezer zich nergens aan vastgrijpen om dit geweld te weerstaan.

In deze stroomversnelling verschijnen personages op het toneel die nauwelijks tot leven worden gebracht. Zij blijven, evenals sommige extreme gebeurtenissen, aan de oppervlakte. Daardoor vervalt het verhaal soms in clichés en stereotyperingen, de moeilijke jeugd die leidt tot overgewicht en het seksueel misbruik dat onder hypnose naar bovenkomt zijn daarvan voorbeelden. Het is jammer dat Van Lierde niet in staat is meer inhoud aan dit verhaal te geven.

Vicieuze cirkel

In directe en sterke bewoordingen schetst de schrijver een duidelijk en indringend beeld van het leven van iemand met veel overgewicht. De zwaarmoedigheid die leidt tot meer eten, het eten dat leidt tot meer zwaarmoedigheid. Van Lierde legt de vinger op de zere plek bij de beschrijving van de vicieuze cirkel waarin Nadia zich bevindt en kiest hiervoor geen mooie woorden, maar geeft haar toestand realistisch weer:

In het toilet trok ze haar truitje uit haar broek en schrok bij het zien van haar heupen: de zwartgekleurde vetrollen waren onderaan opengescheurd, ongetwijfeld door de druk op haar heupen toen ze zich in het hok had laten zakken. Er stroomde een bruinachtige substantie uit, vermengd met vers bloed.

Met deze woordkeuze en de opeenstapeling van heftige gebeurtenissen in het leven van Nadia weet Van Lierde de lezer te shockeren maar verdwijnt de empathie met de hoofdpersoon en de betrokkenheid bij haar ellende. Een vrouw met overgewicht, seksueel misbruik en psychische problemen, de ingrediënten lijken aanwezig voor een verhaal met diepgang en nuance. Daarin slaagt van Lierde niet. De nasmaak blijft dat er meer uit dit verhaal te halen was. 160 kilo blijft drijven aan de oppervlakte.

Kunst / Expo binnenland

De heilige huisjes van Jeffrey Vallance

recensie: Jeffrey Vallance - Reliquary Chapel

.

“Toen ik officieel onderzoeker was in de Richard Nixon Library…” “Toen ik mezelf een stuk in de kraag zat te drinken in een bar in Alpine Village, Californië…” “Toen ik in een middeleeuws kasteel in Turijn verbleef, waar ik onderzoek deed naar de lijkwade…”

Foto: Leo van Kampen
Foto: Leo van Kampen

Zo beginnen enkele sterke verhalen van Jeffrey Vallance (1955). MTV-presentator in de jaren tachtig, fanatiek reiziger en verwoed verzamelaar. Hij maakte naam als performancekunstenaar met de uitgebreid gedocumenteerde begrafenis van Blinky the Friendly Hen, een diepvrieskip uit de supermarkt. Nu legt hij de hoogtepunten van zijn leven vast, via zelfgemaakte relikwieënhouders en amusante anekdotes.

De belevenissen van Vallance doen een beetje denken aan de verhalen van Ed Bloom, het belangrijkste personage van Tim Burton’s film Big Fish. Net zoals Bloom construeert Vallance zijn eigen universum van mythen, door bizarre verbanden te leggen tussen het spirituele, het wonderbaarlijke en de hedendaagse popcultuur. Kleine voorwerpen, zoals bloemblaadjes, een steen in de vorm van de staat Texas en een Jägermeister glaasje, zijn ondergebracht in rijkversierde schrijnen. En worden zo opgetild, weg van het alledaagse, de halo van de schijnwerpers in.

Relikwieën

De middeleeuwse nissen van de Vleeshal lijken wel speciaal voor deze tentoonstelling geconstrueerd. Elke nis bevat weer een andere relikwieënhouder, subtiel aangelicht, met daarnaast het bijbehorende verhaal. Over de clownsgezichten die hij ontdekte in de lijkwade van Turijn, het wereldrecord frisbee gooien onder zeeniveau, paranormale ontmoetingen met Richard Nixon en een vrijwel gelijktijdige zegening van de paus en Yasser Arafat. Beleefd, verzameld, vastgelegd.

Nixon, Galerie Nathalie Obadia, Parijs. Foto:Mark Chamberlain.
Nixon, Galerie Nathalie Obadia, Parijs. Foto:Mark Chamberlain.

Zo brak hij wat pleisterkalk af van het koninklijk paleis in Tonga, na een ontmoeting met de koning. Hij vond een stapel rubberen hondenspeelgoed bij een dierencrematorium en was zwaar ontroerd. Hij rukte in volle vaart bloemen uit een begrafeniskrans voor Nixon. Om te bewaren en te herinneren en uit te schreeuwen: “ik was erbij!”

Het verzamelen van Vallance is eigenlijk heel herkenbaar. Wie heeft er nooit eens een bioscoopkaartje bewaard, na een memorabel eerste afspraakje? Een droogbloem als herinnering aan een zonovergoten picknick, een rouwkaartje van een dierbaar familielid. Vallance heeft zijn belevenissen een unieke behuizing meegegeven, in tekeningen, performances, teksten en, letterlijk, heilige huisjes. Je gaat stiekem nadenken wat je zelf op die manier zou willen tentoonstellen. En misschien kom je tot de conclusie dat het niet kleurrijk en dramatisch genoeg kan zijn. De belevenissen van Vallance zijn zo aanstekelijk dat je ook weg wilt, op reis, om het sacrale te verheffen tot het absurde en andersom. Om te leven en te verzamelen en straks de grijze thuisblijvers de ogen uit te steken.

Film / Films

Enerverend plaatjesboek

recensie: Earth

.

De BBC blinkt al decennia lang uit in weergaloze natuurdocumentaires, vaak met Sir David Attenborough als markant boegbeeld. Na weer een baanbrekende serie denk je vaak dat je nu zo’n beetje alles wel hebt gezien, om vervolgens wederom omver geblazen te worden door de beelden van een nieuwe serie. De makers weten telkens weer nieuwe manieren te vinden om dieren en hun habitat vast te leggen, en er blijken toch nog steeds beesten te zijn die nog niet of nauwelijks gefilmd zijn. Planet Earth is de laatste telg in de serie imposante BBC-natuurdocumentaires. Earth, die op het IDFA in première is gegaan, is de bioscoopversie hiervan.

~

De film staat onder regie van Alastair Fothergill, eerder als producer verantwoordelijk voor het ook al indrukwekkende The Blue Planet (2001), en Mark Linfield. Het ‘verhaal’ begint in de buurt van de Noordpool en verplaatst zich vervolgens steeds verder zuidwaarts, tot we uiteindelijk op Antarctica zijn aanbeland. Hierbij komt een scala aan dieren en hun leefomgevingen voorbij, waarbij voor een ijsbeer-, een bultrug- en een olifantmoeder en hun jongen hoofdrollen zijn weggelegd.

The Blue Planet

Het leuke van de televisieserie was dat elke aflevering werd afgesloten met de Planet Earth Diaries, een making of van een minuut of tien waarin duidelijk werd dat kosten noch moeite werden gespaard om dat ene shot te krijgen. Dat uit zich ook in een paar droge, maar daardoor niet minder imposante feitjes. Er werd namelijk gefilmd op meer dan tweehonderd locaties in 62 landen. De serie (en daarmee de film) werd, en dat is vrij uniek, geheel geschoten in high-definition. En het schijnt een van de duurste natuurdocumentaires te zijn die ooit is gemaakt. De getallen die genoemd worden over het budget wisselen nogal, maar je kunt er gerust van uit gaan dat de elf televisieafleveringen en de bioscoopdocumentaire een enorme smak geld hebben gekost.

~

Er zijn een aantal punten op te noemen die de documentaire oprecht schade hadden kunnen aandoen. Zo ontbreekt – grote verrassing – de typische commentaarstem van David Attenborough. De reden hierachter is onduidelijk (te onbekend in de VS?), maar gezegd moet worden dat de donkerbruine stem van Patrick Stewart (Star Trek: The Next Generation) een uitstekende vervanger is. De muziek van George Fenton is wisselvallig: vaak wordt perfect de juiste toon getroffen, maar helaas wordt het melodrama er bij vlagen wel heel erg dik bovenop gelegd. Tenslotte komt het milieuverantwoorde sausje dat op het eind over de film wordt gegoten (en wat in de serie nauwelijks ter sprake kwam) lichtelijk geforceerd over en doet het eerlijk gezegd ook enigszins belerend aan. De intenties zullen oprecht zijn, maar het lijkt nu net alsof er gemakkelijk wordt ingehaakt op het eco-sentiment van de laatste jaren.

Scala aan emoties

Maar waar Earth in uitblinkt, is je versteld doen staan. Als je kijkt naar eindeloze kuddes kariboes of fascinerende time-lapse-opnames kun je je vaak niet aan de gedachte onttrekken dat de makers wel heel erg imposante CGI-beelden uit hun computer tevoorschijn hebben getoverd. Om je vervolgens te verbazen over de waarheid: wat je ziet is echt.

~

En met die echte beelden weten de makers een scala aan emoties te ontlokken. Je moet lachen om de ronduit bizarre paringsdansen van paradijsvogels, raakt vertederd door mandarijneendjes die hun vluchtdoop krijgen door uit een huizenhoge boom te moeten springen, zit in spanning bij een enorm lange achtervolging tussen een wolf en een kariboejong, en voelt ontzag voor de witte haaien die in extreme slow motion een zeeleeuw pakken en daarbij volledig uit het water komen. Wow! Wat een vakkundigheid en liefde voor het onderwerp wordt hier tentoongespreid. En wat een fraaie, maar kwetsbare, planeet is de aarde toch. Dat realiseer je je ook wel zonder dat opgeheven vingertje op het eind.

Muziek / Album

Geen punk, wel progressief

recensie: Dirty Projectors - Rise Above

Creativiteit wordt aangewakkerd door beperking; juist langs de grenzen van mogelijkheden ontstaat innovatie. Maar liefst 139 afleveringen MacGyver zijn gewijd aan dit oerthema: een ontploffing is immers nóg boeiender als hij is veroorzaakt door de juiste mix van suiker, zout en onkruidverdelger (aflevering drie, seizoen een). David Longstreth, het brein achter Dirty Projectors, voert de beperking op tot een bizar hoogtepunt: slechts gewapend met een herinnering aan een album dat hij in zijn jeugd luisterde – Damaged, van Black Flag – probeerde hij die muziek te ‘hercreëren’. Longstreth liet de punkklassieker uit de cd-speler en richtte zich in plaats daarvan op het reconstrueren van de essentie van de muziek zoals die zich in zijn geheugen had genesteld. Het resultaat, Rise Above, bewijst voor sommigen enkel dat zijn geheugen niet al te best is, maar laat degene die er voor open staat zien hoe Longstreth dankzij die beperking de muzikale conventies ontstijgt.

~

Toegegeven, het conceptuele aspect van Rise Above is nogal postmodern; ‘gezocht’ dekt de lading wellicht beter. Door een door tijd aangetaste herinnering aan zo’n bekend werk nadrukkelijk als basis te nemen voor een cd zet Longstreth de luisteraar eigenlijk op het verkeerde been. Dat hij juist Damaged gekozen heeft wekt ten onrechte bepaalde verwachtingen, zeker uit de hoek van doorgewinterde punkers, die met Rise Above van een koude kermis thuis komen. Dat Longstreths interpretatie nogal van het origineel afwijkt is namelijk zacht uitgedrukt, het is alsof je een bosneger met een spoedcursus Engels Shakespeare laat reciteren. Waarschijnlijk is het zelfs beter als je die cd nooit hebt gehoord (of je er zoals ik ooit slechts doorheen gegrasduind hebt). Rise Above is dan ook absoluut geen coveralbum, het is misschien nog het meest een reis in de voetsporen van Black Flag door een landschap dat dankzij eeuwenlange beschaving onherkenbaar is veranderd. Dirty Projectors covert iets dat niet bestaat, en zo vreemd vernieuwend is de muziek ook.

Verticale vernieuwing

Hoewel Longstreth op Rise Above voor het eerst met een band in de archetypische rockformatie (drum, bas, gitaar en zang) werkt, is zijn klassieke benadering, die eerder werk als Slaves, Graves & Ballads (2005) kenmerkte, nog duidelijk hoorbaar. De muziek heeft meer ritme dan voorheen – ‘horizontaler’ noemt Longstreth het zelf – maar de kracht van de muziek is nog steeds de compositie, het ‘verticale’. Veel meer nog dan uit akkoorden en structuur is de muziek namelijk opgebouwd rond zeer experimentele ideeën van consonantie en harmonie. Dit komt het meest naar voren in de gitaren en zang, die haast onbegrijpelijk stuurs en hoekig zijn. Hoewel die intensiteit mij direct wist te boeien, vraagt de complexiteit van de composities zeker om veel luisterbeurten. In die ‘verticale’ vernieuwing ligt de aantrekkingskracht van Rise Above, en eigenlijk is dit album meer nog ‘klassieke muziek met popinstrumenten’ dan een popalbum, laat staan punk.

Exotische intensiteit

~

Sowieso is Rise Above een walhalla voor muzikale omnivoren: folk, blues, klassiek en Afrikaanse invloeden geven de muziek een uitheems karakter, dat wordt versterkt door de haast onaardse klanken die Longstreth uitstoot. Zijn springerige falset staat onmiskenbaar centraal en bindt, geflankeerd door tweede stemmen van de bassiste en gitariste, alle muzikale uitspattingen samen. Door het hele album heen gebruikt Dirty Projectors een vraag-en-antwoordspel tussen de gitaren, met veelvuldig gebruik van Noord-Afrikaanse speeltechnieken zoals die van het snaarinstrument de krak. Gimme Gimme Gimme is een hoogtepunt, met een continu verloop van gebroken gitaar- en zangpatronen die over elkaar struikelen en op onnavolgbare wijze in elkaar vallen. De keuze om alle instrumenten erg kaal te houden in de mix pakt zeer goed uit, want het legt een rauwe energie en dynamiek bloot die met geen effect is na te bootsen.

Dirty Projectors is een vernieuwende band met een unieke klanktaal, die elke muziekliefhebber een kans moet geven. Schenk geen aandacht aan het postmoderne kader van Rise Above, maar laat je verrassen en verrijken door het unieke en onvoorspelbare talent van David Longstreth. Geloof me, het lijkt nergens op.

Film / Films

De gimmick voorbij: bloed en ledematen in je gezicht

recensie: Beowulf

.

Weet je nog, van ‘vrûgah’: de View-Master? Zo’n kijkding waarin je ronde schijfjes deed en waarmee je dan stereobeelden kon bekijken? Wow: 3D! Stel je die verwondering eens voor, maar dan met een onmetelijk groot doek waarop een episch verhaal wordt geprojecteerd waarbij de bloedspetters en de afgerukte ledematen op je af lijken te komen. Het resultaat is een ongeëvenaard enerverend volwassen sprookje dat niet voor mensen met een zwakke maag is.

Robert Zemeckis is een regisseur die met zijn films stilletjes bezig is de grenzen te verleggen van wat er met behulp van computers visueel mogelijk is. Denk maar eens aan het veertje of Gary Sinise’s geamputeerde benen in Forrest Gump, of de ‘onmogelijke’ scène uit Contact waarin het meisje door het huis naar het medicijnkabinet rent. Het zijn krachttoeren die bijna te subtiel zijn om waar te nemen. Maar subtiel is wel het laatste woord dat van toepassing is op Beowulf, zijn laatste film.

~

Beowulf stond lang op het verlanglijstje van Roger Avary (Pulp Fiction, Killing Zoe), maar hij kreeg het oud-Engelse gedicht – dat waarschijnlijk uit de 7e eeuw stamt – maar niet vertaald naar een goed script. Pas toen hij de handen ineen sloeg met Neil Gaiman (Stardust) lukte het hem om met het verhaal, dat eigenlijk uit drie delen bestaat, een vertaalslag naar het grote doek te maken. Het epos begint bij koning Hrothgar (Anthony Hopkins), wiens koninkrijk geteisterd wordt door het verschrikkelijke monster Grendel (Crispin Glover), een van de meest weerzinwekkende personages uit de filmgeschiedenis. Entree Beowulf (Ray Winstone, Sexy Beast), die – letterlijk – vaker met het bijltje heeft gehakt. Monsters verslaan is namelijk zijn lust en zijn leven, maar hij realiseert zich niet dat met de uiteindelijke ontmoeting met Grendels moeder (Angelina Jolie) zijn lot wordt bezegeld.

Zemeckis

~

Er is veel gezegd en geschreven over de techniek die Zemeckis bij Beowulf toepast, namelijk die van de performance capture: de acteurs krijgen een pak met sensoren aangemeten en hun bewegingen worden vervolgens in de computer geladen. Hij deed dat eerder bij The Polar Express, en het kijken is in het begin wel even wennen. De acteurs lijken namelijk zoveel op hun digitale evenknie, en de details zijn zo extreem (elk haartje, elk littekentje of oneffenheid in de huid is haarscherp), dat de vraag gerechtvaardigd is waarom de acteurs niet gewoon gefilmd zijn. Maar het gaf Zemeckis wel de mogelijkheid de acteurs naar believen fysiek aan te passen: of het nou om Ray Winstones boomlange, afgetrainde lichaam gaat, Anthony Hopkins’ vadsige bierbuik, of Angelina Jolies zwaartekracht tartende welvingen.

De techniek wekt in het begin verbazing en vergt enige gewenning, maar dat maakt al snel plaats voor bewondering. De kunstmatige wereld die gecreëerd is werkt uitstekend om het fantasierijke verhaal te vertellen, dat qua gore flink z’n mannetje staat. Hierbij wordt meteen de hypocriete benadering van seks en geweld in de Amerikaanse film pijnlijk duidelijk. Want als dertienjarige (in Nederland twaalfjarige) is het OK om ledematen afgehakt te zien worden, maar stel je voor dat de kwetsbare zieltjes een blik op de digitale tepels van Jolie wordt gegund. Maar hoe waanzinnig de film er ook uitziet, technisch perfect is het zeker niet. Daarvoor bewegen de karakters helaas soms nog te houterig en lijkt het te vaak alsof mensen en voorwerpen geen massa hebben.

De toekomst…?

~

Na een aantal valse starts in de filmgeschiedenis begint het – zeker na het zien (herstel: ondergaan) van deze film – er langzaam op te lijken dat 3D-cinema dit keer toch echt de toekomst heeft. De film is niet zo maar een opgeleukte versie van een ‘platte’ film, maar aan alles is te zien dat de makers vanaf het begin een 3D-vertoning voor ogen hebben gehad. Het zorgt voor een totale onderdompeling in het verhaal en de actie. Kortom: het lijkt alsof we de gimmick voorbij zijn. Het is afwachten hoe toekomstige 3D-films het aan de kassa gaan doen (waarbij vooral uitgekeken wordt naar James Camerons Avatar), en in hoeverre de bioscoopsector overgaat op deze techniek. Maar duidelijk is in ieder geval dat wie deze film wil zien, zeker naar de 3D-versie van Beowulf moet gaan.

Muziek / DVD

In een klap een complete collectie

recensie: Testament van de sixties

.

Superlatieven schieten tekort voor de box die platenmaatschappij Universal Music onlangs uitbracht. Tweehonderdvijftig hits op tien cd’s, honderd hits en heel veel tv- en nieuwsfragmenten op vijf dvd’s en dan nog een boek als naslagwerkje. Het kan niet op. Het nadeel van het Testament van de sixties is dat het voor een kleine honderd euro een fikse investering is. Het voordeel dat je nu in een klap klaar bent met je sixties-collectie.

Ook al ben je van na de jaren zestig – zoals ik -, toch ben je je er op de een of de andere manier continu van bewust dat die jaren cruciaal waren op veel gebieden. Sommige oudere ‘hippie-achtigen’ kunnen zelfs nogal meewarig doen over het feit dat jij ‘er niet bij was’. Blijkbaar gebeurde het tóen allemaal en werd het leven daarna alleen maar weer saaier en gewoner. Tja… De eerste maanlanding, Woodstock, de Beatles en de Stones, de moord op John F. Kennedy en Martin Luther King. Het zijn de niet de minste historische feiten en ze staan – in zwart-wit, dat wel – op je netvlies. Ook in het Testament van de sixties komen ze terug, net als de bezetting van het Maagdenhuis en de demonstratie tegen de Vietnam-oorlog.

Klungelige optredens

~

Maar het leukste aan de dvd’s in de box zijn toch de videoclips en registraties van optredens. Het was het begin van het beeldtijdperk; voor iedereen waren camera’s nog onwennig en dat merk je aan alles, bijvoorbeeld aan de klungelige optredens, de zwabberige regie en de letterlijke interpretaties van de teksten die worden gezongen. Willeke Alberti die in Spiegelbeeld drie minuten lang naar haar spiegelbeeld in een bakje water staart en Unit 4+2 die Concrete and Clay zingen in een bouwput. Nog leuker zijn de aandoenlijke choreografietjes in veel clips, die vaak hilarisch zijn om te zien. Grappig is dat de nummers vaak overbekend zijn, maar dat je nu voor het eerst de bijbehorende beelden ziet. Toppers in deze categorie zijn Neil Sedaka met Calendar Girl, Millie met My Boy Lollipop en The Wallace Collection met Daydream.

Naast de muziekclips bestaat de rest van de dvd’s uit korte nieuwsflitsen en fragmentjes uit de populairste televisieprogramma’s uit de ‘roaring sixties’. Swiebertje, Peyton Place en Stiefbeen en Zoon en al die andere helden komen er echter wel enigszins bekaaid van af. De stukjes zijn zo kort dat als je even knippert met je ogen de volgende clip alweer is begonnen. Het gevoel dat je na een lik, je net gekregen ijsje moet inleveren. Want boeiend is het allemaal zeker. Oppervlakkig ook. Een hoog Ivo Niehe-gehalte. De voice-over op de dvd’s is overigens Marcel de Groot, de zoon van Boudewijn, die met Testament waarschijnlijk alleen vanwege de titel is vertegenwoordigd, aangezien het geen hit was.

La Danse de Zorba

~

De rits van tien cd’s begint met Cliff Richard en eindigt met B.J. Thomas. Verder is er niet zoveel te melden over de selectie. Het is een brave verzameling en wat dat betreft niet erg interessant voor de fijnproever. Veel nummers zijn al honderd keer op andere verzamelalbums uitgebracht. Procol Harum, de Moody Blues, Righteous Brothers en Dusty Springfield. Je droomt de titels er ongezien bij. Inderdaad: A Whiter Shade of Pale, Nights in White Satin, Unchained Melody en Son of a Preacherman. Het enige verschil is dat ze op het Testament in een andere volgorde staan. En voor degene die zich dat afvraagt: ja, ook La Danse de Zorba uit 1965 is vertegenwoordigd in de versie van Trio Hellenique. Het is nog steeds de grootste Top-40 hit aller tijden.

Het voordeel van het Testament van de sixties is dat je in een keer klaar bent met je greatest hits-verzameling, al heb je ook ineens nummers in je platenkast waarvan je had gewild dat ze nooit gemaakt zouden zijn: Ik Heb Eerbied Voor Je Grijze Haren (Gert Timmerman), Zwei Kleine Italiener (Conny Froboess) en Tanze Mit Mir In Die Morgen (Gerhard Wendland). De Jan Smit en de Jeroen van der Boom van toen. Maar ja, je wilt het gevoel van de sixties of niet.

Met sinterklaas en kerst in het vooruitzicht is het Testament van de sixties een cadeau waarmee je aan kunt komen, al moet je er wel je portemonnee voor omkeren. Het is een mooi overzicht van een tijdperk waar alleen senioren live bij waren en dat steeds meer geschiedenis wordt. Dat neemt niet weg dat jongeren er best lol aan kunnen beleven. Met name de dvd’s zouden een welkome introductie kunnen zijn op een geschiedenisles. Daarbij is het een volstrekt ‘veilige’ collectie. Behalve Phil Bloom in Hoepla is er geen bloot in te vinden.

Film / Films

Los zand in de woestijn

recensie: Resident Evil: Extinction

.

Het is een sterk begin van Resident Evil: Extinction. Degene die Resident Evil (het eerste deel) hebben gezien zullen de exacte kopie van de openingsscène herkennen. Het is verrassend maar bovenal vermakelijk, en dat is natuurlijk de reden dat we deze film in de eerste plaats zijn gaan bekijken. Het sterke begin belooft wat voor de rest van de film, iets dat de trailer eerder ook al deed. Hierin zagen we opwindende beelden van Las Vegas. Een bimbo in bikini draait zich bevallig naar ons toe, maar dan hapert het beeld. En blijft haperen. De camera zoomt uit, en het blijkt dat we naar een enorm televisiescherm zaten te kijken, in een verwoest Las Vegas dat grotendeels onder het zand is verdwenen.

Woestijn

~


Een post-apocalyptische setting, veel actie, hordes zombies en aantrekkelijke dames in spannende pakjes. Wat wil een mens nog meer? Nou… een echt goede film zou leuk zijn. Want na het sterke begin wordt al snel duidelijk dat deze film qua niveau niet boven z’n twee voorgangers uitstijgt. Het verhaal speelt zich een aantal jaren af na Resident Evil: Apocalypse (deel twee), en de wereld is inmiddels gereduceerd tot een grote woestijn. Heldin Alice (Milla Jovovich) zwerft alleen door dit desolate landschap, angstvallig proberend uit het zicht te blijven van de satellieten van het megalomane Umbrella Company, die naar haar op zoek zijn. Ze sluit zich uiteindelijk aan bij een klein groepje overlevenden onder leiding van Claire Redfield (Ali Larter: Final Destination, Heroes).

Los zand

De eerste twee delen, Resident Evil en Resident Evil: Apocalypse, hadden door hun gesloten setting (een ondergrondse bunker c.q. een afgesloten stad) nog iets claustrofobisch. Bovendien werkten ze beiden naar een deadline toe, zodat je als kijker in ieder geval een zweem van urgentie meekreeg. In Resident Evil: Extinction ontbreekt dat gevoel, waardoor de film zich van actiescène naar actiescène voortsleept en de film daardoor als los zand in elkaar steekt. Bovendien werkt dit type film eigenlijk alleen als het in al zijn onwaarschijnlijkheid toch geloofwaardig overkomt, òf als het zo over the top wordt neergezet dat het weer leuk wordt. Helaas zweeft deze film daar ergens tussenin, waardoor het een beetje een laffe hap wordt.

Schaamteloos jatten

De filmmakers schuwen bovendien de fijne lijn tussen liefdevol verwijzen en schaamteloos jatten niet bepaald. De beginscène bijvoorbeeld is behalve een leuke verwijzing naar het eerste deel ook heel erg Cube-achtig. De gehele film is het beste te omschrijven als een mix van Mad Max (gepantserde wagens in post-apocalyptisch woestijnlandschap) en Day of the Dead (wetenschappers experimenteren in ondergrondse bunker met zombies). En naast de Cube-verwijzing uit het begin komen we later een grote The Birds-imitatie tegen. Helaas haalt Resident Evil: Extinction geen enkel moment het niveau van één van deze illustere films. Niettemin hebben alle elementen zich voor deel vier al aangekondigd. Of deze niet zo heel erg lovende recensie betekent dat ik die film dan maar ga overslaan? Welnee. Want een portie pulp, hoe middelmatig ook, is zo nu en dan best lekker.