Tag Archief van: film

Film / Films

Sterrencast maakt dun verhaal meer dan goed

recensie: The Return - Uberto Pasolini
FilmstillFilmdepot

De held Odysseus keert na twintig jaar terug op zijn eiland Ithaka, waar zijn vrouw Penelope onder druk staat te hertrouwen en zijn zoon Telemachus inmiddels zonder hem is opgegroeid en een man is geworden. Hijzelf is na de Trojaanse Oorlog en zijn omzwervingen daaropvolgend mentaal en fysiek gebroken. Kan hij zich op tijd oplappen zodat hij zijn plek als koning, man en vader weer in kan nemen?

FilmstillIthaka is in staat van verval. Het wordt bevolkt door mannen die elkaar verdringen om de hand van Penelope (een glansrol van Juliette Binoche), maar verder niets bijdragen aan het eiland. De zoon van Odysseus (Charlie Plummer) is niet bij machte om hier tegenop te treden. Penelope hoopt en wacht op de terugkeer van Odysseus (geweldig gespeeld door Ralph Fiennes).

Mythologisch verhaal van een held

Regisseur Uberto Pasolini heeft altijd een passie gehad voor het epische verhaal van Homerus over de held Odysseus. Hij ergerde zich er echter aan dat het verhaal van Odysseus’ terugkeer altijd onderbelicht bleef ten opzichte van Odysseus’ andere avonturen. Zijn heldendaden, zijn rol in de Trojaanse Oorlog, de toorn van de goden waardoor hij lang niet kon terugkeren naar huis; al deze verhalen zijn al talloze keren verteld, zowel in woord als in beeld.

Maar juist in deze tijd, waarin er daadwerkelijk mensen terugkeren uit oorlogsgebieden, vindt Pasolini het belangrijk het verhaal van Odysseus’ terugkeer te vertellen. Zoals Pasolini zelf zegt: ‘Het werk van Homerus dwingt ons om de tragedie van de oorlog, van hen die oorlog voeren en van hen die achterblijven, onder ogen te zien op een manier die ongelooflijk en triest relevant aanvoelt.’ (bron: director’s statement persmap) Pasolini heeft er dan ook voor gekozen het verhaal van Odysseus te beperken tot zijn terugkeer en daarbij de magische elementen en mythische wezens achterwege te laten.

Sterrencast met Nederlands tintje

Pasolini heeft gelijk dat dit een belangrijk verhaal is om te vertellen. En hij heeft daarvoor een herkenbare held gevonden in Odysseus. Maar het blijkt lastig om de psychische gevolgen van een oorlog zo in beeld te brengen dat het 116 minuten blijft boeien. Het verhaal zelf kon in een kortere tijdspanne verteld worden, maar Pasolini neemt de tijd om de zielenroerselen waar Odysseus mee worstelt uitgebreid te laten zien. Dit maakt de film bij tijd en wijle saai.

Dat de film toch de moeite waard is, is de verdienste van de cast die Pasolini heeft verzameld en de mooie cinematografie. Binoche en Fiennes spelen, in hun reünie sinds The English Patient (1996), erg sterk. Binoche moet het vooral met blikken doen, en daar weet ze ook het beste van te maken. Fiennes toont een getergd man die zijn vrouw niet onder ogen kan komen, omdat hij dan ook zichzelf onder ogen moet komen.

FilmstillEen speciale vermelding is er voor ‘onze’ Nederlandse Marwan Kenzari, die een van de aanbidders van Penelope (Antinous) speelt. Hij speelt deze rol bijzonder goed en geloofwaardig. Makkelijk zou zijn om de rol te spelen als onaardige man belust op macht en status, maar hij speelt Antinous als een man die verliefd is en echt het beste wil doen voor moeder en zoon.

Held Odysseus als voorbeeld voor ‘gewone’ mensen

Deze film is een must-see voor iedereen. Niet alleen is het een mooie film met prachtige landschappen (het is gefilmd op het Griekse eiland Corfu) en geweldige acteurs, maar het toont ook de verwoestende effecten van oorlog op de lange termijn. Het is knap van Pasolini dat hij weg is gebleven van de magische elementen en mythische wezens van dit mythische verhaal, en van Odysseus een ‘gewone’ man heeft gemaakt. Een man die worstelt met wat hem is overkomen, zich schaamt en zich vertwijfeld afvraagt of zijn familie nog wel op hem zit te wachten. De film nodigt hiermee uit om over de verwoestende effecten van oorlog na te denken en daar wellicht vaker bij stil te staan.

Vanaf 27 maart 2025 in de bioscopen in Nederland.

Film / Films

Sterrencast maakt dun verhaal meer dan goed

recensie: The Return - Uberto Pasolini
FilmstillFilmdepot

De held Odysseus keert na twintig jaar terug op zijn eiland Ithaka, waar zijn vrouw Penelope onder druk staat te hertrouwen en zijn zoon Telemachus inmiddels zonder hem is opgegroeid en een man is geworden. Hijzelf is na de Trojaanse Oorlog en zijn omzwervingen daaropvolgend mentaal en fysiek gebroken. Kan hij zich op tijd oplappen zodat hij zijn plek als koning, man en vader weer in kan nemen?

FilmstillIthaka is in staat van verval. Het wordt bevolkt door mannen die elkaar verdringen om de hand van Penelope (een glansrol van Juliette Binoche), maar verder niets bijdragen aan het eiland. De zoon van Odysseus (Charlie Plummer) is niet bij machte om hier tegenop te treden. Penelope hoopt en wacht op de terugkeer van Odysseus (geweldig gespeeld door Ralph Fiennes).

Mythologisch verhaal van een held

Regisseur Uberto Pasolini heeft altijd een passie gehad voor het epische verhaal van Homerus over de held Odysseus. Hij ergerde zich er echter aan dat het verhaal van Odysseus’ terugkeer altijd onderbelicht bleef ten opzichte van Odysseus’ andere avonturen. Zijn heldendaden, zijn rol in de Trojaanse Oorlog, de toorn van de goden waardoor hij lang niet kon terugkeren naar huis; al deze verhalen zijn al talloze keren verteld, zowel in woord als in beeld.

Maar juist in deze tijd, waarin er daadwerkelijk mensen terugkeren uit oorlogsgebieden, vindt Pasolini het belangrijk het verhaal van Odysseus’ terugkeer te vertellen. Zoals Pasolini zelf zegt: ‘Het werk van Homerus dwingt ons om de tragedie van de oorlog, van hen die oorlog voeren en van hen die achterblijven, onder ogen te zien op een manier die ongelooflijk en triest relevant aanvoelt.’ (bron: director’s statement persmap) Pasolini heeft er dan ook voor gekozen het verhaal van Odysseus te beperken tot zijn terugkeer en daarbij de magische elementen en mythische wezens achterwege te laten.

Sterrencast met Nederlands tintje

Pasolini heeft gelijk dat dit een belangrijk verhaal is om te vertellen. En hij heeft daarvoor een herkenbare held gevonden in Odysseus. Maar het blijkt lastig om de psychische gevolgen van een oorlog zo in beeld te brengen dat het 116 minuten blijft boeien. Het verhaal zelf kon in een kortere tijdspanne verteld worden, maar Pasolini neemt de tijd om de zielenroerselen waar Odysseus mee worstelt uitgebreid te laten zien. Dit maakt de film bij tijd en wijle saai.

Dat de film toch de moeite waard is, is de verdienste van de cast die Pasolini heeft verzameld en de mooie cinematografie. Binoche en Fiennes spelen, in hun reünie sinds The English Patient (1996), erg sterk. Binoche moet het vooral met blikken doen, en daar weet ze ook het beste van te maken. Fiennes toont een getergd man die zijn vrouw niet onder ogen kan komen, omdat hij dan ook zichzelf onder ogen moet komen.

FilmstillEen speciale vermelding is er voor ‘onze’ Nederlandse Marwan Kenzari, die een van de aanbidders van Penelope (Antinous) speelt. Hij speelt deze rol bijzonder goed en geloofwaardig. Makkelijk zou zijn om de rol te spelen als onaardige man belust op macht en status, maar hij speelt Antinous als een man die verliefd is en echt het beste wil doen voor moeder en zoon.

Held Odysseus als voorbeeld voor ‘gewone’ mensen

Deze film is een must-see voor iedereen. Niet alleen is het een mooie film met prachtige landschappen (het is gefilmd op het Griekse eiland Corfu) en geweldige acteurs, maar het toont ook de verwoestende effecten van oorlog op de lange termijn. Het is knap van Pasolini dat hij weg is gebleven van de magische elementen en mythische wezens van dit mythische verhaal, en van Odysseus een ‘gewone’ man heeft gemaakt. Een man die worstelt met wat hem is overkomen, zich schaamt en zich vertwijfeld afvraagt of zijn familie nog wel op hem zit te wachten. De film nodigt hiermee uit om over de verwoestende effecten van oorlog na te denken en daar wellicht vaker bij stil te staan.

Vanaf 27 maart 2025 in de bioscopen in Nederland.

Film / Films

Journalistiek versus sensatie

recensie: September 5 - Tim Fehlbaum
Journalisten rond tafel© 2024 Paramount Pictures. All Rights Reserved.

5 september 1972: de Olympische Spelen in München zijn in volle gang. Over de hele wereld kijken mensen live mee, totdat de sportuitzending abrupt wordt onderbroken door een gijzeling in het olympisch dorp. Een gebeurtenis die niet alleen de Spelen ontwricht, maar ook de manier van live verslaggeving voorgoed verandert. September 5 vertelt het verhaal door de ogen van een crew sportjournalisten van de Amerikaanse zender ABC.

Regisseur Tim Fehlbaum slaagt er deels in om van September 5 meer te maken dan een simpele reconstructie van de gebeurtenissen in München. De sportjournalisten, gespeeld door onder andere Peter Sarsgaard (Shattered Glass) en John Magaro (Past Lives), worden gepresenteerd als echte underdogs; buitenstaanders die zich plots in deze bizarre situatie bevinden. Op papier klinkt het interessant: in plaats van een bredere invalshoek, zoals Spielbergs Munich (2005), biedt de film het perspectief van een kleine groep journalisten op grotendeels één locatie.

Ethische dillema’s

Hoewel de beperkte focus weinig nieuwe beelden toevoegt aan een gebeurtenis die al talloze keren is vastgelegd en geanalyseerd, werpt de film daarentegen wél een interessant licht op ethische dilemma’s binnen de journalistiek: hoe leg je een tragisch evenement als een gijzeling vast? Hoe presenteer je dat op live televisie?

September 5 doet bij momenten denken aan journalistieke drama’s als Spotlight (2015), The Post (2017) en She Said (2022): strak geregisseerd, puur plotgedreven en spanning op de juiste momenten. September 5 doet er echter nog een schep bovenop. De film probeert de intensiteit van de situatie te vangen met dreigende muziek, scherpe montage en oneliners die uit een Michael Bay-film lijken te komen. Technisch zit het allemaal goed in elkaar, maar de vraag blijft: waarom moet dit verhaal nu – in deze vorm – verteld worden?

Gebrek aan context

De film slaagt er zeker in om de intensiteit in beeld te brengen, maar toch mist er context en een rechtvaardiging voor de gekozen vertelvorm. September 5 lijkt niet geïnteresseerd in de motieven van de gijzelnemers, de impact op de Spelen of überhaupt iets wat zich buiten het nieuwsgebouw van ABC in München afspeelt. De gebeurtenissen worden getoond zoals ze destijds op televisie zijn uitgezonden, waardoor je – net als de journalisten – meer focust op de vraag of de gijzeling wel moet worden uitgezonden en of de juiste beelden worden vastgelegd. Hoewel de film tegen het einde een poging waagt tot reflectie, blijft het gevoel hangen dat er essentiële context ontbreekt; wie waren deze mensen? Waarom deden ze dit?

De film hecht veel waarde aan authenticiteit; de details van de gebeurtenissen binnen het nieuwsnetwerk worden secuur in kaart gebracht. Als thriller werkt September 5 dan ook prima: de film heeft een hoog tempo en is meeslepend en intens, waardoor je tot het einde op het puntje van je stoel blijft zitten. Maar uiteindelijk blijft er iets knagen. De film laat je bewust achter met vragen over de motieven, de mensen achter de gijzeling en de geschiedenis; simpelweg omdat het daar niet in geïnteresseerd is.

Het is interessant dat Fehlbaum kiest voor een no-nonsense thriller, waarbij het uiteindelijk eerder een verhaal wordt over ethiek binnen de journalistiek dan over de historische gebeurtenis zelf. Toch voelt het alsof er méér in dit verhaal had kunnen zitten dan alleen deze invalshoek. September 5 is een keurige thriller die precies doet wat hij belooft – maar ook niet meer dan dat.

 

 

Film / Serie

Tussen macho en moderne man

recensie: Haantjes - Netflix
vier vrienden© Netflix

De Nederlandse Netflix-serie Haantjes is een schot in de roos. Geestig, scherp en soms pijnlijk herkenbaar brengt de serie de worstelingen van vier vrienden in beeld die zich staande proberen te houden in een wereld waarin traditionele mannelijkheid steeds minder vanzelfsprekend is.

Het centrale thema van Haantjes draait om de vraag: wat betekent het vandaag de dag nog om ‘man’ te zijn? De serie laat op hilarische en confronterende wijze zien hoe de vier hoofdpersonages worstelen met de veranderende sociale normen rondom mannelijkheid, seks en relaties. De quote ‘Heb je een lul, dan ben je een lul’ vat de toon van de serie perfect samen: scherpe humor met een kritische ondertoon.

Buitenlands tintje

Haantjes is de Nederlandse versie van de Spaanse Netflix-hit Machos Alfa en weet de thema’s op een herkenbare manier te vertalen naar de Nederlandse cultuur. Ook doet de serie qua sfeer en dynamiek tussen de mannelijke hoofdrolspelers denken aan de Nederlandse serie Divorce uit 2012, al is Haantjes net iets actueler in zijn maatschappijkritiek.

IJzersterke cast

Een van de grote krachten van Haantjes is de topcast. Waldemar Torenstra, Jeroen Spitzenberger, Benja Bruijning en André Dongelmans zetten geweldige rollen neer en brengen hun personages met veel nuance en komisch talent tot leven. Maar niet alleen de mannen schitteren in deze serie; de partners van de vrienden, gespeeld door Jennifer Hoffman, Eva Laurenssen en Jelka van Houten, stelen regelmatig de show. Ook is er een glansrol voor Frouke Verheijde, die als dochter van Ivo (Bruijning) dates voor haar vader probeert te regelen. De dynamiek tussen de personages is fantastisch en zorgt voor talloze pijnlijke en soms herkenbare momenten.

Humor en actualiteit

Wat Haantjes nog zo sterk maakt is de balans tussen humor en een scherpe blik op de veranderende rolpatronen in onze maatschappij. De serie neemt mannelijkheid onder de loep, maar doet dat zonder belerend te worden. De dialogen zijn scherpzinnig en de situaties waarin de hoofdpersonages belanden zijn zowel absurd als pijnlijk realistisch. De serie weet op luchtige wijze bloot te leggen hoe moeilijk het kan zijn voor mannen om zich aan te passen aan een wereld waarin oude zekerheden niet langer gelden.

Vrouwelijke regisseurs

Een opvallend aspect van Haantjes is dat de regie in handen is van vrouwelijke makers. Dit zorgt voor een frisse en scherpe kijk op de thematiek. In plaats van een serie die centraal stelt hoe ‘zwaar’ mannen het tegenwoordig hebben, krijgen we een evenwichtige en grappige blik op hoe zowel mannen als vrouwen omgaan met veranderende machtsverhoudingen binnen zowel relaties als de samenleving.

Met zijn humor, scherpe observaties en ijzersterke cast is Haantjes een groot succes. De serie slaagt erin om een actueel thema op luchtige, maar treffende wijze te verpakken en weet daarmee een breed publiek aan te spreken. Of je nu zelf worstelt met de verwachtingen rondom mannelijkheid of gewoon zin hebt in een heerlijke komische dramaserie: Haantjes is een absolute aanrader.

Hopelijk komt er snel een tweede seizoen, want dit smaakt naar meer!

Film / Reportage
special: Stomme film is niet stom!
Campagnebeeld NSFFNederlands Silent Film Festival

Nederlands Silent Film Festival 2025

Vier dagen lang stond het gezellige Pand P in Eindhoven in het teken van de stille film tijdens het Nederlands Silent Film Festival. Op de inmiddels alweer achtste editie van het festival werd een afwisselend programma vertoond van oude klassiekers, onbekende werken en recente restauraties.

Nadat geluid was doorgedrongen in Hollywood in de twintiger jaren van de vorige eeuw, wilde het publiek al snel niets anders meer. Door de jaren heen werd stille film steeds meer gezien als primitief, saai en misschien zelfs een beetje oubollig. Totaal onterecht! Wereldwijd zijn er daarom steeds meer mogelijkheden om stille films te bewonderen op het witte doek. In Nederland laat het Nederlands Silent Film Festival (NSFF) zien dat deze vooroordelen onjuist zijn en dat stille films juist een kunstvorm op zichzelf zijn.

Het NSFF was dit jaar groter dan ooit. Met vijftien unieke programma’s zat er voor iedereen wel iets bij: slapstick, drama, familiefilms en thrillers. De films werden uiteraard niet in stilte vertoond. Zoals gebruikelijk was in de periode van de stille film werden de films voorzien van live muziekbegeleiding. Het was de taak van de musicus om de emoties en beelden muzikaal te begeleiden en te versterken. Dit deden musici vaak al improviserende. De begeleiding kon variëren in instrumenten. Zo kon er enkel pianobegeleiding zijn, maar ook begeleiding van een volledig orkest, zoals bij het hoogtepunt van het festival het geval was: de vertoning van Harold Lloyds Grandma’s Boy (1922, Fred C. Newmeyer) tijdens Slapstick Saturday.

Dat er interesse is in deze oude filmvorm was duidelijk te zien aan de volle zalen. Vanuit de hele wereld trok het festival geïnteresseerden. Wie voor- of achteraf meer wilde lezen over de films kon op de website van het NSFF grasduinen door de digitale catalogus. Hierin is over bijna iedere film en ieder programma een verdiepende tekst opgenomen. Hiermee wilde het NSFF de kennis over de stille film verspreiden. Het mag duidelijk zijn dat dit een enorm onderzoekswerk vergt, en de catalogus toont aan hoeveel liefde de organisatie heeft voor de films die ze programmeert.

8WEEKLY geeft een korte reportage van wat er te zien was tijdens de achtste editie van het NSFF.

Kid Boots (1926, Frank Tuttle)

Sterren: 4/5

Met deze energieke en indrukwekkende openingsfilm, vertoond in een recente, prachtige 4K-restauratie, zette het festival direct de toon. De film, door het NSFF omschreven als ‘knotsgekke romantische komedie’, volgt de onhandige, maar charmante kledingverkoper Kid Boots (de ‘vergeten’ komediester Eddie Cantor). Hij helpt zijn vriend Tom Sterling (Lawrence Gray) om een lastige echtscheiding te voorkomen en wordt daarbij verliefd op de mooie Clara McCoy (Clara Bow). Zoals het een echte slapstick betaamt, raakt Kid in allerlei komische situaties verzeild die alsmaar gekker worden. De fysieke komedie van Cantor is daarbij geweldig. Compleet dubbelgevouwen, een fysiobehandeling in de elektrische stoel of een flink pak slaag door Clara’s jaloerse vriend Big Boyle (Malcolm Waite); het is precies wat je bij een slapstick verwacht. De climax van de film, de race tegen de klok te paard door de bergen, is door het stuntwerk en de buitensporigheid absoluut fenomenaal om naar te kijken. Met zijn energieke pianobegeleiding gaf pianist en festivaldirecteur Daan van den Hurk extra vaart aan het slapstickspektakel op het scherm.

The Symbol of the Unconquered: A Story of the Ku Klux Klan (1920, Oscar Micheaux)

Sterren: 3/5

Filmstil

Bij het vertonen van films die bijna een eeuw oud zijn, is het onvermijdelijk dat verouderde wereldbeelden doorklinken. In veel stille films spelen vrouwen bijvoorbeeld een ondergeschikte rol, en niet zelden zijn de films racistisch getint en bevatten ze stereotypen, zoals het gebruik van yellowface. Het NSFF kiest er bewust voor om deze films te tonen en de problematiek niet te negeren, maar juist bespreekbaar te maken. Dit doet het festival onder meer door The Symbol of the Unconquered te vertonen, een film van de Afro-Amerikaanse pionier Oscar Micheaux, die een alternatief geluid laat horen.

Het verhaal volgt Eve Mason (Iris Hall), een jonge zwarte vrouw met een lichte huid, die na de dood van haar grootvader naar het westen reist om diens land op te eisen. Ze krijgt te maken met racistische landeigenaren die haar buurman, de zwarte pionier Hugh Van Allen (Walker Thompson), van zijn grond willen beroven (met hulp van de Ku Klux Klan). Terwijl Hugh vecht tegen deze dreiging, moet Eve haar identiteit en positie in een vijandige samenleving onder ogen zien.

De film is cinematografisch weinig bijzonder; het camerawerk blijft binnen de standaard van een reguliere film en de scènes met de KKK zijn duidelijk gericht op sensatie. Wat Micheaux wel biedt, is een alternatief voor de racistische beeldvorming die destijds dominant was in Hollywood, vooral in films als The Birth of a Nation (1915, D.W. Griffith). Micheaux laat een verhaal zien waarin zwarte personages autonomie tonen en raciale ongelijkheid expliciet wordt aangekaart. Hierdoor heeft de film een belangrijke historische waarde.

Voorafgaand aan de voorstelling ging festivaldirecteur Van den Hurk in gesprek met Jerry Afriyie van Nederland Wordt Beter, een organisatie die zich inzet voor meer bewustwording rond racisme en ongelijkheid. Dit gesprek plaatste de film in een breder perspectief en opende een dialoog over de relevantie en problematiek ervan.

Nice Work (If You Can Get It)

Sterren: 3/5

Ook de rol van vrouwen wordt al meerdere jaren uitgelicht tijdens het festival. Filmwetenschappers Anke Brouwers en Kate Saccone zijn al vaker te gast geweest om hier dieper op in te gaan.

Het dit jaar samengestelde programma Nice Work (If You Can Get It) bestond uit een aantal korte films of fragmenten die focussen op vrouwen aan het werk, een recht dat helemaal niet vanzelfsprekend was in het stille film-tijdperk. Getrouwde vrouwen werden namelijk lange tijd als handelingsonbekwaam beschouwd (in Nederland zelfs tot 1956). Zij konden bijvoorbeeld zonder toestemming van hun man geen arbeidsovereenkomst aangaan of een bankrekening openen.

De introductie van dit programma was wat aan de korte kant en had zeker langer mogen zijn. Desalniettemin schetste dit programma door het samenbrengen van veelzijdige en weinig vertoonde fragmenten en films (waarvan slechts een aantal hier besproken wordt) een interessant beeld van de positie van vrouwen in het werkveld in deze periode. Het programma draaide daarbij niet alleen om vrouwen aan het werk voor de camera (bijvoorbeeld arbeidsters in een fabriek zoals in het korte fragment Girls Taking Time Checks uit 1904), maar ook om vrouwen aan het werk achter de camera (zoals de stop-motion film Monsters of the Past (1923) van de kleikunstenares Virginia May). Deze korte en ludieke animatiefilm vertelt het verhaal van een tyrannosaurus rex die in een bloederig gevecht belandt met een triceratops.

In de fragmenten wordt ook stilgestaan bij het textielambacht, zoals in de documentaire In Sheep’s Clothing (1932) van Jenny Brown, een Schotse regisseuse die haar films als soloprojecten produceerde. De documentaire toont prachtige beelden van eilandarbeiders, vrouwen, op de Shetlandeilanden aan het werk om een gevraagde trui te maken: het plukken van de schapen, het kaarden en spinnen van de wol, het twijnen van de woldraden en het uiteindelijk breien van een trui tussen de dagelijkse huishoudelijke taken door. Het is een hele opgave. De schapen worden prachtig in beeld gebracht en de schattige, speelse kitten op schoot bij een van de vrouwen is een komische onderbreking. Hoewel Brown geen formele filmopleiding genoot, had ze overduidelijk aanleg voor filmen.

The Wind (1928, Victor Sjöström)Filmstil

Sterren: 5/5

De afsluiter van het festival was een meeslepende thriller die bijzonder genoeg gerealiseerd werd als stille film in een periode waarin de geluidsfilm al zo goed als de nieuwe norm was. Ondanks pogingen de film te vertonen met gesynchroniseerde geluidseffecten werd de film geen succes en al snel vergeten. Zonde, want het is een fantastische film!

In het verhaal wordt de jonge Letty Mason (Lillian Gish) tot wanhoop gedreven als ze bij haar neef moet gaan wonen in Texas, waar het onophoudelijk hard waait met zandstormen als gevolg. Uiteindelijk door de jaloerse vrouw van haar neef het huis uitgezet, is ze gedwongen te trouwen met de arme rancher Lige Hightower (Lars Hanson). Wanneer een storm zijn piek bereikt en Lige weg is voor werk, dringt de opdringerige man Roddy (Montagu Love) Letty’s huis binnen en probeert haar te misbruiken. Uit zelfverdediging schiet ze hem dood en begraaft in paniek zijn lichaam buiten in het zand, maar de volgende ochtend blijkt dat de wind het lichaam weer heeft blootgelegd. Wanneer Lige echter terugkomt, lijkt het lichaam te zijn verdwenen. Wat er daadwerkelijk heeft plaatsgevonden die nacht blijft een raadsel.

De film staat bekend om zijn intense psychologische spanning en expressieve cinematografie, zoals Letty’s visioen van het witte paard. Gish speelt misschien wel de rol van haar leven als de onschuldige en ongelukkige Letty. In het bijzonder moet hier de pianist José Maria Serralde Ruiz, die de film begeleidde, benoemd worden. Zijn spel was passievol en wist perfect de spanningen in de film te versterken, van de zenuwslopende, bijna tikkende melodie van de wind tot de meeslepende melodieën in de climax. De kijker werd hierdoor volledig meegenomen in Letty’s waanzin en zat vijf kwartier op het puntje van de stoel om na de slotakkoorden de ingehouden adem eindelijk los te kunnen laten.

Film / Films

Bob Dylan: een weinig sympathieke wereldster

recensie: A Complete Unknown – James Mangold
A Complete Unknown2024 Searchlight Pictures All Rights Reserved.

‘Ze vragen me waar de liedjes vandaan komen’, zegt Bob Dylan tegen zijn vriendin in de biopic A Complete Unknown. De Dylan in deze film is altijd en overal als een bezetene bezig met het schrijven van zijn songs en muziek. Regisseur James Mangold maakt van de singer/songwriter een kettingroker en een zuipschuit, en een tamelijk wereldvreemde, solistische figuur.

In 1961 komt Bobby Zimmerman aan in New York City. Hij heeft zichzelf dan al omgedoopt in Bob Dylan. Bobby (Timothée Chalamet) is op zoek naar folkicoon Woody Guthrie. Maar die ligt op dat moment al ernstig ziek in een hospice. Wanneer Dylan hem bezoekt, treft hij Pete Seeger naast Guthrie’s bed. Seeger (1919-2014) is folk singer-songwriter, hij heeft bijvoorbeeld het anti-oorlogslied ‘Where Have All the Flowers Gone’ geschreven. In de Dylan biopic A Complete Unknown is de ontmoeting met Seeger voor Bobby het keerpunt. Seeger ziet onmiddellijk het talent in de knul.

Protestsongs

Bob Dylan (Duluth, Minnesota, 1941) is de schrijver en zanger van talloze liedjes en platen. In de jaren zestig en zeventig werd hij vooral bekend om zijn protestsongs tegen het beleid van de regering van de VS in het algemeen en tegen oorlogen die Amerika voerde in het bijzonder. Zijn werk is hier te lande vooral bekend bij mensen die ouder zijn dan vijftig jaar.
Regisseur Mangold maakte de biopic A Complete Unknown op basis van de biografie Dylan Goes Electric! (2015) van Elijah Wald. Mangold tekende eerder voor Walk the Line (2005), de biopic over Johnny Cash.

Chalamet

De film bestrijkt de periode van Dylans aankomst in New York in 1961 tot het moment in 1965 waarop hij op een folkfestival kiest voor de elektrische gitaar en rock & roll-achtige ballads en protestsongs speelt. Huur de getalenteerde Timothée Chalamet in om Dylan te spelen, en je hebt meteen een film die interessant is om naar te kijken. Chalamet laat hem uitgroeien van een nauwelijks-communicerende, door muziek geobsedeerde jongvolwassene tot een eigenwijze singer/songwriter die zijn eigen weg gaat en zich door niemand iets laat afdwingen. Hij is ontrouw en lastig tegenover zijn vriendinnetjes, onder wie singer/songwriter Joan Baez. En moeilijk om mee te werken voor bandleden en platenbazen.

Verdraaid

De plot verdraait een aantal bekende feiten, deels om het verhaal van de zanger aantrekkelijker te maken, deels om het glad te strijken.
Bijvoorbeeld. De overlevering wil dat Dylan op zijn 19e, in 1961, van Minnesota naar New York liftte, dan wel meereisde op een goederentrein. In werkelijkheid reed hij gewoon zelf, in een Chevrolet Impala.
Dylans eerste serieuze vriendin heet in de film Sylvie Russo (gespeeld door Elle Fanning); dit is een pseudoniem voor Suze Rotolo (1943-2011). Haar naam is op verzoek van Dylan zelf veranderd, omdat ze nooit een Bekende Amerikaanse is geworden.
En de ‘doorbraak’ van Dylan op de vermaledijde elektrische gitaar, op het Newport Folk Festival in 1965 betekende geen breuk met de folkartiesten omdat Dylan akoestisch verruilde voor elektrisch. De folkgemeenschap keerde zich van Dylan af omdat zij expliciet linksgeoriënteerd waren en hij niet.

Lammy winterjas

Chalamet zet een fijne Dylan neer. Waar deze Dylan ook is of in welk gezelschap, hij werkt zich monomaan te pletter op zijn muziek. De visagie geeft Chalamet een krullenkop, bakkenbaarden, paarse lijnen onder de ogen; kostuumontwerp trekt hem een beige lammy winterjas en jeans aan, en daar staat Dylan. Chalamet speelt Dylan niet alleen, er zitten ook veertig liedjes in de film waarin hij zelf zingt, gitaar speelt en mondharmonica speelt.
Een hele partij vroege hits passeert de revue, van ‘Blowin’ in the Wind’ tot ‘Like a Rolling Stone’. De film heeft vijf jaar bij regisseur Mangold in de pijplijn gezeten, mede vanwege de coronapandemie en de staking van Hollywoodmedewerkers. Dat oponthoud gaf Chalamet vijf jaar de tijd om alle soorten muziekles te nemen.

Geloofwaardig wordt het personage doordat Chalamet hem onder zware wenkbrauwen uit laat kijken, met een zware stem en met lange tussenpozen laat spreken. Zijn Dylan is nauwelijks sympathiek te noemen, en mogelijk is de man dat ook niet echt. De aankomende ster lijdt hevig onder zijn toenemende beroemdheid, hij kan niet vrijelijk de straat over zonder door fans te worden lastiggevallen.

Edward Norton

Ronduit geniaal is Edward Norton als Pete Seeger. Voorzien van aanplak-wipneus en met indrukwekkende kale inhammen in het haar zet Norton de vaderlijke folkzanger zeer overtuigend neer. Nortons Seeger houdt alle ballen tegelijk in de lucht, door zowel Dylan, de muziekwereld als zijn eigen gezin tevreden te houden. Nortons Seeger kijkt, zwijgt, en grijpt pas sussend in als alles al verloren lijkt.
Ook Norton zingt en bespeelt zelf zijn instrumenten; net als Monica Barbaro, die Joan Baez speelt. Baez komt niet echt uit de verf, haar personage blijft oppervlakkig. Eigenlijk moet de kijker al weten wie Baez is, want heel veel informatie wordt niet gegeven.

Lang

A Complete Unknown duurt 2 uur 20 minuten. Dat is erg lang, maar door de serieuze ontwikkeling die Mangold Dylan laat doormaken, verveelt hij geen moment. Het is een beetje een oude-mensen-film, spelend in de jaren zestig, en handelend over een zanger die inmiddels 83 jaar is. Maar aan liefhebbers van Bob Dylan is hij beslist besteed.

A Complete Unknown draait vanaf donderdag 20 februari 2025 in de bioscopen.

Film / Serie

Mindfulness en moord: een goede combinatie?

recensie: Achtsam Morden - Netflix
Frigo met afgehakte vinger in© Netflix

Spannende Duitse krimi’s zijn tegenwoordig in overvloed te vinden, maar Achtsam Morden weet zich toch te onderscheiden door een verrassende en komische invalshoek: een advocaat die mindful moorden pleegt. Je moet het maar bedenken.

De achtdelige serie gaat over Björn Diemel (Tom Schilling), een strafrechtadvocaat die zo opgeslokt is door zijn veeleisende werk dat hij door zijn vrouw verplicht wordt om mindfulness-lessen te volgen. Eerst vindt Björn deze suggestie belachelijk en volkomen overbodig, maar al snel begint hij – onder leiding van zijn mindfulness-leraar Joschka Breitner (Peter Jordan) – de voordelen van innerlijke rust te ontdekken. Waar hij voorheen zijn dagen vulde met werk en nauwelijks tijd had voor zijn dochtertje, leert hij nu hoe hij ‘tijdeilanden’ kan inbouwen voor haar; dat betekent minder vaak de telefoon opnemen, in het moment leven en de criminelen die hij vertegenwoordigt even links laten liggen. Al zorgt dat wel voor de nodige problemen, maar ook deze weet Björn met kalmte en reflectie te benaderen.

Fijne balans tussen humor en spanning

Het verhaal van Achtsam Morden is gebaseerd op de gelijknamige boekenreeks van Duitse auteur en advocaat Karsten Dusse, waarvan het eerste deel in 2019 verscheen. Dusse wordt geprezen om zijn unieke en humoristische combinatie van misdaad en mindfulness. De serie behandelt mindfulness niet op een spottende manier, maar benut het juist om de complexiteit van Björns karakter te verkennen. Het contrast tussen de kalme meditatiepraktijken en de gewelddadige situaties waarin Björn zich bevindt, levert niet alleen grappige maar ook spannende momenten op. Achtsam Morden weet hiermee een fijne balans te vinden tussen humor en spanning, wat de serie bijzonder aantrekkelijk maakt voor een breed publiek.

In veel opzichten doet Achtsam Morden denken aan series zoals Breaking Bad (2008) en Ozark (2017), waar een ogenschijnlijk gewone man zichzelf verliest in de morele grijze gebieden van criminaliteit. In tegenstelling tot de personages in deze series, heeft Björn een hulpmiddel tot zijn beschikking dat zijn pad enigszins verlicht: mindfulness. Dit geeft de serie een interessant en onverwacht filosofisch tintje: kan je werkelijk moorden met een kalme geest en goede intenties, of is dit slechts zelfbedrog? Het idee van ‘mindful moorden’ is zowel absurd als intrigerend.

Sterke cast

De opbouw van de serie is sterk: een gestructureerd verhaal dat regelmatig gebruik maakt van voice-overs van Björn, die de kijker bijpraat over zijn innerlijke strijd en zijn voortdurende worsteling met zijn geweten. Deze voice-overs zijn niet alleen functioneel, maar voegen ook een humoristische toon toe die perfect past bij de duistere sfeer die de show uitstraalt. Schilling slaagt erin om de juiste balans te vinden tussen humor, charme en een zekere duisternis, waardoor zijn vertolking van Björn zowel grappig als meeslepend is. De subtiele manier waarop hij de evolutie van zijn karakter door mindfulness en moord laat zien is fascinerend en maakt van de show een echte aanrader voor liefhebbers van zwarte humor.

De bijrollen zijn eveneens uitstekend vertolkt. Marc Hosemann speelt Toni, een enge en onberekenbare crimineel, met een dreigende aanwezigheid die de spanning in de serie weet op te voeren. Zijn koude karakter vormt een interessant contrast met Björns kalme en geordende houding. Ook Sascha (Marathan Muslu) is een goed neergezet personage: een zachtaardige crimineel die Björn overal in volgt en daarom ga je twijfelen aan zijn intenties.

Samenvattend is Achtsam Morden een slimme en onderhoudende serie die zowel een spannende misdaadplot als een luchtige benadering van mindfulness biedt. Het is een verfrissende kijk op de klassieke misdaadserie, met een hoofdpersonage dat probeert zijn geweten te verzoenen met de moorden die hij pleegt.

 

Film / Films

IJzersterke krachtmeting in beeldschone bergen

recensie: Alpha (2024) – Jan-Willem van Ewijk
Alpha_st_1_jpg_sd-lowFilmdepot

De relatie tussen een vader en een zoon leidt niet zelden tot generatieconflicten. In de film Alpha van regisseur Jan-Willem van Ewijk staan de verhoudingen duidelijk al langer op scherp. Bij ontstentenis van de echtgenote annex moeder worden de messen onvermijdelijk extra geslepen.

Al op de eerste dag van zijn bezoek aan zijn zoon in Zwitserland toont vader Gijs zich een negatieve eikel. Hij heeft kritiek op alles wat zoon Rein heeft en doet. ‘Dus hier heb je je verstopt’, is pa’s neerbuigende reactie op het sobere appartementje dat snowboardinstructeur Rein bewoont in een wintersportresort. Reins favoriete diner vindt pa ruk, zijn baantje als snowboardinstructeur is beneden zijn stand, zoon moet musicus worden.

Autobiografische elementen

Vader en zoon worden gespeeld door Gijs Scholten van Aschat en zoon Reinout Scholten van Aschat, hun personages heten ‘Gijs’ en ‘Rein’.
Ze speelden al eerder allebei in Zee van tijd (2022) van regisseur Theu Boermans. Alleen speelden ze in die film niet samen of tegelijkertijd, omdat ze hetzelfde personage neerzetten: Reinout als jonge man, Gijs als diezelfde man maar dan ouder.
De goede verstaander herkent in de personages in Alpha veel autobiografische elementen van de spelers, zoals het grapje dat Gijs in Nederland een beroemde acteur is, dat Rein veel bezig is met muziek, en dat beiden houden van wintersport.

Etterbak

Alpha is een expliciete krachtmeting tussen een vader en een zoon. Twee koppige, eigenwijze alfamannetjes, al is de vader een pedante, betweterige etterbak en de zoon een innemende, zachtaardige allemansvriend. Vader overschreeuwt zijn zoon. Vader wil tegelijkertijd de autoritaire nestor zijn én gelijkwaardig aan de vrienden van Rein; en dan wil vader ook nog het recht hebben zo nodig om hulp te vragen omdat hij oud is.
Het karakter van Rein is minder gelaagd, wat zijn drijfveren zijn blijft goeddeels in de schaduw. Beiden jongleren met het gegeven dat leven en dood dicht bij elkaar liggen.

Acteerduels

Deze film is onvermijdelijk een wedstrijdje hard-acteren tussen Gijs en Reinout Scholten van Aschat. Het is een genot naar hun acteerduels te kijken. De spelers krijgen van regisseur Van Ewijk veel ruimte om in hun tekstbehandeling te versnellen of juist rustig de tijd te nemen, waardoor dialogen uiterst naturel overkomen. Dat komt de geloofwaardigheid van de – fictieve – familieverhouding en die van de plot (scenario: Jan-Willem van Ewijk) ten goede.
Natuurlijk vindt de ultieme krachtmeting plaats op een besneeuwde bergtop, waar vader zich groothoudt op een plek waarop zoon volledig op zijn gemak is.

Beeldschoon

De fotografie is beeldschoon. De film is niet gedraaid in Zwitserland, maar in de bergen van Slovenië. Die vormen een zeer fotogeniek decor, waarin afdalingen op snowboard of ski’s fraai in beeld kunnen worden gebracht (fotografie: Douwe Hennink, NSC). De soundscape van voornamelijk elektronische muziek (componist: Ella van der Woude) onderstreept de sereniteit van dat kalme maar krachtige landschap. Beeld en geluid ondersteunen zo effectief de toppen en dalen in de krachtmeting tussen vader en zoon.

Lang

Jammer is dat Alpha met een duur van honderd minuten echt te lang is. Dat komt onder andere door de nogal erg trage wending aan het einde van de vertelling. Maar het komt zeker ook door de ‘mooifilmerij’. Het is verleidelijk besneeuwde toppen uitgebreid te filmen, met het zonlicht erop, of met laaghangende nevel ertussen. Maar al die fraaie plaatjes nemen wel errug veel tijd in beslag.
Die elementen halen helaas een beetje van de glans weg van het pareltje dat Alpha overigens wel degelijk is.

 

Alpha draait vanaf 13 februari 2025 in de bioscopen.

Film / Films

Een indringende blik op hoop en rehabilitatie

recensie: Sing Sing - Greg Kwedar
FilmstilFilmdepot

Kan kunst een man rehabiliteren? In New York is inmiddels bewezen dat kunst dit inderdaad kan. Van de gevangenen die meedoen aan het RTA-programma (Rehabilitation Through the Arts) recidiveert maar 3%, tegenover het Amerikaanse gemiddelde van 60% (bron: CBS News). Het RTA-programma loopt nog steeds in zes gevangenissen in de staat New York.

Regisseur Greg Kwedar was de film Transpecos (2016) aan het draaien in een gevangenis, waar hij in een cel een gevangene met een asielhond zag. Hierdoor geïntrigeerd ging hij op zoek naar meer voorbeelden van een andere houding ten opzichte van gevangenen. In het blad Esquire zag hij het artikel ‘The Sing Sing Follies’ van John H. Richardson uit 2005 over een theater rehabilitatieprogramma in de Sing Sing-gevangenis in New York. Dit werd de inspiratie van de film Sing Sing.

Een trage start, maar een beloning voor geduld

De eerste akte van Sing Sing kan omschreven worden als enigszins stroperig. Kwedar neemt de tijd om het decor te schetsen en de personages te introduceren, wat soms ten koste gaat van de spanningsboog van de kijker. Het lijkt alsof de film zich aarzelend beweegt, misschien om de sombere realiteit van het gevangenisleven te benadrukken. Dat sombere zie je terug in de kale, grauw gekleurde gangen van de gevangenis. Toch voelt deze aanpak aanvankelijk te bedachtzaam, waardoor het lastig is om meteen volledig betrokken te raken.

Maar wie volhoudt wordt rijkelijk beloond. Zodra het theaterprogramma in volle gang is, ontvouwt zich een wereld vol emotie, humor en onverwachte schoonheid. Het is hier dat de film zijn ware kracht toont: het vermogen om menselijke connectie te verbeelden in een omgeving waar die normaal gesproken wordt onderdrukt.

Colman Domingo: een meesterlijke vertolkingFilmstil

Colman Domingo is zonder twijfel het hart van de film. Zijn performance is subtiel en krachtig, en hij weet zowel de gebrokenheid als de vastberadenheid van zijn personage op meesterlijke wijze over te brengen. Domingo belichaamt een mentorfiguur die de mannen om hem heen inspireert en ondersteunt, terwijl hij zelf worstelt met zijn verleden en de vraag of verlossing werkelijk mogelijk is.

De chemie tussen Domingo en de rest van de cast is organisch en geloofwaardig. Wat de film bijzonder maakt en een extra laag authenticiteit aan de film toevoegt, is dat veel van de acteurs voormalige gevangenen zijn. Zo speelt voormalig RTA-lid Clarence Maclin Jr. zichzelf. Hun verhalen en emoties voelen en zijn rauw en echt, waardoor de grens tussen fictie en realiteit vervaagt.

Theater als middel tot bevrijding

FilmstilHet theaterprogramma in Sing Sing fungeert als metafoor voor persoonlijke groei en rehabilitatie. Voor de mannen biedt het podium een kans om hun pijn en fouten onder ogen te zien en zichzelf opnieuw uit te vinden. De gevangenen in het oorspronkelijke RTA-programma dachten dat ze ‘gewoon’ gingen acteren in een toneelstuk. Zij hadden niet door dat hun hele wezen aan het veranderen was, dat ze trauma’s aan het verwerken waren en dat ze diepe oprechte vriendschappen aan het vormen waren.

Kwedar weet dergelijke scènes prachtig vast te leggen. Zijn regie is ingetogen, bijna documentair, en richt zich op de gezichten en stemmen van de acteurs. Het resultaat is een film die even intiem als universeel aanvoelt.

Voor wie op zoek is naar diepgang en hart

Sing Sing is een film die je even de tijd moet geven, maar die uiteindelijk diepe indruk maakt. Kwedar levert een genuanceerd en ontroerend portret van rehabilitatie, gedragen door een uitmuntende Domingo en een cast die authenticiteit ademt. Wat begint als een trage vertelling ontwikkelt zich tot een inspirerend verhaal over de veerkracht van de menselijke geest en de helende kracht van kunst.

Met Sing Sing toont Kwedar dat er zelfs in de somberste omstandigheden ruimte is voor hoop en menselijkheid. Dit is een film die je niet alleen laat nadenken, maar die ook voelt als een warme omhelzing voor iedereen die gelooft in tweede kansen. Een absolute aanrader voor wie op zoek is naar cinema met diepgang en hart.

 

Sing Sing draait vanaf 23 januari in de bioscoop.

Film / Films

Prachtig verbeeld surrealisme open voor eigen interpretatie

recensie: Mr. K - Tallulah H. Schwab
Mr. K in hotel© Filmdepot

Een rondreizende illusionist treedt op in zalen voor een ongeïnteresseerd publiek en heeft het gevoel dat zijn leven nergens heen gaat. Als hij een kamer boekt voor de nacht in een afgelegen hotel denkt hij dat het slechts een plek is om te overnachten, maar dat loopt anders.

Titelfiguur Mr. K (Crispin Glover) staat de volgende ochtend op en wil vertrekken, maar de uitgang lijkt verdwenen. K ontmoet tijdens zijn zoektocht een reeks excentrieke personages die allemaal geaccepteerd lijken te hebben dat ze in het hotel opgesloten zitten. Hij komt terecht in de keuken waar hij een baan krijgt en vindt er vluchtig iets van vriendschap en acceptatie. Maar als hij achter de schokkende waarheid komt, iedereen waarschuwt en een plan wil maken om samen te ontsnappen, keren de bewoners zich tegen hem.

Kafkaëske taferelen

Dat de K van Mr. K een verwijzing is naar Franz Kafka is duidelijk. Voor Mr. K is het startpunt van een kafkaëske nachtmerrie wanneer hij de uitgang van het hotel maar niet kan vinden. In de keuken vergeet hij even dat hij naar de uitgang op zoek was, maar hij kan het ongemakkelijke gevoel dat hij heeft niet onderdrukken: er is iets mis. Waarom barsten de waterleidingen? Wat is die rare aderachtige structuur achter het behang? Waarom kan niemand weg uit het gebouw? De vragen leiden tot een schokkende conclusie. Mr K ontpopt zich tot een leider en probeert voor iedereen een uitweg te vinden, maar voornamelijk voor zichzelf.

Mr. K met zussen

foto: Kris de Witte, Lemming Film a Private View

Bont gezelschap van verschillende nationaliteiten

Mr. K ontmoet de Engelse maar francofiele zussen Ruth (Fionnula Flanagan) en Sara (Dearbhla Molloy), die hem oprecht willen helpen, maar dan het liefst met koffie en een koekje. De chef in de keuken (Noorse Bjørn Sundquist) blijkt geobsedeerd door eieren en denkt dat Mr. K een groot talent is. Zijn dochter Melinda (Esmee van Kampen uit Nederland) heeft wel of niet een oogje op hem. Ook wordt hij snel de kamer uitgewerkt als de flamboyante Gaga (de Zwitsers-Hongaarse Sunnyi Melles) in bad gaat.

Mr. K ontwikkelt zich van een onwillige – door zichzelf uitgeroepen – ‘niemand’ tot een hardwerkend ‘iemand’ in het gebrekkige kapitalistische systeem van de keuken. Om zich vervolgens even tot revolutionair te ontpoppen, en uiteindelijk toch weer als egocentrisch personage te eindigen. Is dit personage een held of een lafaard? Vertegenwoordigt hij iets? Is het allemaal gewoon chaos? Tallulah Schwab laat het aan de kijker om dit te interpreteren.

Surrealisme op magische manier verbeeldt

Er is iets aan de hand met het hotel: er kan van alles gebeuren en dat heeft de Noors-Nederlandse regisseur Tallulah H. Schwab op interessante wijze ingevuld. Er klinkt ook steeds gebonk en dat komt niet door het fanfarekorps dat op ongewenste momenten uit luikjes in de gangen verschijnt en je achtervolgt voor een polonaise. Met alle mysterieuze gangen en kamers is het hotel prachtig verbeeld: een feest voor het oog. Maar ondanks de mooie plaatjes blijft het verhaal te open voor interpretatie. In zo’n mate dat het zich opstapelt en de beleving in de weg zit. Het einde is eigenlijk te veel van het goede en dit is jammer.

Het is hoe dan ook een film die je aan het denken zet, die vraagtekens oproept en die je zintuigen prikkelt. Hij blijft je bij en zal onderwerp van gesprekken zijn. Wie ben jij: een Mr. K die niet kan doen of alles goed en wel is en daarop reageert, of een van de bewoners die al het angstige buitensluit en dingen niet wil veranderen?

 

Vanaf donderdag 16 januari in de bioscoop

Film / Films

Pijn verspreid over generaties

recensie: A Real Pain - Jesse Eisenberg
Twee mannen© The Walt Disney Company,

Voor veel acteurs die lange tijd voor de camera staan lijkt de regisseursstoel vroeg of laat onvermijdelijk; zo ook voor Jesse Eisenberg, onder andere bekend als Mark Zuckerberg in The Social Network. Na een wisselvallig ontvangen regiedebuut probeert hij het opnieuw met A Real Pain – een succes.

Het is een ongebruikelijk decor voor een komedie: twee neven reizen met een groep door Polen en bezoeken voormalige concentratiekampen om, ter ere van hun overleden oma, hun familiegeschiedenis te ontdekken. Beiden zijn Joods, maar hun persoonlijkheden verschillen als dag en nacht; Jesse Eisenberg speelt de introverte, neurotische neef David die leeft van structuur en controle, terwijl Kieran Culkin de show steelt als zijn tegenpool Benji: een chaotische, impulsieve orkaan die elke confrontatie moeiteloos aangaat.

Net als in zijn eerdere regiewerk voor het theater, richt Eisenberg zich vooral op de personages en minder op het plot. David worstelt met een dwang- (OCD) en een angststoornis, terwijl Benji duidelijk kampt met onbehandelde mentale problemen die hij hardnekkig ontkent. Deze persoonlijke worstelingen worden in de film tegenover een veel groter, collectief trauma geplaatst: de verschrikkingen van de vernietigingskampen in Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Authentieke personages

Vanaf het eerste moment weet Culkins personage Benji je te irriteren, te intrigeren en zelfs te vermoeien, en precies dáár ligt de kracht van zijn rol. Zijn personage is extravagant en openhartig, maar tegelijkertijd vals, egoïstisch en soms ronduit onuitstaanbaar. Het is een gedurfde keuze om een onsympathiek karakter te gebruiken in een film die zo sterk leunt op de dynamiek tussen de personages. Eisenberg is zich hier echter volledig van bewust en neemt de tijd om dit ongemak te verkennen, waarbij hij zowel de grenzen van het personage als het geduld van de kijker opzoekt. Voor wie bereid is dit ongemak te doorstaan, biedt de film echter een beloning: Culkins personage toont barsten in zijn façade, waardoor langzaamaan een kwetsbare kern zichtbaar wordt. Dit werpt niet alleen nieuw licht op zijn karakter, maar ook op hoe zijn gedrag de groepsdynamiek verstoort én vormgeeft.

Indrukwekkend is de toon van de film: Eisenberg balanceert constant tussen warm, gruwelijk, grappig en ellendig. Het zijn de stille momenten waarin de chemie tussen Culkin en Eisenberg het sterkst voelbaar is en de momenten waarop Culkins personage Benji – ondanks zijn tekortkomingen – weet te verbinden. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk tijdens een scéne op het dak van een hotel waar ze samen terugblikken op hun jeugd en hun relatie; een chaoot en een neuroot, beiden met hun eigen kracht en kwetsbaarheid. De karakters zijn niet zwart-wit, zoals vaak het geval is in vergelijkbare films. Er is echte nuance in de personages, wat de grootste kracht is van A Real Pain.

Messcherp

De kern van de film is de pijn verspreid over generaties: de pijn van hun oma tijdens de tweede wereldoorlog, in perspectief gezet met de pijn van nu. Hoe de film de zwaarte van dit onderlinge lijden in beeld brengt is bewonderenswaardig: respectvol, maar ook met een zachte toon, waardoor het niet alleen voelbaar maar verrassend herkenbaar wordt voor verschillende generaties met elk hun eigen vorm van pijn.

Met A Real Pain bewijst Jesse Eisenberg dat hij groeit in zijn rol als regisseur. De film slaagt erin om iets bijzonders te vangen: een messcherpe tragikomedie die zowel weet te raken als aan het lachen te maken. De chemie tussen Eisenberg en Culkin, het zorgvuldig uitgewerkte scenario en de respectvolle omgang met het historische thema maken van deze tragikomedie een bijzonder werk.