Tag Archief van: Amsterdam

Theater / Voorstelling

Holland Festival opent met een overdonderende voorstelling over een vergeten geschiedenis

recensie: Holland Festival - Openingsvoorstelling

Met The Head and the Load van William Kentridge opent Holland Festival met een sterke voorstelling die de toon zet voor de rest van het festival.

Afgelopen week ging het Holland Festival weer van start in Amsterdam. Vorig jaar nam Ruth Mackenzie na vier jaar afscheid als artistiek directeur, volgend jaar neemt Emily Ansenk (directeur van de Rotterdamse Kunsthal) het stokje over. Je zou dit jaar dus kunnen spreken van een intermezzo-editie. Het festival experimenteert met zogeheten ‘associate artists’; te weten de Congolese choreograaf Faustin Linyekula en de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge. Hun werk zal de komende weken centraal staan op het theaterfestival. Met deze twee Afrikaanse makers als middelpunt kiest het Holland Festival voor een duidelijk politiek accent in de programmering, waarin thema’s als racisme en dekolonisatie nadrukkelijk aan bod komen.

Zo ook in de indrukwekkende openingsvoorstelling The Head and the Load van William Kentridge, die afgelopen dagen in Theater Amsterdam te zien was. Deze muziektheatervoorstelling vertelt het verhaal van de honderdduizenden Afrikaanse zwarte mannen die tijdens de Eerste Wereldoorlog gerekruteerd werden door een van de Europese koloniale grootmachten. Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook Duitsland bezaten tijdens het uitbreken van de Eerste wereldoorlog grote kolonies in Afrika; wat deze Europese oorlog onvermijdelijk naar het Afrikaanse continent bracht. Deze rekruten werden vaak niet zozeer als soldaten, maar als dragers van oorlogsmateriaal ingezet. Want anders dan in Europa kon dit materiaal wegens het ontbreken van spoorlijnen vaak niet per trein vervoerd worden. Het werd daarom op schouders en hoofden verplaatst.

Fragmentarisch

Dit verhaal wordt associatief en fragmentarisch verteld waarbij het uitdrukken van ideeën en gevoelens voorrang geniet boven het vertellen van een conventioneel narratief. Kentridge brengt in deze voorstelling theater, muziek, bewegingskunst en beeldende kunst samen op een podium van vijftig meter breed, waarop gedurende de voorstelling bijna veertig performers actief zijn. Tezamen zetten zij een strak gestructureerde montagevoorstelling neer die vele aspecten aanstipt en soms uitdiept. Het fragmentarische karakter van de voorstelling is soms overdonderend, maar ook gepast, omdat het resoneert met de niet-eenduidige ervaring van oorlog en de niet-rechtlijnige ontwikkeling van politieke geschiedenis.

Indrukwekkend is onder meer de minutenlang durende mars die halverwege de voorstelling wordt ingezet waarin de spelers, als dragers van wapentuig en andere oorlogsgoederen, van de ene kant van het enorme podium naar de andere kant marcheren. Op de eveneens enorme achterwand vermenigvuldigen deze dragers zich in een metershoge schaduwmars. Deze achterwand vervult ook in de verdere voorstelling een belangrijke rol; hierop dansen niet alleen de uitvergrote schaduwen van de spelers, maar worden ook veel tekeningen en animaties geprojecteerd. Zoals landkaarten waarop militaire bewegingen uitgestippeld zijn en vele van de kenmerkende houtskooltekeningen van Kentridge.

Paradox

Ook muzikaal heeft The Head and The Load een fluïde karakter; van opera, naar marsmuziek tot dadaïstische koren. Indrukwekkend is onder meer het gezamenlijk aanheffen van het Britse volkslied God Save the King. In het zingen van dit lied wordt een paradox uitgedrukt die het hart vormt van de voorstelling. Hoewel het misschien tegenintuïtief voelt, zijn oorlogen niet zelden emancipatoire processen, waarin mensen die voorheen als tweederangsburgers werden beschouwd hun plek opeisen in de maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar de vele vrouwen in Nazi-Duitsland en Groot-Brittannië die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, omdat de mannen zich aan het front bevonden, voor het eerst werk buiten het huishouden vonden. In Afrika bleef soortgelijke emancipatie uit. Zwarte mannen werden gevraagd om in gelijkheid te sterven voor Koning of Kaiser, maar daar hield de broederschap ook wel op. Hoewel deze mannen een enorm offer brachten, bleef de zwarte bevolking in koloniale rijken een tweederangspositie behouden.

Dat bewustzijn klinkt door wanneer de regels God Save our Gracious King keer op keer herhaald worden, plechtig maar in vol besef van deze paradoxale ironie.

Zo opent deze editie van Holland Festival met een indrukwekkende productie.

Meer werk van Kentridge is dit festival onder meer te zien in Defence of the less good idea en de gratis te bezoeken 3D-tentoonstelling The Invisible Exibition in Frascati. Verder is in filmmuseum EYE tot september de tentoonstelling William Kentridge – Ten Drawings for Projection te bezoeken waarin verschillende korte houtskoolanimaties van Kentridge te zien zijn.

Theater / Voorstelling

Holland Festival opent met een overdonderende voorstelling over een vergeten geschiedenis

recensie: Holland Festival - Openingsvoorstelling

Met The Head and the Load van William Kentridge opent Holland Festival met een sterke voorstelling die de toon zet voor de rest van het festival.

Afgelopen week ging het Holland Festival weer van start in Amsterdam. Vorig jaar nam Ruth Mackenzie na vier jaar afscheid als artistiek directeur, volgend jaar neemt Emily Ansenk (directeur van de Rotterdamse Kunsthal) het stokje over. Je zou dit jaar dus kunnen spreken van een intermezzo-editie. Het festival experimenteert met zogeheten ‘associate artists’; te weten de Congolese choreograaf Faustin Linyekula en de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge. Hun werk zal de komende weken centraal staan op het theaterfestival. Met deze twee Afrikaanse makers als middelpunt kiest het Holland Festival voor een duidelijk politiek accent in de programmering, waarin thema’s als racisme en dekolonisatie nadrukkelijk aan bod komen.

Zo ook in de indrukwekkende openingsvoorstelling The Head and the Load van William Kentridge, die afgelopen dagen in Theater Amsterdam te zien was. Deze muziektheatervoorstelling vertelt het verhaal van de honderdduizenden Afrikaanse zwarte mannen die tijdens de Eerste Wereldoorlog gerekruteerd werden door een van de Europese koloniale grootmachten. Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook Duitsland bezaten tijdens het uitbreken van de Eerste wereldoorlog grote kolonies in Afrika; wat deze Europese oorlog onvermijdelijk naar het Afrikaanse continent bracht. Deze rekruten werden vaak niet zozeer als soldaten, maar als dragers van oorlogsmateriaal ingezet. Want anders dan in Europa kon dit materiaal wegens het ontbreken van spoorlijnen vaak niet per trein vervoerd worden. Het werd daarom op schouders en hoofden verplaatst.

Fragmentarisch

Dit verhaal wordt associatief en fragmentarisch verteld waarbij het uitdrukken van ideeën en gevoelens voorrang geniet boven het vertellen van een conventioneel narratief. Kentridge brengt in deze voorstelling theater, muziek, bewegingskunst en beeldende kunst samen op een podium van vijftig meter breed, waarop gedurende de voorstelling bijna veertig performers actief zijn. Tezamen zetten zij een strak gestructureerde montagevoorstelling neer die vele aspecten aanstipt en soms uitdiept. Het fragmentarische karakter van de voorstelling is soms overdonderend, maar ook gepast, omdat het resoneert met de niet-eenduidige ervaring van oorlog en de niet-rechtlijnige ontwikkeling van politieke geschiedenis.

Indrukwekkend is onder meer de minutenlang durende mars die halverwege de voorstelling wordt ingezet waarin de spelers, als dragers van wapentuig en andere oorlogsgoederen, van de ene kant van het enorme podium naar de andere kant marcheren. Op de eveneens enorme achterwand vermenigvuldigen deze dragers zich in een metershoge schaduwmars. Deze achterwand vervult ook in de verdere voorstelling een belangrijke rol; hierop dansen niet alleen de uitvergrote schaduwen van de spelers, maar worden ook veel tekeningen en animaties geprojecteerd. Zoals landkaarten waarop militaire bewegingen uitgestippeld zijn en vele van de kenmerkende houtskooltekeningen van Kentridge.

Paradox

Ook muzikaal heeft The Head and The Load een fluïde karakter; van opera, naar marsmuziek tot dadaïstische koren. Indrukwekkend is onder meer het gezamenlijk aanheffen van het Britse volkslied God Save the King. In het zingen van dit lied wordt een paradox uitgedrukt die het hart vormt van de voorstelling. Hoewel het misschien tegenintuïtief voelt, zijn oorlogen niet zelden emancipatoire processen, waarin mensen die voorheen als tweederangsburgers werden beschouwd hun plek opeisen in de maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar de vele vrouwen in Nazi-Duitsland en Groot-Brittannië die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, omdat de mannen zich aan het front bevonden, voor het eerst werk buiten het huishouden vonden. In Afrika bleef soortgelijke emancipatie uit. Zwarte mannen werden gevraagd om in gelijkheid te sterven voor Koning of Kaiser, maar daar hield de broederschap ook wel op. Hoewel deze mannen een enorm offer brachten, bleef de zwarte bevolking in koloniale rijken een tweederangspositie behouden.

Dat bewustzijn klinkt door wanneer de regels God Save our Gracious King keer op keer herhaald worden, plechtig maar in vol besef van deze paradoxale ironie.

Zo opent deze editie van Holland Festival met een indrukwekkende productie.

Meer werk van Kentridge is dit festival onder meer te zien in Defence of the less good idea en de gratis te bezoeken 3D-tentoonstelling The Invisible Exibition in Frascati. Verder is in filmmuseum EYE tot september de tentoonstelling William Kentridge – Ten Drawings for Projection te bezoeken waarin verschillende korte houtskoolanimaties van Kentridge te zien zijn.

Theater / Voorstelling

Onterecht gekilde darlings komen weer tot leven

recensie: Boulevard of Broken Scenes

In Boulevard of Broken Scenes brengen acht theatercollectieven hun ooit gekilde darlings weer tot leven. Terecht, want voor veel van de voorbijkomende scènes geldt dat het zonde was geweest als ze nooit een publiek hadden gehad.

Kill your darlings luidt het welbekende schrijversadagium: tekst schrappen om tot een goede compositie te komen. In het theater gaat het niet anders. Veel gerepeteerde scènes halen de uiteindelijke eindproductie niet, omdat ze om wat voor reden dan ook, toch niet goed bij het stuk bleken te passen. Scènes die nooit een publiek zullen krijgen terwijl ze dat vaak best verdienen. En zo was het idee voor Boulevard of Broken Scenes geboren.

Tijdens deze montagevoorstelling speelden maar liefst acht theatercollectieven (BOG., Club Gewalt, Lars Doberman, Nineties Productions, Touki Delphine, URLAND, De Warme Winkel en Wunderbaum) dergelijke gekilde darlings: scènes uit eerdere producties die nooit de eindvoorstelling gehaald hebben.

De voorstelling begint met een introductie van alle te volgen scènes en de reden waarom ze ooit geschrapt zijn. Die redenen zijn divers: te duur, te meta, te ironisch, geen ruimte meer in de bus, vooral leuk voor de spelers zelf, minder voor het publiek. Uit Boulevard of Broken Scenes blijkt dat deze scènes wel degelijk bestaansrecht hebben.

Angela

Zonder de context van een overkoepelende voorstelling die de scènes betekenis zou moeten geven, worden de weer tot leven gewekte darlings op zichzelf staande performances. En dat werkt verrassend goed. Noemenswaardig zijn onder meer de a capella uitgevoerde nummers ‘Ik ben Thomas’ en ‘Het lidwoordenlied’.

Ook sterk: de repetitieopnames van De Warme Winkel speelt de Warme Winkel. Daarin moet een ongelukkige stagiaire op haar eerste dag kritiekpunt na kritiekpunt aanhoren over haar zojuist opgevoerde act.  Met zichtbaar genoegen gaat de rest van De Warme Winkel er eens goed voor zitten om uit te leggen wat er allemaal aan schort: het riekt naar plagiaat en is hoe dan ook ‘veel te veel theaterschool’. En die arme stagiaire maar begripvol ja blijven knikken: heerlijke ongemakkelijkheid.

Een van de sterkste scènes is de in het Duits vertelde anekdote over een Noordzeecruise waar een man door ene ‘Angela’ wordt uitgenodigd op de kajuit.  Pas in die kajuit heeft hij door wie die vrouw -die hem al zo bekend voor kwam- eigenlijk is. Bij wijze van ode aan Mutti Merkel wordt Angie van de Rolling Stones opgevoerd. IJzersterk absurdisme waarvan het zonde was geweest als het nooit in een theaterzaal was opgevoerd.

Buitengewoon consistent

Acht theatercollectieven, een groot aantal scènes en een nog veel groter aantal spelers die bijna de gehele voorstelling allemaal op het podium staan: een recept voor chaos. Maar chaotisch wordt het geen moment. De compositie van scènes zit ontzettend strak in elkaar, wat een montagevoorstelling oplevert die buitengewoon consistent aanvoelt.

Gegeven dat de acht collectieven ter voorbereiding op deze voorstelling slechts drie(!) dagen hadden, is dat een prestatie van formaat.

Kunst / Expo binnenland

Vier eeuwen portretkunst met een mierzoet sausje

recensie: High Society

De tentoonstelling High Society begint in een donkere zaal waar de expositie in een korte video wordt geïntroduceerd. De flitsende beelden en pompende muziek geven je het gevoel dat je op het punt staat de runway van een exclusieve modeshow te betreden, in plaats van een kunsthistorische expositie. Dat lijkt ook precies de bedoeling te zijn. Het Rijksmuseum heeft gekozen voor een duidelijke branding van deze tentoonstelling, die erop gericht is zoveel mogelijk hysterie creëren rondom 39 portretten van de zogenaamde rich and famous uit de zestiende tot en met begin twintigste eeuw. Hoewel dit bij serieuze kunsthistorici misschien niet goed valt, is deze insteek voor het trekken van de aandacht van een breed publiek een schot in de roos.

Rembrandt van Rijn, Portret van Oopjen Coppit, 1634. Aankoop van de Franse Republiek voor Musée du Louvre

Voelen zonder aan te raken

Toegegeven, de portretten zijn niet alleen vanwege hun gigantische proporties maar ook dankzij de uitzonderlijke kwaliteit behoorlijk indrukwekkend. Ze tonen verschillende vorsten, adellijke en succesvolle zakenlieden in hun meest luxueuze uitdossingen. Deze figuren worden gepresenteerd als de ‘genodigden op het feest van Marten en Oopjen’. Dit door Rembrandt geschilderde echtpaar vormt namelijk het middelpunt én de aanleiding voor de expositie. Na tientallen jaren in privébezit te zijn geweest, zijn de werken verkocht aan het Rijksmuseum en het Louvre. Aan het Rijks de eer om het in Rembrandts oeuvre unieke tweeluik na uitvoerige restauratie voor het eerst aan het publiek tonen. Het zijn schitterende schilderijen waarop Marten en Oopjen vlak na hun huwelijk poseren in kleding van een kostbare zwarte stof die zo knap door meester in verf is gevat dat je de stof bijna kunt voelen zonder deze aan te raken.

Foto: Rijksmuseum/David van Dam

Taco Dibbets met side-kicks

Om de vier eeuwen ‘catwalk’ kracht bij te zetten is via de nieuwe Rijks app een audiotour te beluisteren waarin museumdirecteur Taco Dibbets wordt bijgestaan door twee passende side-kicks: Cecile Narinx, hoofdredactrice van modeblad Harpers Bazaar, en Jort Kelder, etiquettekenner. In hun commentaar wordt getracht om zowel de fashionistas als de kunsthistoricus tevreden te stellen – een lastige klus. De gekozen kleur op de muren past perfect bij het marketingsausje dat zorgvuldig over deze tentoonstelling is uitgesmeerd: mierzoet roze.

De braguette van Karel V

In de eerste zaal hangt een enorm portret van Keizer Karel V, geschilderd door Johan Seisenegger. Nadat Dibbets een aantal wetenswaardigheden over Karel V vertelt, neemt Cecile Narinx het stokje over. Zij vertelt over een opvallend kledingstuk ter hoogte van het kruis direct de aandacht trekt: een eivormige tok van stof, versierd met borduursels in de stijl van de rest van de outfit. Het object blijkt braguette te heten, ‘niet te verwarren met het Franse woord voor stokbrood’, aldus een wat flauw grappende Narinx. Dit schaamkapsel was afgeleid van het harnas van middeleeuwse ridders en komt op een aantal andere portretten terug, allemaal even serieus versierd en een duidelijke verwijzing naar de viriliteit van de drager.

Lucas Cranach de Oudere, Catharina, Gravin van Mecklenburg, 1515. Gemäldegalerie Alte Meister, Staatliche Kunstsammlungen Dresden

Van huwelijksportret tot dokter Love

Imposant is het tweeluik door Lucas Cranach van Hendrik de Vrome en Catharina van Mechklenburg. Het stamt uit 1514 en is het alleroudste paar van top tot teen geschilderde huwelijksportretten. De kledij in scharlakenrood en goudgeel vlamt van het doek af en de details in kleding, sieraden en veren hoofdtooien zijn zo knap dat je naar de schilderijen toe wordt gezogen.
Een opvallend portret is dat van Giovanni Boldini, die de extravagante markiezin Luisa Casati vastlegde in 1908 (Particuliere collectie, zie afbeelding boven). Door de snelle penseelstreken heeft het portret een enorme vaart, wat de bijzondere details over de markiezin erg aannemelijk maakt. Deze paradijsvogel ging de straat op met een slang om haar nek of luipaarden aan een snoer afgezet met edelstenen. Haar met kohl omrande ogen kijken je indringend aan.
Het portret dat op al het promotiemateriaal van High Society prijkt mag ook niet ongenoemd blijven: de knappe dokter Pozzi, met bijnaam docteur amour, is geschilderd met de precisie van een fotocamera. John Singer Sargent bewijst met dit schilderij al anderhalve eeuw veel vrouwen een dienst.

John Singer Sargent, Dr Pozzi in zijn huis, 1881. The Armand Hammer Collection, Gift of the Armand Hammer Foundation. Hammer Museum, Los Angeles

Voor ieder wat wils

De collectie omvat verder unieke portretten van Frans Hals, Eduard Manet en Edvard Munch, en wordt aangevuld met twee zalen waarin schetsen en tekeningen te zien zijn van taferelen die zich buiten de schijnwerpers afspelen: drankbacchanalen, gokken, en de liefde bedrijven. De tekenaars van de werken die nogal pornografisch van aard zijn, bleven vaak anoniem. Jort Kelder voorziet dit gedeelte van de tentoonstelling in de audiotour opgewekt van commentaar. High Society heeft voor ieder wat wils, en ondanks de enigszins aanstellerige thematiek waarin de tentoonstelling is gegoten wordt de belofte wel waargemaakt: dit zijn portretten die verbluffen – of het je nou gaat om de modegrillen van die tijd of de fabuleuze schilderstechnieken en kunsthistorische achtergronden.

 

 

 

Kunst / Expo binnenland

Klein maar fijn

recensie: Geniaal getekend. Van Da Vinci tot Rembrandt

De tentoonstelling Geniaal getekend in het Amsterdamse Cromhouthuis kun je bekijken vanuit het oogpunt van een glas dat ofwel halfleeg, dan wel halfvol is. Beide standpunten worden hier ingenomen, met de nadruk op het laatste.

Als bezoeker kun je je er bijvoorbeeld over verbazen dat de ongeveer vijfentwintig tekeningen uit de collectie van steenkolenmagnaat Carel Joseph Fodor (1801-1860) te zien zijn in twee piepkleine kamers, waarvan één onder de trap van de statige panden aan de Herengracht. Maar als je van de schrik bekomen bent, kun je ook stellen dat die intieme, donkere kabinetten precies beantwoorden aan het doel dat gastcurator Taco Dibbets (directeur van het Rijksmuseum in Amsterdam) zich stelde: liefhebbers leren kijken naar de tekenkunst van enkele grote meesters, van Da Vinci tot Rembrandt.

Kop van een grijsaard – Leonardo da Vinci (1452-1519), Pen in bruine inkt op papier, 100 x 95 mm

Mensen en gezichten

Dibbets koos als rode draad in zijn selectie voor tekeningen van mensen en gezichten, in dit geval vingeroefeningen en voorstudies. Zoals Rembrandts tronie in Kop van een oude man, die wordt getoond naast Da Vinci’s voorstudie voor wellicht een apostel op het Laatste Avondmaal (Milaan): Kop van een grijsaard (uit de boedel van koning Willem II).

Het mooie, bescheiden begeleidende boekje bij de tentoonstelling geeft niet alleen de herkomst van de tekeningen aan, maar ook een afbeelding van zo’n schilderij, zoals bij respectievelijk Jonge man die een jonge vrouw ontmoet en De liefdestuin van Rubens. Het was leuk geweest zo’n afbeelding op de tentoonstelling naast de voorstudie te zien, maar daarvoor ontbrak natuurlijk de ruimte.

Vrouwenhoofd – Fransesco Salviati (1509/10-1563), Zwart krijt op papier, 213 x 158 mm

Naast elkaar

Wat Dibbets wel naast elkaar laat zien, zijn twee prachtige, fijne vrouwenhoofden van Fra Paolini Pistoia en Francesco Salviati. De eerste is met houtskool getekend, de tweede – een voorstudie voor de Madonna voor de Santa Christiana in Bologna – met zwart krijt. Maar dan vraag je je wel meteen af waarom hij de Twee mannen van Goltzius niet naast de Kop van een jonge man van diens leerling Jacob de Gheyn hing: alle mannen kijken omhoog, wat een ongebruikelijke pose is. Ook dan had Dibbets zijn punt kunnen maken ten aanzien van de verschillen in techniek om de haardracht af te beelden: getekend met respectievelijk metaalstift en krijt, wat natuurlijk (leren kijken!) een totaal verschillende uitwerking heeft.

Voor fijnproevers

Het is een goede zaak dat twee relatief kleine Amsterdamse musea, die allebei een naamsverandering hebben ondergaan om de breedte van de collectie te accentueren, de handen ineen hebben geslagen om deze kleine expositie voor fijnproevers mogelijk te maken: het Amsterdam Museum (voorheen Amsterdams Historisch Museum), waar de Fodor-collectie toe behoort, en het Cromhouthuis (voorheen het Bijbels Museum, dat er nu onderdeel van uit maakt), waar de expositie te zien is. Bezoekers krijgen op die manier de kans weer eens enkele hoogtepunten uit de Fodor-collectie te zien.

Ai Weiwei safepassage recensie
Kunst / Expo binnenland

Het systeem versus het individu

recensie: Ai Weiwei - #SafePassage
Ai Weiwei safepassage recensie

Het Foam fotografiemuseum toont een nieuwe reeks foto’s van de Chinese kunstenaar en activist Ai Weiwei (1957), bekend om zijn sociale projecten, objecten en interventies in de publieke ruimte. In deze fotoserie verbindt hij vluchtelingenkampen in Europa overtuigend aan zijn eigen ervaringen van gevangenschap in China.

Foam toont met trots het nieuwste werk van Ai Weiwei, ondanks of juist dankzij het feit dat hij fotografie slechts als medium gebruikt en zeker geen traditioneel fotograaf is. De tentoonstelling bestaat uit duizenden foto’s die hij vluchtig met zijn telefoon maakte en daardoor heel dagelijks overkomen. In de eerste ruimte hangen de foto’s aan muren die bedekt zijn met interessant ‘middelvingerbehang’ – een arm die voortkomt uit wat lijkt op een embryo, steekt zijn middelvinger op. Weiwei steekt zijn middelvinger op naar China, waar hij 81 dagen in gevangenschap heeft moeten leven, waarschijnlijk omdat hij de censuur tegengaat door openlijk publieke discussies aan te wakkeren. Er is nooit een officiële aanklacht tegen hem ingediend. In deze tentoonstelling ziet het publiek foto’s van zijn leven in China, nadat hij in 2011 uit de gevangenis kwam. Toen hij in 2015 zijn paspoort terugkreeg, is hij naar Berlijn verhuisd en begonnen aan zijn reizen rondom de Middellandse Zee, waar hij vluchtelingen en hun leefomstandigheden heeft vastgelegd.

ai weiwei, safepassage, recensie

Tentoonstelling #SafePassage, Ai Weiwei, Copyright Foam, 2016. Foto: Anne van der Weijden.

Onder toezicht

Nadat Ai Weiwei was vrijgelaten, werd hij onder toezicht geplaatst door de Chinese overheid. Zijn huis werd omringd met beveiligingscamera’s, zodat zij hem altijd in de gaten konden houden. Wanneer hij naar buiten ging, werd hij vaak gevolgd door geheim agenten. Hij maakte er zijn eigen project van om die geheim agenten te ontmaskeren, te volgen en te fotograferen. Vaak bleven de agenten doen alsof zij nergens vanaf wisten, zoals te zien is op de foto’s in de eerste expositieruimte. Soms konden zij echter niet ontkennen dat ze hem aan het volgen waren en gaven zich over aan zijn camera, met de handen op de rug. Alhoewel de foto’s geloofwaardig en authentiek overkomen, blijft het toch de vraag of sommige van de ‘geheim agenten’ dat wel daadwerkelijk waren. De kijker kan namelijk niet altijd meteen het verschil zien tussen eventuele paranoia van de kunstenaar en de werkwijze van de Chinese geheime dienst. De fotoserie toont de zoektocht van de kunstenaar naar de kern en de werkelijkheid van de situatie.

ai weiwei, safepassage, recensie

Stills from WeiweiCam, which is now offline, 2012-2. Copyright Ai Weiwei.

Relevantie

Ai Weiwei is altijd op zoek naar de relevantie van een project. Zonder sociaal maatschappelijke meerwaarde vindt hij kunst nauwelijks de moeite waard, vertelde hij in een interview bij het tv-programma College Tour (september 2016, red.) Zo hangt er in de eerste ruimte van de tentoonstelling een aantal foto’s van Chinese lampionnen, die hij aan de beveiligingscamera’s rondom zijn huis heeft opgehangen. De foto’s tonen alle standpunten van de lampionnen en daarmee maakt Ai Weiwei ze erg belangrijk. Er komt veel nadruk te liggen op de onschuldige rode lampionnen, wat hun overbodigheid des te meer naar voren brengt. De foto’s tonen de prioriteiten van de Chinese overheid. Zij deed ontzettend veel moeite om een kunstenaar te volgen in zijn dagelijks leven, terwijl er zoveel onrecht en problemen in China zijn die veel meer aandacht verdienen.

ai weiwei, safepassage, recensie

Incoming refugee boat, Lesbos, Greece, 17 february 2016. Copyright Ai Weiwei Studio.

Leven, politiek en kunst

Uit het getoonde videomateriaal blijkt dat Ai Weiwei zichzelf als vluchteling uit China ziet. Net als de vluchtelingen uit het Midden-Oosten, kon hij niet langer in zijn land van herkomst blijven. Het heersende systeem kan hem als individu niet waarderen of waarborgen. Een film van een weg in China speelt zich af tegenover een film van hem in een verlaten reddingsboot op de Middellandse Zee, waarin hij de camera filmt die hem aan het filmen is. Hij legt daarmee een direct verband tussen zijn eigen leven en dat van de vluchtelingen. Weiwei’s werk gaat over zijn eigen leven en tegelijkertijd over een wereldlijke kwestie. Hij wil de kijker laten zien dat het dagelijks leven, politiek en kunst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Alhoewel de beelden op zich inmiddels weinig aanstootgevend zijn, komen zijn ideeën goed over.

Sufjan Stevens
Muziek / Concert

Magische show van Sufjan Stevens

recensie: Sufjan Stevens @ Theater Carré, Amsterdam
Sufjan Stevens

Een gewaardeerd artiest op een gewaardeerde plek: Een prima combinatie. Op 23 en 24 september staat Sufjan Stevens met band in het prachtige Carré in Amsterdam, het ideale podium voor de luistermuziek van de Amerikaan. Na de duistere release Carrie & Lowell is het maar afwachten wat de normaal vaak uitbundige Stevens in petto heeft tijdens het eerste concert van de twee.

Wat volgt is een gevarieerde set van hoog niveau. Het publiek wordt meegenomen in de magische wereld van Stevens: langs zijn jeugd met tracks van de laatste plaat zoals ‘Should Have Known Better’ en ‘Carrie & Lowell’ en visuals van beelden uit het verleden, naar galmende vocals die bijna kerks aan doen, inclusief dito gekleurde lichten bij het meeslepende ‘Fourth of July’. Daarnaast blijkt Stevens niet vies te zijn van ietwat kitscherige jaren 80 synths en speelt hij enkele nummers erg ingetogen. Kortom, een bijzondere set met veel variatie.

Volle aandacht

Het is bizar hoe een dergelijke diverse show tegelijkertijd erg sterk kan zijn. Waar andere artiesten live vaak in de knoop komen te zitten wanneer ze nummers verschillend ten gehore willen laten brengen, gaat het Sufjan en zijn muzikanten prima af. Ook wanneer de vocals van Stevens lang niet altijd zuiver zijn. Bij de eerste tracks, het intrigrerende ‘Redford (for Yia-Yia and Pappou)’ en het dromerige ‘Death With Dignity’, lijkt hij er nog even in te moeten komen. Ook ‘Drawn To The Blood’ is net niet zo zuiver als op de plaat. Toch heeft dit wel iets breekbaars en tegelijkertijd menselijks. Het is niet erg vals, maar net even anders dan op Carrie & Lowell. De aanwezigen maakt dit niets uit, zij zijn vanaf de eerste tot de laatste noot compleet stil.

Het eerste deel van de set bestaat voornamelijk uit nieuwe songs. ‘Eugene’ is op de plaat al een ‘klein’ nummer, maar live weten de muzikanten uit Detroit het nog minimaler te brengen. De vertrouwde fragiele stem van Stevens komt hier voor het eerst echt goed naar voren en de lyrics komen keihard binnen: “Now I’m drunk and afraid, wishing the world would go away”. ‘Eugene’ is een mega intense track, waar je wel kippenvel van móet krijgen. Ook wordt het prachtige ‘No Shade In The Shadow Of The Cross’ nog mooier en intiemer gebracht dan via de boxen thuis. Alle ogen en oren (in hoeverre dat kan) zijn gericht op het podium en dat is meer dan logisch en verdiend.

Gedurfde stap

Naast magische, intieme tracks is er ook ruimte voor nieuwe nummers die wat experimenteler worden gebracht. Zo is ‘All Of Me Wants All Of You’ behoorlijk dweperig op de release, live gooit Stevens er een exotisch sausje over met een lekkere eighties outro. Moet je van houden, maar eerlijk is eerlijk: het past wel bij de interessante persoon Sufjan Stevens. Dat hij een typetje is, zien we ook wanneer hij bij het oudere ‘Versuvius’ allerlei handgebaren maakt om diverse lyrics uit te beelden. In combinatie met de spacey visuals op de achtergrond wordt dit een nogal hypnotiserend geheel. Dit geldt ook voor het bombastische einde van het meeslepende ‘Fourth of July’, dat veel magischer wordt uitgevoerd dan het origineel. De echo en de effectjes, de samenzang en de opzwepende outro is bijzonder en ontzettend mooi.

Vanavond is ‘Blue Bucket Of Gold’ het laatste nummer, althans voor de toegift. De uitgebreide en vooral lange instrumentale outro doet wenkbrauwen fronsen. Aan de ene kant omdat het muzikale geweld gewaardeerd wordt en aan de andere kant omdat de chaos van geluid wellicht rommelig overkomt. Één ding is in ieder geval zeker: omdat het niet zo toegankelijk is, is het zeker gedurfd om dit tijdens een concert te doen. Het duurt echter net iets te lang om de interesse en aandacht volledig vast te houden.

Adembenemende toegift

Dit weet Sufjan Stevens met oudere nummers in de encore meer dan goed te maken. ‘To Be Alone With You’ is een pareltje dat niet mag ontbreken aan deze diverse maar bijzondere setlist. De uitvoering ervan is nog beter dan gehoopt: het is intiem, er zit emotie in en belangrijker nog: het komt over tot boven in de zaal. Ook ‘John Wayne Gacy Jr.’ is adembenemend. De songteksten zijn steengoed en van de live-uitvoering word je stil. De avond wordt afgesloten met een langzamere versie van het bekende ‘Chicago’, de perfecte song om deze hele gevarieerde maar onvergetelijke avond in Carré te beëindigen.