Muziek / Album

Meer diepgang in een kleine traditie

recensie: De Kift - 7

Dit keer wond De Kift er geen doekjes om. Toevoeging nummer zeven aan het boeiende oeuvre kon volstaan met een simplistische titel: 7. Toch blijft de vorm net zo belangrijk als de vent, want ook dit keer ziet het geheel er weer schitterend uit. Een postpakketje, klaar om vanuit welk deel van de wereld ook naar elk ander deel van de wereld gestuurd te worden. Na een semi-klassiek uitstapje is De Kift weer terug en daar kun je alleen maar blij om zijn.

~

De Kift is oude punkmuziek in ontwikkeling, vergelijkbaar met The Ex. Maar waar The Ex de muziek van de wereld – specifieker, van Afrika – als inspiratiebron opzoekt, grijpt De Kift al jaren naar de literatuur van Duitse en Russische schrijvers, bijvoorbeeld van de Duitse auteur Wolfgang Borchert. Voor 7 dook zanger en voorman Ferry Heijne in de boeken van enkele Russische dichters, met een bescheiden hoofdrol voor Alexander Poesjkin. Vertalingen en interpretaties vormen de basis voor de teksten van de vijftien nummers op de cd. Herkenbaar, maar toch interessant.

Dit keer gaan de teksten dus dieper en is het moeilijker te bevatten wat het hoofdthema van dit album is. De ellende wordt met mooie woorden en zinnen bezongen, net als de armoe, de invloed van alcohol, het dolende bestaan en het vertrouwde van thuis. De personen die in de teksten naar voren komen zijn op zoek naar richting, de juiste weg of de verwezenlijking van een droom. Net als de dichters op wiens werk dit album is gebaseerd, want dromers, denkers en piekeraars waren het. Stuurloos ook.

Coherent

~

Toch is dit een mooi, coherent album, vol met het geluid dat al jaren te horen is van dit collectief rondom de familie Heijne. In de muziek is veel ruimte voor de bas, de blazers. De bezwerende stem van Heyne klinkt prominent op de voorgrond. 7 is beter te slikken dan voorganger Vier voor Vier, duidelijker te plaatsen dan Vlaskoorts, maar niet zo boeiend als Koper, een bloemlezing van de voorafgaande cd’s. Want daar werden de achterliggende verhalen – bijvoorbeeld de overwintering van Willem Barentsz, verteld op Gaaphonger – schitterend gecombineerd met de Kifts karakteristieke muziek.

Vorstin

Koper bood het beste van twee kanten. Het had een voor de geest tastbare onderwerp – de vorstin – waardoor de luisteraar de verschillende verhalen aan elkaar kon koppelen, wat een muziekstuk met tekst ietwat begrijpelijker maakt. Bij het luisteren van 7 moet de lui geworden luisteraar beter opletten. Maar zeg zelf, het getuigt van klasse als een band met hun zevende plaat nog altijd de luisteraar bij de les kan houden. Applaus.

Muziek / Achtergrond
special: Wauw! Wat is dit?

Eurosonic 2007

.

Fotograaf: Marius Kluin
Fotograaf: Marius Kluin

Op een vooruitstrevend festival als Eurosonic is iedere muziekliefhebber natuurlijk op zoek naar zijn eigen ‘Wauw! Wat is dit?!’ ervaring. Gelukkig zat het daarmee dit jaar wel goed. Eurosonic 2007 zat vol spannende verrassingen. Ieder jaar krijgt een Europees land extra aandacht in het programma. Dit jaar was dat Italië. Niet bepaald een land met een al te beste popreputatie, behalve als je Italo Disco het einde vindt natuurlijk. Maar in Groningen was te zien dat het bepaald niet achter loopt als het gaat om toffe popmuziek. Binnen het Italiaanse aanbod op Eurosonic zijn de Hormonauts de meest feestelijke band. Ze zwepen een volle popzaal Vera op met stoere rockabilly, punk en ska. Leuke bijkomstigheid van Italiaanse feestbands als de Hormonauts is dat ze er geweldig uitzien: kekke rock ’n roll pakjes en dito instrumenten. Het geheime wapen van deze band is bassist Sasso Battaglia die zijn contrabas kan laten ronken als een motor. Stoer!

Britsound

Stoer, maar dan op een ‘straatschoffie’ manier, zijn ook de Britten, die sinds jaren niet meer weg te denken zijn uit Groningen tijdens Eurosonic. Bromheads Jacket stond al een paar keer eerder dit jaar in Nederland bij vergelijkbare trendsettende popfestivals zoals London Calling en Metropolis. Hun rockmuziek is een geslaagde mix van Arctic Monkeys en The Streets. De ultieme hedendaagse Britsound. Bromheads Jacket is live echter nog een stuk toegankelijker dan de meeste van hun landgenoten. Zanger Tim wil vooral je maat zijn en betrekt je het liefst persoonlijk in zijn show.

Fotograaf: Douwe Oppewal
Fotograaf: Douwe Oppewal

De grootste ontdekking uit Engeland heet Hot Club de Paris! Drie jonge kereltjes maken van staccato drums en knappe, tegendraadse gitaarritmes razend interessante en vrolijke popliedjes, voorzien van close harmony zang in een vet Brits accent. Het wordt allemaal superstrak gebracht en het speelplezier spettert er vanaf. Dus aan alle popzalen van Nederland: boek ze!

Engelen uit de pophemel

Het andere hoogtepunt van dit festival komt uit het eveneens immer goed vertegenwoordigde Scandinavië. Dames en heren, mag ik uw aandacht voor Oh No Ono uit Denemarken! Voer voor oren én ogen! Een drummer en een toetsenist, met een batterij aan apparatuur alsof het een stadionact betreft, daar valt nog wel aan te wennen. Maar de drie zangers met hun gitaren op de voorgrond zijn engelen; regelrecht uit de pophemel neergedaald en per ongeluk in Groningen beland. Op hun identieke jongenskoppies een wolk van blonde krullen. Een drieling? Niet volgens hun achternamen. Ongelooflijk, zelfs hun stemmen klinken identiek: helder, hoog en soms niet te onderscheiden van de hoge uithalen van hun elektrische gitaar. Hun muziek valt met weinig te vergelijken. Oké, er zitten flarden van jaren ’80 pop in verwerkt: de gekte van Devo en swingende synths zoals die van Duran Duran. De gitaren klinken funky en alles, inclusief die onwerkelijk hoge ‘elektrische’ zang, vult elkaar ritmisch perfect aan. Het is dan ook goed dansen op Oh No Ono en het optreden roept herinneringen op aan het geweldige optreden van het muzikaal verwante Clor, dat vorig jaar op Eurosonic stond. De Denen zijn alleen nog meer bizar.

~

De vele podia in Groningen zijn niet alleen ’s avonds open voor publiek. Overdag zijn er akoestische sessies in de Plato cd-winkel. Een van de mooiste komt van Tunng. Ze maken ingetogen folk met electro-beats en samples. Het klinkt in de praktijk als een perfecte kruising tussen Simon & Garfunkel en Four Tet. Tijdens de sessie in de winkel is het electro-element wat afgezwakt waardoor het nu vooral als folk van de oude stempel klinkt. Niet minder prachtig, maar zonder die duidelijke beat is de muziek toch wat minder intens.

Grunn’Sonic

Ook Nederland zelf was goed vertegenwoordigd op het festival met bands als zZz, About en Feverdream. Er was zelfs een subfestivalletje binnen Eurosonic: Grunn’Sonic. Groningse bands dus. Het gemiddelde niet-Groningse festival publiek loopt daar het liefst met een grote boog omheen, rechtstreeks naar die hotshots uit Londen. Maar dan hebben ze toch mooi een band als Them Apples gemist, een feestelijk funky trio dat er menig Eurosonic wannabe met gemak uitspeelt. Met een verfrissende nonchalance gaan ze in kroeg De Koster helemaal los op bas, gitaar en drums. Wat een stelletje virtuoze funkrockers zijn dit! Ze lopen er gelukkig niet mee te pronken, de nadruk ligt op het feestje en pret maken. Maar toch, moge dit stelletje ongeregeld de kroeg snel inwisselen voor grote podia met een vette lichtshow!

Volgend jaar op Eurosonic graag weer zoveel ‘Wauw! Wat is dit?!’-ervaringen alstublieft!

Boeken / Fictie

Daadkracht gewenst

recensie: Janneke Jonkman - Verboden te twijfelen

Janneke Jonkman vertelde onlangs in een interview met 8WEEKLY dat echte liefde behoorlijk lastig is. “Ieder mens wordt beperkt door een soort onvermogen volledig lief te hebben, meestal doordat we ergens in onze jeugd hebben geleerd dat dit niet wenselijk is. We proberen onszelf te beschermen tegen nieuwe teleurstellingen.” Ook in haar nieuwe roman, Verboden te twijfelen, is dit een van de belangrijkste thema’s.

Het begint met twee zielen die zo aan elkaar verwant zijn, dat ze een eenheid vormen. Ze spreken af dat ze elkaar, wanneer ze eenmaal geboren zijn, zullen zoeken en ook op aarde samen zullen leven. Dat loopt anders dan ze beiden hadden gedacht. De significante ander blijkt behoorlijk significant, maar blijft toch een ander en vaak ook onbereikbaar, vooral tot teleurstelling van Lotus, de vrouwelijke helft.

Foto: Anne Timmer
Foto: Anne Timmer

Verboden te twijfelen is een dromerig boek, vol interessante maar licht verteerbare filosofische vragen en aannames. Onder de zon van een Spaans eiland vult Lotus haar dagen met sporadische taallessen en twijfelen en peinzen over hoe dingen zijn en hadden kunnen zijn. Haar onbereikbare wederhelft Jonathan kookt dag en nacht in een restaurant en schenkt elke maandag zijn dochtertje zijn volledige aandacht. Hij is niet zo filosofisch ingesteld. Hij vlucht in zijn werk en leeft naar zijn adagium ‘wat leeg is moet gevuld worden’, wat slaat op magen, vrije uurtjes en een leeg hart in zijn eigen borstkas.

Lotus daarentegen doet nauwelijks iets anders dan mijmeren en plannen maken, om vervolgens geen van die plannen te verwezenlijken. Ze neemt haar leven bloedserieus en denkt alleen aan acties en consequenties, zonder ook maar iets ten uitvoer te brengen. Het lijkt erop dat ze zo licht mogelijk wil leven, zo weinig mogelijk met deze wereld te maken wil hebben.

Slag om de arm

Voor mensen die graag concrete stappen zetten is Lotus’ onvermogen bij vlagen ergerlijk. Gaandeweg het boek neemt de besluiteloosheid zo de overhand, dat ze een eendimensionaal personage wordt, ondanks alle wijze inzichten. Verboden te twijfelen bevat geen echte besluiten en daardoor willoze personages die maar een beetje rondzweven.

Verboden te twijfelenclass=”titel”> is héél licht, misschien wel te licht. Het thema van de significante ander die onbereikbaar blijkt te zijn door eigen twijfels en angsten, is tot in de finesses uitgewerkt. Maar tegelijk mist het boek de ‘ze-krijgen-elkaar-toch-niet’-tragiek. Hun aantrekken en afstoten wekt geen sympathie, eerder wrevel. De daden van Lotus en Jonathan zijn te vaag omlijnd, net als de consequenties die deze oproepen. Enige grip op de werkelijkheid lijkt onmogelijk, omdat Jonkman de lezers geen houvast gunt. Het derde deel van de roman begint bijvoorbeeld met de aankondiging Waarin Lotus en Jonathan ontdekken dat omstandigheden niet allesbepalend zijn, tenzij je ze dat laat worden. Aannames zoals deze zijn geen aannames. Overal zit een maar, een tenzij, een als aan vast.

Steeds die slag om de arm, het vermijden van actie of reactie, maakt van Verboden te twijfelen een boek met mooie thematiek, maar met te weinig gewicht om echt iets achter te laten. Een roman over aarzelingen kan heel mooi zijn, maar wanneer de titel het enige daadkrachtige element is, schiet het boek zijn doel voorbij.

Film / Films

Sandalen in de sneeuw

recensie: Indigènes

Het is 1943, de Tweede Wereldoorlog is in volle gang. Grote groepen mannen uit Franse koloniën zoals Algerije en Marokko worden gerekruteerd als soldaten om het ‘moederland’ tegen de nazi’s te beschermen. Gelokt door geld of de droom van erkenning en heldendom vertrekken deze indigènes (inboorlingen) naar Frankrijk, waar hen een ontgoochelend lot wacht.

~

Na de vele films over de Tweede Wereldoorlog die uit zijn gekomen, is dit er een die een minder bekend stuk uit de Franse geschiedenis laat zien, en het is zeker geen hoofdstuk om trots op te zijn. De openingsscène doet denken aan het begin van Saving Private Ryan, zonder de al te bloederige details maar met een vergelijkbare krachtige impact. Hiermee lijkt de toon gezet voor een film over de afslachting van duizenden Afrikaanse mannen die de gevaarlijkste vuurlinies in werden gestuurd. De film gaat echter over meer dan dat. Na hun eerste overwinning in Afrika worden de soldaten verscheept naar Italië, waar zij de nazi’s terug moeten dringen. Op het schip wordt al snel de gespannen verhoudingen duidelijk: Franse soldaten hebben wel recht op tomaten, de pieds noirs niet. Een rel breekt uit en er wordt besloten dat voortaan alle soldaten recht hebben op tomaten. Dus toch gelijkheid? Helaas niet.

Schaamteloos misbruikt

Naarmate de strijd tegen de nazi’s vordert en de soldaten in Frankrijk aankomen, wordt steeds duidelijker dat de buitenlandse soldaten schaamteloos misbruikt worden. Ze ontvangen geen lof voor hun daden, kunnen niet promoveren en worden steeds bij de gevaarlijkste kansloze missies ingezet. Daarnaast moeten zij toezien hoe alle andere soldaten hun welverdiende verlof krijgen, terwijl zij eindeloos door moeten strijden. Als de winter nadert en de aan de woestijn gewende soldaten met hun sandalen moedeloos door de sneeuw sjokken komen de verhoudingen steeds meer onder druk te staan. Dit komt het beste naar voren in de relatie tussen Abdelkader, die korporaal is en verlangt naar promotie en erkenning, en de Sergeant van de pieds noirs, Roger Martinez. Terwijl Abdelkader probeert meer rechten voor de mannen te krijgen, probeert Martinez ze juist onder de duim te houden. Hun grootste pion is Saïd, die met zijn dienstbare houding acceptatie probeert te verkrijgen van zijn sergeant. De constante machtsworsteling zorgt voor een groeiende onrust onder de mannen.

~

Indigènes is een film met een rustig tempo, en heeft juist hierdoor een heftige werking op de toeschouwer. Elke kogel die wordt afgevuurd snijdt door de stilte en doet je opschrikken in je stoel. Het onrecht dat de hele film door plaatsvindt, is nergens gemikt op goedkoop sentiment, maar is oprecht aangrijpend. Normaal zou de toewijding die de mannen tot het einde houden ongeloofwaardig zijn, maar op de een of andere manier is het verlangen naar erkenning in deze film zo sterk verbeeld dat je bereid bent om het te geloven. Hoewel het einde van de film, waarin de Noord-Afrikaanse soldaten, zwaar in de minderheid, een klein dorp in de Elzas moeten verdedigen, veel wegheeft van scènes uit Saving Private Ryan, is de boodschap die uit deze veldslag komt van een heel andere aard. In een tijd waarin de moslimcultuur zwaar onder vuur ligt, is het goed om herinnerd te worden aan de manier waarop westerse landen zoals Frankrijk zijn omgegaan met moslims, die in dit geval hun ‘moederland’ dienden tot in de dood en er tot op de dag van vandaag geen erkenning voor hebben gekregen.

Boeken

Zachte sneeuw op vergeten stoppels

recensie: Andrei Tarkovski - De verzegelde tijd: beschouwingen over de filmkunst

De Russische regisseur Andrei Tarkovski (1932-1986) is niet alleen één van de belangrijkste filmmakers uit de geschiedenis van de filmkunst, hij is ook één van de minst begrepen kunstenaars van de twintigste eeuw. In De verzegelde tijd (1977) probeert de regisseur iets van het onbegrip weg te nemen door zijn artistieke uitgangspunten op schrift te stellen. Tien jaar nadat het boek voor het eerst in Nederland werd uitgegeven, is de Historische Uitgeverij toe aan het uitbrengen van de derde druk.

In de inleiding van De verzegelde tijd citeert de regisseur enkele brieven die hij van zijn kijkers ontving. Een vrouw uit Leningrad schrijft: “Ik heb uw film De Spiegel gezien. Ik ben tot het einde blijven zitten, hoewel ik al na een half uur hoofdpijn kreeg van mijn pogingen om iets van en film of van de samenhang tussen de personages, de gebeurtenissen en de herinneringen te begrijpen.” Een man uit Kalinin dacht er niet veel anders over: “Kameraad regisseur, u hebt de film toch zelf ook gezien? Zo’n film is niet normaal, ik wens u veel succes, maar dit soort films hoeven niet van mij.”

Still uit <i>Andrej Roebljov</i>
Still uit Andrej Roebljov

Ook de Sovjetautoriteiten hebben moeite met het werk van Tarkovski. Zijn speelfilmdebuut De jeugd van Ivan (1962) wordt verkozen tot ‘de beste Russische film’, Andrej Roebljov (1966) moet het land uitgesmokkeld worden omdat de regering Tarkovski’s kritiek op het gebrek aan artistieke vrijheid niet accepteert. Nadat in 1979 zijn nieuwste film Stalker ook wordt verboden, verlaat Tarkovski woedend het land. Zijn laatste films neemt hij, buiten bereik van de Russische censuur, op in Italië en Zweden. Dankzij de vermeende onbegrijpelijkheid van zijn werk zal hij, ondanks zijn groeiende reputatie, nooit echt een groot publiek aanspreken met zijn films.

Poëtisch zelfonderzoek

Zowel zijn reputatie als zijn gebrek aan kassucces dankt Tarkovski aan zijn compromisloze werkwijze. De betekenissen van zijn films zijn niet eenduidig, hij negeert alle conventies van een traditionele plotontwikkeling, weigert causale verbanden in zijn verhaalstructuur aan te brengen en brengt geen helder onderscheid aan tussen verschillende tijden en ruimtes: dromen, herinneringen en de realiteit zijn niet duidelijk van elkaar te onderscheiden. Ook de pogingen van filmkijkers om zijn werk op een symbolisch of allegorisch niveau te lezen stranden smartelijk wanneer Tarkovski onthult dat hij helemaal geen dubbele bodems in zijn werk heeft aangebracht. In De verzegelde tijd laat Tarkovski zien hoe zijn films wèl begrepen zouden moeten worden: in zijn werk probeert hij het leven te begrijpen door er op een poëtische wijze naar te kijken. Hij laat zich hierbij inspireren door de haiku’s van de Japanse dichter Basho:

De oude vijver
Er springt een kikker in:
Geluid van water.

Voor het dak was riet gekapt
Op de vergeten stoppels
Valt zachte sneeuw.

Vanwaar de loomheid?

Amper wakker vanochtend
Lenteregen ruist.

In sobere bewoordingen probeert de dichter zijn lezers ontvankelijk te maken voor de poëzie van het dagelijks leven. Andrei Tarkovski kijkt met een vergelijkbare poëtische blik naar zijn eigen leven. Zijn herinneringen, zijn dromen en zijn gedachten zijn de inspiratiebronnen waaruit hij hierbij put.

Witte bloemen

Still uit <i>Het offer</i>
Still uit Het offer

In De spiegel toont Tarkovski in een dromerige weemoedige sfeer de emotionele en spirituele band die hij voelt met het huis, de omgeving en de natuur uit zijn kindertijd. Om zijn publiek ervan te overtuigen dat binnen de decors een menselijke ziel huist, laat Tarkovski op de fundamenten van zijn ouderlijk huis een nieuw huis bouwen. Wanneer hij zijn moeder uitnodigt om het resultaat te komen bekijken ziet hij haar door het huis lopen alsof de tijd heeft stilgestaan. Tarkovski probeert zijn crew gevoelig te maken voor de ziel van het huis en de omgeving door met hen naar het geluid van de regen op het dak te luisteren; ’s ochtends neemt hij hen mee naar het bos om te laten zien hoe de eerste zonnestralen door de bladeren van de bomen vallen. Tarkovski gaat zelfs zover om de witte bloemenzee die hij zich uit zijn jeugd herinnert te reconstrueren door in de tuin en in de velden rond het huis de zaden van witte bloemen in te zaaien.

De verzegelde tijd is, naast de zeven films, eigenlijk de achtste parel uit het oeuvre van Tarkovski. Het boek helpt zijn films te begrijpen zoals ze zijn bedoeld: als visuele poëzie waarin de regisseur de zin van het leven onderzoekt. Het is te hopen dat het boek er toe zal bijdragen dat er meer mensen op zijn films mogen reageren zoals een vrouw uit Gorki die hem schreef:

Ik ben dankbaar voor De Spiegel. Ik heb precies zo’n jeugd gehad. Hoe kon u dan nu weten? Precies dezelfde wind als toen, hetzelfde onweer. “Galja, jaag die kat weg!”, riep mijn grootmoeder. In de kamer was het donker. Ook de petroleumlamp doofde toen precies zo. En mijn ziel was vervuld van het wachten op mijn moeder. Hoe mooi toont u film het ontluiken van het kinderlijke bewustzijn! Mijn God, hoe werkelijk, hoe waar is dit alles. Wij kennen het gezicht van onze moeders inderdaad niet. Weet u, toen ik in die donkere zaal naar het doek keek, dat door u talent werd verlicht, voelde ik voor het eerst in mijn leven dat ik niet alleen was.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: Het Zuiden / The Fast and the Furious 3 / Queens / Miami Vice

.

Het Zuiden
(Martin Koolhoven, 2004 • De Filmfreak)

In vergelijking met Koolhovens recente luchtige films Het Schnitzelparadijs en ’n Beetje Verliefd is Het Zuiden zeer somber en naargeestig. Martje (Gouden Kalf-winnares Monic Hendrickx) is een sympathieke wasserij eigenaresse, die op handen wordt gedragen door haar hechte club vrouwelijke werknemers. Op een dag wordt Loe (Frank Lammers) aangenomen als de nieuwe chauffeur en de vlam tussen hem en Martje slaat meteen over. Op een dag loopt een vrijpartij uit op een ruzie en de vrouwen van de wasserij trekken al gauw de verkeerde conclusie. Loe wordt opgesloten in het ketelhok.

~

Het Zuidenis verre van realistisch: de trouw van Martjes werknemers gaat wel erg ver en de vreemde beslissingen die Martje neemt worden nergens echt verantwoord. We kunnen alleen maar aannemen dat er een diep trauma in haar schuilt. Ondanks dit alles weet ze sympathie op te wekken terwijl ze steeds meer haar grip op de realiteit verliest. De personages in deze film zijn sterk neergezet, hoewel het acteerwerk niet altijd even sterk is. Een ontroerende en frustrerende schets van de imperfectie van menselijkheid.

De dvd bevat ook een vroege film van Koolhoven, Duister licht uit 1997. Dit verhaal over een jonge inbreker die wordt betrapt door een zwaar religieuze boerin en door haar gevangen wordt gehouden bevat een absurde sfeer die doet denken aan Amnesia. De twee onbekende acteurs weten overtuigend een bijzondere relatie te creëren waarin de sympathie voor de personages langzaam verschuift naarmate het verhaal vordert. (Anouk Werensteijn)

The Fast and the Furious: Tokyo Drift
(Justin Lin, 2006 • Universal)

Mooie auto’s, mooie vrouwen, mooie mannen en nog veel meer mooie auto’s. Veel meer diepgang heeft de Fast and the Furious-filmreeks nooit geboden. Met het derde deel, Tokyo Drift, is geen verandering aangebracht in deze formule. Dit deel blinkt dan ook zeker niet uit in originaliteit, het verhaal komt op hetzelfde neer: jonge man moet zichzelf bewijzen in een omgeving waar hij eigenlijk niet thuis hoort. In Tokyo Drift is dat Sean (Lucas Black uit Friday Night Lights), die om een gevangenisstraf voor straatracen te ontlopen naar zijn strenge vader in Tokio vertrekt. Daar kruipt het bloed waar het niet gaan kan, en al snel is Sean weer te vinden in de wereld van flink gepimpte auto’s. Deze keer is het vooral nodig om de auto’s te laten ‘driften’ (het op hoge snelheid in overstuur dwars door de bochten vliegen).

~

Het veranderen van de setting van Amerika naar Japan was wel een slimme zet van de makers, want die saaie Paul Walker (de hoofdrolspeler in de eerste twee delen) was iedereen wel zat. Bovendien spreekt Tokio als wereldstad tot de verbeelding van het beoogde publiek. Maar een goede film is het niet en dit is iets wat je echt alleen moet gaan zien als je van genoemde mooie dingen houdt. Let ook nog even op een cameo van Vin Diesel, de ster uit de eerste film.

De extra’s zijn best aardig, met vooral veel uitleg over het driften en de auto’s die in de film gebruikt worden. ‘Drift School’ werpt een blik achter de schermen en laat de acteurs zien die het driften onder de knie moeten krijgen. Verder zijn er nog elf – merendeel terecht – verwijderde scènes en wat geouwehoer over hoe tof het wel niet was te werken in Tokio, ondanks de heimwee. Het commentaar van regisseur Justin Lin is onderhoudend, maar alleen leuk als je het aandurft om nog een keer de hele film te moeten doorstaan. (Nora Sinnema)

Queens (Reinas)
(Manuel Gómez Pereira, 2005 • A-Film)

Uit de vrolijke regenboogkleurtjes en optimistische muziek in de intro is het gelijk op te maken: Queens is een suikerzoete komedie. Zes jonge homo’s, vijf moeders en een aanstaande massabruiloft voor homoseksuelen. Dat zijn de ingrediënten van 105 minuten hilariteit en liefdesproblemen. Het is de bekende we-zijn-allemaal-met-elkaar-verbondenformule – iedereen heeft een connectie of komt elkaar toevallig tegen.

~

Alle hoofdpersonen kampen natuurlijk met een moeizame relatie, waarvoor een oplossing moet worden gezocht naarmate de film vordert. De verplichte verwikkelingen zijn mijlenver aan te zien komen en het verhaaltje kabbelt langzaam voort naar het onvermijdelijke happy ending. De film zit vol met verwijzingen naar Almodóvar. Zo maakt de regisseur gebruik van Spaanse iconen en muzen van Almodóvar, zoals Carmen Maura en Marisa Paredes (Todo sobre mi madre). Ook zijn er tal van tekstuele verwijzingen en het gebruik van Almodóvar-achtige tijdslijnen (3 uur later…) en thematiek (moederlijke liefde).

Het lijkt er dus op dat Pereira een hommage aan de regisseur wilde tonen, maar het resultaat is meer een slappe imitatie dan een ode. Toch valt er af en toe wat te lachen, maar echt grappig wordt de film nergens. Ondanks de redelijk originele keuze van een same-sex-komedie stijgt de film niet uit boven een gemiddelde romcom. Queens is daarom een aardig tussendoortje, maar meer ook niet. (Anouk Werensteijn)

Miami Vice
(Michael Mann, 2006 • Universal)

Manns overgewaardeerde update van de door hem geproduceerde jaren tachtig-serie bewijst in feite één ding: hij verfilmt pulp net iets beter dan de gemiddelde regisseur. Zijn befaamde oppervlaktestijl komt goed tot uiting in een handvol schitterende nachtopnames waar hij met kleur en licht speelt. De film bevat ook meer schokkerige opnames met handgedragen camera dan we van de regisseur gewend zijn.

~

Een paar puike actiescènes in deze vlottere stijl verhullen niet dat Miami Vice verder derderangs materiaal is: een graatmager standaardplotje over een drugdeal, met een volstrekt ongeloofwaardige romance tussen Sonny (een loensende en grommende Colin Farrell) en een gangsterdame die volkomen ongepast door de Chinese diva Li Gong gespeeld wordt. Mann waant zich hier David Mamet en laat zijn acteurs abstracte one-liners uitspuwen (“Probability is like gravity. You can’t negotiate with gravity.“), waardoor de hoofdrolspelers karikaturen worden. Gong is het Engels nauwelijks machtig, wat nog meer absurd kunstmatige dialogen oplevert. De dvd bevat twee uitstekende kijkjes achter de schermen. (Paul Caspers)

Film / Films

Groteske komedie

recensie: Dumplings (Gaau ji)

Afgezien van wat festivalvertoningen is Fruit Chans gruwelijke ‘komedie’ Dumplings (2004) bij ons nooit in de bioscoop verschenen. Jammer, maar wellicht trekt deze kale dvd-uitgave nog wat kijkers.

~

Dumplings speelt zich af in een sloppenwijk in Hongkong, waar Mei, een jonge immigrante uit China, speciale knoedels kookt en serveert voor rijke klanten. Het voedsel heeft namelijk een onverklaarbaar verjongingseffect, en daar hongert de upper class van Hongkong naar. Een van haar klanten is een voormalige steractrice, die zo haar overspelige man terug probeert te winnen. Al gauw blijkt dat Mei’s geheime ingrediënt uit Chinese abortusklinieken komt, en werkt de film toe naar een afschuwelijke climax.

Camerawerk

Het is niet zo moeilijk om uit dit verhaal een radicale maatschappijkritiek te destilleren over klassenverschillen en de bestiale aard van de Chinezen (inclusief die uit Hongkong), maar daarmee doe je afbreuk aan het sardonische genoegen waarmee Fruit Chan de film als een groteske komedie presenteert. Niet dat er direct veel te lachen valt, maar Chan maakt het weerzinwekkende met verve pervers grappig. Dit werkt volledig overtuigend, ook dankzij schitterend decordesign en sfeerversterkend camerawerk van Christopher Doyle. Mei wordt bovendien uitstekend geacteerd door Ling Bai (uit het Richard Gere-vehikel Red Corner).

Genre

~

Fruit Chan is een van de weinige creatieve filmauteurs die nog werkzaam zijn in de voormalige kolonie. Zijn films zijn vaak in Rotterdam vertoond, maar hij heeft nooit voet aan de grond gekregen bij een groter publiek, wellicht omdat zijn provocerende en vaak bizarre maatschappijcommentaar te ontoegankelijk is. Dumplings is dat niet. Deze film werkt namelijk niet alleen als maatschappijkritisch statement en komedie maar ook als horror. Reden voor de distributeur de film onder het genrelabel ‘Asiamania’ uit te brengen, waarmee dit direct de beste film uit de catalogus van dit label is.

Dumplings is in kortere versie en met een ander slot ook beschikbaar op de onlangs op hetzelfde label verschenen dvd Three… Extremes, de tweede reeks van drie korte Aziatische griezelfilms (Three verscheen in 2005 op dvd). Dumplings is echter duidelijk de enige van dat drietal die tot een volwaardige film had kunnen worden: Takashi Miike’s fraaie fabel Box en Chan-wook Parks typisch sadistische stijloefening Cuts zijn veel beperkter. Geen van beide uitgaves bevat extra’s.

Film / Films

Alledaags portret

recensie: Bobby

Het is 1968. Het is vijf jaar geleden dat John F. Kennedy is neergeschoten, en nog maar een paar maanden na de moord op Dr. Martin Luther King Jr. Maar Amerika heeft weer wat hoop. Senator Robert F. Kennedy, de broer van JFK, is hard op weg om zijn oproep een eind te maken aan de zinloze oorlog in Vietnam werkelijkheid te laten worden. Het presidentschap lijkt de mateloos populaire politicus niet meer te kunnen ontgaan, totdat het noodlot opnieuw toeslaat, en Kennedy wordt neergeschoten in de keuken van het Ambassador Hotel in Los Angeles. Nergens een biopic, maar een fictioneel portret van de levens van meer dan twintig mensen die in of rondom het hotel aanwezig waren, is Bobby een wisselvallige weergave van de turbulente sixties, die ondanks incidenteel Oscarwaardig acteurswerk te afhankelijk is van Kennedy’s charisma.

De overduidelijke passie van regisseur Emilio Estevez voor Robert F. Kennedy komt naar voren in al het archiefmateriaal waarvan hij gebruik maakt. Delen van speeches zijn op de radio te horen, fragmenten van Kennedy zijn op televisietoestellen te zien. Uit ieder fragment blijkt dat Estevez een film heeft gemaakt waar hij zijn hart en ziel in gestoken heeft. De regisseur kiest er voor om Kennedy niet door een acteur te laten spelen, maar het bij het archiefmateriaal te laten. Estevez’ insteek is de locatie waar Kennedy wordt neergeschoten, het Ambassador Hotel in Los Angeles. We volgen meer dan twintig personages en hun alledaagse, menselijke handelingen in en rondom het hotel tijdens de aanloop naar de noodlottige gebeurtenis.

Een gepeperde cast

~

De hoofdrollen, voor zover er hiervan nog sprake kan zijn, worden vertolkt door een gepeperde sterrencast, met namen als Sharon Stone, Demi Moore, Anthony Hopkins, Laurence Fishburne, Helen Hunt, Christian Slater, Lindsay Lohan en Martin Sheen, de vader van de regisseur en destijds een groot fan van Bobby Kennedy. Sommige verhaallijnen zijn overbodig, sommige zijn noemenswaardig. Hetzelfde geldt voor de vertolkingen: sommige zijn voorspelbaar en eendimensionaal (wanneer kiest Martin Sheen toch eens een keer voor een rol met wat meer inhoud?), andere zijn meer dan uitstekend.

De verhalen zijn simpel gehouden, waarschijnlijk om de impact van de slotscène te vergroten. Een goed voorbeeld is die waarin Sharon Stone schittert als Miriam Ebbers. Miriam is als schoonheidsspecialiste verbonden aan het hotel, en is getrouwd met personeelsmanager Paul Ebbers (William H. Macy). Paul scharrelt wat met een jong ding van de telefoonafdeling (Heather Graham), Miriam komt hierachter, confronteert haar echtgenoot hiermee, maar valt in zijn armen als ze getuige is van de schietpartij in de keuken van het hotel. In andere verhaallijnen is Demi Moore een aan alcohol verslaafde zangeres, houdt een inspirerende Laurence Fishburne een met Mexicanen gevulde keuken de hand boven het hoofd, is Anthony Hopkins een soort schakende verpersoonlijking van het hotel en trouwt Lindsay Lohan met Elijah Wood om hem uit het leger te houden.

Oscarwaardige Moore en Stone

Het zou nauwelijks tot verbazing moeten leiden als of Demi Moore of Sharon Stone in aanmerking komt voor een Oscar als beste actrice in een bijrol. Het is een feest voor iedere filmliefhebber om deze twee diva’s samen te zien in een scène waarbij Stone, die zelf net gehoord heeft dat haar man ze liever twintig jaar jonger heeft, luistert naar een biechtende Moore, terwijl ze haar kapsel voor die avond verzorgt. Christian Slater heeft een ouderwets vuile kop tijdens zijn terroriseermanagement van de hotelkeuken, en Fishburne laat zien dat hij meer kan dan om kogels heen vliegen. Aan de andere kant is Elijah Wood nietszeggend, is Martin Sheens personage zo plat als een dubbeltje en is Ashton Kutcher als lokale drugsleverancier niet grappig maar irritant.

Charismatische Kennedy

~

Dit is niet alleen maar de schuld van deze acteurs. Ongeveer de helft van de personages is feitelijk overbodig: de personages zijn niet interessant uitgewerkt door een gebrek aan ontwikkeling in hun verhaallijn, door een haperende dialoog of door een ondermaatse vertolking. In meer algemene zin is het de vraag of Estevez’ keuze om het tijdsbeeld uit te drukken door de levens van alledag te laten zien wel een verstandige keuze is geweest. De soapy levens van de mensen in het hotel zijn na tachtig minuten eigenlijk niet zo vreselijk interessant, zelfs met het noodlot op de loer. Zo bekeken is Bobby een beetje een minutenvuller, waarin een aantal geweldige vertolkingen helpt het wachten op een hartverscheurende apotheose te verzachten.

Het is in onze tijd onvermijdelijk om een film over een politicus niet te verbinden met de situatie waarin de Westerse wereld in het algemeen en de Verenigde Staten in het bijzonder verkeert. Estevez houdt geen terechtwijzend vingertje omhoog, maar kiest voor een meer emotionele aanpak en overdondert de kijker met zijn archiefmateriaal. Het is eigenlijk onmogelijk niet ontroerd te raken door alle speeches en beelden van Bobby Kennedy. Zijn opmerkingen over de oorlog in Vietnam geven aan hoe weinig er toch veranderd is de afgelopen dertig jaar, maar dit valt in het niet in vergelijking tot Kennedy’s contact met alle mensen die hij tegenkomt. Zijn combinatie van intelligentie en een warme belangstelling spettert van het scherm af in het archiefmateriaal, en leiden tot een droef gevoel van weemoed, niet in de laatste plaats met het noodlot in het achterhoofd dat het leven voor opnieuw een Kennedy in petto heeft.

Dat een film over een dramatisch dieptepunt in de geschiedenis van een land niet automatisch een dramatisch hoogtepunt hoeft te zijn wordt door Bobby bewezen. Hoewel zeker niet slecht, is de film te afhankelijk van Robert F. Kennedy’s charisma en de wetenschap dat hij zijn sociaal genie met de dood heeft moeten bekopen.

Film / Films

De flauwiteiten van een schetenlatende, worstelende monnik

recensie: Nacho Libre

Aanvankelijk stond Nacho Libre medio 2006 gepland, maar nu is hij dan eindelijk in de Nederlandse bioscoop te zien. Hoofdrolspeler Jack Black heeft een druk jaar achter de rug. Naast deze film speelde hij ook al in The Holiday en Tenacious D in: The Pick of Destiny. Hoewel komedie een goedpassend kostuum is voor Jack Black, lijkt het worstelpak hem toch minder goed te passen.

~

Black speelt Ignacio, de mislukte kok van een Mexicaans klooster dat onderdak geeft aan weeskinderen. Het is van kinds af aan al zijn droom geweest om luchador (worstelaar) te worden. Wanneer hij in de stad een poster ziet hangen voor een wedstrijd voor amateurs ziet hij een manier om geld in te zamelen voor beter eten in het klooster én de mogelijkheid zijn droom te verwezenlijken. Hij slaat de handen ineen met een hongerige zwerver en er is een team geboren. Als Nacho Libre en Esqueleto duiken zij de vreemde en karikaturale wereld van het Mexicaanse worstelen in.

Geforceerde flauwigheid

Hoewel het uitgangspunt van de film veelbelovend is, wordt de film nergens écht leuk. De film heeft zijn lachwekkende absurditeiten, maar er is vooral veel flauwiteit waardoor het niet veel verder dan een grijns of glimlach komt. Maar wat kunnen we anders verwachten van een film die steunt op een schetenlatende, worstelende monnik die het vooral van slapstick moet hebben. Heel af en toe komt de Tenacious D-aard van Black naar boven en rijst er hoop, maar helaas blijft het bij momenten. Zijn acteerwerk is vooral ingetogen, wat niet eens negatief hoeft te zijn, ware het niet dat het een geforceerde indruk maakt. Nacho Libre voelt vooral aan als een feelgood movie die gericht is op kinderen.

~

De Mexicaanse stereotypes in de film zijn ook niet echt politiek correct. Er lijkt constant gespot te worden met het volk, al is het maar in het overdreven accent van Ignacio. Maar zoals al eerder gezegd, de film heeft zo zijn momenten. Zo zijn de versierpogingen die Nacho uitvoert (waarbij hij zijn bilspieren ‘flext’ in een monsterlijke outfit) op de nieuw gearriveerde zuster Encarnación tenenkrommend grappig, en hebben sommige worstelpartijen ook zo hun charme.

Toch kan het gevoel niet onderdrukt worden van hogere, onvervulde verwachtingen. De film weet wel een goede sfeer op te wekken en een vertederend gevoel achter te laten. De keuze van de regisseur om de film in Mexico op te nemen met echte luchadors werkt grotendeels mee aan die sfeer en dus in het voordeel. Het realisme van het worstelen, dat toch al vaak in twijfel wordt getrokken, wordt zo ook een stuk groter. Niets mis dus met de begingedachte, maar het uiteindelijke resultaat is – helaas – gewoon niet geslaagd.

Boeken / Fictie

Winterkou en koppen koffie

recensie: Ruth Lasters - Poolijs

Een handvol personages, onafgebroken ergernis om een leeg en betekenisloos universum, een auditief geheugen, een ‘Multi-man’ en een handvol ex-geliefden die elk even onbenullig de revue passeren. Een docente kunstgeschiedenis voor doven, een karaktergestoorde student en een immer gladde ijsbaan, meer is er niet nodig om het decor van Ruth Lasters’ Poolijs te vullen.

De roman draait om Lucy en Yves, twee hoofdpersonages die een roman lang hun relatie, hun voorgeschiedenis en de ijsbaan waarlangs hun leven zich op dat moment afspeelt beschouwen, elk vanuit een duidelijk ander standpunt. Lucy is een intelligente, maar door de beroepsopleiding danig afgestompte meid die haar interesseveld beperkt heeft tot sex, beats en modebladen. Yves is een karaktergestoorde student die niet schizofreen is, maar van tijd tot tijd toch stemmen hoort bewegen in zijn adamsappel. Omdat deze eigenaardigheid hem enigszins hindert bij de studie en hij een spoor van studentenkaarten wil achterlaten bij zijn liefdes, kiest hij elk academiejaar minstens één studierichting. Hij oefent zich in het mislukken.

Rigide structuur

“Er zou een wereldkampioenschap nu moeten zijn”, zo opent Yves gevat de roman, die vanaf dan volgens een rigide structuur is opgebouwd. Yves neemt het woord, Lucy vult een hoofdstuk en dan, als onderbreking, volgt er telkens een poëtische overschouwing over de ijsbaan door een buitenstaander. Beschouwingen, overwegingen en mooie beelden lossen elkaar af, alsof Lasters voortdurend kwaliteit spuwt, maar in de roman ontwikkelt zich niets. Twee personages glijden langs elkaar, al wat gebeurt ketst af op het harde ijs. Er wordt gemijmerd, beide hoofdpersonages richten hun aandacht op iemand anders dan hun directe tegenspeler, zodat op het einde alles ontspoort. Er gebeurt wel zeker iets dramatisch, maar zelfs de meest geoefende lezer is niet in staat te achterhalen wat precies. Feit is dat op het eind de roman volledig uiteenspat en Lasters laconiek aanhaalt “dat de ijsbeer struikelt”. “Alles verdwijnt”, schrijft Lasters nog, “alles komt terug, komt goed. Maar beter wordt het zelden.”

Lasters heeft met deze roman knap werk afgeleverd, wat te verwachten viel bij een debutante met zulk een palmares. Zij publiceerde immers al poëzie in gerenommeerde tijdschriften als Deus ex Machina en het te vroeg ter ziele gegane En Er Is, won de verhalenwedstrijd van Brakke Hond en werd geselecteerd voor de bloemlezing Mooie Jonge Honden.

Poolijs is dan ook een mooi debuut geworden. Het is een verstilde, subtiel geschreven roman, over het absolute niets. Over een leven lang wachten langs de omheining van de ijsbaan. Over tosti’s, gekwetter en koppen koffie. Niets heeft in zo’n ritme van opstaan, gaan wachten en weer neerzitten enig merkbaar belang en net daarom is alles zo verdomd herkenbaar. Poolijs geeft het deprimerende relaas van een relatie, van twee mensen die wellicht uit passie samen zijn, maar elkaar uit desinteresse voor elkanders psyche meer kwaad dan goed doen, en elkaar op het einde onvermijdelijk kwijt raken. Poolijs vat hun levens samen als krassen in het ijs. Vervelend, maar snel weggeschuurd.