Boeken / Non-fictie

Opnieuw een conservatieve klaagzang

recensie: Roger Scruton (vert. Jabik Veenbaas) - Waarom cultuur belangrijk is

Wie Wim Kayzers prachtige portretten in de VPRO-reeks Van de schoonheid en de troost heeft gezien, herinnert zich wellicht de aflevering met Roger Scruton. Hierin bereidt de Britse filosoof, hoog te paard gezeten, zich voor op de aloude vossenjacht. Een beter beeld kon niet gekozen worden voor de conservatieve schrijver van het pamflet Waarom cultuur belangrijk is.

In het boek dat de serie begeleidt, noemt Kayzer de denkwereld van Scruton ‘reactionair, ja feodaal’. In het licht van Scrutons pamflet is deze typering niet overdreven. Scuton wordt bezield door een diepe wens terug te keren naar de oude, betere cultuur die de ‘Westerse beschaving’ ons gebracht heeft en waarover de afgelopen decennia door anderen zowel te kritisch als te voorbarig is geoordeeld.

Vuilnisbelt

Typerend voor het conservatieve begrip van cultuur is het venijnige commentaar dat Leo Strauss ooit neerschreef naar aanleiding van de hedendaagse neiging om aan allerlei sociale fenomenen zonder onderscheid de term ‘cultuur’ toe te kennen. Strauss merkte hierover op dat wanneer dit gebruik met de oorspronkelijke betekenis van deze term vergeleken wordt, het er op lijkt ‘alsof iemand zou zeggen dat de cultivering van een tuin ook kan bestaan uit het willekeurig rondstrooien van lege blikjes, whiskyflessen en oude kranten in de tuin’. Het conservatieve uitgangspunt bij uitstek is dus dat er een verschil moet worden gemaakt tussen cultuur die nog het meest op een vuilnisbelt lijkt – ofwel: de mens raakt in moreel verval en dat maakt hem minderwaardig – en cultuur die zich vergelijken laat met bekwaam tuinonderhoud en zo de menselijke sentimenten en sympathieën verheft tot de oude, degelijke standaard.

Scruton deelt dit inzicht. Ook voor hem zijn veel elementen uit onze beschaving de naam cultuur niet waard. Zo heeft hij voor de popcultuur en de televisie geen goed woord over: zij storten ons slechts in een verstrooiing, weten onze aandacht niet vast te houden en reduceren ons tot een toestand van een levende dode:

[Popmuziek] zal altijd een steriele kracht blijven, waar niets dan een verstrooiende impuls van uitgaat. Uiteindelijk zal ze, net als de televisie, haar aanhangers verliezen of die reduceren tot een zombie-achtige toestand die hen van het verleden van de mensheid isoleert.

Evenzo insisteert Scruton op een onderscheid tussen goede en slechte literatuur, waarbij het criterium de (morele) sympathieën zijn die door het boek in de mens worden opwekt en daarmee de mens verheft of in een moreel verderf stort.

Oppervlakkigheid

Het dient gezegd te worden dat temidden van deze overbekende, conservatieve klaagzangen over het heden, Scruton een aantal belangwekkende vraagstukken aansnijdt. Zo worden zijn zorgen over het gebrekkige onderwijs vandaag de dag door velen gedeeld. Bij Scruton krijgt deze zorg echter een specifieke toespitsing: zijn betoog richt zich op de gemeenschappelijke vaardigheden en morele gevoeligheden die dankzij traditie, cultuur en overdracht in leven (konden) blijven en die nu door gebrekkig onderwijs teloor dreigen te gaan. Zo’n teloorgang gaat dikwijls en begrijpelijkerwijs gepaard met het gevoel van een zeker verlies: wanneer het vertrouwde verdwijnt sterft er iets van wat ons eigen was. Maar Scruton vergeet de vraag te stellen hoe erg dit verlies eigenlijk is en of een dergelijk verlies niet altijd de keerzijde van een zich aldoor veranderende en vernieuwende cultuur is. In plaats van het stellen van dergelijke vragen, kiest Scruton voor een pamflet waarin het verlies luidkeels beweend wordt en de lezer gemaand wordt zich vooral te bekeren van zijn dwaalwegen.

Niettemin slaat het cultuurpessimisme niet echt aan en dat komt vooral omdat de discussies die hij aangaat met modernisme, postmodernisme en aanverwante stromingen in het geheel niet overtuigen. Niet alleen stelt hij veel te veel kwesties aan de orde in nog geen honderdvijftig pagina’s, de analyses blijven voor een gerenommeerd denker als Scruton bovendien ondermaats en ronduit oppervlakkig. Temidden van de vele onversneden conservatieve klaagredes die de afgelopen jaren over ons werden uitgestort is Waarom cultuur belangrijk is daarom noch de meest pregnante, noch de meest scherpzinnige, noch de meest indrukwekkende.

 

Muziek / Album

Herkenbaar gerecht met twist

recensie: C-Mon & Kypski - The Complete Jazz Compilation

.

Bij het beluisteren van de nieuwste cd van C-Mon & Kypski komt onwillekeurig de associatie opzetten met het recente album van Kraak & Smaak. Niet direct vanwege de muziek, maar wel omdat er een aantal andere overeenkomsten zijn. En dan hebben we het ook niet over de Nederlandse oorsprong van beide bands.

Kraak & Smaak zette met Plastic People een ander, maar toch herkenbaar, geluid neer dan op hun vorige albums. Zo is ook The Complete Jazz Compilation van C-Mon & Kypski een tikkeltje anders dan zijn voorgangers. En net als bij Plastic People staat op The Complete Jazz Compilation werk dat we van eerdere albums kennen, zoals de nummers ‘Make My Day’, ‘In and out of Days’ en ‘Chocolat’.

Jazz

~


Maar deze nummers zijn in een nieuw jazzjasje gestoken. Het album heet niet voor niets The Complete Jazz Compilation. Zowel oude als nieuwe nummers zijn voorzien van een, zoals het in het nummer ‘Giants of Jazz’ wordt genoemd, ‘jazz club atmosphere‘. Lome trompetten, relaxte piano en jazz brushes zorgen voor dit sfeertje. Deze zaken zorgen samen met de donkere toonsoort en het spaarzame gebruik van de elektronische effecten voor een heel andere mood in de nummers, zoals bijvoorbeeld in ‘Make My Day’.

Verwacht dus niet een typisch C-Mon & Kypski-album bij het beluisteren van The Complete Jazz Compilation. Dat wil echter niet zeggen dat de muziek niet meer herkenbaar is als C-Mon & Kypski-product. Hoewel de meeste elektronische tierelantijntjes verdwenen zijn uit de nummers steken ze toch hier en daar de kop op. Neem het ingetogen, bijna acht minuten durende, ‘In and out of Days’. De rustige (jazz)sfeer wordt op gezette tijden opgeluisterd door subtiel, typisch C-Mon & Kypski-gescratch. Hierdoor krijgen de nummers net dat beetje extra spice dat zo herkenbaar is voor deze band. 

Smakelijk

The Complete Jazz Compilation is een heerlijke jazzy cd geworden met een subtieler maar nog steeds herkenbaar C-Mon & Kypski-geluid. Even voorproeven kan echter geen kwaad voor diegenen die gewend waren aan de smaak van Where the Wild Things Are. Maar als je even goed doorkauwt en je smaakpapillen gewend raken aan de nieuwe flavour heb je een zeer goed verteerbaar album te pakken. En verandering van spijs doet tenslotte eten. Dus we wachten ondertussen met een voldaan gevoel op de volgende gang. Eet smakelijk!

 

 

 

 

Film / Films

Wegwerpmuze

recensie: Factory Girl

.

Met Factory Girl heeft George Hickenlooper een voorspelbare biopic gemaakt over modeicoon en undergroundcelebrity Edie Sedgwick (Sienna Miller). In de jaren zestig was ze een vaste verschijning in Andy Warhols toonaangevende atelier The Factory. De film volgt de turbulente relatie tussen Warhol en Sedgwick die als zijn muze wordt verbeeld.

In een flashback die begint als Sedgwick een sessie heeft met haar therapeute, wordt haar leven verteld. Edie zit dan al in rehab en is emotioneel instabiel geraakt door haar drugsverslaving en het wegvallen van haar vrienden en familie. Sedgwick is de erfgenaam van een Amerikaanse ‘oud geld’ familie die wat lijken in de kast heeft. In wat suggestief gemonteerde shots is te zien hoe ze als puber shocktherapie krijgt en een moeilijk relatie heeft met haar vader.

~

Aan het begin van de jaren zestig is Sedgwick een studente aan de kunstacademie, waar ze het werk van Warhol leert kennen. Die is gelijk gegrepen door haar schoonheid en aanstekelijke enthousiasme. Sedgwick heeft daarnaast banden met het Amerikaanse upperclass milieu: potentiële klanten voor Warhol. Ze wordt al snel een vast deel van zijn entourage in The Factory, waar ze figureert in zijn films en invloedrijke screentests. Warhol en Sedgwick vormen een onlosmakelijk duo en belichamen voor de buitenwereld de New Yorkse kunstscène. Al snel raakt Sedgwick verstrengeld in het drugsmilieu van The Factory, en de relatie met haar ouders verslechtert nadat ze in toenemende mate wordt geassocieerd met verslaafden en ongure bohémiens. Er is een wending in de film als Sedgwick folkzanger Billy Quinn (wat onhandig gemodelleerd naar Bob Dylan die zich heeft gedistantieerd van alle associaties met Sedgwick) ontmoet en een affaire met hem heeft. Quinn zorgt voor een breuk tussen Sedgwick en Warhol, als hij haar waarschuwt voor Warhols opportunisme. Hoewel ze niets moet hebben van Quinns opmerkingen wordt gaandeweg duidelijk dat Andy niets meer in haar ziet. Hij vervangt haar al snel door de andere starlets, dragqueens en superstars die The Factory bevolken. De 15 minutes of fame zijn voor Sedgwick op dat moment voorbij.

Vergankelijke entourage

~

Regisseur George Hickenlooper is een eclectische regisseur die vooral bekend is geworden door zijn, met Fax Bahr gemaakte, documentaire Hearts of Darkness over de desastreuze productie van Apocalypse Now. In Mayor of the Sunset Strip wist hij al een beeld te geven van de hippe underground in de vorm van een documentaire over DJ en punkimpressario Rodney Bingenheimer. In Factory Girl verbeeldt Hickenlooper de sixties in al hun psychedelische en chaotische glorie om vervolgens neer te strijken in het duistere maar voorspelbare dal van slechte trips. Dit zijn platgetrapte paden in films over personages die verkeren in undergroundkringen en Factory Girl is weinig verrassend. Hickenlooper speelt met de look van de periode, maar hij blijft aan de oppervlakte zonder een serieus tijdsbeeld te geven. Sienna Miller heeft een merkwaardige gelijkenis met Sedgwick en kan zich goed redden in scènes waarin ze zich uitleeft als poor little rich girl op hippe feesten. De conflictueuze familiebanden zijn helaas minder goed uitgewerkt en ook de relatie tussen Sedgwick en Billy Quinn (Hayden Christensen probeert zijn beste Dylan-imitatie) overtuigt niet. Guy Pearce zet daarentegen in een knappe en griezelig overtuigende rol een ongrijpbare Warhol neer. Met zijn onpeilbare emoties en vlakke maar scherpe commentaar is hij humoristisch en eng tegelijk.

~

Factory Girl heeft thematisch veel gelijkenissen met Mary Harrons I shot Andy Warhol, over de fanatieke feministische militante Valerie Solanas die besluit om Warhol te doden. In beide films is Warhol een sluwe opportunist die iconen en freaks verzamelt om ze vervolgens weer af te danken. Harrons film is wel rauwer dan het gladde Factory Girl, waar bepaalde scènes de voorspelbare degelijkheid hebben van een miniserie over een beroemd persoon. Uiteindelijk is Hickenloopers Sedgwick niets meer dan een mooie gevallen engel die de kijker, voor haar onvermijdelijke einde, laat zien hoe wild er gefeest werd in The Factory.

Muziek / Album

Uitblinkende vaagheid

recensie: Sigur Rós - Með suð í eyrum við spilum endalaust

Hoe vaag kun je zijn? Als het aan Sigur Rós ligt: héél vaag. Als je als IJslandse band je eigen taal verzint (Hopelandic), albums titels meegeeft zoals () en nummers slechts van een volgnummer voorziet in plaats van volwaardige titels, ben je in ieder geval een heel eind op weg richting ultieme vaagheid. Maar aan alles komt een eind. Ook aan vaagheid.

Hopelandic), albums titels meegeeft zoals () en nummers slechts van een volgnummer voorziet in plaats van volwaardige titels, ben je in ieder geval een heel eind op weg richting ultieme vaagheid. Maar aan alles komt een eind. Ook aan vaagheid.

Het nieuwe album van Sigur Rós is een stuk minder vaag dan het hiervoor al genoemde (). Ok, de titel is voor de gemiddelde Nederlandse luisteraar nog steeds niet een toonbeeld van een helder, krachtig stukje tekst. Með suð í eyrum við spilum endalaust is een behoorlijke tongbreker, maar het is tenminste wel een volwaardige titel. Geen loze haakjes meer als naam van een album. En nummers heten nu niet meer ‘(A) 01’, ‘(B) 02’ etcetera, maar hebben al iets aardsere benamingen zoals ‘Ára bátur’ en ‘Straumnes’. Er is zelfs een nummer op dit album te vinden dat met de titel ‘All Alright’ bijna exotisch is door zijn taalkundige eenvoud.

Vorm en inhoud

~

Maar niet alleen de naamgeving is een stuk minder vaag. Ook de muziek lijkt steeds meer uit de IJslandse mist tevoorschijn te komen. Het begint al met de lengte van de liedjes. Daar waar de nummers op () nog minimaal 6,5 minuut duurden (met een uitschieter naar 13 minuten voor ‘(G) 07’) staan er op dit nieuwste album meerdere nummers met de meer gangbare lengte van 3 à 4 minuten. ‘Festival’ duurt dan misschien nog wel bijna 10 minuten, maar daar staat dan weer het 2 minuten durende ‘Straumnes’ tegenover.

Tot zover de toegankelijkere vorm waarin het nieuwe album is gegoten. Ook de inhoud van de muziek is op de vaagheidsschaal opgeschoven naar de heldere kant. Het geheel klinkt frisser en vooral vrolijker dan voorgaand werk. De melancholische mystiek is niet helemaal verdwenen, maar is daarentegen wel voorzien van een dynamischere muzikale en vocale laag. De trend die we al zagen ontstaan op bijvoorbeeld het album Takk… is verder doorgetrokken en vervolmaakt. Het is allemaal wat luchtiger geworden. En daar waar de ingezette luchtigere richting op Takk… nog voorzien is van een fragmentarische muzikale ondergrond, daar is de muziek van Með suð í eyrum við spilum endalaust een stuk rustiger/evenwichtiger.

Mystiek
Ondanks de meer toegankelijke muziek op dit nieuwste album blijft de mystiek bestaan. De ijle stem van Jónsi Birgisson en de orkestrale composities vormen nog steeds het zuiver kloppende hart van Sigur Rós. En hoewel er dus een Engelstalig nummer ten gehore gebracht wordt, is dit op een dusdanige timide wijze gezongen dat we ook hier nog steeds slechts kunnen gissen naar de tekstuele inhoud ervan. Waardoor het mysterieuze element dat Sigur Rós zo kenmerkt ook nu nog in stand gehouden wordt.

De vaagheid is verdwenen uit Sigur Rós’ muziek. Leve de vaagheid!

Sigur Rós speelde onlangs op het Lowlands Festival 2008.

Boeken / Fictie

Een absurdistisch Roemenië

recensie: György Dragomán (vert. Rebekka Hermán Mostert) - De witte koning

Opgroeien in het Roemenië van de jaren tachtig, dat zal geen pretje zijn geweest. György Dragomán schreef er zijn debuutroman over, De witte koning. Door de ogen van een elfjarige ziet de lezer een wrede wereld met absurde gebeurtenissen. Dat levert op het eind een ongemakkelijk gevoel op, maar ook het besef dat De witte koning een belangwekkend boek is.

Dragomán beschrijft zijn jeugd in het Roemenië van de jaren ’80. De schappen in winkels zijn bijna altijd leeg. Als er eens een partij bananen uit Cuba komt, leidt dat tot lange rijen en ontaardt het wachten in vechtpartijen. Alle volwassenen lijken aan de drank – als het niet een zelfgestookt bocht is, dan wel gefilterde spiritus. Van hogerhand worden er absurde projecten uitgevoerd. Zonder enige aankondiging begint een ploeg arbeiders een geul door het plaatselijke voetbalveld te graven voor de riolering van een nieuwe woonwijk. Een paar dagen later zijn ze alweer weg, niet meer dan een gemolesteerd veld achterlatend.

Maniakale gek

De elfjarige Dzjata moet zich in deze wereld staande zien te houden. Zijn vader is om politieke redenen gearresteerd een voert voor onbepaalde tijd dwangarbeid uit aan het Donaukanaal. Al lange tijd komt er geen bericht meer van hem. Dzjata en zijn moeder zijn sinds de arrestatie geïsoleerd geraakt. Zijn grootvader is een voormalig hoge militair en bemoeit zich zo min mogelijk met hen. Dzjata’s leraren zijn bruten die hun leerlingen slaan en vernederen. Zijn voetbaltrainer is een maniakale gek. Sportwedstrijden worden sowieso per definitie gewonnen door de teams waar de kinderen van de partijbonzen in zitten. De jeugd is onderling verdeeld in bendes die bloedige straatoorlogen uitvechten.

Af en toe zijn de gebeurtenissen onwaarschijnlijk, bijvoorbeeld wat het het geweld van de leraren betreft. Zo heeft een van hen er een gewoonte van gemaakt de nieren van de leerlingen kapot te slaan. Dzjata verbaast zich er niet over omdat hij niet beter weet. Hij schikt zich, probeert het allerergste te vermijden en gaat ondertussen zijn eigen gang. Op andere momenten wordt de roman absurdistisch, bijvoorbeeld wanneer Dzjata een potje schaakt en hij niet kan vaststellen of hij een echt mens tegenover zich heeft of een wel heel knap geconstrueerde schaakrobot.

En toen

Het boek heeft geen geraffineerde constructie of plot. Het is een relaas van onderling nauwelijks samenhangende voorvallen, verteld door een kind. De vaak wel heel lange zinnen – niet zelden beslaan ze meer dan een bladzijde – worden bijeengehouden door en-toen-en-toenconstructies. Dragomán doet dat ongetwijfeld om de suggestie te wekken dat hier werkelijk een kind aan het woord is. Zo laat hij Dzjata af en toe ook wat onbeholpen formuleren. Het gevolg is soms een te geforceerde stijl. Pas laat in het boek komt er meer onderling verband tussen de hoofdstukken en krijgen de personages meer menselijke trekken, wat met name geldt voor de tot dan ontoegankelijke grootvader. De lezer heeft er dan lang op moeten wachten, maar wordt beloond. Ook de ontmoeting met de pokdalige buitenstaander ‘Houweel’ is fraai en waardevol omdat het laat zien waar de burgers in een onleefbare samenleving de menselijkheid verborgen houden.

Dragomán heeft met dit boek kennelijk het een en ander van zich af moeten schrijven. Wie zich de beelden herinnert van Roemenië van vlak na de val van Ceauçescu moet concluderen dat De witte koning een weinig comfortabel, maar waarheidsgetrouw beeld schetst. En dat György Dragomán een schrijver is die tot nog meer in staat is dan deze goede, interessante roman.

 

Muziek / Achtergrond
special: Haldern Pop 2008

Weerzien

.

~

Er lijken elk jaar meer Nederlandse muziekliefhebbers te zijn die de grens oversteken voor Haldern Pop. Zo is het festival allang niet meer het exclusieve geheim van een selecte groep mensen, maar is het ook een jaarlijks weerzien met Nederlandse en Duitse vrienden en muzikale zielsverwanten. Dit jaar worden zelfs twee Britse bezoekers gespot die het publiek met zakjes snoep voor zich weten te winnen. Deze 25ste editie van Haldern Pop is wederom ruim van tevoren uitverkocht, maar 8WEEKLY was erbij en doet verslag.

De programmering van deze editie van Haldern was op papier al om je vingers bij af te likken. Een combinatie van veelbelovende, nieuwe bands met enkele grotere namen. Een selecte groep gelukkigen is op donderdag zelfs getuige van het (verrassings)concert van de in Duitsland erg populaire hiphoppers Fettes Brot in de Spiegeltent.

Natuurlijk is er naast de line-up nog veel meer te zien op en rond het festivalterrein. Zo lijken elk jaar meer bezoekers het grote meer achter het terrein te prefereren boven de rijen voor de douches en worden de noodzakelijke inkopen, voor zover niet meegenomen van huis, gedaan bij de uiterst gastvrije inwoners van het aanpalende dorpje. Naast de sterke programmering zijn dat immers de zaken die dit festival onderscheiden van reguliere festivals, en ervoor zorgen dat er ieder jaar meer Nederlands te horen is op het terrein: rust, kleinschaligheid, redelijke prijzen, de mogelijkheid tot Freizeit Fußball en het warme welkom dat de bezoekers ieder jaar ten deel valt.


| |



Fleet Foxes
Fleet Foxes

Het veelbelovende programma op de eerste dag begint met een intens optreden van . Het vijftal uit Seattle krijgt momenteel de ene na de andere juichende reactie op hun debuutplaat. In een volle Spiegeltent lossen ze de verwachtingen in. De kwetsbare stem van frontman Robin Pecknold is prachtig en de beeldende songs zitten vol met bezwerende samenzang. Tegen het eind speelt men een prachtig mooie uitvoering van ‘Mykonos’. De band is vooralsnog weinig in Nederland te zien, maar aan het tourschema op hun MySpace te zien konden ze dit jaar wel eens op Crossing Border staan.

Veel tijd om bij te komen van dit eerste hoogtepunt is er niet, want een half uur later staan de heren van Yeasayer voor de deur. En ook hier hebben we het over een band die flink wat pluimen heeft ontvangen van de pers. Het is lastig volledig te focussen op de experimentele, psychedelische pop/rock van deze New Yorkers, doordat Fleet Foxes nog in de hoofden rondspookt. Bovendien is in de lange rij voor de Spiegeltent voor velen het eerste weerzien met oude bekenden. Maar onder andere met prijsnummer ‘Wait for the Summer’ grijpen ze de onvoorwaardelijke aandacht en wordt ook dit een memorabel concert.

Vanwege het 25-jarig jubileum van het festival, wordt op donderdag ook het hoofdpodium geopend. Net voor het optreden van Foals begint het hard te regenen, wat de band klaarblijkelijk behoorlijk agiteert, want het vijftal speelt een zeer gedreven, agressieve set. De hoekige, repetitieve patronen in de muziek brengen het publiek voor het eerst in beweging en hitsingles ‘Cassius’ en ‘Olympic Airways’ worden met groot gejuich ontvangen.

Na Foals begint het grote ombouwen voor afsluiter Flaming Lips. De verwachtingen van een gigantische show worden al snel ingelost met de entree van een crowdsurfende zanger Wayne Coyne in een enorme opblaasbal, scheepsladingen confetti, twintig Teletubbies op het podium en een lichtshow waar je U tegen zegt. Muzikaal gezien is het helaas een stuk minder spectaculair. Het bandgeluid is één grote smurrie en Coyne is vandaag wel erg schor. Het publiek lijkt zich er weinig van aan te trekken en zingt massaal mee met het a capella uitgevoerde ‘Yoshimi battles the pink robots’.
Terug naar boven

Vrijdag

Joan as Police Woman
Joan as Police Woman

De volgende dag kenmerkt zich door een afwisselend programma en herhaalde regenbuien. Na de zondvloed van 2006 zijn de vaste bezoekers allen in het bezit van regenkleding, dus voor het podium verschijnt weer een rijk kleurenpalet aan paraplu’s en poncho’s. Joan as Police Woman was op papier een van de mogelijke hoogtepunten, maar vandaag kan ze geen potten breken. Al vanaf het eerste nummer zit er een luide krak in het geluid; mogelijk een opgeblazen speaker. In ieder geval blijft het gedurende de rest van de dag irriteren. Vervolgens doet Kula Shaker wat er van hen verwacht wordt en speelt een enthousiaste show die overeind gehouden wordt door oude krakers. Dat laatste kan Guillemots niet verweten worden. Frontman Fyfe Dangerfield zat vroeger meestal achter zijn keyboard, nu staat hij vanaf het eerste nummer stevig te rocken. Gelukkig staat hij wel weer veelvuldig op podiumvreemde zaken, zoals een vuilnisbakdeksel te rammen.

Kate Nash
Kate Nash

Gisbert zu Knyphausen speelt hele mooie melancholische liedjes voor een publiek met veel stelletjes in de Spiegeltent. Deze jonge Duitse songwriter komt waarschijnlijk uit de grensstreek want hij begroet enkele vrienden in het Nederlands. Zijn teksten zijn veelal erg in-your-face en grappig. Verrast door het sterke optreden van Gisbert vallen we midden in de set van Kate Nash. Ze heeft in vergelijking met vorig jaar de nodige versterking meegebracht. Al met al maakt ze de eerste helft van het concert een nogal onzekere indruk, maar het massaal aanwezige publiek draagt haar op handen. Wanneer op het einde de hitjes gespeeld worden raakt ze beter in vorm. Al met al een halfgeslaagd optreden, maar charme en hilarische opmerkingen (‘This next song is called I hate seagulls. I do hate seagulls, they’re always trying to steal your chips’) doen de schaal positief omslaan.

Lykke Li
Lykke Li

Lykke Li is de nieuwe lieveling van de muziekblogs. De Zweedse maakt het soort dansbare pop dat het erg goed doet in Engeland. Haar huidige tournee staat in het teken van de promotie van haar debuutalbum Youth Novels. Vanaf het begin is ze in beweging, maar het publiek reageert in eerste instantie nogal afwachtend. Wanneer ze tegen het einde vaker zangsamples gaat gebruiken begint het steeds beter te worden. Bij de nieuwste single ‘Breaking it up’, met sterk gesampled refrein en een goede groove, gaat het voor het eerst echt los. Bij de toegift ‘Can I Kick It?’ is dus ook maar één antwoord mogelijk. 

Ook Loney, Dear was vorig jaar te zien op Haldern. Toen leek het erop dat deze band beter op zijn plaats zou zijn in de Spiegeltent en dat wordt hier bewezen. De band rond Emil Svanangen zet een hele sterke show neer. De songs worden rustig opgebouwd en geleidelijk worden steeds meer lagen toegevoegd. Het publiek wordt langzaam in vervoering gebracht. Daarna is het wachten op de band met de intrigerende naam Bohren & der Club of Gore. De lichten worden gedimd, de band komt op en zet een vreemde instrumentale mix neer van jazz, ambient en doom. Het is waarschijnlijk een bewuste keuze van de organisatie om de festivaldagen af te sluiten met rustige(r) acts. Hoewel deze afsluitende concerten meestal zeer de moeite waard zijn is het toch moeilijk om er de vereiste aandacht voor op te brengen om twee uur ’s nachts. Bovendien staat de halve tent vol met dronken bezoekers die geenszins van plan zijn hun kop te houden.
Terug naar boven

Zaterdag

Gravenhurst
Gravenhurst

Nick Talbot alias Gravenhurst is pas in de laatste weken als vervangingsact aan het programma toegevoegd. De afgelopen jaren heeft de goede man zowel solo als met volledige band telkens memorabele concerten geven. Nu de middelen om met volledige band op tour te gaan ontbreken doet hij de huidige tournee alleen. Met zijn fluisterende zangstem legt hij bijna achteloos de tent het zwijgen op. Breekbare songs als ‘Oh Nicole’ (‘…from the moment we met, we let it get out of control’), maken grote indruk en de toon voor de rest van de dag is gezet.

Na een sterk optreden van Okkervil River, wier sfeervolle, vrolijke countrypop het erg goed doet op een zonnige festivalmiddag, maken we ons op voor Iron and Wine. Songwriter Sam Beam heeft deze middag een imposante liveband meegebracht, waarvan de leden veelvuldig van instrument wisselen. Helemaal achterop het podium staat een grijze sjamaan, die zich het hele optreden geconcentreerd bezig houdt met het toevoegen van extra geluidseffecten in de toch al zeer rijke, soms bijna jazzy sound die de band neerzet. Te midden van dat alles staat Beam samen met zijn zuster Sarah, op viool en tweede stem. Het wordt een prachtig optreden. Beam maakt weinig contact met het publiek, maar voelt zich zichtbaar op zijn gemak en zijn band speelt zeer geconcentreerd. Die ingetogen liedjes die we kennen van Beam’s platen worden prachtig georkestreerd, soms zelfs met drie gitaren. Hoogtepunt is de uitvoering van ‘Upward over the Mountain’, die akoestisch wordt ingezet en eindigt in een lang instrumentaal outro.

The Gutter Twins
The Gutter Twins

De kernleden van The Gutter Twins zijn de rocklegendes Mark Lanegan en Greg Dulli. Beiden hebben in het verleden donkere periodes gekend en veel van de songs die de uitpuilende Spiegeltent te horen krijgt behandelen daarvan afgeleide thema’s. Duistere rocksongs, vol hel en vagevuur, worden strak gespeeld door de beweeglijke Dulli en de band. Mark Lanegan verandert zijn pose aan de microfoon niet, maar zijn brommende zang klinkt vanavond geweldig. De band maakt veel indruk, vooral in de songs waarin Dulli en Lanegan allebei zingen.

De organisatie van Haldern lijkt dit jaar definitief de diepte te hebben gezocht in de programmering. Na drie dagen festival kunnen we concluderen dat dit de juiste keuze is. Er was dit jaar wederom veel te zien en te ontdekken op en rond de Alter Reitplatz te Haldern. Met de fantastische concerten van met name Fleet Foxes, Foals, Gravenhurst en Iron and Wine in de achterzak zetten we de data voor de volgende editie alvast met rode stift in de agenda.
Terug naar boven

Muziek / Album

Onvervalste Amerikaanse rock-‘n-roll

recensie: The Hold Steady - Stay Positive

.

The Hold Steady brak wereldwijd door met hun derde album Boys & Girls in America. Met Stay Positive proberen ze het succes te continueren. De band heeft er de vaart flink in zitten, met pakkende liedjes die bol staan van de energie. Het geluid op dit vierde album is aardig dichtgeproduceerd, wat de toegankelijkheid niet ten goede komt. Het album geeft de briljantjes, die verstopt zitten in de composities, pas prijs na enkele luisterbeurten.

De eerste twee albums van The Hold Steady bereikten aanvankelijk niet eens het Europese vasteland. Pas na het succes van Boys & Girls in America maakten we hier kennis met de voorgangers Almost Killed Me en Separation Sunday en de enorme energie van deze band. Een welkome inhaalslag, konden we toen concluderen. En dat terwijl velen in Nederland de voorbeelden van The Hold Steady toch een warm hart toedragen. Het geluid van dit kwintet uit Brooklyn zit namelijk dicht tegen dat van Bruce Springsteen en Southside Johnny and the Ashbury Jukes aan. Dat komt in het laatste geval vooral door de stem van frontman Craig Finn die veel gemeen heeft met die van Southside Johnny.

Met het ijzersterke ‘Lord, I’m Discouraged’ doet The Hold Steady een gooi naar de titel ‘onsterfelijk nummer’. Het gitaargeluid in het midden van de song doet denken aan ‘Blinded by the Light’ van Manfred Mann’s Earth Band, van hun fameuze album The Roaring Silence. De inspiratie voor deze song haalde Finn echter vooral bij The Replacements, naar zijn eigen zeggen omdat hij een grote bewonderaar is van deze band. In ‘One for the Cutters’, dat als eerste rustpunt op dit album dient, worden we verrast door een klavecimbel, een van de verborgen briljantjes op de plaat. Het geluid kleurt wonderwel mooi in het verder door piano gedragen liedje. ‘Both Crosses’ valt op door de toevoeging van banjo – weer zo’n briljantje – een instrument dat de laatste tijd steeds vaker opduikt, zoals bij Dayna Kurtz, Carolina Chocolate Drops en natuurlijk Otis Taylor, die er zelfs een heel album aan wijdde.

Positief
The Hold Steady kan tevreden zijn. Dit album laat een positieve indruk achter. Door de dichtheid in de productie vergt het wel wat inspanning om de details in de muziek te ontdekken. Er is echter genoeg te genieten op dit oer-Amerikaanse rock-‘n-roll-album, dat voortbouwt op de traditie van de eerder genoemde Bruce Springsteen en Southside Johnny and the Ashbury Jukes. De band weet voldoende spanningselementen en verrassingen in de songs te stoppen om van begin tot eind te blijven boeien. Soms klinkt The Hold Steady als een sneltrein die door je kamer dendert, terwijl de band je op andere momenten weet te verwennen met een ballad. Vernieuwend kun je de groep niet altijd noemen. Maar is dat dan nodig om gewoon een lekker album te maken?

De eerste uitgave van de digipack van Stay Positive bevat een drietal niet te versmaden extra nummers: ‘Ask Her for Adderall’, ‘Cheyenne Sunrise’ en ‘Two Handed Handshake’. Gewoon verstopt onder track nummer twaalf van de cd. Voor de snelle beslissers. 


The Hold Steady speelt op 13 oktober in de Melkweg in Amsterdam.

Theater / Achtergrond
special: Theaterfestival Boulevard 2008

In Den Bosch even geen Olympische Spelen

Aanstaande vrijdag, op de magische datum 08-08-08, gaat theaterfestival Boulevard van start. Ruim een week lang kun je weer genieten van een rijk aanbod van theater, muziek en beeldende kunst in de sfeervolle binnenstad van Den Bosch. Het thema van dit jaar is ‘Verleiding en verdieping’. Naast het uiterst gevarieerde programma is er dit jaar speciale aandacht voor de ontmoeting tussen makers en publiek, onder andere door talkshows, filmportretten en kijkjes achter de schermen.

Lees nu de recensies van:
Bestaansaarde – Compagnie Dakar | Kamp Jezus – Wunderbaum | Dollywood – Servaes Nelissen | Gedroomd Kanaal – Cilia Erens /November Music | Country MusicDe Wetten van Kepler / Kim Zonneveld | WarmbadNienke Zuidweg | A funny thing happened to me – Simone Milsdochter | Gitanes – Stella Den Haag | ContemporaryOrthodox– VERS/ Masha Stepina | LEX – NTGent en LOD | ReAnimatie – De Stilte/Guusje Kaayk | Gluur – Sanne Zweije | Cruise – Theater Artemis/Norfolk

~

Het hart van het festival ligt aan de voet van de kathedraal, tussen de bomen van het Paradeplein. Hier kun je neerstrijken op een van de vele terrassen en kun je in de theatertentjes al veel beleven. Je stapt bijvoorbeeld in de Droommachine, laat je interviewen door Jeroen Pauw of verstuurt weer eens ouderwets een brief op het postkantoor van Passiepost.

Het aanbod op de diverse podia, vaak op verrassende locaties in en rondom de stad, verleidt je gemakkelijk. Een vuurwerkconcert in de polder, nieuwetijdse rituelen in een oude kerk, een klankvisioen op een bootje, een oorlog onder de Hollandse wolkenlucht, een dans in een kruithuis, zigeunerliederen in een yurt… 8WEEKLY doet vanaf deze plek verslag. (Ellen op de Weegh)

Zie hier de voorbeschouwing over ReAnimatie van De Stilte.

8WEEKLY zag eerder
8WEEKLY heeft dit seizoen al enkele festivals bezocht en daar al een aantal voorstellingen van Boulevard 2008 gezien. Zo zagen wij op het Over het IJ festival in Amsterdam As Tears Go By van St. DameJeanne, het bijzondere drieluik (YVON, Belle en Dit is mijn moeder) van theatergroep Max (lees hier de uitgebreide recensie) en Deadline/Rewind van Hanna Jansen. Begin van dit jaar was op het eveneens Bossche festival Cement Artemis’ ’n Bossche Ziel te zien. Eerder zagen wij van hen ook Priemgeval. Tsjechov bij de bushalte is terug op de Boulevard, na een uitstapje naar Terschelling. Ten slotte is op het Oostendse Theater aan Zee de voorstelling De legende van Woesterdam van Kopergietery & Studio Orka gezien. (Koen van Hees)

Dreiging in de achtertuin

Bestaansaarde – Compagnie Dakar
Op locatie, Den Bosch • 15 augustus 2008

Foto: Sanne Peper

Foto: Sanne Peper

Even zijn we zelf een bezienswaardigheid. Als we uit de pendelbus stappen en in een lange stoet door de Bossche woonwijk lopen, worden we nagekeken door de buurtbewoners die op hun stoep van de zon genieten. Twee meisjes fietsen enthousiast met ons mee: “Kijk! Een optocht!” Een kleine poort geeft toegang tot de achtertuin van een rijtjeshuis. ‘Welcome’ zegt het bordje in de bloembak. We kijken nieuwsgierig rond, bukken voor de was aan de droogmolen, gaan zitten en Bestaansaarde kan beginnen.

Het kleine terras vormt het podium en achter de vier ramen van het huis spelen zich diverse scènes in stilte af. Een vrouw scharrelt op haar gemak wat rond in haar huis. Totdat drie vreemdelingen binnenstappen, zich de ruimte langzaam toeëigenen en grote ontreddering teweeg brengen.In het begin is de verwarring erg komisch, maar de sfeer wordt aangelengd met dreiging. Want hoewel de indringers geen direct fysiek geweld gebruiken, blijven hun bedoelingen volkomen duister. Willen ze misschien enkel een kopje suiker of hebben ze toch iets kwaads in de zin? Onverstoorbaar verschijnen ze in de badjas van de vrouw des huizes en ze gaan eens uitgebreid op haar wc zitten. Je lacht, maar vraagt je tegelijkertijd af: Wat zou ik doen, hoe zou ik reageren? Wat gebeurt er hier nu precies wat zo vreemd en griezelig is? Wie of wat laat deze situatie escaleren? De vrouw reageert met vriendelijkheid, voorzichtigheid, verwarring, angst, overgave, woede en wanhoop en het mag allemaal niet baten. Langzaam maar zeker verliest ze haar eigen plek en daarmee ook haar waardigheid, haar verstand en haar identiteit.

Bestaansaarde stelt op een onderhoudende manier indringende en actuele vragen. Over de angst voor het vreemde en dat wat daarop volgen kan. De acteurs bouwen vakkundig een spanning op tussen hilariteit en dreiging. De locatie wordt optimaal benut door een geraffineerd gebruik van ramen, deuren, goed getimede opkomsten en een samenspel tussen gesproken en geluidloze scènes. De alledaagse setting zorgt voor een grote herkenbaarheid, het vreemde gevaar lijkt dichtbij. Bovendien voel je je zelf ook een beetje een rare pottenkijker, zo zittend in een vreemde achtertuin. En je begrijpt de bewoners van het buurhuis wel. Zij hebben hun gordijnen maar even dicht gedaan. (Ellen op de Weegh)
Terug naar boven

Naakte godsdienstigheid

Kamp Jezus – Wunderbaum
Verkadefabriek, ‘s-Hertogenbosch • 15 augustus 2008

Foto: Gerbrand Burger

Foto: Gerbrand Burger

Zingeving. Wie zou er niet een portie van kunnen gebruiken in deze moderne tijd? Alles wat ons hartje begeert is onder handbereik. Dak boven het hoofd, een goed gevulde maag, leuk werk, fijne vrienden. Niets te klagen, zo lijkt het. Maar waar dient het allemaal toe? Wat voor zin heeft het nu eigenlijk, ons gedrentel hier op aarde? Een vraag die bij velen leeft en voor acteursgroep Wunderbaum aanleiding vormde voor het maken van de voorstelling Kamp Jezus. In een aaneenschakeling van losse scenes geven ze op ironische wijze een gezicht aan een groep jonge mensen die zich tot God richt voor zingeving. Clichés worden niet geschuwd; de zaal is omgetoverd tot heilig huis, compleet met kerkbanken, kaarsen, kruis en glas-in-lood rozetten op de achtergrond. Het vijftal (Matijs Jansen, Maartje Remmers, Wine Dierickx, Walter Bart en Charlotte Vandermeersch) wordt bijgestaan door de reli-rockformatie The Godsquad die de muzikale omlijsting verzorgd. Muziek heeft een groot aandeel in Kamp Jezus. Tegenover de opzwepende rockmuziek staan de klassieke kerkzangen – waarbij plots uit het publiek een koor van de Bossche opera opstaat om de spelersgroep te versterken. Prachtig vormgegeven is de biechtscène waarbij de vijf in de kerkbanken hun intiemste gevoelens delen met Hem. Op de achterwand worden de in diep gepeins verzonken gezichten geprojecteerd. Zoveel gelovigen, zoveel problemen. De een wenst enkel een nieuwe Jaguar, de ander roept Gods hulp in bij het kiezen tussen een aantal mogelijke geliefden, terwijl de derde God uitnodigt voor een etentje. Vooral de dames van het vijftal laten zich hierbij zien als sterke actrices. Ze zijn afwisselend aandoenlijk, vermakelijk en vertederend in hun spel.

Al met al is Kamp Jezus zowel visueel als muzikaal een meer dan indrukwekkende ervaring. Wel blijft het geheel inhoudelijk behoorlijk losjes en onbeduidend. Door alle grootse gebaren en vette clichés lijkt Wunderbaum er niet toe te komen een wezenlijke stap te zetten in de zingevingsvraag. Desondanks een meer dan prettige voorstelling die het waard is te gaan zien. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Geniale vondsten in eigenzinnige hilariteit

Dollywood – Servaes Nelissen
Verkadefabriek, ‘s-Hertogenbosch • 16 augustus 2008

Foto: Servaes Nelissen

Foto: Servaes Nelissen

Verhuizen van de stad naar het platteland gaat niet altijd zonder slag of stoot. En na het verkassen van huis en haard aansluiting proberen te vinden bij de inwoners van de plattelandsgemeente is al evenmin gemakkelijk. Dit alles ondervindt plastisch chirurg Bleek – van Bleek Clinics aan den lijve in de voorstelling Dollywood van Servaes Nelissen. Hoeveel geld hij ook pompt in het plaatselijk amateurgezelschap het lukt hem maar niet een te worden met de gemeenschap en dan vooral niet met zijn stugge buurman – boer annex loonwerker – Conijn. Al deze ontwikkelingen worden op film vastgelegd door documentairemaker Nelissen die in eerste instantie een reportage probeert te maken rond het thema ‘maakbaarheid’ en zich aan het einde realiseert dat het materiaal veel met ‘eenzaamheid’ van doen heeft.
Nelissen is een theatermaker die uniek is in zijn soort en met fijnzinnige foefjes het conflict tussen de twee buren haarfijn, en bovendien hilarisch, uit weet te beelden.

Een collage van allerhande deurmatten en stukjes kunstgras op de vloer wordt door het oog van de camera het toonbeeld van het Hollandse landschap, terwijl en passant de poten van een kruk dienst doen als ronddraaiende windmolen. Razendsnel switcht hij tussen verschillende personages die hij met exact het juiste accent en enkel het optrekken van een wenkbrauw tot leven brengt. De plastisch chirurg wordt meesterlijk neergezet door zijn geaffecteerde stem en de wijze waarop hij voortdurend toegeeft aan zijn eigen ijdelheid. Loonwerker Colijn komt helemaal tot zijn recht wanneer hij zich voor de camera beklaagt over zijn huwelijksproblemen. Zo tekenend hoe de wat eenvoudige man geen idee heeft wat hij aan moet met zijn vrouw die van hem verlangt dat hij zich meer ontplooit. Prachtig. Het vakmanschap van Nelissen is er een waar je alleen maar bewondering en lof voor kan hebben, terwijl je je overgeeft aan de dolkomische herkenbaarheid van zijn karakterschetsen. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Een strand in de stad

Gedroomd Kanaal – Cilia Erens /November Music
Zuid-Willemsvaart, Den Bosch • 15 augustus 2008

Foto: Cilia Erens

Foto: Cilia Erens

Je hoort strandgeluiden – midden in de stad. Je hoort de meeuwen, de branding en het zachte ruisen van de schelpen in de stroom. Zo levensecht dat je de zon op je huid voelt gloeien. Als vanzelf draai je je hoofd naar links om het roepende kind vlak naast je in de golven te zien spelen. Maar daar ontmoet je enkel de verwonderde blik van je medebezoeker. Die middels het geluid op zijn eigen koptelefoon wellicht net op de snelweg is beland. En eigenlijk net opzij wou stappen voor die naderende brommer.

Je bent niet op het strand, noch op de snelweg. Je zit in een boot op de Zuid-Willemsvaart. Dit kleine kanaal zal binnenkort sluiten voor alle vrachtverkeer en er wordt een nieuwe bestemming gezocht voor deze bijzondere waterader door het hart van de stad. Tijdens Gedroomd Kanaal maak je via een geluidslandschap kennis met de verlangens, gedachten en toekomstplannen van de omwonenden. Als bezoeker van deze voorstelling hoor je dezelfde geluidsloop als je medebezoekers, maar voor iedereen start de loop op een ander moment. Zo vaar je samen over het kanaal, maar beleef je toch je eigen reis.
Geluidskunstenaar Cilia Erens leidt je vaardig door alle verschillende toekomstdromen, van strand tot snelweg, terwijl je ondertussen toch echt met je eigen ogen op klaarlichte dag de kanaalkades voorbij ziet glijden. Erens gebruikt meestal heel alledaagse, ongemengde geluiden voor haar soundscapes. Maar door haar sensitiviteit, de opnametechniek en de geweldige geluidskwaliteit opent zich een wonderlijke wereld.

Deze reis maakt je bewust van de kracht van geluid. Van het immense effect van kabbelende golven en verkeersrumoer ergens onder je huid en van hoe een ingreep in de openbare ruimte doorwerkt in je wezen. De ervaring is ongrijpbaar, wonderlijk en abstract – zoals een droom kan zijn – en is tegelijkertijd helder, levensecht en bijna tastbaar. Gedroomd Kanaal spreekt precies de taal van de ruimte tussen droom en werkelijkheid en is een prachtige manier om dat wat er nog niet is vorm te geven. (Ellen op de Weegh)
Terug naar boven

De droom en de dromer

Country MusicDe Wetten van Kepler / Kim Zonneveld
Talent Factory, Den Bosch • 15 augustus 2008

Foto: Joep Lennarts

Foto: Joep Lennarts

Je bent 18 jaar en droomt van een leven met je jeugdvriendinnetje in een huis met een tuin aan zee waar je samen voor je kleine broertje zorgt. Je bent 29 jaar en hebt dezelfde droom, maar zit in de gevangenis wegens moord en hoort dat je lief met je dochter en nieuwe vriend naar het noorden is vertrokken. Dan ben je 39, vrij man, en staat ineens oog in oog met je dochter – de droom nog net zo levend en onbereikbaar als toen je 18 was. Dat is het verhaal van Jamie Carris in Country Music.

Country Music is in essentie een verzameling van vier dialogen. Het zijn momentopnamen uit een leven waardoor het verhaal minder belangrijk is dan de personages met hun karakter en hun manier van omgaan met een situatie. Wat De Wetten van Kepler probeert, is Jamie weer te geven als een persoon vol tegenstrijdigheden. Een opvliegende jongen en moordenaar, maar ook liefdevol en vol dromen. Hierin slaagt de groep met vlagen, bijvoorbeeld wanneer Jamie en Lynsey na een ruzie fantaseren over de toekomst en hoe ze voor Jamie’s broer Matty zullen zorgen. Ook in de tweede dialoog, waarin Matty Jamie in de gevangenis op komt zoeken, zit een mooi moment wanneer Jamie laat blijken hoe zeer hij Matty gemist heeft. Wat het publiek echter vooral te zien krijgt, is een driftige en onvoorspelbare jongen die het verschil tussen goed en kwaad niet zo nauw neemt en geen grenzen lijkt te kennen. Hierdoor is het moeilijk sympathie voor hem te hebben. Ook in de latere dialogen waar hij, volwassen, meer verantwoordelijk is.

Wat De Wetten van Kepler ook in Country Music weer goed weet te doen, is het combineren van diverse media. Drums, viool en gitaar/bas vormen een sfeervolle omlijsting van het geheel. Maar met name de drie schermen op de grond die via een camera direct beelden van de voorstelling weergeven, zijn een creatieve en indrukwekkende vinding. Deze brengen je als publiek dichter bij de personages door bepaalde scènes of uitdrukkingen vast te leggen. Ook het spel is goed. Willem Schouten weet het personage van Jamie vorm te geven in drie uiteenlopende levensfases en Floor van Berkenstijn laat twee heel verschillende kanten van zichzelf zien als vriendin Lynsey en dochter Emma.

Uiteindelijk verlaat je de Talent Factory met vragen. De vierde scène, waarin Jamie weer even 18 jaar is, heeft er wel voor gezorgd dat je niet het idee hebt dat de hoofdpersoon daadwerkelijk is veranderd of tot inzicht is gekomen. Dit versterkt het gevoel dat Jamie’s lot inderdaad onontkoombaar is. Tevens roept het vragen op over in hoeverre sommige mensen gedoemd zijn te blijven dromen in plaats van dat zij dromen uit zien komen. (Linda Mous)
Terug naar boven

Ondergedompeld in een warm bad van absurditeit

WarmbadNienke Zuidweg
Fontystheater, Den Bosch • 15 augustus 2008

Foto: Nienke Zuidweg

Foto: Nienke Zuidweg

Het is heet in de kleine circustent. Of dit nu te maken heeft met het lekkere weer buiten of dat er ergens een kacheltje verstopt staat, het draagt in ieder geval bij aan de beleving van Warmbad van Nienke Zuidweg.

Temidden van een hittegolf is de jonge strandwacht Berner ervan overtuigd dat er binnen enkele dagen een nieuwe ijstijd aan zal breken. Om deze te ontvluchten, wil hij in een zelfgebouwd vaartuig afreizen naar het Afrikaanse plaatsje Warmbad waar het klimaat volgens zijn berekeningen wel stabiel is. En moeder moet mee.

Voor Berner is de angst om te bevriezen, aangewakkerd door de bevriezingsdood van zijn vader jaren geleden, een obsessie geworden. Hij heeft een ordner vol krantenknipsels, een kaart met zeestromingen en is bereid om zelfs zijn moeder achter te laten om aan de ijstijd te ontsnappen. Zo geeft Warmbad weer hoe buitenproportionele angsten iemands leven in de greep kunnen houden. Een ander thema is het loslaten van wat je dierbaar is. Berners moeder moet een keuze maken tussen haar zoon loslaten of aan hem vastklampen met het risico hem daardoor juist kwijt te raken. Beide zeer interessante en realistische thema’s die in Warmbad niet bepaald subtiel en soms op absurde wijze aan de oppervlakte komen.

Toch heeft Warmbad zeker zijn charmes. Er zit veel humor in de voorstelling zoals de interactie tussen de twee acteurs en de band. Ook Berners invulling aan zijn baan als strandwacht is op zijn minst opvallend te noemen en de beleving van zijn obsessie is op momenten erg grappig. Met name het spel van Corné van Sprundel (Berner) werkt ontwapenend en de muzikale omlijsting is mooi en gepast. De tempowisselingen maken dat het publiek de aandacht niet verliest, maar soms komt de voorstelling wat chaotisch over en lijkt de thematiek even verloren. Zo is Warmbad een vermakelijke voorstelling die vooral bij kinderen erg in de smaak zal vallen en bij iedereen die enig gebrek aan subtiliteit voor lief neemt. (Linda Mous)
Terug naar boven

Wanneer wordt zwijgen liegen?

A funny thing happened to me – Simone Milsdochter
Verkadefabriek, ‘s-Hertogenbosch • 13 augustus 2008

Foto: Nora Loontjes

Foto: Nora Loontjes

Een herkenbaar besef. Het gevoel alles te hebben en dan toch te snakken naar iets anders. Niet per se iets dat beter of mooier is, maar gewoon anders. Het brandende verlangen naar dat wat niet binnen handbereik is en de aantrekkingskracht van een geheime liefde. Simone Milsdochter schreef er haar eerste theatertekst over: A funny thing happened to me. Ze zoekt in deze monoloog naar de fase die volgt op geluk. Is er een overtreffende trap, of wordt geluk onverbiddelijk opgevolgd door haar tegengestelde: ongeluk. Op het podium een fiere, parmantige dame die live wordt begeleid door Benjamin en Lieven Dousselaere, de geluidskunstenaars van Tape Tum. Achter haar worden beelden geprojecteerd uit de film Brief encounter (1945) van David Lean waar de voorstelling losjes op gebaseerd is. Milsdochter verpakt haar zoektocht naar het vervolgstadium van geluk in het verhaal van een gelukkig getrouwde vrouw die valt voor de verleiding van een liefde buiten de deur. De vrouw lijkt alles te hebben – heeft naar eigen zeggen alles – om gelukkig te zijn, maar kan niet in haar situatie berusten. Een liefdevolle man en kind kunnen haar er niet van weerhouden verliefd te worden op een andere man. Ze heeft een affaire en worstelt met alle uiteenlopende gevoelens die hiermee gepaard gaan. De schaamte, maar ook het genot, openheid van zaken willen geven maar terugdeinzen om een geliefde onnodig te kwetsen. Alles heel treffende gevat in de vraag: wanneer wordt zwijgen liegen? De tekst steekt degelijk in elkaar en laten alle emotionele fases de revue passeren. Milsdochter laat zich zien als een degelijke verteller met heldere, aangename stem. Tegen het eind van het stuk laat ze horen ook niet onverdienstelijk te zingen. Een kwaliteit waar beslist meer gebruik van gemaakt had mogen worden om net dat beetje extra variatie in te brengen. Wel is het zo dat de theatermaakster er niet altijd in slaagt de tekst de juiste lading mee te geven. Gelukkig verhullen de geluidskunstenaars deze lacune overtuigend met indringende klanken en aanstekelijke melodieën. Op deze manier slaagt de voorstelling er toch in een rake sfeerschets neer te zetten van een vertwijfelde vrouw, ondanks de soms wat vlakke voordracht. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Meeuw zkt. muziek

Gitanes – Stella Den Haag
Yurt Casinotuin, ‘s-Hertogenbosch œ 12 augustus 2008

Foto: Joep Lennarts

Foto: Joep Lennarts

Ook voor een meeuw moet er meer in het leven zijn dan vreten en van dattum, vermoedt witgevederde Sonja, een rol van Stellla’s Erna van den Berg. Van haar meeuwenvriendje Egbert wordt ze ontzettend blij, maar misschien maakt het zigeunermeisje met de accordeon haar nog wel blijer. Muziek, daar is het haar om te doen. En stiekem ook wel een beetje om de verwantschap die ze voelt met de nomadische meid die net als zij overal wordt verjaagd. ‘Blijf maar lekker zitten’, steekt ze deze Marta een hart onder de riem, maar de taalbarrière is te groot en het meisje denkt dat de meeuw eten wil.

Egbert, bij wie ze al drie lentes is, kreeg het dit jaar niet voor elkaar en heeft haar met een leeg nest opgescheept. Maar ze houden nog van elkaar, en dat is best bijzonder bij de niet-monogame meeuw. Mijmerend vliegt ze over Den Bosch, haar volkse observaties delend met het publiek – de herkenbaarheid van straten en situaties leidt tot gelach: zie daar, die vrouw die het geloof wil delen; kijk, die dikke met z’n eeuwige kratje bier. Hiermee, en met muziek, vult ze haar wat lege bestaan. Maar ze krijgt het even heel zwaar als ze zowel Egbert als Marta kwijt is.

De setting van deze korte solo-met-z’n drieën is toepasselijk eenvoudig: een Mongoolse nomadentent ofwel yurt met op een klein podium drie stoelen. Links een accordeonspeelster, rechts een violiste, beiden in het wit, met armen die op vleugels lijken. Op de middelste Erna van den Berg, die klapwiekend, in lekker Brabants en met sprekende ogen de poëtische tekst van Hans van den Boom brengt. Alleen de ‘seksscènes’ detoneren een beetje; woorden als meeuwenmossel ontlokken wel een lach, maar om de verkeerde reden: ze klinken plastisch en preutse-oma-achtig tussen al het moois en komen er gewoon niet lekker uit. Wat wel lekker past in de sfeer van de zwervers, gevederd dan wel ongevederd, zijn de melancholische Spaanse liederen. Ze brengen een beetje warmte, een aangenaam gevoel, wat liefde in het enerzijds zware, maar anderzijds ook heel romantische vrije leven van de verschoppelingen op de aarde en in de lucht. (Moon Saris)
Terug naar boven

Aanstekelijk levenskrachtige dans

ContemporaryOrthodox – VERS/ Masha Stepina
Verkadefabriek, ‘s-Hertogenbosch • 9 augustus 2008

~

Componiste Masha Stepina kreeg bij Muzieklab Brabant afgelopen jaar de kans een project te starten in het talentontwikkelingsproject VERS. Hierin krijgen jong getalenteerden de kans zich te ontwikkelen, buiten de grenzen van het eigen werkveld. Masha Stepina ging de grens over door een samenwerking te zoeken met choreografe Tatiana Eranosyan en een project te initiëren dat hedendaagse muziek en traditionele Russische folklore doet samensmelten.

Stepina brengt als resultaat een uiterst inventieve compositie die bol staat van opzwepende, steeds scherper aanzwellende passages die levenslucht in de dans blazen. Een fris aandoende dans waarbij de dansers deel uitmaken van de muziek door de maat aan te geven met een stamp op de grond, klap in de handen, of een slag op elk willekeurig lichaamsdeel. Deze directe interactie tussen pianiste en dansers zorgt voor veel zichtbare spelvreugde en maakt de twee disciplines tot een geheel.

De choreografie laat zich aanvankelijk kenmerken door een moderne inslag; voortstuwende en terugtrekkende bewegingen hebben de overhand. Intens en avontuurlijk tegelijkertijd. Hier sluit een veel intiemer stuk op aan: de vier dansers buitelen in slow-motion over elkaar heen en vormen een intrigerende compositie van ledematen waarin amper te onderscheiden is welk lichaamsdeel aan welke danser toe behoort. Gaandeweg wordt de dans steeds traditioneler, in de zin dat de Russiche elementen meer en meer zichtbaar worden. Dansers sieren hun grauwe kostuums op met klassieke Russische sjerps en schorten. Dat verhoogt tegelijkertijd de levendigheid en frivoliteit in de beweging. Slotstuk vormt een aantal prachtig, opzwepende staaltjes traditionele Russische danskunst. Een opmerkelijke uitkomst van dit project; Stepina en Eranosyan zijn er verrassend goed in geslaagd beide disciplines gelijkwaardig met elkaar te vervlechten en een brug te slaan tussen moderniteit en traditie. Zowel in muziek als in dans. Fraaie prestatie van deze talenten in de dop. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Holle ontstaansaarde

LEX – NTGent en LOD
Verkadefabriek, ‘s-Hertogenbosch • 8 augustus 2008

Foto: Kurt van der Elst

Foto: Kurt van der Elst

Een voorstelling met als thema: de mens in wording. Een alternatief Genesisverhaal, waarin God uit woorden wordt geboren, geschreven in een mengeling van Hebreeuws, Latijn en Engels. Regisseur Peter Verhelst stelt zichzelf hiermee een behoorlijk imposante taak die in uitvoering nauwelijks aan de verwachtingen tegemoet komt.

Verhelst kiest ervoor het verhaal op een uitgeklede, bijna kale manier te brengen. Op het toneel is enkel een wezen (Kristof van Boven) te zien dat tergend langzaam vanuit liggende positie aan het bewegen gaat. Met ontbloot bovenlijf, zwart gelaat en dito masker begint hij aan het leven. Zo nu en dan wordt hij bijgestaan door het spel van trombonist Roel Smedts, maar het wezen is grotendeels op zichzelf aangewezen. Teruggeworpen op zijn eigen ik, alleen in een nog niet bestaande wereld. Eenzaamheid is dan ook een kernthema in LEX. In een herhalende opsomming van alleenstaande dieren wordt voortdurend de eenzaamheid van existentie benadrukt. Het bestrijden van dit onmogelijke isolement resulteert uiteindelijk in het scheppen van een wereld – van mens, dier en natuur – om zich heen.

Er zijn absoluut momenten die boven middelmatigheid uitstijgen. Bepaalde muziekfragmenten bijvoorbeeld waarbij zo intens de onherbergzaamheid van het nog lege aardoppervlak in geluid wordt gevat. Of het moment waarop het wezen zich vanaf de grond langzaam opricht en een eerste poging doet zich horizontaal te verplaatsen. Prachtige, ingetogen en uiterst subtiele bewegingen – spier voor spier – die jammergenoeg maar op een aantal momenten echt kunnen beklijven. De voorstelling laat zich toch vooral kenmerken door te lang uitgesponnen stiltes, kaalheid en herhalend geprevel dat niet de beoogde uitwerking lijkt te hebben. De voortdurende herhaling van tekst leidt niet tot meer diepgang, maar werkt na verloop van tijd op de zenuwen. Een jammerlijk falen van een moedige poging om met inzet van minimale middelen belangwekkend theater te maken. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Geslaagd zijsprongetje kan nog beter

ReAnimatie – De Stilte/Guusje Kaayk
Kruithuis, Den Bosch • 9 augustus 2008

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Sinds hij jeugddansgezelschap De Stilte leidt, heeft hij zich niet of nauwelijks beziggehouden met choreografieën voor volwassenen. De tekeningen en beelden van kunstenares Guusje Kaayk inspireerden hem tot een uitstapje in die richting. Een geslaagd zijsprongetje, waarvan die er best vaker een mag maken.

Animaties en theater, een vaak gebruikte maar niet altijd erg geslaagde combinatie. Blijkbaar scheelt het als de bewuste kunstenaar al jaren dansliefhebber is en de bewegingen van dansers in kaart heeft gebracht. Guusje Kaayk snapt dans, dat zie je aan elk beeld, aan elke geanimeerde beweging in deze indrukwekkende dansvoorstelling gemaakt in én voor het Bossche Kruithuis. Ze heeft zichtbaar het genoegen uitgebuit dit keer niet de beweging vast te leggen, maar mede te bepalen.

Op de binnenplaats een voorproefje: een enorme Venus, de moedergodin, van een kunstharsachtig materiaal die aan alle kanten wordt beklommen door haar nakomelingen. Eenmaal binnen in het Kruithuis mogen we zonder schoenen de wenteltrap op; we zouden de dansvloeren kunnen beschadigen. Nog even naar buiten kijken door het raampje, want zoals de goede observator al heeft gezien, zijn alle ramen en luikjes afgeplakt met zwart plastic. Timmermans en zijn dansers willen ons desoriënteren; niet zo moeilijk in dit Kruithuis met z’n kruipdoor sluipdoor, maar wel als je je nog kunt verhouden tot de wereld buiten. De groep is vandaag overigens iets te groot om van een vloeiende routing en volledige desoriëntatie te kunnen spreken, maar dat is niet onoplosbaar.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

We gaan van kamer naar kamer en soms een stapje terug, te beginnen bij een ruimte waarop Guusje Kaayk vrijwel alleen haar stempel heeft gedrukt: een animatie van mensvormen en een handvol mensbeelden die in diverse houdingen aan touwen hangen. In de volgende kamers confronteren kunstenaar en choreograaf ons met voornamelijk associatieve beelden, hoekige bewegingen en behoorlijk verontrustende muziek. Ze leggen niets op, maar suggereren de voortdurende cyclus van het afdalen tot oorlog en het opklimmen tot vrede. Abstract, maar dat past prima bij dit allesomvattende onderwerp waarin individuen verworden tot een massa kronkelende lijven – en soms gelukkig ook weer andersom. Dat laatste gebeurt vooral in de slotscène, waarin we terugkeren naar de eerste kamer. Hingen er eerst beelden van mensen, nu zijn het de dansers die we onderweg hebben leren kennen – een heel ander, menselijker, gevoel.

De ruimte van het Kruithuis, ooit bevatter van explosief oorlogsmateriaal, is goed ingezet door Jack Timmermans en zijn dansers. De hoeken en gaten, de steunbalken, de ramen en deuren; ze werken allemaal prima mee. Ook omdat het publiek er op soms bijzondere manieren in wordt geplaatst, zoals liggend in een lichaamsomtrek van ‘krijt’, met de animaties voor en de dansers boven zich. Maar ondanks de goede poging word je als toeschouwer nergens echt helemaal deelgenoot van wat er gebeurt, voel je – misschien op een klein stukje na, waar een danser(es) heel dichtbij komt – nergens echt omringd door oorlog, door vrede, door angst, door hoop. Misschien aanleiding voor een remake volgend jaar, bijvoorbeeld in samenwerking met Boukje Schweigmann, een theatermaakster die eerder een voorstelling maakte voor het Kruithuis en als geen ander weet hoe je ‘ervaring’ in een (locatie)voorstelling moet bouwen. (Moon Saris)
Terug naar boven

Met je neus in andermans zaken

Gluur – Sanne Zweije
Casinotuin, Den Bosch • 9 augustus 2008

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

De korte versie van Gluur, een containervoorstelling in het project voor jonge makers, zorgde vorig jaar op het Over het IJ-festival voor hilarische situaties. Nu speelt Sanne Zweije samen met Reinier Demeijer een langere voorstelling gebaseerd op hetzelfde gegeven. Minder lachwekkend, maar met meer diepgang.

Bij de tent in de Bossche Casinotuin haalt een ‘insmijter’ het publiek een voor een binnen. Met een dreigement maant hij tot absolute stilte, we mogen onszelf immers niet verraden. Voor onregelmatige openingen in een soort tuinhek van afvalhout verdringen we ons om ongegeneerd te kijken naar de ‘girl next door’, die ligt te slapen op de bank. Haar huiskamer is meisjesachtig rommelig ingericht, met een kakofonische mix van semi-romantische meubeltjes en koddige lampjes; heel echt allemaal, je gelooft nauwelijks meer dat je in een tent staat.

Eigenlijk gebeurt er erg weinig wat maakt dat je wilt blijven kijken. Het leven van het meisje, dat zich volstrekt onbespied waant, is vandaag best wel oninteressant. Het heeft – in tegenstelling tot in de basisversie van vorig jaar – niets van een peepshow, want ons buurmeisje is niet bijzonder sexy aangekleed en doet vooral dingen die het tegengestelde van uitdagend zijn. Ze rookt wat, gaat weer liggen, sport wat, trekt haar sportbroekje uit haar bilspleet, gaat weer liggen, pakt de telefoon op en ontvangt onverwachte visite. De jongen die het publiek binnenhaalde en ook warm houdt voor het saaie schouwspel, voegt als een regisseur van een real life soap wat tikkeltjes spanning toe, zodat we blijven kijken al is er weinig te beleven. Niet als voyeurs vanuit onze eigen luie stoel, maar met aardig wat moeite door een van de, bewust, eigenlijk net te kleine kijkgaten.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Natuurlijk vallen de gluurders uiteindelijk door mand, en als dat gebeurt, lopen de meeste bezoekers heel betrapt snel de tent uit. Niet wetende dat de ergste bespieders buiten door een simpel trucje alsnog door de mand vallen. Helaas werkt dat niet zo fantastisch als in Amsterdam, waar bij de in- en uitgang van de container een spiegel hing waar iedereen vrijwel automatisch in keek. Maar dat is ook niet per se nodig om dit tot een geslaagde voorstelling te maken. Want Sanne Zweije heeft ons al lang met onze neus op de feiten gedrukt, een neus die we maar wat graag in andersmans zaken steken ook al hebben we daar geen toestemming voor en nauwelijks reden toe. (Moon Saris)
Terug naar boven

Een luxe reis met fruit, vlees en vis

Cruise – Theater Artemis/Norfolk
Paardkerkhofsweg, Den Bosch • 9 augustus 2008

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Norfolk maakte vorig jaar een goede indruk met Uptijd, hun tweede voorstelling en de eerste voorstelling in samenwerking met Theater Artemis. Een verhaallijn was er niet echt, wel een thema: je verplicht goed voelen. Was toen een realistische ‘natte ruimte’ de achtergrond, bij de tweede Norfolk-Artemissamenwerking creëerde vaste vormgeefster Lidwien van Kempen een waarheidsgetrouwe wachtruimte in twee delen: kaal en rommelig voor het proviand dat het luxe cruiseschip straks op moet, strak en gelikt voor de passagiers die met de bederfelijke goederen meereizen.

Uitgangspunt voor Cruise was het gemak waarmee anno nu groenten, fruit, vlees en vis worden geïmporteerd en geëxporteerd en wat voor verhalen daar allemaal aan vasthangen. Al denkende en werkende kwam het collectief uit op de minimaatschappij van de ‘waterflat’, waar de stromen van welgestelde mensen en voedsel van over de hele wereld elkaar treffen voor een rondreis langs de plaatsen waar sinaasappels, rundvlees en garnalen vandaan komen. En alsof dat nog niet absurd genoeg is, staan de luxe etenswaren onderweg van hun herkomstland naar de boot in de Bossche haven (sic!) op de dag van de afvaart ook nog volstrekt vast op de dichtgeslibde Nederlandse wegen.

Dat vernemen we uit de radioberichten in het magazijn van Dikke Dennis, die nu op de heftruck zit, maar van zijn vele internationale reizen als vrachtwagenchauffeur een enorme berg verhalen meenam. De dommige Hagenees weet toevallig alles over het vervoer van garnalen en witte druiven en gebruikt de ellenlange wachttijd om die LLink-documentaire-kennis te delen met het publiek, dat net als het decor in de lengte van de loods is geplaatst.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Maar hij is niet het hoogtepunt van de voorstelling. Dat zijn de dames die de wachtruimte bevolken, zowel professioneel als in hun vrije tijd. De drie vrijwel identieke hostesses bijvoorbeeld, die alle clichés van de ’tot in den doet’ dienstbare werkneemster op uiterst grappige wijze tot leven brengen. Inclusief de (eveneens geïmporteerde) oostblokkige medewerkster die haar standaardpraatje over hoe te handelen bij calamiteiten wegens ‘onverstaanbaarbeid’ niet weet over te brengen op een passagier, die daar nogal moeite mee heeft. Verder zijn er de enorme muts in hippiejurk en sandalen, die alles lijdzaam ondergaat om de reis van haar stiekeme dromen maar te kunnen gaan maken en de hippe eigenaresse van een kwijt hondje, die maar moeilijk tot delen met haar lotgenoten komt. Allemaal even cartoonesk uitvergoot qua mimiek en bewegingen.

Zoals in de meligere (teken)film is het een af en aan van personages, die dan helemaal rechts achterin uit een deurtje komen gepiept en dan door de roldeur aan de rechterkant binnenkomen of langs de deuropening stappen, struikelen, blussen. An sich fantastisch vertolkt en goed getimed, al die snel wissenlende dubbelrollen, maar de meiden van Norfolk (Hannah van Lunteren, Loes Haverkort, Nathalie Meskens en Rosa Reuten) kunnen nog wel wat aan kracht winnen als ze beter in tempo variëren en als ze het slot van hun verhaal beter laten aansluiten bij wat er eerder is gebeurd – want waarom zitten de passagiers plotseling toch op de boot, en zo niet, waarom moeten ze er dan af komen? (Moon Saris)
Terug naar boven

Theater / Voorstelling

Liefdevol portretje van de mens in zijn herfst

recensie: ExpreZZive/Lieke Benders - Weg! (8+)

.

~

De aah’s en ooh’s zijn niet van de lucht tijdens Lieke Benders’ beeldende visie op het verliezen van een geliefde, een maatje, van dat wat er altijd gewoon was. Haar Weg! is dan ook een uiterst charmant en liefdevol portretje van twee mensjes die in de herfst van hun leven zijn, maar zich liefst gedragen alsof het altijd lente is. Of je nu jong of oud bent, je houdt binnen no time van dit stel dat het bal opent met de rollatorboogie, dat vervolgens het meubilair uit de muren tovert en dat verder vooral dagelijkse dingetjes doet.

De routine van alledag is bij hen een feestje: koffie drinken, samen (!) een krantje lezen, de was ophangen, de plantjes water geven, Jan Bollen en Inge Liefsoens zitten in hun treffende rol van ouwetjes die van de kleine dingetjes genieten bepaald niet (lang) achter de sansevieria’s. Ze doen, ondanks de stijve gewrichten, alles met een speelse slag en maken overal een lolletje van. Zelfs van het onvermijdelijke gesprek over later, als een van hen onverhoopt mocht wegvallen is een gekke bedoening, met een dramatisch ‘Waarheen, waarvoor’ als hoogtepunt en met water uit de plantenspuit als tranen.

Huilen zul je er niet om, daarvoor is Weg! veel te geestig: het luchtige spel, de choreografie met huisgerei, het decor vol verrassingen, de manier waarop de dingen aan de orde worden gebracht, het pleidooi voor een vrolijk, gelukkig leven met een domper op z’n tijd. Het verzinnen van de tekst op het doodsprentje is zelfs ronduit hilarisch. Maar iets wegslikken of een rillinkje over je rug verduren, ja dat zul je uiteindelijk wel moeten. Het draait er namelijk niet omheen: op het laatst is er voor iedereen de tunnel. En moet degene die overblijft na een flinke snik de draad gewoon weer oppakken, ook al staat er niemand meer aan het andere eindje.

Muziek / Album

De gekte van Sparks

recensie: Sparks - Exotic Creatures of the Deep

.

Sparks werd vooral bekend in de eerste helft van de jaren 70 met hits als ‘Amateur Hour’ en ‘This Town Ain’t Big Enough For The Both Of Us’. Ook maakten ze diepe indruk met ‘Never Turn Your Back on Mother Earth’, hoewel ze daar geen hit mee scoorden. De jaren daarvoor en daarna werden de broers Mael vooral door liefhebbers gewaardeerd. Ron Mael, die deze maand alweer 58 jaar wordt, vormde in 1971 samen met zijn jongere broer Russell de act Sparks. De kenmerkende hoge zang van Russell is door de jaren heen gebleven. De stijl van Sparks evolueerde van glamrock via bubblegum naar de wat theatrale rock met musicalinvloeden.

~

Het 21ste album van Sparks heeft de titel Exotic Creatures of the Deep meegekregen. Zouden ze daarbij ook een beetje duiden op zichzelf? Al jaren maken deze twee heren platen die in kleine kring zeer gewaardeerd worden. Neem hun vorige 2 albums, Lil’ Beethoven en Hello Young Lovers, die beide niet voor niets met 4 sterren werden beoordeeld door de critici, terwijl ze toch al snel in de uitverkoopbakken belandden. Natuurlijk hebben ze in die 37 jaar (!) ook albums gemaakt die snel vergeten kunnen worden, maar de laatste jaren zijn deze broertjes op leeftijd weer aardig sterk bezig.

Doldwaas

Het theatrale ‘I’ve Never Been High’ geeft je het gevoel dat de gebroeders Mael zomaar een rockopera of rockmusical zouden kunnen componeren. Deze song loopt naadloos over in het grappige ‘(She Got Me) Pregnant’. De heren zijn zoals altijd aardig in de weer met zelfspot, zoals blijkt uit de titel ‘I Can’t Believe That You Would Fall For All The Crap In This Song’. Maar dat kenmerkt deze doldwaze muzikanten. Je moet je een beetje gek voelen wil je de muziek van Sparks op waarde kunnen schatten.

Tweedeling

Verwijst ‘Let The Monkey Drive’ naar de aap op de hoes? Het sluit in ieder geval een set songs af, die bij elkaar gehouden wordt door ‘Intro’ en ‘Intro Reprise’. Het verdeelt het album in tweeën: een coherent stuk en een tweede deel waarin de heren allerlei stijlen de revue laten passeren. Zo is er het rockende ‘Lighten Up, Morrissey’. En met ‘Photoshop’ steken de heren de draak met het pc-programma Photoshop waarmee je iemand uit de realiteit zou kunnen halen door de plaatjes aan te passen. Een lekker liedje om op te zetten, als je net je ex-geliefde met Photoshop van de trouwfoto’s hebt verwijderd. Zoals gezegd: je moet een beetje gek zijn om te houden van Sparks. Ben jij gek genoeg voor Sparks?