Muziek / Album

Uitblinkende vaagheid

recensie: Sigur Rós - Með suð í eyrum við spilum endalaust

Hoe vaag kun je zijn? Als het aan Sigur Rós ligt: héél vaag. Als je als IJslandse band je eigen taal verzint (Hopelandic), albums titels meegeeft zoals () en nummers slechts van een volgnummer voorziet in plaats van volwaardige titels, ben je in ieder geval een heel eind op weg richting ultieme vaagheid. Maar aan alles komt een eind. Ook aan vaagheid.

Hopelandic), albums titels meegeeft zoals () en nummers slechts van een volgnummer voorziet in plaats van volwaardige titels, ben je in ieder geval een heel eind op weg richting ultieme vaagheid. Maar aan alles komt een eind. Ook aan vaagheid.

Het nieuwe album van Sigur Rós is een stuk minder vaag dan het hiervoor al genoemde (). Ok, de titel is voor de gemiddelde Nederlandse luisteraar nog steeds niet een toonbeeld van een helder, krachtig stukje tekst. Með suð í eyrum við spilum endalaust is een behoorlijke tongbreker, maar het is tenminste wel een volwaardige titel. Geen loze haakjes meer als naam van een album. En nummers heten nu niet meer ‘(A) 01’, ‘(B) 02’ etcetera, maar hebben al iets aardsere benamingen zoals ‘Ára bátur’ en ‘Straumnes’. Er is zelfs een nummer op dit album te vinden dat met de titel ‘All Alright’ bijna exotisch is door zijn taalkundige eenvoud.

Vorm en inhoud

~

Maar niet alleen de naamgeving is een stuk minder vaag. Ook de muziek lijkt steeds meer uit de IJslandse mist tevoorschijn te komen. Het begint al met de lengte van de liedjes. Daar waar de nummers op () nog minimaal 6,5 minuut duurden (met een uitschieter naar 13 minuten voor ‘(G) 07’) staan er op dit nieuwste album meerdere nummers met de meer gangbare lengte van 3 à 4 minuten. ‘Festival’ duurt dan misschien nog wel bijna 10 minuten, maar daar staat dan weer het 2 minuten durende ‘Straumnes’ tegenover.

Tot zover de toegankelijkere vorm waarin het nieuwe album is gegoten. Ook de inhoud van de muziek is op de vaagheidsschaal opgeschoven naar de heldere kant. Het geheel klinkt frisser en vooral vrolijker dan voorgaand werk. De melancholische mystiek is niet helemaal verdwenen, maar is daarentegen wel voorzien van een dynamischere muzikale en vocale laag. De trend die we al zagen ontstaan op bijvoorbeeld het album Takk… is verder doorgetrokken en vervolmaakt. Het is allemaal wat luchtiger geworden. En daar waar de ingezette luchtigere richting op Takk… nog voorzien is van een fragmentarische muzikale ondergrond, daar is de muziek van Með suð í eyrum við spilum endalaust een stuk rustiger/evenwichtiger.

Mystiek
Ondanks de meer toegankelijke muziek op dit nieuwste album blijft de mystiek bestaan. De ijle stem van Jónsi Birgisson en de orkestrale composities vormen nog steeds het zuiver kloppende hart van Sigur Rós. En hoewel er dus een Engelstalig nummer ten gehore gebracht wordt, is dit op een dusdanige timide wijze gezongen dat we ook hier nog steeds slechts kunnen gissen naar de tekstuele inhoud ervan. Waardoor het mysterieuze element dat Sigur Rós zo kenmerkt ook nu nog in stand gehouden wordt.

De vaagheid is verdwenen uit Sigur Rós’ muziek. Leve de vaagheid!

Sigur Rós speelde onlangs op het Lowlands Festival 2008.