Boeken / Non-fictie

Opnieuw een conservatieve klaagzang

recensie: Roger Scruton (vert. Jabik Veenbaas) - Waarom cultuur belangrijk is

Wie Wim Kayzers prachtige portretten in de VPRO-reeks Van de schoonheid en de troost heeft gezien, herinnert zich wellicht de aflevering met Roger Scruton. Hierin bereidt de Britse filosoof, hoog te paard gezeten, zich voor op de aloude vossenjacht. Een beter beeld kon niet gekozen worden voor de conservatieve schrijver van het pamflet Waarom cultuur belangrijk is.

In het boek dat de serie begeleidt, noemt Kayzer de denkwereld van Scruton ‘reactionair, ja feodaal’. In het licht van Scrutons pamflet is deze typering niet overdreven. Scuton wordt bezield door een diepe wens terug te keren naar de oude, betere cultuur die de ‘Westerse beschaving’ ons gebracht heeft en waarover de afgelopen decennia door anderen zowel te kritisch als te voorbarig is geoordeeld.

Vuilnisbelt

Typerend voor het conservatieve begrip van cultuur is het venijnige commentaar dat Leo Strauss ooit neerschreef naar aanleiding van de hedendaagse neiging om aan allerlei sociale fenomenen zonder onderscheid de term ‘cultuur’ toe te kennen. Strauss merkte hierover op dat wanneer dit gebruik met de oorspronkelijke betekenis van deze term vergeleken wordt, het er op lijkt ‘alsof iemand zou zeggen dat de cultivering van een tuin ook kan bestaan uit het willekeurig rondstrooien van lege blikjes, whiskyflessen en oude kranten in de tuin’. Het conservatieve uitgangspunt bij uitstek is dus dat er een verschil moet worden gemaakt tussen cultuur die nog het meest op een vuilnisbelt lijkt – ofwel: de mens raakt in moreel verval en dat maakt hem minderwaardig – en cultuur die zich vergelijken laat met bekwaam tuinonderhoud en zo de menselijke sentimenten en sympathieën verheft tot de oude, degelijke standaard.

Scruton deelt dit inzicht. Ook voor hem zijn veel elementen uit onze beschaving de naam cultuur niet waard. Zo heeft hij voor de popcultuur en de televisie geen goed woord over: zij storten ons slechts in een verstrooiing, weten onze aandacht niet vast te houden en reduceren ons tot een toestand van een levende dode:

[Popmuziek] zal altijd een steriele kracht blijven, waar niets dan een verstrooiende impuls van uitgaat. Uiteindelijk zal ze, net als de televisie, haar aanhangers verliezen of die reduceren tot een zombie-achtige toestand die hen van het verleden van de mensheid isoleert.

Evenzo insisteert Scruton op een onderscheid tussen goede en slechte literatuur, waarbij het criterium de (morele) sympathieën zijn die door het boek in de mens worden opwekt en daarmee de mens verheft of in een moreel verderf stort.

Oppervlakkigheid

Het dient gezegd te worden dat temidden van deze overbekende, conservatieve klaagzangen over het heden, Scruton een aantal belangwekkende vraagstukken aansnijdt. Zo worden zijn zorgen over het gebrekkige onderwijs vandaag de dag door velen gedeeld. Bij Scruton krijgt deze zorg echter een specifieke toespitsing: zijn betoog richt zich op de gemeenschappelijke vaardigheden en morele gevoeligheden die dankzij traditie, cultuur en overdracht in leven (konden) blijven en die nu door gebrekkig onderwijs teloor dreigen te gaan. Zo’n teloorgang gaat dikwijls en begrijpelijkerwijs gepaard met het gevoel van een zeker verlies: wanneer het vertrouwde verdwijnt sterft er iets van wat ons eigen was. Maar Scruton vergeet de vraag te stellen hoe erg dit verlies eigenlijk is en of een dergelijk verlies niet altijd de keerzijde van een zich aldoor veranderende en vernieuwende cultuur is. In plaats van het stellen van dergelijke vragen, kiest Scruton voor een pamflet waarin het verlies luidkeels beweend wordt en de lezer gemaand wordt zich vooral te bekeren van zijn dwaalwegen.

Niettemin slaat het cultuurpessimisme niet echt aan en dat komt vooral omdat de discussies die hij aangaat met modernisme, postmodernisme en aanverwante stromingen in het geheel niet overtuigen. Niet alleen stelt hij veel te veel kwesties aan de orde in nog geen honderdvijftig pagina’s, de analyses blijven voor een gerenommeerd denker als Scruton bovendien ondermaats en ronduit oppervlakkig. Temidden van de vele onversneden conservatieve klaagredes die de afgelopen jaren over ons werden uitgestort is Waarom cultuur belangrijk is daarom noch de meest pregnante, noch de meest scherpzinnige, noch de meest indrukwekkende.