Boeken / Non-fictie

Een stroom van teleurstellingen

recensie: Olivia Laing (vert. Laura van Campenhout) - Naar de rivier. Een reis onder het oppervlak

Olivia Laing heeft de suggestieve ondertitel Een reis onder het oppervlak, niet waargemaakt. Wat  een filosofisch-literaire pelgrimage lijkt, blijkt een  opeenvolging van dagen gevuld met brave observaties en historische weetjes. Een teleurstellend gebrek aan diepgang in een woud van feiten.

Wie een boek schrijft met de titel Naar de rivier en op de achterflap laat weten dat de reis ‘een reflectie (is) op het veelbewogen leven van een van de markantste schrijfsters van de twintigste eeuw’ – Virginia Woolf namelijk – wekt hoge verwachtingen. Naar de rivier verwijst uiteraard naar de titel Naar de vuurtoren, een van Woolfs bekendste romans. ‘Een reis onder het oppervlak’ suggereert bovendien dat Laing meer wil bieden dan wetenswaardigheden over de Ouse, de oeroude rivier in Zuid Engeland waar Woolf, niet langer in staat haar depressies te verdragen, zich in 1941 verdronk.

Lyrische opsommingen van onzichtbaar gebleven verteller
Laing houdt van literatuur, van planten, bloemen en vogels, van geologische tijdperken en historische veldslagen. Ze houdt bovenal van rivieren – en ze begint aan haar reis na een verbroken liefdesrelatie. Alle ingrediënten voor een boeiend, misschien ontroerend verslag zijn aanwezig. Toch komt ze bijna nergens verder dan een associatieve, hier en daar lyrische opsomming van op zich interessante feiten en wetenswaardigheden over de Ouse en zijn stroomgebied. Haar ontreddering door de breuk met haar vriend komt, afgezien van wat clichématige opmerkingen over eenzaamheid, helemaal niet over. Hier en daar zijn storende herhalingen van ‘weetjes’ ingeslopen, wat wijst op een tekort schietende redactie. De enigszins ronkende hoofdstuktitels versterken het beeld van een schrijfster die forse ambities heeft, maar te weinig doet met te veel materiaal. En bovenal niet in staat is haar fascinaties, obsessies en angsten – kortom wie ze onder de oppervlakte écht is – in een literaire vorm te gieten. Als je zelf de hoofdpersoon, de ‘ik’,van je boek wilt zijn, moet je literair uit de verf komen.

Uitgraven en blootleggen van het verborgene
Iemand als W.G. Sebald, die bij alle minutieuze opsommingen en gedetailleerde beschrijvingen toch de aandacht van de lezer vasthoudt, slaagt daarin door zijn beheerste en tegelijk betrokken toon en een ononderbroken spanningsboog. In de uitgebreide literatuurlijst die Laing achterin het boek heeft opgenomen komt merkwaardig genoeg de naam Sebald niet voor. Het is onwaarschijnlijk dat Laing, als medewerkster aan het literatuurkatern van The Observer,  de boeken van Sebald niet kent.

Daarom is het jammer dat ze de magische kracht van zijn werk, het geobsedeerd zijn door vergeten en weggedrukte menselijke ervaringen, die in een (stads)landschap verborgen liggen, niet heeft opgepakt. Temeer daar het uitgraven en blootleggen van het verborgene ook nog het hoofdthema in de romans van Virginia Woolf vormt.

Weg met het ‘postmoderne’ plakboek
Wandelboeken zijn in. Of het nu gaat om een pelgrimage, waar naast de religieuze doelstelling een eigen spiritueel pad gevolgd is, of een onderzoek naar een geografisch gebied. Er zijn literaire wandelingen, traditionele botanische tochten, historische onderzoekingen te voet en ten slotte is er de hoogst individuele trektocht om het privéleven te verwerken. Ieder wandel- , reis- of onderzoeksboek heeft zijn eigen lezerspubliek. Helaas lijkt het alsof dit boek alle groepen tegelijk wil bedienen.

Advies aan Olivia Laing: neem een duik in het literaire zelf/Zelf in plaats van in de encyclopedie en zoek een uitgever die niet alleen snel geld op het oog heeft met ‘postmodern’ knip- en plakwerk. Schrijf ‘autobiografisch’ over een rivier, een berg, een stad, een krantenbericht of een verbroken relatie – het doet er niet toe zolang stijl, toon en vorm maar blijk geven van een obsessie met eigen en andermans (verborgen) ervaringen.

Boeken / Fictie

Altijd maar weer ‘de dochter van’

recensie: Anne Wiazemsky (vert. Liesbeth van Nes) - Kind van een Oorlog

Honger en dood zijn onlosmakelijk verbonden met oorlog. Maar voor Anne Wiazemsky (1947) heeft oorlog veel meer smaken. Zij legt de nadruk op emancipatie, vrijheid en drang naar avontuur.

Actrice en schrijfster Anne Wiazemsky is de kleindochter van de Franse Nobelprijswinnaar François Mauriac. In Kind van een oorlog reconstrueert Wiazemsky zorgvuldig en in mooi proza hoe haar moeder, Claire, tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog van haar beroemde vader probeerde los te komen. Ze gaat als chauffeur werken voor het Franse Rode Kruis. Terwijl om haar heen miljoenen mensen het leven laten, komt Claires leven juist tot bloei. Ze geniet van de spanning, haar nieuw verworven vrijheid en beschrijft en passant haar amoureuze escapades. Maar bovenal geeft de anonimiteit haar veel voldoening.

Reusachtige sorteermachine
Toch komt Claire nimmer los van haar ouders en dat is voor het verhaal maar goed ook. Dankzij haar dagboekaantekeningen over de oorlog en de briefwisseling met haar moeder, krijgt Wiazemskys roman reliëf. In Parijs verbreekt Claire de verloving met haar vooroorlogse liefje Patrice. Na jaren van krijgsgevangenschap is hij een vreemde voor haar. Bovendien is het vooruitzicht dat ‘de rest van de wereld haar als getrouwd beschouwt’ weinig aanlokkelijk. Claire stort zich wederom vol in het avontuur.

Na de Duitse capitulatie in mei 1945 vertrekt ze naar het verwoeste Berlijn om Fransen te helpen repatriëren. De overwonnen, in puin geschoten stad en haar inwoners maken een geweldige indruk op haar. Met veel empathie beschrijft Claire hoe ‘de Berlijners bijna niets meer van menselijke wezens’ hebben. Ook is ze zich scherp bewust van het trieste lot van de vluchtelingen uit het oosten: ‘Sinds Berlijn in juli 1945 is opgedeeld, is de stad een reusachtige sorteermachine van vluchtelingen geworden.’

Schijnbare verbroedering
Toch knaagt er iets. Terwijl de gewone Berlijners tijdens de winter in huizen zonder ramen en kozijnen bivakkeren, verblijven de Franse dames van het Rode Kruis in een luxueus pand aan de Kurfürstendamm. Daar ontmoet Claire de van origine Russische – Fransman Yvan Wiazemsky (1915), die in dienst is van het Franse leger. Hij is de eerste man in haar leven die zich voor haar interesseert zonder dat hij haar vader kende of zich voor zijn boeken interesseerde. Het is liefde op het eerste gezicht. Praktisch als hij is geeft Yvan Claire als eerste cadeautje een dolk om haar tegen de Russische verkrachters te beschermen.

Na een onterechte beschuldiging aan het adres van Yvan en een hoop gekissebis over de trouwlocatie, waaruit goed de blijvende invloed van het thuisfront blijkt, trouwt het stel in Parijs.  Op de bruiloft lijken Amerikanen, Engelsen, Duitsers, Fransen en Russen met elkaar te verbroederen, maar dat is slechts schijn. De Koude Oorlog is dan allang begonnen. Inventief verwerkt Wiazemsky Churchills pleidooi voor een Engels-Amerikaans bondgenootschap om het communisme in Europa te bestrijden.

Tegen het eind beschrijft Wiazemsky de omstandigheden van een bijna fatale bevalling, waardoor je ineens begrijpt hoe gecompliceerd het leven tijdens en na de oorlog was. Het zou voer kunnen opleveren voor een scherpe discussie over moraal en ethiek, maar Wiazemsky besliste anders. Zij blijft liever dicht bij haar moeder. Die twijfelt ondertussen voortdurend aan haar liefde voor Yvan, terwijl ze zich nergens echt thuis voelt. In Berlijn is ze zichzelf, maar verdraagt ze de ellende van de Duitsers niet. In Parijs zit ze gevangen in het keurslijf van haar familie en verandert ze onvermijdelijk weer in dat wat ze voor de oorlog ook al was: ‘de dochter van.’

Film / Achtergrond
special: Filmstudio's versus vrij internet

De rechten van Hollywood

.

In de afgelopen weken vond een heftige strijd om de vrijheid van het internet plaats. Het is een verhitte discussie over de rechten van de internetgebruiker versus de belangen van de makers. De filmindustrie speelt in het debat een dubieuze rol. 

De Engelse Wikipedia en een geschatte 7000 andere sites gingen op 18 januari op zwart. Het protest tegen de Stop Online Piracy Act (SOPA) in Amerika bereikte hiermee een voorlopig hoogtepunt. Als reactie op de protesten heeft het congres stemming over het wetsvoorstel uitgesteld. Senatoren denken echter een gewijzigd voorstel binnen enkele maanden weer op zal duiken.

SOPA en z’n broertje PIPA (Protect IP Act) komen voort uit de lobby van rechthebbenden. Platenmaatschappijen, de farmaceutische industrie en de filmstudio’s bundelden hun krachten om een stevige reactie te geven op het verlies aan inkomsten door illegaal downloaden. Zij zeggen 200 tot 250 miljard dollar aan inkomsten mis te lopen door digitale piraterij. De wetsvoorstellen werden in oktober ingediend bij het Amerikaanse Congres en liggen sindsdien constant onder vuur. Ondermeer zou 200 miljard een ongefundeerde schatting zijn. 

De Motion Picture Association of America (MPAA) is de spreekbuis voor Hollywood. De organisatie heeft al aangegeven dat het de lobby voor wetgeving niet zal staken: ‘De consequentie van het gebrek aan actie is dat er een veilige haven blijft bestaan voor buitenlandse dieven en Amerikaanse banen verloren gaan.’ De president van de MPAA, voormalige senator Chris Dodd, noemde de black-out van Wikipedia en andere sites ‘onverantwoorde stunts’ die ‘gevaarlijk en zorgelijk’ zijn.

Chris Dodd werd zelf de afgelopen dagen onderwerp van een Amerikaans burgerinitiatief op de website van het Witte Huis. Daarin wordt hij beschuldigd van openlijke corruptie. Het draait allemaal om een interview op FOX waarin hij op verdekte manier Obama waarschuwt dat hij niet op Hollywood moet rekenen voor de sponsoring van diens herverkiezingscampagne als hij SOPA niet steunt. Het initiatief heeft de steun van meer dan dertigduizend mensen, maar het Witte Huis geeft aan er niet op te kunnen reageren.

Bedreiging van het oude businessmodel
Dat de rechthebbenden hun consumenten niet echt hebben weten te overtuigen, blijkt uit de grootte van het protest. Wikipedia haalde 8 miljoen mensen over om de Amerikaanse autoriteiten te bellen, Google kreeg meer dan 7 miljoen ondertekenaars van haar petitie. Activistische bewegingen zoals Avaaz.org richten ondertussen hun woede op Sony, 20th Century Fox en EA. Inmiddels hebben op Avaaz meer dan 3 miljoen mensen de petitie ondertekend die een definitief eind aan de ondersteuning van SOPA moet betekenen. Door hun rol in de lobby’s van de MPAA en de Entertainment Software Association hebben de drie bedrijven ook last van protesten op hun Facebookpagina’s.

~

Op Facebook komen in de laatste dagen teksten voorbij als ‘You don’t get to destroy the Internet just because it doesn’t fit your business model’. En dat businessmodel is waar de schoen wringt, zegt ondermeer het EFF, een bekende Amerikaanse voorvechter van vrij internet. In het geval van Sony komt het goed uit om een brede definitie van copyright aan te houden, zo is het zeer actief in het blokkeren van Youtubefilmpjes die inbreuk maken op Sony’s rechten.

Dit voorjaar zal de introductie van het Sony Entertainment Network in Nederland plaatsvinden. Het bedrijf zegt dat het al meer dan 75 miljoen gebruikers in Europa heeft die op het gesloten netwerk muziek en films van Sony kunnen beluisteren en bekijken. De online activistengroep Anonymous dreigde op 28 december Sony’s Entertainment Netwerk plat te leggen.

Anti-piraterij aan deze kant van de oceaan
In Nederland beziet burgerrechtenbeweging Bits of Freedom SOPA in het licht van de plannen van Fred Teeven, de staatssecretaris wil websiteblokkades in de wet opnemen. Een meerderheid van de Tweede Kamer is tegen de blokkades maar op 11 januari besliste de rechter dat Ziggo en XS4ALL The Pirate Bay voor 1 februari moeten blokkeren. Stichting Brein kan uit naam van rechthebbenden uit de filmindustrie en van de platenmaatschappijen zonder tussenkomst van de rechter websites en alle verwijzingen blokkeren.

~

In Europa wordt binnenkort een handtekening gezet onder de ACTA-wetgeving. Het Europese Parlement behandelt binnenkort de anti-piraterijwetgeving die door de Commissie is voorgesteld en die door het Parlement nog goed gekeurd moet worden. In ACTA worden internetproviders verantwoordelijk gehouden voor de filesharing en krijgen ze de plicht het te voorkomen. Het wereldwijde handelsakkoord is met grote geheimzinnigheid en vooral met het bedrijfsleven tot stand gekomen, een reden voor de digitale mensenrechtenbeweging om grote bezwaren te hebben bij de wetsvoorstellen.

Het verzet tegen de Nederlandse en Europese ACTA ondertekening kwam laat op gang en valt in het niet bij de felle reacties op SOPA. Net iets meer dan duizend mensen roepen op petitie.nl de Tweede Kamer op tegen ACTA te stemmen. Poolse overheidswebsites werden platgelegd door Anonymous om te voorkomen dat het het ACTA-verdrag zou ondertekenen. EFF zegt ondertussen dat er geen nieuwe regelgeving nodig is, maar innovatieve businessmodellen. Het haalt artiest Jonathan Coulton aan: ‘Maak goed spul, maak het dan makkelijk voor mensen om te kopen. Dan is daar je anti-piraterij plan.’

 

Film / Films

Bittere nalatenschap

recensie: The Descendants

In The Descendants speelt George Clooney een advocaat die gedwongen wordt zijn eigen leven te analyseren. Het is geen verrassende film, maar wel een goede toevoeging aan Paynes oeuvre waarin de twijfels van de moderne Amerikaanse man het hoofdthema is.

Hawaï heeft misschien voor velen het imago van een paradijs op aarde, maar voor haar bewoners is het als iedere andere plek in de VS. The Descendants begint met een voice-over van Matt King (George Clooney) die alle illusies die je over het eiland kunt hebben op cynische toon wegneemt.

~

Zijn invalshoek is deels te verklaren door zijn situatie. Zijn vrouw is na een waterski-ongeluk in een coma beland en met moeite probeert hij zijn gezin bij elkaar te houden. Door het wegvallen van zijn vrouw blijkt hoezeer hij afwezig was voor zijn dochters Alexandra en Scottie. De jonge Scottie heeft problemen op school, omdat zij het verdriet over haar moeder niet kan verwerken. De oudere Alexandra zit op een internaat en lijkt zich bewust afzijdig te houden van de hele situatie.

Buitenechtelijke relatie
Er speelt echter nog meer. Een groot stuk land dat eigendom is van Matts familie moet verkocht worden. De beslissing is aan hem, maar moet ervoor waken zijn familie tegen het hoofd te stoten. Het ongeschonden stuk Hawaï is een prachtig natuurgebied en erg gewild bij projectontwikkelaars die er hotels willen bouwen. En of Matt daarmee niet genoeg zorgen heeft, vertellen de doktoren dat zijn vrouw is opgegeven.

Het verhaal krijgt een wending als blijkt dat Matts vrouw een affaire had. Hierdoor wordt hij gedwongen om na te denken over zijn leven en of hij een goede echtgenoot en vader is geweest. Ook gaat hij met zijn dochters op zoek naar de minnaar van zijn vrouw. Een man voor wie zij Matt wilde verlaten.

Onmiskenbaar Payne
The Descendants is een echte Alexander Payne-film. De serieuze onderwerpen hebben een luchtig randje, goed ondersteund door een soundtrack met Hawaïaanse muziek die zowel komisch als melancholisch is. Ondanks de zware last van Matt is er altijd ruimte voor humor in het verhaal. Bijvoorbeeld bij Matts worsteling in de opvoeding van zijn dochters, die tegelijk ook geloofwaardig is neergezet.

~

Want wat doe je als je jongste dochter zich misdraagt op school, haar bikini volpropt met zand zodat het borsten lijken of tuinmeubilair in het zwembad gooit? Matt kan zich niet meer op zijn vrouw beroepen, dus hij schakelt zijn oudste dochter in. Maar ook zij zit in een verwerkingsproces en is bezig met haar eigen sores. Soms zijn de komische kanten wat geforceerd, zoals Alexandra’s vriendje Sid die een stereotype surferdude speelt en op momenten met geinig bedoelde oneliners op de proppen komt.

De mengeling van humor en tragiek is Paynes handelsmerk. Je ziet het terug in About Schmidt en Sideways, waarin de hoofdpersonen ook in een levenscrisis verkeren. Clooney speelt in de lijn van Jack Nicholson en Paul Giamatti. Zijn vertolking doet ook denken aan zijn rollen in Michael Clayton en Up in the Air.

Niet verrassend, wel ontroerend
De onderlinge verhoudingen en de wijze waarop de acteurs hier vorm aan geven zijn de sterke punten van The Descendants. Payne gaat subtiel om met zaken als liefde, verdriet en vergeving. Een mooie scène is bijvoorbeeld die waarin Matts schoonvader Scott (een rol van Robert Forster) zijn dochter in het ziekenhuis bezoekt. De band tussen Matt en zijn schoonvader is altijd al moeizaam geweest. De man is gewoonweg niet aardig. Maar wanneer hij aan het ziekbed van zijn dochter zit en Matt via een raam toekijkt, is er even een gedeeld moment van verdriet en herkenning.  Een moment waarin blijkt dat ook Scott door een pijnlijke fase gaat en de kijker hem zijn snerende en beledigende opmerkingen die hij Matt heeft toebedeeld haast vergeeft.

~

Ook de scène waarin de onverschillige Sid Matt vertelt dat zijn vader is overleden is mooi. Het is een intiem moment, zonder dramatisch of sentimenteel te worden uitgekleed. Iedereen heeft zijn moeilijke momenten, wat zijn uitwerking heeft in hoe iemand handelt of zich gedraagt. Dit geeft Paynes films een menselijk en herkenbaar karakter mee.

Wat op The Descendants aan te merken valt, is dat ze nergens vernieuwend is. Het is een degelijk familiedrama vanuit een Amerikaans perspectief. De thematiek van de verkoop van het land is te vergelijken met L’heure d’été, waar een gezin moet kiezen of zij het huis en de kunst van hun moeder houden of verkopen. In die film werd er echter interessanter omgegaan met het idee van erfgoed en waarde. In The Descendants vormt het een subplot dat dient als manier om Matt over de toekomst te laten nadenken. En gaat het in deze film uiteindelijk meer om hoe verder te gaan als gezin en het hervinden van geluk.

Film / Films

Ongewenste gast

recensie: Jack and Jill

Adam Sandler speelde met wisselend succes in komedies en verraste positief in het drama Reign over Me. In Jack and Jill trekt hij opnieuw de stoute schoenen én vrouwenkleren aan. Tenenkrommend.

Robin Williams deed het met veel elan en Eddie Murphy meestal over the top. Ook komiek Adam Sandler wilde wel eens een vrouwenrol spelen. In Jack and Jill wordt niet echt duidelijk of dit een parodie is of dat hij bewust op een vrouw moet lijken.

~

Een kind kan zien dat het een fout geschminkte man in een jurk is. Tel hierbij op de lompe gebaren, de dominante aanwezigheid en de verschrikkelijke stem die in het beste geval lijkt op die van Miss Piggy en je hebt de slechtste en ongrappigste metamorfose uit de filmgeschiedenis.

De grote Al Pacino
Reclameman Jack (Sandler) krijgt een ongewenste gast: zijn tweelingzuster Jill (ook Sandler). Zij heeft en is ongeveer alles wat een vrouw onaantrekkelijk maakt. Tijdens een uitstapje naar een basketbalwedstrijd van de LA Lakers ontmoeten ze Al Pacino. Terwijl Jack de filmster voorzichtig probeert te benaderen voor een donutcommercial, krijgt Al oog voor de lawaaierige Jill, eveneens afkomstig uit de Bronx. Het begin van een onmogelijke en ongeloofwaardige romance. Hij stalkt haar, maar zij wil niets van hem weten. Jack ziet geen andere mogelijkheid dan zich voor te doen als zijn tweelingzus Jill, om zo de grote Al Pacino voor de reclamecampagne te paaien.

Het blijft een raadsel waarom Al Pacino zich überhaupt heeft laten strikken. Beland in zijn herfstjaren zal hij het wel een leuk idee hebben gevonden om een karikatuur van zichzelf neer te zetten. Hoewel de dialogen uitermate zwak zijn, probeert hij van zijn eigen tekst het beste te maken. Met zijn welbekende schmieren en oreren geeft hij de grootste onbenulligheid toch nog charme. Wanneer Al Pacino als toneelspeler op Broadway toegewijd een stuk van Shakespeare doet, raakt hij compleet van slag door een mobieltje, dat bij nader inzien zijn eigen telefoon blijkt te zijn.

~

Humor is relatief
Dat humor relatief is, bewijzen incidenten met een dronken papegaai, een potje jetskiën in een privé-zwembad, een zeer luidruchtige stoelgang na Mexicaans eten en een pony die onder het gewicht van Jill door de hoeven zakt. Als je maar blijft proberen, zijn sommige momenten best raak. Zo draait Jill tijdens het televisiespelletje The Price is Right zó fanatiek aan het Rad van Fortuin dat ze er met haar hoofd tegenaan knalt en knock-out gaat. Heerlijk ironisch is het als ze later bij Al Pacino thuis per ongeluk zijn enige Oscar (acht nominaties!) kapot gooit.

Het jongste Sandler-vehikel is gelukkig niet aan de lange kant. Om de martelgang op te rekken naar minimale bioscooplengte, kent de film een proloog en epiloog waarin een aantal eeneiige tweelingen anekdotes en karakteristieken vertelt. Ook het afsluitende filmpje met een donut aanprijzende Pacino geldt als extra. Nadat ze het reclamespotje hebben bekeken, walgt Al zichtbaar van het resultaat en roept gedecideerd: ‘Burn it!’ Het is niet ondenkbaar dat iemand bij Jack and Jill de daad bij het woord voegt. 

Film / Films

Karikatuur over immigratiediscussie

recensie: Le Havre

.

Dat het migratiedebat niet uniek is voor Nederland mag duidelijk zijn. De Finse schrijver en regisseur Aki Kaurismäki streek neer in Frankrijk om zijn luchthartige commentaar op de open wond van de Europese samenleving te filmen.

De Franse schoenmaker Marcel Marx leeft in Le Havre grotendeels op het station en de straat. Een klein appartementje is zijn echte huis. Daar woont hij samen met zijn vrouw Arletty en hond Laika. Zijn bohemische leven krijgt een schok als een illegaal uit Gabon ontsnapt aan de politie. Aangekomen in een container en ontdekt door de politie is hij de enige die wist te ontkomen.

~

De film brengt ook subtiel de Franse en West-Europese kleinburgerlijkheid en het gebrek aan aanpassingsvermogen voor het voetlicht. Dit komt nog het meest tot uitdrukking in de geforceerde dialogen tussen Marcel en zijn vrouw Arletty. Zij ziet hem als een groot kind en zal hem niet vertellen dat zij terminaal ziek is, ze bediscussieert eerder op een geforceerde manier het huishouden. De uiterst onderkoelde Arletty is een briljante rol van Kati Outinen. In haar eentje is ze al een reden om Le Havre te gaan zien.

Le Havre is verder een moderne fabel met gewone mensen die in moeilijke momenten elkaar helpen. Lieve karikaturen van kleine ondernemers, politiemensen en illegale immigranten. Iedereen in de Franse stad van blues en soul helpt om Idrissa veilig te houden. Zelfs de artiest Little Bob, die een benefietconcert geeft. Het levert een smakelijk beeld op van Franse compassie en burgerlijke ongehoorzaamheid ten behoeve van een immigrant.  

Boeken / Reportage
special: Jack Kerouac - On the road

Blinkende wagens in de nacht

• Dit stuk maakt deel uit van een reeks over persoonlijke klassiekers van de boekenredactie. Lees ook over de Metamorphosen van OvidiusHomeros’ IliasDe Renner van Tim KrabbéReis naar het einde van de nacht van Louis-Ferdinand CélineNooit meer slapen van W.F. HermansThomas Manns De toverbergIn de ban van de Ring door TolkienFlauberts Madame BovaryMarguerite Yourcenars Het hermetisch zwart en Aantekeningen uit het ondergrondse van Dostojevski. •

‘Waarheen rijdt gij, Amerika, in uw blinkende wagen in de nacht?’ Halverwege de Amerikaanse eeuw zette Jack Kerouac al zijn vraagtekens bij de koers van zijn land. Maar ook nu Amerika als een gehavende oldtimer de eenentwintigste eeuw in sputtert, verdient zijn lyrische stem het gehoord te worden.

‘Waarheen rijdt gij, Amerika, in uw blinkende wagen in de nacht?’ Halverwege de Amerikaanse eeuw zette Jack Kerouac al zijn vraagtekens bij de koers van zijn land. Maar ook nu Amerika als een gehavende oldtimer de eenentwintigste eeuw in sputtert, verdient zijn lyrische stem het gehoord te worden. 

Sommige helden zijn niet meer weg te denken uit het mythische landschap van de Verenigde Staten: Huck Finn drijft nog steeds de Mississippi af in een bootje vol argeloos racisme, Jay Gatsby strekt vergeefs zijn handen uit naar een droom van rijkdom en liefde, en Sal Paradise schiet door de nacht in een ontketende ’49 Hudson. Het verhaal van On the Road is eenvoudig: in navolging van zijn vrienden laat Sal zijn tante in New Jersey achter om naar het westen te reizen. Daar ontmoet hij Dean Moriarty en Carlo Marx. Met Dean aan het stuur – of in elk geval: op het gaspedaal – racen ze het continent over in een ontspoorde zoektocht naar vrijheid en extase, die uiteindelijk strandt in de broeierige hitte van Mexico City.

Cultuurschok
Met de reis van ‘Sal’ beschrijft Kerouac de avonturen die hijzelf tussen 1947 en 1950 beleefde met de andere Beats, in het bijzonder Neal Cassady, William Burroughs en Allen Ginsberg. Gefrustreerd door de kleingeestige burgerij en verstikkende angst van de jaren vijftig, ontvluchtten ze de suburbs op zoek naar een rijker leven. Ze vonden jazz in San Francisco en drugs in New Orleans, Boeddhistische visioenen in Denver en bordelen in Mexico, en overal de lichte vervoering van het reizen. De aardschok die ze met hun vrijzinnige levenswijze en (seksuele) moraal teweegbrachten, kreeg tien jaar later een vervolg in de tsunami van dienstweigeraars en bloemendragende hippies die het westen overspoelde.

~

Nu die vloedgolf weer wat weggeëbd is, blijft de vraag: waarom zouden we On the road anno 2012 lezen? Het schokeffect is inmiddels wel uitgewerkt: een generatie opgevoed door Quentin Tarantino en Hans Teeuwen zal Sals liefdes- en drugsperikelen eerder aandoenlijk dan aanstootgevend vinden. On the road verdient niettemin nog steeds onze aandacht, al is het maar omdat het één van de invloedrijkste boeken van de naoorlogse cultuur is. Op de voedingsbodem van de oorspronkelijke road-novel gedijden muzikanten als Bob Dylan en Tom Waits, films als Easy Rider en schrijvers als Hunter Thompson en Tom Wolfe. Zonder Kerouacs verbeelding van het leven buiten de gebaande paden had ons cultuurlandschap er heel wat kaler uitgezien.

Vrijheid en verwondering
On the road is echter méér dan een belangrijk relikwie uit een verdwenen tijd. Kerouac is een virtuoos bespeler van de Engelse taal, die een geheel eigen snaar aanslaat: muzikaal en lyrisch, poëtisch en onbevangen. Met zijn onmiskenbare stijl schept hij een visionair Amerika, een land dat spreekt tot onze diepste verlangens naar vrijheid, naar de eindeloze beloftes en verwondering van de jeugd. Zo ziet, door Sals ogen, een zonsopkomst in San Francisco eruit:

Another hour and the sun would come streaming through the Golden Gate to shroud the romantic city in white, and a young man would hold his girl by the hand and climb slowly up a long white sidewalk with a bottle of Tokay in his pocket.

Voor Sal en Dean is elke horizon een nieuwe kans om de eeuwige liefde en vriendschap te vinden, elke dageraad een nieuwe deur waarachter extatische visioenen en jazzoptredens wachten. En met elk visioen schuift de poort naar de hemel iets verder open – tot je het gevoel hebt dat God zelf ieder moment tevoorschijn kan komen om je de hand te schudden in de straten van Denver of San Francisco.

Terwijl Sal met zijn vrienden het continent doorkruist, roept Kerouac schijnbaar à l’improviste een bijna mythische voorstelling van haar natuur op. Hij is halfverliefd op de ‘wild, lyrical, drizzling air of Nebraska’. Maar hij bezingt evengoed de Mississippi: ’the great brown father of waters rolling down from mid-America like the torrent of broken sous’. En zelfs haar steden ontlokken een lyrische noot, zoals de ‘fabulous white city of San Francisco on her eleven mystic hills’. Wie kan On the Road lezen zònder een ontembaar verlangen naar de weidse vlaktes van Nevada en de ‘mystieke heuvelen’ van San Francisco?

Tussen droom en drank
Maar achter het natuurschoon, de visioenen en avonturen, schemert de tragiek. Naarmate Sal almaar harder rent om zijn droom te bereiken, groeit het inzicht dat zijn achtervolging gedoemd is te falen. Net als het ideaal van die andere Amerikaanse dromer – Jay Gatsby – drijft Sals toekomstvisioen steeds verder terug in het verleden. Zijn hoopvolle vooruitkijken maakt plaats voor nostalgie. Na wéér een afscheid lezen we:

What is that feeling when you’re driving away from people and they recede on the plain till you see their specks dispersing? – It’s the too-huge world vaulting us, and it’s good-bye. But we lean forward to the next crazy adventure beneath the skies.

Hoe luid Sal ook de loftrompet afsteekt over een leven van dromen en daden, zijn levenslust kan deze donkere ondertoon (’the too-huge world vaulting us’) nooit geheel overstemmen. Zo nu en dan zwelt zij zelfs aan tot een onverhuld doodsverlangen, als hij beseft dat zijn spirituele zoektocht slechts een vergeefse poging is om het verloren paradijs van zijn jeugd terug te vinden. Zijn volle naam luidt niet voor niets Salvatore Paradise.

Het is ongetwijfeld dezelfde tragiek, een nostalgie geboren uit verloren dromen, die het leven van Sals geestelijk vader naar een tragisch slot voerde. Gekweld door melancholische (en vooral ook: alcoholische) depressies, ging de onttroonde koning van de Beats in 1969 gedesillusioneerd aan zijn drankmisbruik ten onder. Het is dan ook niet zonder enige ironie dat zijn beroemdste roman juist tot leven komt in de spanning tussen ongebreidelde levenslust en een nostalgisch terugverlangen naar het verleden. Zij voorkomt dat On the road verwordt tot een oppervlakkig pamflet voor het vrijgevochten leven, en geeft Kerouacs roman dramatische diepgang en inhoud.

Naar een nieuwe horizon
Welke weg Amerika’s eens zo blinkende wagen de komende jaren inslaat – en wie het stuur bedient – valt voorlopig niet te voorspellen. Maar hoe het de V.S. ook vergaat, we hoeven niet te vrezen voor het lot van haar grootste schrijvers. Onder hen heeft Jack Kerouac een vaste plaats verworven: On the road staat nog steeds overeind als een van de hoogtepunten van de naoorlogse literatuur. In zijn ’49 Hudson rijdt Kerouac soeverein de eenentwintigste eeuw in, Neal Cassady aan het stuur, Charlie Parker knallend uit de autoradio, de belofte van een nieuwe horizon in de verte – en zo nu en dan een weemoedige blik in de achteruitkijkspiegel.

Boeken / Fictie

Nog even niet naar buiten kijken

recensie: Philip Huff - Niemand in de stad

De sociëteit van het Amsterdams Studenten Corps heeft geen ramen. Zo kan niemand naar binnen kijken, denken de leden. Een van de hoofdpersonages van Niemand in de stad weet dat het eigenlijk andersom is. Wie binnen is, hoeft even niet naar buiten te kijken.

Als Philip Hofman op zijn achttiende vanuit het bekakte Aerdenhout naar Amsterdam vertrekt, sluit hij zich aan bij het ASC. Het volgende moment is hij lid van de elite, van een gesloten gemeenschap waarin eigen wetten en regels (mores) gelden. Een wereld waarin de advocaten, de bankiers en de hoofdredacteuren van morgen nog even drinkebroers, cokesnuivers en vreemdgangers mogen spelen. De volwassenheid wordt buiten de deur gehouden, de jeugd dient er tegen iedere prijs te worden geconserveerd. Jongens zijn ze, maar, Corpsjongens.

Omertá
Niemand in de stad beschrijft het leven in die gesloten gemeenschap van de studentenvereniging, die op zij beurt weer is onderverdeeld in talloze compartimenten die ‘jaarclub’, ‘jaar’, ‘soos’ of ‘huis’ heten. Hoe kun je, temidden van al die voortdurend veranderende verhoudingen en soms kunstmatig geconstrueerde rolverdelingen, er achter komen wie je nu werkelijk bent? En wie die mensen zijn met wie je lief, leed, katers en Minervameisjes deelt?

Met romans over studenten en hun avonturen en avontuurtjes kun je hele bibliotheken vullen. Ronald Giphart benaderde de ongedwongenheid van het leven van bijna-volwassenen in de grote stad vermoedelijk het best. Romans over het Corps, met al zijn verplichtingen, sociale druk en andere extremiteiten, zijn gek genoeg een stuk zeldzamer. Misschien omdat het voortdurend benadrukken van het groepsgevoel zich slecht verhoudt met de singulariteit van de kunstenaar, misschien ook omdat er een soort omertá bestaat. What happens at the Soos, stays at the soos, zoiets. Boudewijn van Houten bleef in Zoveel lol vooral steken in enkele scherpe observaties, terwijl Onno te Rijdt in Mores de vereniging wel kritisch tegemoet trad, maar daarbij enkele van zijn personages opblies tot eendimensionale karikaturen.

De aanwezigheid van de afwezige vader
Niemand in de stad (net als Huffs debuut Dagen van gras een ode aan de Nederlandse muziek; in de roman zelf zitten nog enkele liedteksten verborgen) is andere koek. Huff maakt van het leven in het Corps geen uitzinnige bende, en evenmin een afschuwelijk Sodom en Gomorra. Het huis Vondel op de Prinsengracht, waar Philip Hofman terecht komt, bevat allerlei soorten jongens, die ieder met hun eigen motivatie en hun eigen achtergrond zich in het hart van het ASC hebben verschanst. Jacob, de zwijgzame, zachtaardige medicijnenstudent die voornamelijk spreekt in quotes van T.S. Eliot en andere Britse literatuurkanonnen; Hannes, de stotterende bijdehand; Matt, de recalcitrante vreemdganger en populaire jongen en Philip, de monnik die in een omgeving van uitzinnigheden probeert matig te blijven, zijn vriendin trouw te zijn en zijn studie te voltooien. Jongens zonder rem, die behalve hun lidmaatschap en hun adres eigenlijk niets gemeenschappelijks bezitten, of het zou de slagschaduw van hun zonder uitzondering verschrikkelijke vaders moeten zijn. Uit de verlammende angst niet aan de ouderlijke verwachtingen te kunnen voldoen, doen sommige ASC’ers maar liever helemaal niets.

Af en toe dreigt de balans door te slaan. Zoals wanneer zelfs Philip, de monnik, niet meer kan weerstaan aan de verleiding van het vreemdgaan. In zijn eigen woorden: zijn pik wordt om de haverklap maar hard. Te vaak misschien, je kunt je op het laatst wel érg levendig voorstellen hoe hormonen van een jonge student temidden van ontelbare prachtige meisjes moeten rondsuizen. Maar ook die (expliciete) passages dienen een groter doel: ze tonen de onmiskenbare, genetische aanwezigheid van de altijd afwezige (want van de ene naar de andere vrouw hollende) vader. Hoe hard je ook probeert, je ontkomt nooit aan wie je bent, ook al is die persoon minder fraai dan je zou willen. 

Corporaal vernis
Huff levert een even opmerkelijke als indrukwekkende prestatie: niet eerder werd het leven in de beruchte studentenvereniging zó treffend en ambivalent weergegeven. Niemand in de stad beschrijft de sfeer binnen de muren zonder ramen zowel warm als dreigend, zowel kalm als opgefokt. Wie bereid is zijn vooroordelen op te schorten, krijgt begrip voor de corporale waanzin, voor de noodzaak van de mores en voor de wens van de leden om deel uit te maken van een groep die hen accepteert, zonder dat ze er zelf al achter zijn of ze wel daadwerkelijk zijn wie ze zijn.

Vriendschap, daar gaat het Huff om. Die vriendschap lijkt soms wezenlijk en op andere momenten weer niet meer dan een laag corporaal vernis. Hier overstijgt de roman zijn omgeving: de onzekerheid over wat vriendschap inhoudt, en vooral wat het niet inhoudt, die is universeel.

Boeken / Non-fictie

Dan liever Oblomov

recensie: Alicja Gescinska - De verovering van de vrijheid. Van luie mensen, de dingen die voorbijgaan

.

Een interessant, maar helaas weinig overtuigend uitgewerkt standpunt. Dat komt vooral omdat Gescinska (1981) zichzelf volkomen overschreeuwt. De verovering van de vrijheid. Van luie mensen, de dingen die voorbijgaan begint als een veelbelovend filosofisch exposé vanuit een persoonlijk gevoed vraagstuk. Dat helaas eindigt in een kakofonie van boude politiek-maatschappelijke stellingen en uitroeptekens.

Liever niets dan iets
Als kind kwam Gescinska vanuit het Polen achter het IJzeren Gordijn naar België. De familiegeschiedenis heeft iets tragikomisch: haar hoogopgeleide ouders verzetten hemel en aarde om naar het vrije Westen te ontsnappen, om in Vlaanderen terecht te komen in de gevangenis van laaggeschoold, onderbetaald en onbevredigend werk. Een jaar of twee later valt de Muur. Had een beetje geduld uiteindelijk niet een beter leven in Polen opgeleverd? Het gezin Gescinska heeft nu weliswaar de negatieve vrijheid veroverd – gaan en staan waar je wilt zonder opgelegde beperkingen van buitenaf – maar van een zinvolle, positieve invulling van die vrijheid is geen sprake.

Het is deze persoonlijke geschiedenis die de jonge filosofe op het spoor zet van haar onderzoek naar de betekenis van de vrijheid. Ook de aanleiding is persoonlijk: haar vader wordt ziek en komt te overlijden. Hij is een moderne Oblomov: zijn leven lang is hij lui geweest, hij deed liever niets dan iets. De vlucht naar het Westen lijkt heldhaftig, maar was eerder een eindpunt dan een nieuw begin. Luiheid kun je verkopen als het uitoefenen van je vrijheid: ‘ik doe gewoon lekker niks en niemand houdt me tegen’. Maar als haar vader zo vroeg overlijdt beseft Gescinska dat hij de echte vrijheid aan zich voorbij heeft laten gaan.

Tot zover weet Gescinska’s filosofische verkenning te boeien. Ze besteedt aandacht aan het Russische denken over vrijheid en luiheid, waar buiten de iconische roman Oblomov nog veel meer te halen valt. De Franse filosoof Vladimir Jankélévitch brengt haar op het punt van de eenmaligheid en onomkeerbaarheid van het leven, waardoor van elk moment opnieuw een moreel appel uitgaat. Zo formuleert ze een filosofie van de activiteit waar een zekere aantrekkingskracht vanuit gaat.

Betweterig en respectloos
In de tweede helft van het boek laat Gescinska de luiheid min of meer achter zich om nader in te gaan op de vrijheid. En daar gaat het mis. Vrijheid is ook niet het meest makkelijke begrip uit de filosofie. Er is zoveel over gedacht en geschreven – om dat uiteen te zetten moet je van wel heel goede huize komen. Laat staan om daar een oorspronkelijke eigen visie aan toe te voegen. Gescinska stelt in navolging van onder anderen Charles Taylor dat negatieve vrijheid niet voldoende is. Vrijheid moet gekoppeld worden aan ‘het goede doen’ en deze positieve vrijheid is de enige die er werkelijk toe doet.

Daar ligt het grootste probleem. Gescinska verliest zich naarmate het boek vordert steeds meer in een schreeuwerige verdediging van die morele interpretatie van vrijheid. De jonge filosofe gooit daarmee haar eigen ruiten in. Ze strooit gul met verwijten aan het adres van liberale denkers en politici: ‘waar de die hard-ultraliberaal al steigert bij de schaduw van wat op een inmenging lijkt, daar bieden de meeste filosofen ruimte voor nuance.’ Zij is in elk geval niet een van die ‘meeste filosofen’. Haar toon is zo betweterig en zelfs respectloos dat je je van weeromstuit aan de kant van die liberalen schaart. De negatieve vrijheid en het schadebeginsel (doe wat je wilt als dat niemand anders schaadt) ‘opent de deuren der stompzinnigheid’. Sartres Het existentialisme is een humanisme vindt zij ‘maar een boekje van twee keer niks’. Hoe moeten we haar serieus nemen als zij haar opponenten niet serieus neemt?

Als ware vrijheid gepaard gaat met een uitroeptekenstijl, vol immers en natuurlijk en vind ik, dus het is zo, dan blijf ik liever honderden pagina’s lang in bed liggen. Zoals Oblomov.

Theater / Voorstelling

Dansklassieker met choreografe zelf in de hoofdrol

recensie: Rosas - Rosas danst Rosas

.

In 1983 vond de première plaats van Anne Teresa De Keersmaekers spraakmakende en sindsdien wereldberoemde Rosas danst Rosas. Een uitvoering van de klassieker door haar dansgezelschap Rosas kan nog altijd rekenen op een volle zaal.  

Al met Fase, 4 movements to the music of Steve Reich wordt het talent van De Keersmaekers herkend en erkend. Haar wereldwijde reputatie groeit verder dankzij Rosas danst Rosas. Negenentwintig jaar later weet ze nog steeds harten te bekoren en ogen te strelen met deze prachtige voorstelling. Wie het geluk heeft deze klassieker te mogen aanschouwen, maakt anderhalf uur lang deel uit van een stukje dansgeschiedenis. Rosas danst Rosas behoeft amper introductie. Hij staat er, als een mijlpaal tussen de klassiekers.

Rosas danst Rosas in 1983

Rosas danst Rosas in 1983

Choreografe zelf in actie
Een ellenlange rij mensen, die toch nog op een zitplaats hoopten voor het uitverkochte optreden, stond ongeduldig aan te schuiven aan de kassa. Diegenen die goed voorbereid kwamen, kregen meteen het goede nieuws dat ze per uitzondering De Keersmaeker zelf aan het werk zouden zien op het podium. De zaal vulde zich met verwachtingen en nieuwsgierigheid.

Het licht doofde en het geroezemoes ook. Muisstil keek iedereen naar de vier gracieuze danseressen die het publiek het volgende anderhalf uur zouden meeslepen met repetitieve bewegingen, zwoele zuchten, sierlijke danspassen en verhalende lichaamstaal. Rosas danst Rosas creëert een frame. Het laat het publiek niet alleen een andere wereld aanschouwen, maar sleurt het ook onzichtbaar mee het podium op.

Verbluffend
De voorstelling wordt opgesplitst in vijf verschillende fases. Elke fase maakt gebruik van een leeg podium met als enige attribuut een aantal stoelen. Op de ritmische tonen van minimalistische muziek wordt de sfeer gezet. Elke acte maakt gebruik van andere melodieën die elk een apart gevoel oproepen. Van het tikken van een klok naar meer jazzy tonen, naar een meer zuiders georiënteerd ritme.

Rosas danst Rosas in 1983

Rosas danst Rosas in 1983

De vier danseressen maken gebruik van alledaagse bewegingen die herhaaldelijk worden ingezet. Occasioneel met een flinke en bruuske uithaal, maar steeds heel erg simplistisch en gracieus. Met abstracte synchrone bewegingen spinnen ze een verhaal, ritmisch en boordevol passie. Soms wijken ze af, neemt er iemand positie op het voorplan of gaat haar eigen weg. Maar steeds blijven ze in ritme en vormen ogenschijnlijk één geheel.

De toeschouwer krijgt ten alle tijden een indruk van eenheid en samenwerking te zien, op een esthetisch verbluffende manier geuit. De individuele stijl van de meisjes blijft behouden, ook al maken ze exact dezelfde bewegingen. De Keersmaeker springt hier uiteraard constant in het oog. Met haar ogenschijnlijk nonchalante, wat rauwere manier van dansen, staat ze anderhalf uur lang in de schijnwerpers. Men ziet hier de meesteres aan het werk en dat zal iedereen geweten hebben.

Esthetische parel
Rosas danst Rosas werd reeds verfilmd in 1997 en recent stal ook Beyoncé de choreografie voor haar clips. Elke dansliefhebber zou deze klassieker gezien moeten hebben, al was het maar om een grote component in de dansgeschiedenis met het blote oog te kunnen aanschouwen. Een esthetische parel, die zelfs door de zwijnen geapprecieerd zal worden. Rosas danst Rosas vormt niet alleen het leven om in kunst, maar kunst in leven.