Film / Films

Geen dubbele Catch-22

recensie: Catch .44

Wanneer drie criminele vrouwen een ogenschijnlijk simpele klus voor hun baas moeten opknappen, gaat alles fout. Een film die clichés wenst te vermijden eindigt toch in een Mexican standoff.

Dit jaar zijn jonge vrouwelijke criminelen een trend in filmland. The Bling Ring, Spring Breakers en Catch .44 tonen allen jonge vrouwen op het verkeerde pad. Meer dan eens worden ze gespeeld door actrices die hun lieve imago van zich af willen schudden. Emma Watson zet in Sofia Coppolas The Bling Ring stappen om herinneringen aan Hermelien te doen vervagen, en ook Disney Channels Selena Gomez laat haar ruige kant zien in Harmony Korine’s Spring Breakers. In die zin is Catch .44 al origineler: hoofdrolspeelster Malin Akerman is midden dertig en leidt niet onder een braaf imago. Regisseur dit keer is Aaron Harvey, die met Catch .44 een potentieel origineel gangsterverhaal opzet, maar niet altijd gelukkig is in de afwerking.

Laatste halte: het wegrestaurant

~

Tes (Malin Akerman), Kara (Nikki Reed) en Dawn (Deborah Ann Wolf) zijn criminelen in dienst van Mel (Bruce Willis). Ze hebben hun vorige opdracht verkloot en nu moeten ze het goedmaken. In een wegrestaurant, veertig kilometer verwijderd van de stad, moeten ze een drugsdeal onderscheppen. Dit loopt niet zoals gepland, en zo wordt het wegrestaurant  het eindpunt voor vrijwel elk personage in de film.

Nadat Kara een schot hagel heeft opgevangen van de barvrouw en Dawn op haar beurt de barvrouw met lood heeft doorzeefd, klinkt er stevige rock en toont Harvey een totaal overbodige douchescènes. Deze film dient duidelijk met een knipoog te worden bekeken, zoals ook de introductie van menig personage doet vermoeden. Met grote gele letters in beeld wordt duidelijk gemaakt wie wie is.

Hoe iedereen verzeild is geraakt in de penibele situatie in het wegrestaurant wordt op non-lineaire wijze verteld. Aan bod komen de voorgeschiedenis van de vrouwen, hun relatie tot Mel, en hoe de door mysterie omgeven crimineel Ronny (Forest Whitaker) in het geheel past. Alles leidt naar het onvermijdelijke bloedbad dat plaats vindt in het wegrestaurant. Uiteindelijk staan er nog drie mensen overeind die elkaar onder schot houden: Tes, Ronny en Billy (Shea Whigham).

Gewapende driehoeksverhouding

~

Deze gewapende driehoeksverhouding beschouwen als een dubbele Catch-22, naar het boek van Joseph Heller, zou teveel eer zijn. De titel dient met een korreltje hagel genomen te worden, want ondanks de duidelijk door Heller geïnspireerde titel, valt in deze film geen vergelijkbare gelaagdheid te ontdekken. De ‘.44’ uit de titel verwijst dan ook alleen naar Mels .44 Remington Magnum, die verder overigens op geen enkele wijze een prominente rol inneemt.

Catch .44 heeft zo zijn momenten. Bruce Willis is vermakelijk in zijn kleine, criminele rol en ook Forest Whitaker vertolkt zijn verknipte crimineel op vrij briljante wijze. Toepasselijke muziek begeleidt de personages tijdens hun tocht naar het eindpunt en het concept van de film is leuk bedacht. Het non-lineaire aspect is ook aardig uitgewerkt, maar uiteindelijk belandt Catch .44 toch in de clichés die de film zo probeert te mijden. Want veel meer cliché dan een Mexican standoff in een film wordt het niet. 

Theater / Voorstelling

Weinig spanning en te expliciet

recensie: Dodelijk Verlangen

Dodelijk verlangen, gespeeld door het gezelschap Fantasten, is een muzikaal kostuumdrama over liefde, lust, hartstocht en romantiek. Naast de romantiek, die gedurende de voorstelling de nodige barsten vertoont, laat ook de kwaliteit van de performance op sommige momenten te wensen over.

In deze fysieke muziektheatervoorstelling spelen acteurs Marle Brouwer en Steef Hupkes de rollen van de twee hoofdpersonages: Victor en Madeleine, graaf en markiezin. In aanwezigheid van drie violisten en een cellist van het Ragazze Strijkkwartet (bestaande uit Rosa Arnold, Jeanita Vriens, Annemijn Bergkotte en Geneviève Verhage) speelt zich een spel van aantrekken en afstoten af. Victor houdt van Madeleine, maar Madeleine zet Victor aan tot het versieren van een andere vrouw. Ze ziet dit als een test, zodat hij zijn liefde voor haar kan bewijzen. Aanvankelijk stribbelt Victor tegen, maar wanneer hij toch zijn zinnen zet op de celliste, is Madeleine boos, jaloers en ongelukkig. Ze vermoordt de celliste met haar strijkstok en vergiftigt haar geliefde Victor aan het diner.

Sfeervolle livemuziek in een sfeervol decor

Dit alles speelt zich af op een fraai decor. De achterwand, gemaakt van witte bruidsjurken, is prachtig en functioneel: de spelers verdwijnen er in, rennen er doorheen en komen er achter vandaan tevoorschijn. De witte kroonluchters en vele looplampen zorgen voor een mooie belichting. In dit decor worden dans, beweging, tekst en muziek met elkaar verweven. Het strijkkwartet steelt echter de show. De muziek die zij maken sleept de toeschouwer mee in het verhaal en maakt de sfeerbeelden compleet. Zeker in het begin van de voorstelling munt deze samenwerking van audio- en visuele kunst uit in energie, originaliteit en spanning.

Al snel is die spanning echter verdwenen. Waar in sommige voorstellingen bijzondere elementen te weinig recht wordt aangedaan, is hier sprake van het tegenovergestelde. De muzikanten zijn tegelijkertijd ook dansers, decor, tegenspelers en omstanders. Ze worden werkelijk overal voor ingezet. Het is te veel, op deze manier komt de bijzondere samenwerking met dit strijkkwartet niet meer tot zijn recht.

Daarnaast blijkt het hele stuk tot in de puntjes te zijn gechoreografeerd. Ruimte voor spontaniteit is niet aanwezig, alles is voorspelbaar en zelfs voor een kleine handeling als het dekken van een tafel, is een choreografie bedacht. Er wordt niets aan de twijfel overgelaten in deze voorstelling. Daardoor is de boodschap over de verwoestende kracht van de liefde, lust en jaloezie bijna niet te missen. Is het je de eerste keer niet opgevallen, dan wordt het op een andere manier nog voldoende herhaald om het tot je door te laten dringen.

Een jeugdig dodelijk verlangen

Hoewel Dodelijk Verlangen niet specifiek wordt gepresenteerd als een voorstelling voor jongeren, zal deze met zijn helderheid en flitsende uitstraling toch vooral een jong publiek aanspreken. Het is daarom goed dat Fantasten met hun voorstelling langs een aantal middelbare scholen gaat. Toch is het flitsende karakter niet voldoende om de vele herhalende elementen te verhullen. Ook voor scholieren zou het allemaal wel eens wat te langdradig en expliciet kunnen zijn.

Muziek / Concert

Waardige seizoensluiter

recensie: Gert Vlok Nel

Gert Vlok Nel kreeg in 2006 aandacht op de Nederlandse tv toen een documentaire over hem werd uitgezonden. Het vlak daarop uitgebrachte album Beaufort-Wes se Beautiful Woorde oogstte veel belangstelling. Ter ondersteuning van zijn nieuwe album toert Nel voor de vierde maal door ons land.

Een concertseizoen afsluiten op de eerste dag van de zomer met een Zuid-Afrikaanse dichter/singer-songwriter vraagt natuurlijk om een verhitte avond. De Nightclub van Roepaen is gezellig volgepakt. De hitte die er hangt is deels afkomstig van de dagen ervoor waarop de dertiggraden-grens werd overschreden, maar wordt voornamelijk aangewakkerd door het aantal bezoekers en de broeierige sfeer op het podium.

Zachte basklanken betoveren

~

Gert Vlok Nel wordt op het podium bijgestaan door producer en bassist Schalk Joubert die zijn elektrische bas bespeelt alsof het een viool is. Niet dat Joubert de strijkstok hanteert op zijn snareninstrument, maar de zachte klanken die hij tovert uit zijn basgitaar zijn van een wonderlijke schoonheid en ze voorzien het akoestische gitaargeluid van Nel van een bijzondere aanvulling. Het duo is op tournee vanwege het verschijnen van het tweede album Onherroeplik dat vorig jaar verscheen. Veel liedjes die Nel en Joubert spelen zijn dan ook afkomstig van dit album, maar ook pareltjes van het eerste album passeren in de bijna anderhalf uur durende show de revue. Dat Nel’s liedjes niet altijd over Zuid-Afrika gaan blijkt uit het mooie ‘Nijmegen deur my trane’, dat geschreven is tijdens een van zijn vorige bezoeken aan Nederland. En zoals altijd zijn de dichterlijk teksten van deze dichter even diepgravend als ondoorgrondelijk.

De zomer schittert
Het zingen van Gert Vlok Nel heeft vaak een beetje een mummelend karakter dat de verstaanbaarheid van de Afrikaanse teksten niet ten goede komt, maar wel de sfeer waarin de liedjes zich wentelen. Om het ongemak van de taal te omzeilen begeleidt Nel zijn liedjes  met een presentatie. Daar zijn soms de originele Afrikaans/Engelse teksten te zien, maar vaker nog de vertalingen afgewisseld met beelden die de liedjes extra impact verschaffen. Veelal bestaat de begeleiding uit de ritmische gitaarriffs van Nel en het melodische basspel van Joubert. Soms zingt Joubert zacht een tweede stem en speelt Nel mondharmonica. Tijdens ‘Jonk’ spreekt Nel de tekst en ligt zijn gitaar op het podium terwijl Joubert de bas laat fonkelen in al zijn eenvoud.

Nel, die nog altijd een bescheiden en vooral verlegen persoonlijkheid is, schittert voor de vierde maal op het Roepaen-podium en laat een diepe indruk achter. De zomer schittert ons tegemoet en zal doen terugdenken aan dit warme, onderhoudende optreden.

Film / Achtergrond
special: Before Sunrise, Before Sunset & Before Midnight

Liefdestriptiek – van verliefdheid naar verantwoordelijkheid

.

Ze leren elkaar kennen als vrijgezelle twintigers in Wenen. Hun ontmoeting leidt tot een kortstondige liefde van een nacht. Negen jaar later zien ze elkaar terug in Parijs, waar blijkt dat ze elkaar niet vergeten zijn. Before Midnight, het laatste deel uit Linklaters trilogie, speelt zich tien jaar na die ontmoeting in Parijs af, en toont wat er is overgebleven van een bijzondere liefde. Een waardige afsluiter, waarin er nog steeds ruimte is voor prikkeling en magie.

~

Die nacht in Wenen is een bijzondere. We zien het stel vooral pratend. Over reïncarnatie, over toekomstplannen en passies, over liefde. Diepgaande onderwerpen als filosofie wisselen zich af met humor. De twee lijken volkomen op hun gemak bij elkaar, alsof ze hun zielsverwant hebben gevonden. Maar terwijl ze nachtelijk Wenen verkennen, op een creatieve manier aan een fles wijn komen en die samen in een park soldaat maken, nadert het moment van afscheid. Celine gaat terug naar Parijs en Jesse moet zijn vlucht halen. Met het afscheid lijken de twee tot het besef gekomen dat hun liefde onmogelijk is. Ze wisselen geen telefoonnummers en adressen uit. Wel spreken ze af dat ze elkaar over een half jaar opnieuw ontmoeten bij het Weense treinstation.

Herboren passie in Parijs

Before Sunset speelt negen jaar later. Jesse is in een Parijse boekenwinkel om zijn nieuwste boek te signeren. Een boek dat verhaalt over zijn kortstondige liefdesnacht in Wenen. Of het een biografie is, wil een van de lezers weten. Jesse laat het in het ongewisse, maar zijn gezicht spreekt boekdelen. Dan stapt Celine de winkel binnen. Ondanks de korte tijd die Jesse heeft, besluit hij samen met haar Parijs te verkennen. Ze belanden in een koffiebar, maken een mooie stadswandeling en eindigen met een rondvaart. Maar ze praten vooral, alsof de tijd heeft stilgestaan. Maar dan dient de werkelijkheid zich aan: zij heeft een relatie, hij is getrouwd en heeft een zoontje. Toch is er nog steeds die aantrekkingskracht die gepaard gaat met dat volkomen natuurlijke. De openheid, onbevangenheid en humor maken de twee tot een onweerstaanbaar stel. Tegelijkertijd laat Before Sunset zien hoe hun levens veranderd zijn, hoe ze in een andere fase terecht zijn gekomen. Daarbij dringt vooral de vraag zich op of ze gelukkig zijn en goede keuzes hebben gemaakt. Was hun leven anders geweest als ze voor elkaar hadden gekozen?

~

En weer is er het moment van afscheid. Het verschil met Before Sunrise is dat Before Sunset in realtime gefilmd is. Leken de twee in het eerste deel nog zeeën van tijd te hebben, in Before Sunset hebben ze slechts anderhalf uur. Maar het is een rijke anderhalf uur, waarin de magie van weleer er nog steeds is. Het open einde doet je afvragen hoe het verder gaat. Kiezen ze nu wel voor elkaar? Of zijn de keuzes die ze gemaakt hebben onomkeerbaar?

Op zoek naar de passie van weleer in Griekenland


En dan is er nu deel drie. Before Midnight speelt tien jaar later. Jesse en Celine zijn samen en hebben een tweeling. In de openingsscène zien we hoe Jesse afscheid neemt van zijn zoon uit zijn vorige huwelijk, die zijn vader op vakantie in Griekenland is komen opzoeken. Het is even onwerkelijk om Jesse en Celine met hun slapende dochters in de auto te zien zitten. Hun tijd samen in Wenen en Parijs was kort. Kort, maar ook vol passie en oprechte liefde. Zou die liefde er nog steeds zijn? Of zijn Jesse en Celine, inmiddels veertigers, in een sleur geraakt?

~

De film laat beide kanten zien. Enerzijds toont Linklater een stel dat nog steeds gek op elkaar is. Anderzijds zijn er de irritaties. De maniertjes van de een, die de ander doen tenenkrommen. Het verhaal van hun ontmoeting is voor Jesse en Celine niet langer bijzonder meer. Ze hebben het al zo vaak verteld. Wanneer ze van hun Griekse vrienden een aanbod krijgen om samen in een hotel de nacht door te brengen, wordt hun relatie danig op de proef gesteld. Eerst is er het gevoel van vrijheid, zonder het getrippel van jonge meisjesbeentjes achter hen. Dan een terugblik op de tijd dat ze samen die vrijheid en onafhankelijkheid beleefden. De beelden van Jesse en Celine wandelend door de mooie Griekse natuur doet dan ook erg aan voorgangers Before Sunrise en Before Sunset denken. Het stedelijke maakt plaats voor het landelijke, maar er is nog steeds die paradijselijke sfeer- een tijd van ongedwongenheid, van genieten. Van de omgeving en van elkaar. Maar eenmaal in de hotelkamer aangekomen, raken de twee verwikkeld in discussies. Over keuzes die ze gemaakt hebben. Over keuzes die ze nog moeten maken. Wat de een voor de ander opgeofferd heeft, en vice versa. De vraag die zich nu opdringt, is of ze wel voor elkaar hadden moeten kiezen. Had het niet bij een kort, passioneel moment moeten blijven? En wat is er nog over van de liefde voor elkaar?

Uit het leven gegrepen, zonder verlies van magie


~

Sterke troef van de drie films zijn acteurs Ethan Hawke en Julie Delpy. Is deel een nog geschreven door Linklater en Kim Krizan, in deel twee en drie bogen Hawke en Delpy zich ook over het script. Ongetwijfeld moeten ze veel van zichzelf in hun personages gestopt hebben. In ieder geval roepen hun rollen een grote mate van authenticiteit op, alsof ze echte mensen uit het echte leven zijn. In een interview in de Sighth & Sound geeft Linklater ook aan dat Celine en Jesse behoorlijk “echt” voor hen aanvoelden. Hoewel de acteurs uiterst natuurlijk en met het grootste gemak lijken te acteren, zijn hun rollen wel degelijk complex. In Before Midnight komen de minder flatteuze kanten van de twee aan bod. Celine met haar hysterische trekken en Jesse met zijn flauwe grappen, en ergens daarachter nog hun voortkabbelende liefde. Het leidt tot wat humoristische scènes, maar toont vooral hoezeer je moet onderhandelen in de liefde, wat je moet doen om je relatie in stand en gepassioneerd te houden. Het knappe is dat de karakters sympathiek en echt blijven, ondanks het vitten, onredelijk of pesterig zijn. Als kijker snap je waarom Celine uithaalt naar Jesse en snap je anderzijds ook Jesses reactie. Het is een menselijke interactie, waarin woorden en bedoelingen snel op een andere manier geïnterpreteerd worden- voortkomend uit eigen onvrede of onzekerheid. Hoe vaak Celine de hotelkamer in- en uitstormt doet wat denken aan Roman Polanski’s Carnage, maar dan reëler, met oprechte emoties.  

En dan de vraag: is Before Midnight een aanvulling op de andere twee delen? Het was een moeilijke opgave voor Linklater om Before Sunrise en Before Sunset te evenaren, laat staan te overtreffen. Before Sunset laat de kijker in het ongewisse of Jesse en Celine bij elkaar blijven. In de broeierige laatste scène, haar lichaam sensueel bewegend op muziek van Nina Simone, geeft Celine aan dat Jesse zijn vliegtuig gaat missen. Een scène waarin spanning en hartstocht besloten liggen. Als kijker hoop je dat ze bij elkaar blijven en voor elkaar kiezen. Is het ’t waard gebleken?

In Before Sunrise was er ruimte voor de passie en liefde voor elkaar, hoe kortstondig die ook was. In Before Sunset zijn de onbevangen twintigers van weleer cynischer geworden, maar nog steeds zoekende naar passie en de juiste keuzes in het leven. In Before Midnight zijn de keuzes gemaakt en staat de liefde niet meer voorop. Liefde gaat samen met carrières en ouderschap. De liefde verdwijnt niet, maar verbleekt alleen maar.

Het is net als de scène waarin Jesse en Celine naar de ondergaande zon kijken. De zon die steeds verder wegzakt en op gegeven moment onder de horizon verdwijnt. Het zou als metafoor kunnen staan voor hun liefde. De zon die tijdelijk weg is, maar de volgende dag weer strak aan de hemel staat. Before Midnight is Linklaters meest volwassen deel. Een die met zijn lange takes vragen oproept over wat liefde is, hoe liefde werkt en hoe liefde in stand te houden is. En ja, de passie en magie zijn er nog wel degelijk. Maar ook die dagelijkse strubbelingen, die het soms verrekte moeilijk maken om samen verder te gaan. Ook Before Midnight laat een relatie zien waarin nog van alles kan gebeuren. En maakt stiekem nieuwsgierig naar hoe het Celine en Jesse tien jaar later vergaat.  

Before Sunrise (1995) 4.0
Before Sunset  (2004) 4.0
Before Midnight (2013) 4.0

Boeken / Fictie

Flitsliteratuur

recensie: Etgar Keret (vert. Ruben Verhasselt) - Superlijm

.

Na het succes van Verrassing uit 2012 is ook Etgar Kerets debuut Superlijm vertaald. Een razendsnelle verzameling flash fictie, samengesmeed tot een absurdistisch geheel.

Flash fictie betreft het genre extreem korte verhalen, hoewel de meningen verdeeld zijn over hoe kort die verhalen dan precies moeten zijn. In het geval van Keret betekent het dat ze zelden boven de vijf pagina’s uitkomen, waardoor er maar liefst vijftig verhalen zijn verzameld in de tweehonderd pagina’s van Superlijm. Dat geeft de bundel een hoog 365 verhaaltjes voor het slapengaan-gehalte. Geen boek om in één adem uit te lezen dus, daarvoor springen de verhalen al te zeer van de hak op de tak. Door enkele verhalen per keer te lezen komt de bundel beter tot zijn recht.

Kabouters zien

In de bonte stoet verhalen komen even voor de hand liggende als vergezochte karakters voorbij. In ‘Sjoeni’ vindt Meir troost bij een leger kabouters wanneer zijn vriendin bij hem is weggegaan. In ‘Voor maar 19,99 sjekel (incl. BTW en verzendkosten)’ koopt Nachoem een boek over de zin van het leven. Pas na een instructieve brochure hoe hij mensen naar zich kan laten luisteren en het lezen van het boek Van vijand tot vriend kan hij de boodschap overbrengen.

Vanaf dat moment duurde het niet lang voor de betekenis van het leven aan de rest van de mensheid was geopenbaard. Alle landen ter wereld ontwapenden zich, sommigen smeedden hun zwaarden om tot ploegscharen, andere vonden er nog betere toepassingen voor. Nachoem bracht het grootste deel van zijn tijd door met de verzorging van de tomatenplanten op de binnenplaats van de flat van zijn ouders, trots dat ook hij zijn steentje had bijgedragen tot het geluk van de hele wereld.

Het titelverhaal, over een vrouw die haar vreemdgaande partner ‘vastlijmt aan haar lippen’, werd vorig jaar beloond met een korte film op het Rhode Island International Film Festival. Dat is voor Keret niet de eerste keer dat een van zijn verhalen verfilmd wordt. Wristcutters: a love story is gebaseerd op zijn Kneller’s Happy Campers.

Het stuur los en gáán

Voor Keret is verhalen schrijven zoals autorijden, waarbij hij het gaspedaal indrukt en zijn handen van het stuur haalt. Inspiratie haalt hij uit Kafka, de broeders Coen en Terry William, allen bekend om hun knotsgekke verbeelding. ‘Mijn verhalen zijn subjectief,’ zo verklaart hij de aanwezigheid van kabouters en schepsels als ‘de wormenman’. ‘Subjectieve ervaringen kunnen zowel surrealistisch en waar zijn als realistisch en volledig fout. Wanneer ik schrijf ben ik geïnteresseerd in wat verhalen representeren, niet in of ze correct zijn.’ Hoewel iedere roman tot in zekere mate subjectief is, vat Keret hier samen waarom hij in grote delen van de wereld zo razend populair is: zijn verhalen zijn absurdistisch genoeg om eenieder er zijn eigen waarheid uit te doen extraheren. Niet het verhaal, maar de boodschap, niet de bestemming, maar de weg is waar het om gaat.

In zijn geboorteland Israël wordt beweerd dat Kerets boeken het meest worden gestolen. Na publicaties in onder andere The New York Times en Le Monde wordt hij geroemd als meester van het korte verhaal, maar in zijn debuutroman Superlijm heeft hij duidelijk nog last van opstartproblemen. De bundel werd voor het eerst uitgebracht in 1992 en de meeste verhalen stammen al uit de jaren tachtig, de diensttijd van Keret. Grofweg de helft van zijn verhalen hebben dan ook te maken met zijn ervaringen in het leger en eenzelfde deel van zijn verhalen mislukt omdat de opbouw ontbreekt, de personages eendimensionaal blijven of, wat het meest frequent voorkomt, het verhaal gewoon niet af is. Verhalen als ‘Apenkuren’, waarin onderzoekster Jaël een aap zover probeert te krijgen om een banaan te eten voor de deadline die haar professor haar stelt, ontstijgen nooit het niveau van een situatieschets. De harde voltreffers in verhalen als ‘Superlijm’ compenseren dat maar ten dele.

Boeken / Fictie

Een rechtmatige familie

recensie: Taiye Selasi (vert. Auke Leistra) - Ghana ga weg

.

Ghana ga weg is een ontroerend boek over een Ghanees-Nigeriaanse familie die een succesvol bestaan opbouwt in de Verenigde Staten, maar ook weer uit elkaar valt. Succes blijkt geen garantie voor geluk. Dit veelbesproken debuut van Taiye Selasi, zelf kind van Ghanees-Nigeriaanse ouders en opgegroeid in Boston, maakt de hype meer dan waar.

Kweku groeit op als arm jongetje in een Ghanees kustdorpje, maar blijkt bijzonder begaafd te zijn en studeert dankzij een beurs geneeskunde aan een Amerikaanse topuniversiteit. Al tijdens zijn studie trouwt hij met de Nigeriaanse Fola, die hij aan de universiteit ontmoet, en beginnen zij hun gezin. Het is hard werken, ze wonen in ‘een krot met één slaapkamer’, ze hebben weinig geld en dragen kleding van het goede doel. ‘Het was het warmste kledingstuk dat hij bezat, maar in die jas leek hij zo arm.’ Kweku maakt met de jaren naam als uitmuntend chirurg en met vier kinderen is hun gezin compleet. De Amerikaanse droom lijkt volbracht.

Dan, schijnbaar uit het niets, verlaat Kweku zijn gezin. Hij zet zijn middelste zoon thuis af na schilderles, keert de stationwagon en komt nooit meer terug. ‘Hij bleef doorrijden tot Baltimore, zeven uur achter elkaar, almaar rechtdoor over de I-95 die zich voor hem uitstrekte als een donkere oceaan. Vlak. Hij reed zonder te zien, bij maanlicht, het zwart tegemoet.’ Met deze actie is het einde van het gezin ingeluid.

Terug naar Ghana

Het boek is in drie delen opgedeeld en vertelt steeds een stukje van het familieverhaal. Het eerste deel is geheel gewijd aan Kweku, op het moment dat hij sterft aan een hartaanval. Op een vroege ochtend kan hij niet meer slapen en loopt naar zijn tuin in een dorp in Ghana, waar hij sinds een aantal jaar weer woont. In slow motion beschrijft Selasi hoe Kweku opstaat, naar buiten loopt en wel voelt dat er iets mis is, maar er geen aandacht aan schenkt. Hij is verzonken in herinneringen aan vroeger, aan de keuzes die hij heeft gemaakt en alle belangrijke momenten uit zijn leven: ‘Waarom ben ik ooit bij je weggegaan?’

In het tweede deel komen de overige gezinsleden aan bod. Allemaal zijn het gemankeerde individuen geworden, die vaak toch opvallend succesvol blijken, hoewel de dreiging van het verloren succes van hun vader duidelijk aanwezig is. Olu, de oudste zoon, is in zijn vaders voetsporen getreden door ook topchirurg te worden. Samen met zijn geliefde Ling lijkt hij een perfect leven te leiden, maar hij probeert zijn relatie en huis net zo klinisch schoon te houden als zijn werkplek, en heeft alle passie buitenspel gezet.

Dan de tweeling: het meisje Taiwo en de jongen Kehinde, beiden oogverblindend mooi. Zij is een veelbelovend rechtenstudent, hij een jonge, talentvolle kunstenaar. Maar het is duidelijk dat er iets niet klopt, dat iets is gebeurd waar niet over wordt gesproken, iets wat alle verhoudingen op scherp heeft gezet. Tot slot Sadie, ‘de baby’. Hoewel ze al 21 is, heeft ze als nakomertje en schijnbare lieveling van haar moeder altijd die bijnaam behouden. In het derde deel is de hele familie voor het eerst weer bij elkaar, in Ghana, om Kweku te begraven.

Familiegevoel

Hoewel de Afrikaanse setting, namen en gebruiken eerst onbekend en ‘moeilijk’ lijken, duurt het niet lang voor de personages echt tot leven komen. Stuk voor stuk zijn het zeer verschillende, zeer boeiende individuen, die toch vaak dezelfde worstelingen hebben en kun je als lezer niet anders dan met ze meevoelen. Allemaal hebben ze last van eenzaamheid, van het gevoel nergens bij te horen. Ze hebben geen echt familiegevoel, want ‘een rechtmatige familie had foto’s boven de trappen hangen. Of op zijn minst grootouders van wie de voornamen bekend waren.’ Na het vertrek van Kweku valt het gezin uit elkaar, omdat Fola niet voor vier kinderen kan zorgen. Jarenlang is er nauwelijks contact en weten ze soms niet eens waar iedereen woont. Er moet een sterfgeval aan te pas komen voor er gesproken kan worden over wat er tussen hen in is komen te staan. Dan kunnen ze pas hun vader vergeven: ‘Misschien was wat hij gedaan heeft wel het beste wat hij doen kon.’

Het gebrek aan familiegevoel komt ook voort uit het feit dat Fola’s familie tijdens de burgeroorlog in Nigeria uit elkaar is gerukt en dat dat voor iedereen niet meer dan een logisch gegeven lijkt te zijn: ‘Ze voelde het ook in Amerika […] dat haar studiegenoten en docenten, blank of zwart, maakte niet uit, vanzelfsprekend vonden wat er gebeurd was. Dat ze niet langer [zichzelf] was, maar in plaats daarvan iemand uit een generisch, door oorlog verscheurd land. Zonder verdere bijzonderheden.’

Kweku heeft zijn familie ook buiten zijn nieuwe leven gehouden, enkel bij het overlijden van zijn moeder gaat hij terug. De kinderen zijn zich wel bewust van hun Afrikaanse wortels, maar alleen Olu is ooit eerder in Ghana geweest. Door het ontbreken van een familiegeschiedenis en culturele context zijn ze van zichzelf en elkaar vervreemd. Ze kunnen niet goed hun gevoelens verwoorden en vergroten daarmee de afstand. Pas bij het terugkeren naar hun vaderland, weliswaar zonder vader, vinden ze elkaar terug en kunnen ze ‘een rechtmatige familie’ worden. Deze overtuigende debuutroman met mooie personages verdient alle aandacht.

Boeken / Fictie

Van de plot gerukt

recensie: Dan Brown - Inferno

Een recensent omschreef de filmmusical Grease ooit als roomijs: niet echt gezond, maar gewoon onweerstaanbaar. Ik had destijds hetzelfde gevoel bij het lezen van The Da Vinci Code: slecht ontwikkelde karakters, een ongeloofwaardige plot, belabberde schrijfstijl, maar wat een entertainende thriller. Kan hij dat kunstje herhalen met Inferno? Ja en nee.

Ja, omdat Dan Brown er opnieuw in slaagt om een absurd gegeven met een rotvaart te vertellen. Zodat je geen tijd hebt je te ergeren aan de bordkartonnen personages en de overvloed aan clichés (‘De mediterrane zon scheen fel op het dek van de Mendacium, die op de golven van de Adriatische Zee deinde’ – waw). Zodat je gedwongen wordt verder te lezen tot het einde van het hoofdstuk, dat helaas steevast eindigt met een cliffhanger. Zodat je er dus snel nog een hoofdstuk bij wilt doen. Kortom, in dat opzicht is Brown wederom meer dan geslaagd.

Nee, omdat de auteur tussen The Da Vince Code en dit boek de kwalijke en geweldig storende gewoonte heeft geperfectioneerd om aan onverholen product placement te doen. Professor Langdon, zijn vaste hoofdpersonage, draagt nog altijd tweed kostuums van een welbepaald merk, er wordt geen gin of whisky gedronken, maar Bombay Sapphire en Highland Park single malt, en op een bepaald moment passeert zelfs heel expliciet een privé-vliegtuigmaatschappij voor welgestelde burgers – ongetwijfeld een service waar de schatrijke auteur al eens gebruik van heeft gemaakt.

Dat product placement, en dat zou Brown toch moeten weten, rukt je als lezer uit de suspension of disbelief, die zo broodnodig is bij dit soort knettergekke plots.

Overbevolking
Over die plot kunnen (en moeten) we kort zijn: als we het tot in detail vertellen, is de kans groot dat u als lezer het boek met hoongelach zult onthalen en het sowieso links laat liggen. Maar dan mist u misschien wel de perfecte vakantieliteratuur.

De wereld raakt stilaan overbevolkt. Daar zijn we het met zijn allen over eens. Maar niet iedereen komt met een even radicale oplossing als Zobrist: die wil één derde van de wereldbevolking decimeren door de Zwarte Dood – de middeleeuwse pest – op de bevolking los te laten.

Maar in plaats van dat gewoon te doen en dus de nodige ziektekiemen op een druk plein los te laten en de besmetting zijn werk te laten doen, besluit hij om een spelletje te spelen en overal aanwijzingen achter te laten, waarbij hij zich laat inspireren door Inferno, het eerste deel van Dantes beroemde Goddelijke Komedie, waarin hij het vagevuur beschrijft. Want ook de mensheid bevindt zich volgens de booswicht in die fase. Aan professor Langdon om al zijn ervaring als professor in de symbologie (bestaat dit eigenlijk?) in te zetten en een afschuwelijke ramp af te wenden.

Toeristische dienst
Nu doemen er twee vragen op. Ten eerste: waarom zou Zobrist zo veel moeite doen om een kat-en-muis-spelletje te spelen, als hij doodleuk en zonder iemand daarvan te verwittigen zijn plan tot uitvoer kan brengen? Heel eenvoudig: omdat de auteur anders geen boek van ruim 400 pagina’s kan vullen.

Een nog prangender vraag is deze: waarom kiest de antagonist voor de wel heel pittoreske en charmante steden Firenze, Venetië en Instanbul? Ook heel eenvoudig: omdat Dan Brown in zijn achterhoofd al volop bezig is met een mogelijke verfilming van het boek. En dat is misschien wel de meest opvallende vorm van product placement: de betreffende steden worden zo fraai en clichématig in beeld gebracht dat het wel lijkt of Brown het op een akkoordje heeft gegooid met de respectieve toeristische diensten. Om maar één voorbeeld te noemen:

Een architect had het paleis eens beschreven als iets wat voortkwam uit de natuur zelf… alsof de enorme stenen bij een aardverschuiving van de hoge steile heuvel waren gerold en zich aan de voet daarvan hadden verzameld tot een fraaie, smaakvolle barricade.

Interessant detail: bovenstaande omschrijving vindt plaats tijdens een achtervolging, en wordt gevolgd door nog enkele bedenkingen van professor Langdon, die daarbij zelfs citeert uit… toeristische brochures.

Conclusie: wie bereid is zich over alle onwaarschijnlijkheden, van de pot gerukte plotwendigen, drakerige omschrijvingen en schreeuwerige advertenties heen te zetten, begint aan een jachtige thriller door drie van ’s werelds bekendste hotspots. Met het voortbestaan van de mensheid als inzet. Wie daar niet toe bereid is, zal zich meteen in Dantes hel wanen. Aan u de keuze.

Boeken / Reportage
special: Reggie Baay - Gebleekte ziel

Na het zwijgen

De ouders van Reggie Baay (1955) zijn vlak na de Tweede Wereldoorlog van Indonesië naar Nederland geëmigreerd. Een ingrijpende gebeurtenis die de toen nog niet geboren Reggie sterk heeft beïnvloed.

 

Baay schreef tot nu toe twee romans: een autobiografische roman over de zoektocht naar zijn vaders verleden en een roman over de moord op een Balinese vorstenzoon aan het eind van de negentiende eeuw. Daarnaast schreef hij twee non-fictieboeken over de njai: de oermoeder van vele Indo’s.

Je tweede boek De njai (2008) kreeg veel aandacht. Het boek wordt gezien als een eerbetoon aan vele onzichtbare vrouwen. Wat is een njai precies?
Een njai was een inlandse vrouw die in de koloniale tijd ongehuwd met een Europese man leefde. De biologische moeder van mijn vader was een njai. Ze werkte als huishoudster bij mijn grootvader. Huishoudster moet je heel breed interpreteren: ze sliepen ook samen. Mijn vader werd uit die relatie geboren, maar het was een schande in de koloniale gemeenschap als een Europeaan openlijk met een inlandse vrouw samenleefde. Mijn grootvader wilde met een Europese vrouw trouwen, dus die inlandse vrouw moest vertrekken. Mijn vader heeft, net als zoveel Indische mensen, zijn echte moeder nooit gekend. De njai is een klein monument voor deze oermoeders.

~

De njai was door de eeuwen heen en in alle gelederen van de Nederlands-Indische samenleving terug te vinden, zelfs bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Hoe ging dat in zijn werk?
Tot aan het eind van de negentiende eeuw was Nederlands-Indië een echte mannenmaatschappij. Er waren heel weinig Europese vrouwen die naar de tropen wilden emigreren. Het leven aan de andere kant van de wereld, ver weg van de eigen familie, in een tropisch klimaat, was voor een jonge Europese vrouw natuurlijk weinig aantrekkelijk. Er was dus een overschot aan Europese mannen in de kracht van hun leven. Dan is het een simpele rekensom. Die mannen haalden hun partners uit de inlandse bevolking.

Veel militairen leefden in de kazernes (tangsi’s) samen met een inlandse vrouw. Dat werd oogluikend toegestaan, ondanks de vele protesten uit de burgermaatschappij in Nederlands-Indië en uit het verre Nederland. Het zou een ernstige vorm van moreel verval zijn. Uit onderzoek bleek echter keer op keer dat de militairen die met een njai leefden veel beter inzetbaar waren. Zij hadden een geregelder leven, waren minder vaak dronken, vochten minder, waren in betere fysieke en mentale gezondheid en het zou homoseksualiteit tegengaan. De mannen die met een njai leefden hadden ook veel minder vaak geslachtsziekten. De vrijgezelle militairen gingen veelvuldig naar de prostituees in de omringende kampongs, dus geslachtsziekten waren een ware vloek voor het leger. In sommige perioden had dertig procent van de militairen een geslachtsziekte. Moet je nagaan wat een kostenpost. Uit praktische overwegingen werd het concubinaat dus getolereerd, zelfs aangemoedigd.

Wat gebeurde er met de njai en de eventuele kinderen als een militair werd overgeplaatst of terug naar Nederland ging?
Er konden verschillende dingen gebeuren. Wat vaak het geval was, en in onze ogen is dat wellicht verschrikkelijk, is dat de njai werd doorgegeven of doorverkocht aan een collega-militair. De militair vroeg aan een collega of hij zijn vrouw wilde overnemen, eventueel tegen betaling. Andersom gebeurde het ook: dat een collega uit zichzelf vroeg of hij de njai kon overnemen.

Een andere mogelijkheid was dat de vrouw werd teruggestuurd naar de kampong, vaak samen met de kinderen. Zo’n vrouw werd dan binnen de eigen gemeenschap gediscrimineerd en met de nek aangekeken. Ze had namelijk samengewoond met een kafir: een ongelovige, een niet-moslim. Deze kinderen werden als minderwaardig behandeld. Wat ook gebeurde was dat de kinderen werden afgenomen van de vrouw. Men ging er namelijk van uit dat een inlandse vrouw niet voor een Indo-Europees christelijk kind zou kunnen zorgen. Deze kinderen werden in een weeshuis geplaatst of ondergebracht bij een geschikt adoptiegezin. De moeder bezat geen rechten.

Je ouders zijn opgegroeid in Nederlands-Indië, maar zelf ben je in Nederland geboren. Spraken je ouders veel over hun tijd in Nederlands-Indië?
Nee, helemaal niet. Mijn beide ouders kwamen getraumatiseerd uit de oorlog. Mijn moeder zat tijdens de oorlog in een interneringskamp en mijn vader heeft aan de Birmaspoorweg gewerkt. Als ik daarnaar vroeg kreeg ik een ontwijkend antwoord. Je leerde als kind aanvoelen dat bepaalde onderwerpen te pijnlijk voor ze waren om over te praten. Mijn ouders keken ook nooit terug, maar altijd vooruit. Heel pragmatisch en volgens mij typisch oosters. Het land van hun geboorte, Nederlands-Indië, bestond ook niet meer. In het jonge Indonesië waren ze niet langer welkom en in Nederland eigenlijk ook niet. Dat is de tragiek van de Indische mensen: ze zijn nergens thuis. Hun land bestaat niet meer, het is een verloren paradijs.

Wanneer kwamen je ouders naar Nederland?
In 1950 kwamen mijn ouders per boot in Nederland aan. Mijn vader was onderofficier bij het KNIL en werd na de onafhankelijkheid van Indonesië samen met mijn moeder en hun oudste zoon naar het ‘moederland’ gestuurd. Je moet je voorstellen: november in Nederland. Grijs, koud, nat. Mijn ouders kwamen uit de tropen, die hadden alleen maar zomerkleren bij zich. In Rotterdam kwamen de repatrianten aan en daar stonden bussen klaar om ze over heel Nederland te verspreiden. Mijn ouders hadden geen idee waar ze naartoe werden gebracht. Ze reden door dat modderige grijze landschap met die vierkante weilanden. Nergens kleur. Op een gegeven moment kwamen ze aan bij een kamp: prikkeldraad, uitkijktorens, gammele barakken. Mijn ouders werden ondergebracht in kamp Schattenberg, voormalig kamp Westerbork. Zij werden dus wederom in een kamp gestopt.

~

Ondanks het zwijgen schreef je een boek over het verleden van je vader, De ogen van Solo (2005). Hoe kwam je aan de informatie?Vlak na zijn dood in 1998 vond ik een klein koffertje met daarin documenten, oude foto’s, een dagboek en brieven. Dat koffertje was voor mij bestemd. Er zat zelfs zijn akte van erkenning in. Mijn vader was het kind van een Europese vader en een inlandse moeder. Zij is door mijn grootvader weggestuurd toen mijn vader een paar maanden oud was. Het was not done om met een inlandse vrouw te trouwen, dat was een schande. Toen mijn vader zes jaar oud was, is mijn grootmoeder uit de kampong (het dorp) opgetrommel

d om haar zoon officieel aan mijn grootvader af te staan. Die akte is het enige wettelijke bewijs van haar bestaan. Dat koffertje was de manier waarop mijn vader met mij over zijn verleden kon praten. Ik wist direct dat ik hierover een boek wilde schrijven, alleen wachtte ik een jaar, anders zou het een veel te emotioneel boek worden.

Je laatste roman (2012) heet Gebleekte ziel. Ook deze roman is gebaseerd op historische gebeurtenissen. Waar gaat de roman over?
Gebleekte ziel gaat over een Balinese vorstenzoon die aan het eind van de negentiende eeuw op slinkse wijze naar Nederland wordt gestuurd om te worden gebleekt (lees: verhollandst). Vanwege zijn nationalistische sympathieën en leiderschapskwaliteiten wordt hij gezien als een bedreiging voor de koloniale samenleving. In Amsterdam krijgt hij een opleiding tot leraar en na een aantal jaren wordt hij terug naar Nederlands-Indië gestuurd. Daar krijgt hij geen eerlijke kans en wordt hij van alle kanten tegengewerkt, bedreigd en uiteindelijk zelfs vermoord. Het verhaal gaat over de tragische en ongelijke strijd van de eenling tegenover de machtige meerderheid.  Het is ook een verhaal over identiteit. Het laat zien wat er gebeurt wanneer iemand vrijwillig, of zoals in het geval van de hoofdpersoon, gedwongen zijn identiteit inruilt voor een andere. Als je van iemand vraagt of eist dat hij of zij zich cultureel en geestelijk aanpast aan de dominante cultuur, dan moet diegene op z’n minst de mogelijkheid krijgen om deel uit te maken van die cultuur. En die kans krijgt hij niet.

Hoe kwam je op het idee om hierover een boek te schrijven?
Tijdens mijn research voor het boek De njai stuitte ik op een piepklein berichtje over de moord op een inlander. Het was omgeven met zoveel mysterie en vaagheid dat het direct intrigeerde. Toen ik op onderzoek uitging, stuitte ik op een koloniale doofpotaffaire. Wat bleek? Bij deze moord was het Nederlandse koloniale bestuur betrokken en de moord werd vanwege de rol van de autoriteiten destijds nooit echt opgelost. Ik wist direct dat ik hierover een roman wilde schrijven. Bovendien wilde ik de werkelijke daders (na meer dan honderd jaar!) met deze roman ontmaskeren.

Boeken / Fictie

Loslaten van iets wat je nooit hebt gehad

recensie: Thomas Heerma van Voss - Stern

Hugo Stern krijgt maar geen grip op de doorgeschoten liefde voor zijn enige zoon. En op de veranderingen die zijn leven bedreigen. De man die niets liever wil dan volledige stilstand maakt deze roman tot een soms tenenkrommende, maar vooral verrassende leeservaring.

De dynastie Heerma van Voss heeft met zoon Thomas een loot-van-formaat aan de familiestamboom toegevoegd. Na zijn veelbesproken debuut De Allestafel (2009) over een wereldvreemde controlfreak komt de 23-jarige schrijver opnieuw met een gemankeerd, mannelijk hoofdpersonage op de proppen. In Stern wordt vooral de onmacht van een verstikkend aanwezige vader blootgelegd.

Als de jonge Hugo Stern na zijn eindexamen een jaar in ‘Swinging London’ gaat wonen om met overspannen verwachtingen ‘mijn toekomst een gezicht te geven’, gaat het meteen helemaal mis. Zijn opdringerige wijze van contacten aanknopen en de geforceerde omgang met de medebewoners van het studentenhuis zorgen voor een averechts effect: iedereen keert zich van hem af. De enige die met hem optrekt is John, een vereenzaamde en voornamelijk zwijgende Koreaan.

Onder controle
In nuchtere flashbacks beschrijft Heerma van Voss hoe Hugo Stern van eigenaardig jongmens opgroeit tot de volwassen vader die hij uiteindelijk zal worden. Alles wordt onder controle gebracht: er wordt gewoond (Amsterdam) er wordt geleerd (Pabo), er wordt gewerkt (groep 4, basisschool) en er wordt getrouwd (Merel). Zijn werk als onderwijzer staat model voor zijn leven vol regelmaat, met als tastbaar hoogtepunt de gedetailleerde verslagen die hij aanlegt over de vorderingen van zijn leerlingen.

Het ongemak groeit naarmate dit verhaal vordert. Hugo Stern wil koste wat het kost een kind op de wereld zetten en na een ingrijpende miskraam bij Merel wordt hij alleen maar meer volhardend in zijn wens. Dat resulteert in de adoptie van de zoon waarmee hij de zingeving van zijn leven wil waarborgen.

Lieverd
Heerma van Voss begint deze geschiedenis uitgerekend op het moment dat Stern door zijn schooldirectie met prepensioen wordt gestuurd. Dat keiharde bewijs van zijn overbodigheid zorgt ervoor dat hij zich nog meer met het leven van zijn inmiddels achttienjarig zoon gaat bezighouden. Met kromme tenen lezen we hoe deze vader zijn volwassen kind nog steeds aanspreekt met ‘lieverd’, hoe hij dagelijks diens kamer opruimt en daarbij gewoon rondneust in alle privézaken waar hij verre van zou moeten blijven.

Zoon Bram daarentegen is een stoïcijnse puber die na zijn eindexamen het ouderlijk huis wil verlaten om de wereld te gaan ontdekken. Dat feit is voor Hugo Stern onverdraaglijk. Hoe kan een kind dat zo liefdevol een goed thuis wordt geboden, gewoon met de noorderzon vertrekken? Wanhopig probeert hij de onderlinge band aan te halen en nog meer zijn best te doen zijn vaderrol te perfectioneren. Maar het is onbegonnen werk en zijn acties worden alleen maar pijnlijker. ‘Nooit meer zal ik zoveel tijd investeren in iets wat zomaar afgelopen kan zijn.’

Zelfbeschouwing
Hugo Stern ontbeert het vermogen zichzelf te beschouwen, die hoogstbelangrijke eigenschap om van een afstand je eigen handelen, je eigen leven te analyseren. Hij is geen onzekere ouder die weifelend hoopt het goede te doen voor die onbegrijpelijke nieuwe generatie; Stern is een totaal van zichzelf overtuigde vader die verontwaardigd vaststelt dat de rest van de wereld niet mee wil in zijn visie. Want iedereen doet het verkeerd: de basisschool door hem met pensioen te sturen, zijn vrouw door hem geen kind te schenken, de gyneacoloog door zijn vruchtbaarheid in twijfel te trekken en uiteindelijk zijn enige zoon door hem niet de vader te laten zijn die hijzelf vol overtuiging wil opvoeren.

Het is de eenvoud van deze pijnlijke geschiedenis die dit boek je op het verkeerde been doet zetten. Waar Stern aanvankelijk de indruk wekt aan de verhalende oppervlakte te blijven, brengt de auteur uiterst geraffineerd een aantal details aan die het verhaal plotseling een bijzondere diepgang geven. Samen met de losse maar zorgvuldige stijl van Heerma van Voss maakt dit Stern tot een zeer geslaagde tweede roman.

Kunst / Expo binnenland

Een nieuwe werkelijkheid

recensie: Bart Hess - A Hunt for High Tech

De man is gespierd. Hij is een sporter, een zwemmer. Snelheid is voor hem belangrijk. En dat kan hij bereiken door zo gestroomlijnd mogelijk te zijn. Een zoektocht naar de ideale combinatie van lichaam en technologie kan daarbij helpen.

Bart Hess: Shaved

Bart Hess: Shaved

Kunstenaar Bart Hess (1984) werkt aan een toekomst, een nieuwe wereld, een mogelijke wereld. Technologie speelt hierbij een grote rol. Dit is al meteen bij binnenkomst bij A Hunt for High Tech te zien in de video Shaved. Hierin creëert Hess een alternatieve, technologische manier van scheren. Een lange staaf glijdt over elke kant van het lichaam om zo het scheerschuim weg te krijgen. Een glad lichaam blijft over. Het ideale lichaam voor de sporter. De kunstenaar gaat in zijn werk op jacht naar een wereld waarin de techniek lichaam en object laten versmelten.

Innovatief materiaalgebruik
A Hunt for High Tech
is de eerste museale solotentoonstelling van Bart Hess. De expositie ademt een donkere, industriële sfeer. Dit komt voor een groot deel voort uit het materiaal dat Hess in zijn kunst gebruikt. Of het nu video’s zijn of objecten, het gebruik van bijvoorbeeld latex en metaal zorgt voor een industriële uitstraling. Zo staan er een drietal grote, zwarte wasrekken. Hier overheen hangen lappen ‘was’, gemaakt van zwarte latex. Hess kijkt hoe het materiaal werkt en onderzoekt zo de relatie tussen mens en materiaal, natuur en technologie.

Bart Hess: Metal Fur

Bart Hess: Metal Fur

Bart Hess experimenteert volop met het materiaal dat hij gebruikt. Hij heeft hierbij een speciale interesse in de extreme tegenstellingen binnen een ontwerp. Zo maakte hij een wandkleed van spelden. Van een afstand lijkt het zacht en aaibaar, maar als je dichterbij komt zie je pas dat het spelden zijn. Het kleed is zeker niet prettig om aan te raken. Deze dubbelheid maakt zijn werk visueel boeiend. Zijn innovatieve manier van werken is niet onopgemerkt gebleven. Modeontwerpster Iris van Herpen benaderde hem voor een stof die ze zou gebruiken voor haar collectie. Het werd een handgemaakte stof van kleine stukjes plastic waarbij Hess de illusie van stof creëerde. Ook bladen als Vogue en Another Man besteedden aandacht aan hem en in 2011 won hij de Young Designer Award.

Surrealistische fantasie
Het werk van Hess doet surrealistisch aan door de manier waarop lichaam en materiaal samensmelten. Het menselijk lichaam wordt hiermee gemanipuleerd tot welke vorm de kunstenaar maar wil. Dit komt goed tot uiting in de bekende Slime Dress van Lady Gaga, die de kunstenaar maakte. Hess kreeg als opdracht alleen de titel van haar cd Born this way mee en twee trefwoorden: alien en supermodel. Met als associatie het woord ‘geboorte’ maakte hij een silhouet van slijm dat zich naar het lichaam van de popster vormde.

Lady Gaga: Born this Way

Lady Gaga: Born this Way

Niet alleen het samensmelten van mens en materiaal speelt een rol in het werk van Bart Hess. Hij probeert met zijn gemuteerde huiden, ademende schoenen en levend bont een fantasiewereld te creëren. In zijn universum trekt de mens geen schoenen meer aan, maar zijn schoenen onderdeel van het lichaam. In de zwarte hakken zijn hoeven van dieren te herkennen die leven, ademen en groeien. Hess begrijpt de logica niet van het doden van dieren en het bont vervolgens verwerken. Volgens hem is het veel makkelijker om het dier vast aan het lichaam te hebben, zoals bij de schoenen. Mens en dier worden één.

Bart Hess: Hunt for high Tech

Bart Hess: Hunt for high Tech

De wereld die Hess in zijn kunst probeert te creëren, een samensmelting van mens, natuur en technologie, is nog lang geen realiteit en zal dat waarschijnlijk ook nooit worden. Maar het is een bijzondere fantasiewereld.