Film / Films

Echte helden

recensie: Kick-Ass 2

Hoewel de alternatieve superheldenfilm Kick-Ass 2 zoveel mogelijk clichés onderuit probeert te halen, ontsnapt dit tweede deel niet aan het grootste cliche van allemaal: het maken van een vervolg zodra de eerste film succesvol is. Gelukkig blijft Kick-Ass 2 trouw aan de originaliteit en grafische opmaak van deel een.

Kick-Ass (2010) was op filmgebied een van de grootste verrassingen van de afgelopen jaren; een realistische parodie op de vele superheldenfilms die de box office bevolken, met een sprankelende cast, cynische humor en een verbazingwekkende hoeveelheid geweld. Zoals gebruikelijk in superheldenland liggen er altijd meer strips op de plank om een vervolgfilm te maken. In het geval van Kick-Ass is het vervolg bijna net zo goed als het origineel, en dat is eigenlijk alles waar een vervolg op kan hopen.

Tienerfeestje voor volwassenen

~

Aangezien superheld Kick-Ass (Aaron Taylor-Johnson) in zijn eerste film vaker klappen opliep dan ze uitdeelde, besluit hij om het in Kick-Ass 2 anders aan te pakken: hij vraagt Hit Girl/Mindy (Chloë Grace Moretz) om hem te trainen. Helaas vindt Mindy’s voogd Marcus (Morris Chestnut) het tijd om haar pak aan de wilgen te hangen en te proberen een normale tiener te zijn. En dus moet Kick-Ass op zoek naar nieuwe leden voor zijn team. Tot zijn geluk stuit hij op ‘Justice Forever’, een team superhelden dat geleid wordt door Colonel Stars en Stripes (Jim Carrey), een bekeerde crimineel. Kick-Ass kan opgelucht ademhalen, want in dit zootje bijeengeraapte mislukkelingen is zijn geelgroene duikpak verreweg het meest geavanceerde kostuum.

Ondertussen gaat het helemaal niet goed in huize D’Amico, waar Red Mist/Chris sinds zijn vaders dood nog waanzinniger is dan hij daarvoor al was. Aangezien mama D’Amico zijn pak heeft weggegooid, veroorzaakt hij kortsluiting in haar zonnebank en trekt hij een nieuw zwart punkpak aan. Hij doopt zichzelf om tot de eerste superschurk van de wereld: ‘The Motherfucker’. Na een matig verlopen eerste boksles besluit hij dat zijn kracht vooral ligt in het omkopen van mensen en dus koopt hij een team schurken bestaande uit Black Death, The Tumor, Genghis Carnage en de meest imposante schurk van allemaal, Mother Russia, gespeeld door een Oekraïense bodybuilder. Fantastisch. Met zijn emo-rockband zweert The Motherfucker wraak op Kick-Ass voor het afvuren van een bazooka op zijn vader en hij maakt handig gebruik van social media om zijn schurkenteam te promoten.

Bruut en eerlijk

~

Net als in deel een staat de agressieve toon in de film in schril contrast met de vrolijke kauwgomballenkostuums. Jim Carrey weigerde om die reden zelfs de film te promoten toen hij terugzag wat hij had aangericht op het witte doek. Kick-Ass is een realistische superheld en dus loopt hij nog steeds vooral klappen op, en wanneer zijn puberhormonen opspelen duikt hij de toiletten in met een van zijn Team Justice-leden. Hit Girl gebruikt haar vechtchoreografie tijdens de audities voor het cheerleaderteam.

Tot nog toe kreeg de film vooral slechte recensies op bekende websites als Rotten Tomatoes, maar eenieder die klaagt over het al te bloederige geweld of het feit dat Kick-Ass 2 toch een mindere versie van deel een is heeft het niet goed begrepen. Ja, het script lijdt aan teveel ambitie, met te weinig tijd om alle nieuwkomers goed uit te diepen. Nee, de grappen zijn niet meer zo verfrissend als in het origineel; tenslotte hebben we een aantal ervan al eens eerder gezien, en het is zeldzaam om een tweede keer omver geblazen te worden. Maar dat is niet waar het om draait in Kick-Ass 2. De film levert precies dat af wat Kick-Ass zo goed maakte: echte mensen met een mespuntje fantasie, een plens nerdhumor en een scheut geweld dat van het scherm af spat, graphic novel style.

Nog iets dat Kick-Ass 2 van andere superheldenfilms heeft opgepakt is een scène na de credits met stof voor deel drie, dat volgens regisseur Jeff Wadlow het laatste gaat zijn. Zitten blijven dus!

Film / Films

Meedogenloze adrenalinerush

recensie: You're Next

Vastgegrepen bij je keel word je tegen de muur gedrukt. Je probeert te zien wat er aan de hand is. Welke onvoorziene kracht houdt je zo stevig in deze wurggreep? Je hart bonst tegen de hand die je vasthoudt en je wordt je gewaar dat de greep steviger wordt. Heel af en toe verslapt deze echter, waarin je gauw je benodigde zuurstof insnakt. Langzaamaan wordt je beeld helder en krijg je in de gaten wat hier aan de hand is. Gelukkig is er een afstand tussen jou en het bioscoopscherm.

De nieuwste film van Adam Wingard weet te overtuigen en houdt de kijker zonder mededogen gedurende de hele film in een wurggreep van angst en horror. De stijl die hij in deze film hanteert, verschilt van zijn experimentelere eerdere films zoals Popskull en A Horrible Way To Die. Wel grijpt hij terug op acteurs die ook in deze films spelen. Het gebruik van heldere filmtaal, zonder zijn vroegere blurs, spikkels en stroboscopen maakt deze film toegankelijk voor een groter publiek. Een publiek dat getrakteerd gaat worden op een eigenwijze horrorfilm. Natuurlijk zitten de gebruikelijke clichés erin, maar Wingard weet op subtiele wijze humor door zijn film te vervlechten en houdt de spanning voortdurend hoog. Mede dankzij het gebruik van de handheld camera.

Uitgedachte horror

~

De film zit intelligent in elkaar. Aan elk detail is gedacht en niemand ontkomt ‘zomaar’. Deze elementen zorgen ervoor dat je je als kijker veel beter kunt inleven in het drama dat zich voltrekt. Ook gevoelens van angst, machteloosheid of een beslissing als fight or flight worden bijna tastbaar. Tot slot wordt de setting goed uitgebuit: een afgelegen landhuis vol onbekende kamers, gangetjes en ramen die open kunnen. Gecombineerd met het ongewisse van de hoeveelheid maniakken maakt dat werkelijk alles verdacht wordt.

In You’re Next wordt een familiefeest op uiterst brute wijze verstoord, wanneer een aantal moordzuchtige maniakken stelselmatig de familieleden beginnen af te slachten. Als kijker heb je evenmin een idee vanuit welke hoek de terreur gaat toeslaan. We hebben als kijker slechts het voordeel dat we aan de muziek het onheil kunnen vermoeden. Een sterke troef hierin is dat lang niet elke onheilspellende deun direct tot een nieuw lijk leidt.

Het recht van de sterkste

~

You’re Next is een meedogenloze slasher. Aanvankelijk vooral een film waarin haast op cynische wijze de een na de ander afgeslacht wordt, maar gaandeweg komt er iets meer plot in de film, hetgeen de film een bittere en zwartgallige tint meegeeft.

De film hint aan The Strangers uit 2007 en het home invasion-horrorgenre. De films hebben gemeen dat ogenschijnlijk weerloze burgers in een afgelegen huis ten prooi vallen aan een stel maniakken. Een formule in dit soort films is dat er meestal wel iemand tussen zit die wat taaier bleek dan vooraf gedacht. Jammer voor de maniak, leuk voor de kijker. Zeker in You’re Next, waarin dit gegeven op effectieve manier wordt uitgebuit. De voortdurende verrassingen die de film rijk is, het creatieve spelen met clichés en de zwarte humor maken deze film uitermate kijkenswaardig. Ook voor de doorgewinterde horrorfan!

Film / Films

Pornografische biopic

recensie: The Look of Love

In The Look of Love werkt Michael Winterbottom opnieuw samen met zijn protégé Steve Coogan. Die zet met veel verve zijn rol neer. Ditmaal kruipt hij in de huid van sexbaron Geoffrey Quinn, beter bekend als Paul Raymond. Een film met een heerlijke swing, feelgood sixties/seventies feel, die je meeneemt naar de louche (of pluche) wereld van de ‘Moulin Rouge’ van Soho, Londen. Sit back and relax.

Paul Raymond werd uitgeroepen tot de rijkste man van Groot-Britannië, de King of Soho bezat vele nachtclubs, onroerend goed en lanceerde het mannenblad Men Only, waar menig pornoschandaal uit voortkwam. Hij leefde in een voortdurende roes van sex, mooie vrouwen en drugs. Zijn relatie met zijn zoon Derry verwaarloosde hij en zijn huwelijk met Jean mondde uit in de duurste echtscheiding tot dan toe in Engeland.

~

Een flamboyante persoonsgeschiedenis, die in goede handen is bij Michael Winterbottom. Met bijbehorende korrelige seventies-filters weet hij de sfeer van die tijd authentiek neer te zetten. Daarbij kiest Winterbottom ervoor om gaandeweg steeds meer intieme details te onthullen van Raymond. De man wordt aldus ontbloot en de film laat zich met enige fantasie als een pornografische biopic omschrijven.

Steve Coogan is geknipt voor de rol van Paul Raymond. Eerder speelde hij Tony Wilson, een tegenpool van Raymond, een minder geslaagde magnaat in 24 Hour Party People. Waar Tony Wilson zegt: ‘I’m a minor player in my own life‘, is Raymond het tegenovergestelde. Hij is degene die zich door niets of niemand de les laat lezen, ook niet door zijn vrouw Jean.

Naakt en eindeloze weelde
In enkele verloren momenten lijkt het karakter Raymond samen te vallen met een nonchalante Coogan, wat illustratief is voor een man wiens leven zich als een roes voltrekt. De vraag rijst evenwel of dit een gemakzucht is, ofwel een bewuste keuze. Het verhaal begint namelijk vanaf het moment dat Paul Raymond het al gemaakt heeft in onroerend goed en de nachtclubs. Het kan dan alleen nog maar beter worden. Beter in materiële zin. Toch lijkt er geen venijnige ondertoon van kritiek op een dergelijke leefstijl in de film aanwezig. Eerder een geromantiseerd, zwierig en swingend portret, dat in detail is uitgewerkt en waarin de acteerprestaties gepast zijn in de lange dans die deze film is.

~

Ergens lijkt het een jongensdroom, om je voortdurend omgeven te weten door prachtige naakte vrouwen en eindeloze weelde. Maar zoals altijd wordt het paradijs al gauw saai. Zo went de kijker al vrij gauw aan de alomtegenwoordigheid van naakte vrouwen. Er dient voortdurend iets nieuws gezocht te worden. Drugs, nieuwe shows, nieuwe uitdagingen. Een show die succesvol is ruikt al gauw muf, een show die flopt geeft nieuw leven, want of een show nu succesvol is of volstrekt flopt; het is Raymond om het even. Juist in deze extremen komt het publiek toch wel kijken. Het enige verschil is dat een flop verliesdraaiend is, zoals de show waarin zijn dochter hoopt te gloreren.

Rauwe roes
Op een zeker moment, als een natuurwet, sijpelt de realiteit binnen. Doorgaans op een rauwe wijze. In contrast met de extravagante leefstijl van Raymond gebeurt dit uiterst wrang. Zijn verwende dochter, die ten prooi viel aan de cocaïne, glijdt steeds verder af. Niemand lijkt in staat het tij te keren. De verdovende middelen bemiddelen. Het is een kritiek op deze levensstijl die zich niet laat weerleggen. Anders dan de stand-up comedian die Raymond op de hak neemt en ontslagen had kunnen worden. In het onbegrensde leven, die Winterbottom hier geschapen heeft, is dit rouwende kleurverschil nodig om de karakters vlees en bloed te geven.

Boeken / Non-fictie

Moskouse inkt

recensie: Dido Michielsen - Moscow Times: Het Russische avontuur van Derk Sauer en Ellen Verbeek

.

‘Het is er episch, intens en extreem’ zegt Derk Sauer over Rusland in Moscow Times. ‘Héél goed, maar ook héél slecht.’ Die politieke, zakelijke en emotionele achtbaan vormt de rode draad van Dido Michielsen’s biografie van Sauer en zijn vrouw, Ellen Verbeek.

Sauer en Verbeek, allebei van huis uit journalist, verhuisden in 1990 van het veilige Amsterdam naar Moskou, waar met de teloorgang van de Sovjetunie alle zekerheden waren weggevaagd. Het doel: gebruik te maken van de ruimte die na de val van het Sovjetapparaat was ontstaan en een Engelstalig tijdschrift op te zetten. De markt was een ‘reusachtig braakliggend terrein’, en de kansen lagen in zowel journalistiek als zakelijk opzicht voor het oprapen. Eenmaal in Moskou ontwikkelt Sauer zich tot hoofd van zijn eigen uitgeverij, Independent Media, die naast de kritische en onafhankelijke krant The Moscow Times ook tijdschriften publiceert, waaronder de Russische Cosmopolitan, dat jarenlang door Verbeek geleid wordt.

Sauer en Verbeek komen naar voren als hardnekkige optimisten, die samen met een klein groepje trouwe medewerkers tegen de klippen op een journalistiek emporium opbouwen. Vooral Sauer, die zich door niemand, of het nou een gewapende crimineel is of een apparatsjik van de regering, laat intimideren, maakt indruk. Michielsen slaagt er daarnaast behoorlijk goed in om een beeld te schetsen van de sfeer in Moskou. Waar begin jaren negentig een vrijheid, blijheid-gevoel de overhand heeft, komt later de mafia op en beginnen de Russen met hun net verworven rijkdommen te smijten, wat het geheel er niet leuker op maakt.

Die sfeerschets is mede goed gelukt doordat Michielsen veel gepraat heeft, niet alleen met Sauer en Verbeek (en ze inzage kreeg in hun dagboeken en persoonlijke correspondentie), maar ook met de mensen die jarenlang met hen hebben samengewerkt. Een nadeel hiervan is wel dat het beeld van Independent Media, en de invloed die Sauer en Verbeek op het Russische medialandschap hebben gehad, wat eenzijdig blijft. Niet dat hun medewerkers kritiekloos zijn – verre van, gelukkig. Maar een wat wijdere blik aan de kant van Michielsen had misschien meer inzicht gegeven in niet alleen de indruk die Sauer en Verbeek van Moskou hebben, maar ook andersom.

Muziek / Album

De repeatknop als enige mogelijkheid

recensie: Fuck Buttons - Slow Focus

Het Engelse electroduo Fuck Buttons bereikte met hun nieuwe album Slow Focus zowaar een plek in de Engelse album top 40. Een kleine verrassing, want de met noise, postrock en industrial doordrenkte electro van deze heren staat haaks op de muziek die doorgaans de hitlijsten domineert.

Toch is het succes van Slow Focus niet zo onverwacht als het lijkt. Het feit dat de nummers ‘Surf Solar’ en ‘Olympians’ van hun vorige album Tarot Sport gedraaid werden tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen van vorig jaar, heeft dit duo geen windeieren gelegd. Het bleek het ideale instapmoment voor nieuwe liefhebbers. Een jaar later levert het duo met Slow Focus immers hun beste album tot nu toe af.

Catchy
Als je je bedenkt welke invloeden terug te horen zijn in de muziek Fuck Buttons, is het onvoorstelbaar dat Slow Focus en eerdere albums niet verzanden in een ontoegankelijk experiment. Toegegeven, dit is geen standaard popmuziek, maar het is toch ook niet verrassend dat men besloot de voortstuwende, opzwepende beats van beide heren een plekje te geven tijdens het grootste sportevenement. Fuck Buttons brengt bevreemdende elementen samen tot een (gek genoeg) bijna catchy geheel dat de luisteraar in zijn greep houdt.

Net als de groten uit de postrock maakt Fuck Buttons muziek waarbij men alle tijd neemt om een nummer op te bouwen. Zware, repetitieve beats denderen voort terwijl noisy, krijsende melodielijnen langzaam naar een climax toewerken. Nieuwsgierigen hebben genoeg aan het openingsnummer ‘Brainfreeze’. Wie deze acht en een halve minuut zonder kleerscheuren doorkomt, kan zich waarschijnlijk onder de groep van liefhebbers scharen. Het nummer zet namelijk de toon voor een album dat beukt, schuurt en hypnotiseert.

Donker en kil
Dat Fuck Buttons beukt, schuurt en hypnotiseert is niets nieuws. De nummers op zowel Street Horrrsing (2008) als Tarot Sport (2009) waren uit hetzelfde hout gesneden en doen niet onder voor de nummers op Slow Focus. De vooruitgang van dit album ten opzichte van deze twee eerdere albums zit hem echter in de onderlinge samenhang van de nummers. Slow Focus is consequent duister en is daarmee nog meer in staat de luisteraar mee te voeren dan de voorgaande albums.

Wie na het beluisteren van ‘Brainfreeze’ nog niet overtuigd is van de donkerte en kilheid van dit album, verwijs ik graag door naar ‘Sentients’. Het is met zijn krappe zes en een halve minuut een van de kortste nummers op het album, maar dat blijkt lang genoeg te zijn om de luisteraar onder de huid te kunnen kruipen. Ook de afsluiter ‘Hidden XS’ weet met een ijzersterke opbouw de luisteraar niet los te laten. Het is precies de kracht van Fuck Buttons en de reden dat het album in eigen land opgepikt is door een groter publiek: het is zo vreemd en fascinerend tegelijk dat de repeatknop de enige mogelijkheid is.

Muziek / Achtergrond
special:

Lowlands 2013: de zaterdag

Mozes and the Firstborn uit Eindhoven in de India. Dat wordt terugrennen naar het begin van het terrein. De jonge band hebben een strak repertoire, waar veel ervaren Nederlandse rockbands nog wat van kunnen leren. ‘Headache’ is een van de absolute toppers van de set waarin het talent van de jonge honden het best naar voren komt. Totaal iets anders is de show van The Opposites in de Alpha. De verbazing over de keuze om deze gasten in de grootste tent van Lowlands te programmeren werd al gauw weggenomen toen de hele Alphatent nokkievol stond met feestende mensen. Niet helemaal mijn ding, maar eerlijk is eerlijk: The Opposites zijn deze dag de eerste act die een feestje weten neer te zetten!

Terug naar de X-Ray is het tijd voor een feestje van een ander kaliber: hardgaan met de goedbesnorde mannen van het Utrechtse John Coffey. De bunker, waar voorheen vaak alleen elektronische underground acts werden geprogrammeerd, barst al bijna uit haar voegen wanneer we aankomen. Wat opvalt, is de variatie van mensen die naar de opzwepende en zeker snoeiharde liveshow is gekomen: van stoere rockers tot lieve meisjes. Allemaal zijn ze razend enthousiast en schreeuwen ze mee. Helemaal wanneer zanger David Achter De Molen in een opblaasboot over het publiek heen zoeft. Één ding is zeker: John Coffey rockt de X-Ray tot een losbandig en zwetend gekkenhuis en bewijst hiermee dat de bunker niet alleen bedoeld is voor elektronische muziek.

~

Tijd voor avondeten betekent tijd voor een rasechte Lowlandshamburger! Of nou ja, eigenlijk van de LaPlace, maar wel speciaal voor Lowlands gemaakt. Na het bestellen van een broodje goddelijkheid blijkt het een andere burger te zijn dan dé Lowlandsburger die jarenlang de brakke bezoeker een uiterst goede dienst heeft geleverd. Desalniettemin is het alsnog een prima broodje die genoeg energie geeft voor een sensatieshow van Empire of the Sun in de Grolsch-tent. Met vier danseressen, een over the top decor en zonder Nick Littlemore (iets met niet uit zijn bed willen komen voor minder dan een miljoen) komt de Australische Luke Steele met veel bombarie èn in glitterpak op. De hits zijn sterk, ‘We are the People’ en ‘Walking on a Dream’ doen nog net iets onder voor de allernieuwste: ‘Alive’. Het is nog even de vraag of deze wel gespeeld wordt, wanneer Steele plots na een “thank you” van het podium verdwijnt. De begintune wordt even later ingezet en de Zonnekoning van Lowlands is terug. Al met al lijkt de show van Empire of the Sun net op een goed in elkaar gezette videoclip. Aan elk detail is gedacht; de robotesque danseressen, het uitgebreide decor en die bekende Empire of the Sun sound. Misschien is het hier en daar tevens een beetje fout te noemen, met die overdaad aan glitters, maar het past bij de show. Zonder Littlemore heeft Steele een prima optreden geleverd, dus laat die Littlemore maar lekker in zijn bedje liggen voor dat geld.

Chvrches in de India staat reeds te trappelen om te beginnen. Een jonge band waarbij vooral het instrumentale aspect heel sterk is. Jaren ‘80 synth beats wisselen af met ritmische drums. Het stemgeluid van zangeres Lauren Mayberry is op de schelle uithalen na an sich goed aan te horen, maar wanneer Doherty (synth) haar voor een nummer overneemt, blijkt dit een aangename afwisseling te zijn. Chvrches levert dansbare electropop met hier en daar een donker wavetintje, een relaxed bandje voor het begin van de avond. Even later in de Grolsch heeft het publiek duidelijk zin in een feestje. Niet zomaar één, maar in een feestje met Major Lazer.

De laatste jaren gaat er geen editie van muziekfestival Lowlands voorbij zonder dat het binnen no time is uitverkocht. Niet een maand van tevoren, niet twee maanden van tevoren, maar al een half jaar van tevoren en ook nog eens binnen enkele uren. Lowlands is hot. uit Eindhoven in de India. Dat wordt terugrennen naar het begin van het terrein. De jonge band hebben een strak repertoire, waar veel ervaren Nederlandse rockbands nog wat van kunnen leren. ‘Headache’ is een van de absolute toppers van de set waarin het talent van de jonge honden het best naar voren komt. Totaal iets anders is de show van The Opposites in de Alpha. De verbazing over de keuze om deze gasten in de grootste tent van Lowlands te programmeren werd al gauw weggenomen toen de hele Alphatent nokkievol stond met feestende mensen. Niet helemaal mijn ding, maar eerlijk is eerlijk: The Opposites zijn deze dag de eerste act die een feestje weten neer te zetten!

Terug naar de X-Ray is het tijd voor een feestje van een ander kaliber: hardgaan met de goedbesnorde mannen van het Utrechtse John Coffey. De bunker, waar voorheen vaak alleen elektronische underground acts werden geprogrammeerd, barst al bijna uit haar voegen wanneer we aankomen. Wat opvalt, is de variatie van mensen die naar de opzwepende en zeker snoeiharde liveshow is gekomen: van stoere rockers tot lieve meisjes. Allemaal zijn ze razend enthousiast en schreeuwen ze mee. Helemaal wanneer zanger David Achter De Molen in een opblaasboot over het publiek heen zoeft. Één ding is zeker: John Coffey rockt de X-Ray tot een losbandig en zwetend gekkenhuis en bewijst hiermee dat de bunker niet alleen bedoeld is voor elektronische muziek.

~

Tijd voor avondeten betekent tijd voor een rasechte Lowlandshamburger! Of nou ja, eigenlijk van de LaPlace, maar wel speciaal voor Lowlands gemaakt. Na het bestellen van een broodje goddelijkheid blijkt het een andere burger te zijn dan dé Lowlandsburger die jarenlang de brakke bezoeker een uiterst goede dienst heeft geleverd. Desalniettemin is het alsnog een prima broodje die genoeg energie geeft voor een sensatieshow van Empire of the Sun in de Grolsch-tent. Met vier danseressen, een over the top decor en zonder Nick Littlemore (iets met niet uit zijn bed willen komen voor minder dan een miljoen) komt de Australische Luke Steele met veel bombarie èn in glitterpak op.

De hits zijn sterk, ‘We are the People’ en ‘Walking on a Dream’ doen nog net iets onder voor de allernieuwste: ‘Alive’. Het is nog even de vraag of deze wel gespeeld wordt, wanneer Steele plots na een “thank you” van het podium verdwijnt. De begintune wordt even later ingezet en de Zonnekoning van Lowlands is terug. Al met al lijkt de show van Empire of the Sun net op een goed in elkaar gezette videoclip. Aan elk detail is gedacht; de robotesque danseressen, het uitgebreide decor en die bekende Empire of the Sun sound. Misschien is het hier en daar tevens een beetje fout te noemen, met die overdaad aan glitters, maar het past bij de show. Zonder Littlemore heeft Steele een prima optreden geleverd, dus laat die Littlemore maar lekker in zijn bedje liggen voor dat geld.

Chvrches in de India staat reeds te trappelen om te beginnen. Een jonge band waarbij vooral het instrumentale aspect heel sterk is. Jaren ‘80 synth beats wisselen af met ritmische drums. Het stemgeluid van zangeres Lauren Mayberry is op de schelle uithalen na an sich goed aan te horen, maar wanneer Doherty (synth) haar voor een nummer overneemt, blijkt dit een aangename afwisseling te zijn. Chvrches levert dansbare electropop met hier en daar een donker wavetintje, een relaxed bandje voor het begin van de avond. Even later in de Grolsch heeft het publiek duidelijk zin in een feestje. Niet zomaar één, maar in een feestje met Major Lazer. Een aantal jaren terug nog te zien in de Bravo, maar nu blijkt zelfs de Grolsch te klein te zijn voor de dansbare hits van de dancehall dj. In de tent is het sowieso veel te druk en ook buiten de tent valt er amper te lopen. Volgende keer de Alpha?

We verkiezen Moderat boven de klappers van Major Lazer. De toon wordt reeds bij opener ‘This Time’ gezet. Na een uur lang adembenemende minimal droomtechno (is dit een begrip? vanaf dit weekend wel) in een tent vol genietende mensen is het meer dan de juiste keuze geweest om naar Moderat te gaan. Bij ‘Bad Kingdom’ lijkt een groot deel van het publiek echter wat in te kakken, evenals bij de rest van de wat tragere songs. Terwijl bij dit soort minimale tracks juist je aandacht wordt getrokken om er met alle concentratie naar te luisteren. Persoonlijk kwam juist bij deze nummers de puurheid van de muziek goed naar voren. Hard dansen doen we later wel.

Hard dansen? Jazeker, bijvoorbeeld bij dj Koze in de X-Ray vlak na Job Jobse. Een megavolle bunker met dansende en zwetende mensen. Buiten de lijntjes house om je vingers bij af te likken. Een perfecte afsluiter van de Lowlandszaterdag.

 

Boeken / Fictie

Breekbare zoektocht

recensie: Willy Vlautin (vert. Rik van Erkelens) - Noordwaarts

Een onzeker meisje gaat ervandoor wanneer ze inziet hoe troosteloos haar relatie is. Ze zoekt haar heil in de woestijnstad Reno. Langzaam maar zeker komt ze er bovenop, met hulp van vriendelijke mensen en acteur Paul Newman.

Het zit Allison Johnson niet mee. Haar vriendje is een neonazistische lapzwans die feestjes afloopt, veel drinkt en losse handjes heeft. Ze is ongelukkig met haar leven in Las Vegas, maar weet niet goed wat ze dan wel wil. Uit wanhoop nuttigt Allison zelf ook de nodige alcohol, met black-outs en een beschaamd vriendje tot gevolg. Om aan deze vicieuze cirkel te ontsnappen neemt ze na een woestijnfeestje de benen. Ze is op dat moment zwanger.

Van een vrachtwagenchauffeur krijgt ze een lift naar Reno. Het is de bedoeling dat ze hier maar even blijft, om de baby te krijgen en daarna verder te reizen, noordwaarts. Weg van haar ex, weg van haar problemen. Nadat ze is bevallen staat ze haar kindje af ter adoptie. Van het geld dat ze hiervoor krijgt kan ze een tijdje rondkomen. Daarna neemt ze verschillende baantjes als serveerster en callcentermedewerkster.

Echte en denkbeeldige vrienden

Onderweg en eenmaal in Reno komt Allison verschillende mensen tegen. Elk van hen weet haar op een bepaalde manier verder te helpen. Zoals Penny, die haar aan een baantje als telefonisch verkoopster helpt. Of Dan Mahony, een vaste klant in een café waar ze ’s nachts werkt. Zij laten haar inzien dat het leven lang zo slecht niet is en dat ze het waard is om van te houden. Ook is er altijd een man op wie ze tijdens moeilijke momenten terug kan vallen: acteur Paul Newman. In haar hoofd speelt ze hele gesprekken met hem af. Hij is haar moreel kompas.

In Noordwaarts beschrijft Willy Vlautin de zoektocht van een verward, aan alcohol verslaafd jong meisje naar een beter leven. Het verhaal is rauw en realistisch, maar wordt op een haast lieflijke manier verteld. Dit komt doordat het vanuit de naïeve belevingswereld van Allison wordt beschreven. Hoewel ze een allesbehalve onschuldig personage is, beschrijft Vlautin haar gedachtes zo eerlijk en oprecht dat het moeilijk is haar niet te omarmen.

Begeleidende muziek
De roman wordt vergezeld door een cd. De bijbehorende veertien liedjes zijn geschreven en uitgevoerd door Vlautin: met de cd op kan de lezer zich nog meer verplaatsen in het leven van het hoofdpersonage. De muziek is een leuke toevoeging, maar niet meer dan dat. Zonder de muziek is het boek net zo indrukwekkend en meeslepend.

Verhalen waarin de hoofdpersoon obstakels moet overwinnen om sterker uit de strijd te komen zijn populair, en Noordwaarts heeft alle ingrediënten in huis om een geliefd boek te worden. Het is een boek over beloftes: de belofte dat alles op z’n pootjes terecht komt, dat Allison haar leven weer op de rit krijgt, liefde vindt en vrede sluit met haar verleden. Mooi is dat Vlautin het boek geen happy ending geeft, maar enkel de illusie dat het goed komt.

Muziek / Album

Kennis en kunde

recensie: Bart van der Lee - Ballads for the Heathens or Dying

De Utrechtse singer/songwriter Bart van der Lee had al een flink deel van de wereld gezien voordat hij de muziek ontdekte. Ballads for the Heathens or Dying klinkt ook als een album van een man die het nodige heeft meegemaakt.

Ballads for the Heathens or Dying is het vierde album van Van der Lee, die opgroeide op de Fillippijnen, in Kenia en in Thailand. Als hij dertien jaar is, keert de familie terug naar Nederland. Van der Lee kent dus een roerig verleden, waar muziek altijd een grote rol heeft gespeeld. Dat geldt zeker als zijn huwelijk strandt. Van der Lee is dan 21 jaar. Muziek biedt echter soelaas en zekerheid. Ook als je er naar luistert.

Cohen en Cave
Het vorige album van Van der Lee, Between Tall Pine Trees (Sadness and Thunder), werd lovend ontvangen door de Nederlandse pers die Van der Lee vergeleek met Leonard Cohen en Nick Cave. Vergelijkingen die ook opgaan voor Ballads for the Heathens or Dying; Van der Lee’s krakerige stem en zijn composities doen denken aan Leonard Cohen. Let wel: het oudere werk van Cohen, toen hij nog niet met achtergrondkoortjes werkte, maar gewoon een dichter met een gitaar was. Niet First We Take Manhattan, maar So long, Marianne. Anderzijds is de vergelijking met Nick Cave passender; niet met zijn latere werk maar met Cave’s liedjes uit de tijd van The Firstborn is Dead en The Good Son die woede en verongelijktheid in zich hebben. En gevoelens van verlies. De emotie die uit die nummers spreekt, is sterker aanwezig dan de productie.

Ingetogen en beperkt
Het album is vrij kaal. Er zijn wel momenten van bombast, maar over het geheel genomen zou een kleine band het kunnen opvoeren. Wanneer er grootse arrangementen worden gebruikt, komt dat de nummers ten goede. Het album klinkt intiem en de nummers zitten goed in elkaar. Het begint met donkere (en volle) nummers, zoals ‘In the Woods upon a Hill’, en kalmeert langzaamaan bij ‘Waste of Life’ waar Van der Lee zichzelf begeleidt op gitaar. Qua genre neigt Van der Lee richting folk, dark folk. Dat heeft vooral te maken met de keuze van zijn instrumenten: lang niet alle nummers klinken folky. Het duistere deel van het album (de eerste nummers) doet het meeste aan folk denken. Tegelijkertijd klinkt er ook soul door. Geen Motown-soul, maar Marvin Gay, The Twilight Singers en The Afghan Whigs.

Van der Lee laat horen dat hij een breed scala aan stijlen beluistert en beheerst. De acht liedjes op het album vormen een duidelijk geheel, maar zijn niet inwisselbaar. Het zijn mooie, ingetogen en sprekende nummers. En dat hadden er best nog een paar meer mogen zijn.

Boeken / Fictie

Verdomme Chuck

recensie: Chuck Palahniuk (vert. Inge Pieters) - Verdoemd

‘Ben je daar Satan? Ik ben ’t, Madison.’ Palahniuks nieuwste roman begint als een brief aan de Duivel: de dertienjarige Madison doet  verslag van haar ontdekkingstocht door de Hel.

De meeste lezers zullen Palahniuk kennen van zijn debuut Fight Club (1996). Of als ze eerlijker zijn: van de gelijknamige verfilming uit 1999 met een hoofdrol van Brad Pitt. Zijn andere wapenfeit is het korte verhaal ‘Guts’, dat eindigt met een masturbatiescene onder water die een gevaar bleek voor de volksgezondheid. Op voorleesavonden vielen tientallen toehoorders flauw terwijl Palahniuk de dramatische gebeurtenissen vertelde – en niet omdat ze verliefd waren op zijn subtiele proza.

Onveilige seks


Nou is subtiel sowieso niet een woord dat we met Palahniuk moeten associëren. Ook in Verdoemd doet hij weer zijn best om de liefhebbers van bellettrie en goede smaak op de tenen te trappen. Verteller is de dertienjarige Madison, die op tamelijk tragische wijze om het leven is gekomen. Zelf wijt ze haar dood aan een marihuanaoverdosis, maar in werkelijkheid, zo blijkt later, is ze per abuis gewurgd met een condoomslinger die ze van haar ouders kreeg; die heeft dus weinig bijgedragen aan ‘veilige seks’.

Enfin, Madison is nu dus onder de doden, of beter gezegd: in de Hel. Al gauw krijgt ze gezelschap van een stel irritante Amerikaanse tieners die haar meevoeren op een ontdekkingstocht door de krochten van de onderwereld – en uiteindelijk naar Satans hoofdkwartier. Als in een high school-komedie worden de rollen onderling verdeeld: van betweter Leonard tot punker Archer en sportheld Patterson. Onderweg ontmoet het gezelschap demonen en ander hels gespuis, die met veel bravoure beschreven worden, maar gezien Palahniuks ironische stijl niet bepaald angstwekkend zijn.

‘Humor’


Verdoemd is dan ook niet bedoeld als thriller. Palahniuk heeft zijn best gedaan om een satirische komedie over de hel van de puberteit te schrijven. Helaas is Madison een nogal ongeloofwaardige en vervelende hoofdpersoon, en weten haar lotgevallen niet bijzonder te boeien. Daarbij zijn de beschrijvingen van de Hel één groot cliché. Maar het pijnlijkst is Palahniuks poging tot humor. Zo hebben de verschillende locaties in de Hel namen als ‘Grote Oceaan van Verspild Zaad’ en ‘Strontmeer’, en excuseert Madison zich tegenover Satan telkens wanneer ze het G-woord (‘God’) gebruikt.

Het helpt ook niet dat Palahniuk in de veronderstelling lijkt dat zelfs de meeste ongeïnspireerde grap na een x aantal herhalingen vanzelf hilarisch wordt. In komische televisieseries van een vergelijkbaar niveau kan een lachband nog veel goedmaken. Maar zonder deze kunstgreep zijn de running gags in Verdoemd niet meer dan bladvulling – hoogstens interessant voor de lezer die het literaire equivalent van een pijnlijke stilte wil ervaren.

Eén voorbeeld is dat Madison telkens wanneer ze een moeilijk woord gebruikt – bijvoorbeeld ‘obstinaat’ – de lezer verontwaardigd uitlegt dat ze dan misschien dertien jaar oud is, maar wel over enig vocabulaire beschikt: “Ja, ik weet heus wel wat ‘obstinaat’ betekent. Ik ben dertien en ontgoocheld en een tikje eenzaam, maar ik ben niet simpel.” Behalve dat dit gauw gaat vervelen, lijkt het ook een wel erg gekunstelde manier om zo een bredere woordenschat te gebruiken dan we zouden verwachten bij zo’n jeugdige verteller.

Plichtmatig


Nee, wie over de psychologische of religieuze hel wil lezen, kan beter een Dante Alighieri of Hubert Selby ter hand nemen. En de liefhebber van parodieën op arrogante Amerikaanse tieners kan kiezen uit legio high school-pastiches, stuk voor stuk vermakelijker dan Palahniuks plichtmatige toevoeging aan het genre. Het is alsof hij de recensenten die Snuff (2008) en Pygmy (2009) neersabelden, nu eens voor wilde zijn: zijn laatste gedrocht is dermate ongeïnspireerd dat er voor de kritische lezer weinig eer te behalen is – een abortus was beter geweest.

Muziek / Concert

Netwerkborrel in Bloemendaals openluchttheater

recensie: EELS

.