Muziek / Album

Comeback

recensie: Eminem - The Marshall Mathers LP 2

Voor veel hip-hopfans van mijn leeftijd begon de liefde voor het genre in 2000 toen Eminems The Marshall Mathers LP uitkwam. Dat de rapper dertien jaar na dato met een opvolger van deze mijlpaal komt, is gewaagd. Toch slaagt hij er in al het hoongelach de kop in te drukken.

Op de eerste Marshall Mathers LP was Eminem nog een jonge hond die zijn frustraties op iedereen botvierde die maar in zijn gezichtsveld kwam. Moeder, vader, (ex)vrouw Kim en grote popsterren moesten het ontgelden. Het is waarschijnlijk een van de redenen dat er met scepsis gereageerd werd op de komst van The Marshall Mathers LP 2. Velen zullen zich afgevraagd hebben of de Amerikaan ooit volwassen zou worden. Op The Marshall Mathers LP 2 laat de inmiddels 41-jarige Eminem echter horen dat hij de provocatie voorbij is.

Als herboren
Even voor de duidelijkheid: Eminem is geen zachtaardige, saaiige man geworden die nu over de liefde en de mooie dingen in het leven rapt, maar de tijd dat hij zijn vrouw vermoordde op een track is toch wel verleden tijd. Dat hij nog steeds een hekel aan zijn vader heeft en dat niet onder stoelen of banken steekt, wordt duidelijk op ‘Rhyme Or Reason’, maar zijn haat is niet meer blind en maakt zijn teksten sterker dan voorheen. Het nummer ‘Headlights’ kan zelfs als een excuusbrief aan zijn moeder gezien worden, die toch altijd Eminems favoriete mikpunt van spot was.

Dat zijn haat voor populaire popsterren er ook niet meer is, laten de vele samenwerkingen met zangeressen als Rihanna en Skylar Grey zien. Eminem heeft daarmee zijn poppier aanpak van Recovery (2010) op dit album doorgezet, maar waar het op het vorige album aan energie en urgentie ontbrak, klinkt Eminem op dit album als herboren en lijkt hij na twee mindere albums weer een eigen geluid gevonden te hebben. Dat dit geluid meer mainstream is dan de oude Eminem maakt helemaal niks uit zolang hij ijzersterke tracks als ‘The Monster’ (in samenwerking met Rihanna) blijft maken.

Aangename verrassing
Het is dan ook vooral wegens het vinden van zijn nieuwe stijl dat de keuze voor de albumtitel duidelijk wordt. Was The Marshall Mathers LP zijn grote doorbraak, The Marshall Mathers LP 2 kan als zijn grote comeback gezien worden. Eminem speelt met dit gegeven door op het hele album verwijzingen naar de eerste Marshall Mathers LP te verstoppen. Zo is op beide albumcovers hetzelfde huis afgebeeld, is openingsnummer ‘Bad Guy’ een vervolg op de hit ‘Stan’ en komt de beat van ‘Criminal’ in gewijzigde vorm terug op ‘So Much Better’.

Hoewel The Marshall Mathers LP 2 een aangename verrassing is, was het album nog veel beter geweest als de mindere tracks achterwege gelaten waren. Zo zijn de hooks op ‘Survival’ en ‘Legacy’ vrij irritant, heeft ‘Asshole’ een te drukke beat en laat Eminem op ‘Stronger Than I Was’ horen dat hij nog altijd niet kan zingen. Had Eminem genoegen genomen met ‘slechts’ een uur aan sterke nummers, dan was The Marshall Mathers LP 2 zijn beste album tot nu toe geweest.

Film / Achtergrond
special: Short Term 12

LIFF: Problematische tieners

.

Hoe complexe materie toegankelijk wordt gemaakt, toont Destin Cretton in Short Term 12. In zijn film draait het om Grace, die haar werk in een opvang voor probleemjongeren vol overgave doet. Maar de komst van het nieuwe meisje Jayden brengt haar eigen traumatische ervaringen naar boven. Problemen en ervaringen die Grace diep had weggestopt. Met name de gevolgen die dit heeft voor haar relatie met collega Mason lijkt Grace niet goed te kunnen overzien.

~

Met Short Term 12 gunt Cretton ons een blik in de Amerikaanse jeugdopvang. Hij heeft er zelf een aantal jaren gewerkt en zijn film is dan ook gebaseerd op persoonlijke ervaringen en verhalen die hij hoorde van anderen binnen het werkveld. Voor een film over problematische jongeren weet zijn film echter een warme en zelfs komische toon te behouden, ondanks de tragiek waarmee de personages omgeven zijn. Misbruik, huiselijk geweld en incest zijn immers aan de orde aan de dag. De twee krachtigste momenten zijn die waarin twee jongeren aan de hand van een rap en tekeningen onthullen wat hen overkomen is. Iets wat niet met woorden te beschrijven is, maar op een kunstzinnige manier des te sterker overkomt.

Dat de jonge Grace ook een problematisch verleden heeft, doet in eerste instantie wat gekunsteld aan. Anderzijds maakt juist dat haar tot zo’n gedreven kracht. De scène waarin ze Jayden redt uit de monsterlijke klauwen van haar vader is wat overdreven, maar maakt met humor weer veel goed. Als geheel weet Short Term 12 de goede balans te houden: zijn zwaar beladen thema en heftige gebeurtenissen gaan gepaard met humor en relativering, wat de film toegankelijk maakt voor een groter publiek. Daarbij schuwt Cretton de kritische noot naar hogergeplaatsten als psychiaters niet. Brie Larson en John Gallagher Jr. zetten hun rollen van Grace en Mason overtuigend en subtiel neer, iets wat overigens voor de gehele cast geldt. Short Term 12 kreeg de hoogste publiekswaardering en mocht met de LIFF publieksprijs naar huis.

Boeken / Fictie

Het smakelijke leven van een piraat

recensie: Eli Brown (vert. Dirk Jan Arensman) - Buskruit en kaneel

Van Captain Jack Sparrow tot Kapitein Haak en van Somalische criminelen die zich uitgeven voor piraten tot Piet Piraat: het leven van piraten spreekt tot de verbeelding. Er is menig film en boek over ze verschenen maar tot op heden nog niet over een charismatische, wrede maar rechtvaardige piratenkoningin.

In Buskruit en kaneel worden twee werelden onherroepelijk met elkaar vermengd. Geweld op zee wordt op poëtische wijze verweven met de kunst van het koken. Het verhaal vertelt over chef-kok Owen Wedgwood, die in 1819 wordt ontvoerd door piratenkoningin Gekke Hannah Mabbot. De enige manier waarop hij aan boord van haar schip kan overleven is door iedere zondag exclusieve en vooral heerlijke gerechten te bereiden. Als zijn maaltijd onder de maat is of ook maar enigszins lijkt op iets wat hij haar al eerder heeft voorgeschoteld, zal hij worden vermoord.

Hiermee ontstaat een zowel bizarre als bewonderenswaardige situatie. Met in zijn achterhoofd de gedachte te sterven weet Owen de meest fabuleuze gerechten te bereiden. Ondertussen leert hij steeds meer over de wereld om hem heen en doet hij zelfs mee aan zeeslagen. Omdat hij, naast de bereiding ervan, de maaltijden ook met Hannah moet delen, leert hij haar gaandeweg goed kennen. Ze blijkt heel anders in elkaar te steken dan hij van tevoren dacht.

Vrouwelijke Robin Hood

De strijd die Hannah ondertussen voert tegen de Koperen Vos, die de duivel in eigen persoon zou zijn, is zowel een persoonlijke vendetta als een gevecht voor rechtvaardigheid. Ze ontpopt zich gedurende het verhaal als een vrouwelijke variant van Robin Hood, ware het niet dat zij de veroverde buit niet onder de bevolking verdeelt maar onder haar eigen bemanning.

De strijd van Hannah is ondergeschikt aan het ware verhaal: dat van Owen en Hannah. De twee zijn elkaars tegenpolen maar blijken toch goed met elkaar overweg te kunnen. In het begin van het boek probeert hij nog te ontsnappen, maar langzamerhand ontwikkelt hij sympathie voor Hannah en haar piratenbende.

Poëtische gerechten

Eli Brown heeft het verhaal door de ogen van Owen laten vertellen, wat hij doet in de vorm van logboeken. In typisch 19e eeuws taalgebruik houdt hij de lezers op de hoogte van de ontwikkelingen op het schip. Hij beschrijft op wonderlijke wijze de speurtocht naar de ingrediënten voor het avondmaal en op poëtische manier de voorgeschotelde gerechten. Wat te denken van ‘kwarteleieren met basilicum gepocheerd in ramequin met een puttanesca van zongedroogde tomaten, gebraiseerde fazant met een salade van paardenbloembladeren en jus de l’île op een bedje van gebakken banaan, en een confetti van gepekelde maiskorrels a la mer’.

Toveren met woorden en eten

Dat Brown naast schrijver ook culinair recensent is, wordt goed duidelijk tijdens het lezen. Hij laat niet alleen Owen toveren met gerechten, zelf tovert hij met woorden bij het omschrijven van het koken en de maaltijden. Van de meest simpele ingrediënten weet Brown Owen de meest luxueuze gerechten te laten bereiden. De vindingrijkheid beperkt zich echter niet alleen tot de gerechten zelf. Ook het koken is uiterst inventief: deegrollen gebeurt met een kanonskogel en, bij gebrek aan een oven, laat Brown het deeg rijzen onder de kleding van Owen.

Buskruit en kaneel is een avonturenboek dat met geen enkel ander piratenverhaal vergeleken kan worden. Ja, er zijn zeeslagen en ja, het leven aan boord van het schip is bikkelhard, maar Buskruit en kaneel onderscheidt zich op andere vlakken. Natuurlijk is er het eten, dat is exclusief, bijzonder en bovenal een staaltje kunst op zich, maar vooral ook de bijzondere figuur Gekke Hannah Mabbot blijft je bij.

Brown heeft een geheel eigen kijk op het piratenleven van vroeger gegeven. Hij schrijft vol overgave, fantasie en poëzie. Buskruit en kaneel is een piratenroman als geen ander. Het is onderhoudend, vernieuwend en vooral erg fijn om te lezen. Het is een ware pageturner vol humor, hemelse, hongerig makende gerechten en actie. Het leven van een piraat is nog nooit zo lekker geweest.

Film / Achtergrond
special: Ciné Premières: Des morceaux de moi

Adèle schittert opnieuw

Een film over een zieke moeder. Over een dochter die zich onbegrepen voelt. Over een vader die daar tussenin staat. En over een andere dochter die ooit spoorloos verdwenen is en plotseling weer opduikt. Maar vooral een film met Adèle Exarchopoulos.

Erell (Adèle Exarchopoulos uit La vie d’Adèle) is een pubermeisje in een klein Frans dorp. Binnen haar vriendenkring – die enkel uit jongens bestaat – is ze met haar jongensachtige gedrag en kleding ‘one of the guys’. Ze hangen rond, drinken, blowen en gooien eens een ruit in. Voor haar zieke moeder is Erell is een voetveeg voor haar eigen frustraties. Erell loopt vrijwel altijd rond met een camera. Ze filmt zichzelf, haar ouders en haar vrienden.

~

De homevideo’s van Erell geven de kijker een kijkje in haar eigen ziel, die van haar gezin en die van haar vrienden. In het eerste beeld laat ze zien hoe verstikt ze zich in haar omgeving voelt. Andere beelden zijn dan weer heel grappig en aandoenlijk. Zo filmt ze zichzelf als ze op bed springt en als ze met rendieroren en een rendiersnuit op rare gezichten trekt. Ze maakt ook haar ongenoegen kenbaar als ze tegen de camera klaagt over de manier waarop ze behandeld wordt door haar moeder. Daarnaast toont ze de kijker haar jongensvrienden uit wie ze filmend soms meer persoonlijke informatie krijgt dan de jongens zelf zouden willen geven.

Halfbakken thema’s
De verschillende thema’s bieden veel mogelijkheden. De omgang van een gezin met een zieke moeder, de puberteit van een dochter die zich niet geliefd en niet op haar plaats voelt, een vader die geen partij wil en durft te kiezen en daarbovenop is er nog de gespannen gezinssituatie door de dochter die al jaren vermist is en gedurende de film ineens weer voor de deur staat, zwanger en met een vriend. Debuterend Regisseuse Nolwenn Lemesle doet er allemaal veel te weinig mee.

Alle bovenstaande thema’s worden behandeld, maar alle halfbakken. Op geen van de onderwerpen wordt echt diep genoeg in gegaan. De verhaallijnen sleuren daarmee wat doelloos door de film. Lemesle werpt in de film nogal wat vraagstukken op, maar de antwoorden erop zijn onduidelijk of geheel niet aanwezig. Het hoe en waarom van de verdorven band tussen Erell en haar moeder blijft voor de kijker vooral gissen. De uitstapjes die Erell met haar vrienden en heel soms met haar vader en ouders samen maakt, geven de film wat meer inhoud, maar lang niet voldoende. Het is allemaal te oppervlakkig en te weinig dynamisch.

Ster in wording

~

In La vie d’Adèle schitterde Adèle Exarchopoulos als sensuele jongvolwassene en nu zet ze de rol van dorps jongens-meisje al even sterk en ogenschijnlijk gemakkelijk neer. Het toont haar veelzijdigheid en haar acteertalent. Met haar mimiek weet ze werkelijk iedere emotie van Erell perfect te uiten. Als de 19-jarige niet nu al één van de grootse sterren van het Franse doek is, dan is ze wel één in wording.

Zelfs het uitstekende optreden van Exarchopoulos biedt echter te weinig compensatie voor de vele onvolkomenheden in de film. Filmmaakster Lemesle zal vast als doel hebben gehad om de stuurloosheid van een puber levend in een beklemmende omgeving te tonen. Door de thema’s niet genoeg te volmaken, wordt de film echter vooral een incompleet verhaal. Heel streng beoordelend kan zelfs gesteld worden dat ze vooral haar eigen stuurloosheid met deze film laat zien. En dat is jammer, want de film toont best potentie, maar het komt er in z’n geheel lang niet voldoende uit.

Muziek / Album

Soldier On biedt verwachte kwaliteit

recensie: Tim Knol - Soldier On

Het is niet zo dat het tweede album van Tim Knol onsuccesvol was. Toch betekent de titel van het derde album, Soldier On, zo veel als ‘volhouden’. Muzikaal gezien klopt dat, want ondanks enkele wisselingen in de band is de kwaliteit van de muziek nog steeds onverminderd hoog.

het derde album, Soldier On, zo veel als ‘volhouden’. Muzikaal gezien klopt dat, want ondanks enkele wisselingen in de band is de kwaliteit van de muziek nog steeds onverminderd hoog.

Met zijn gelijknamige debuutalbum zette Knol zichzelf in 2010 op de kaart. Days, dat een jaar later uitkwam, benadrukte dat het succes van dat debuut geen toeval was. In oktober 2011 besloot de man uit Hoorn dat het wel even mooi was geweest. Hij nam een jaar vrij en besteedde dat onder andere aan fotografie. Inmiddels is het derde studioalbum uit, wat de aftrap is voor een flinke solo theatertour die start in januari. De batterij lijkt weer opgeladen te zijn bij de nog maar 24-jarige Knol.

Liedjes van eigen hand

Meestergitarist Soldaat maakt nog altijd deel uit van de band, terwijl drummer Kleijn en bassist Zwart terugkeren. Wat wél een stijlbreuk is, is dat vaste schrijver en toetsenist Van Duijvenbode vervangen is door Lensink. Knol lijkt dus alle teksten zelf geschreven te hebben. Die gaan op dit album vooral over afscheid nemen en doorgaan. Titelnummer ‘Soldier On’ start met zacht getokkel. Het is een tikje melancholisch, maar het ‘soldier oooooon’ wordt vol overtuiging gezongen. Ergens komen is makkelijk, maar er ook blijven is moeilijker. Er zijn immers talloze redenen om alles af te blazen. Vandaar de boodschap: blijf volhouden.

De thematiek van ‘Soldier On’ zet zich voort in ‘Bury the Ocean’. Het moeiteloos gezongen liedje, dat voor een heerlijke ontspannenheid zorgt, gaat over willen verdwijnen en de vraag of alles niet te snel gaat. Ook ‘Cold cold rain’ is een track die zeker de moeite waard is. Met americana-invloeden geven piano, gitaar en later viool ondersteuning aan het intense refrein. Net als ‘Soldier On’ heeft de single ‘Motion of Life’ hitpotentie. Met een vrolijk ‘lalalalala’ opent het nummer, dat verder zacht en gevoelig gezongen wordt. Het hoge koortje zorgt voor een zekere opgewektheid.

Een standaardformule voor succes


‘Enjoy the Spectacle’ en ‘Sea of Shame’ zijn niet heel uniek. Dat ze allebei toch zeer de moeite waard zijn, komt doordat beide deels tweestemmig gezongen zijn. Belangrijker is dat de standaardformule nog steeds goed uitpakt; couplet en refrein worden afgewisseld door instrumentale stukken met gitaar op de voorgrond. Dat is iets wat aan deze muzikanten wel overgelaten kan worden. Voeg hier de stem van Knol (die niet heel uniek, maar toch erg fijn is) aan toe, en je kunt je afvragen of er ooit iets moet veranderen aan deze band.

Bij het eind van de plaat aangekomen blijkt dat het tempo laag blijft. Uptempo nummers als ‘When I Am King’, ‘Sam’ of ‘Gonna Get There’ van vorige cd’s ontbreken dan wel. ‘Highflyer’ klinkt al wat te bekend in de oren, terwijl ook ‘Sister Romance’ urgentie mist. Dat neemt niet weg dat het beide mooie nummers zijn, waarbij vooral laatstgenoemde doet denken aan The Beatles. Slotnummer ‘Rearview Mirror’, tevens een van de meer countryachtige liedjes, eindigt met de tekst ‘Now he’s moving on, on to bigger things’. Als we aan de toekomst denken, zal Tim Knol inderdaad door blijven gaan en volhouden op de inmiddels vertrouwde, maar o zo fijne manier.

Film / Achtergrond
special: Ciné Premières: Jeunesse

Leven tussen leven en dood

Ex-profvoetballer Fernando Ricksen zat laatst bij Matthijs van Nieuwkerk aan tafel in het TV-programma De Wereld Draait Door. Ricksen vertelde er met gebroken stem dat hij de ongeneeslijke ziekte ALS heeft. Het moment choqueerde menig kijker. Het zette mensen aan het denken. Jeunesse poogt dat ook te doen. Enkel is hier niet zo zeer de ongeneeslijk zieke de hoofdpersoon, maar de jongvolwassen dochter. De wereld draait door.

~

Regisseuse Justine Malle baseerde Jeunesse (niet te verwarren met Un Amour de Jeunesse) op een periode uit haar eigen leven. Toen ze twintig was, werd bij haar vader; Louis Malle, een degeneratieve ziekte geconstateerd. Langzaam zou zijn lichaam en uiteindelijk hijzelf sterven. Justine spendeerde in het jaar dat vader Louis ziek was veel tijd aan haar studie en leerde een leuke jongen (later haar man) kennen. De film toont de contradictie tussen een jonge vrouw aan het begin van een volwassen leven en tegelijk haar omgang met een ongeneeslijk zieke vader aan het einde ervan.

Juliette (Esther Garrel) is kind van gescheiden ouders en woont wisselend bij haar vader en haar moeder. Haar vader wordt ziek en is daarmee ook een hoofdpersoon in de film. De rol van de moeder is na het begin volkomen uitgespeeld. En dat is jammer. De focus ligt vanzelfsprekend op de emoties van Juliette, maar het is minstens zo interessant om te zien hoe een vrouw omgaat met de ziekte van haar ex-man. Dat zien we in de film echter in het geheel niet.

Didier Bezace speelt de steeds zieker wordende vader goed, maar toch lukt het hem niet helemaal om de kijker echt met hem mee te laten leven. Het grote nadeel van een verhaal over een ongeneeslijk ziek iemand is bovendien dat het zelden spannend en daarmee wat vlak wordt. De verhaallijn, personages en scènes kunnen diepte en emotie in de film aanbrengen. Dat gebeurt in Jeunesse wel, maar niet genoeg.

Dubbele emoties
Met Juliette is het makkelijker identificeren en meeleven. Garrel speelt de verschillende gemoedstoestanden waarmee Juliette te maken krijgt prima. Eerst is ze het ogenschijnlijke ijskonijn dat niet zo goed weet wat ze moet met de boodschap dat haar vader snel zal sterven. Je voelt daarna haar rit in de achtbaan aan emoties en de omgang ermee heel goed. Ook als ze haar doodzieke vader achter laat en zich in Parijs te goed doet aan het leven, blijft de kijker haar dubbele bodem ervaren.

Filmmaakster Justine Malle laat na veel scènes relatief lange zwarte overgangen zien. Ze geeft de kijker ermee de kans om de scènes op zich in te laten werken en er over na te denken. De kijker ziet daarmee niet alleen de strijd en strubbelingen van Juliette, maar beleeft en voelt ze ook. Het is een ’trucje’ dat heel goed uitpakt, zeker bij de scènes tussen Juliette en haar vader.

Het is een origineel en zeker interessant concept om de ongeneeslijk zieke en daarmee de ziekte en de onherroepelijke dood een bijrol te geven en één van de bloedverwanten de hoofdrol. Garrel zorgt met haar rol als Juliette dat die keuze ook goed uitpakt. Justine Malle heeft er uiteindelijk een film van gemaakt die makkelijk en vlot wegkijkt. De film laat je tijdens en na afloop ervan nadenken, maar ontroert toch net niet voldoende om echt te beklijven. 

Film / Achtergrond
special: Ciné Premières: Gabrielle

Teder sentiment

De 22-jarige Gabrielle heeft (ook in het echte leven) het Syndroom van Williams, een verstandelijke beperking. Dit weerhoudt haar echter niet van verliefd worden op de drie jaar oudere Martin, met wie ze samen in het koor Les Muses zingt. Een warme film met tedere beelden.

~

Gabrielle, de Canadese inzending voor de Oscars van 2013, stelt vragen die allerminst eenvoudig te beantwoorden zijn. De grote vraag is echter ook of deze film deze vragen ook wíl beantwoorden. Het stellen ervan is veelal al genoeg; het belang en het debat mag de kijker vormgeven. Want vrolijkheid, onschuld, zorg en liefde zijn in de wereld van Gabrielle en Martin de hoofdzakelijke tinten.

De ernst doet pas zijn intrede als Gabrielle en Martin ‘gesnapt’ worden tijdens hun eerste kus (overigens in een prachtig opgenomen, verstilde scène, compleet ontdaan van prikkels en obstakels). Begeleiders en ouders gaan zich ermee bemoeien. De scène waarin kort wordt geïnformeerd of Gabrielle wel gesteriliseerd is, is zeer schril en werpt je als kijker terug op de rauwe werkelijkheid die heerst omtrent de niet-zelfstandige, gehandicapte mens: het risico op zwangerschap. Gabrielle’s kinderwens lijkt daarbij nauwelijks van belang. Gabrielle en Martin mogen elkaar niet meer zien, hoezeer Sophie, de zus van Gabrielle, haar best doet. Gabrielle, ziek van liefdesverdriet, wil bewijzen dat zij zelfstandig genoeg kan zijn om met Martin te kunnen samenleven.  

Tempo en sentiment


Omdat regisseur Louise Archambault met haar tweede film veel tijd neemt om de wereld van Gabrielle te introduceren, zou de film als een tikkeltje langdradig kunnen worden ervaren. Verslappen van de aandacht ligt op de loer. Daarnaast legt Archambault veel focus op het weerspiegelen van de muziekbeleving van de koorzangers. Dat levert weliswaar een paar prachtige, gevoelige scènes op, maar het kan ook als een teveel aan sentiment worden ervaren, alsof het een overdadige maaltijd betreft. Dit wordt tevens bevestigd door de slotscène van de film.

Film / Achtergrond
special: Ciné Premières: La Tendresse

Doelloze subtiliteiten

Een vader en moeder, al vijftien jaar gescheiden, ondernemen een autoreis om hun zoon op te halen. Een eenvoudig maar soms zeer saai verhaal, waarin vooral de moeder en haar mooie grote ogen de show stelen.

~

Als één film het van subtiliteiten moet hebben, dan is het deze. Het verhaal lijkt ogenschijnlijk simpel, en laat enkel glimpen zien van wat de ware gevoelens van het gebroken gezin zouden kunnen zijn. Zodra moeder Lise en vader Frans het nieuws krijgen dat hun zoon, skileraar, in de zuidelijke bergen een ongeluk heeft gehad, spreken ze af erheen te rijden om hem te halen. De verstandhouding tussen de voormalige echtelieden is goed, redelijk, beleefd. Hun rit begint stroef, maar ongedefinieerde blikken worden over en weer geworpen. Niets wordt echter uitgesproken. Vaak is een komische siddering in de sfeer van de auto voelbaar, waardoor de kijker steeds vaker zal denken: waar gaat deze reis naartoe, waar gaat dit heen?

Het gaat nergens heen


Het decor van de autorit verandert van saai plat land in majestueuze bergen, die de achtergrond vormen van het voortkabbelende verhaal. Eenmaal in de bergen laat moeder zich zien als een mysterieuze eenling die zich sinds de scheiding zeer goed heeft weten te handhaven. Hierdoor krijgt zij een mysterieus, bijzonder licht, dat ook vader lijkt op te merken. Dit is de enige trilling die deze film teweeg kan brengen, want het antwoord op voorgaande vraag is: hoewel de film zich half op de snelweg afspeelt, gaat deze film nergens heen.

Opmerkingen van de vader, die tederheid suggereren maar eigenlijk verkapte platitudes zijn omtrent het autorijden van zijn ex-vrouw, zijn ronduit ergerlijk, evenals zijn quasiverveelde verzuchtingen omtrent haar onvermogen om ongeschonden door de slagbomen van de tolheffing te komen. De begeleidende melodieën van banjo en harmonica irriteren groots bij het zien van het grauwe Belgische landschap. De verhaallijn van de zoon, die zich enkel lijkt te interesseren voor zijn skiënde vriendin, lijkt helemaal niets toe te voegen, behalve dat de verhoudingen dusdanig vervreemd zijn geraakt dat er geen dialoog meer mogelijk is. In de grond zeer interessant, maar hier onvoldoende uitgewerkt. Deze film moet het van blikken, sferen en bergen hebben, en wellicht is dat voor velen genoeg. 

Film / Achtergrond
special: Ciné Premières: Je fais le mort

Lichtzinnig vermaak

.

~

Het verhaal is zo luchtig dat het bijna verdampt, maar gelukkig is dat totaal niet relevant. Acteur Jean Renault kreeg op jonge leeftijd de César voor de Grote Belofte, die uiteindelijk op 40-jarige resulteert in een reclame voor een geneesmiddel tegen verstopping. Gedesillusioneerd smeekt hij bij het arbeidsbureau voor artiesten om een klus, die hij ook krijgt: hij moet in de reconstructie van een moord de dode spelen. De mondige Jean kan natuurlijk alles behalve zijn mond houden, en gaat een niet onbelangrijke rol spelen in het onderzoek, waarvan iedereen dacht het in kannen en kruiken te hebben. De hoofdonderzoeker, de charmante Noémie, verwordt  van koele, afstandelijke vamp tot de giechelvriendin waarmee je rustig een jointje kan roken. Dit alles vindt plaats in een idyllisch dorpje met op de achtergrond besneeuwde bergen.

Pretentieloos


Je fais le mort is een komedie die niets anders beweert te zijn dan dat, en daarin is hij uitstekend in zijn soort. De film is exact bedoeld zoals hij wordt gepresenteerd: een lichtzinnige detective, luchtig, grappig, waarbij de held het meisje uiteindelijk als beloning mee naar huis mag nemen. Hij bewandelt paden die al duizenden malen daarvoor kapot zijn gestampt (inclusief incidenten met een skilift en kinky SM-pakjes), en dient enkel ter lichtzinnig vermaak van de kijker. Hoewel dergelijke films niet voor iedereen zijn gemaakt ligt de kracht van deze film juist in de afwezigheid van enige pretenties, en het feit dat er 104 minuten lang niet anders dan ongecompliceerd vermaak wordt vertoond. En met de feestdagen op het oog, mag dit ook.