Muziek / Album

Berichten uit een lege toekomst

recensie: EMA - The Future's Void

.

Erika M. Anderson maakte als EMA al het goed ontvangen debuut Past Life Martyred Saints, en is weer in vorm met het gevarieerde The Future’s Void.

‘Satellites’ opent het album met geruis en geklap, waarna Anderson begint met zorgelijke zang. Haar vervormde stem, aangevuld met electronica, bouwt geleidelijk op naar een groots en weids middenstuk, en zuigt je zo The Future’s Void in. Toch verrast EMA de luisteraar direct met het relaxte tempo van het tweede nummer, ‘So Blonde’. Haar nu heiige stem, met poprock op de achtergrond, doet denken aan de hoogtijdagen van de alternatieve muziek van de jaren negentig. Het klinkt als Veruca Salt, en heeft een refrein dat eindigt met luie, boze uithalen, die je zou kunnen verwachten van Courtney Love’s Hole.

Met gemak springt EMA tussen verschillende stijlen en invloeden. Hoor je daar iets van de boosheid van PJ Harvey, dan is er ook alweer de rust van het oude werk van Cat Power of Helium. Maar ondanks die gevarieerde invloeden behoudt het album een sterke focus. De teksten klinken nog steeds persoonlijk en gemeend zoals op EMA’s vorige plaat, ook al lijkt ze nu grotere zaken aan te kaarten, zoals de vervreemding die schuilgaat in ons huidige digitale tijdperk. Vandaar die Oculus Rift op de hoes, en liedjes die verwijzen naar de dystopische visie van cultschrijver William Gibsons.

Kwetsbaar en verheffend
EMA wisselt binnen die thematiek van intieme getuigenis naar agressievere strijdkreten tegen de onverschilligheid en leegheid van het nu, zoals het dramatisch slepende ‘Cthulu’, of het van oosterse ritmes en duistere synths doorspekte ‘Neuromancer’, dat doet denken aan Glasser. Rustiger en melancholischer zijn nummers als ‘3Jane’ en ‘When she comes’. Die laatste heeft een vertrouwde oude sound met een simpele drum en een gitaar die melancholiek en melodisch opdoemt. Na de donkere electronica komt dit liedje als een rustige en kwetsbare tussenpoos die het menselijke benadrukt, tegenover de kilheid van technologie. En dan is er ‘Solace’  het beste nummer van het album — dat met zijn opbouwende synths doet denken aan Handsome Furs’ Sound Kapital. Ook hier is EMA kwetsbaar, maar maakt het van een intieme bekentenis een krachtig en verheffend statement, dat muzikaal perfect wordt aangevuld.

EMA bewijst met The Future’s Void dat ze in de lijn zit van zangeressen met een uiteenlopend repertoire dat schippert tussen rauw en poppy, zoals Grimes, Zola Jesus, Bat for Lashes, of zelfs Sky Ferreira. Daarbij behoudt zij genoeg overtuigingskracht en persoonlijkheid om je een plaat lang geboeid te houden.

 

Kunst / Expo binnenland

Macht binnen de muren van kunst

recensie: Steve McQueen, Ai Weiwei, Anselm Kiefer, Joseph Beuys, Yael Bartana, e.a. - Meer Macht

.

Kan kunst de wereld veranderen? Deze vraag stelt Hans den Hartog Jager met de tentoonstelling Meer Macht in Museum de Fundatie in Zwolle. Het antwoord kan de bezoeker vinden in werk van onder anderen Ai Weiwei, Anselm Kiefer, Joseph Beuys en Steve McQueen.De tentoonstelling opent met werken van Joseph Beuys (1921-1986). Hij wordt gezien als de eerste kunstenaar die politieke invloed poogde uit te oefenen en ging hier erg ver in: Beuys richtte zijn eigen politieke partijen op en gaf lezingen over de hele wereld. De Fundatie toont onder andere zijn symbolisch in vilt gewikkelde Samurai-Schwert (1983). De kunst van Joseph Beuys draait veelal om zijn waarschijnlijk verzonnen ervaring tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen hij tijdens een missie neerstortte met zijn vliegtuig en gered werd door de nomadische Tartaren, die hem in vet en vilt wikkelden. Beide materialen komen vaak terug in het werk van Beuys.

Anselm Kiefer, <em>Occupations</em>, 2011. ©Anselm Kiefer, foto: Charles Duprat.

Anselm Kiefer, Occupations, 2011. ©Anselm Kiefer, foto: Charles Duprat.

Het werk van Anselm Kiefer (1945), leerling van Beuys, maakt de meeste indruk wanneer het in veelvoud getoond wordt. In De Fundatie krijgt zijn werk die kans in de grote zaal op de eerste verdieping. Occupations (2011) grijpt de kijker bij de lurven, een gevoel dat versterkt wordt door de opstelling in de Fundatie. Drie foto’s uit 1969, op lood aangebracht, tonen Kiefer terwijl hij in het openbaar de Hitlergroet brengt. Een statement dat des te meer betekenis heeft omdat het afkomstig is van een kunstenaar die met veel van zijn werk het nazisme bekritiseert. Zijn verzet lijkt zinloos, maar herinnert de kijker effectief aan het verleden en de rol die voor de kunstenaar is weggelegd om ook in het heden zijn kritiek te laten klinken.

Wie eveneens de vrijheid van de kunstenaar toont is Ai Weiwei (1957). De opgestoken middelvingers in zijn serie Study of Perspective (1995-2001) zijn even beroemd als de kunstenaar berucht is bij de Chinese regering. Met zijn werk schopt hij tegen macht en instituties van zowel China als het westen. Op de werken in De Fundatie steekt Weiwei zijn middelvinger op naar de Sint Pieter in Rome en naar zijn Chinese geboortegrond. Het gaat hem om de macht die in de vrijheid van de kunstenaar ligt om zijn mening te uiten, en omdat hij hiermee zoveel teweegbrengt is hij een van de weinige kunstenaars die invloed heeft met zijn kritische kunst.

Videokunst is goed vertegenwoordigd bij Meer Macht. De Israëlische kunstenares Yael Bartana (1970) maakt indruk met het sterke Mary Koszmary (Nachtmerries, 2007). We zien een charismatische jongeman die met passie een toespraak houdt in een verlaten, vervallen stadion, waarin hij de Joden oproept terug te keren naar Polen, nadat het volk tijdens de Holocaust gevlucht was. Met felle ogen en ferme woorden spreekt hij de leegte toe die wordt benadrukt door zijn echo. Hij wordt niet gehoord, op een paar kinderen in het stadion na. En de kijker. De kijker hoort hem wel, maar zijn woorden blijven steken achter die muur tussen de kunstwereld en de maatschappij.

Hans van Houwelingen, <em>Biokip</em>, 2009. Foto: Kunstbeeld.

Hans van Houwelingen, Biokip, 2009. Foto: Kunstbeeld.

Bij macht denk je aan grootse gebaren. Met het intrigerende videowerk Biokip (15-09-2009) laat Hans van Houwelingen (1957) zien dat macht en invloed ook over emoties en het individu gaan. We zien de twaalf jaar oude kip van de kunstenaar, langzaam stervend van ouderdom. Een afschrikwekkend proces dat de kijker toch door een vreemde, intieme schoonheid raakt. Tot je je realiseert hoe tegenstrijdig het is om te treuren over het leven van één kip, terwijl we nauwelijks stilstaan bij het massaal afmaken van kippen die uiteindelijk op ons bord terechtkomen. Dit contrast en het spel met emoties wakkert het bewustzijn aan over de machtsverhoudingen tussen mens en dier.

Hoop of illusie?


Aan het eind van de trap naar de bovenste verdieping word je opnieuw geconfronteerd met de dood. Als een klap in je gezicht liggen daar de levenloze lichamen van de kunstenaar zelf, Roy Villevoye (1960), en van een donkere vriend. De wassen beelden van The Clearing (2010) fascineren en verwarren. Dit open werk geeft de kijker de kans er zijn eigen verhaal bij te bedenken. Hierdoor blijft het ongrijpbaar en vraag je je af welke verwoestende macht dit op zijn geweten heeft. Tegelijkertijd lijkt het een makkelijke manier om de kijker te confronteren, want wie reageert er niet op twee levensechte doden?

Steve McQueen, <em>Static</em>, 2009. Courtesy Steve McQueen, Marian Goodman Gallery, New York/Parijs; Thomas Dane Gallery, Londen. Foto: auteur.

Steve McQueen, Static, 2009. Courtesy Steve McQueen, Marian Goodman Gallery, New York/Parijs; Thomas Dane Gallery, Londen. Foto: auteur.

Je hoorde het helikoptergeronk al bij binnenkomst, maar op de hoogste etage van het museum eindigt de tentoonstelling met Static (2009) van Steve McQueen (1969). Het videowerk is gemaakt vanuit een helikopter die om het Vrijheidsbeeld in New York cirkelt. Het immense standbeeld probeert de kijker op afstand te houden, maar toch lijkt het beeld fragiel door de dreigende helikopter, die als een zoemende wesp het symbool van Amerikaanse vrijheid probeert te breken. Soms lijkt de vijand zich even te verschuilen, als het geluid wordt doorbroken door stilte.

Als je je van zaal naar zaal en verdieping naar verdieping beweegt, hoor je niet alleen steeds het geluid van Static, maar kom je ook de hoopvolle spreuk van Bartana tegen: “Wenn Ihr wollt, ist es kein Traum”. Meer macht krijgen de kunstenaars echter niet, maar de kunst van het streven heeft wel het vermogen om de kijker te raken.

Meer Macht toont in Museum de Fundatie werk van Steve McQueen, Ai Weiwei, Anselm Kiefer, Constant, Anri Sala, Yael Bartana, Deimantas Narkevicius, Joseph Beuys, Renzo Martens, Gert Jan Kocken, Raphaël Zarka, Andres Serrano, Alec Soth, Asger Jorn, Hans van Houwelingen en Roy Villevoye. Kunstcriticus en conservator van de tentoonstelling Hans den Hartog Jager schreef over de rol van kunst in de maatschappij het boek ‘Het streven’, waarin hij onder andere de tentoongestelde werken bespreekt en licht werpt op vragen rond kunst en macht.

Film / Achtergrond
special: The Book Thief

The Book Thief

.

Vierde boekverfilming in deze reeks: The Book Thief. Joyce las het boek, Jeroen niet. Let op: dit stuk bevat spoilers!

The Book Thief volgt Liesel Meminger (Sophie Nélisse), een analfabetisch meisje dat aan het begin van de Tweede Wereldoorlog wordt geadopteerd door een Duits echtpaar (Geoffrey Rush (The King’s Speech) & Emily Watson (Red Dragon)). Aanvankelijk heeft ze het lastig, maar dankzij haar nieuwe stiefvader – die haar leert lezen – begint ze uit haar schulp te kruipen. De oorlog begint echter steeds zwaarder op hun levens te wegen, vooral wanneer ze Max, een Joodse jongeman, in hun kelder verschuilen.

[Jeroen] Ik vind het best een mooie film. Het heeft een aantal problemen (sommige groter dan anderen), maar over het geheel genomen komen het verhaal en de emotie goed over en ondergaan de personages een gedefinieerde transformatie. Het eindproduct voelt bijna aan als een soort sprookje, maar dan in Nazi-Duitsland.

[Joyce] Wat voor problemen bedoel je?

[Jeroen] De meest voor de hand liggende is toch wel het taalgebruik. In welke taal is het boek oorspronkelijk geschreven?

[Joyce] De auteur (Markus Zusak – Australisch met Duitstalige ouders) schrijft in het Engels. Storen de Duitse accenten en woorden je in de film?

[Jeroen] In de film mist het taalgebruik zowel logica als consistentie. Het is voornamelijk in het Engels, wat natuurlijk een beetje vreemd is aangezien alle personages Duitsers zijn en het in Duitsland speelt, maar dat is nog te begrijpen. Het is immers een Amerikaanse productie voor een Amerikaans publiek. Maar vervolgens kiest regisseur Brian Percival er wel voor om iedereen een Duits accent te geven en er zelfs zoveel als hij kan begrijpelijke Duitse woorden doorheen te gooien, zoals ‘und’ of ‘danke schön’. De film mikt dus gewoon twee talen een beetje willekeurig door elkaar in een poging om het Duits te laten klinken terwijl het absoluut geen Duits is. Dit is op zich al stom genoeg, maar dat ze dat in de Nederlandse ondertiteling ook doen slaat echt nergens op. Bovendien is het wel erg opvallend dat de Nazi’s – de slechteriken – wel volledig Duits praten. Dat geeft toch een beetje de verkeerde boodschap.

~

[Joyce] De auteur doet hetzelfde in de dialogen, maar niet op een onaangename of onwelkome manier. Een karakteristiek voorbeeld: ”Nein,’ he whispered. It was repeated seven times. ‘No.” De vertaling wordt op deze manier verwerkt in de lopende tekst. En door het taalgebruik word je constant met je neus op de feiten gedrukt waar en wanneer het verhaal zich afspeelt. Zonder de harde Duitse klanken, zonder de scherpe Duitse bevelen, was het verhaal denk ik minder beklemmend neergezet. De taal draagt wat mij betreft zo echt wel bij aan de setting.

[Jeroen] Dus het taalgebruik zit ook zo in elkaar in het boek? Engels en Duits door elkaar? Dat verandert de zaak! Dan is het naar mijn mening nog steeds ridicuul, maar het is dus het idee van de schrijver. Dit soort taalgebruik komt wel vaker voor in films over Nazi-Duitsland. Soms heeft de film nog genoeg andere aspecten die het geheel weer omhoog halen (All Quiet on the Western Front (1930)) en soms niet (Valkyrie). Bij The Book Thief is er in ieder geval nog genoeg om de film de moeite waard te maken.

[Joyce] De regisseur volgt de auteur niet alleen met de taal. De film is echt boekgetrouw met het uitbeelden en overbrengen van de gebeurtenissen, de personages en de emoties, waarvoor mijn nederige dank. Wat ik alleen wel in de film mis is de spanningsboog; die is in het boek veel meer aanwezig. De film is ook wat trager in vergelijking en de symboliek komt niet overal even goed tot zijn recht.

[Jeroen] Welke spanningsboog en symboliek zitten er dan in het boek die je in de film mist?

[Joyce] In het boek heb je veel meer het gevoel dat het ieder moment helemaal mis kan gaan. De film is dan toch meer gericht op de feelgoodmomenten dan op het overbrengen van die onderhuidse geladenheid. In het boek zijn Liesel en haar wijkvriendje Rudy bijvoorbeeld echte deugnieten. Wanneer Liesel in de film een boek meeneemt zegt ze steeds: ‘It’s not stealing, it’s borrowing’, maar daar is in het oorspronkelijke verhaal geen sprake van. Dan steelt ze, zonder terughoudendheid, wat ze volgens haar echt nodig heeft. Naast boeken bijvoorbeeld ook voedsel van de boer met een groepje jongens, wat zorgt voor een aantal onrustige momenten.

[Jeroen] Ik merkte inderdaad dat het meer op de persoonsrelaties was gericht dan op de spanning of Max wel of niet door de Nazi’s gevonden gaat worden.

[Joyce] Dat ‘oei, als ze maar niet gepakt worden’-gevoel was minder intens. Nog even terugkomend op de symboliek: een zeer treffende scene in het boek is dat Max droomt dat hij in de boksring staat met de Führer. Max geeft hem een pak slaag, maar Hitler hitst het publiek op met mooie woorden, zodat het publiek zich tegen Max keert en de ring binnenstroomt: ‘Max Vandenburg could feel the fists of an entire nation. One by one they climbed into the ring and beat him down.’ Eeuwig zonde dat deze scene niet in de film is opgenomen. Nog een citaat ter illustratie en vermaak: ”First and foremost, we want a good clean fight.’ [The referee] addressed only the Führer now. ‘Unless, of course, Herr Hitler, you begin to lose. Should this occur, I will be quite willing to turn a blind eye to any unconscionable tactics you might employ to grind this piece of Jewish stench and filth into the canvas.”

[Jeroen] Als het boek zo vol zit met symboliek, wat denk je dan dat die symboliek wil zeggen? Wat is de boodschap van het boek?

[Joyce] Kort gezegd: taal en woorden geven ons vrijheid, maar kunnen die vrijheid ook van ons afpakken. Haalde je dat ook uit de film?

[Jeroen] Ik heb dat er zelf niet uitgehaald, maar als je het zo voor me uitspelt kan ik wel zien hoe dat in de film is gestopt. Er zit veel nadruk op Liesels lessen om te leren schrijven en haar ontdekking van de kracht van woorden en verhalen, zoals de manier waarop ze naar het einde toe een hele schuilkelder weet te kalmeren door een verhaal te vertellen.

[Joyce] Plus dat Max de pagina’s in Mein Kampf overschildert met wit, zodat het een schrijfboek wordt voor Liesel en ze het kan vullen met haar eigen verhaal en haar eigen woorden. Een cruciaal moment in het verhaal en heel kenschetsend voor de symboliek, maar kwam dat in de film wel duidelijk over?

[Jeroen] Jawel. Ik was er de hele tijd niet 100% zeker van of het nou Mein Kampf was of gewoon een of ander Naziofficierenhandboek, maar dat zal aan mij liggen. Het kwam wel goed over dat hij een oud Nazi-gebaseerd boek omtoverde tot een boek voor Liesel’s gedachten; een transformatie van kwaad naar goed.

~

[Joyce] Over goed en kwaad gesproken, wat vind je van de neutrale verteller?

[Jeroen] Ik begreep dat hij De Dood moest voorstellen en in die rol snap ik niet zijn relevantie voor het verhaal of de manier waarop het verteld wordt. Voor mij voegt de verteller of zijn identiteit niet echt iets toe.

[Joyce] In het boek heeft De Dood een duidelijke functie: hij is feitelijk alwetend en daarom een uitstekende verteller. Het is een gemakkelijk te accepteren perspectief omdat hij per definitie een helikopterview heeft, zonder hierbij terug te vallen op trivialiteiten. Ik bedoel, hoe vaak wordt De Dood als verteller ingezet, en dat bij een verhaal over een beladen moment uit de geschiedenis? Zusak beschrijft De Dood als een entiteit die gewoon zijn werk doet en niet te veel stilstaat bij waar de mensheid allemaal mee bezig is – uit zelfbescherming. Maar soms wordt hij geraakt door iemand – Liesel – en volgt hij die persoon bij tijd en wijle. Niet doorlopend, want hij heeft het druk met zielen vergaren: mannen, vrouwen, kinderen, Duitsers, Amerikanen, Joden, Communisten, iedereen wordt door hem opgetild en meegenomen wanneer de laatste adem wordt uitgeblazen. De Dood zorgt ook voor gevatte onderbrekingen in het verhaal, die het witte doek niet gehaald hebben, helaas. De auteur heeft De Dood op deze manier niet luguber gemaakt. In de film moest ik er aan wennen dat hij zo’n zachte en sympathieke stem heeft. Bij De Dood verwacht je toch een iemand met meer zwaarte, commotie. Of heb ik gewoon te veel fantasyfilms gezien?

[Jeroen] Och, je hebt verschillende incarnaties van de Dood. Ik vind het juist wel interessant om hem niet de duivelachtige versie te maken. Maar ik snap zijn functie in het verhaal nog steeds niet. Dat je een alwetende verteller wil, oké. Daar kan ik nog best de functie van inzien. Maar wat voegt deze identiteit eraan toe? Wat voor extra inzicht in het verhaal krijgen wij als hij af en toe vertelt dat hij personages ‘kwam halen’ in plaats van te zeggen dat ze gewoon dood gingen?

[Joyce] Een klassiek gevalletje mediumverschil. In het boek vertelt De Dood veel dingen die alleen hij kan weten. In de film worden deze dingen als beeld voorgeschoteld en is er dus geen verteller nodig die daar nog even commentaar bij geeft. Zijn rol is absoluut ondergeschikt in de film en eigenlijk niet nodig.

[Jeroen] Daar kunnen we het in ieder geval over eens zijn. Hoe trouw zijn de personages in de film aan die in het boek? Aangezien de Dood daar dus blijkbaar nog wel wat verbetering had kunnen gebruiken.

[Joyce] Geoffrey Rush past precies in het plaatje als sympathieke en menselijke papa. Een plezier om naar te kijken. Liesel vond ik minder sterk overkomen omdat ze in het boek een echte durfal is: passievol en recht door zee. In de film is het meer een goed en lief meisje, met die staartjes en die grote ogen. Maar de hoofdpersonages hebben in de adaptatie dezelfde innemendheid als in het boek, dus in die opzet is de casting geslaagd.

[Jeroen] Ik ben ook wel een fan van Geoffrey Rush in deze film. In het begin vond ik het wel allemaal nogal karikaturaal overkomen, vooral de standaard strenge stiefmoeder en zachtaardige vader die zo uit Assepoester zijn weggelopen. Maar ik vond het fantastisch hoe alle personages in het verhaal groeiden en zelfs de stiefmoeder ons hart wist te veroveren met die scène waarin ze Liesel uit de les haalt om haar te vertellen dat Max zal leven. Liesel zelf vond ik erg goed binnen het ensemble passen, ook al komt ze dan misschien niet overeen met de boekversie.

[Joyce] De kleine verschillen die er zijn storen niet als je het boek kent. Maar hoe mooi de film ook is, het kan niet op tegen de grootsheid van het boek. Ik heb op het boek niets aan te merken. Alles klopt: de intelligente en licht humoristische stijl; de taalvondsten; de knappe spanningsboog, zonder het verhaal al te dramatisch te maken; de innemende personages met al hun menselijkheden, lafheden en dapperheden; de mooie symboliek. Het is een origineel boek over een onderwerp waar al zo veel over geschreven is. Eén leesbeurt is niet genoeg, je wilt regelmatig even een passage over lezen, opnieuw beleven. Een ware toevoeging aan de literatuur, zeg ik dan. Ervaar je de film ook als een aanvulling op het oorlogsoeuvre?

[Jeroen] Ja, ik denk het wel. Er zijn al niet zoveel Amerikaanse films over de Duitse kant van de Tweede Wereldoorlog en al helemaal niet over de gewone mensen. Dat er vervolgens ook nog zo’n mooi sprookje van gemaakt is maakt het zeker een interessant nieuw verhaal. Maar ik ben er niet zo lovend over als jij over het boek. Het is geen instant classic, maar gewoon een hele fijne, mooie film.

[Joyce] Dan zijn we het wel eens dat zowel boek als film er mogen zijn.

[Jeroen] Nou ja, ik kan over het boek niets zeggen.

[Joyce] Zet ‘m maar snel op je leeslijstje.

Theater / Voorstelling

Melig metatoneel ontaardt in ontroerende tederheid

recensie: Theater Artemis - De dag dat de papagaai zelf iets wilde zeggen

Een toneelstuk is al begonnen voordat het begonnen is. Terwijl de toeschouwers binnenkomen staan de acteurs soms al zichtbaar klaar en het decor waarin de voorstelling zich gaat afspelen is meestal ook direct in beeld. Geroezemoes: een groot deel van het publiek is nog met elkaar in gesprek en er zijn natuurlijk altijd enkele laatkomers die stommelend hun plekje zoeken. Het is een mooi moment, juist omdat alles dan zo onbestemd voelt. In afwachting van het officiële begin staat de tijd even stil. De magie ligt op de loer.

De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen gaat over de puberteit. En in zekere zin is ook dat een levensfase van wachten, van voorbereiding, van magie. In afwachting van het officiële begin (de volwassenheid) probeert de puber zich een houding te geven, zich een identiteit te verwerven. Dat gaat allemaal erg onbeholpen. De puber weet niet wat hij voelt, wat zij denkt, wat zij is en beschikt niet over adequate taal om een uitdrukking aan gedachten en gevoelens te geven. Als een soort halve mongool vecht hij zich het leven door, hopend dat de voorstelling nu eindelijk eens echt gaat beginnen. Met veel humor en inventiviteit laat Artemis ons de verwarde, stamelende en ook ontroerende puberteit zien.

Filosofie van de papegaai  
Alles wat wij in ons leven zeggen is al eerder gezegd. Alles wat wij in ons leven voelen is al eerder gevoeld. Alles wat wij in ons leven denken is al eerder gedacht. Originaliteit en uniciteit zijn een narcistische illusie. We kunnen alleen de blauwdruk van het leven in vele varianten herhalen. Juist de heftigste gevoelens (verliefdheid en vriendschap, onbeantwoorde liefde, vervreemding van je ouders, ontdekking van de seksualiteit) zijn het universeelst en dus het minst persoonlijk. Zie daar als mens nog maar eens iets origineels over te zeggen. Zelfs de creatiefste psychoot zal dat waarschijnlijk niet lukken. De papegaai kan slechts de eeuwenoude clichés en platitudes herhalen. En dat maakt ook niet uit. Op een hele melige manier (mensen die elkaar consequent napraten) raakt Artemis aan hogere waarheden. Oorzaak en gevolg worden door elkaar gehaald en personages lijken onderling verwisselbaar. Niemand is zichzelf en we zijn allemaal elkaar. Het stuk krijgt hierdoor een boeiende filosofische lading.

Pas op: tedere kwetsbaarheid in aantocht!
De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen is bij vlagen metatoneel: de acteurs stappen enkele keren uit de voorstelling en richten zich dan rechtstreeks tot het publiek. Zo waarschuwt één van de spelers de toeschouwers aan het begin al voor de slotscène, die potentieel choquerend zou kunnen zijn. Na een kluchtig stuk vol deurengesmijt en taalhumor komt de ontroering van de romantiek inderdaad als een verrassing. Is er iets choquerender dan de oprechte, kwetsbare liefde? Aan iemand die toegeeft dat zij eenzaam en verdrietig is? Aan iemand die het alleen niet redt? Eén van de toeschouwers wordt het teveel en verlaat vol verwarde gevoelens luidruchtig de zaal. Wat het meest waardevol in het leven is, willen we vaak niet zien. Waarheid doet pijn. Soms eindigt een voorstelling al voordat zij geëindigd is. Wees alert, want voor je het weet is de magie voorbij.

 

 

Eppo van Leeuwen, 1 mei 2014


8WEEKLY

Interview Marie Bach Hansen en Trine Dyrholm

Artikel: The Legacy (Arvingerne)

.

Borgen, Festen en Jagten aan de kant: de nieuwe Deense hitserie The Legacy (Arvingerne) breekt in haar thuisland de kijkcijferrecords. In deze serie volgen we een gezin dat niet overeen kan komen hoe de erfenis van hun moeder verdeeld moet worden. Leugens, bedrog en geheimen zijn al snel aan de orde van de dag. 8Weekly sprak met de twee vrouwelijke hoofdrolspelers, Marie Bach Hansen (Signe Larsen) en Trine Dyrholm (Gro Grønnegaard). Marie: Ja, absoluut. Ik denk dat Signe een persoon is waar veel mensen zich aan kunnen relateren. Ze is makkelijk en heeft een goed hart. In The Legacy begint ze met een leuke vriend, een gelukkig gezin en haar baan. Ze ontdekt dat ze eigenlijk een heel andere familie heeft. Daardoor moet ze zichzelf bijna opnieuw vormen.
Trine: Ja, ik ben wel heel anders dan Gro, maar ik kan me wel in veel dingen vinden. Ze is complex en ik vind het leuk dat ze de grote baas is van een museum. Tegelijk is ze de rechterhand van haar moeder, hoewel ze ook hun onenigheden hebben. Ze kan de problemen niet echt oplossen. Ik vind het een erg interessante verhaallijn.

Als je zelf onderdeel zou zijn van het gezin als een vijfde zus, hoe zou jij dan reageren op de situatie?
MarieLacht. Moeilijke vraag! Goh, ik denk eigenlijk dat ik bij Thomas in zijn huis zou zitten om een beetje muziek te maken. Een bandje vormen en me niet bemoeien met het drama.
Trine: Moeilijk om te zeggen. Als je een ouder verliest, verlies je een spiegel, of in ieder geval een deel ervan. Je moet dan maar zien hoe je de spiegel weer repareert. Ik kan me niet voorstellen dat ik zo vreselijk als hen zou zijn, maar tegelijk weet je het maar nooit.

Wat vond je de moeilijkste scène om te spelen?

~

Marie: De eerste scène die we deden, was de scène waarin Signe door Veronika werd gebeld en Veronika uiteindelijk naar het ziekenhuis gebracht moest worden. Ik herinner me die scène specifiek, omdat ik toen nog de spanning van de eerste dag voelde. Het was voor iedereen de eerste keer dat we op de set stonden en het was natuurlijk ook een gebeurtenis die zeer bepalend is voor het hele seizoen. De spanning ebde gelukkig steeds meer weg toen  we de scène vaker moesten schieten.
Trine: Ik vind de emotionele scènes altijd uitdagend. Gro stort emotioneel een beetje in elkaar. Ze heeft de controle en dan gebeurt er iets vreselijks, emotioneel kan ze dat niet tonen. Soms laat ze toch een beetje zien hoe ze zich echt voelt. Diep van binnen is ze een kwetsbaar klein meisje dat probeert te overleven.

De serie heeft een hoop scènes met emotionele uitspattingen. Hoe bereidde je je daarop voor?
Marie: Ik probeerde me voor dat soort scènes wel een beetje af te zonderen en mentaal voor te bereiden. Maar uiteindelijk werkt het voor mij het beste om helemaal in het moment van de scène te zitten. Je reageert dan echt op elkaar en bouwt de scène ter plekke op. Dat maakt zo’n moment denk ik ook geloofwaardiger.
Trine: Het script moet goed geschreven zijn. De schrijvers gaan er natuurlijk mee aan de gang, maar ik houd ervan om soms suggesties te doen voordat het eindproduct er is. Hoe meer ik me voorbereid, hoe makkelijker het ook wordt om te spelen.

Er komt een tweede seizoen. Wat kunnen we verwachten?
Marie: Daar mag ik niet heel veel over zeggen. Er komen zeven afleveringen en we beginnen volgende week met draaien. Het seizoen draait weer om het gezin en er wordt dieper in gegaan op de familiebanden.

Hoeveel seizoenen zou je zelf door willen gaan?
Marie: Veel! Ik heb het erg naar mijn zin.

Als je uit ieder personage, uit iedere serie of film zou mogen kiezen, wie zou je dan willen spelen?

~

Marie: Mijn nieuwe verslaving is True Detectives. Ik heb het seizoen pas geleden afgekeken en ben toen meteen opnieuw begonnen met kijken. Matthew McConaughey speelt een van de hoofdrollen, een intens personage. Marie vraagt in het Deens aan Pernilla hoe McConaugheys personage ook alweer heet. Een smartphone wordt opgeduikeld voor het verlossende antwoord. Rust Cohle! Hem zou ik willen spelen, maar dan de vrouwelijke versie.
Trine: Ik zou graag een man spelen, maakt niet uit welke man! En anders echt een ‘meisjemeisje’.

Heb je andere talenten die mensen niet bij jou verwachten?
Marie: Sinds jongs af aan ben ik dol op zingen en muziek. Op de vraag of we Signe nog gaan horen zingen, moet ze lachen. Wie weet!  
Trine: Ik begon ooit als een zangeres, maar dat is lang geleden. Ik heb eigenlijk niet echt een ander talent, ik acteer al mijn hele leven. Ik wens dat ik kon zeggen dat ik een groot talent heb voor bijvoorbeeld koken, maar ik ben beter in het eten van lekker voedsel. Ik houd van raar voedsel. Ooit at ik een levende garnaal in het beste restaurant van Denemarken. Het smaakte niet goed, maar de ervaring was… wauw. Het was namelijk zo raar om te doen. Ik dacht: ik durf dat echt niet te eten! En dan doe je het toch.

The Legacy is vanaf 27 mei 2014 verkrijgbaar op DVD en BluRay.

Theater / Voorstelling

Waanzin op het hoogste niveau

recensie: Utrechtse Spelen - Caligula

.

‘De mensen sterven en zijn niet gelukkig’, concludeert keizer Gaius, ook wel bekend als Caligula, verscheurd van verdriet na de dood van zijn zus en geliefde Drusilla. Hij vertrouwt niemand meer, zweert de liefde af en begint hen om wie hij geeft te kwellen en uiteindelijk zelfs te doden. Zo leven zijn onderdanen in het licht van de dood. Zijn terreur leidt tot een intrigerend machtsspel dat een lust voor het oog is. Dit blijkt kenmerkend te zijn voor de voorstelling: de combinatie van de koele afstandelijkheid die zichtbaar is in het minimale decor en de haast benauwende intensiteit van het spel. Een krachtig contrast dat ook na de voorstelling op het netvlies achterblijft. Met name Vincent van der Valk weet een hypnotiserende Caligula neer te zetten. Waanzinnig, maar ook verstandig en doordacht, wreed en uitermate kwetsbaar.

De taal die hiervoor gebruikt wordt is rijk, maar lijkt soms haast te rijk. Lange ingewikkelde dialogen en monologen, volgen elkaar rap op. Dit zorgt voor dynamiek, met het risico dat de voorstelling op het gebied van tekst soms onnavolgbaar wordt.

De dood ontleed
Op het toneel zijn camera’s aanwezig, eerst aan de zijlijn, maar later worden deze door Caligula actief ingezet om zijn secties op de ziel te kunnen plegen. Zo zet Caligula, voordat hij iemand vermoord, camera’s om zijn slachtoffer heen. Daardoor zie je als publiek het lijden, de doodsangst en het sterven vanuit elke hoek. De camera’s zorgen voor een spel met de tijd en ruimte van het stuk: de dood wordt gerekt, verkend en uiteindelijk bevroren, als een stilstaand beeld op grootscherm.  
De sterfscène wordt geanalyseerd, de dood wordt ontleed en vastgelegd. Zo wordt in de voorstelling de betekenis van het leven en de aard van de dood onderzocht.

‘Hij die niet geroerd was wordt onthoofd’
Aldus zegt Caligula tegen zijn meest trouwe medestanders aan het einde van zijn korte danssolo, waarbij hij eerst pretendeerde dood te zijn. De kunst zou hem fataal zijn geworden.  
Caligula wordt gaandeweg de voorstelling steeds wreder en steeds wanhopiger. Op het laatst lijkt niemand meer veilig te zijn en doodt hij in een hartverscheurende scène zelfs zijn minnares en trouwe volgeling Caesonia, vertolkt door Wendell Jaspers. ‘Vreemd, als ik niemand dood voel ik mij alleen’, verzucht hij.

Van iedereen vervreemd vindt Caligula uiteindelijk de dood door de hand van zijn tegenstrever uit de senaat Cherea, die al langere tijd een complot tegen hem beraamde. Een droevig einde voor een heerser die balanceerde op de  grens tussen waanzin en logica.

 

Film / Films

Geromantiseerde blik op piraterij

recensie: Last Hijack

.

De documentaire Last Hijack (Tommy Pallotta en Femke Wolting, 2014) combineert live-action en animatie om inzicht te bieden in de motieven van de Somalische piraterij. De film wringt echter op meerdere vlakken.

Last Hijack wordt vanuit het daderperspectief verteld. Dit maakt de documentaire een waardevolle toevoeging aan recente kapingdrama’s. In het ingetogen Kapringen (2012) bijvoorbeeld ligt de focus op de onderhandelingen om de bemanning van een gekaapt Deens vrachtschip vrij te krijgen. Spektakelfilm Captain Phillips (2013) toont de impact van een kaping op de Amerikaanse bemanningsleden.

~

In Last Hijack wordt live-action materiaal aangevuld met animaties, met name omdat de kapingen niet gefilmd konden worden. De film verschaft achtergrondinformatie over Somalië en plaatst de daden van de piraten in perspectief. De kapingen lijken in eerste instantie gerechtvaardigd. Westerse trawlers hebben de visserij, de belangrijkste bron van inkomsten van de Somaliërs, vernietigd. Vroeger waren piraten helden die miljoenen binnen sleepten. Tegenwoordig worden de kapers steeds vaker als criminelen gezien die onnodig gevaar lopen om gedood of gevangen gezet te worden. De grote organisatie die schuilgaat achter de kapingen – de piraten mogen maar een deel van de buit houden – blijft in deze film schimmig.

~

Pallotta en Wolting proberen de situatie van Mohamed invoelbaar te maken met krachtige, poëtische animaties en visualisaties van herinneringen. Onder andere een overstroming en stammenoorlogen in zijn jeugd worden verbeeld. Deze momenten dragen verklaringen aan voor de onverschillige houding van Mohamed. Indrukwekkend is het beeld van de piraat als een enorme roofvogel die met zijn klauwen een schip uit de zee vist. De animaties kwamen tot stand door zo’n honderd olieverfschilderingen van Hisko Hulsing (Junkyard) op 3D-omgevingen te projecteren. Helaas is het budgettekort hierin wel zichtbaar; figuren die in een afwijkende stijl geanimeerd zijn en de schokkerige bewegingen doen afbreuk aan de gedetailleerde schilderingen van Hulsing. De visualisaties zijn interessante aanvullingen, maar suggereren een emotionele diepte die Mohamed niet lijkt te hebben. Zodoende lijken ze een geforceerde poging om de piraat sympathieker te doen overkomen.

Frictie


Last Hijack wringt op meerdere vlakken. Het is bijvoorbeeld onduidelijk in hoeverre de visualisaties een interpretatie van de regisseurs zijn. Omdat Somalië te onveilig is, konden Wolting en Pallotta niet zelf naar het land. Op afstand regisseerden ze de lokale crew. In die afstand ligt waarschijnlijk ook het probleem van deze film: de regisseurs hebben niet echt tot Mohamed kunnen doordringen. De piraat en zijn daden blijven daardoor ongrijpbaar.

Boeken / Fictie

‘Dat heb je met vrijheid’. ‘Wat?’

recensie: Rachel Kushner (vert. Lidwien Biekmann en Maaike Bijnsdorp) - De Vlammenwerpers

Rachel Kushners De vlammenwerpers is ambitieus. Het zit zowel vol met persoonlijke en artistieke vragenverwarring als met alle kanten op vliegende culturele verwijzingen en dwarsverbanden.

De Vlammenwerpers kort samenvatten gaat eigenlijk niet. Kushner heeft vrolijk aan cherrypicking gedaan, in historische, culturele, artistieke én politieke zin. Ze verbindt een onwaarschijnlijk aantal tot de verbeelding sprekende episodes. Onder meer de cynisch wordende New Yorkse kunstscene van eind jaren zeventig, land art, Italiaanse futuristen, radicale politieke protesten in de jaren zeventig in zowel Amerika als Italië, snelheidsraces per motor en een lading geijkte Americanabeelden.

Adolescent wordt volwassen


Alle registers gaan open. Het bovenliggende thema is klassiek: adolescent gaat wonen in een Amerikaanse stad, is daar aanvankelijk naïef en eenzaam maar ontwikkelt langzaam een krachtiger persoonlijkheid. Hier is de adolescent Reno, genoemd naar haar plaats van herkomst: Reno, Nevada. Ze is net afgestudeerd aan de kunstacademie en naar New York verhuisd. En inderdaad begint ze naïef en blanco (heet ze daarom naar de plaats waar ze vandaan komt?). Veelzeggend is dat ze werkt als china girl: een meisje wiens gezicht op de aanloopstrook van een film wordt gezet om de technici een referentiepunt voor de kleur van huid te bieden.

Reno laat zich leiden, wacht telkens af totdat iemand haar meesleurt. Er is één uitzondering op haar wachten: ze houdt van motorrijden en de snelheid ervan. Op de eerste pagina’s – in het hoofdstuk veelzeggend getiteld ‘Spiritueel Amerika’ – is Reno per motor onderweg naar een zoutvlakte in Utah om deel te nemen aan een motorrace/kunstproject.

Ik ging van de ene stip op de kaart naar de andere: Winnemucka, Valmy, Carlin, Elko, Wells. Ik had het overweldigende gevoel dat ik een missie vervulde, zelfs toen ik onder de luifel van een chauffeurscafé zat (…) Vijf minuten zei ik tegen mezelf. Vijf minuten. Als ik langer bleef, zou de plek die op de kaart stond zich te zeer opdringen.

Naast de vele verwijzingen zit de roman vol vragen, die Kushner vaak niet of pas veel later beantwoordt. Waarom mag bijvoorbeeld die plek op de kaart zich niet opdringen? Het einddoel van Reno’s missie is om te racen in Utah en tegelijkertijd foto’s te maken van de motorsporen in het zand. Geïnspireerd door de land art van Robert Smithson wil ze ’tekenen in de tijd’, met haar motor patronen maken in de woestijn. Ze combineert het tekenen en de snelheid, beide om te kunnen ‘winnen’. Maar winnen waarvan, van de vergankelijkheid?

Vrijheid


Een van de punten waarop dwarsverbanden in de roman elkaar kruisen – en waar de vragen misschien een antwoord kunnen krijgen – is het vrijheidsthema. Iemand zegt tegen Reno: ‘Ja, zie je wel? Dat heb je met vrijheid.’ ‘Wat?’, vroeg ik. Toen zei hij: ‘Niemand wil het.’ Dostojevski’s Grootinquisiteur-thema komt vaker terug: veel van de Amerikaanse karakters zijn kunstenaars, die eigenlijk maar wat lijken te doen. Anything goes, ja; maar wat hiervan is ‘echt’? Zou één van hen werkelijk geloven in het gekunstelde antwoord dat ze geven op de vraag waarom dit anything en niet dát? De vraag of iemand nog wel iets serieus neemt raakt aan de vraag of iemand nog wel weet wat te beginnen met de in overvloed aanwezig lijkende vrijheid. Kushner noteert: ‘Een besluit is uitgekristalliseerde besluiteloosheid.’

Tot de verbeelding spreekt een scène waarin Reno op een zomermiddag eenzaam door de stad loopt, en door Nina Simone een café binnen wordt gelokt. (Simone zingt: ‘What difference does it make, which one I choose? Either way I lose‘.) Het café is leeg, afgezien van twee in alles detonerende personages rondom een piano. De man is schitterend gekleed, maar heeft iets onechts, iets onvleselijks over zich. En de vrouw ratelt non sequitur-zinnen, allemaal eindigend met een vraagteken – terwijl ze nooit wat vraagt.

Gemaakt om te branden


Via deze twee eigenaardige personen komt Reno terecht in de kunstscene en verzeilt ze in een relatie met Sandro Valera. In hem verbinden zich de Amerikaanse en de Italiaanse tak van de roman. Zijn vader, één van de Italiaanse futuristen van rond de Eerste Wereldoorlog, combineerde zijn liefde voor snelheid en radicaliteit met technische kennis en verbeelding: hij stichtte een beroemde motorfabriek. De motor waar Reno op rijdt, een Moto Valera, komt uit deze fabriek. 

En dan zijn er nog een reeks andere thema’s. Het een is belangrijker dan het ander, maar aanzetten tot denken doen ze allemaal. Zoals de verhaallijn van de Italiaanse Valera-familie en de arbeidersonrust rond de motorenfabriek. Zoals het motto Fac ut Ardeat, ‘gemaakt om te branden’, uit Pergolesi’s Stabat Mater, maar hier ook verwijzend naar de Arditi, de Italiaanse elitetroepen. Zoals een New Yorkse politieke straatbende, de Motherfuckers, die met speelgoedwapens de boel op stelten zetten en een hond gijzelen.

Het is pasteus veel. Die veelheid is allicht een schrijverstruc. Al werkt het niettemin vaak wel, in ieder geval in de zin dat het amuseert, en dat je steeds benieuwd bent met wat voor eigenaardigs Kushner nu weer op de proppen komt. De roman is vooral overdadig. De lezer kan dan ook nog lang besteden aan het aaneenknopen van de losse romandraden. 

Voor hulp zie het interview in The Paris Review.

Luister hier naar een podcast (Keldercast) van 8WEEKLY’s Nikki Dekker, Emy Koopman en Miriam Rasch.

Muziek / Achtergrond
special: In My Soul - Robert Cray

Vaste kwaliteit

Robert Cray viert dit jaar zijn veertigjarig artiesten-jubileum. In Nederland brak hij door in 1985 met het album False Accusations, en de hit ‘Right Next Door’. Sindsdien is de muziek van Cray een constante factor.

Het album In My Soul zal de fan van Robert Cray absoluut niet verbazen. Het is een album in de beste Cray-traditie. Zijn gitaarspel en zijn zang zijn uit duizenden herkenbaar. Daarnaast is elk album van deze bluesveteraan van bijna onberispelijk hoge kwaliteit. Daar doet dit zoveelste studio-album dan ook geen afbreuk aan. Cray, die inmiddels vijftien keer genomineerd is voor een Grammy en er vijf mocht ontvangen, heeft zijn status als legendarisch artiest al ruim verdiend.

Wie kennis wil maken met The Robert Cray Band, zoals nu weer volledig op het album staat, kan eigenlijk op ieder moment instappen in zijn discografie. Dus waarom niet met In My Soul, dat van de opener ‘You Move Me’ tot de afsluitende bonustrack ‘Pillow’ een prima mix vormt tussen blues en soul? Dat laatste nummer is alleen voorbehouden aan de luxe editie van het album. Slechts een keer valt er wat af te dingen op de kwaliteit en dat is bij de opvuller ‘Hip Tight Onions’. De liefhebbers weten genoeg om dit jubileum te vieren met het beluisteren van dit album en hem weer live te gaan bekijken.

Muziek / Achtergrond
special: Beth Hart & Joe Bonamassa - Live in Amsterdam

Wervelend live

.

Dat de rockstem van Beth Hart prima past bij het gitaargeweld van Joe Bonamassa en de zijnen is inmiddels genoegzaam bekend. Dat ze live ook spetteren is zeker te verwachten. Die verwachtingen maakt dit tweetal meer dan waar. De show is wervelend en houdt de spanningsboog optimaal gespannen. Jammer dat de dvd start met cliché-beelden van Nederland: tulpen, molens, grachten en de rosse buurt. Daarna gaat Bonamassa als eerste los en speelt hij samen met de band als een echte bigband. Als Beth Hart het podium betreedt, gaat de blues-rockshow echt van start. In volle vaart dondert de het voort.

Net voor het rustmoment, de ballad ‘Your Heart Is As Black As Night’, zingt Hart de Etta James-cover ‘Something’s Got A Hold On Me’. Bonamassa zingt sporadisch, maar in ‘Someday After Awhile (You’ll Be Sorry)’ neemt hij de leadzang voor zijn rekening. Met een paar fraaie covers van ‘Nutbush City Limits’ en ‘I’d Rather Go Blind’ besluit het tweetal de show met ‘Antwerp Jam’. Met een volledige dvd aan extra’s voor de liefhebbers is Live in Amsterdam een fijn live-album.