Muziek / Album

Motorpsycho – It’s a Love Cult

recensie: It's a Love Cult

De tijd dat Motorpsycho intense, gevoelige en overweldigende maar toch intieme muziek maakte, muziek die klonk alsof elk nummer hun laatste kon zijn, lijkt definitief voorbij. It’s a Love Cult ligt namelijk nogal verlengde van hun laatste twee albums, in elk geval wat betreft het gestroomlijnde geluid, de overdadige muziekhistorische referenties en de geconcentreerde, gelikte zangmelodieën en arrangementen. En net als het vorige album Phanerothyme is het resultaat helaas erg wisselvallig.

~

Het album begint met het prettig in het gehoor liggende maar uiteindelijk inhoudsloze Überwagner, en bevat verder een uiteenlopende verzameling van stijlen. Er zijn drukke en psychedelische up-tempo nummers (Neverland en de tamelijk misplaatste afsluiter Composite Head), terwijl de betere muziek in slimme, melodieuze en erg sfeervolle akoestische stukken als Circles en Carousel ligt. Er is helaas ook een soort duistere jazz, in het stuurloze The Mirror & the Lie en het al te fröbelende nachtclublied This Otherness. In deze stukken is de zang te zelfbewust en de vorm interessanter dan de inhoud, zodat ze uiteindelijk niet meer dan een saaie stijloefening zijn.

Kabaalrock

~

Frontman Bent Sæther’s teksten zijn bovendien soms verrassend zwak: de beste man heeft het moeilijk, maar als hij dat quasi-delicaat in teksten als “I feel so lost and I don’t know why” verwoordt, maakt het een nogal banale indruk. En dan is er nog de lichtelijk protserige kabaalrock van One More Demon, dat totaal niet op de CD past en eerder thuishoort op een album als Barracuda.

Hypermelodieus

Zodat opnieuw de beste nummers van het album afkomstig zijn van de overige twee bandleden: gitarist Snah’s Serpentine (de eerste single) is een prachtig, hypermelodieus liedje, met gemak het de beste van de CD en één van de mooiste die de band de afgelopen vijf jaar opgenomen heeft. Drummer Gebhardts What if is een snel, vrolijk en speels lied zoals alleen Gebhardt die kan schrijven (en zingen).

Onevenwichtig

Het past allemaal niet zo best bij elkaar, er staan een aantal zwakke en een handvol geweldige nummers op. Motorpsycho is nooit bang om zichzelf te vernieuwen en blijft gelukkig intelligente en interessante muziek maken, maar dit laatste album ligt misschien te dicht bij het vorige en is in elk geval te zwak en onevenwichtig samengesteld om hem erg memorabel te maken.

Links

Unofficial website

Muziek / Achtergrond
special: Vega 4

Niet vernieuwend, wel lekker

.

~

Zanger John McDaid in Amsterdam

Missie

~

Een nieuwe Britse band dus. Met een missie. Welke? Het schrijven van wonderschone popliedjes. Niets meer, niets minder. Grenzeloos optimistische liedjes die de luisteraar een goed gevoel en hoop schenken, zoals de titel van het minialbum Better Life EP al doet vermoeden. Hiermee dringt de vergelijking met de uiterst succesvolle Britpopformatie Coldplay zich onmiddellijk op. Het is immers Coldplay-zanger Chris Martin die te pas en te onpas de woorden “We live in a beautiful world” aanhaalt, de sleutelzin uit het nummer Don’t Panic van hun geniale debuutalbum Parachutes (2000). Een vergelijking die overigens heel aardig opgaat. En niet alleen in tekstueel opzicht. Ook bij de heren McDaid, Gainsford, McLellan en Walker gaan groots opgezette, breed uitwaaierende ballades hand in hand met messcherpe gitaarrandjes. Op het compositorische vlak mist Vega 4 echter de artistieke diepgang en creativiteit om deze vergelijking te rechtvaardigen.

Onterecht

~

De Britse muziekpers, altijd aan de snelle kant met het aandragen van superlatieven, riep Vega 4 in 2001 postuum uit tot een ideale kruisbestuiving van Muse en Radiohead. Een uitspraak waar zanger John McDaid zich ogenblikkelijk bij aansloot. En waarom ook niet? De zang van McDaid vertoont immers wel enige gelijkenis met de vocals van Thom Yorke. Zeker in een meesterwerkje als Hearing Voices, dat een zelfde angstige, kwetsbare, schizofrene en paranoïde indruk maakt als veel van het latere werk van Radiohead. Maar hoewel dit nummer het talent van componisten McDaid en Walker niet onder stoelen of banken steekt, is de vergelijking met deze Britpopgigant zeker niet terecht. Daarvoor klinkt Vega 4 simpelweg te steriel, te glad en te kil. U zegt? Uitsluitend kunstmatig en gepolijst geknutsel? Nee. Dat zeker niet. De gelijkenis met The Verve is, naar mijn mening, treffender. Een juweeltje als Summertime doet in alles denken aan Richard Ashcroft en de zijnen, uiteraard ontdaan van alle zware, zweverige en broeierige ballast. Kortom; in een hitgevoelig jasje gestoken. Heldere melodielijnen, daar gaat het om! En geef ze eens ongelijk.

Gelikte reclamecampagne

Na het verschijnen van hun debuut-EP gaat het hard met Vega 4. Maar liefst zeven voorname Amerikaanse platenlabels staan voor McDaid, Gainsford, McLellan en Walker in de rij. Het wordt uiteindelijk Capitol Records, omdat deze maatschappij als enige bereid is op het dak van het World Trade Center (!) in New York te tekenen, en daarmee doet Vega 4 beslist goede zaken. De deal trekt internationaal veel aandacht, met als gevolg dat ook in de verschillende thuishavens, Canada, Nieuw-Zeeland en Engeland, de zaken verbazingwekkend snel rond zijn. Een gelikte reclamecampagne moet het gitaarminnende publiek ondertussen klaarstomen voor het grote werk: het debuutalbum Satellites (2002). En nu beginnen de problemen voor Vega 4. De band weet maar geen hit te scoren. En door de traditionele ‘singlecultuur’ in Engeland – de release van een potentieel commercieel succesalbum behoort te worden ingeluid door twee of drie hitsingles – wordt de geplande releasedatum van het album keer op keer uitgesteld. Tenminste, voor de Britse markt. In Amerika, Frankrijk en Duitsland timmert Vega 4 inmiddels stevig aan de weg. En ook Nederland lijkt de Britpopdebutant ontdekt te hebben: de heren – inmiddels met een uitstekende live-reputatie – mochten tijdens Lowlands ’02 hun kunsten vertonen.

Vega 4 is dus een band waar we de komende jaren nog veel plezier aan kunnen beleven. Als we nu de boel maar niet willen overhaasten…

Links

www.vega4.com (official website)
www.vega-4.com (official fansite)

Theater / Voorstelling

Verrekijkers en vliegenmeppers

recensie: Faust

In Almere heeft deze zomer een openlucht theaterspektakel plaatsgevonden dat zijn weerga niet kent: Goethe’s klassieker Faust werd opgevoerd op een vuilstortplaats. Een met gras overdekte berg van vuilnis vormt de achtergrond voor een razendsnelle montage van scènes uit Goethes tweedelige toneelstuk. Bij de ingang wordt het publiek uitgerust voor deze bijzondere manier van theaterbezoek: iedereen krijgt een verrekijkertje om het enorme decor te overzien en een vliegenmepper om zich het onvermijdelijke ongedierte van het lijf te houden. De broodnodige kussentjes, bedoeld om de anderhalf uur durende zit op de ijzeren stellages wat draaglijker te maken, blijken helaas alleen voor de vroege vogels beschikbaar.

~

Wanneer het 1200-koppige publiek een plaats heeft gevonden op één van de zes tribunes kan de show beginnen. Lampen uit, spot aan en ademloos kijkt iedereen naar de man in het rode duivelspak die op een bol uit de leegte lijkt aan te komen zweven. De hijskraan die hieraan te pas komt dient gedurende het hele stuk als spectaculair vervoermiddel voor de hoofdrolspelers. Terwijl de tribunes over een rail van het ene decor naar het andere worden gereden slingeren Faust en de duivelse Mephisto over onze hoofden heen voor ons uit. Decorwisseling en een letterlijk deus ex machina effect in één, in een stuk vol verassende speciale effecten.

Maria van landbouwplastic

~

Faust en zijn kwelduivel verschijnen in een stad van vuilnis, op een abstract plein voor een keizerlijk paleis, en – zelfmythologisering is de Almeerders niet vreemd – in een inpolderingsgebied van de Zuiderzee. Van deze drie decors is het eerste verreweg het indrukwekkendst. Tegen de heuvel van de vuilstortplaats leunen tientallen huisjes van houtafval waar een enorme Maria van landbouwplastic moederlijk over uitkijkt. Net een Zuidamerikaanse krottenwijk. In de onoverzichtelijke warboel van steegjes komen door de uitgekiende belichting één voor één de taferelen uit het verhaal van Fausts verleiding tot leven: de studeerkamer van Faust, het café waar Faust zich onder de studenten mengt, de heksenkeuken en het huisje van Fausts geliefde Gretchen.

Hippe dance-act

Van de intieme gesprekken in de slaapkamer van een jong meisje naar een hippe dance-act van woeste heksen: met de spotlights mee verspringt je aandacht moeiteloos van het ene prachtige plaatje naar het andere. Maar op den duur merk je dat je aandacht even moeiteloos afglijdt naar je stijve benen en je koude handen… Doordat de twee toneelstukken er in anderhalf uur doorheen worden gejast moeten er veel concessies gedaan worden. De oorspronkelijke vertelling wordt in een aantal compacte scènes weergegeven die aan betekenis verliezen omdat er geen verhaal meer is om ze in te plaatsen. Faust wordt van de ene naar de ander situatie gehesen zonder dat er nog sprake is van een plot of spanningsboog.

Glitterpakjes

De Almeerse Faust is soms meer een circusvoorstelling dan een toneelstuk. In korte ‘acts’ voeren technische snufjes, dans, acrobatiek en spektakel de boventoon. Glitterpakjes incluis. Het publiek kan achterover zakken voor een avondje vermaak. Maar de tekst die wordt gebruikt ondergraaft deze doelstelling. In gedragen rijm geeft Faust uiting aan zijn vertwijfeling en grootheidswaanzin, in de geest van de romantische stijl en gedreven toon van het stuk dat Goethe twee eeuwen terug schreef. Diepzinnige bespiegelingen als: “Al het verstrijkende wijst naar een overzij, het ontoereikende, hier komt het naderbij; het onaanschouwelijke wordt hier een feit, het eeuwig vrouwelijke is wat ons leidt.” Overdreven gebarend bij de vooraf ingesproken geluidsband doen de acteurs een poging de tragiek van Fausts streven op te roepen. Een vergeefse poging, want door het razendsnelle tempo van het stuk is er geen tijd om fundamenten te leggen waarop dergelijke uitspraken kunnen rusten. En blijft het een vraag wat ermee bedoeld wordt.

Thuiswedstrijd

Het stuk is veel sterker wanneer de hoogdravende tekst wordt losgelaten en er plaats is voor een speelse knipoog naar het heden. Zoals de komische uitbeelding van de uitvinding van het geld en de AEX-beurs door Faust en Mephisto. Andere grapjes maken iets te pijnlijk duidelijk dat Faust een thuiswedstrijd is, als Faust in het laatste deel als machtswellustige bouwondernemer verschijnt hebben we het natuurlijk over Almere: “Kom hier met die grijper, geef mij nog een buitenwijk. Nog meer huizen, er wonen er nu 160000 er moeten er nog 240000 bij. Dat maakt ons blij.” De keuze voor een hedendaagse interpretatie levert ook minder geniale vondsten op. Maar alles beter dan anderhalf uur lang op twee benen hinken.

Links

www.faust2002.nl

8WEEKLY

Medabots

Artikel: Medabots

Na Pokemon en Digimon is er nu kennelijk ook een tekenfilmserie waarin kids elkaar bestrijden met een soort robotjes. Deze robotjes heten dus Medabots. Ubi Soft pakt meteen maar flink uit en brengt twee Medabots-games op de markt: een Rokusho version, en een Metabee version. Een potje vechten dan maar.

~

Het verhaal is natuurlijk weinig verrassend. Medabots hier, tournamentje daar, hup klaar. Jij moet het met je robotje opnemen tegen diverse tegenstanders. Door jouw robot uit te rusten met diverse gadgets wordt hij steeds sterker en kan hij steeds meer, iets wat je in de gevechten natuurlijk alleen maar ten goede kan komen. Tevens heb je de beschikking over een teamgenoot die ook weer van onderdelen voorzien kan worden. Let the games begin…

Platformgevechten

~

Na het instellen van de items waarmee je de robots het gevecht instuurt gaan we knokken. Dit gebeurt in een 2D-vechtscherm met diverse platforms. Op zich is dat wel een leuke toevoeging aan het normale vechtgenre: door naar een hoger platform te springen krijg je extra tactische elementen. Verder kun je de gameboys ook nog linken, zodat je jouw robots kunt laten vechten tegen die van een vriend.

Chaos

Het klinkt allemaal wel leuk, maar ik heb ook enkele kanttekeningen. Ten eerste is de besturing van de robotjes wat chaotisch, en soms gewoon irritant. Ze glijden een beetje over het scherm, en met name op kritieke momenten kan je dat behoorlijk opbreken. Verder springen er dus vier robotjes over het scherm (twee per team), en dat maakt het af en toe niet echt overzichtelijk. Eigenlijk deed ik in het begin maar wat, en was het effect van mijn acties niet altijd duidelijk. De A.I. van de teamgenoot laat soms ook wat te wensen over.

Conclusie

Medabots is typisch zo’n spel dat je eigenlijk alleen moet aanschaffen als je een fan van de tekenfilm bent. Het spel is prima uitgevoerd, strakke muziek, fraaie beelden. De cartoony stijl van de tekenfilm komt prima tot zijn recht. Qua spel ben ik minder enthousiast, maar ik moet dan ook eerlijkheidshalve vermelden dat ik nog nooit een Medabot-tekenfilm had gezien. Overigens zijn qua spel de Rokusho en Metabee versie exact gelijk, het enige verschil is het poppetje. Dus koop maar één van de twee, anders voel je je bekocht. Eerlijk gezegd had Ubi Soft beide versies best samen kunnen voegen. Mijn advies: kijk eerst eens voor je het koopt.

Film / Achtergrond
special:

Gent 2002: Tati in Gent

De Franse komiek Jacques Tati zal bij het moderne publiek waarschijnlijk weinig belletjes meer doen rinkelen, maar de man is sinds de jaren 30 van de vorige eeuw een legende – en niet alleen in Frankrijk. In Gent is dit jaar maar liefst tweederde deel van zijn gehele oeuvre te zien.

~

Tati maakte zijn eerste speelfilm, Jour de fête in 1948. In de film speelt Tati een dorpspostbode die een nieuw Amerikaans leveringssysteem wil uitproberen, met desastreuze gevolgen. Tati’s films zijn vaak een ode aan de zwijgende komedies van Buster Keaton en bevatten weinig dialogen. Dit is vooral te zien aan zijn beroemdste personage, Monsieur Hulot, een zwijgzame stuntel die alles in het honderd weet te brengen ondanks zijn goede bedoelingen.

Toekomst

~

Hulot was voor het eerst op het witte doek te zien in Les vacances de monsieur Hulot (1953). De film was een groot succes en leverde Tati zelfs een Oscarnominatie voor het beste script op. Hulot dook opnieuw op in Mon oncle (1958), waarin hij verstrikt raakt in een soort huis van de toekomst. De film won de Oscar voor beste buitenlandse film.

Perfectionist

Maar het is Playtime uit 1967 dat algemeen bekend staat als Tati’s meesterwerk. Tati werkte drie jaar aan de film. Hij was een perfectionist die alle elementen van zijn werk wilde controleren. Speciaal voor de film werd een stad gebouwd (die al gauw “Tativille” werd genoemd) uit glas en staal compleet met wegen, liften, een luchthaven en kantoren. Honderd arbeiders werkten vijf maanden om de constructie af te werken. Speciale aandacht schonk Tati aan de soundtracks van zijn films, die door het grotendeels ontbreken van dialogen vaak abstracte geluidscollages zijn. Mede dankzij deze nietsontziende aandacht voor details maakte hij in zijn dertigjarige carrière slechts zes films: na Playtime volgden nog Trafic in 1972 en Parade in 1974.

Retrospectief

Het Filmfestival Gent wijdt dit jaar een retrospectief aan Tati. Zijn eerste vier films worden vertoond, Playtime en Jour de fête zelfs in splinternieuwe gerestaureerde versies. Op de website van het festival kun je meer informatie vinden over de films van Tati en de rest van het programma.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Editie september 2002

Een goede DVD bevat niet alleen een goede film, maar vult deze zo mogelijk ook aan met een goed gekozen hoeveelheid extra documentaires, commentaartracks en overige goodies. Helaas zijn veel DVD’s net videotapes op een schijfje: je krijgt naast de film misschien nog een trailertje of twee en dat is het dan. In deze rubriek een overzicht van recente DVD’s die om uiteenlopende redenen wel de moeite waard zijn te bekijken, maar weinig om het lijf hebben wat extra materiaal betreft.

Ghost World

~

Terry Zwigoff • 2001 (DVD: Universal • 2002)
De beeldschone dames Thora Birch en Scarlett Johansson spelen in Ghost World, één van de meest intelligente tienerfilms van de afgelopen jaren, twee uiterst sarcastische pubers die commentaar leveren op iedereen die anders is dan zij, oftewel: die volstrekt normaal zijn. Regisseur Zwigoff leverde eerder de briljante en verontrustende documentaire Crumb af en zet met Ghost World zijn eerste stap in de wereld van de fictie.

De film speelt zich af in de parallelle wereld waar David Lynch zich ook uitstekend thuisvoelt en waarin kleding, decors en karakters allemaal net niet bij elkaar passen en daarom een uniek geheel vormen.
Ghost World is met zijn intelligente script en bijtende humor één van de leukste films die dit jaar uitkomen op DVD.

Down

~

Dick Maas • 2001 (DVD: Buena Vista • 2002)
Hoe vaak moeten we nog zeggen dat Dick Maas van de tekstverwerker af moet blijven en zich voortaan slechts moet richten op het maken van de film? Het script van Down is duidelijk het grootste manco van de film; actrice Naomi Watts voelt zich duidelijk ongemakkelijk bij de gebrekkige dialogen die vaak letterlijk uit het Nederlands vertaald lijken en zelfs vaste B-film-krachten als James Marshall en Michael Ironside struikelen soms over de woorden die Maas ze in de mond heeft gelegd.

Maar dat het met de visuele kwaliteit wel goed zit, blijkt al uit het eerste shot, waar we met een helicopter op Manhattan afvliegen in de richting van een wolkenkrabber, tot we de nachtwakers van het gebouw in close-up zien. Ook de spanning wordt goed opgebouwd, maar dat is niet moeilijk met het klassieke bronmateriaal.

Kiss of the Dragon

~

Chris Nahon • 2001 (DVD: Buena Vista • 2002)
Luc Bessons inktpot raakt maar niet opgedroogd, zo lijkt het wel: na zijn onderschatte epos over Jeanne d’Arc, The Messenger, schreef hij (mee aan) de scripts van drie delen Taxi, Yamakasi, zijn eigen racefilm Michel Vaillant en deze actiefilm, naar een idee van hoofdrolspeler Jet Li.

Li speelt een Chinese politieman in een verhaal dat niet zo heel veel om het lijf heeft maar toch een heleboel vermaak oplevert, Bridget Fonda is een hoertje en de overal aanwezige Tcheky Karyo (je herkent hem wel als je ‘m ziet) is de corrupte rechercheur. Volop actie op de mooiste plekken van Parijs, met uitstekende gevechtscènes en een onverwacht gruwelijk einde. Perfect entertainment dus.

Bollywood

Ghost World is van de drie nog het best bedeeld: naast de standaardtrailer zijn er een paar korte verwijderde of aangepaste scènes te vinden (die overigens wel allemaal erg de moeite waard zijn), een uiterst minimaal “making of”-promotiefilmpje en het hilarische nummer “Jaan Pehechaan Ho” uit de Bollywoodfilm Gumnaam.

Kiss of the Dragon bevat niet eens een trailer en is daarmee de kaalste van het stel. Down bevat een (slechte) trailer en een tien minuten durende montage (zonder inleiding of commentaar) van videobeelden die tijdens het maken van de film werden geschoten en op de hoes met een groot woord als “The making of” wordt aangeduid.

Film / Achtergrond
special:

Grote namen in Gent

Dat het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent, zoals het filmfestival in Gent voluit heet, al jarenlang een rijk gevarieerd programma biedt, is ook weer goed te zien aan het programma van de 29ste editie, die op 8 oktober van start gaat. De betere publieksfilms worden afgewisseld met en sluiten naadloos aan op kleine, volstrekt onbekende films en ook de liefhebber van klassieke cinema kan zijn ogen uitkijken. Daarnaast is Gent de thuisbasis van de World Soundtrack Awards.

~

Eén blik op de gastenlijst en het programma maakt duidelijk dat Gent een volwaardig en volwassen festival is dat zeker niet voor grotere broers als Berlijn, Venetië en Rotterdam hoeft onder te doen. Onder de gasten die inmiddels bekendgemaakt zijn, bevinden zich de Franse megasterren Juliette Binoche, Jean Reno en Jeanne Moreau, en de Amerikaanse acteur Blair Underwood (bekend uit films als Deep Impact en Rules of Engagement) die zijn nieuwste film, Steven Soderberghs experimentele Full Frontal, komt voorstellen.

Competitie

Maar de sterren in Gent zijn, om Meneer Kaktus te parafraseren, niet alleen om aan te raken, maar vooral ook om naar te kijken. Want de rij films liegt er niet om: zo vinden we in de competitie de nieuwste films van David Cronenberg (Spider) en Aki Kaurismäki (The Man Without A Past), naast Dai Sijies verfilming van zijn eigen boek Balzac en het Chinese naaistertje.

Publiekstrekkers

~

Maar ook buiten de competitie zijn er veel spannende dingen te beleven. Zo is er de wereldpremière van Science Fiction, met in één van de hoofdrollen onze eigen Wendy van Dijk die met deze film haar speelfilmdebuut maakt. Verder het al eerder genoemde Full Frontal, een film die Steven Soderbergh (Erin Brockovich, Traffic) met een digitale videocamera in een paar weken filmde met in de hoofdrollen o.a. Julia Roberts en David Duchovny. Een andere publiekstrekker zal ongetwijfeld Red Dragon zijn, het eerste deel in de Hannibal Lecter-trilogie. De film van Brett Ratner (Rush Hour 1 en 2) is tot in de allerkleinste bijrollen volgestopt met grote namen (en bovendien steengoede acteurs) als Edward Norton, Harvey Keitel, Emily Watson, Ralph Fiennes en natuurlijk de enige echte dr. Lecter: Anthony Hopkins.

Kleinere maar minstens zo belangrijke films zijn Bowling For Columbine van Michael Moore, die op zijn eigen wijze de zere plekken van Amerika feilloos weet bloot te leggen en Naqoyqatsi, het derde deel uit Godfrey Reggio’s unieke en briljante Qatsi-trilogie die de mens en zijn relatie tot de natuur en technologie haarscherp laat zien in de mooiste beelden die je ooit gezien hebt.

Bijprogramma’s

~

Naast het hoofdprogramma zijn er nog verschillende thematische bijprogramma’s, waarin aandacht wordt geschonken aan belangrijke filmmakers (dit jaar Fassbinder, Truffaut en Tati), Japanse animatie (met Spirited Away als grootste klapper), onbekende films uit de rest van de wereld en een speciaal jongerenprogramma. We zullen je in de aanloop naar het festival op de hoogte houden van verdere ontwikkelingen en aandacht schenken aan een paar van de onderbelichte onderdelen van het festival.

Tickets

Je kunt alvast online kaarten bestellen via de website van het festival, waar ook alle programma-info te vinden is. Het festival begint op 8 oktober en duurt nog tot 19 oktober.

Boeken / Strip

Hong Kong love story

recensie: Hong Kong love story

Hong Kong love story en het vervolg daarop, Ikayaki, zijn erg soortgelijke verhalen. Daarom zullen vele aandachtspunten die we hier aanstippen ook terug te vinden zijn in de recensie van Ikayaki. Zo is er het hyperrealisme van Mark Hendriks. Vrouwen die elkaar naar het leven staan om een kleinigheid, kerels die, weliswaar elk op hun eigen manier en mede afhankelijk van hun seksuele geaardheid, er vooral op gericht zijn hun libidineuze driften te bevredigen.

~

Vooraleer daar een korte schets van te geven, lijkt het me aangewezen op te merken dat in de small-press Ikayaki vóór Hong Kong love story is verschenen, en vermoedelijk ook daarvoor geschreven en getekend is. Vanuit die wetenschap is het verhaal ook beter te lezen als een vervolg op Ikayaki. In omgekeerde volgorde mist men zeker niet de essentie van de verhalen, en blijft het duidelijk gaan om twee episodes uit Tomoyo’s leven, maar men tast een beetje in het ijle wat betreft de verhouding van die twee episodes ten opzichte van elkaar.

‘EO-trut’

Tomoyo lijkt in dit deel een beetje beter haar weg gevonden te hebben, waardoor ze heel wat zelfverzekerder overkomt dan in Ikayaki, in zoverre ze dat nog niet

~

was natuurlijk. Dat uit zich zowel op professioneel als op persoonlijk, of moet ik zeggen seksueel vlak. Ze speelt één van haar eerste meer omvangrijke en ernstige rollen (geen pornofilms of slachtvee voor Japanse superhelden meer), en ontdekt haar biseksuele, hetzij lesbische aard. Of komt dat door het homo-zijn van de acteur waar ze het grootste gedeelte van de opnames een oogje op laat vallen (de Belg)? Ze gooit zich alleszins, in den beginne wellicht eerder onbewust dan bewust, in een onstuimige liefdesrelatie met ‘die EO-trut van een Miyako’. Overigens is alles een beetje pittiger in Hong Kong love story dan in Ikayaki.

Niet alleen engageert ze zich in een lesbische relatie (die zich overigens voornamelijk op het lichamelijke vlak manifesteert), de seksscènes die Mark Hendriks etaleert zijn doorgaans van een meer verregaand karakter dan in Ikayaki. Fugu-seks (?), Tomoyo

~

met een Tamagotchi in …, en als klap op de vuurpijl de drie bladzijden tellende vrijscène tussen Miyako en Tomoyo, allen overtreffen ze, ook al zijn sommigen slechts suggestief getoond, bijvoorbeeld de routineuze snelle wip tussen Tomoyo en Keiji of de ranzige porno-act uit Ikayaki. Echter niet alleen de pikante situaties zijn pittiger. Zo zijn er de oorlogszuchtige confrontaties tussen Tomoyo en het liftmeisje, of de wel erg buitensporige dood van de regisseur (‘see for yourself!’). Natuurlijk brengt al dat ook de humor op een iets ander plan. Ik verwees al naar het karikaturale figuur van ‘Karaoke Jim’, maar ook het strandbezoek van Tomoyo met ‘de Belg’ is zeer de moeite waard.

België

Het komt allemaal clichématig over, maar het is ook een cliché dat de meeste clichés wáár zijn. Het is vooral dat laatste wat Mark Hendriks treffend illustreert. Alle typische situaties die ik zonet geschetst heb, komen, een beroep doende op onze alledaagse mensenkennis, érg realistisch over. Ook de ten tonele gevoerde stereotypen zorgen daarvoor. Ditmaal wordt er o.a. (tot mijn groot plezier) een Belg ten tonele wordt gevoerd in plaats van de Nederlandse familie in ‘Ikayaki’, die, wellicht terecht, wordt afgeschilderd als een modest, teruggetrokken iemand (hoewel men moeilijk kan beweren dat het eigen is aan Belgen homo te zijn!).
Het meest typische en vandaar ook meest lachwekkende aan zijn personage is nog dat iedereen denkt dat hij van ‘een Duitse provincie’ komt. Zelf moet ik inderdaad, wanneer ik in andere landen verkeer, de eerste vreemdeling nog tegenkomen die precies weet waar België ligt, afgezien van al onze buren weliswaar – vandaar mijn dank aan Mark Hendriks, om dat even onder de aandacht van striplezend Nederland en Vlaanderen te brengen.

Karaoke Jim

~

Uitgesproken grappig is het typetje dat de muziek verzorgt op de fuifjes, ‘Karaoke Jim’ (de naam alleen al), en de bijhorende opgeklopte sfeer die zijn entertainment met zich mee brengt. Naar mijn gevoel houdt Hong Kong love story er echter een iets sneller tempo op na dan Ikayaki. Gevallen waarin Hendriks dezelfde sequentie tekeningen herhaalt komen níet voor, personages die eindeloos peinzend voor zich uit turen zelden. Maar dat ligt waarschijnlijk ook voor een deel aan het verhaal.

Of het versnellen van het tempo en het oprekken van de grenzen van humor en verhaal Hong Kong love story nu meer de moeite waard maakt om gelezen te worden dan het vervolg zou ik niet durven zeggen. Je leest beide strips gewoon op een iets andere manier en ze zijn beiden mijns inziens in het Tomoyo-concept evenwaardig. Iets, want het verschil is immers niet zo groot als ik het hier wellicht laat uitschijnen. Vandaar ook de eerste zin van deze recensie: in principe kan de recensie van dit album integraal overgenomen worden voor het album ‘Ikayaki’.

Meer strips en recensies lees je op:

~

8WEEKLY

Zwetende Italianen en een dampende paardenrace

Artikel: De Paleo Siena

Siena is een klein stadje in Toscane, niet ver van Florence. Het is een bloedmooi stadje, waar je niet alleen af en toe de sfeer van het verleden kan proeven in een kerk of kathedraal, maar waar de geschiedenis je echt omringt. Door de hele stad.

~

Siena is opgesplitst in zeventien wijken, contradas geheten. Al deze stadsdelen hebben een eigen huis, een beetje vergelijkbaar met een buurtgebouw in Nederland. Mensen uit de buurt eten soms in dat huis, en volgen er bijvoorbeeld cursussen. Normaliter heerst er vrede in het stadje. De enige spanning die er misschien soms te zien is, is die tussen de autochtone bevolking en de tientallen busladingen toeristen die dagelijks even de stad komen bekijken zonder er geld uit te geven. Voor de rest heerst er vrede.

Fanatieke hooligans

Twee keer per jaar (in juli en augustus) staat de stad echter op zijn kop. Dan vindt de Paleo plaats, een race met paarden op het plein in het midden van de stad. Tien contradas mogen het tegen elkaar opnemen, zeven verliezen in een loting al. Al weken van tevoren wordt de spanning opgevoerd. De kleine straatjes worden afgezet om de eigen wijk te beschermen en er vinden een aantal oefeningen op het plein plaats. Alle wijken lopen met hun vlaggen rond en mensen die normaal vrienden zijn kijken elkaar agressief aan, zoals fanatieke hooligans.

Felle ogen

~

Vier uur in de Italiaanse zon moet je er voor over hebben om de race van drie minuten mee te maken. Het publiek wordt in de ring op het plein toegelaten en ziet alle contradas rondrijden met haar vlaggen. Potsierlijk werpen zij haar vlaggen voor het gemeentehuis in de lucht – hoe hoger hoe beter. Warmte dampt uit het publiek, waarin inmiddels een schifting tussen de verscheidene wijken ontstaan is. Felle ogen kijken elkaar kwaad aan. De politie staat op scherp.

Stilte

Dan begint de race. Het publiek wordt stil. Duizenden mensen zijn secondenlang doodstil. Keer op keer wordt er gestart. Maar telkens lopen de ruiters een loos rondje, omdat er een valse start plaatsgevonden heeft. Vervolgens duurt het weer een kwartier voor alle paarden in de dampende sfeer van het druk bevolkte plein in het gelid staan.

Een halve paardlengte

Eindelijk, na bijna een uur van pogingen, bulderen de paarden in het rond. Ze kunnen nauwelijks op hun benen blijven staan als ze door de krappe bochten schieten. Drie keer rennen ze rond het plein en één ruiter wint met een halve paardlengte voorsprong. Eén deel van het publiek rent exploderend van vreugde op de paarden af, jong en oud, man en vrouw. Ze springen onbeheerst over de balustrade om te vieren dat ze de Paleo hebben gewonnen. Een prijs die niet meer is dan een stok met een verzilverd bord en een grote vlag.

Verliezers huilen

Tot diep in de nacht zal er in deze week gefeest worden en nog dagenlang zullen trommelaars met de prijs rond het plein marcheren. Pas na een week keert de vrede in het stadje terug en kan je zonder scrupules een vijandelijke wijk inlopen. Verliezers zullen nog wel even huilen, maar over een paar maanden mogen ze het weer proberen.

Muziek / Album

Primal Scream – Evil Heat

recensie: Evil Heat

Hey Kids! Fijne zomer gehad allemaal? Ik zeker wel, maar ben ook wel blij dat de vakantie weer voorbij is. Ben vol enthousiasme aan de studie begonnen (heb voor dit trimester precies evenveel punten ingepland als vorig jaar in totaal behaald), maar belangrijker is dat er eindelijk weer muziek gemaakt wordt. Al die festivals in de zomer zijn wel aardig natuurlijk, maar er is toch niets zo mooi als speciaal voor dat ene bandje naar een club gaan en een avond heerlijk te genieten. Of gewoon een bandje waar je nog nooit van gehoord hebt uit checken. En dat kan nu gelukkig allemaal weer. En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, komen er na de vakantie traditiegetrouw weer handenvol goede nieuwe cd’s uit. Bruce Springsteen, Underworld, Beef!, Mousse T zijn de aanraders van dit moment.

~

Loungen of rocken?

En ook weer een nieuwe Primal Scream. Het is, naar ik meen, al weer de achtste van het gezelschap. En iedere cd is weer een verrassing. Zal er gerockt worden, dansen ze, of doen ze op hun oude dag wat rustiger aan en wordt er gelounged? Voor hen die even vergeten waar ze Primal Scream ook al weer van kennen even een aantal hits op een rijtje: Loaded (oud, heeft een lekker trompetje), Rocks (waarschijnlijk de grootste hit. Heerlijk rockend en stampend nummer), Kowalski (Eén van de beste nummers van Vanishing Point) en Swastika Eyes en Kill All Hippies van XTRMNTR, hun plaat uit 2000. Beide nummers werden door VPRO radio enthousiast opgepikt, maar werden bij mijn weten geen grote hit.

Onderkoelde computer

~

OK. Fijn om allemaal te weten, maar geschiedenis is minder relevant. Het gaat uiteraard om het hier en nu. En dus moet het gaan over Evil Heat. Voor mijn gevoel is het album een perfecte afspiegeling van alles waar Primal Scream zich in achterliggende jaren mee bezig heeft gehouden. In het ene nummer hebben de gitaren de overhand, in het andere is het vooral de computer. Echt wild en hard dansen wordt het echter nergens, maar dat is ook nooit de stijl van Primal Scream geweest. Bobby Gillespie en vrienden houden de beats meestal redelijk onderkoeld; pas als de gitaren zijn uitgepakt gaan ze los.

Zuigen

Met openingsnummer Deep Hit Of Morning Sun kun je twee kanten op: óf je vindt het geniaal en wordt meteen de plaat ingezogen, óf je vindt het allemaal maar niks. Als dat laatste het geval is kun je Evil Heat net zo goed meteen weer afzetten, want dan doen de nog komende 40 minuten waarschijnlijk ook niets met je. Het tweede nummer, Miss Lucifer, gaat op min of meer dezelfde wijze door, maar wel dusdanig dat het niet gaat vervelen. Miss Lucifer is trouwens ook de eerste single die van Evil Heat getrokken wordt. Op MTV ben ik hem echter nog niet tegengekomen en ik heb zo het vermoeden dat dat niet zal gebeuren ook. Toch jammer, maar in het Ketchup lied zal ook wel iets zitten…

Nancy Sinatra en Kate Moss

Leuk om te zien is dat Kate Moss (inderdaad, die van Hollywood) ook een liedje meezingt op Evil Heat. Bobby Gillespie covert samen met Moss het Nancy Sinatra/Lee Hazelwood-duet Some Velvet Morning. Zeker de moeite waard, maar Rise en City vormen wat mij betreft de absolute hoogtepunten van de plaat. In beide nummers wordt lekker gerockt en de teksten gezamenlijk de microfoon ingesmeten. Ouderwets goed zou ik bijna zeggen, maar dat zou onrecht aan deze plaat doen. Evil Heat is namelijk een heerlijk strakke plaat die echt de moeite waard is om goed beluisterd te worden. En als je dat doet zie je er misschien, zelfs als Deep Hit Of Morning Sun niks met je deed, toch wel wat in.

Links

www.primalscream.org
www.primalscream.net