Film / Achtergrond
special:

Filmfestival Gent 2002

Een weekje Filmfestival Gent betekent veel motregen, snelle happen en gemiddeld vijf films per dag kijken. Editie 2002 was nog beter georganiseerd dan het jaar daarvoor, met gratis openbaar vervoer voor iedereen met een festivalkaartje en een uitgekiend programma dat je elke dag liet kiezen uit publiekstrekkers als Goldmember of Red Dragon, obscure films uit alle delen van de wereld en oude klassiekers.
Hieronder mijn gevolgde route door het programma, plus aantekeningen en een handig cijfersysteem.

~

Spirited Away (Sen to Chihiro no kamikakushi)
(Hayao Miyazaki, 2001)
Bij lange na niet het meesterwerk dat de rest van de wereld je wil doen geloven, dit quasi-mystieke staaltje psychedelica uit Japan. Miyazaki´s zoveelste stream-of-consciousnesssprookje bevat deze keer rivier- en stinkgoden, pratende varkens en kikkers, reuzenbaby´s, heksen en – hou je vast – piepende roetdeeltjes met grote ogen.
Heb je genoeg van de vervelende bijwerkingen van je favoriete drug, dan is Spirited Away een veel gezonder en goedkoper alternatief. 6.6

Focus
(Neal Slavin, 2001)
Deze competitiefilm laat op een gemoedelijke manier zien hoe in de Tweede Wereldoorlog Joden ook in de Verenigde Staten werden gedemo- en -discrimineerd, iets wat niet veel mensen zullen weten.
Hoofdrolspeler William H. Macy speelt zoals gewoonlijk een naieveling die liever vanaf de zijkant toekijkt dan zelf actie onderneemt. Hij is de hardwerkende Lawrence Newman die van zijn baas iets aan zijn slechte ogen moet doen en na de aanschaf van een nieuwe bril wordt aangezien voor Jood en te maken krijgt met steeds verdergaand antisemitisme. Barokke rocker Meat Loaf laat na Fight Club nogmaals zien dat hij voortaan beter uit de geluidsstudio kan blijven en vaker moet gaan acteren, want zijn rol als racistische buurman verdient een prijs. 7.3

~

Amadeus: The Director’s Cut
(Milos Forman, 1984/2002)
Zelfs met twintig minuten extra materiaal vliegt Formans muzikale monument nog steeds over het scherm als een postkoets op topsnelheid. De toegevoegde scènes gaan moeiteloos samen met de reeds bestaande, alhoewel het alweer een tijd geleden is dat ik het origineel zag. Het is sowieso al een belevenis om dit meesterwerk op een groot scherm te zien. 8.5

Tom & Thomas
(Esmé Lammers, 2002)
Alsof wij ons nog moeten bewijzen als het gaat om het maken van kinderfilms! Lammers’ tweede film (na Lang Leve de Koningin) is Engelstalig en zit zo vol elementen die met name jonge jongens aan moeten spreken dat het script wel geschreven lijkt aan de hand van een boodschappenlijstje: neem een imaginair vriendje, ruimtevaart, achtervolgingen, een leuk meisje, vliegtuigen, ontvoeringen en SWAT-teams met echte schietgeweren en er rolt vanzelf een leuke film uit.
Gek genoeg is het Lammers nog gelukt ook, met steun van producenten Laurens Geels en Dick Maas, die de actiescènes voor zijn rekening nam. Hoofdrolspeler Sean Bean accepteerde de rol zonder veel problemen, zo vertelde Lammers voor de voorstelling, omdat hij wel eens een good guy wilde spelen. 7.1

Bowling For Columbine
(Michael Moore, 2002)

~

Op de manier die we inmiddels van hem gewend zijn, voelt Moore ongeveer iedereen aan de tand die iets te maken heeft met het wapenprobleem in Amerika. (Of, zoals Chris Rock in de film zegt, geen wapen-, maar een kogelprobleem.) Moore komt met oplossingen en verklaringen, boekt successen en wordt afgebekt. Dit resulteert in 120 fascinerende en bij tijden verbijsterende minuten die je op zijn minst de ogen doen openen over het monster dat de Verenigde Staten geworden is na 250 jaar. 8.6

Bungalow
(Ulrich Köhler, 2002)
Een typische festivalfilm: een paar personages, weinig dialogen en een verhaaltje van niks. Deze Duitse film gaat over een slackende deserteur (of deserterende slacker) die verliefd wordt op de vriendin van zijn broer. Aardig zolang het duurt, maar daarna meteen vergeten. 6.0

The Invisible (Den Osynlige)
(Joel Bergvall & Simon Sandquist, 2002)
Wij mogen dan goed zijn in het maken van kinderfilms, laat het segment 15-25 jaar maar over aan de Zweden. Fucking Åmål meets The Sixth Sense in dit zeer onderhoudende minimeesterwerk. Een jongen is na een fikse aframmeling opeens niet meer zo populair. Sterker nog: niemand merkt hem meer op. Sommige personages neigen naar stereotypen, maar het perfecte einde en de subtiele “onzichtbaarheids”-effecten maken veel goed. Laat dit maar eens zien aan de makers van Volle Maan7.9

~

Bloody Sunday
(Paul Greengrass, 2002)
Gefilmd als een TV-reportage bevinden we ons bijna twee uur lang in het Ierland van 1972, om precies te zijn 30 januari 1972, de dag van de beruchte rellen uit de titel. Op hyperrealistische wijze zien we hoe de Ierse burgers in de val worden gelokt door het schietgrage Britse leger en even later genadeloos worden afgeslacht. Een monument voor het Ierse volk. 8.3

Warnung vor einer heiligen Nutte
(Rainer Werner Fassbinder, 1971)
Een onbeschrijflijk slechte film, alleen gemaakt voor de ego’s van de makers – en zelfs die lijken er geen lol aan beleefd te hebben. De film bevat niet één memorabel beeld, scène of personage en het “verhaal” van moeilijkheden op de set bij het maken van een film is al vaker verteld – en veel beter. Als dit prul representatief is voor de rest van Fassbinders oeuvre, heb ik het wel gezien. 1.0

~

Lost in La Mancha
(2002, Keith Fulton & Louis Pepe)
Gemaakt door dezelfde mensen die ook verantwoordelijk waren voor de briljante documentaire The Hamster Factor over het maken van Terry Gilliams Twelve Monkeys, en dit keer volgen ze de regisseur op de lijdensweg die het maken van zijn nieuwste film, The Man Who Killed Don Quichote, uiteindelijk bleek te zijn. Ik kon vanwege verplichtingen elders alleen het laatste halfuur zien, dus ik kon de hele productie nog net uiteen zien vallen. Wanneer ziet Hollywood nu eens in dat ze Gilliam gewoon een bak geld moeten geven zodat hij kan doen wat hij zelf wil? 8.0

Russian Ark (Russkij kovcheg)
(Aleksandr Sokurov, 2002)
In feite een hele dure reclamefilm voor de Hermitage, het wereldberoemde museum in St. Petersburg. De verdient meer aandacht voor de gebruikte techniek dan voor de inhoud, want hij werd niet alleen gedraaid op het nieuwe HD-videoformaat, maar ook nog eens in één lang, ononderbroken shot van meer dan anderhalf uur. Het “verhaal” heeft weinig om het lijf, want we volgen een “mysterieuze” vreemdeling die door de zalen van het museum, langs verschillende tableaus uit de geschiedenis van het gebouw. Meer dan 800 figuranten waren nodig voor de verschillende massascènes en we zien beroemde figuren als Catharina en Peter de Grote, Anastasia en tsaar Nicolaas voorbijkomen. Helaas is Rasputin nergens te zien. 6.7

The Tracker
(Rolf de Heer, 2002)
Een film zo kalm en indrukwekkend als het Australische landschap waarin hij zich afspeelt. Drie blanke mannen en een Aboriginal tracker (spoorzoeker) zijn op zoek naar een zwarte man die van moord wordt verdacht. Door de moeilijke en gevaarlijke tocht lopen niet alleen de spanningen binnen de groep snel op, maar ontstaat er gaandeweg ook begrip voor de oorspronkelijke Australische bevolking en haar gewoonten. Een prachtige film doospekt met liedjes waarvoor regisseur De Heer zelf de teksten schreef. Eén van de hoogtepunten van het festival. 8.7

~

Red Dragon
(Brett Ratner, 2002)
Een degelijke introductie van de Hannibal-Lectersaga. Niet zo spannend als Silence en niet zo stijlvol als Hannibal, wel een getrouwe maar weinig opzienbarende verfilming van Harris’ boek. Anthony Hopkins zet zijn spel zo dik aan dat het wel een parodie lijkt en Edward Norton stelt teleur omdat hij zo weinig omhanden heeft. De twee rollen die wel overeind blijven, zijn die van creepy killer Ralph Fiennes en zijn blinde liefje Emily Watson. 7.1

Ja zuster, nee zuster
(Pieter Kramer, 2002)
Pieter Kramers campy update van de inmiddels legendarische tv-serie hangt tussen parodie en hommage in. De film zelf heeft weinig om het lijf, maar het is duidelijk te zien hoeveel plezier iedereen heeft gehad bij het maken ervan. Dit is ook goed te zien aan de aankleding: overal liggen en staan spullen uit de late jaren 60: tijdschriften, blikjes en sigaretten, terwijl de sfeer duidelijk op de jaren 50 is gebaseerd.
Loes Luca en Paul de Leeuw zijn de overduidelijke sterren: ze hebben de beste teksten en overacteren er op los. Eén rol had beter wat ingeperkt kunnen worden, want de stem van Buurman Boordevol (Paul R. Kooij) gaat al na de eerste scènes op de zenuwen werken. 7.2

Weekend Plot (Mi yu shi ki xiao shi)
(Ming Zhang, 2001)
Een volstrekt overbodige film over een stel vrienden dat een weekendje doorbrengt in een huisje aan een rivieroever ergens op het Chinese platteland. Er is sprake van een verloren liefde en er wordt geheimzinnig en moeilijk gedaan over een “mysterieus” briefje dat uiteindelijk nergens op slaat. Geen slechte film, gewoon een nutteloze. 5.7

~

Insomnia
(Christopher Nolan, 2002)
Nolans Hollywooddebuut na Following en – natuurlijk – Memento is een strakke politiethriller met Al Pacino in de rol van agent die het moeilijk krijgt als hij per ongeluk zijn partner doodschiet en Robin Williams als – verrassing! – een sluwe moordenaar die de touwtjes in handen heeft. De stijlvolle film is het sterkst aan het begin, als de personages nog fris en de mogelijkheden nog open zijn. Insomnia is nergens zo origineel als Memento, maar Nolan weet zelfs tijdens de standaardontknoping clichés te vermijden. 7.7

24 Hour Party People
(Michael Winterbottom, 2002)
Wat mij betreft de grote hit van Gent 2002. Regisseur Michael Winterbottom heeft met deze hypnotiserende duik in de muziekgeschiedenis een postmodern meesterwerk gemaakt: zo blikken de hoofdpersonen niet alleen geregeld terug, maar ook vooruit in het verhaal. Ook wordt er commentaar op de film zelf geleverd: thema’s worden uitgelegd en één keer wordt er zelfs naar een verwijderde scène verwezen die “vast wel op de DVD te vinden zal zijn”.
Aan de hand van journalist/platenbaas Tony Wilson uit Manchester wordt het verhaal van het fameuze Factory-label en de bands die er het meest verwant mee waren verteld: Joy Division, New Order en The Happy Mondays. Zo wordt in één klap de opkomst van één genre gevolgd (punk) en de opkomst van een andere (dance). 8.8

Stones (Piedras)
(Ramón Salazar, 2002)
Winnaar van de publieksprijs op het festival, dit warme portret van een aantal Spaanse vrouwen. Alle geijkte probleemgevallen komen voorbij (drugs, prostitutie, overspel en zelfs kleptomanie), maar dankzij de lichtvoetige toon vervalt de film nergens in clichés. Een speciale rol is er voor voeten en schoenen: elke hoofdpersoon wordt aan het begin geïntroduceerd met de schoenen die zij draagt en bijna iedereen in de film heeft iets te maken met voeten, of het nu de verkoopster in de schoenenwinkel is of de podoloog. 7.9

Hotel
(Mike Figgis, 2001)
Een unieke film, die op een fantastische manier de mogelijkheden van digitale cinema aftast.
Een kleine crew werkt in Venetië aan de verfilming van een oud toneelstuk en Hotel vermengt scènes uit die film met de vreemde gebeurtenissen op de set en in het hotel waar iedereen logeert.
Hotel bevat tenminste twee sequenties die ik mijn leven lang niet zal vergeten vanwege hun intensiteit en je zult niet geloven hoe mooi mini-DV kan zijn als je deze film niet hebt gezien. 8.9

Daughter From Yan’an (Enan no musume)
(Kaoru Ikeya, 2001)
De Japanse Kaoru Ikeya spendeerde drie jaar aan deze indringende Spoorloos-aflevering.
Aan de hand van de zoektocht van de volwassen He Haixia naar haar biologische ouders schetst Kaoru de geschiedenis van het moderne China, waar Mao Zedong met zijn Culturele Revolutie miljoenen jonge levens vernietigde door ze uit te zenden naar arme plattelandsgebieden. Mooi, maar aan de lange kant. 7.4

~

Divine Secrets of the Ya-Ya Sisterhood
(Callie Khouri, 2002)
Deze film bevat alle ingrediënten voor een verschrikkelijk zoetsappig en melodramatisch avondje, maar gek genoeg heb ik me prima vermaakt bij dit verhaal over een jonge vrouw (Sandra Bullock) die door de vriendinnen van haar moeder (Ellen Burstyn) aan de hand van een oud plakboek en talloze flashbacks te zien en te horen krijgt waarom haar moeder toch zo’n kreng is.
Het regiedebuut van Khouri (die ook het scenario schreef van Thelma & Louise, nog zo’n sterke-vrouwenfilm) valt op door de indrukwekkende rolbezetting, want naast Bullock (die voor het eerst in jaren weer eens heel behoorlijk speelt) en Burstyn vallen ook Ashley Judd, James Garner en vooral Maggie Smith op, de laatste door haar zwaar aangezette Amerikaanse (!) accent en haar cynische dialogen. 7.2

The Four Feathers
(Shekhar Kapur, 2002)
De grootste vraag die na het zien van dit historische avontuur bij me opkwam, was: wie zit tegenwoordig nog op zo’n film te wachten? Kapur bewees met zijn vorige film, Elizabeth dat hij wel degelijk een relevante historische film kan maken, maar met The Four Feathers slaat hij de plank volledig mis. 6.2

Film / Films

The Rock (Deluxe Edition)

recensie: The Rock (Deluxe Edition)

~

Tien jaar na Top Gun perfectioneerden Jerry Bruckheimer en zijn legendarische partner Don Simpson hun uiterst commerciële formule van snelle actiefilms gecombineerd met goede acteurs en een strakke vormgeving met The Rock, onder regie van Michael “Pearl Harbor” Bay.

Nicolas Cage, een tot dan toe nog vrij onbekende acteur, werd gestrikt in de hoofdrol van de chemicus Stanley Goodspeed, die samen met een dertig jaar oudere ex-CIA-agent (Sean Connery) en een team van commando’s een gifaanval op Amerika probeert te voorkomen op het gevangeniseiland Alcatraz. Dankzij de talenten van regisseur Bay, die een briljant visueel instinct koppelt aan het vermogen om goede actiescènes te regisseren, en zijn acteurs Cage, Connery en schurk Ed Harris hoort The Rock thuis in het rijtje Die Hard en Terminator 2, en is daarmee één van de beste actiefilms aller tijden.

Marionetten

~

Deze Deluxe Edition (in Amerika uitgegeven op het Criterion-label) is dan ook alleszins terecht. De beide schijfjes van deze set staan vol met documentaires die de film ondersteunen en in een goede context plaatsen. Zo zijn er twee programma’s waarin technisch adviseur Harry Humphries vertelt welke fouten er vaak in Hollywoodfilms gemaakt worden als het gaat over vuurwapens en militaire acties en krijgen we te zien hoe bepaalde shots nog met een soort marionetten zijn gemaakt, in de tijd voordat elke scheet in een film digitaal werd gecreëerd.

Superdegelijk

Maar het hoogtepunt van deze prachtig verpakte special edition is het commentaarspoor tijdens de film. In tegenstelling tot wat er op de hoes staat vermeld werd dit commentaar niet alleen door Jerry Bruckheimer ingesproken, maar zijn ook Michael Bay, Nicolas Cage, Ed Harris en de eerder genoemde Humphries te horen. De track is op de welbekende en superdegelijke Criterion-manier gemonteerd, wat betekent dat er geen stiltes vallen en dat de gegeven informatie ook werkelijk informatief is.

Flipper

Mensen die de eerste DVD-versie van The Rock (die je in het midden van de film moet omdraaien) nog in de kast hebben staan, kunnen deze met een gerust hart verkopen of wegdoen, want deze Deluxe Edition is een verbetering op alle fronten.

Film / Films

Beauty and the Beast

recensie: Special Edition

.

~

En nu is die hele mooie film veranderd. Waarom? De verteller van de making of zegt het zelf: Op een dag kregen de mensen in de Disney-studio het idee dat wat Star Wars kon met de Special Edition, zij ook konden. Het was een big idea, aldus de verteller, om de film opnieuw uit te brengen. Creatief zijn ze wel bij Disney, maar geldwolven zijn het ook. Ik denk dat deze Special Edition niet in de laatste plaats is gerealiseerd vanwege de centen. Verzorg is het schijfje zeker, maar wat zonde van de film.

~

Op het eerste gezicht heeft Beauty and the Beast SE alle kenmerken van een goed verzorgde DVD vol extra’s. Er is een making of, een onderdeel genaamd ‘het verhaal achter het verhaal’, twee muziekvideo’s en twee groots opgezette spellen. En dan is er nog het belangrijkste: een nieuw lied in de film. Het gaat om To Be Human Again (Een mens weer te zijn). Het is er bij de bioscooprelease op het laatste moment uitgeknipt omdat, zo leert de making of, er frictie in de voortgang van het verhaal ontstond. Toch zit het lied er nu in, ook omdat het in de Broadway-musical van Beauty and the Beast wel paste.

Wie de film koestert als een bijzonder aangename jeugdherinnering, ziet het toegevoegde liedje meteen als een inbreuk op het verhaal. Waar is Gaston, de slechterik, tijdens het lied? Hoe gaat het met de malende vader? En, nog los van het verhaal: hoe kan het dat het enge en donkere kasteel ineens een beelderige tuin vol fonteinen blijkt te hebben? Met het liedje op zich is niets mis, behalve dan misschien de wat overdonderend jubelende koren. De animatie is ook prima, en de stemmen zijn ingezongen door de originele acteurs. Maar het klopt niet, het loopt niet.

Het was geen enkel probleem geweest om het liedje erin te plakken. Als je het er ook naar believen weer uit kon halen. En dat kan niet. Wie deze Beauty and the Beast heeft, zit vast aan een film waar mee geknoeid is. Heel erg jammer.

~

Maar behalve dan deze enorme teleurstelling is deze DVD heel aardig verzorgd. Het is leuk om tijdens de film te skippen tussen de verschillende audiosporen. De Amerikaanse Belle is een boerendochter tot in haar accent en Mrs. Potts (Mevrouw Tuit) een Australische matrone. De Nederlandse stemmen zijn ook uitstekend (soms zelfs beter dan het origineel): zanger Henk Poort als de arrogante Gaston, een zeurderige Luc Lutz als de huismeester en klok Pendule.

De spelletjes zijn leuk voor kinderen, met wat houterige 3D-animaties, maar het spel ‘Verbreek de betovering’ is zo moeilijk dat deze tester het laatste level zelfs na drie keer niet uitspeelde. Twee muziekvideo’s, een van Celine Dion en Peabo Bryson en een van de springerige Amerikaanse tienersterretjes Jump 5, die het liedje Beauty and the Beast vrolijk verkrachten tot Britney-rap.
Het deel ‘het verhaal achter het verhaal’ stelt niet zo heel veel voor. Celine Dion glimlacht je vrolijk toe en houdt bij de belangrijkste Disney-animaties steeds een kort praatje over hoe het verhaal erachter zich ontwikkelde. Razend interessant, maar de brokjes informatie die ze aanbiedt zijn te klein om de honger naar kennis te stillen.

Beauty and the Beast is een bijzonder mooie film. Koop of huur de video of DVD, maar dan wel de originele bioscoopversie. Wie de film nog nooit gezien heeft zal het liedje best kunnen verteren, maar de fundamentalisten op Disney-gebied zijn met deze DVD behoorlijk genegeerd.

8WEEKLY

Nationale Braakbal Pluisweek

Artikel:

.

~

De zoogdierenvereniging VZZ bestaat vijftig jaar en dat moet natuurlijk passend gevierd worden. Met een karrevracht aan braakballen. Zegt het iets over de feestelijke stemming binnen de vereniging?
Een ludiek idee is het wel. We geven een feestje en elke genodigde krijgt een braakbal om die uit te pluizen. Weer eens wat anders dan koffie en gebak. Naast ludiek is het natuurlijk ook educatief. Geen natuurvereniging of er wordt wel aan educatie gedacht.

Maar wat is precies het educatieve doel van de Nationale Braakbal Pluisweek? Welnu, vermeldt het persbericht, schoolklassen gaan aan de slag met het ontleden van braakballen. “Braakballen bestaan uit resten van haren, veren en botjes die uilen binnen krijgen als ze hun prooi met huid en haar verslinden. De restanten spugen ze in de vorm van een braakbal uit. Het pluizen bestaat uit het voorzichtig uit elkaar peuteren van een braakbal, op zoek naar kaken en schedels van muizen”.
Nu komt de educatie: “De leerlingen ontdekken dat er verschillende muizensoorten in Nederland
zijn. Het gaat dan om ware muizen, woelmuizen en spitsmuizen, zoals de huismuis, de rosse woelmuis en de bosspitsmuis.”

Maar dat is niet het enige educatieve aan het pluizen van een braakbal. Aan de minuscule tandjes en kiesjes van de armzalig gestorven muizen is te zien waar de diertjes zich mee voedden: planten, insecten of een combinatie. Heel educatief. Het persbericht vermeldt enthousiast: kinderen leren “als het ware met uilenogen naar de muizen te kijken.” Betekent dat dan wellicht dat de patat mèt volgende keer vervangen wordt door een smakelijk spitsmuisje? Educatief hoor.

~

In het bericht staat niet of de VZZ de braakballen levert of dat meester en juf zelf het bos in worden gestuurd. Ik hoop van ganser harte dat er bij het lesmateriaal ook een doos braakballen zit. Die dingen zijn in het bos namelijk vreselijk moeilijk te vinden. Het is net paaseieren zoeken, alleen dan met kerst. Stel je voor dat juf de klas meeneemt naar het plaatselijke bosje om daar “gezellig met z’n allen te gaan zoeken.” Educatief? Jahoor. Slim? Nee.
Elk kind wil een eigen braakbal (vooropgesteld dat ze er een willen) en zoveel vindt juf er natuurlijk nooit. Teleurstelling en irritatie alom, plus ook nog eens het halve bos vernield, takken van de bomen gerukt, zeldzame paddestoelen vertrapt en de complete muizenpopulatie zodanig de stress ingejaagd dat er de weken daarna al helemaal geen braakballen met hun resten meer te vinden zijn. De VZZ snijdt zichzelf bijna in de vingers.

Kant en klare braakballen verstrekken is echter ook niet de oplossing. Voeling met de natuur kweken, is de onderliggende gedachte van degene die de braakballenpluisweek heeft bedacht. Voeling met de natuur krijg je natuurlijk niet als je lekker binnen blijft zitten.

~

Maar het ergste is nog wel dat educatie gestimuleerd moet worden door het uitreiken van een prijs. Wanneer de braakbal ontleed is weten de leerlingen wat de uil gegeten heeft en “ontvangen ze een fraai pluisdiploma”. En dat is nog niet alles. Iedere klas dingt bovendien mee naar de hoofdprijs, wanneer ze uit alle geplozen ballen een volledig skelet van een muis bij elkaar weten te vinden. En wat is die hoofdprijs? Een complete pluisuitrusting. Heb je die nodig, nu a) de braakballenpluisweek is afgelopen en b) je ook al een skelet bij elkaar vond zonder die uitrusting?

Die hele braakballenpluisweek is een ludiek, maar onzinnig idee. Heeft de natuur de aandacht van onzekere, balorige, chagrijnige, onverschillige pubers nodig? Natuurlijk niet. Die aandacht komt vanzelf wanneer je de dertig gepasseerd bent. Pas dan ga je wandelen, sta je stil bij een paddestoel en speur je naar sporen van de spitsmuis. Die leeftijdskloof is niet te overbruggen met een simpel braakballetje. Dwingen is niet nodig. Laat de natuur nou maar gewoon z’n gang gaan.

Voor de geïnteresseerde braakballenpluizer die de school reeds verlaten heeft:

De opening van de Nationale Braakbal Pluisweek: maandag 4 november, Natuurmuseum Rotterdam.
Pluizen is ook mogelijk in het weekend van 9 en 10 november in:
Natuurmuseum Nijmegen (alleen zondag 10 nov)
Natuurmuseum Brabant
Natuurmuseum Groningen
Natuurmuseum Enschede
Zeeuws Biologisch Museum
Eco Drome
Natuurmuseum Texel

Boeken / Strip

Waanklanken

recensie: Waanklanken

Het album Waanklanken bevat twee korte verhalen die ontegenzeggelijk het vakmanschap van auteur Erik Wielaert verraden. De tekenstijl is om van te smullen. Het eerste verhaal ‘Met de muziek mee…‘ heeft reeds eerder in het Groningse stripblad GR’NN gestaan. Speciaal voor deze gelegenheid heeft Erik Wielaert dit verhaal opnieuw bewerkt.

~

Het is een ingetogen verhaal waar de gruwel zich ophoudt in benauwde, morsige steegjes. Het is al eerder gezegd, in de wereld van Erik Wielaert is niets wat het lijkt. Laat je dus niet misleiden door zwijmelende vioolmuziek en serene kindergezichtjes.

Muziekindustrie

Het tweede verhaal ‘De tol van de roem‘ is explicieter van toon. Een middelmatig hobbybandje krijgt van een plotseling opduikende geest de gelegenheid drie wensen te doen. Het vervolg laat zich raden. Maar zoals zo vaak is het ook hier wachten op die ene onvermijdelijke misstap. In veel verhalen van Erik Wielaert is het geluk slechts kortstondig.
Het is als het leven zelf: ongrijpbaar en ondoorgrondelijk. Tevens wordt in dit verhaal de huidige muziekindustrie met een fileermes ontleed. Want dat het tegenwoordig allang niet meer om de muziek gaat, is een understatement. Al snel speelt de commercie een deuntje mee. In het

~

begin nauwelijks hoorbaar, maar allengs steeds luider. Tot het de muziek volledig overstemt. Al deze schrijnende aspecten worden met veel humor gebracht. Waarmee dan ook meteen één van de sterke punten is genoemd van Erik Wielaert. De hemelse lach en de satanische grijns gaan bij hem hand in hand.

Met deze verhalen heeft Erik Wielaert weer eens bewezen dat hij het korte werk in de vingers heeft. Nu is het wachten op de eerste avondvullende voorstelling.

8WEEKLY

Mafia

Artikel: Mafia

.

~

Het verhaal

In de intro zie je twee mannen samen in een typisch Amerikaans wegrestaurantje zitten. De ene man, Tommy Angelo, praat met een rechercheur. Tommy is duidelijk een mafioso, en wil een deal sluiten met de sterke arm der wet. Hij wil zijn werkgever, een grote mafiabaas, erbij lappen in ruil voor bescherming. Als het spel begint, kruip je in de huid van Tommy in de tijd dat hij voor het eerste met de mafia in aanraking kwam.

Gameplay

Mafia wordt gespeeld in third person en doet qua speelstijl nog het meeste denken aan GTA3. Je speelt het spel in je eentje, je bent een crimineel, je kunt rondlopen, maar je kan ook auto’s jatten en rondscheuren. Mafia is echter absoluut geen GTA3 kloon, want het spel heeft genoeg kwaliteit en vernieuwende elementen om op zichzelf te kunnen staan.

Sfeer

~

De sfeer in Mafia verdient een aparte vermelding. Je waant je echt in de jaren 30, de stemmen en de muziek, die ook rechtstreeks uit die tijd lijkt te komen, dragen heel erg bij aan de bijna perfecte sfeer. Maar ook het verhaal en de sympathieke hoofdrolspeler dragen bij aan een heerlijke atmosfeer. Het verhaal is dan ook echt goed, het pakt je meteen, maar het spel is wel compleet lineair. Je werkt van missie naar missie.

Realistische details

Wat meteen opvalt in het spel is het realisme, naast het feit dat alles heel mooi is en zeer goed klinkt is er grote aandacht besteed aan details. De auto’s, en met name de oudste, zijn niet lekker te besturen, ze slippen snel en zijn traag als de pest. Irritant, maar realistisch.
Als je wat langer speelt, gaat het besturen steeds makkelijker en worden de auto’s steeds sneller (en mooier.) Maar er zijn nog veel meer details verwerkt; de wapens zijn kopieën van de wapens uit de jaren ’30, als je een verkeersovertreding maakt met politie in de buurt komen ze achter je aan, je banden kunnen lek geschoten worden, als je over een lijk loopt laat je een spoor van bloedige voetafdrukken achter en nog zo veel meer.

Kleine bugs

Wat je meteen opvalt aan de game is dat de developers nog vrij onervaren lijken te zijn. Dit merk je aan kleine foutjes, zoals controlls die opeens veranderen, of een ‘lose the tail‘-missie die maar niet eindigt, terwijl je achtervolgers al tien minuten in geen velden of wegen te bekennen zijn. Ook hoor je veel geluiden dat het spel niet goed loopt op veel systemen die de game met gemak zouden moeten kunnen draaien.

Conclusie

Mafia een briljant spel. Waar GTA3 heerlijk over the top is, is Mafia heerlijk realistisch. Het verhaal is pakkend, de graphics schitterend, en het geluid super. Op een paar kleine foutjes na is dit spel simpelweg steengoed.

Lees hier een verslag van de perspresentatie van Mafia

8WEEKLY

Colin McRae Rally 2.0

Artikel: Colin McRae Rally 2.0

Racegames zijn tegenwoordig meer dan ooit hot. Elke week valt er wel weer een nieuwe game met adembenemende graphics te bewonderen op de diverse systemen. Op de Playstation was Colin McRae misschien wel de beste rallygame. Nu is dit spel na een vroege Gameboy Color release ook op de Gameboy Advance verschenen, deel twee wel te verstaan.

~

Playstation Vs GBA

Ik hoef eigenlijk niet echt uit te leggen waar het in CMR 2.0 om draait. De speler heeft de keuze uit acht auto’s waarmee hij kan deelnemen aan het wereldkampioenschap rallyrijden. Verder is er nog een arcade en time trail modus, en kun je het in een link mode tegen medespelers opnemen, mits je natuurlijk over meerdere GBA’s beschikt. En hoe vertaalt een Playstation spel als CMR zich op de GBA?

Even afsnijden

Grafisch is CMR 2.0 uitstekend. De programmeurs hebben duidelijk veel moeite gestoken in deze titel. De kleine GBA tovert een 3d racespel op het scherm, op een manier waar SNES bezitters alleen nog maar van konden dromen. Het spel loopt redelijk soepel, en dat is in dit genre natuurlijk erg belangrijk. De zijkanten van de baan zijn volledig interactief. Pionnetjes en borden kunnen omver worden gereden, bosjes vertragen de auto, en als je boompjes en stenen weet te ontwijken kan je soms een stukje afsnijden.

Besturing

~

Is het allemaal volledig rozengeur en maneschijn met CMR 2.0? Dat ook weer niet. De besturing is soms wat direct, en het duurt even voor je het onder controle hebt. Er zijn verder drie moeilijkheidsgraden, en die verschillen nogal. Graad één is namelijk veel te simpel. Stukje terug rijden, tijdje tegen een boom aan botsen, paar keer het bochtje uit knallen, en nog eerste worden. De tweede graad is echter meteen behoorlijk pittig, en dat is erg jammer. Omdat de speler namelijk flink moet oefenen met de besturing is graad twee daardoor misschien wat frustrerend. Als die besturing echter beheerst word, dan heb je met CMR 2.0 een klein groeibriljantje in handen.

Conclusie

De eerste games op de GBA bezorgden me een beetje gemengde gevoelens. De GBA leek soms meer op een goedkoop excuus om SNES games nog eens uit te brengen op portable formaat, en zo goedkoop te cashen. Met games als CMR 2.0 en het aankomende Driver 2 laat de GBA echter zien waar ze toe in staat is, en wordt zo eindelijk volwassen. CMR 2.0 is een prima race spel, zeker de moeite waard. Eindelijk laat men zien wat voor potentieel de GBA heeft.

Film / Films

Minoes

recensie: Minoes

Annie M. G. Schmidt is momenteel een zogenaamd unique selling point in de Nederlandse filmindustrie. Creatie na creatie vindt de weg naar het witte doek. Het begon met het ultrahippe Abeltje, daarna Minoes en de jongste uitspatting draait op dit moment in de bioscopen: de kolderieke kitsch van Ja Zuster, Nee Zuster.

~

Van de drie is Minoes verreweg de beste: de film heeft niet het geforceerd moderne van Abeltje, maar blijft ook weg van het campy gevoel van zuster Klivia. Minoes zou zomaar, op een regenachtige avond, echt in het kozijn van het zolderraam kunnen zitten, en dat is de kracht van de verfilming. Fantasie en realiteit liggen in de verhalen van Schmidt altijd dicht bij elkaar, en regisseur Vincent Bal heeft de balans perfect weten te bewaren.

Minoes is sinds kort te bewonderen op DVD. Nu is de film op zich al leuk genoeg voor regenachtige zondagen of bezoekjes van kleine neefjes en nichtjes, maar de extra’s maken het geheel compleet. Standaard zou een DVD er zo uit moeten zien, met minder hoeft de kijker echt geen genoegen meer te nemen.

Extra’s

In het extra’s-menu prijkt het volgende lijstje: achter de schermen, extra scenes, bloopers, een clip van Abel, filmposter en de orginele trailers. Het kijkje in de keuken is heel professioneel, maar ook met veel gevoel in elkaar gezet. Deze making-of straalt een gezellige sfeer uit: cast en crew kunnen goed met elkaar overweg en hoewel je natuurlijk nooit alles kunt laten zien, geeft deze documentaire een heel aardig beeld van de productie.

“Speel eens of je bang bent, Carice!”

~

Carice van Houten, die de titelrol vertolkt, is ook maar een mens, dat blijkt wel. Ze is bang als ze hoog in een boom moet zitten (en Theo Maassen plaagt haar vrolijk), bang voor afgekloven visjes en wanneer ze geïnterviewd wordt, kijkt ze wat slaperig uit de ogen. “Ik ben een beetje sloom, zegt ze, wanneer haar gevraagd wordt of ze ook wat op een kat lijkt. Niet dus, vindt ze, maar ze doet goed haar best. Instructies van een actrice uit de musical Cats bereiden haar voor op het echte werk.

En dan zijn daar nog de echte katten. Regisseur Vincent Bal steekt zijn frustraties niet onder stoelen of banken. Schelden doet hij niet, maar hij verzucht meerdere keren dat die katten buiten beeld precies doen wat hij wil, maar hetzelfde vertikken zodra er een camera loopt.
Verder is er kort aandacht voor de animatie van de poezenmondjes en tenslotte is er de vraag wat de cast zou doen als ze voor één dag zelf een kat waren. “Uh, kattenvoer proeven?” is het antwoord van Carice van Houten. Theo Maassen weet het meteen: “Kopjes geven bij mooie damesbenen.”

En kut!

~

De overige extra’s zijn wat standaard, maar sommige delen zijn heel aardig. De bloopers bijvoorbeeld. Er zitten geniaal grappige stukjes tussen waarvan het onbegrijpelijk is dat ze het niet tot de final cut gered hebben. Opvallend is wel de vele bloopers die uit versprekingen bestaan. Vincent Bal wilde waarschijnlijk de precieze tekst horen, maar Olga Zuiderhoek, Carice van Houten en Theo Maassen roepen nogal vaak ‘kut’ wanneer ze beginnen te stotteren. Zouden ouders van jonge kinderen zich hieraan storen?
Verder is er in de extra scenes een alternatief begin te vinden en wordt de DVD opgevuld met een vreselijke clip van Abel, de Brabantse groep die hun vreselijke liedje ‘Nooit meer bang’ vreselijk zoetsappig vertolken. Alleen de teksten zijn al tenenkrommend: “alles alles alles valt nu op z’n plek.”

Minoes is een perfecte film op een goed verzorgde DVD. Er is nauwelijks een reden te bedenken om dit schijfje niet aan te schaffen.

8WEEKLY

Nieuwe hobby? Slangenmens!

Artikel:

Gewoon maar sporten is zo saai. Zwemmen, hardlopen, fietsen, het gaat allemaal rechtdoor. Meer flexibiliteit zit er al in teamsporten. Bij voetbal mag je het hele veld over rennen en bij basketbal moet je je strekken om de bal in de basket de dunken. Maar toch, het blijft onbevredigend voor mensen die flexibiliteit als het hoogste goed beschouwen. Ballet dan? Nee, dat is voor mietjes. De echte sport is aan contortion.

~

To contort betekent ‘verwringen’ of ‘verdraaien’. Wie dat al te pijnlijk in de oren klinkt, mag tegen een contortionist ook gewoon ‘slangenmens’ zeggen.
Slangenmens zijn betekent niet dat je op verjaardagsfeestjes laat zien dat je, op je rug liggend, je knieën naar je oren kunt brengen. Als je een echt slangenmens bent, doe je dat staande, en niet voorover, maar achterover. Het is het bekendste trucje, de backbend, en er zijn verschillende niveau’s. Clifton Gerry bijvoorbeeld, te zien op de foto, was een van de beste. Helaas voor zijn bewonderaars stopte Clifton met zijn kunstjes toen hij naar de universiteit ging.

Hypermobiliteit

Slangenmens word je niet zomaar, en een backbend is voor normaal gebouwde mensen praktisch

~

onmogelijk. De medische term voor uitzonderlijke lenigheid is hypermobiliteit. Er zit veel ruimte tussen de botten. Zonder training kan dat leiden tot artritis, maar met de juiste oefeningen kun je slangenmens worden. Test jezelf: kun je je vingers heel ver naar achteren vouwen en sta je comfortabel in een bruggetje (handen en voeten dicht bij elkaar op de grond, buik omhoog), dan kun je je, met de juiste begeleiding ontwikkelen tot slangenmens. Doe wel voorzichtig en lees eerst de instructies!

Reclame

En als je dan slangenmens bent geworden, let er dan op dat je jezelf een beetje goed promoot. Lars Howe bijvoorbeeld, de Duitse meester van de Kunst der Kontorsionistik, heeft wat vreemde foto’s van zichzelf laten maken. Daniel Browning Smith ziet er al een stuk beter uit, maar zijn naam Rubberboy riekt naar de sixties.

~

Rubberboy liet zichzelf portretteren in alle letters van het alfabet. Rubberboy kan zich ook door een onbespannen tennisracket wringen. Wat zal zijn volgende uitdaging zijn?

Appels in de ogen

Laat je als slangenmeisje in een postcommunistische staat niet uitbuiten! De Oostblokse mannen achter Crystal Lizard Kids hebben het beste voor met hun meisjes, maar dit riekt toch wel naar wat al te veel vertedering: These young talents are able to touch any heart; they will make you smile kindly and peacefully. Their lovely faces, charming spontaneity, shining eyes, incredible flexibility will arise your kindest thoughts, emotions, fascination. They are real apples in our eyes!

Maar geen zorgen. Ook voor minder flexibele mensen onder ons zijn er gymnastische hobby’s die je kunt beoefenen zonder jezelf in de knoop te leggen. Wat dacht je van hersengymnastiek, of het trainen van je maag en darmen? Hoe je serieuze vingergymnastiek beoefent lees je in dit PDF-bestand. Wie tenslotte mooi wil blijven en de gezichtsspieren wil trainen, moet wel uit de luie stoel komen. Er is maar één wijze les uit dit alles te trekken: wie mooi wil zijn moet oefenen.

Muziek / Album

Een heerlijke zomerbries

recensie: Suede - A New Morning

.

~

In 1993 had de Engelse muziekpers een nieuwe hype gecreëerd. Het titelloze debuut van Suede werd reeds voordat het uitkwam door de critici bestempeld als het beste album van dat jaar. In Engeland sloeg het album in als een bom. Lang uitgesponnen nummers over sex, drugs en dood herinnerend aan Bowie en Gary Glitter vol dramatiek gezongen door de opvallende en androgyne voorman Brett Anderson. De theatrale glamrock-koers werd verder uitgewerkt op de pathetische en bombastische opvolger Dog Man Star, maar de aandacht voor de band was verslapt en de pers had zich gestort op bands als Blur, Oasis en Pulp. Coming Up, het derde album, liet een verrassend poppy en krachtige band horen. Suede was herboren, maar de wisselvallige opvolger Head Music, waar men experimenteerde met electronica en dance, deed het geloof in de band geen goed. Nu, bijna tien jaar na het debuut, ligt het vijfde album van Suede in de winkels.

Back to basic

Muzikaal gezien is A New Morning een zelfde soort album als Coming Up. Na wederom drank- en drugsproblemen en de wisseling van een bandlid komt Suede met een tweede ‘back-to-basic’-album waarop de band laat horen waar zij goed in is; het maken van prettig in het gehoor liggende glammy nummers. Onder leiding van producer Stephen Street zijn de experimenten van Head Music opzij geschoven en hebben zij plaats gemaakt voor puntige, pakkende songs. Het gebruik van strijkers, mondharmonica, orgel en een kleine mate van elektronica geven het album een gevarieerd karakter. Regelrechte rockers worden gemakkelijk afgewisseld met breekbare ballads en melodieuze gitaarpop, al is hier en daar een echo van het pathetisch verleden van de band te horen. Het gezwollen en georkestreerde Astro Girl zou niet misstaan op Dog Man Star. Suede is op dit album van vele muzikale markten thuis.

Gegroeid

~

Zanger en tekstschrijver Anderson heeft zijn rol als donkere, tragische prins van het Groots en Meeslepend Leven aan de wilgen gehangen en de teksten over glitter, glamour en de zelfkant van de samenleving zijn grotendeels verruild voor een scala aan (kleine) geneugten van het leven. Het openingsnummer Positivity laat daar geen twijfel over bestaan. Het nummer Lost in TV kent zelfs een lieflijke Beatle-esque samenzang. Gelukkig blijft er wel ruimte over voor kritische kanttekeningen over het hedendaags bestaan. Sleapy head /get out of bed/ big bad world is calling (Morning). Ook het stemgeluid van Anderson is gevarieerd en gegroeid. Drank en sigaretten hebben hun sporen nagelaten. Zijn zang blijft niet steken in zijn beruchte pathetische falset, maar waaiert uiteen van ingetogen, breekbaar en meeslepend naar fris, rauw en uitbundig. Zo verrast Beautiful Loser de luisteraar, want de rauwe, schorre zang van Brett neigt naar het geluid van rivaal Liam van Oasis.

Gewoon goed

Voor sommigen fans zal het een teleurstelling zijn dat Suede het Groots en Meeslepend Zwelgen heeft verruild voor een lieflijker en positiever blik op de wereld. Toch dienen de sceptici toe te geven dat het vijfde album van de band een zeer coherent en pakkend geheel is geworden met een gevarieerd scala aan goed gestructureerde nummers. Suede doet waar zij goed in is: frisse popsongs met een vleugje melancholie en pathetiek. Toegegeven: A New Morning is geen risicovol, gedurfd album, maar het laat wel een band in topvorm horen. A New Morning voelt niet aan als een aardschok, maar als een heerlijke zomerbries. Het wordt een heerlijke morgen.

Link:

Suede.net