Film / Films

Gangs of New York

recensie: Gangs of New York

In 1977 kreeg Martin Scorsese een idee voor een historisch epos, waarin een groep op Amerikaanse bodem geboren criminelen, de zogenaamde Natives, het opnemen tegen Ierse immigranten, die hun fortuin in Amerika willen vinden. Maar de productiemaatschappij was indertijd niet zo blij met Scorsese’s kindje, omdat het een duur project zou worden. Nadat het script 20 jaar in de ijskast had gelegen, werden de dialogen opgekrikt, de geweldscenes aangepast, en na tweeëneenhalf jaar was Gangs of New York een feit.

~

The Five Points

De Natives willen de immigrerende Ieren een lesje leren, en tegelijkertijd de controle krijgen over The Five Points, een wijk van chaos en criminaliteit in het New York van 1846. Deze vete wordt op het centrale punt van The Five Points beslist. Amsterdam Vallon (Leonardo DiCaprio) ziet hoe zijn vader (Liam Neeson), de leider van de Ierse bende de Dead Rabbits, wordt afgeslacht door William Cutting, aanvoerder van de Natives, bijgenaamd Bill “the Butcher” (Daniel Day Lewis).
Vijftien jaar later is Amsterdam volwassen en zint hij op wraak. Maar na zich anoniem bij de bende van Bill aangesloten te hebben, en steeds dichter bij Bill in de buurt komt tot Bill hem als zijn zoon begint te zien, begint hij te twijfelen aan zijn doel. Ondertussen wordt hij verliefd op de mooie Jenny (Cameron Diaz), zakkenrolster van beroep, en protégé van Bill. Al deze verwikkelingen spelen zich af in een tijd dat mannen opgeroepen worden voor dienst…waar niemand uit de Five Points ook maar iets van moet hebben.

Hollywood

~

Gangs is een echte Hollywood-productie, zoals we gewend zijn voorgeschoteld te krijgen: een paar bekende acteurs, een op wraak zinnende mooie jongen, ruwe en toch mooi gefilmde afslachtingen, een lineair en verantwoord opgebouwd verhaal, een verplicht liefdesnummer, de hele mikmak zit erin. Dit kan bij veel mensen van te voren al weerstand opwekken. Of niet, natuurlijk…voor degenen die zwijmelend in de bioscoopstoel zitten bij het zien van DiCaprio en Diaz.

Geweld

Scorsese, die we kennen als regisseur van Taxi Driver (1976), Raging Bull (1980) en GoodFellas (1990), heeft een voorliefde voor gewelddadige scenes. Geen gepolijste gevechten, zoals in The Matrix, waar Keanu Reeves nog niet eens een haartje op de verkeerde plek heeft zitten tijdens de hele film. Nee, Scorsese houdt van letterlijke gevechten, zoals we ze kennen uit Pulp Fiction en Fight Club. Deze voorliefde laat hij zien in Gangs. En de scenes zijn prachtig gefilmd. Jammer alleen, dat het dodental gewoonweg niet bij te houden is, en dat de hoeveelheid van de scenes niet veel toevoegt aan het verhaal. En of het neersteken van iemand nou echt je hele gezicht moet roodkleuren, daar heb ik zo mijn twijfels over.

Acteren

~

Naast de geweldig gefilmde vechtscenes, kunnen ook de acteurs rustig achterover leunen. Ze hebben hun best gedaan, en dat is te zien. Daniel Day Lewis wist wat hij deed, toen hij de rol van de psychopatische Bill “the Butcher” accepteerde. Al lijkt zijn acteerprestatie in het begin wat twijfelachtig, naarmate de film vordert, groeit Lewis in zijn rol, speelt hij de sterren van de hemel, en steekt hij met kop en schouders boven de rest uit.
Zoals we in Basketball Diaries (1995) hebben kunnen zien, kan Leo een aardige acteerprestatie neerzetten. DiCaprio laat zich ook hier van een goede kant zien, en bewijst dat hij zeker acteertalent heeft. De rol van Jenny zit Diaz als gegoten, lijkt het. Ze speelt haar rol als verleidster aan de ene kant en onschuldig meisje aan de andere kant als geen ander. Natuurlijk kan ik gaan zeuren over het feit dat zowel DiCaprio als Diaz moeite hebben om hun Ierse accenten vast te houden – DiCaprio’s voice over spreekt zelfs af en toe met een Southern accent -, maar een kniesoor die daarop let.

Stempel

Je zou Gangs kunnen omschrijven als een goede Hollywoodfilm, maar dat zou te weinig eer doen aan de inzet van Scorsese, die zijn stempel zeker gedrukt heeft op deze film. Al is de film vaak wat warrig, door de vele verhaallijnen die door elkaar lopen (vier stuks in totaal), de prestaties, die door zowel de acteurs als de crew zijn neergezet, zijn zeker de moeite van het kijken waard, al is het alleen maar om de heerlijk “echte” gevechtscenes en de redelijk verhitte seks-partij van DiCaprio en Diaz.

Muziek / Album

Kwijlende speakers

recensie: Soundsurfer - Allow Me

~

Sommige nieuwe bands komen nergens aan de bak, hoe goed ze hun best ook doen, andere bands worden totaal gehyped, terwijl hun muziek weinig tot niets voorstelt en bij weer andere bands blijkt dat kwaliteit altijd boven komt drijven. Hoewel het gemiddelde VPRO-adept het niet met mij eens zal zijn, is Spinvis van de middelste categorie een goed voorbeeld. Hoewel Spinvis live bijzonder enerverend schijnt te zijn, overtuigt het op plaat maar weinig. De laatste categorie is dan ook veel interessanter. En laat daar nou net de nu te recenseren band in vallen. Soundsurfer dus.

Goede demo

De demo van de band sloeg in verschillende media goed aan; bij de Fret schopte Soundsurfer het tot demo van de maand en het 3FM programma Buzz verkoos het plaatje zelfs tot demo van het jaar. Verder heeft Soundsurfer een Essent Award gewonnen en stond de band begin deze maand op het Noorderslagfestival in Groningen. Zeker geen slechte prestatie voor een band waarvan de debuutplaat nog maar een paar weken uit is.

Natte plekken

Het aardige aan Soundsurfer is dat de muziek volstrekt niet vernieuwend is. Alles wat de band doet is al eens gedaan. Beter zelfs dan zij het doen, maar ook slechter. En dat laatste is in dit geval het belangrijkst. Een goed voorbeeld van een liedje (eindelijk is er weer eens een plaat waarbij ik kan spreken over liedjes) dat sterk aan andere muziek doet herinneren is Put It Right. In alles doet dit denken aan een mooie, rustige Beach Boys-compositie. De samenzang zorgt voor natte plekken in je speakers, maar God! wat is het een heerlijk.

Boek en Beatle

~

Allow Me is met Put It Right en 12 vergelijkbare nummers een plaat die heerlijke wegluistert. Met een goed glas wijn en een lekker boek op de bank past Soundsurfer perfect tussen platen van bijvoorbeeld de Beatles, Beach Boys en Crosby Stills Nash & Young. En voor hen die niet van lezen houden, maar oude muziek wel op waarde weten te schatten, is Allow me een leuke plaat om de platencollectie weer eens overhoop te halen.

Excelsior?

Wat mij betreft is Soundsurfer met een succesvolle demo en een mooie plaat nu één van de meestbelovende nieuwe bands in Nederland. Allow Me klinkt alsof Soundsurfer rechtstreeks uit de Excelsior-stal komt, wat de band waarschijnlijk meer publiciteit zou opleveren dan momenteel het geval is. Daarom hoop ik dat Soundsurfer binnenkort een uitgebreide tour langs het Nederlandse clubcircuit gaat maken en daar de harten van Nederlandse publiek verovert. Het mijne hebben ze in ieder geval al te pakken.

Film / Films

Gevangenisclichés

recensie: Undisputed en Animal Factory

Gevangenisfilms blijven altijd maar gemaakt worden. Meestal pakt dat slecht uit, want de clichés die het gegeven van ruige mannen in isolatie met zich mee brengt, zijn nu eenmaal moeilijk te omzeilen. Doorgaans is het geweld, verraad, relletjes in de eetzaal, eenzame opsluiting, verkrachting, drugs en corrupte cipiers wat de klok slaat in dit dubieuze genre. In beide recente gevangenisfilms, die hier de bioscoop niet haalden en zojuist op video verschenen, vind je deze uitgeputte elementen dan ook terug, maar Walter Hill, de ongekroonde koning van ongeneneerd botte mannenfilms, brengt het er een stuk beter vanaf dan topacteur Steve Buscemi.

Undisputed

~

Undisputed biedt anderhalf uur prima, pretentieloos vermaak over twee boksende negers die elkaar te lijf gaan als ze in dezelfde gevangenis geplaatst worden. Het slaat natuurlijk nergens op, door de mafia gesponsorde bokswedstrijden binnen een zogenaamde maximum security gevangenis, maar dat mag de pret niet drukken.
Wesley Snipes, een videoacteur die af en toe een uitstekende rol speelt en soms een gigantisch Hollywood-succes heeft met films als Blade en het vervolg daarop, speelt de good guy: een bokser die opgesloten is omdat hij de vrijer van zijn echtgenote dood heeft gebeukt. Hij zit al tien jaar in de nor en is de undisputed kampioen van de bokswedstrijden die daar georganiseerd worden. Totdat Ving Rhames opduikt.

Ving Rhames speelt een nog ruigere kerel die wellicht ten onrechte voor een verkrachting achter slot en grendel is gezet. Rhames is een soort opgeblazen Mike Tyson, een bijzonder opgefokt figuur die naar hartelust relletjes veroorzaakt, vragen met klappen beantwoordt en Snipes natuurlijk meteen uitdaagt en een ram voor zijn hoofd verkoopt. Er wordt een duel tussen de twee georganiseerd door een bejaarde boksfanaat/maffioso, een vermakelijk vuilbekkende Peter Falk (inspecteur Columbo!).

~

Wie meer plot nodig heeft dan dit om te kunnen genieten van twee spierbundels die elkaar het leven zuur maken, en wie zich stoort aan onlogische verwikkelingen, kan deze film maar beter niet huren. Walter Hill produceerde vroeger veel betere films (Tresspass, The Warriors, Aliens), maar als er vandaag de dag een stevige bajesfilm gemaakt moet worden, dan kan dat maar beter door Hill gebeuren, want die weet wel hoe je een onderhoudende rechttoe-rechtaan spierballenfilm in elkaar draait.

Animal Factory

Steve Buscemi debuteerde als regisseur met de uitstekende komedie Trees Lounge. Zijn tweede film is een verfilming van het boek The Animal Factory van Edward Bunker, de ex-crimineel die Mr. Blue in Reservoir Dogs speelde. Buscemi´s regietalent wordt ditmaal nergens geëtaleerd in dit humorloze drama, niet in de manier waarop hij zijn verhaal vertelt, en al helemaal niet in de manier waarop de acteurs samen spelen.

~

Een met zijn kale schedel akelig ogende Willem Dafoe komt nog het beste uit de verf in een rol van harde maar meelijwekkende bajesveteraan die liefdesgevoelens koestert (“als het me om neuken ging, was dat al lang gebeurd”, sneert hij) voor nieuwkomer Edward Furlong. Hij acteert uitstekend, maar toch wekken zijn personage en het thema van de film, zijn relatie met Furlong, weinig sympathie, inlevingsvermogen of interesse op bij de kijker. Zodat het gehele verloop van het verhaal nogal aan de oppervlakte blijft en uiteindelijk nauwelijks indruk maakt.

Er gebeurt namelijk niet zoveel in deze film, behalve een brave uitvoering van genoemde gevangenisclichés: verkrachtingen of pogingen daartoe, een paar steekpartijen, onovertuigend bajes-slang (in welke tijd speelt de film eigenlijk?), eenzame opsluiting, manipulatie van personeel, vooringenomen rechters, enzovoorts. Kortom: niet slecht, maar we hebben het allemaal al eens eerder gezien.
De rolbezetting, naast de prima hoofdrollen van Dafoe en Furlong, is soms wel verrassend: een totaal onherkenbare Mickey Rourke duikt op als zachtmoedige drag queen, en Tom Arnold is even te zien als opgefokte verkrachter in spé. Buscemi heeft zichzelf een plichtmatig minirolletje toebedeeld. Het slot van de film is wel weer mooi, maar dan is het al te laat om de kijker bij het verhaal te betrekken. Zodat Buscemi niet meer aflevert dan een nauwelijks bovengemiddelde toevoeging aan een eindeloze reeks binnen een versleten genre.

8WEEKLY

F1 2002

Artikel: F1 2002

Jos Verstappen is weer terug in de Formule 1. Of het team dat hij hiervoor heeft uitgekozen nou direct een gelukkige keuze is, dat valt nog te bezien. Minardi rijdt eigenlijk al jaren mee in de achterste regionen van de koning der autosporten. De terugkeer van ‘ons Jos’ zal de Formule 1-koorts weer doen toenemen, dus wellicht dat er ook weer wat meer Formule 1-spelletjes over de toonbank vliegen.

~

De presentatie van F1 is zoals we dat van EA mogen verwachten. Leuk muziekje, strakke menu’s en degelijke opties. De speler kan een enkele race rijden, trainen, of mee doen aan het wereldkampioenschap. Voor je aan dit laatste begint moet je nog wel even een naam invoeren en een wagentje uitkiezen. Alle coureurs en wagens uit het 2002 seizoen zijn vertegenwoordigd.

Wereldkampioenschappen

Overmoedig als ik ben besloot ik meteen maar aan een wereldkampioenschap mee te doen. Om onbegrijpelijke redenen koos ik net als Jos voor een Minardi. Na het instellen van de moeilijkheidsgraad, en nog wat andere opties stond mijn wagentje dan aan de start voor een flitsende kwalificatie. Dat was in elk geval de bedoeling. Elke, maar dan ook elke bocht vloog ik er behoorlijk uit. Dat werd dus ver achteraan starten. Geen nood. Vanaf de start haalde ik meteen al een stuk of 7 wagens in, net als Jos bleek ik over een bliksemstart te beschikken.

Grindbak

~

Al denderend kwam de eerste bocht vervaarlijk snel in het zicht. Misschien moest ik dan toch maar eens overwegen om de remknop te gebruiken. Deze drukte ik kennelijk iets te enthousiast in, want het hele circus denderde me al weer vliegensvlug voorbij. Balend gaf ik weer een flinke peut gas, en dat had ik beter niet kunnen doen. Geheel in de stijl van ‘ons Jos’ eindigde ik in de grindbak.

Conclusie

F1 2002 ziet er op de GBA imponerend uit. Ik blijf het maar weer zeggen, die GBA is een fantastische handheld. Het spel stuurt in het begin wat lastig, maar als je dat eenmaal onder de knie hebt, dan F1 2002 het beste Formule 1-spel dat momenteel voor de GBA beschikbaar is. De enige kanttekening is dat het af en toe een beetje lastig inschatten is wanneer de bocht komt, en welke kant je opmoet. Hierdoor wordt het meer een reactie spelletje dan een racegame. Voor het volgende deel uit deze serie dus graag een wat hogere race-view graag.

Muziek / Concert

Eurosonic 2003

recensie: De donderdag

.

Johan

een van de beste Nederlandse bands en is een optreden van hen altijd goed en leuk. Zo ook dit maal, hoewel de band niet vol enthousiasme en overtuiging op het podium stond. Kon dus beter, maar was zeker de moeite waard. Het is trouwens wel te hopen dat Johan ons ditmaal minder lang op een nieuwe plaat laat wachten dan vorige keer, want Pergola kennen we zo onderhand ook al uit ons hoofd.

Griekse galmbak

Na Johan zou op de bovenverdieping van het Grand Theatre Neko Case & her boyfriends spelen, een aardig bandje dat we nog kennen uit het voorprogramma van Calexico. Er waren echter enkele problemen bij Neko of een vriendje, waardoor Schneider TM haar mocht vervangen. Tijdens de set van deze drie Duitsers leek de zaal omgetoverd in een laboratorium: de heren waren gekleed in witte stofjassen en stonden opgesteld achter tafels en kasten met apparatuur. De organische klanken deden het goed bij het publiek, helemaal toen één van de heren een soort Griekse gitaar tevoorschijn haalde en daar met behulp van flink veel effectpedalen en galmbakken een heerlijk sprookjesachtig geluid uit toverde. Zeker de moeite waard dus.

Duits geweld

Ondertussen speelde Caesar in de disco van het News Cafe. Op CD heeft Caesar me nooit echt kunnen boeien, maar live leek het me wel de moeite waard. Dat bleek echter een ernstige misrekening; de band kon zowel mij als de rest van de bomvolle disco niet beroeren, waardoor het gepraat de muziek overstemde. Dan maar weer door de kou naar Jazzcafé de Spiegel. Het programmaboekje vertelde mij over een Noord-Duitse sensatie die muzikaal gezien als een kruising tussen Muse, Pearl Jam en The Doors te omschrijven is. The Doors konden we tijdens dit optreden van Pinkostar eerlijk gezegd niet terug vinden, of het moet in het uiterlijk van de zanger hebben gelegen. Een sensatie is de band ook zeker niet, maar lekkere rock maken ze wel. Minpuntje is dat de Duitsers nog niet voldoende goede nummers hebben om een heel optreden te boeien, maar ze deden goed hun best.

An Pierlé

Terwijl Jan Auke bij Duits geweld zat, bekeek Melson zoetigheid uit België. An Pierlé, als gewoonlijk op haar skippybal, maakte met haar muziek in de lijn van Tori en Alanis weinig indruk, maar ze wond het publiek moeiteloos om haar vinger met haar ontwapenende accent in de praatjes tussen de nummers door. Wellicht is een iets intiemere zaal dan het Grand Theatre volgende keer aan te raden voor haar niet al te harde liedjes.

Moddervet

Vervolgens ging Melson door naar zijn hoogtepunt van de donderdagavond: Spoiler, hardrockers uit Utrecht. De band is in eigen land nog onbekend (en moest het daarom doen met een plekje in de Vindicat-kelder), maar schijnt in Engeland een stuk populairder te zijn. En terecht, want de moddervette seventies rock ging er bij de aanwezigen in als koek en afsluiter Electrifying (een geweldige cover van You’re The One That I Want uit Grease) zorgde voor het vlammende hoogtepunt. Spoiler verdient het om heel bekend te worden. Je kunt ze steunen in hun Pinkpop-campagne op spoiler.nl.

Mislukte Radiohead-kloon

Jan Auke ging na Pinkostar door naar Audiotransparant in De Troubadour. Deze Groningse band maakt dromerige pop in de traditie van Radiohead en Sigur Ros. Het publiek, dat de band merendeels kende, was bijzonder enthousiast, maar het leek ons meer een mislukte Radiohead-kloon, die niet veel verder komt dan de rustige en saaie kant van de Britten.

Videorecorders

Het uit Eindhoven afkomstige 35007 maakte met Liquid één van de beste (en meest genegeerde) Nederlandse platen van 2002. De epische instrumentale stukken kwamen goed tot zijn recht in de betonnen kelder van het Vindicatgebouw, maar de band wist de spanning niet tot het einde vol te houden. Daarvoor dreunden de riffs net iets te lang en te eentonig. Maar de sfeer was prima, mede dankzij de meegebrachte VJ die op een kratje zijn twee videorecorders bediende en voor de juiste visuele ondersteuning zorgde.

Geslaagd

De afsluiter van de donderdag was een groot succes: het Belgische Nostoc gaf in de disco van het News Cafe een geweldig optreden. Nostoc maakt een bijzondere kruising tussen Nick Cave aan de ene kant en zigeuner, klezmer en latinmuziek aan de andere. Het publiek danste vrolijk op de bijzondere klanken dat het gezelschap ten gehore bracht en de band zelf had er ook duidelijk plezier in. Nostoc is de enige band die we een toegift hebben zien geven: ze speelden minimaal een kwartier langer dan gepland. Zeker een geslaagde afsluiter.

Muziek / Concert

Eurosonic 2003

recensie: De vrijdag

.

~

Waar op donderdag het aantal zalen (en dus ook het aantal bands) beperkt was, en de keuze redelijk eenvoudig, bood de vrijdag een overvloed aan zalen, bands en mogelijkheden. We wilden onze avond beginnen met de Raveonettes in Vera, maar daar bleken opeens de te bekijken. Kijken naar zangeres Carol van Dijk is sowieso leuk, maar met een nieuwe plaat in aantocht mocht Bettie Serveert uiteraard niet missen in ons programma. Jammer genoeg hebben we het eerste stuk optreden gemist door de drukte, maar de nummers die we weel meekregen waren veelbelovend. Gitaren spelen binnen Bettie Serveert nog altijd een belangrijke rol, waardoor nummers al rockend heerlijk gerekt kunnen worden. Log 22, de nieuwe cd die in maart uitkomt, belooft een groot succes te worden, waarin Carols zang op uiterst succesvolle wijze gecombineerd wordt met heerlijke gitaarexplosies. Volgend jaar wil ik Bettie Serveert dan ook weer zien op Noorderslag.

Hongaarse underground

In de originele planning stonden na Bettie Serveert de Deense Superheroes op het programma, maar die waren dus naar voren geschoven, waardoor we even in een gat vielen. Dat gat wilden we opvullen met Slovo, het nieuwste project van ex-Faithless lid Dave Randall, maar gezien de lange rij voor het Grand Theatre hadden meerdere bezoekers dat plan opgevat. Doorgaan naar Vera bleek om dezelfde reden ook geen optie, dus belandden we uiteindelijk in de Muziekschool, waar het programmaboekje ons het beste van de Hongaarse rock-underground beloofde. Nyers dus, wat zoveel betekent als rauw, eerlijk, onbehouwen. Een ding werd al vrij snel duidelijk: Nyers mag wel underground blijven. De band heeft vrijwel geen enkel nummer gespeeld dat enigszins de moeite waard is. Alleen de twee achtergrondzangeressen en de violiste waren erg leuk. Met de meest belachelijke dansjes die nooit synchroon gingen wisten zij een vrolijke noot in het geheel te brengen. Wat mij betreft mag Nyers dus wel opgeheven worden, als de drie meisjes maar solo doorgaan.

Roots & grappen en grollen

Gelukkig was de volgende band wél de moeite waard. De Duitse Patrice bracht in het Grand Theatre met zijn band een geweldig optreden, dat door het gehele publiek enthousiast ontvangen werd. Lang geleden was Patrice een hiphopper, maar hij heeft zich ontwikkeld in de richting van de rootsmuziek. Met zijn gigantische band maakt hij tegenwoordig reggae-georiënteerde muziek. Patrice staat als echte leider van de band op het podium en maakt, naar het schijnt, van ieder optreden een feest. Op Eurosonic gaven de heren in ieder geval een bijzonder goede show. Zeker een naam om te onthouden als je van rootsmuziek houdt.

Mo’ Jones

Onze afsluiter van de vrijdag was het Nederlandse Mo’ Jones in cafe Koster. Muzikaal gezien brengt Mo’ goede nummers, maar de presentatie is sloeg vrijdagnacht niet goed aan. Het publiek wilde zijn muziek horen en liet de grappen en grollen een beetje langs zich heen gaan. Dat het optreden geen onverdeeld succes was bleek ook wel uit het feit dat de bezoekers ondanks de aanmoedigingen van de presentator niet hard genoeg klapten en joelden om de band terug te laten komen. Toch zou ik Mo’ Jones graag nog een keer zien, maar dan niet op een festival maar tijdens een optreden van hemzelf.

Risico tot overkill

Al met al brachten de twee Eurosonic dagen een ongekende hoeveelheid aan muziek naar Groningen waar wij slechts een beperkt gedeelte van konden zien. Voor een gedeelte kozen we voor zekere successen als Bettie Serveert en Johan, maar ook gokjes als Pinkostar en Audiotransparant ontliepen we niet. Noorderslag en Eurosonic uitbreiden tot een driedaags festival is een gok dat het risico tot overkill met zich meebrengt, wat aan het einde van de vrijdag ook al wel bleek bij Mo’ Jones. Voordeel is wel dat de donderdag een rustige dag in het bandjes-geweld was. Door het geringere aanbod en de kleinere hoeveelheid bezoekers was de keuze eenvoudiger te bepalen.
Dit jaar was een voorproefje op wat komende jaren met Eurosonic en Noorderslag gaat gebeuren; het is te hopen dat de organisatie haar hand niet overspeelt en van de donderdag eenzelfde dag als de vrijdag maakt.

8WEEKLY

Star Fox Adventures

Artikel: Star Fox Adventures

~

In den beginne had een dorpsgenootje net een Super Nintendo aangeschaft. Bij deze console zaten twee spelletjes: Star Fox en Super Mario World. Mario kende ik al, en als Sega-adept was ik dan ook niet vreselijk in hem geïnteresseerd. Star Fox heb ik wel een tijdje gespeeld, maar destijds wist ik het spel niet op waarde te schatten. Toen ik jaren later in een vlaag van nostalgie een SNES kocht voor Mario Kart kwam ik erachter dat Star Fox voor die tijd toch wel een imposante game was.

Vliegende vossen

In Star Fox was het vooral vliegen en blasten geblazen. In een voor die tijd unieke 3D-omgeving bestuurde je een ruimteschip door diverse vijandelijke werelden. Held Fox McCloud werd bijgestaan door enkele (kindvriendelijke) collega’s. Beetje, vliegen, beetje blasten, en de gemiddelde gamer was het mannetje (of vrouwtje). Daarom viel het me ook een beetje rauw op het dak toen ik hoorde dat Star Fox Adventures meer een soort Platform spel zou worden.

Dinowereld

Naast het vliegen blijkt Star Fox dit keer inderdaad vooral een platform adventure. In een door dino’s gedomineerde wereld gaat Fox op pad om de bewoners van de Dino planeet te beschermen. Fox wordt achtervolgd door een klein dinootje dat van tijd tot tijd Fox te hulp komt. Beetje graven, beetje door muren beuken, dat soort werk. Fox zelf heeft een soort staf waarmee hij wat kan schieten. Qua platformactie is Star Fox een vage eend in de bijt, het springen gebeurt namelijk min of meer automatisch, en dat is eigenlijk een verarming van de gameplay.

Te weinig vliegen

~

Het vlieggedeelte blijft in dit spel ver op de achtergrond, iets wat vele Star Fox-fans zullen betreuren. Soms begrijp ik de strategie van Nintendo niet helemaal. Na het geweldige Mario World kwam er op de SNES nooit een deel 2, maar wel allerlei andere spelletjes met Mario waarvan alleen het karten echt leuk was. Waarom met gameplay gaan rommelen als iets juist zeer wordt gewaardeerd? De vlieggedeelten in Star Fox Adventures zijn spaarzaam, maar wel dik in orde.

Conclusie

Star Fox ziet er prima uit, hoewel het spel bij al te heftige beelden wel eens begint te haperen. Al snel kwam ik er achter dat Star Fox niet echt een platformer is, maar meer een soort Zelda-kloon. Zeker geen slecht spel, maar gewoon niet direct wat ik van Star Fox had verwacht. Toch is het momenteel één van de betere titels die verkrijgbaar is op de Gamecube.

8WEEKLY

Pro Evolution Soccer 2

Artikel: Pro Evolution Soccer 2

~

Er is een groot mysterie gaande in voetbalspelletjesland. Dat raadsel betreft de onderlinge strijd tussen EA’s Fifa-reeks en Konami’s Pro Evolution Soccer (PES). Ook op de next generation consoles gaat die strijd vrolijk verder. Alle Nederlandse games magazines probeerden elkaar te overtreffen qua superlatieven als het over PES2 ging. En nu de grote schok: eigenlijk vindt ik er niet zoveel aan…

Fifa 2003 tegen PES2

Wat nu volgt is geen aanval op Promotime (uitgever van onder meer de bladen Playnation, GameQuest en PC Zone), maar meer een constatering. Altijd kreeg een Fifa-spel een redelijke hoge beoordeling, maar zodra er een PES-game ter sprake kwam was Fifa eigenlijk maar een matig spelletje en melkte EA de markt op laaghartige manier uit. PES was helemaal je van het, en die moest je dus kopen.
Toegegeven, die Fifa-reeks is niet de meest vernieuwende, maar het spel is makkelijk te leren, en je kunt daardoor snel zonder veel voetbal ervaring tegen meer gevorderde spelers spelen. Ik heb in elk geval jaren lol van Fifa 1999 en Fifa 2000 gehad.

Hype

~

Het werd helemaal dol toen in de persoonlijke top 3-tjes van redactieleden van Playnation Fifa af en toe als slechtste spel ooit opdook, terwijl Playnation het spel toch steeds prima had beoordeeld. Een beetje een rare gang van zaken. Bovendien valt het me ontzettend op dat niemand echt negatief durft te zijn over PES2, terwijl ik genoeg gamers ken die net als ik PES2 eigenlijk niet zo ontzettend bijzonder vinden. Het begint er op te lijken dat men PES2 behoorlijk loopt te hypen.

Vrije tijd

PES2 is een gewoon voetbal spel met alles erop en eraan. Het had hier en daar best een onsje meer mogen zijn, want de hele presentatie is nogal karig. Ook het voetbalgedeelte ziet er grafisch ontzettend armoedig uit, en laten we over het wedstrijdcommentaar al helemaal niet beginnen. Verder mist PES2 een belangrijk ingrediënt waardoor ze de strijd met Fifa 2003 dik verliest: het spel is tamelijk moeilijk. Nu speel ik sportspelletjes liever niet in mijn eentje. De hardcore gamer zal vast wel iemand vinden die net als hij PES2 in de vingers heeft zitten, maar voor beginners is er zo niks aan, ze moeten lijdzaam toezien dat ze keer op keer worden afgeslacht door hun tegenstander (die kennelijk te veel vrije tijd heeft).

Dit is voetbal

De concurrentie in voetballand werd vorig jaar uitgebreid met This Is Footbal (TIF). Het tweede deel in die reeks voldeed niet geheel aan de verwachtingen, maar was zeker een aardige middenmoter. Qua beeld en geluid is PES2 echt niet zoveel beter, en eerlijk gezegd had ik qua gameplay uiteindelijk meer lol met TIF2003. Beide game beschikken over een soort carrièremodus, en dat is het enige echte pluspunt ten opzichte van de Fifa-reeks. De Fifa-reeks heeft echter weer de beste licenties en echte spelers namen, terwijl PES2 en TIF2003 zich hier en daar moeten behelpen met vervormingen van spelersnamen. Dit is overigens met de in game editor te verhelpen, maar wel een hels karwei.

Conclusie

PES2 is een spel waaraan je veel tijd moet besteden om het te gaan waarderen. En het spel is na enige uren van frustratie en gepriegel best redelijk. Toch speel ik veel vaker met Fifa, omdat het spel simpelweg toegankelijker is voor newbies en veel veer een echt voetbalsfeertje weet op te roepen in de huiskamer. Voor de echte freaks misschien een goede keus, voor de casual gamer een absolute afrader. Die kunnen dus veel beter Fifa 2003 kopen.

Boeken / Fictie

Vederlichte zoektocht met inhoud

recensie: Jonathan Safran Foer - Alles is verlicht

Een boek dat zichzelf schrijft terwijl je het leest. Zo kun je de ingewikkelde vertelstructuur van Alles is verlicht misschien nog het beste omschrijven. Een man met dezelfde naam als de schrijver, Jonathan Safran Foer, gaat naar de Oekraïne om daar naar het verleden van zijn grootvader te zoeken. Met zijn gids Alex en diens grootvader gaat hij op pad. Ze vinden niets, maar toch wordt alles verlicht.

~

Pas na een stuk of dertig pagina’s wordt duidelijk hoe Alles is verlicht geschreven wordt. Jonathan Safran Foer schrijft de lang vervlogen geschiedenis van de Joodse nederzetting (‘sjtetl’) Trachimbrod in de Oekraïne. Zijn gids Alex schrijft hoofdstukken over de zoektocht van Safran Foer naar Trachimbrod. Tenslotte zijn er nog de brieven die Alex aan Jonathan schrijft, en die over het schrijven en de geschiedenis zelf gaan. Een wonderlijke structuur.

Joden

De Joden zijn in de Oekraïne niet netjes behandeld, vooral niet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De reis die Jonathan maakt om het dorp van zijn grootvader te vinden is dan ook bij voorbaat al gedoemd te mislukken: de sjtetl zal niet meer bestaan. ‘Toen de oorlog uitbrak, wilden veel joden naar de nazi’s vluchten om veilig te zijn voor de Oekraïners,’ zegt Jonathan tegen zijn gids. ‘Dit is niet waar.’ ‘Dit is wel degelijk waar.’ ‘Ik kan niet geloven wat jij zegt.’ ‘Zoek het maar op in de geschiedenisboeken.’ ‘Dit staat niet in de geschiedenisboeken.’ ‘Maar zo was het wel degelijk.’
De sjtetl Trachimbrod bestaat niet meer, maar misschien wonen in omliggende dorpen overlevenden van de holocaust. Jonathan, Alex, diens grootvader en de stinkende hond Sammy Davis Junior Junior stappen in een oud autootje en gaan op weg.

De manier waarop Alex over de reis vertelt is hilarisch. Zijn Engels is niet al te best: Ik had voortreffelijk geresulteerd in mijn tweede jaar van Engels aan de universiteit. Dit majesteitelijke feit dankte ik aan het feit ik een leermeester had met stront in zijn hersens. Zijn gebrekkige Engels levert grappige woordvondsten op als ‘miniatuurpraat‘, ‘wij gingen ons laten inslapen‘ en andere subtiliteiten. Dit is trouwens door de vertaler van het oorspronkelijk engelstalige boek, Peter Abelsen, bijzonder mooi en inventief gedaan.

De liefde liefhebben

Terwijl Alex vertelt over de reis naar de plaats waar Trachimbrod ooit stond, schetst Safran Foer wat er in het verleden allemaal in de sjtetl gebeurd is. Het begint met zijn betbetbetovergrootmoeder, Brod. Het mooiste meisje van het dorp, die trouwde met de Kolker, maar dacht dat ze hem niet liefhad. Ze had haar liefde lief, had het liefhebben van de liefde lief, zoals de liefde het liefhebben liefheeft, om zich te kunnen verzoenen met een wereld die net niet haar verhoopte wereld was.
De geschiedenis gaat verder met Jonathans grootvader, Safran. Een womanizer met een verlepte arm, die door iedereen in het dorp wordt bemind. Daar tussendoor horen we alles over het dagelijks leven in de sjtetl, over de scheuring van de synagoge in twee groepen (de Onderuitgezakten en de Rechtstaanden), over een echtgenoot met een zaagblad in de schedel en over Het boek der Antecedenten, de geschiedschrijving van Trachimbrod in duizendeneen anekdotes. Het geeft het verleden kleur en diepte, plus een lichtvoetige humor die opvallend goed bij de eigenlijke treurigheid van het verhaal past.

Vormeninhoudvallensamen

~

Want treurig is het. Niet alleen is de zoektocht van Jonathan en Alex al bij voorbaat mislukt, gaat het over sterven, doden en de holocaust, ook heeft de grootvader van Alex een ondraaglijk geheim. Het valt Alex niet licht om te schrijven over zijn grootvader:

Ik heb vele malen tot aan dit punt geschreven, en corrigeerde dan dingen waarvan ik wist dat jij om correctie zou vragen (…) maar telkens als ik vanaf hier wil doorzetten, gaat mijn hand zo beven dat ik de pen niet meer kan vasthouden. Doe het voor mij. Alsjeblieft. Vanaf hier is het van jou.

Alex zet door, maar niet zonder dwang, al zien we nergens brieven of commentaar van Jonathan. Vanaf het moment dat de onthullingen doorzetten en alles ‘verlicht’ moet worden, gaat het echter bergafwaarts met het boek. De stijl wordt haastiger, slordiger. De dialogen zijn niet makkelijk om te lezen, omdat alles achter elkaar gezet wordt zonder witregels. Daardoor raak je soms de draad kwijt. Wie zegt wat?
De getuigenis van de grootvader, helemaal aan het eind, is een ander voorbeeld van haast, maar dit keer met opzet, en om de inhoud van zijn relaas in een juiste vorm te gieten. Leestekens verdwijnen, zelfs de spaties moeteneraangeloven en het wordt zonder meer duidelijk dat de grootvader moeite heeft met het vertellen van zijn verhaal, maar de lezer heeft evenredig veel moeite met het lezen van die pagina’s. Het is goed om de vorm van tekst samen te laten hangen met de inhoud, maar hier maakt de vorm de inhoud minder toegankelijk.

Schrijven

Het is een voorbeeld van hoezeer het schrijven de inhoud van de roman beïnvloedt. Keer op keer lezen we in de brieven van Alex hoe Jonathan hem vraagt dingen te veranderen of te corrigeren. Ik weet dat je me gevraagd hebt de fouten niet te veranderen omdat ze humoristisch klinken, en dat humoristisch volgens jou de enige ware manier is om een treurig verhaal te vertellen, maar ik denk toch dat ik ze ga veranderen.
Alex op zijn beurt vraagt Jonathan om aanpassingen in de verhalen over het verleden van Trachimbrod. Als ik een voorstel mag uiten: sta alsjeblieft toe dat Brod gelukkig wordt. Alsjeblieft. Is dit zo’n onmogelijk ding? Misschien kan zij nog steeds bestaan, en dan bij jouw grootvader Safran zijn.
Opmerkingen als deze zetten hele ideeën over romanstructuren, vertellersperspectieven en vooral over geschiedschrijving op de helling. Want is dit een waargebeurd verhaal, een reisverslag? Hoeveel mag je fantaseren als je een geschiedenis schrijft? Hoeveel waarde mag je hechten aan herinneringen, die verkleuren in de tijd en gedachten van de eigenaar? Vragen waar Alles is verlicht je dwingt over na te denken. Want na de laatste bladzijde is alles wel verlicht, maar niet opgehelderd.

Jonathan, of Alex, of Jonathan Safran Foer schrijft met Alles is verlicht een bijzonder complexe roman, die desondanks bij vlagen vederlicht is. De passages over liefde en treurnis in Trachimbrod zijn van een poëtische schoonheid. Wanneer Alex vertelt over de reis en zijn grootvader moet je aanvankelijk hard lachen, maar allengs verstomt het lachje. Humor is de enige manier om een treurig verhaal te vertellen, vindt Jonathan. Hij heeft gelijk.

Boeken / Strip

Perfecte drie-eenheid

recensie: 3

De zichzelf opdringende titel 3 vat dit twaalfde album in de Incognito-reeks conceptueel grotendeels en perfect samen: het zijn 3 verhalen van 3 auteurs, Evenhuis neemt evenwel alledrie de scenario’s voor zijn rekening, met enige reserve kan men stellen dat het voor alledrie de eerste échte strip is, het zijn 3 autodidacten (!!), en… laat ik daar van mijnentwege aan toevoegen dat het 3 veelbelovende talenten blijken.

~

De ‘bekendste’ van deze twee jongens en een meisje is Chris Evenhuis met een sciencefiction-boek, een stripverhaal in Seasons #2, naar men fluistert een lopend project voor uitgeverij Arboris, en ‘de grootste virtuele (?) bron van informatie over de oorspronkelijk nederlandstalige strip‘, zoals wij dat zelf graag zeggen. De Jong en Weijers tekenen al van in hun jongste jaren en vervaardigen zich sindsdien in illustratiewerk allerhande. Iets hier vermeldenswaardig hadden ze tot nu toe nog niet gepubliceerd.

Robot en junglewezen

~

Evenhuis schrijft drie totaal verschillende verhalen, tenzij het begrip ‘onmenselijk’ in verschillende betekenissen misschien de bindende factor vormt. Voor De Jong levert hij een op het eerste gezicht mysterieus, vreemd aandoend scenario af over een cyborg, meer bepaald een kruising tussen een robot en een junglewezen, die duidelijk op zoek is naar iemand, die hem na aan het hart ligt maar iets zeer kostbaars van hem gestolen heeft. Al snel blijkt deze dynamisch getekende sf-actiestrip ook leesbaar op een tweede, diepzinniger niveau. Op dat tweede niveau hanteren Evenhuis en kompaan echter te eenvoudige en eenduidige archetypen van goed, kwaad, liefde, wraak, enzovoort. Die alleenstaande kritiek daargelaten blijft het een leuk, grafisch sterk actieverhaal.

Weijers, de vrouw in het gezelschap, heeft een voorkeur voor monstertjes, trollen, elfen en wat dies meer zij. Evenhuis heeft daar rekening mee gehouden in deze queeste-met-lugubere-afloop van een kobold naar voedsel. Die voert hem langs een fee, die hem om een mij vooralsnog onduidelijke reden geld geeft, een heks, en een alien-achtig wezen. Zijn zoektocht brengt hem uiteindelijk niet bij eten maar bij een partner. Of toch bij eten?

Sprookje

Weijers mistige en stroperige stijl, enkel onderbroken door de gepolijste alien, doet heel sterk denken aan oude fantasy en volwassen sprookjes zoals Layna van de Waalse Belgen Hausmann en Dubois. Ze heeft daarmee de perfecte stijl voor wat ze wil uitbeelden. Dit tweede verhaal geeft ook blijk van de sarcastische en zelfs cynische humor die heel wat albums van de Incognito-serie zo eigen is.

~

Het derde verhaal, dat Evenhuis ook zelf in beeld bracht, lijkt wel recht uit het verzameld werk van de Amerikaanse horror-auteur H.P. Lovecraft te komen. Wat begint als een wellevende brief aan een vriend van het hoofdpersonage, eindigt met de ‘vrucht’ van een necrofiele daad van liefde. Horror in een gepolijste verpakking, het is een motto dat voor beide auteurs kan opgaan. Evenhuis’ romantische tekenstijl spreekt mij persoonlijk het minste aan, wat absoluut niet wil zeggen dat hij minder getalenteerd zou zijn dan de twee anderen.

Top vijf

Tot slot vat 3 nog een prominent element van alle albums uit het Incognito-fonds: 3 illustraties dat je als auteur wel degelijk je punt kan maken op een beperkt aantal pagina’s (hier telkens acht). Door hun beperkte omvang zijn dit geen strips die een top vijf van het afgelopen jaar zullen halen, maar door hun kwaliteit zijn het wel strips van auteurs die allen de potentie hebben om ooit in die top vijf te staan.

3 is ook te bestellen door € 5,21 (incl. portokosten) over te maken op rekeningnummer 6193908, t.n.v. R. Schouten te Zaandam. Dit onder vermelding van ‘Incognito deel 12’.