Muziek / Concert

Allemaal klassiekers

recensie: Bettie Serveert live

Eigenlijk is Palomine de enige CD van Bettie Serveert die ik goed ken, alhoewel “goed kennen” nog zwak is uitgedrukt voor deze plaat: ik ben er in de loop der jaren praktisch mee vergroeid. Ik ken elke noot, elk woord, elke zucht van zangeres Carol van Dijk, en toch weet Palomine me bij iedere draaibeurt weer te raken: een kenmerk van Grote Kunst. Opvolgers Lamprey, Dust Bunnies, Private Suit en, meest recent, Log 22 hebben hun momenten, maar ze bevatten geen van allen de magie van het debuut uit ’92.

~

Dacht ik. Want na afgelopen woensdagavond moet ik blijkbaar mijn Bettie-collectie weer eens uit de kast trekken, want de band deed mij op het Verapodium de oren openen: wat klonken ze goed, fris en vooral lekker! De weinig opvallende liedjes van CD’s twee tot en met vijf kregen live een heel ander gezicht, sprankelend en heel erg levendig. Was de band in het eerste deel van de show al heel erg goed, tijdens de toegift werd het echt emotioneel met een prachtige lange uitvoering van het rustige Captain of Maybe en tot slot een briljante versie van Palomine-opener Leg.

De tophit Tom Boy werd, in combinatie met een nummer dat ik niet kende, uitgesponnen tot zeker tien minuten en Kid’s Allright rockt live nog harder dan op de plaat. Maar voor één meisje was het nog niet genoeg. “Meer klassiekers!” riep ze vanuit de zaal. “Ach lieverd,” antwoordde bassist Herman Bunskoeke droog, “het zijn allemaal klassiekers.”

Film / Films

Ja zuster, nee zuster

recensie: Ja zuster, nee zuster

Zoals dat zo vaak gebeurt met zaken uit het verleden, heeft ook de tv-serie Ja zuster, nee zuster inmiddels de status “legendarisch” gekregen. Waarom precies blijft, ook na het bekijken van deze DVD, onduidelijk. Gelukkig is de remake een stuk leuker.

~

Loes Luca speelt in deze nieuwe versie de rol van zuster Klivia van het gelijknamige rusthuis. Ze wordt samen met haar patiënten al in de eerste scène van de film door hun nare buurman Boordevol (Paul R. Kooij) voor de rechter gedaagd omdat het rusthuis volgens hem allesbehalve rustig is. Vooral de Ingenieur (Beppe Costa), een uitvinder van onduidelijke komaf, moet het ontgelden vanwege de regelmatig mislukkende proefjes die hij in de kelder van het rusthuis uitvoert. Als medebewoonster Jet (Tjitske Reidinga) dan ook nog verliefd wordt op de charmante inbreker Gerrit (Waldemar Torenstra) zijn de rapen gaar.

Zenuwen

Pieter Kramers campy update hangt tussen parodie en hommage in, en is daarmee een voortzetting van zijn werk met Arjan Ederveen, waaronder Theo en Thea en 30 Minuten. De film zelf heeft weinig om het lijf, maar het is duidelijk te zien hoeveel plezier iedereen heeft gehad bij het maken ervan. Dit is ook goed te zien aan de aankleding: tijdschriften, blikjes en sigaretten zorgen voor een prettige jaren 50-sfeer. Loes Luca en Paul de Leeuw (in zijn rol van de wel erg vrouwelijke kapper Wouter) zijn de overduidelijke sterren van de film: ze hebben de beste teksten en overacteren er op los. De rol van Buurman Boordevol had beter wat ingeperkt kunnen worden, want zijn stem gaat al na de eerste scènes op de zenuwen werken.

Belletje

~

Natuurlijk moet de film het voor een groot deel hebben van de (eveneens “klassieke”) liedjes van Harry Bannink en Annie MG Schmidt. Ik kende ze geen van allen, al ging bij Mijn opa wel ergens vaag een belletje rinkelen, en na drie keer kijken weet ik dat ik geen groot fan zal worden van de tuttige liedjes. Het helpt ook niet dat vijftien originele songs uit de serie op de DVD zijn toegevoegd als extra’s. De zwart-wit beelden zijn soms van abominabele kwaliteit en zo te zien lagen de eisen voor zang en dans in de late jaren 60 een stuk lager dan tegenwoordig: de mondbewegingen komen zelden overeen met de geluidsband. Voor de fans een ongetwijfeld onmisbare aanvulling op de film, zeker omdat het overgrote deel van de originele opnamen verloren zijn gegaan.

Karaoke

De rest van de DVD is ruim gevuld met onder meer verwijderde scènes, bloopers, trailers, foto’s, een reclamespotje voor het Rode Kruis en een Making Of, die voor co-producent Avro gemaakt is en bedoeld is voor de mensen die de film nog niet hebben gezien. Het grote deel dat opgaat aan het vertellen van het verhaal had, zeker voor deze DVD, beter besteed kunnen worden aan meer beelden van achter de schermen, want die zijn interessant en vaak erg grappig. Ook jammer is het feit dat regisseur Pieter Kramer vrijwel niet in beeld komt. Ik had een interview of commentaartrack met hem erg interessant gevonden voor de technische kanten van de film. Een hele leuke optie, die ik nog nooit eerder op een DVD ben tegengekomen, is ten slotte de karaoke-ondertiteling, waarmee je tijdens de film mee kunt zingen met de vele liedjes.

Ja zuster, nee zuster is een aanstekelijke film die met veel humor en liefde voor het bronmateriaal is gemaakt. De DVD is door de inhoud en de bijgeleverde extra’s vooral voor fans van de serie en/of de film onmisbaar.

Film / Films

The Salton Sea

recensie: The Salton Sea

Het kan gebeuren dat je een film ziet waarvan je het bestaan niet kende, zo’n film die je zonder enkele verwachting bekijkt. Zo’n film waarvan je na tien minuten al denkt: waarom kent niemand dit? Zo’n film is The Salton Sea. Bij mijn weten nooit in de Nederlandse bioscopen te zien geweest, of in ieder geval heel snel verdwenen. En dat is doodzonde.

~

Val Kilmer speelt Tom van Allen, of is het nu Danny Parker? Na een intrigerende opening, waarin we Val/Tom/Danny in slow motion trompet zien spelen in een brandende kamer, worden we ingeleid in zijn verrotte leven: hij is een junkie die weinig meer doet dan dagen en nachten lang doortrekken met een stel vrienden en een grote voorraad methedrine. Maar na een poosje wordt duidelijk dat Danny (laten we hem maar zo noemen) geen gewone junk is: we zien hem een dealer aan de politie verlinken, die hem op hun beurt weer waarschuwen dat hij maar beter kan vertrekken omdat een van zijn vijanden op vrije voeten is en wraak wil.

Klassiek

~

Danny heeft geld nodig en probeert een laatste deal te maken met de schurk Pooh Bear. Was de film tot nu toe al prima te verteren, vanaf dit punt trekt de kwaliteit richting briljant. Pooh Bear (gespeeld door een onherkenbare Vincent D’Onofrio) wordt geïntroduceerd in een bizarre scène waarin hij en een stel vrienden de moord op president Kennedy naspelen met behulp van twee duiven en een radiografisch bestuurbare auto. Pooh Bear komt aan zijn bijnaam vanwege zijn neus – die heeft hij namelijk niet meer dankzij overmatig gebruik van verdovende middelen. D’Onofrio speelt Pooh Bear zo goed dat deze meteen kan worden opgenomen in de reeks klassieke filmmisdadigers waar ook Pacino’s Scarface en DeNiro’s Al Capone toe behoren.

Methode

Er zitten zo veel goede scènes en bijzondere situaties in The Salton Sea en de film is zo goed gestructureerd dat ik verbaasd was toen ik merkte dat de film gebaseerd was op een origineel scenario en niet op een roman. Het is opmerkelijk hoe subtiel en onnadrukkelijk Kilmers personage verandert van junk naar informant naar iets heel anders en dat is voor een groot deel te danken aan het geweldige script van Tony Gayton en de regie van D.J. Caruso. Deze zegt in de summiere extra’s op de dvd dat hij op zoek was naar een methode die de strakke voorbereiding van Alfred Hitchcock combineerde met de losse, op improvisatie gebaseerde werkwijze van John Cassavettes. En blijkbaar is hem dat gelukt: de acteerprestaties van de hele cast zijn indrukwekkend en de jonge regisseur krijgt van zijn acteurs alle lof voor zijn ongewone manier van werken.

Meth Anonymous

In de twee korte documentaires die de dvd bevat, wordt naast het acteerwerk ook nog ingegaan op de production design en de research die schrijver en regisseur voor de film deden in rehabilitatieklinieken en Meth Anonymous(!)-bijeenkomsten. Het is jammer dat de schijf niet meer achtergrondinformatie bevat, maar gelukkig zijn de film en bijgeleverde extra’s indrukwekkend genoeg. The Salton Sea is een pareltje dat het verdient om ontdekt te worden.

Boeken / Strip

De Zichtbare Man

recensie: De Zichtbare Man

Zo rond midden jaren zeventig van de vorige eeuw stond Vlaanderen onder een goed absurd gesternte: een hele generatie tekenaars met een uitzonderlijke aanleg voor geschifte, totaal uit de haak getrokken humor zag toen het levenslicht. Lectrr, Kim Duchateau, Seb… evenzovele namen die je in de auteursdatabase van StripSter of elders op het internet kan terugvinden. Velen onder hen waren een product van het Sint-Lucas-Instituut in Brussel. Ook Pieter de Poortere is geboren in 1976, heeft school gelopen op St.-Lucas en woont in Gent… de thuishaven van Lectrr! Zeg niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.

~

De allusieve titel geeft al meer dan een hint van wat je kan verwachten. De onzichtbare man is bijzonder door een bijzondere eigenschap, maar de zichtbare man? Juist, het typevoorbeeld van een nobody, die zijn situatie wel probeert te veranderen, maar daar, zelfbewust en trouw aan zijn ‘kaste’, nóóit in slaagt. Het titelfiguur krijgt gezelschap van enkele andere karikaturen zoals Oerman Jan, Trut maar vooral Superboer, een parodie op De Poorteres eigen Boerke (de loser-landbouwer die zelfs zonder tekst zijn lezers wist te vertederen); Superboer, die, zijn naam waardig, eigenlijk de meeste aandacht voor zich opeist.

Wakker worden als veevoeder

~

Het woord ‘knotsgek’ is al vaak gevallen, maar ook nu weer overvalt deze antihelden de ene knotsgekke situatie na de andere. Overvallen, want denk maar niet dat deze stripfiguren – nooit zag je zo’n explicitering van de metafoor! – er ook maar één plaatje in slagen hun eigen leven in handen te nemen. Superboer wordt wakker als een potje veevoeder, Oerman Jan ziet zijn psychopathische aspiraties gefnuikt door de technologische ontwikkeling van zijn tijdperk, Trut verzeilt door en met haar redder in een pedofiel huwelijk en de Zichtbare Man komt in aanvaring met de on-zichtbare camera. Slechts een staal uit deze kaart van absurde gags.

Hormonenkoffertje

En dan is er nog het ingesloten Spelleke van Hormonen, een door De Poortere en compagnie waarschijnlijk ’s avonds laat in een bedompte kroeg samengesteld volledig gezelschapsspel, met een hormonenkoffertje, Karel Van Noppen- en Carl De Schutter-kaartjes en -vakjes, het soort volksvertier waar de maatschappelijk verantwoordelijke Vlaming wellicht weer scrupules over zal hebben, maar waar de breeddenkende stripofiel alleen maar euforisch over kan zijn.

Na Boerke, die de Stripschappenning kreeg voor beste oorspronkelijk Nederlandstalige album en in binnen- en buitenland door de strippers geprezen werd (hij verscheen elders onder de titel Dickie), bewijst Pieter De Poortere dat hij ook mét tekst grappig blijft.

Zie ook:

Pieter de Poortere – Boerke

Muziek / Achtergrond
special: Interview met Soundsurfer

Soundsurfer kun je niet kneden

~

Soundsurfer bracht begin dit jaar het debuut Allow Me uit en speelde in januari al op het prestigieuze Noorderslag. Verder is K’s Choice groot fan van de band en vinden de bandleden zichzelf te goed voor Idols: “En als iemand nu denkt ‘wat een stelletje arrogante eikels!’, dan snapt diegene er helemaal niets van! Je kunt een echte band niet kneden. Soundsurfer kun je niet kneden.”
Tijd voor een interview met deze nieuwe Nederlandse band.

Laat ik beginnen jullie te feliciteren met Allow Me. Een mooie plaat; ziet er goed uit en klinkt lekker. Wat is het gevoel dat jullie nu bij Allow Me hebben? Zijn jullie er tevreden over en kun je er zelf nog naar luisteren?

“Dank je. Wijzelf zijn over Allow Me zeer tevreden. We hebben de plaat grotendeels zelf geproduceerd en dat was, omdat we natuurlijk nog nooit een album hadden opgenomen, laat staan geproduceerd, best wel een gok. In de zin van dat het altijd maar afwachten was of we overal wel echt gingen bereiken wat we wilden met de nummers, qua sound en sfeer. Wat dat betreft mogen we ook heel blij zijn over het feit dat we met Werner Pensaert (technicus en co-producer) hebben gewerkt. Mede door zijn ervaring en kennis klinkt alles gewoon precies zoals we het graag wilden hebben.

~

Mooie, eerlijke geluiden hoor je: we wilden een drumstel bijvoorbeeld echt laten klinken alsof je zelf in de ruimte zit waar gedrumd wordt, dus geen vervelende onechte ‘geëngineerde’ geluiden. Zo ook bij de gitaren (je hoort dit bijvoorbeeld heel duidelijk bij See You Sunday), daar zijn we erg goed in geslaagd. En de nummers zijn gaaf geworden, we kunnen er nu zelf ook nog steeds naar luisteren alsof het gewoon een plaat is van een andere groep die je in de platenzaak hebt gekocht. Vaak wordt je er een beetje moe van om telkens je eigen muziek te horen maar dat is met Allow Me niet het geval. Fijn gevoel.”

Hoe is het opnameproces gegaan?

“We hebben om de plaat op te nemen uiteindelijk twaalf dagen met Werner in de Jet studio in Brussel gezeten, daarna hebben we nog tien dagen zang opgenomen in een klein studiootje in Tilburg (Velvet Overlook). Hier hadden we voor de opnameperiode ook al twee maanden doorgebracht om al het repertoire uit te werken en compleet uit te arrangeren, ook productioneel. Dus: ‘hoe willen we dit opnemen, met wat voor microfoons, wat voor drumsound zoeken we bij dit nummer’, enz… Uit alle liedjes die we uitgewerkt hadden, zo’n twintig, hebben we uiteindelijk twaalf nummers uitgekozen om echt op te gaan nemen en op de plaat te zetten. Het was overigens niet zo dat de overgebleven nummers niet goed genoeg waren, maar de selectie moest een samenhangend geheel worden, en deze twaalf pasten het beste met elkaar op de plaat. De andere nummers blijven natuurlijk bestaan, we spelen live dan ook veel nummers die je niet op de plaat hoort. Wellicht komen deze nummers op een eventuele volgende Soundsurfer CD. We zijn in ieder geval nog lang niet van plan er mee op te houden!”

~

Jullie stonden dit jaar al op Noorderslag, terwijl de CD nog maar net uit was. Hoe kom je daar terecht?

“We hebben een Essent Award gewonnen, en dat houdt -kort gezegd- in dat je door een groepje mensen die het een en ander te betekenen hebben in de muziekwereld (waaronder Jan-Douwe Kroeske) flauw gezegd ‘ontdekt bent’ en erkenning krijgt in de vorm van extra media aandacht en dergelijke. Voor ons hield dat tot nu toe in: het opnemen van een 2 Metersessie, een aantal tv-interviews en een plaatsje op Noorderslag. Dat was echt vet! De sfeer was erg goed was en ons optreden een succes. Noorderslag is tot nu toe volgens ons wel een van onze beste optredens geweest. Later op die avond hebben we ook nog een akoestische sessie gedaan voor de VPRO (ook op Noorderslag), dat was heerlijk rustig en gezellig: de hele zaal stroomde vol en veel mensen gingen lekker op de grond zitten kijken naar ons.”

Hoe verkoopt de cd? In de grote media ben ik jullie maar weinig tegengekomen, maar afgaande op het guestbook op de website hebben jullie wel een enthousiaste schare fans.

“Eigenlijk hebben wij zelf geen flauw idee hoeveel cd’s er verkocht worden, daar houden we ons ook helemaal niet zo mee bezig. Waar we ons wel echt mee bezig houden is proberen binnen te komen bij radio en televisie: tot nu toe zijn we nog niet echt goed genoeg opgepikt door bijvoorbeeld 3FM of MTV, het is vreselijk moeilijk om op te boksen tegen alle Eminem’s en Britneys enzo. En airplay is zo belangrijk! Als je gedraaid wordt gaat die plaat ook verkopen, daar gaat het om. Helaas is die business zo ongrijpbaar dat het allemaal maar afwachten is. Toch hebben we wel het idee dat er nog hele leuke dingen gaan gebeuren. Altijd positief blijven! En zo niet, what the fuck!, hebben we altijd nog wel een prachtige plaat gemaakt die we later met volle trots aan onze kleinkinderen kunnen laten horen! Haha!
Overigens worden er in de muziekpers (o.a. Oor, Fret en Aloha) zeer positieve recensies over het album geschreven, dat zit in ieder geval goed. En jazeker, dat guestbook is een gezellige bedoening! Wanneer we opgetreden hebben zorgen we er altijd voor dat mensen van onze website gehoord hebben, zodat ze kunnen reageren. Over het optreden gaat het vaak, maar ook als ze onze cd gekocht hebben en effe willen zeggen dat ze ‘m cool vinden. Het is fijn dat er zo veel leuke reacties komen, we antwoorden ook altijd zo snel mogelijk, gezellig!”

~

Jullie zijn allemaal nog erg jong, en nu ligt dit debuut er al. Wat zijn jullie muzikale plannen? Op deze weg doorgaan, of wordt een volgende plaat weer heel anders?

“Zo jong zijn we niet, hoor. Tenminste, het is maar hoe je het bekijkt. Als je ons vergelijkt met bands die al vet doorgebroken zijn, als Muse of Korn, of toendertijd Nirvana, of nog eerder Jimi Hendrix of The Police: die gasten waren allemaal eigenlijk ook nog vette broekies toen ze hun bands bekend werden. Wij zijn gemiddeld net zo oud, schatten we, en van een vette doorbraak is bij ons natuurlijk nog niet eens echt sprake. Wij zijn nu gemiddeld zo’n 23 jaar. Hoogtijdagen voor menig rock ’n roll ster, dachten we zo. En wij moeten nog beginnen, dus…
De volgende plaat van Soundsurfer gaat waarschijnlijk wel zo’n beetje hetzelfde pad bewandelen als de eerste cd. Het blijft natuurlijk Soundsurfer, wij zijn niet zo’n band die ineens (vaak uit commercieel oogpunt) een hele andere weg inslaat. Maar aan de andere kant zal er ongetwijfeld sprake zijn van een bepaalde ontwikkeling in de band en haar muziek, waardoor het geheel toch wat anders kan gaan klinken. De band groeit en blijft groeien. Dit is, denken wij, natuurlijk ook wel een beetje de bedoeling als je jezelf als een vooruit- (en tegelijkertijd achteruit!) strevende popband beschouwt.
Zoals het er nu uitziet komen er (als er ooit nog een tweede album van Soundsurfer uitkomt, waar hebben we het eigenlijk over, zeg?!) wat meer rock ’n roll- en cowboy- achtige songs op de tweede plaat, in een modern jasje, dat lijkt ons wel wat. Ook wordt het waarschijnlijk wat rauwer, meer grof taalgebruik enzo, zo’n “parental advisory” sticker erop, haha!”

In jullie hoesje bedanken jullie Sarah en Gert Bettens. Op welke manier hebben zij meegewerkt aan de plaat?

“De drummer van K’s Choice is een groot Soundsurferfan, zo hebben wij ook de rest van de band leren kennen. Zij hebben ons een paar prachtige versterkers te leen gegeven voor de opnamen van de plaat en daar waren we natuurlijk heel blij mee, daarom staan ze in de thank you list. En verder omdat het hele lieve mensen zijn die ons al hun bier op laten drinken en hun kleedkamer laten annexeren!”

Erik Neimeijer en Henk Jan Bökkens hebben de meeste teksten en muziek geschreven. Zijn zij ook duidelijk de leiders van de band, of is Soundsurfer een democratisch geheel?

“Dat Hendrik Jan Bökkers en Erik Neimeijer het grootste deel van de teksten schrijven komt omdat ze daar beter in zijn dat Bauke en Arn. Zo simpel is het eigenlijk. Alles gaat hartstikke democratisch in en om Soundsurfer, als iemand iets tekstueel of muzikaal niet ziet zitten wordt het meteen geschrapt. Het uitgangspunt van deze plaat waren de liedjes van Hendrik Jan maar iedereen in Soundsurfer schrijft nummers en waarschijnlijk valt daar op een volgende plaat ook meer van terug te horen.”

Zouden jullie de finale van Idols gehaald hebben?

~

“Natuurlijk niet! Daar zijn we veel te goed voor! Tsja, geinig maar we menen het eigenlijk wel. En als iemand nu denkt ‘wat een stelletje arrogante eikels!’, dan snapt diegene er helemaal niets van! Je kunt een echte band niet kneden. Soundsurfer kun je niet kneden. Zelfs Britney Spears kun je niet meer kneden! She don’t give a fuck anymore! Als het publiek ons niet weggestemd had, hadden die lui achter de schermen het wel op een of andere slinkse manier gedaan. En als zoiets dan misschien wel helemaal eerlijk gaat, weet de gemiddelde Nederlander toch helemaal niet wat een goeie zanger is, kijk maar naar Jamai: vrijwel iedereen die in de laatste paar rondes afviel kon eigenlijk veel beter zingen dan hij.”

En tot slot: welke uit de drie-eenheid Sex, Drugs en Rock ’n Roll heb je het liefst?

“Laten we het voor de netjes maar gewoon even op Rock ’n Roll houden. Dat heeft nu effe prioriteit. Die andere twee zitten daar eigenlijk al als een soort van package deal bij in, dus we vermaken ons wel.”

Link:

Soundsurfer.nl

8WEEKLY

Rise of Nations

Artikel: Rise of Nations

Rise of Nations (RoN) lijkt op het eerste gezicht de zoveelste Real Time strategy (RTS) game. Andere genres hebben inmiddels al het veld geruimd, en zijn alleen op consoles te spelen. Ook First Person Shooters (FPS) games zijn niet langer exclusief PC terrein. Het RTS-genre komt echter nog steeds het beste tot zijn recht op de PC. Toch mis ik de tijden van voor de RTS, toen je nog zogenaamde Turn Based Strategy games had, zoals Civilization.

~

In heel wat recensies is RoN inmiddels al juichend ontvangen als de game die het oude concept van Civilization in een RTS-jasje heeft gepropt. Enkele bladen claimen namelijk dat een Turn Based spel echt niet meer kan. Totale lariekoek, zelf speel ik nog steeds graag een potje Civilization, terwijl RTS-games meestal snel hun aantrekkingskracht verliezen in mijn ogen. Aangezien de markt inmiddels overspoeld wordt met RTS-games lijkt variatie me juist broodnodig. Ik liep in eerste instantie dan ook geheel niet warm voor RoN.

Lage eisen

Na de boel vlot te hebben geïnstalleerd begon ik aan de tutorial. Voor de beginner is dat zeker aan te raden, want veel acties vereisen vlug denken en handelen. Als je dan niet weet wat te doen gaat veel kostbare tijd verloren. Meteen viel me op dat het spel er redelijk uitziet, maar toch op een kleine computer (AMD 700 bijvoorbeeld) nog redelijk goed draait. Dat is sowieso een pluspunt, want veel softwarehuizen verliezen zich vandaag de dag in belachelijk hoge systeemeisen, terwijl het allemaal eigenlijk best een onsje minder kan.

Kennis

In RoN moet je jouw volk helpen ontwikkelen van eenvoudige boeren naar ultramoderne stedelingen. En passant is het ook nog leuk als je de concurrentie weet uit te schakelen. Steden zijn in dit spel belangrijker dan in menig andere RTS-game. Naast het beheer van je resources moet je ook het intellectueel niveau van je stad goed in de gaten houden. Om vooruit te komen in de wereld, en nieuwe dingen te ontdekken heb je een ontwikkeld volk nodig. Een universiteit bouwen is dus niet alleen slim, maar vooral broodnodig. Grote steden leveren een groot rijk op. Hoe groter je rijk, hoe meer mogelijkheden je hebt om je macht uit te breiden en je legers te vergoten. Oorlog voeren is ook een manier om aan kennis te komen. Je kunt natuurlijk alles volledig aan puin knallen, maar soms kan je door de inname van een stad ook nieuwe kennis en resources bemachtigen.

Als ik dit zo opschrijf moet ik bekennen dat het inderdaad allemaal veel van Civilization weg heeft, maar het blijft uiteindelijk een RTS-game. Alleen is het beheer van je voorraden en de ontwikkeling van je economie in deze game minstens net zo belangrijk als de kracht van je legers. Bij bijvoorbeeld Praetorians was vooral je kennis van oorlogvoering belangrijk.

Persoonlijk heb ik aan RoN meer lol aan beleefd dan aan menig andere game uit het genre; er is gewoon meer strategische en economische diepgang. RoN is een prijzenswaardig product. Het spel ziet er zeer verzorgd uit, heeft voor een RTS-game een aantal nieuwe vondsten, en er is eens niet een dijk van een computer nodig om de game te draaien. De RTS-liefhebber die van wat meer van actie houdt kan beter Command & Conquer spelen, de strateeg heeft aan RoN een prima keuze. Toch blijf ik hopen op nieuwe Turn Based Strategy games.

Film / Films

The Matrix Reloaded

recensie: The Matrix Reloaded

.

~

De samenvatting van het verhaal oogt veelbelovend: Zion, het laatste bastion van de mensheid in de wereld van de machines, ligt onder aanval van een kwart miljoen insectachtige robots terwijl held Neo probeert te voorkomen dat Trinity sterft, zoals de visioenen in zijn hoofd voorspellen. Als dan ook nog blijkt dat de Matrix anders in elkaar steekt dan we in deel één hebben gezien, lijken de kaarten geschud voor een nieuw en opwindend avontuur in de technowereld waar we sinds de zomer van 1999 bijna collectief verliefd op zijn geworden.

Warrig

~

Maar helaas. The Matrix Reloaded is zo’n ongestructureerd mengsel van kartonnen personages, bloedeloze actiescènes en veel, heel erg veel pseudo-filosofische dialogen dat de film door een stel amateurs gemaakt lijkt te zijn. Het is onvoorstelbaar dat twee zulke technisch begaafde regisseurs als de gebroeders Wachowski zo’n warrige film hebben kunnen maken die op geen enkel niveau tot de kijker weet door te dringen.

Medelijden

In een film die grotendeels draait om het maken van keuzes, lijken de makers bij elke scène de verkeerde keuze gemaakt te hebben. Want de film bevat te veel slechte punten om op te noemen: de belachelijke dictie van Morpheus; de ongeïnspireerde vechtscènes; de Architect, die aan het eind van de film zoveel moeilijke woorden gebruikt in zijn ellenlange monoloog dat ik medelijden kreeg met Engelstalige kijkers die het zonder ondertiteling moeten stellen; het houdt werkelijk niet op.

Saai

Verschillende medewerkers aan de film hadden vooraf beloofd dat ze de special effects, en dan met name de beroemde bullet time-effecten, naar een nieuw niveau zouden brengen. En dat is ze inderdaad gelukt – alleen had niemand verwacht dat ze saai zouden worden. Reloaded bevat slechts twee momenten – te kort om scènes genoemd te worden – waarin mijn mond van verbazing en ontzag letterlijk openzakte. Het eerste is meteen aan het begin van de film, als Trinity met een motorfiets van een gebouw springt en daar iets laat ontploffen. Meteen daarna slaat de film dood, als bier in een vuil glas. Na tien minuten vroeg ik me al af of het hier wel ging om een vervolg op een van de beste films van de laatste twintig jaar. Een half uur later kon me het al niet meer schelen.

Teleurstelling

Het tweede geweldige moment van de film vindt plaats tijdens de achtervolging op een snelweg, als Trinity met – opnieuw – een motor tegen het aanstormende verkeer inrijdt. De camera vliegt met haar mee, scheert rakelings langs voortsnellende auto’s en tussen de wielen van vrachtwagens door. Twee briljante en misschien nog een paar goede stukken, opgeteld nog geen vijf minuten, in een film van bijna twee en een half uur: geen beste score voor een film waar de halve wereldbevolking naar uit heeft gekeken. The Matrix Reloaded is niet de sequel van het jaar, wèl de grootste teleurstelling.

Film / Films

The Count of Monte Cristo

recensie: The Count of Monte Cristo

We schrijven 1813. Edmond Dantès (Jim Caviezel) lijkt alles voor de wind te hebben: een goede baan met promotie en de liefde van Mercedes, zijn prachtige verloofde. Zijn beste vriend Fernand Mondego (Guy Pearce), graaf van Morcerf, is echter ook verliefd op Mercedes en kan het niet verkroppen dat een sloeber als Edmond meer succes heeft in het leven dan hij. Fernand verraadt zijn vriend, en Edmond belandt in een afgelegen gevangenis. Jaren later ontsnapt hij, en weet hij zijn handen te leggen op een geheim fortuin. De tijd voor wraak lijkt gekomen. Edmond neemt, geholpen door zijn nieuwe fortuin, een nieuwe identiteit aan: de graaf van Monte Cristo.

~

In een avonturenfilm is geen plaats voor diepe zieleroerselen, terugkerende motieven en realistische karakterontwikkeling. Alles dient iets dikker te worden opgediend, en liefde, moraal en emotie moeten allen in dienst staan van het avontuur. The Count of Monte Cristo is dan ook precies zoals hij moet zijn. Het plot gaat nergens heel diep, de emoties zijn primair en begrijpelijk en de acteurs hebben de juiste toon te pakken. Vooral Pearce is geweldig als Fernand: zijn arrogante platvloersheid ligt er zo dik op dat je maar niet genoeg van zijn karakter kunt krijgen. Caviezel doet zijn ding en zal mij als acteur nooit helemaal laten dansen van genot, maar zijn ietwat naïeve blik past wel bij het karakter dat hij moet neerzetten.

Popcornvermaak

~

De film is van A tot Z een feest om naar te kijken. De film is mooi aangekleed, en alles ziet er werkelijk prachtig uit. Met name als de rijkdom van de graaf wordt weergegeven tijdens een extravagant feest krijgen we een stukje onbeschaamd materialisme te zien waar je steil van achterover slaat. Het verhaal wordt rustig opgezet, de intrige duidelijk uitgelegd en is daardoor voor alle leeftijden goed te volgen. De grootste verdienste van regisseur Reynolds (Robin Hood: Prince Of Thieves, Waterworld) is dat hij gedurende 131 minuten de vaart er goed in weet te houden. De film verliest eigenlijk nergens aan kracht, en daardoor is het de perfecte popcornfilm voor het begin van een vrijdagavond. Geen klassieker, maar entertainment van de bovenste plank.

Slordig

Op de commentaartrack die hij voor de DVD insprak, komt regisseur Reynolds naar voren als een vakman die van elke scène het beste probeert te maken, ondanks een (relatief) klein budget en een beperkt aantal draaidagen. Reynolds praat vooral over de technische aspecten van de film: de lokaties, de acteurs en de montage. Door het onderwerp en zijn manier van spreken is het commentaar soms wat droog, maar Reynolds laat nergens grote gaten vallen en blijft, net als zijn film, dik twee uur lang interessant. Wel vreemd is het feit dat op twintig minuten voor het einde er een halve minuut uit het commentaar geknipt lijkt, waardoor de rest van de film vooruitloopt op de beelden en de bijbehorende ondertiteling. Slordig.

En garde

De overige extra’s op de schijf zijn vrij kort en standaard. De niet eerder vertoonde scènes worden netjes ingeleid door Reynolds en zijn editor Stephen Semel. Alhoewel Reynolds in zijn commentaar vaak vertelt over de grote hoeveelheden materiaal die tijdens de montage zijn gesneuveld om de film in te korten, zijn de hier gepresenteerde scènes vaak niet langer dan een minuut of twee. De korte featurette En garde laat de verschillende hoeken zien van waaruit het slotduel werd gefilmd, terwijl de titel van Geluidsontwerp: laag voor laag de lading grotendeels dekt: we zien een scène uit de film waarbij je met je afstandsbediening de verschillende elementen van de geluidsmix kunt horen. Choreografie van de degens bestaat ten slotte uit niet veel meer dan video-opnamen van repetities voor zwaardgevechten.

Geen trailer

Wat opvalt is de afwezigheid van een trailer. Meestal zijn de voorfilmpjes van dit soort Hollywoodspektakels net zo leuk als de films zelf, en voor fans zijn ze helemaal waardevol. Maar desondanks is de DVD van Monte Cristo even degelijk als de film zelf: weinig diepgang, maar boeiend genoeg.

Film / Films

Just Married

recensie: Just Married

Just Married valt in het genre romantische komedie. Maar de film is én weinig romantisch (ze hebben niet eens seks tijdens hun huwelijksreis) én de goede grappen blijven weg (oe, daar krijgt hij weer een klap tegen z’n hoofd). Maar wat wil je ook met zo’n rampzalige huwelijksreis…

~

Liefde op het eerste gezicht, dat was het toen Tom (Ashton Kutcher) en Sarah (Brittany Murphy) elkaar ontmoetten op het strand. Ze zijn dolgelukkig met elkaar en Sarah vraagt hem op een wel heel aparte plaats ten huwelijk: de plek waar zij net haar lievelingshond hebben begraven (door zijn toedoen)! De families zijn er alleen niet zo blij mee. Hij is een arme sloeber die zijn brood verdient met het voorlezen van de files op de radio en zij komt uit een rijke en snobistische familie. Van het hele huwelijksritueel krijg je weinig te zien, want de film zapt snel verder naar het eigenlijke onderwerp van de film: de huwelijksreis. In één lange flashback krijg je de “onvergetelijke” reis voorgeschoteld.

Nattigheid

~

Je merkt al snel dat deze reis niet gladjes verloopt. In Europa gedragen de twee zich als echte Amerikanen. Met dat gedrag weten ze weinig sympathie op te wekken bij de kijker. Ze zijn ronduit irritant. Brittany Murphy (Don’t Say A Word, 8 Mile) speelt haar rol wel overtuigend snobistisch, maar Ashton Kutcher mist nog wat ervaring en komt over als een verveelde jongen die je alleen blij kan maken met voetbal. En daar wringt even later de schoen als madame liever een kerk en een museum bekijkt en hij de kroeg induikt. Als dan ook nog een jaloerse rijke ex probeert om Sarah voor zich te winnen, voel je de nattigheid al aankomen: ellende!

Kinderachtig

Eigenlijk weet je na de eerste scène al genoeg. Dit is een film met nogal kinderachtige humor: mensen lopen tegen elkaar op, er wordt kauwgom in haren gesmeerd, geduwd, gegooid met koffers. Verder is er natuurlijk pech met de auto waarmee ze op vakantie zijn en gebeuren er vreemde dingen in de bizarre hotels waar ze overnachten. De grappen volgen elkaar in hoog tempo op en zijn ontzettend voorspelbaar. Dat verveelt snel, maar misschien moet je gewoon je verstand op nul zetten bij deze film om het nog een beetje vermakelijk te vinden. Van het interessante verhaal moet de film het ook niet hebben. Naast de bloopers is het enige verhaal wat nog een beetje meespeelt, de kwestie arm-rijk, maar dat is zeker niet origineel meer. Regisseur Shawn Levy (Address Unknown en Big Fat Liar) heeft de plank volledig misgeslagen.

trailer

Flauwe, voorspelbare grappen, irritaties over de acteurs en een verhaal dat niet blijft boeien. Deze onvergetelijke huwelijksreis kan je als film maar beter vergeten. En als je toch nieuwsgierig bent geworden, kan je het ook best af met de trailer van de film!

Muziek / Concert

Gaat dat zien

recensie: Jaga Jazzist

~

Tien man op een podium in een slechts voor de helft uitverkocht Vera Groningen. Dat kan er financieel toch nooit uit? Toch zijn de heren en dame van het Noorse Jaga Jazzist met het gehele ensemble op tournee door de lage landen. Het beeld van al die muzikanten op dat ontzettend kleine podium is alleen al de moeite waard. Vooral als die grote kluwen mensen in beweging komt, wat bij Jaga Jazzist eigenlijk vanaf het eerste ogenblik het geval is.

Vorig jaar deed de groep reeds ons land aan. Onder meer voor een optreden op Lowlands, hetzelfde festival waar enkele jazzists de eer hadden een gastrol te vertolken bij het sublieme concert van het eveneens Noorse Motorpsycho (binnenkort is deze combinatie ook te horen op In The Fishtank van de Konkurrent). Eerder deze maand verscheen het tweede album The Stix. Deze plaat werd iets minder goed ontvangen dan het debuut A Livingroom Hush uit 2002, maar heeft niets aan intensiteit ingeboet ten opzichte van zijn voorganger.

Drummer

En vooral live is die intensiteit op zijn hevigst. Er wordt een grote stuwende, doch zeer goedgeorganiseerde muziekmassa op je afgevuurd. Het ziet er zeker niet alleen mooi uit, de muzikanten zijn stuk voor stuk zeer bedreven in het bespelen van een groot scala aan instrumenten. Met name de drummer en tevens woordvoerder van de band, die een plaats links vooraan het podium had, was onbeschrijfelijk goed. Het was moeilijk om je ogen van de stokken van die man af te houden. Zoveel subtiliteit, snelheid en charisma zie je niet vaak bij een drummer. Misschien daarom die prominente plaats op het podium. Hoe dan ook¦ geweldig!

Charles Mingus en Aphex Twin

~

De mooiste quote van een journalist (Sleaze Nation) over Jaga Jazzist staat voor op het hoesje van A Livingroom Hush: “Like Charles Mingus with Aphex Twin up his arse.” Een betere karakterisering is bijna niet te geven. De subtiliteit van de jazzgigant gecombineerd met de immens opgefokte en waanzinnige beats van de dancegrootmeesters. En duidelijk met een enorme hoeveelheid passie en plezier gespeeld.

Jaga Jazzist is een fenomeen dat je absoluut niet mag missen. Vooral in een sfeervolle zaal met een goede man of vrouw achter de lichtknoppen (zoals in Vera) komt het ensemble het best tot zijn recht. Tien geweldige muzikanten compleet meegesleurd in een door henzelf gecreërde trip en een publiek dat hoe langer hoe extatischer wordt. En had ik het al over die fantastische drummer gehad? Gaat dat alsjeblieft zien.