Muziek / Album

Niet echt wereldschokkend

recensie: The Stereophonics - You Gotta Go There To Come Back

Op donderdag 12 juni stonden The Stereophonics als speciale openingsact op de tweede editie van The Music In My Head in Den Haag. Volgens de dame die het programma aan elkaar praatte, speelden The Phonics deze avond voor het eerst nummers van hun nieuwe album You Gotta Go There To Come Back. Een album dat met name in de rocknummers wordt gekenmerkt door een bij vlagen behoorlijk ruw geluid, veel ruwer dan het geluid dat de band live neerzette in een overigens fantastische show.

~

Op het podium van het Haagse Theater aan het Spui werden veel nummers van You Gotta Go There To Come Back opvallend rustig uitgevoerd. De veelal ongepolijste albumtracks werden van hun scherpe rantjes ontdaan. De ouderwetse Rock ‘n’ Roll die band op plaat voorbrengt piept en kraakt hier en daar aan alle kanten. Luister maar eens naar de eerste single Madame Helga, compleet met achtergrondzangeressen. Het is alsof enkele nummers dertig jaar geleden werden opgenomen en nu zijn geremastered. Misschien komt dit gevoel ook wel door de karakteristieke schorre stem van Kelly Jones. Lennon zong ook al op deze manier.

Garage

Jones schreef alle nummers tijdens de tournee van het vorige album Just Enough Education To Perform. Dit album verkocht vooral in Engeland enorm goed en kreeg ook in Nederland een gouden status. Het is interessant te weten dat The Stereophonics voor het eerst weer een met zijn drieën in een garage hebben gerepeteerd, dus zonder crew of iets dergelijks. Misschien heeft deze opzet ook wel bijgedragen aan het vaak ongeremde rock-enthousiasme dat de heren naar voren brengen op dit album.

~

Toch zitten de hoogtepunten meer in de minder-rockende nummers. Het prachtige, intense I’m Allright (You Gotta Go There To Come Back) vormt een imposante spil van het album en Maybe Tomorrow draagt bij aan het goudeerlijke soulgehalte op de plaat. Verder herbergt You Gotta Go There To Come Back nog een aantal minder spannende, typische Stereoponic-ballads, zoals Nothing Precious At All en Since I Told You It’s Over.

Ouderwets

Een divers album dus, dat nog behoorlijk coherent klinkt ook. Genoeg mooie momenten. Het is echter jammer dat hier en daar de spanning toch echt even ver te zoeken is. Je hebt bij beluistering geen minuut het gevoel dat er iets wereldschokkends aan het gebeuren is. Een gevoel dat je wel hebt bij het luisteren naar de albums van eveneens Britse bands als Coldplay en Radiohead. Misschien heeft dat wel iets te maken met het het ietwat ouderwetse geluid van de band. You Gotta Go There To Come Back is hoe dan ook mooi, maar misschien wel een beetje degelijk.

Link:

www.stereophonics.com

8WEEKLY

Castlevania: Aria of Sorrow

Artikel: Castlevania: Aria of Sorrow

.

~

Het spel begint met een fenomeen dat we hier in Nederland ook kennen, de eclips. Student Soma Cruz en zijn vriendinnetje Mina worden tijdens het kijken naar dit natuurfenomeen onverwachts in de eclips gezogen. Daar aangekomen blijkt dat ze voor de poort van een eeuwenoud kasteel staan. De bewoner: Graaf Dracula, wie anders? Meteen zitten hordes griezels de twee achterna. Mina raakt zwaargewond. Alleen Soma kan haar nog helpen door een manier te vinden om terug te keren naar aarde. Soma zal een directe confrontatie met ’the master’ aan moeten gaan.

Waar is de familie Belmont?

De gameplay zit net als bij de andere delen weer zeer degelijk in elkaar. Nou ben ik er sinds de oude gameboy een beetje uit geweest, dus wat is er met de familie Belmont gebeurd? Of waren de Japanners het zat dat Europeanen de hoofdrol speelden in één van Konami’s meest succesvolle titels? Ik zie namelijk niet helemaal in wat Japan met Dracula van doen heeft. Maar goed. Dracula’s kasteel staat in deze game dan ook niet in Europa, maar in een eclips. Logica qua verhaal is in deze game ver te zoeken.

Actie-platformer

~

De game zelf is echter een juweeltje. De controle over Soma is prima, andere games zouden daar een voorbeeld aan moeten nemen. Het spel speelt als een actie-platformer met RPG elementen. Je begint met je burgerkleren en een dolk, en gedurende het spel kom je diverse nieuwe items tegen waarmee je Soma kan uitrusten. Een groter zwaard is bijvoorbeeld geen overbodige luxe en een cape bied extra bescherming. De levels zijn in het begin nog redelijk simpel, maar worden gedurende het spel steeds complexer. Ook al speel je het spel na een paar dagen uit, er zitten nog zoveel geheimen en verborgen mogelijkheden in dit spel verstopt dat je er nog wel even zoet mee blijft.

Diepgang

Ook op het gebied van beeld en geluid valt er genoeg te genieten. De graphics zijn absoluut niet baanbrekend, maar zorgen wel voor de juiste sfeer in het spel. Samen met de stemmige muziekjes bewijst de Castlevaniaserie maar weer eens dat je echt geen 3D graphics en 10.000 special moves nodig hebt om een goed spel te maken. Juist de simpelheid van de gameplay zorgt er voor dat ook dit deel weer helemaal in orde is. Simpel om te spelen, maar een pittige kluif om te voltooien. Door de uitgebreide inventaris en infoschermpjes gaat het spel een stuk dieper dan je in eerste instantie zou verwachten.

Conclusie

Castlevania: Aria of Sorrow is een waardig deel uit de langlopende serie. Als mijn vriendin niet de hele tijd Rayman 3 op de GBA zat te spelen had ik het spel inmiddels wel voltooid. Dat wordt dus nog even flink ruziën over wie er nu weer aan de beurt is. Castlevaniafans: ga het zien, en nieuwelingen: snel naar de winkel! Castlevania is een spel dat je gewoon bij je GBA-verzameling hoort te hebben.

Film / Films

Kwaliteit op de millimeter

recensie: Phone Booth

.

~

Eén telefoontje kan je leven veranderen. Sterker nog: voor Stu Sheperd (Colin Farrell) kan het het einde van zijn leven betekenen. Deze snelle PR-man heeft de hoorn opgepakt van een telefoon die overging in een telefooncel. Fout! Zijn leven zal nu nooit meer hetzelfde zijn. Aan de andere kant van de lijn bedreigd een scherpschutter (Keifer Sutherland) hem. Hij maakt hem duidelijk dat hij Stu onder schot houdt en dat hij onder geen beding mag ophangen, anders betekent dat zijn dood. Waarom wordt pas aan het eind van deze thriller duidelijk. Ondertussen laat de dodelijke stem Stu alles opbiechten over zijn overspel.

Gladjanus

Waarom Stu in de buurt was van de enige overgebleven telefooncel in New York zie je aan het begin van de film als deze gladjanus zijn speelvriendinnetje belt vanuit de cel. Het lijkt ietwat vergezocht, want daarvoor stond zijn mobiele telefoon niet stil, dus waarom zou hij dan speciaal in een telefooncel bellen? Tja.. hoe los je dat op, want dit scenario lag al een tijdje in de kast, maar moest met de nieuwe technologieën toch wel aangepast worden. Er is een oplossing bedacht: op deze manier kan zijn achterdochtige echtgenote het nummer van zijn vriendinnetje niet terug vinden op de telefoonrekening. Dat dit een beetje ver gezocht is, neem je maar voor lief, want verder is het scenario wel briljant.

~

Regisseur Joel Schumacher (Falling Down, The Client) heeft met Phone Booth een rake film gemaakt. Niet slecht voor een film die in twaalf dagen is opgenomen. Het is mooi uitgewerkt, niet te lang en de vaart blijft in het verhaal, omdat er genoeg gebeurt in de omgeving van de telefooncel en Stu ook steeds opdrachten krijgt van zijn geheimzinnige beller. Die man bevindt zich ergens in de gebouwen rondom de cel en de camera gaat dan ook regelmatig verschillende ramen langs, maar… het zijn er gewoon teveel. Het maakt Stu in ieder geval wanhopig, en door de manier van filmen krijg je datzelfde gevoel. Waar zit-ie dan? De sluipschutter is overigens ook de reden waarom de film niet al vorig jaar uitkwam, want toen maakte een sluipschutter Washington onveilig en zou deze film dus iets te pijnlijk zijn.

Zielig hoopje ellende

Hoofdrolspeler Colin Farrell (The Recruit, Minority Report) speelt weer prima in deze film. Zelfs in een beperkte ruimte kan hij genoeg van zijn talent kwijt. Hij verandert van een arrogante, zelfverzekerde bal in een klein hoopje ellende, die zich er pijnlijk van bewust is dat elke misstap fataal kan zijn. Het rode puntje van een laser op zijn voorhoofd is voor hem bewijs genoeg. Niet alleen Farrell speelt overtuigend zijn rol, maar ook de rechercheur die probeert te achterhalen wat er aan de hand is: Forest Whitaker (Panic Room). En ook al is hij bijna de hele film onzichtbaar; Kiefer Sutherland alias de sluipschutter mag ook zeker genoemd worden. Met zijn spottende, doordringende, donkere stem weet hij de rillingen op te wekken en zet de toon voor de film. “I want your attention“. Een bizarre telefonische gijzeling met een goed, origineel scenario en een sterke cast: Phone Booth.

Muziek / Album

Type O Negative nog niet op oude niveau

recensie: Type O Negative - Life is Killing Me

Donker, de apocalyps, zwarte outfits en lage stemmen. Dat zijn de beelden die normaal gesproken naar voren komen bij de gedachte aan Type O Negative en de metal/hardrock/gothic-muziek die deze band maakt. Maar het nieuwe album Life Is Killing Me roept die associaties net niet helemaal op.

~

Dit is het vierde album (verzamelaar The Least Worst Of buiten beschouwing latend) van het viertal uit Brooklyn, New York, dat nu zo’n jaar of tien actief is. In 1993 verscheen het eerste album, Bloody Kisses, in 1996 gevolgd door October Rust. Deze albums leverden Type O Negative (terecht) een behoorlijke schare fans op wereldwijd. De humor, de seksuele spanning en de verwijzingen naar occultisme en rituele magie maakten van deze albums interessante genrevoorbeelden en beloofden veel goeds voor de toekomst van de band.

Ontwikkeling

Echter, zo rond 1998/1999 ging het mis. De boomlange zanger en bassist Peter Steele, met zijn zo karakteristieke stemgeluid, belandde in een crisis door persoonlijke problemen en het verlies van enkele naasten. Tijdens die situatie werd het in 1999 uitgegeven World Coming Down opgenomen. De titel van dat album zegt in feite genoeg, jammer was het alleen dat de muzikale ontwikkeling van de band duidelijk een halt was toegeroepen. Steele en consorten, gitarist Kenny Hickey, drummer Johnny Kelly en toetsenist Josh Silver, geven nu openlijk toe ontevreden met dat album te zijn. Daarom hebben ze, naar eigen zeggen, geprobeerd met Life Is Killing Me een album te maken dat ergens tussen de eerste twee albums in ligt.

Potenrammers

En daarin zijn ze gedeeltelijk geslaagd. De sfeer is er, het stemgeluid ook, de thematiek is zo nu en dan hetzelfde, evenals de zwartgallige humor. Maar het geheel komt wat geforceerd over. Dat de teksten niet altijd politiek correct zijn, zoals bij het nummer I Like Goils, dat duidelijk bedoeld is om nou niet bepaald sympathiek tegenover homoseksuele mannen over te komen, is een beetje voorspelbaar. De band is al eerder voor dergelijke uitlatingen op de korrel genomen, dus kun je je afvragen of er hier niet sprake is van een herhaling van het foefje. Neem het instrumentale Loud en Queer, dat dient als intro voor I Like Goils. Vanwaar die titel? Beetje onnodig.

Oehoehoe

Een beter muzikaal niveau wordt bereikt met bijvoorbeeld Todd’s Ship Gods (Above All Things). De lekker pakkende riff en de meeslepende melodie- en zanglijn geven een mooi ruimtelijk gevoel. Minpuntje is alleen het ‘oehoehoe’ gezang dat over het algemeen genomen niet geassocieerd wordt met stoere mannen in zwarte kleding. Nettie opent lekker donker, zware riffs drijven het nummer voort, terwijl het atmosferische geluid van Josh Silver voor wat meer diepte zorgt. Zo kennen we Type O Negative. En, toegegeven, uiteindelijk is er dan de zwarte humor bij Angry Inch, een nummer dat gaat over een sekse-operatie die niet helemaal goed is verlopen.

Dit album zorgt voor tweeledige gevoelens. Aan de ene kant is het goed weer eens wat van Type O te horen, maar aan de andere kant is het jammer dat wat te horen is, een beetje tegenvalt. Artistieke hoogstandjes hoeft men van deze band niet te verwachten, maar een redelijke mate van groei en ontwikkeling toch wel. En juist bij een album dat voor de fans bedoeld is, is dat een gemis.

Muziek / Achtergrond
special: Hurricane festival: Line-up

Waarom niet naar Duitsland?

Veel Nederlanders klagen over de veel te hoge toegangsprijzen voor festivals als Lowlands en Pinkpop. Het is echter geen probleem om dit jaar die hoge prijzen te omzeilen en af te reizen naar het Duitse Scheeßel (ongeveer twee uur rijden vanaf Groningen) voor het Hurricane festival. Voor 79 euro kun je daar drie dagen lang gaan kijken naar de absolute wereldtop. Onder andere Coldplay, Massive Attack, Björk, Underworld, Moloko en de heren van Radiohead zullen hun opwachting maken op het motorcircuit der Eichenring.

Het complete programma is als volgt:

~

22-20s
Anouk –
Together Alone
Break Down the Wall
Lost Tracks

Apocalyptica –
Inquisition Symphony
Cult
Interview met Paavo Lötjönen

Asian Dub Foundation
Beth Gibbons and Rustin Man

~

Björk
Blackmail
Brendan Benson
Coldplay
Console
Counting Crows –
Concert 19 augustus 2002
Danko Jones
Fu Manchu
Goldfrapp
Good Charlotte

~

Grandaddy –
The Sophtware Slump

Guano Apes –
Walking on a Thin Line
Gus Gus
Ikara Colt
International Pony
Interpol
Kettcar
Massive Attack
Millencolin

~

Moloko
Nada Surf
NOFX
Patrice
Pinkostar
Radiohead –
Kid A
High Dry Live

Röyksopp
Seeed
Sigur Rós with Amina –
( )

Skin
Slut
Starsailor
Supergrass
The Datsuns

~

The Hellacopters
The Mighty Mighty Bosstones
The Roots
Therapy? –
Concert 11 november 2001
Turbonegro
Underwater Circus
Underworld –
Concert 8 november 2002

Union Youth
Venus Hum
Zwan

Geen halve maatregel dus. 8WEEKLY is er van 20 tot 22 juni bij op der Eichenring en zal uitgebreid verslag doen. In de tussentijd kun je verder lezen over het festival op Hurricane.de.

Boeken / Fictie

Raadselen en autisme

recensie: Raadselkind

Autisme, volgens de Winkler Prins een ziekelijke in-zich-zelf-gekeerdheid, gepaard aan een duidelijk verminderde belangstelling voor de werkelijkheid en een gestoorde (sociale) activiteit. Volgens mij, na het lezen van Raadselkind van Annelie Botes, een levende nachtmerrie voor de familie.

~

Alexander Dorfling, zoon van Ingrid en Dawid is verdronken in bad terwijl Ingrid even een dutje deed op bed. Net na dit tragisch ongeval stappen we het leven van de familie Dorfling binnen. Tenminste, wat er nog over is van de familie, want negen jaar leven met een autistisch kind heeft z’n tol geëist. Het is trouwens nog de vraag of het wel een ongeval was, of dat de moeder misschien eigenhandig een eind aan het leven van haar zoontje heeft gemaakt. Raadselkind begint dan ook als een ‘whodunnit’. Een dood kind, verdachte omstandigheden en een aantal personages die eventueel betrokken kunnen zijn bij de raadselachtige dood van het autistische kind.

Gevolgen van autisme

Maar naar het gelang het verhaal vordert blijkt dat het hier meer gaat om de psychologische gevolgen voor een gezin, dat te maken krijgt met een autistisch kind. En die gevolgen zijn niet gering. Langzamerhand glijdt een in het dorp geliefd gezin af naar de vergetelheid. Niemand wil iets te maken hebben met dat gezin met die onhandelbare zoon. Dawid en Ingrid groeien uiteen. Dawid gaat aan de drank en pleegt uiteindelijk zelfmoord. En Ingrid blijft alleen en steeds verbitterder en hopelozer achter.

~

Het verhaal dat Annelie Botes ons schetst is niet rooskleurig. Het verval van Ingrid en haar gezin wordt gruwelijk duidelijk. En dit doet ze door een schrijfstijl die geschapen lijkt voor het onderwerp. Chronologisch springt ze van hak op de tak. De personages worden afwezig en verward gepresenteerd. Net zoals de politieverhoren die Ingrid ondertussen ondergaat.
Dit vormt vreemd genoeg een uitstekend geheel met het onderwerp autisme en de aftakeling van het gezin. Vorm en inhoud zijn één.

De vraag

Naar verloop van tijd is het niet meer zo interessant hoe Alexander om het leven is gekomen. De vraag hoe een moeder zoveel liefde en geduld kan opbrengen voor een kind dat totaal geen liefde en affectie terug geeft, wordt daarentegen steeds prangender. Annelie Botes heeft een prachtig beeld geschapen van moederliefde, hoop, wanhoop, vertwijfeling en sociale krachten in een kleine dorpsgemeenschap.

Stiekem

En heel stiekem komt ze op het allerlaatste moment nog met een opmerking waardoor die eerste vraag: “Hoe is Alexander om het leven gekomen?”, weer als een flits door je hoofd schiet. En waardoor je vervolgens na het uitlezen van dit psychologisch hoogstandje nog een tijd lang na zit te denken over wat je nu eigenlijk allemaal wel of niet gelezen hebt.

Boeken / Fictie

Groningen als popstad

recensie: Nothing Going On In The City: 40 jaar popmuziek in Groningen

Even geleden zat ik op het terras aan een tafeltje naast de zanger van de Groningse band IsOokSchitterend. Deze groep had in 1997 een grote hit met het nummer Voltooid Verleden Tijd (een zesde plaats als hoogste notering). Ik hoorde hem tegen iemand zeggen dat hij trots was op een tweede plek op de ranglijst van meest succesvolle liedjes afkomstig uit Groningen. Voltooid Verleden Tijd scoorde zelfs hoger dan Liefdesliedjes van de Jazzpolitie! Deze informatie had hij uit het onlangs verschenen boek Nothing Going On In The City van Koen van Krimpen.

~

Jarenlang heeft Van Krimpen materiaal verzameld over alles wat in Groningen met popmuziek te maken heeft. Het boek is als een grote knipselmap en zichtbaar gemaakt door een gepassioneerd verzamelaar. Er wordt een rijkdom aan oude foto’s, posters en zelfs concertkaartjes gepresenteerd, aangevuld met veelal zeer volledige en informatieve teksten. Helaas laat het boek zich door een ietwat hakkelende schrijfstijl niet zo heel makkelijk lezen. Dit wordt echter volledig goedgemaakt door de enorme hoeveelheid informatie.

Little Ritz & The Rocking Butterflies

Het is vooral heel aantrekkelijk om de jaren zestig en zeventig, toen ook bij ons het Rock ‘n’ Rollgevoel aantrad, eens grondig door te nemen. Een keur van illustere namen als Big Hill & The Rock Bombers, Johnny Dynamite & The Weedons, Little Ritz & The Rocking Butterflies en Margriet Peining passeren de revue. Het moet een behoorlijke klus zijn geweest om al deze bandjes te voorzien van een biografie. Van Krimpen is hier wonderwel in geslaagd. Hij heeft het boek ook zeer overzichtelijk weten te houden. Het is daardoor makkelijk om de gehele carrière van Groningse Coryfeeën als Hanneke Kappen en Richard Cameron na te lopen.

Pink Floyd

Ook de ontstaansgeschiedenis van Vera, Simplon en voorlopers van deze popzalen wordt uitgebreid beschreven. Van Krimpen heeft gewerkt met een voor de hand liggende chronologische indeling, met per tijdsvak een overzicht van opkomende bands, popmanifestaties (bijvoorbeeld het ontstaan van Noorderslag en Eurosonic) en nieuwe intiatieven. Ook is er een sectie met concerten van grote buitenlandse bands in Groningen. Zo blijken The Ramones ooit in Huize Maas te hebben gestaan met in het voorprogramma Talking Heads. Pink Floyd heeft in 1969 eens twee keer op een dag een set gespeeld in Concertzaal de Jong. Dat is toch leuk om te weten.

Alles

~

Nothing Going On In The City staat boordevol interessante informatie. Het belang van Groningen als popstad wordt nog maar eens bevestigd. Van Herman Brood tot Arling & Cameron en van The Woody Brothers tot de heren van Whipster die vorig jaar nog het prachtige album Strange uitbrachten. Alles en iedereen staat erin. Wil je weten wie de meest succesvolle Nederlandse single van de dertig jaar hebben gemaakt? Blader dan eens door dit prachtige naslagwerk. Een tip: het heeft iets met de voormalige zanger van De Kast te maken.

Film / Films

The Hunted

recensie: The Hunted

~

“Als ik over twee dagen niet terug ben, ben ik dood”, zegt Tommy Lee Jones tegen de FBI wanneer hij een meedogenloze afslachter op probeert te sporen. Veel bloed volgt, maar je zult de hele film uit moeten zitten als je wilt dat er iemand dood gaat. Verwacht geen kwaliteit in de actiefilm The Hunted, zelfs geen vermaak.

Eerst nog even het verhaal: Aaron Hallam (Benicio del Toro) is na zijn verblijf in Kosovo als regeringsmoordenaar van de VS in isolatie geraakt en leeft in de bossen waar hij al een tijd jagers om het leven brengt op een lugubere manier. Als de FBI ten einde raad is wordt de hulp ingeroepen van een FBI wildernis- en survivalspecialist L.T. Bonham (Tommy Lee Jones). Bonham krijgt de moeilijke opdracht om Hallam, die door hem zelf ooit is opgeleid, op te sporen. En dat opsporen wordt wel heel letterlijk genomen… Bonham volgt elk spoor van Hallam. Het lijkt wel een kat en muisspelletje en dat gaat maar door en gaat maar door. Hallam is namelijk ook nogal goed in ontsnappen.

Bloederig

~

Regisseur William Friedkin (The Excorcist) heeft hier echt de plank volledig misgeslagen. Het verhaal staat niet en rammelt aan alle kanten. De acties zijn voorspelbaar en de achtervolgingen allesbehalve spectaculair. Bovendien heeft Friedkin ervoor gekozen om een paar sappige smerige details in deze film te laten zien, alsof het weer een Excorcist-film is. Zo begint de film erg bloederig en meedogenloos en naar het eind toe komt dat weer terug. Jagers komen op een wrede wijze om het leven, afgehakte ledematen vliegen in het rond en messen worden overal ingestoken. Dit siert de film absoluut niet en geeft hem ook geen meerwaarde. Wat dat betreft kan Friedkin zich beter bezig houden met het maken van horror-films.

Oscars


Tommy Lee Jones (Men in Black, The Fugitive) en Benicio del Toro (Traffic) zullen zich voor hun hoofd slaan, dat ze zich hiervoor hebben geleend. Terwijl zij zeker wel het talent hebben, getuige de Academy Awards. Maar dat komt hier in ieder geval niet uit de verf. Jones heeft het druk met spoorzoekertje spelen en heeft maar een paar gesproken scènes en die zijn niet om warm van te worden. Hij staat daar maar en straalt weinig uit. En het enige wat Del Toro mag doen is zijn vechtkunsten vertonen en ook dat gaat vervelen.

~

Waar is toch de diepgang? Deze film had zoveel meer psychologische diepgang kunnen hebben, maar het blijft steeds aan de oppervlakte. Friedkin durfde niet genoeg. Nu is het enige positieve puntje van deze film de omgeving waarin gefilmd is: de jungle. Ook al eerder gezien, maar blijft toch aardig.
Nee, deze film met gaten in het plot, middelmatig acteerwerk en een slecht verhaal is er zeker niet eentje die je persé op je verlanglijstje hoeft te zetten.

Theater / Voorstelling

La Voix Humaine

recensie: La Voix Humaine

Een paar duizend dwingende, gevoelige en niet mis te verstane woorden in een uur. Eén actrice en drie musici in een onverbiddelijke strijd met dat ene sentiment: De Liefde. Muziek en taal gaan elkaar te lijf in Orkaters versie van La Voix Humaine.

~

“Hallo, hallo” (echo echo). “Juffrouw… Juffrouw” Er zitten meerdere mensen op dezelfde lijn, de telefoniste heeft het wederom niet voor elkaar gekregen om de vrouw alleen met haar ex-geliefde in contact te brengen. De vrouw is de wanhoop nabij. Ze heeft er alles voor over om hem nog één keer te spreken.

Lijntje

Op het sobere zwart-wit ingerichte toneel staat pontificaal in het midden een ouderwetse zwarte telefoon. Daar draait alles om in deze monoloog, gespeelt door Ria Marks in een roodbruine jurk. Met haar ogen dwingt ze de telefoon te laten rinkelen. Ze wil hem nog zoveel zeggen. Als ze hem eindelijk aan de lijn krijgt, beseft ze dat deze telefoonlijn het enige lijntje nog maar is dat de relatie in stand houdt. Ze houdt zich sterk terwijl ze bang is voor de eenzaamheid, maar dat wil ze niet aan hem laten merken omdat ze te trots is. Ze praat, fluistert, roept, kermt en zwijgt. Maar de relatie is niet meer te redden.

~

Tijdens dit laatste gesprek liegt ze nog een aantal keer tegen hem. Zo houdt ze haar ex-geliefde voor dat ze oude liefdesbrieven gaat zoeken, maar terwijl hij aan de lijn blijft, maakt zij stapgeluiden terwijl ze in haar stoel blijft zitten. En probeert ze hem voor te houden dat het prima gaat, dat ze net uit is geweest. Maar niets is minder waar. Ze zat daar alleen in de kamer, gefocust op de telefoon met tranen in haar ogen. Ze wil nog een aantal dingen gezegd hebben tijdens deze laatste verbinding met hem, maar zal er uiteindelijk achter komen dat het eind van het gesprek toch echt in zicht is. En dan is de vraag of ze sterk genoeg is om de verbinding te verbreken.

Andere kant

Een telefoongesprek is een originele manier van een monoloog, maar tegelijkertijd ook heel moeilijk. Uit haar antwoorden en gezichtsuitdrukkingen moet blijken wat de man aan de andere kant zegt. Dat doet Marks goed. Af en toe valt ze een beetje uit haar rol als ze net iets te snel antwoordt, waardoor de man aan de andere kant nauwelijks een halve zin gezegd kan hebben. Maar dat is een futiliteit. Ze weet zich mooi staande te houden tijdens de voorstelling; spelend met de telefoonhoorn, het draad, haar woorden en haar blik.

Ze wordt bijgestaan door drie strijkers (Jeffrey Bruinsma, Nina Hitz, Noortje Köhne) die ook op het toneel zitten. Ze storen niet en zorgen met hun wisselende spel op bepaalde momenten voor dat extra beetje emotie. De muziek van Maarten Ornstein past heel goed in deze voorstelling.

~

La Voix Humaine werd al in de jaren dertig geschreven door Jean Cocteau. Poulenc maakte er toen een opera van. Regisseur Olivier Provily, die voor het eerst samenwerkt met Orkater, heeft het weer anders aangepakt, maar wel de jaren dertig-stijl gehandhaafd. Hierdoor lijkt het stuk in eerste instantie iets van je af te staan, maar door het spel van Marks en het thema dat van alle tijden is, komt het toch dichtbij. Hij is er goed in geslaagd om het telefoongesprek een uur lang boeiend te houden.

La Voix Humaine wordt tot en met 20 december in het land opgevoerd. Voor meer informatie: www.orkater.nl

Film / Films

28 Days later

recensie: 28 Days later

Regisseur Danny Boyle had geen beter moment kunnen kiezen om met een film over een verwoestend virus te komen. In een tijd waarin de longziekte Sars over de wereld slachtoffers eist, is 28 Days Later aantrekkelijker om te kijken. Het zal je maar gebeuren: je wordt wakker in een ziekenhuis, de straten zijn verlaten en er is in eerste instantie niemand meer te bekennen…

~

28 Dagen voordat Jim (Cillian Murphy) zijn ogen opent in een ziekenhuis in Londen, hebben dierenactivisten apen bevrijd die besmet waren met een gevaarlijk virus. Het virus wordt overgedragen door bloed en veranderd mensen in twintig seconden in razende zombies, die maar één ding willen: nog meer slachtoffers maken. Jim gaat op zoek naar onbesmette mensen die nog in leven zijn. Hij treft Selena, Frank en Hannah. Samen gaan ze op weg naar Manchester, waar militairen hen kunnen beschermen tegen de zombies.

Nageslacht

En dan volgt een verassende wending in het tweede deel van de film. In de ingerichte kazerne van de militairen, achter het prikkeldraad en het mijnenveld, lijkt de kust veilig. Maar Jim en de andere drie kunnen maar even opgelucht adem halen. De militairen slaan namelijk zelf een beetje door als ze beseffen dat ze waarschijnlijk helemaal geen toekomst meer hebben nu de mensen of Engeland hebben verlaten of besmet zijn met het virus. Ze hebben in hun hoofd gehaald dat ze met de twee dames (waarvan één nog minderjarig) in het gezelschap seks willen hebben. Nu moeten Jim en de vrouwen niet alleen een gevecht leveren tegen de zombies, maar ook tegen de militairen.

~

Oké, het tweede deel van de film lijkt misschien een beetje te ver gezocht. Maar twee uur lang naar een verhaal over zombies kijken is ook niet alles. Daar kun je niet constant mee verassen, dat blijkt wel uit het eerste deel van de film. Het is juist het tweede deel van het verhaal dat je verrast en je tot denken aanzet. Mensen kunnen soms rare sprongen maken. En zelfs een kleine groep mensen die een ramp overleeft kan niet eens op een normale manier met elkaar omgaan. Wie zijn er nu eigenlijk gek?

Bloed kotsen

Dan terug naar de zombies. Die zijn goed neergezet: ze zijn vreselijk! Ze hebben bloeddoorlopen ogen, bijten onschuldige mensen om ervoor te zorgen dat zij ook besmet raken, rennen als een bezetenen rond en kotsen bloed. Daar moet je van houden. Desalniettemin is het wel tactvol in beeld gebracht, zodat je rustig kunt blijven kijken zonder je ogen van het doek af te moeten wenden. Dat geldt ook voor de schrikmomenten; die zijn voorspelbaar. Je zit zeker niet op het puntje van je stoel van de spanning tijdens deze film. Maar dat hoeft ook niet. 28 Days Later heeft andere kwaliteiten.

~

Zoals de manier van filmen. Dat is gebeurd met een digitale videocamera. De soms schokkerige beelden en de fletse kleuren versterken de film, waardoor sommige scènes beter tot hun recht komen, en laten je meevoelen met de acteurs. In het begin bijvoorbeeld versterkt de manier van filmen het gevoel van eenzaamheid en traagheid (de tijd lijkt stil te staan) als Jim door een uitgestorven Londen loopt. En dan de acteurs: Cillian Murphy, Naomie Harris, Brendan Gleeson, Megan Burns. Geen grote namen, maar ze doen het goed. Ze kunnen precies de typetjes neerzetten die je hier nodig hebt. Eén voor één zie je ze ook ontwikkelen. Verder verveelt de film niet in zijn genre. En dat komt omdat er van alles inzit: horror, sciencefiction, drama en humor. Regisseur Danny Boyle (o.a. Trainspotting) heeft na zijn geflopte film The Beach laten zien dat hij toch weer een verassend goede, maar ook zeer aparte film neer kan zetten die je moet durven zien.