Boeken / Fictie

Een klasse(n) thriller

recensie: J.G. Ballard - Millenniummensen

.

Opstandige orthodontisten

Bij genoemde bomaanslag komt de eerste vrouw van psycholoog David Markham om. De aanslag wordt door niemand geclaimd en de enige aanwijzing wijst richting een relatief ongevaarlijke groep actievoerenden die hun woede richten op parkeermeters en kattententoonstellingen. Markham sluit zich met medeweten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan bij deze actiegroepering en komt zo terecht in Chelsea Marina. Onder de bewoners van deze middenklassewijk, de artsen, advocaten en tandartsen, heerst grote onrust, omdat de woonkosten door de gunstige ligging nabij het centrum van London de pan uitrijzen. De officieuze leiders van deze klassenopstand zijn filmdocente Kay Churchill, pastoor Stephen Dexter en de geschorste kinderarts Richard Gould.

Markham trekt in bij Kay en wordt betrokken bij diverse acties tegen videotheken en zelfs een brandstichting waarbij het National Film Theatre in vlammen opgaat. Van enige medeplichtigheid bij de Heathrow-bomaanslag blijkt evenwel niets, tot bij een bomaanslag in het Tate Modern museum de vriendin van pastoor Dexter omkomt. Nadat ook nog een televisiepresentatrice voor haar huis wordt vermoord wijzen alle pijlen richting Dexter, maar dokter Gould is steeds wel erg aanwezig bij deze gebeurtenissen. De rest van de roman richt zich op wie de ware boosdoener is en met wat voor motief deze handelt. Het verhaal wordt ondersteund door de vrij zinloze strijd van de middenklasse tegen het establishment die uitloopt in een enorme puinhoop van uitgebrande huizen en Volvo’s.

Voer voor complottheoretici

~

Milleniummensen is alweer het 27ste boek van de Engelse auteur J.G.Ballard (1930), maar pas het zesde dat in het Nederlands is vertaald. Ballard is vooral bekend van het door Steven Spielberg geregisseerde Empire of the Sun en het controversiële Crash, dat door David Cronenberg werd verfilmd. Milleniummensen lijkt echter niet veel op deze boeken, maar vooral op Ballard’s voorlaatste werk Super Cannes. Ook in dit boek is sprake van een groep die anderen gebruikt om een oneigenlijk doel te bereiken en daarbij geen geweld schuwt. Een onschuldig en vrij onbevangen persoon is in beide gevallen de aangewezen persoon om het complot te verijdelen. Door de schrijfstijl van Ballard krijgt de lezer sterk het gevoel dat een dergelijke reeks van gebeurtenissen absoluut niet onmogelijk is, zoniet daadwerkelijk op dat moment plaatsvindt.

Ballard weet de lezer in Milleniummensen mee te slepen door steeds slechts kleine tipjes van de sluier op te lichten. Verder wordt alles vanuit de hoofdpersoon verteld, in dit geval David Markham, waardoor je als lezer niet meer informatie ter beschikking krijgt dan hij en je als het ware ‘samen’ de zaak oplost. Tijdens sommige delen van het boek is de psycholoog echter ongeloofwaardig naïef. Dit is dan ook het enige minpuntje van deze verder zeer onderhoudende literaire thriller die een wel heel interessante toekomstvisie biedt. En voor de kenner van Londen een mooie beeldende ‘rondrit’ langs allerhande bekende en minder plekjes van deze wereldstad.

Film / Films

Pretentieloos

recensie: Chasing Liberty

Zomerfilms: feel good-films met vooral pretentieloos amusement en goed voor twee uur vermaak in de bioscoop. Chasing Liberty voldoet in grote mate aan die voorwaarden. Een simpel verhaal, goede acteurs en actrices en een verhaallijn die de benodigde dramatische wendingen en komieke scènes bevat. Uiteindelijk komt alles goed, maar de film is onderhoudend genoeg om de aandacht vast te houden.

~

Anna Foster is 18 jaar. Ze wil de Amerikaanse droom verwezenlijken en dat wil ze doen door te leven in vrijheid en geluk. Ze wil studeren, afspraakjes maken en uiteindelijk iets gaan betekenen in de wereld. Ze is echter de dochter van de Amerikaanse president; elke stap die door Anna wordt gezet is wereldnieuws. Haar ouders beschermen haar en hebben zelfs een legertje veiligheidsagenten ingehuurd om Anna bij elk gevaar weg te houden. Anna gaat met haar ouders op reis naar Europa en heeft van haar vader toestemming gekregen om een avondje te gaan stappen. Pa trekt zijn belofte in en Anna besluit, tegen de wil van haar ouders, toch op stap te gaan. Natuurlijk is er een veiligheidsagent in de buurt, maar Anna weet niet dat de goed uitziende agent Ben Calder in dienst is van haar vader.

Love Parade

~

Anna wil tijdens die ene vrije avond meer avonturen beleven dan menig andere tiener in zes maanden. Ze maakt jacht op vrijheid en heeft de illusie, dat ze vrij is. Zodra ze onder de beschermende vleugels van haar ouders vandaan is, mag ze zelf beslissingen nemen. Dat blijkt niet zo eenvoudig, als ze van tevoren heeft gedacht. Ze wordt een aantal malen uit precaire situaties gered door de hulp van de agent. De agent sjokt met haar mee, hij wil geen oppasser spelen en denkt belangrijker zaken te kunnen doen als veiligheidsagent. De twee raken elkaar een keer kwijt, beleven de nodige avonturen, maar komen ook steeds de goede mensen tegen. De reis duurt wat langer dan een avondje, maar dat levert leuke plaatjes op van Londen, Wenen en de Love Parade in Berlijn.

Charme

Pretentieloos amusement valt en staat met een goede invulling van de rollen. Bij Chasing Liberty is daar aandacht aan besteed. Mandy Moore speelt een meisje van 18 jaar, dat zoekt naar vrijheid, op een prettige manier eigenwijs is en met vallen en opstaan leert. Matthew Goode zet een afstandelijke veiligheidsagent neer, die uiteindelijk valt voor de charmes van Anna. Mark Harmon is als president sympathiek en begripvol. Hij stuurt een leger agenten achter zijn dochter aan, maar laat haar ervaringen opdoen. Harmon speelt een president die geen amoureuze slippertjes maakt, een verleden heeft zonder geheimen en geen spelletjes speelt met rookwaar. De andere veiligheidsagenten volgen het tweetal op afstand, beleven hun eigen kleine avonturen en worden dusdanig goed vertolkt, dat ze herkenbaar zijn voor het publiek.

Romantiek

Het is niet moeilijk om een soundtrack samen te stellen voor een film als Chasing Liberty. Romantiek, avontuur en mooie plaatjes. Regisseur Andy Cadiff zorgt op de juiste momenten voor avontuur, kleine verrassingen en romantiek en ondersteunt deze scènes door de nodige Arbeidsvitaminen. Pretentieloos amusement. Chasing Liberty heeft geen andere bedoeling en voldoet daarom.

Muziek / Album

Opnieuw prachtige plaat van eigenzinnige Tweedy

recensie: Wilco - A Ghost Is Born

.

Chemical Brothers

Het was toen wat met Yankee Hotel Foxtrot. Die plaat lag maar op de plank en Reprise (Warner) wilde hem niet uitbrengen. Wilco kocht te rechten terug en toen het eveneens door Warner gedistribueerde label Nonesuch eenmaal toezegde en het album uitbracht werd het een van de beste albums van het jaar met prachtnummers als Jezus etc., I Am Trying To Break Your Heart en dat briljante Radio Cure. A Ghost Is Born is misschien wel net zo mooi. Opvallend is het meer dan tien minuten durende Spiders (Kidsmoke) dat voornamelijk bestaat uit een Chemical Brothers-achtige beat aangevuld met minimale tekst en met Tweedy die de meest weirde solo’s uit zijn gitaar plukt. Spannend tot de laatste seconde. De plaat werd overigens geproduceerd door Jim O’Rourke, de man die ook Yankee Hotel Foxtrot produceerde.

Guardian

En dan die liedjes. Nogmaals, wanneer die voor je gaan leven herbergt ook A Ghost Is Born weer zoveel schitterende popsongs. Muzzle of Bees, Wishful Thinking, Company in My Back, ach hou toch op. Alles is mooi. Leuk weetje: Wilco werd voordat deze plaat uitkwam door de Britse online Guardian aangewezen als een van de veertig beste bands afkomstig uit de Verenigde Staten. The Flaming Lips waren numero uno, dus het gaat hier zeker over een lijst van kenners. Inmiddels verkoopt Wilco met A Ghost Is Born ook beter dan Avril Lavigne, Beastie Boys en Usher. Niet gek voor zo’n eigenzinnige Amerikaan, die zijn invloed meer en meer aan het uitbreiden is. Warner mag tevreden zijn en The Guardian heeft een stijger in de lijst.

Boeken / Fictie

Zure, ziekelijke, en tirannieke mensen

recensie: Dmitri Bakin - Redenen om te leven

.

De bundel bestaat uit zeven verhalen die stuk voor stuk mysterieus en somber van aard zijn. De personages die Bakin beschrijft zijn veelal zure, ziekelijke, en tirannieke mensen die stug doorleven, niet om een bepaalde reden, maar omdat ze nu eenmaal op deze aardkloot zijn geworpen. Bakin weet op meesterlijke wijze een bepaalde sfeer op te roepen, zoals een klimaat vol haat en wantrouwen of een wereld doortrokken van kou en verrotting. Hij doet dit in lange, haast extatische zinnen die zijn verhalen een tijdloze, mythische dimensie geven.

“Een groot oor”

Over Bakin is maar zeer weinig bekend. Hij werkt als taxichauffeur in Moskou en houdt zich afzijdig van de literaire wereld. In 1996 won hij de zogenaamde Anti-booker prijs die door Moskous toonaangevende intellectuelen als de belangrijkste literaire prijs wordt beschouwd.

Bakin valt uit de toon in het huidige literaire klimaat van Rusland vol hippe, postmoderne schrijvers die zich vaak richten op de actualiteit – zoals Sorokin die zijn schrijverschap ooit omschreef als “een groot oor, afgestemd op de ruis van de tijd” – en daarbij vaak provocerend en innovatief te werk gaan.

Bakin houdt zich evenmin bezig met het communistische verleden van censuur en onderdrukking, zoals Makanin doet in zijn monumentale roman Underground, een held van onze tijd of Vojnovitsj in zijn doldwaze meesterwerk Monumentale propaganda. Zijn stijl doet nog het meest denken aan het droge en absurdistische proza van Andrei Platonov, alhoewel zijn thematiek geheel anders is.

In het eerste verhaal – Bladeren – raakt een verweesde jongen verzeild bij een ouder echtpaar:

De man vroeg: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij keek naar de man zijn borst en zweeg. De man zei: ‘Jij bent vóór de oorlog in dit huis geboren.’ Hij keek naar de man zijn borst en zei: ‘Nee.’ De man hief zijn hand op en wees naar het onopgemaakte bed: ‘Daar.’ Hij zei: ‘Nee.’ De man zei nors: ‘Je bent twaalf jaar geleden geboren, je bent twaalf, je bent in augustus geboren.’

Een man van anderhalve meter hoog identificeert zich in Land van herkomst met de gigant die aan de basis van zijn gedegenereerde stamboom staat. In De landmeter wordt de tirannieke pater familias Krajnov, die geobsedeerd is door geld en staatsobligaties, bedrogen door de staat.

De onverzettelijke Baskakov bouwt in Wortel en doel een huis, dat zijn broer hem op sluwe wijze tracht te ontfutselen. Over hem wordt verteld:

als ze binnen de kritieke stralingszone van zijn persoonlijkheid kwamen, voelden ze nog steeds een verwarring in hun gedachten en een onverklaarbare slapte over hun hele lichaam, alsof de levende vezels van hun spieren los van elkaar waren geraakt, […] en op benen van watten haastten ze zich de cirkel uit, weg van de schadelijke uitwerking van zijn onbeweeglijke figuur.” Uiteindelijk gaat hij aan zijn eigen persoonlijkheid ten onder.

Fragmenten

Wie de moeite neemt om door te dringen in het soms moeilijk toegankelijke proza van Bakin, wordt niet teleurgesteld. Zijn stijl is ronduit voortreffelijk en hij wekt moeiteloos een geheel eigen wereld tot leven. Toch lijkt er meer potentie te zitten in Bakins proza dan hij benut. Veel verhalen blijven fragmentarisch, ze beschrijven één situatie of één karakter. Elk van hen zou moeiteloos uit kunnen groeien tot een novelle of roman, dan zou Bakins beeldend vermogen nog beter tot zijn recht komen.

Muziek / Album

Sarah Bettens blijft dicht bij K’s Choice

recensie: Sarah Bettens - Go

Ooit begon Sarah Bettens met haar broer Gert de groep K’s Choice. Hits als Not An Addict en Cocoon Crash hebben deze Belgische band groot gemaakt. De afgelopen jaren was de rek er echter een beetje uit, wat te horen is aan de wat saaie studioplaat Almost Happy. Na tien jaar veel succes te hebben gehad zijn Gert en Sarah nu (tijdelijk) met de band gestopt om, zoals dat zo mooi heet, hun muzikale horizon te verbreden. Voorlopig zet Sarah met het minialbum Go een mooie plaat neer, maar van verbreding is geen sprake.

~

Go laat een aantal afwisselende, herkenbare nummers horen. Sterke songs zijn de ballad Grey en het stevige nummer Fine. De vijf nummers klinken stuk voor stuk lekker, als was het de nieuwe plaat van K’s Choice. Go sluit naadloos aan op Almost Happy.

Iel

Toch mist er duidelijk iets op deze opwarmer voor het komende festivalseizoen. (Bettens stond onder meer al op The Music In My Head). Het geluid is minder zwaar dan vroeger en regelmatig mis je de typische tweede stem van Gert Bettens om meer steun te geven aan de vocalen van Sarah. Haar stem staat nu wel erg alleen en is te iel om echt interessant te worden. Ze weet mij nog niet te overtuigen door gebrek aan vernieuwing, lef of overtuiging.

Dat is het dan

Op de cd staat nog wel een leuke bonus in de vorm van twee versies van de video Fine. Dit zijn wel aardige video’s en deze beelden zorgen er wel voor dat de muziek meer begint te leven, maar dit maakt het nog geen spetterend album. Volgens mij kun je dan beter wat live-nummers op de plaat zetten, of desnoods wat demo’s. Deze video’s kijk je een keer en dat is het dan.

Bescheiden

Helaas klinkt Go dus nog wat bescheiden. Ik ben benieuwd of Bettens in de komende maanden inspiratie op kan doen voor nummers die meer vernieuwend zijn dan wat op Go te horen is. Dit najaar verschijnt haar eerste volwaardige solo-album. Ik hoop dat zij daarop krachtiger uit de hoek komt als op dit tussendoortje, zodat ze daadwerkelijk die horizon kan verbreden.

Film / Films

Waardig slot van een tv-generatie

recensie: The X-Files – 9e Seizoen

Na het negende seizoen moeten we de X-Files voorgoed missen. Ruim tien jaar was “the truth out there” en in het afsluitende seizoen wordt de waarheid eindelijk onthuld. Wij bespraken een tijd geleden het zevende seizoen van The X-Files en waren daar toen erg over te spreken. Tijd om ook de afsluitende serie van 22 afleveringen een plaats te geven op 8WEEKLY.

~

Voor hen die de serie de laatste tijd niet helemaal gevolgd hebben zal het even wennen zijn om het negende seizoen te zien. Dana Scully (Gillian Anderson) is met zwangerschapsverlof en heeft dus een baby gekregen. Natuurlijk is dat een heel bijzondere baby. Ook hebben de agenten John Doggett (Robert Patrick) en Monica Reyes (Annabeth Gish) de hoofdrollen overgenomen van Mulder (David Duchovny) en Scully. Gelukkig speelt vooral Scully (en ook nog even Mulder) een grote rol op de achtergrond van dit afsluitende seizoen, want ondanks de goede acteerprestaties van Patrick en Gish blijft de aanwezigheid van Scully en Mulder erg welkom.

Beklemmend

~

De serie geeft je als kijker nog steeds hetzelfde mysterieuze gevoel als hij vanaf episode nummer één gedaan heeft. De serie bestaat vooral uit donkere beelden, aangevuld me veelal erg beklemmend geluid. Als je de serie zonder beeld kijkt kun je al schrikken van de muziek of geluidseffecten. Dit maakt dan ook dat je snel tot over je oren in de donkere beelden wegzakt.

Desert Storm

Het negende seizoen begint met een legendarische dubbelepisode: Nothing Important Happened Today. Het is vanaf de eerste minuut spannend. Zoals ook bij vorige seizoenen is de afwisseling tussen de afzonderlijke afleveringen groot. Dit is de ruggengraat van het succes van de serie en deze blijft ook in dit seizoen stevig overeind. Je wordt regelmatig verrast door de originele wendingen die gemaakt worden, zoals het feit dat je in de aflevering Providence ineens in operatie Desert Storm in Koeweit zit en realistische oorlogsbeelden voor je kiezen krijgt. Dit soort extreme uitstapjes kunnen gewoon in The X-files en dat maakt de serie uniek.

Overdreven fantasie

Het is ook de kracht van de serie dat ze voor mensen die niet geïnteresseerd zijn in science fiction ook interessant is. Het speciale van The X-Files is dat bedenker Chris Carter er telkens weer in slaagt om de verhalen zo over te brengen alsof het vandaag nog bij mij in de achtertuin zou kunnen gebeuren. Bijvoorbeeld het verspreiden van een giftige stof via het drinkwater of het klonen van mensen om een supersoldaat te krijgen. Je hoeft tegenwoordig niet over een overdreven fantasie te beschikken om dergelijk ontwikkelingen als realistisch te zien. Dit maakt dat je snel meegesleept wordt in de verhaallijnen van de serie.

Druilerige zondagmiddag

De dvd van het negende seizoen is als vanouds subliem wat betreft beeld en geluid. Het is een genot om naar te kijken. Ook zijn er weer een degelijk dosis extra’s als deleted scenes, commentaar en documentaires toegevoegd voor hen die op een druilerige zondagmiddag meer willen weten over het einde van deze legendarische serie.

Televisiegeschiedenis

Het is desondanks goed dat aan de serie een einde gekomen is. Hoe goed Robert Patrick en Annabeth Gish ook hun best doen, ze zullen nooit het zelfde gevoel bij de kijker oproepen als de mysterieus mooie Scully en Fox Mulder. Je kunt op zo’n moment maar één ding doen en dat is met een waardig slot een televisiegeneratie afsluiten. Dat is gebeurd en met dit negende seizoen heel degelijk en integraal gedocumenteerd op dvd.

Boeken / Fictie

Dagen in detail

recensie: A.F.Th. van der Heijden - Hier viel Van Gogh flauw. Frans dagboek

Dit voorjaar verscheen tijdens de boekenweek een dagboek van A.F.Th. van der Heijden (1951): Hier viel Van Gogh flauw, met als ondertitel ‘Frans dagboek’. Door deze ondertitel ontstaat het vermoeden dat de schrijver een speciale band heeft met Frankrijk, er misschien ook een langere tijd heeft gewoond en scherpe observaties gaat geven. Maar niets van dit alles. In Hier viel Van Gogh flauw zijn simpelweg aantekeningen verzameld die de schrijver maakte toen hij in dit land was, wat in feite neerkomt op een paar vakantiezomers tussen 1968 en 1999. Dit levert grote sprongen in de tijd op: tussen sommige hoofdstukken zit meer dan vijf jaar.

De negen hoofdstukken zijn grofweg te verdelen in drie periodes. In de eerste stukken doolt Van der Heijden als tiener en twintiger door het land op zoek naar zichzelf. Vervolgens is er een hoofdstuk uit 1979, waarin de dan 27-jarige Van der Heijden samen met collega-schrijvers Parijs bezoekt. Hierna breekt er een rustige periode aan, waarin hij als dertiger en veertiger in Zuid- en Midden Frankrijk met zijn vriendin, en later ook met zijn zoon, vakantie viert.

Drama

Het dagboek begint met aantekeningen van een 16-jarige Van der Heijden die met vrienden in de Vogezen op vakantie is. Hij beschrijft de gebeurtenissen met zijn vrienden gedetailleerd: hele gesprekken staan nauwkeurig uitgeschreven. Het dagboek is niet zomaar iets tussendoor voor de jonge Van der Heijden; hij maakt al schrijvend meer van de wereld om hem heen. Soms met veel gevoel voor drama, zoals in deze Piet Paaltjens-achtige scène:

[er] steekt een meisje van mijn leeftijd het zebrapad over. Als ze nu opkijkt naar het raam waarachter ik zit, zal ze me herkennen (zonder me te kennen, want we hebben elkaar nooit eerder gezien). We zullen elkaar aankijken en op hetzelfde moment allebei weten: dat is hem/ dat is haar. […] Ach, had toch even gekeken, lief meisje, dan was ons leven op slag veranderd.

In de volgende stukken, waar Van der Heijden een twintiger is, heeft hij het gevoel voor drama nog niet verloren. Een reeks van in de steek gelaten liefdes komt voorbij, (‘ik had te kampen met verlatingslust’) waarbij hij zich in zelfmedelijden dompelt. Het is alsof hij dit verdriet over zich afroept, om er over te kunnen schrijven, om te kunnen blijven dromen:

[…] mochten de nevelachtige contouren van de Grote Liefde niet door een concreet lijf worden ingevuld?’ Hij is op zoek naar grootse dingen: ‘Ik wil meer. Ik wil het avontuur, gevaarlijk leven, een verhaal om mee naar huis te nemen. Ik heb genoeg van elke dag elleboogjesmacaroni […].

Sapkuurtjes

Dit in tegenstelling tot de aantekeningen van twintig jaar later, wanneer hij met vriendin en zoon op vakantie is. In een soort telegramstijl schrijft Van der Heijden hier over dagelijkse dingen. Zo vermeldt hij elke dag wat er gegeten is: ‘Ontbijt. Croissants met jam. Stokbrood met pindakaas. Koffie met melk’, en: ‘Kleine salade fruits de mer met restje rosé van gisteravond, nog steeds naar kurk smakend.’ Hij beschrijft nauwgezet wat er in de krant staat, wat zijn zoontje doet (vissen, tafeltennissen), wat hij heeft gedroomd. Geen verheven zaken maar discussies over wat een patatje oorlog is, vervelende obers, sapkuurtjes en aambeien.

Hoewel dit misschien saai lijkt is de herhaling meeslepend. De minutieuze wijze van weergeven heeft te maken met de neiging om dingen vast te houden, niet zomaar voorbij te laten gaan:

Ik begin te schrijven: eenvoudige aantekeningen over het begin van deze dag, in de hoop dat ik tzt (liefst in een verre toekomst) flarden van deze dag heel helder, tot in het kleinste detail voor me zal zien. IJdel bedrijf.

Drankgebruik

Dingen in de hand houden lijkt een terugkerend gegeven voor de schrijver. Van heel dichtbij zien we een dagelijkse strijd met zijn gewicht (‘Voor mijn vertrek aan Arles had ik tien kilo lichter willen zijn […], maar 6½ kg minder en nog ontslakt ook, daar doen we het voor’) en met drank (hoewel hij hier ruimhartig aan toegeeft, schrijft hij elke dag op wat en hoeveel hij gedronken heeft, alsof hij zijn gebruik toch ergens wil controleren). We zien zelfs het gevecht met zijn werk. Het voelt bijna alsof het niet voor de lezer is bestemd; de zakelijke kant van een schrijver, die bezig is zijn schrijven te plannen, voortdurend voornemens maakt en uren uitrekent:

Ik ben bereid tien uur per dag te werken, als het maar niet tien uur per dag met dezelfde concentratie moet, of tien uur per dag aan hetzelfde project. Afwisseling, dan krijg ik die tien uur wel vol. Drieduizend en vijfhonderd uur schrijftijd, dat ziet er mooi uit.

Het Ene Boek

Zoals de dagboekaantekeningen in zijn jonge jaren dienden als oefeningen in observeren en schrijven, zo is het dagboek later een vingeroefening geworden, om zich warm te maken voor ‘het echte werk’, zoals blijkt uit zijn planning:

Douchen, aankleden: 8:00-8:15. Wandeling tot tegen negen uur. Met ontbijt naar boven. Ontbijten, voorbereidende werkzaam heden, eerste dagboekaantekeningen. Uiterlijk 9:30 beginnen met schrijven – met de pen.

Juist hierdoor zijn de latere aantekeningen zo interessant. Er is geen buitenkant, geen harde schil van vormen waar de lezer doorheen zou moeten bijten, maar gewoon iemand die tegen je praat, die je zelfs nodig heeft om alles op een rij te zetten en niet speciaal zijn best doet er goed uit te zien. ‘Ik zou het begin van de nieuwe eeuw willen opluisteren met een boek waar ze de komende honderd jaar nog een flinke kluif aan zullen hebben. Bewerkte en uitgebreide Tandeloze Tijd?’. Met dit soort vragende voornemens (en zijn plannen voor ‘Het Ene Boek’) laat hij een kwetsbare kant zien. Eigenlijk doet hij waar hij zelf in zijn aantekeningen uit 1998 voor pleit:

Ik zou graag zien dat menselijke wezens wat doorzichtiger voor elkaar werden: engelachtiger. Niet alleen grove buitenkant waaraan beledigingen zich des te beter hechten, nee: spiegeling van het eigen bewustzijn. Mensen zouden er alleen maar raadselachtiger van worden- niet in de slechte zin des woords.

Misschien dat hij in deze aantekeningen zo doorzichtig kan zijn omdat hij op zich op het moment van schrijven inmiddels in zekere zin heeft bewezen. In de jaren negentig zijn al verschillende boeken van hem uitgegeven, zijn naam is geprezen in de pers en staat in literatuurboeken, kortom: hij heeft zijn plaats in de literaire wereld.

Doodziek aapje

In dit verband is het stuk uit 1979, waarin Van der Heijden samen met Cees Nooteboom en Jan Donkers een paar dagen in Parijs doorbrengt, interessant. Het komt uit de periode waarin Van der Heijden bezig is zijn plaats in het Amsterdamse literaire wereldje te veroveren. Ook hier heeft hij nauwkeurig de loop der gebeurtenissen weergegeven, alsof hij zijn eerste ontmoetingen met de Groten goed wilde conserveren. We zien hoe hij opkijkt tegen Cees Nooteboom, die hem onder zijn hoede neemt en probeert te introduceren bij de Herenclub in kunstenaarssociëteit Arti, wat Harry Mulisch trouwens bruut afwijst met de woorden ‘Ach, Cees, zo’n jongen van drieëntwintig, dat is toch niets voor ons.’ (En dit terwijl Van der Heijden zeventwintig was). We krijgen inzicht in de portliefde van Nooteboom en zijn contacten met Hans van Mierlo. Het geheel is doorspekt met sappige anekdotes. Zo beschrijft Van der Heijden de reactie van Nooteboom op passages van Reve in Op weg naar het einde waarin Nooteboom een ‘doodziek aapje’ wordt genoemd. Doordat hij de gesprekken, zijn eigen gedrag, de grapjes die gemaakt worden (hoe Nooteboom elke ochtend in Parijs de vorige avond samenvat met: ‘Het was laat, en het was veel.’) weergeeft lijkt het alsof je er zelf naast staat. Dit legt bloot hoe het werkt met contacten leggen en opgenomen worden in werelden.

Mager

Voor Hier viel Van Gogh flauw dus vooral lof, een boek dat zeker aan te raden zou zijn, was het niet dat er een jaar geleden al een ander dagboek van Van der Heijden is uitgegeven: Engelenplaque. Notities van alledag. 1966-2003. Dit verscheen bij een andere uitgever – De Arbeiderspers – in de reeks Privédomein. Het valt niet te ontkennen dat, hoewel er in Hier viel Van Gogh flauw andere stukken zijn geselecteerd, het toch vooral als een slap aftreksel aandoet van Engelenplaque. Het is zelfs letterlijk mager in vergelijking, met 200 pagina’s tegenover 500 pagina’s. Alle grote gebeurtenissen uit Van der Heijdens leven staan er juist niet in (bijvoorbeeld de ontmoeting met zijn vriendin, de geboorte van zijn zoon, het uitbrengen van boeken, etcetera). De dagelijkse strijd met het schrijven, de lange lijn van plannen maken en dingen uitvoeren, de steeds terugkerende faalangst etc. is ook niet zo zichtbaar, aangezien de aantekeningen vooral in vakantieperiodes zijn gemaakt. Er is weinig aan te wijzen dat Hier viel Van Gogh flauw naast Engelenplaque tot een unieke uitgave maakt, die er moest zijn. Er is ook geen duidelijke meerwaarde omdat de stukken in Frankrijk geschreven zijn, want behalve het eten uit de Franse restaurants en de vakantiesfeer brengt dit gegeven niet veel bijzonders in.

Hier viel Van Gogh flauw voelt als een makkelijk boek voor in de boekenweek, die dit jaar immers in het teken van Frankrijk stond. Het is alsof de vaste uitgever van Van der Heijden, Querido, in navolging van De Arbeiderspers ook eens wat dagboekaantekeningen wilde uitbrengen.

Muziek / Album

Die dames kunnen meer dan alleen trommelen

recensie: Treble - No Trouble

“Tja, wat moeten we hier nu weer mee?” zullen veel mensen gedacht hebben bij het horen van de single Ramaganana. Drie mooie blonde meisjes met trommels die een liedje zingen waar je geen snars van verstaat, daar zal wel een slimme platenmaatschappij achter zitten, dacht je nog. Maar wat blijkt: Djem, Nina en Caroline van Treble zijn geen beginnertjes, want ze hebben al jaren ervaring met het geven straatoptredens en bovendien schrijven ze al hun nummers zelf.

~

Na de grote hit Ramaganana doet Treble nu een gooi naar een plaatsje in de hitlijsten met Magic. Dit nummer wordt in het Engels gezongen en laat minder trommels en meer piano horen. Ramaganana en Magic zijn tekenend voor het debuutalbum No Trouble, waarop, om kort te zijn, wat trommelnummers, enkele pianoballades en zelfs een aantal swingende rocksongs staan.

Zelfverzonnen taal

Openingsnummer 10 Years Ago is zo’n rock-georiënteerd nummer, dat met de toevoeging van de driestemmige zang van de dames gelijk een heel eigen geluid laat horen. Een nummer als All Alone is voorzien van een latindeun, terwijl de drie songs in zelfverzonnen taal, waaronder Ramaganana, Afrikaanse invloeden laat horen.

Ondergesneeuwd

De drie meiden hebben bewezen het heel goed met zijn drieën af te kunnen, maar de toevoeging van de extra bandleden op de cd en nu ook bij de meeste live-optredens, geeft Treble net een wat stevigere ondergrond. Hierbij worden de bijdragen van de dames van Treble niet ondergesneeuwd door deze professionele muzikanten. Het drietal leidt ons via Afrika naar Zuid-Amerika om weer in Nederland terecht te komen.

Koude kikker

Treble staat garant voor mooie, catchy popsongs die als een klok klinken. De snelle vrolijke nummers roepen een heerlijk zomergevoel op en je moet wel een hele koude kikker zijn wil het je helemaal niets doen. Dit debuut kent eveneens een aantal prachtige langzame momenten, die soms ontroeren en altijd weer verrassen. No Trouble is een uitstekende debuutplaat van drie meisjes vanwie gedacht werd dat ze alleen een beetje konden trommelen.

Muziek / Album

Wie had ook een relevante plaat verwacht?

recensie: Brian Wilson - Gettin' In Over My Head

Eerst even de stand van zaken: de laatste twee jaar vormden een enorme opleving voor Brian Wilson. De man die geldt als een van de grootste genieën uit de muziekgeschiedenis begon zijn terugkeer aan het front met een tournee waarin hij de legendarische Beach Boys-plaat Pet Sounds integraal ten gehore bracht. Degene die het geluk had een van deze optredens bij te wonen, had naar verluid deelgenomen aan een hoogmis. Petje af voor het feit dat een afgeschreven artiest als Wilson nog op zo’n manier uit kan halen.

~

Inmiddels heeft Wilson het touren weer helemaal onder de knie gekregen, al vindt hij er zelf niets meer aan, wat blijkt uit een interview in Volkskrant Magazine. Hij staat op 13 en 14 juli echter wel in het Nederlandse Congres Centrum voor twee concerten, nadat hij de HMH al eerder aandeed. Later dit jaar verschijnt Smile, het meest legendarische nooit uitgebrachte album aller tijden, waar de Beach Boys-liefhebber al zo’n vijfendertig jaar op zit te wachten. Eerst was het echter de beurt aan Gettin’ In Over My Head om te verschijnen. Een eerste echte nieuwe soloplaat in meer dan zes jaar.

Paul, Elton en Eric

Wilson heeft in die veertig jaar aan de top veel beroemde vrienden en kennissen vergaard, die allemaal graag met hem willen samenwerken. Paul McCartney noemde Wilsons God Only Knows het mooiste liedje ooit gemaakt en werd ondanks de vriendschappelijke concurrentiestrijd tussen The Beatles en The Beach Boys in de jaren zestig een vriend van Wilson. En nu anno 2004 staan beide heren eindelijk samen op een album in het duet A Friend Like You, een voorbeeld van hoe de relevantie van dit soort iconen behoorlijke schade kan ondervinden. Een slap duet als dit voegt niets meer toe aan het aanzienlijke oeuvre van beide heren. Ook de bijdragen van Elton John op How Could We Still Be Dancin’ en Eric Clapton op het nogal eighties aandoende City Blues zijn niet echt om over naar huis te schrijven.

Verwachtingen

Ik denk echter ook niet dat iemand nog een relevant album ‘nieuw’ album van Wilson had verwacht. Wanneer je deze plaat met die insteek en dus zonder verwachtingen een kans wilt geven, dan valt het allemaal wel mee. Hoewel Wilson als speelbal van de platenmaatschappij zelf eigenlijk weinig meer in de melk te brokkelen heeft (hij zocht zelf niet eens de liedjes uit, wat blijkt uit datzelfde interview), hoor je hier en daar nog wel enkele herkenbare vleugjes songwriting van de meester terug, zoals in het duet Soul Searchin’ met zijn overleden broer Carl. Ook valt het allemaal nog wel mee met de vocalen van Wilson, die nu toch de zestig gepasseerd is en dus niet meer dat onfeilbare geluid van vroeger voorbrengt. Gettin’ In Over My Head is een aardige plaat vol nostalgie en herkenning.

Vloeken in de kerk

Het is respectloos een held als Wilson af te serveren op een gebrek aan urgentie. Zonder te vloeken in de kerk, kun je echter toch wel zeggen dat Wilson zijn beste tijd allang gehad heeft wat betreft het maken van nieuwe muziek. Gettin’ Over My Head is een tussendoortje voor de liefhebber van de Beach Boys zoals de muziek van Paul McCartney en Ringo Starr enkel nog leuk is voor de Beatlesfan – om over het recentere werk van The Stones en Mick Jagger nog maar te zwijgen. Natuurlijk is er geen enkele reden om te stoppen met het maken van dit soort plaatjes wanneer je er nog plezier in hebt, maar als ik Wilson was zou ik dat touren maar laten voor wat het is.

Muziek / Album

Als een blije kleuter

recensie: Jesse Malin - The Heat

Typisch. Je hebt vaak al een flink aantal associaties in je hoofd wanneer je een plaat voor het eerst beluistert. Jesse Malin lijkt op een jonge Bruce Springsteen en is vergelijkbaar met een aantal bekende jonge Amerikaanse songwriters uit de ‘alternative country’ traditie, ik zeg Ryan Adams en Pete Yorn. Kijk je in het boekje, blijkt dat al die associaties daar met naam en toenaam genoemd worden. Zo was Malin eind vorig jaar drie avonden te gast, of moet ik zeggen op audiëntie, bij ‘The Boss’ om een aantal van zijn nummers te spelen. Ryan Adams produceerde het debuut The Fine Art Of Self Destruction en wordt extra bedankt. Pete Yorn zong een stukje mee.

The Fine Art Of Self Destruction was een uitstekende plaat, waarmee Malin ook solo met akoestische gitaar de wereld in trok. Hij stond vorig jaar op The Music In My Head in Den Haag, waar hij een aantal prachtige liedjes liet horen. Echt zo’n optreden waar je nog geregeld even met een glimlach aan terugdenkt. Op The Heat doet hij eigenlijk weer hetzelfde als op het debuut. Niet louter akoestisch – “…these songs can be played with some artillery” – maar een mengeling tussen scheurende gitaren en de rust van de akoestische vriend in combinatie met een wat hese stem en altijd weer die snik.

Herkenning is het wapen

~

Het is verbazingwekkend hoe dit soort jongens steeds weer hetzelfde liedje opnieuw uit weten te vinden. Op een of andere manier lijkt het of je alle liedjes van Jesse Malin al eens gehoord hebt, zo herkenbaar. Een eigen geluid of gewoon steeds hetzelfde geluid? Maakt eigenlijk niet uit, want Malin weet telkens weer de juiste snaar te raken net als Springsteen dat steeds weer doet (zie zijn laatste plaat The Rising), idem Pete Yorn. Die lui zijn ongekend gedreven in het schrijven van de ultieme popsong. Herkenning is daarbij het wapen waarmee ze mij telkens weer overhoop schieten. Ik ben om als ik de eerste noten van opener Mona Lisa heb gehoord en kan dan alleen nog maar als een blije kleuter meeneuriën op de melodieën van Arrested en Since You’re In Love.

Het enige minpuntje van The Heat is dat Malin hier en daar wel een beetje pathetisch wordt. De plaat kent een aantal tearjerkers, die van mij niet hadden gehoeven, mede omdat zijn zang juist in die trage songs wat zeurderig wordt. Verder echter niets dan goeds en weer een mooie plaat voor de liefhebber van mooie liedjes.