Film / Films

Digitale dromen

recensie: Once Upon A Time In Mexico

Once Upon A Time In Mexico is niet zomaar een film; het is een regelrechte mijlpaal. Door omstandigheden kreeg regisseur Robert Rodriguez twee weken de tijd om zijn epische actiefilm voor te bereiden en maar zeven weken om alles op te nemen. Ter vergelijking: de meeste Hollywoodfilms hebben voor beide perioden tenminste tien, en meestal het dubbele nodig. Hij speelde het klaar dankzij een gloednieuw camerasysteem en een onuitputtelijke hoeveelheid creativiteit.

~

Rodriguez was na de slopende opnamen van Desperado en Spy Kids eigenlijk een beetje zat van het hele filmproces. Traditionele filmcamera’s zijn inefficiënte dingen die elke tien minuten herladen moeten worden en volgens Rodriguez de oorzaak zijn van veel oponthoud tijdens het filmen. Toen hij in 2001 via George Lucas oog in oog kwam te staan met de nieuwe High Definition-videocamera’s van Sony, wist hij meteen dat dit systeem de complete filmindustrie op zijn kop zou kunnen zetten. Geen gedoe met filmrollen meer, maar gewoon een videotape waarmee je een uur kunt opnemen. Geen gedoe met lichtmeters meer want je kunt je werk meteen terugkijken op speciale HD-monitoren. Rodriguez maakte binnen een paar weken zijn halfvoltooide script van Once Upon A Time In Mexico af, kreeg het groene licht van de studio en vloog naar Mexico om zijn film op te nemen.

Experiment

~

Het resultaat is een razendsnelle actiefilm met een sterrencast, een warrig verhaal en een unieke look. Om met het laatste te beginnen: deze dvd – op dit moment het enige medium dat recht kan doen aan de digitale videobeelden van Rodriguez’ HD-camera – ziet er geweldig uit. Haarscherp, met kleuren die van het scherm afspatten en toch nergens digitaal (‘gepixeld’) zijn. Aan de inhoud van het verhaal hoeven we weinig woorden vuil te maken, want aan alles is te merken dat Mexico een experiment was. Rodriguez vergde het uiterste van zijn camera’s en heeft zijn verhaal daarop aangepast: hij filmde in bijna elke situatie, van het keiharde Mexicaanse zonlicht tot het vrijwel pikzwarte interieur van een café, van weidse landschappen tot voorbijflitsende auto’s.

Verplichte kost

Rodriguez is enthousiast over zijn nieuwe speelgoed en dat zullen we weten ook: deze hele dvd is een ode aan zijn nieuwe manier van werken en HD-video in het bijzonder. In elke extra op de schijf wordt de creativiteit en de snelheid benadrukt waarmee deze film is gemaakt. Het is misschien iets te veel van het goede voor degenen die minder geïnteresseerd zijn in de technologie achter de film, maar verplichte kost voor iedereen die dat wel is. Film Is Dead is het verslag van een lezing die Rodriguez gaf aan de universiteit van Los Angeles en zet alle argumenten voor HD en tegen conventionele film netjes op een rijtje, The Good, the Bad & the Bloody laat zien hoe de belangrijkste make-upeffecten zijn gemaakt, en The Anti-Hero’s Journey is een goedgemaakte mini-documentaire over de totstandkoming van de film en de ontwikkeling van de Mariachi-films.

Kooktips

~

Maar de mooiste extraatjes op de schijf zijn de drie filmpjes die Rodriguez zelf maakte. Inside Troublemaker Studios is letterlijk een rondleiding door Rodriguez’ huis en garage, die hij liet ombouwen tot digitale thuisstudio. Door alle werkzaamheden – montage, geluidsmixage, muziek en visuele effecten – te combineren in één pand, bespaart hij zeeën van tijd, en omdat hij thuis werkt kan hij op de gekste tijden achter de computer springen. Ten Minute Flick School zal je bekend voorkomen als je de dvd’s van El Mariachi en/of Desperado gezien hebt; in tien minuten neemt de regisseur je mee langs alle (digitale) trucjes die hij in zijn film heeft toegepast om ze sneller te kunnen maken. Het tempo is moordend, maar het is een inspiratiebron voor elke potentiële filmmaker. Ten slotte is daar nog de Ten Minute Cooking School waarin Rodriguez kooktips geeft en het gerecht bereidt dat in Mexico zo’n belangrijke rol speelt.

Once Upon A Time In Mexico, zowel de film als de dvd, is een adembenemende kijk op de toekomst van het filmmaken. Als we over twintig jaar terugblikken op het begin van de digitale revolutie, zal Mexico ongetwijfeld bij de koplopers genoemd worden.

Muziek / Album

The Next Best Thing

recensie: The Stills – Logic Will Break Your Heart

.

~

Logic Will Break Your Heart is het eerste full-length album van The Stills, een jonge Canadese band. Een typisch voorbeeld van de traagheid van de Nederlandse platenmaatschappijen trouwens, want het album kwam daar al in 2003 uit en in februari dit jaar in Groot-Brittannië. Canada is echter niet meteen het eerste land waar je aan denkt als je de plaat hoort, maar het verklaart wel waarom je niet goed kunt bepalen of het hier nu een Britse of een Amerikaanse band betreft. Geen van beide dus. The Stills brengen liedjes waarvan je meteen wilt gaan springen, hoewel je steeds het gevoel hebt dat ze daar wat te ingetogen voor zijn. De link met bands als Coldplay en Keane is dan ook snel gelegd. Ook de momenteel zo hippe invloeden van de New Wave uit de jaren 80 zijn erg aanwezig. Still In Love Song is zo’n nummer dat duidelijke links met Interpol en Franz Ferdinand heeft. Het is het meest catchy liedje op de cd en eigenlijk is het heel vreemd dat het pas als tiende nummer op de plaat is gezet.

Murmelen

Daarmee kom je meteen bij de grootste kritiek op The Stills. De band heeft een prima gitaar-drum-zang-plaatje afgeleverd, maar het klinkt allemaal een beetje hetzelfde. Hoewel er op zich geen saai moment te vinden is op de plaat, zijn er eigenlijk geen uitschieters te vinden waarvan je “wauw” zegt (op één nummer na dus). Dat gebrek aan uitschieters ligt hem deels aan de zang van zanger Tim Fletcher. Door zijn enigszins gebrekkige dictie en de brij van gitaren om hem heen is er van de teksten nogal weinig te maken. Dit is er mede de oorzaak van dat The Stills niet zo intens zijn als bijvoorbeeld Coldplay. De gitaren vullen elk leeg gaatje in de muziek en zorgen ervoor dat de zang er niet boven uitsteekt. Het wat snellere tempo van The Stills zorgt er daarentegen ook voor dat er nooit een saai moment is.

Middenklasser

Logic Will Break Your Heart is een echte middenmoot-plaat, een ’the-next-big-thing’. Er is zeker een publiek voor deze plaat, met name in de liefhebbers van de eerder genoemde bands, maar een echte A-act is The Stills nog niet. Maar hierdoor zal de band dan ook niet in het diepe worden gegooid, zoals bijvoorbeeld Keane, waardoor het de kans krijgt om vrijelijk door te groeien. Kortom, een leuk bandje met een aardige plaat die je best vaak kunt horen, maar (nog) niks wereldschokkend. Na drie keer horen dus toch maar weer Interpol opgezet.

Muziek / Album

Nog steeds bloedgeil en vol passie

recensie: The Twilight Singers - She Loves You

Dat Greg Dulli een passie voor andermans muziek heeft, wisten we al lang. Met zijn vroegere band The Afghan Whigs speelde hij een aantal onvergetelijke covers, waarvan Can’t Get Enough Of Your Love Baby van de onlangs overleden ‘Walrus of Love’ en Creep van TLC de hoogtepunten vormden. Wie een van de vaak briljante optredens van zijn nieuwere project The Twilight Singers heeft meegemaakt, weet dat er wat dat betreft niets nieuws onder de zon is.

~

Dulli haakte begin dit jaar in Paradiso gretig in op het succes van Outkast met covers van Roses en Hey Ya en pretendeerde zelfs dat die laatste gebaseerd is op ’66 van The Afghan Whigs (instemming van het publiek was overigens ver te zoeken). Verder speelden The Twilight Singers nog enkele covers die ook op deze nieuwe plaat terecht zijn gekomen. Het is een plaat die er wel moest komen.

Gaye, Simone, Gershwin en Blige

Het is nog altijd soul wat de klok slaat bij Dulli, zowel in het reguliere werk als in de covers. The Twilight Singers brachten twee gloedvolle platen uit, waarvan met name de laatste Blackberry Belle zich kon meten met het beste werk van The Afghan Whigs. Op She Loves You is het tijd voor de grote voorbeelden én voor de talentrijken van nu. Billie Holiday, Fleetwood Mac, Marvin Gaye, Nina Simone, George Gershwin tegenover Björk en Mary J. Blige.

Schreeuwerig

Hoogtepunten zijn de bloedstollende versie van Martina Topley-Bird’s Too Tough To Die, de combinatie van Marvin Gaye’s Please Stay en A Love Supreme van John Coltrane en de godgruwelijk mooie versie van Nina Simone’s Black Is The Colour Of My True Love’s Hair, nummers die ook al te horen waren in Paradiso. Moeilijker te verteren zijn Strange Fruit, geïnspireerd door I Want You (She’s So Heavy) van The Beatles, en Hyperballad van Björk. De eerste is te schreeuwerig en de tweede wordt gereduceerd tot een gewoon popliedje. Niet slecht, maar ook niet zo goed als wij gewend zijn van deze grandes dames.

Hoertje in Amsterdam

Mark Lanegan, die onlangs zijn nieuwste meesterwerkje Bubblegum uitbracht, is als vanouds weer van de partij in de gedaante van bluesman met een zeer geslaagde versie van Hard Time Killing Floor van Skip James. Weer een hoogtepuntje, vinkt u maar aan. Wat deze plaat in elk geval beter maakt dan vele andere coverplaten is de bloedgeile passie en gedrevenheid van mister sex himself Greg Dulli, de kettingroker die naar eigen zeggen zijn hand niet omdraait voor een Amsterdams hoertje dat lijkt op Britney Spears. Die man is alles waar rock ‘n’ roll traditioneel voor staat. Vandaar dat dit rauw geproduceerde tussendoortje, ondanks een paar mindere stukjes, uitstekend is voor de lekkere trek.

Muziek / Album

Theatraal en verpletterend

recensie: The Dresden Dolls - The Dresden Dolls

Misschien ken je het wel. Je ontdekt een bandje in een platenzaak of op een festival. Voor een korte tijd is het jouw geheimpje. Op nogal egoistische wijze probeer je het bandje helemaal voor jezelf te claimen. In je vriendenkring kent niemand het nog, maar jij laat iedereen genereus meegenieten van de in je hoofd gecreëerde hype. Je hebt een T-shirt dat je te vaak draagt. Ondertussen kennen duizenden mensen het bandje al, maar je blijft er in geloven dat ze niet enorm zullen doorbreken. De klap, in de vorm van een paginagrote advertentie op de achterkant van een groot muziektijdschrift, komt onverwacht.

~

Gelukkig is er nog de herinnering aan festivalidylle Haldern, waar The Dresden Dolls uit Boston, Massachusetts voor vierhonderd geluksvogels in een schitterende ambiance een vlammend optreden gaven. Het geschminkte duo dat elkaar leerde kennen op een Halloween-feestje werd door ondergetekende maar meteen uitgeroepen tot dé sensatie van het festival. Een soort aanhoudend kippenvelmoment culminerend in het moment dat Amsterdam van Jacques Brel wordt ingezet. De onlangs uitgezonden Rockpalast-special over Haldern Pop bevatte twee nummers van deze bijzondere set. Nu is de plaat in Nederland uit.

Brechtiaans punk-cabaret

The Dresden Dolls bestaan uit Amanda Palmer (piano/zang) en Brian Viglione (drums). De muziek die ze maken hebben ze Brechtian Punk Cabaret gedoopt. Palmer bespeelt haar piano op soms ruwe wijze, te vergelijken met de speelstijl van een getergde Tori Amos. Haar zang heeft raakvlakken met die van Patti Smith of PJ Harvey. Op uiterst expressieve wijze zingt, fluistert of brult ze haar tragikomische, soms cynische teksten. Het drumspel van Viglione gaat prachtig mee in de verschillende hardheidsniveaus van Palmer. Ook hij neemt op het juiste moment gas terug. Met ‘Brechtian’ wordt het theatrale aspect van de muziek en de (wit geschminkte) performance geduid. Hoewel dat laatste bij Brecht (samen met Kurt Weill verantwoordelijk voor de ‘Dreigroschenoper’) juist niet zo overdadig was, is de link naar de sfeer van de Weimar-era duidelijk.

Neurotisch

De plaat opent met het fantastische Good Day waarin Palmer op meesterlijk cynische wijze de teloorgang van een relatie bezingt: ‘…even though you knew it from the start you’d rather be a bitch than be an ordinary broken heart.’ Het neurotisch/hysterische Girl Anarchronism vliegt op topsnelheid voorbij. De teksten zijn soms erg persoonlijk en worden steeds zeer gepassioneerd gebracht. De nummers zijn behoorlijk lang, waardoor de plaat halverwege enigszins kan gaan vervelen. Daarom is het prettig dat de eerste helft van de plaat betere nummers bevat. Bijvoorbeeld het fantastische Coin-Operated Boy dat geheel in overeenstemming met de tekst een mechanisch, robotachtig ritme en metrum heeft. Ergens halverwege de song haalt Palmer een meesterlijk pianotrucje uit, waardoor de plaat vast lijkt te zitten op de regel ‘…and I’ll never be alone’. Ook live wordt dit perfect opgenomen. In meerdere songs zitten grappige verwijzingen naar beroemde nummers. Zo zingt Palmer in The Perfect Fit na een instrumentaal bruggetje ‘I love you, won’t you tell me your name, Hello…’

The Dresden Dolls spelen dinsdag 21 september in de Oude Zaal van de Melkweg in Amsterdam. De perfecte plek om een bepaalde cover ten gehore te brengen. Met dusdanig sterk songmateriaal hebben ze Brel echter niet nodig om een verpletterende indruk te maken. The Dresden Dolls zijn met deze cd nu al een van de grote verassingen van 2004. Hun Brechtian Punk Cabaret is zeer origineel met een hoog tekstueel niveau. Kom er echter alstublieft niet allemaal tegelijk achter, dan blijft het ons geheim, OK?

Film / Films

Leven in de kreukelzone

recensie: The Terminal

Ooit overnacht in een terminal? Het is een nachtmerrie. De leuningen komen niet verder dan de helft van je rug. Zodra je wegsoest, klapt je lichaam dubbel. Verstard lig je op de zetels, bang om er vanaf te rollen. Het enige lichtpuntje was voor mij destijds die aardige Rus. Ik mocht mijn hoofd op zijn schouder laten rusten. Juist deze kreukelzone vormt voor de hoofdpersoon in The Terminal het ‘paradijs’.

~

De film vertelt het verhaal van de Oost-Europeaan Victor Navorski (Tom Hanks). Tijdens een vlucht naar New York breekt er in zijn fictieve geboorteland een revolutie uit. Door deze coupe wordt zijn paspoort ongeldig en mag hij Amerika niet in. Wat nu? Vliegt hij terug dan belandt hij wellicht in een bloedbad. En ook het leven van een illegale vluchteling lokt niet erg.

Gate 67

~

Navorski besluit te wachten totdat de oorlog over is. Hij tovert gate 67 om tot een slaapplaats. Dagen worden weken, weken worden maanden en zelfs jaren. Intussen vermaakt Victor zich prima in de wereld van John F. Kennedy International Airport. Hij bemiddelt tussen de douane en een Rus die pillen smokkelt. Hij probeert een tweetal aan elkaar te koppelen, en raakt zelf stapelverliefd op de mooie stewardess Amelia (Catharine Zeta-Jones). Evenals in Forrest Gump geniet je als kijker ook in The Terminal van Hanks’ acteertalent. Als niet al te intelligente sul wordt hij met iedereen vriendjes – met de illegale schoonmaker, een bagagesjouwer en een douanier – behalve met de grimmige Frank Dixon. Als luchthavenautoriteit ziet hij Navorski het liefst meteen vertrekken. Hij beschouwt de ‘zwerver’ als een vuiltje in zijn bureaucratie dat hij zo snel mogelijk weg wil poetsen. Hij weet alleen niet hoe.

Spielberg

In The Terminal werken Tom Hanks en Steven Spielberg voor de derde keer samen. Eerder schitterden ze met de co-producties Saving Private Ryan en Catch Me If You Can. Ook The Terminal belooft een kaskraker te worden. Vooral het begin is ijzersterk. Steeds weer barst de zaal in lachen uit. Er ontstaan allerlei hilarische scenes omdat Navorski nauwelijks Engels spreekt: hij leert Engels via reclamefolders en de televisie. Gaandeweg maken vraag- en uitroeptekens echter plaats voor voorspelbaarheid. Het laatste half uur wordt zelfs een tikkeltje zoetsappig. Waarom moeten Amerikaanse films toch altijd streven naar een happy end?

Waargebeurd

The Terminal is trouwens gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Het is de story van de Iraanse vluchteling Merhan Nasseri. In 1988 landde hij op het vliegveld Charles de Gaulle waar zijn papieren werden gestolen. Hij mocht Frankrijk niet in. Sinds die tijd woont hij in de aankomsthal. Uiteraard kwam het met de papieren toch in orde, maar ondanks zijn vrijheid bleef Nasseri op het vliegveld wonen. Daar maakten de vele interviews hem bijna nog bekender dan Khomeini. De filmrechten op zijn levensverhaal brachten hem maar liefst een miljoen dollar op. Toch verlaat hij zijn ‘woning’ niet. Waar anderen een terrasje pikken om mensen te bekijken, kiest Nasseri voor zijn terminal. Wat is nu boeiender?

Film / Films

Tussen culturen in

recensie: Gegen die Wand

De Turkse veertiger Cahit (Birol Ünel) woont in Hamburg en slijt zijn dagen met zuipen, neuken en coke snuiven. Hij werkt als glazenophaler in een jongerencentrum, maar ligt liever dagenlang in zijn vervuilde bed in zijn zwaar verwaarloosde kamer. Hij denkt, maar waaraan? Hij kijkt voor zich uit, maar waarnaar? Zijn vrouw is dood, zijn idealen is hij kwijt en levenslust of ambities heeft hij niet meer. Hij voelt zich geen Turk, maar ook geen Duitser. Zwevend tussen deze culturen is hij zichzelf hopeloos kwijtgeraakt.

~

Hij rijdt met zijn auto gegen die Wand, maar overleeft zijn zelfmoordpoging. Hij wordt opgenomen in een kliniek, waar hij in de wachtkamer van de psychiater de Turkse Sibel (Sibel Kekilli) ontmoet. Ze is begin twintig en heeft geprobeerd haar polsen door te snijden. Zij wil uit haar beklemmende Turkse gezinsmilieu ontsnappen om het vrije westerse leven te ontdekken. Zij wil ook zuipen, snuiven en neuken, met veel mannen, en dansen op new-wavemuziek uit de jaren 80. Haar eerste vraag aan Cahit is of hij met haar wil trouwen. Door een huwelijk voor de buitenwereld met hem aan te gaan, hoopt zij toegang te krijgen tot het door haar gedroomde vrije westerse leven. Gegen die Wand werd dit jaar bekroond met diverse prijzen op het filmfestival van Berlijn. De voortekenen en verwachtingen zijn veelbelovend. Is dit de film die een psychologisch inzicht geeft in de multiculturele problematiek van jonge mensen die zich in de vrije Westerse wereld willen losmaken van hun ouderlijke milieu?

Verbijsterd

~

Cahit gaat zonder noemenswaardige twijfels in op de wens van Sibel om met elkaar te trouwen. Hiervoor dient eerst echter uiteraard de familie van Sibel toestemming te verlenen. Na een kort en vooral kolderiek gesprek tussen alle betrokken, waarbij Cahit wordt voorgesteld aan de familie, geeft de vader opvallend snel en gemakkelijk toestemming voor het huwelijk. Cahit hoeft alleen toe te geven dat hij van zijn dochter houdt. Wie is pa dan om twee mensen hun geluk te ontnemen? Moeder heeft nog wel haar bedenkingen en vraagt aan Sibel of zij misschien ook aan een jongere man heeft gedacht. Dit is de enige kritische vraag die Sibel voorgelegd krijgt van haar familie over haar aanstaande man. De brug voor Sibel naar het vrije leven is geslagen, maar de kijker die verwachtingsvol en nieuwsgierig is naar de achtergronden van de Turkse moraal over het huwelijk – en uithuwelijking – zal verbijsterd zijn. Heeft Sibel zelfmoord proberen te plegen vanwege deze zogenaamd starre en verstikkende houding van haar ouders ten aanzien van de vrijheid die zij wenst?

Vrijheid

~

Sibel en Cahit trouwen, ze trekt bij hem in, knipt zijn haren en ruimt zijn kamer op. Ze eten samen en gaan samen op stap in het Hamburgse nachtleven. Sibel flirt met andere mannen en neukt er lustig op los. Het kan Cahit niet raken, hij doet namelijk precies hetzelfde met andere vrouwen. Totdat Cahit bij zichzelf merkt dat hij het toch wel vervelend begint te vinden dat Sibel minaars heeft. Door de aandacht van Sibel voor hem herontdekt Cahit zichzelf. Hij merkt dat hij niet alleen kan vechten, hij kan zelfs dansen! De grote vraag in Gegen die Wand wordt dan of het in scène gezette huwelijk tussen Sibel en Cahit daadwerkelijk kan uitgroeien tot een liefdesrelatie tussen hen.

Onbeholpen en agressief

~

In de film verzucht Sibel dat zij Cahit amper kent, waarop hij antwoordt dat zij dan maar moet proberen hem te leren kennen. Ongetwijfeld geheel ongewild schetst de 31-jarige regisseur Akin hier het grote probleem van zijn eigen film en is hij gelijk zijn eigen grootste criticus. Hij geeft zijn hoofdpersonen namelijk helemaal niet de kans elkaar te leren kennen. Als Sibel Cahit voorzichtig vraagt naar zijn overleden vrouw, antwoordt hij schreeuwend dat Sibel kan opdonderen, waarna hij allerlei flessen in zijn kamer kapot smijt. Sibel vlucht de kamer uit en het beginnende gesprek is alweer afgelopen. Dit is hoe Cahit met anderen communiceert: schreeuwend, geweld niet schuwend, onbeholpen en agressief. Hij kan en wil geen diepgaand gesprek voeren. Door te kiezen voor een dergelijke hoofdpersoon heeft de regisseur bij voorbaat alle ambities en pretenties om een psychologisch portret van zijn generatie te schetsen, overboord gezet. Ook het personage Sibel kan de film niet redden. Zij is intelligent en sociaal voldoende onderlegd om verdieping aan te kunnen brengen in de relaties die zij aangaat, maar Akin laat haar ook niet verder komen dan een jonge vrouw die graag wil dansen, snuiven, zuipen en neuken. Ook zij komt in aanraking met drugs en geweld. Het gevolg is dat de karakters van Sibel en Chahit zich niet ontwikkelen, waardoor elke verdieping ontbreekt van de op voorhand interessante thema’s van de film. Zij leven wel door en worstelen wel met het bestaan, maar we komen niets te weten over hun drijfveren, achtergronden en motieven. Ze willen dansen, zuipen en neuken. Is dat echt het enige?

Geen interesse

~

Akin heeft helemaal niet de ambitie gehad om met Gegen die Wand een dieper inzicht te geven in de problematiek van zijn generatie en de vraag hoe je een eigen identiteit opbouwt tussen meerdere culturen. Hij gebruikt dit thema slechts als achtergrond in de film. Het is het decor waarin Cahit de botte gefrustreerde veertiger kan zijn die geweld niet schuwt en zuipt en snuift tot hij er bij neervalt en Sibel de jonge twintiger blijft die graag vrijheid wil, op dezelfde manier als Cahit hier invulling aan geeft. Het interesseert Akin niet waarom Cahit een zelfmoordpoging heeft gedaan en waarom deze veertiger geen zin meer in het leven heeft. Het interesseert hem niet waarom Sibel de vrije westerse wereld zo aantrekkelijk vindt en waarom zij haar verstikkende Turkse gezin wil ontvluchten en bij deze strijd aanvankelijk een zelfmoordpoging deed. Akin is niet geïnteresseerd in moeilijke onderwerpen als integratie en uithuwelijking.

Akin heeft een film willen maken waarin Turkse hoofdpersonen figureren in zijn ambitie om te laten zien dat hij weet wat leven in de onderlaag van het vrije Westen vooral inhoudt: zuipen, snuiven, dansen, vechten en neuken. Gegen die Wand is niet meer dan een verslag van hoe de hoofdrolspelers dit doen.

Boeken / Strip

De wereld draait om de verkoop

recensie: Seth - Ventilatoren

“Als ik een beroep voor Simon moest bedenken, zou dat eerder zoiets als gedetineerde zijn.” In deze zin van een van de twee hoofdpersonen in Ventilatoren zit de hele dramatiek van dit literaire stripboek verscholen. Deze uitspraak van Abraham Matchcard over zijn broer Simon zegt namelijk net zoveel over hemzelf.

~

De opbouw van Ventilatoren is bijzonder voor een stripboek. Het eerste deel van het boek speelt zich af in de huidige tijd. De lezer volgt een dag uit het leven van de bejaarde Abraham Matchcard. We volgen hem bij zijn dagelijkse bezigheden. De oude man staat in de middag op, gaat in bad, warmt zijn kant-en-klaarmaaltijd op en leest wat in oude boeken van zijn broer. Onderhand vertelt hij over de opkomst en ondergang van het bedrijf van zijn vader, Clyde Ventilatoren (in de originele versie iets prozaïscher: Clyde Fans), en over zijn voormalig vak van vertegenwoordiger. Daarbij vertelt hij dat zijn broer ook geprobeerd heeft dat vak uit te oefenen, maar daarin verschrikkelijk mislukte, om zich vervolgens thuis op te sluiten om administratief werk te doen en briefkaarten met afbeeldingen van reuzengroenten te verzamelen.

Terug in de tijd

Wat er tijdens die verkooptocht precies mis is gegaan is te lezen in het tweede deel van het boek, dat in de jaren 50 speelt. Simon Matchcard wordt gevolgd op zijn eerste en enige reis als vertegenwoordiger. Hij is op van de zenuwen en bakt er niets van, tot hij vlucht en zich stort op de briefkaarten. Met deze opbouw zou het verhaal in een “gewone” roman vrijwel onuitlegbaar geweest zijn. Juist het visuele aspect van de strip maakt dat de enorme flashback goed te begrijpen is, doordat de omgeving anders is en de figuren jonger. Daarnaast zitten er allerlei details in de strip die uitleg geven of juist vragen oproepen, zoals een portret van de broers als twintigers met een derde jonge man: een broer?

Persoonlijke gevangenis

Het boek draait om hoe het bedrijf, en in wezen het verkopen van de ventilatoren, het leven van de twee broers heeft vormgegeven. Voor beide mannen is het verkopen in een persoonlijke gevangenis uitgelopen. In het geval van Simon een zelfverkozen opsluiting na zijn commerciële mislukking, in dat van Abraham veroorzaakt door omstandigheden, namelijk het verval van het bedrijf en de verzorging van Simon. Hoewel Abraham toegeeft: “De meeste mensen lijken hun best te doen om sleur te vermijden. Zo niet Simon en ik. We waren er aan verslingerd.” Ondanks de treurige stemming die het boek uitstraalt, lijkt Abraham het niet echt erg te vinden om alleen te zijn.

50’s stijl

Het tekenwerk van Ventilatoren sluit prachtig bij het verhaal aan. De auteur, Seth (pseudoniem van Gregory Gallant), is verslingerd aan de jaren 50 en dat is in het tekenwerk terug te vinden. De stijl is een van de “klare lijn”, met veel abstractie, en is verwant aan het werk van hedendaagse Franse striptekenaars als Dupuy en Berberian. De tekeningen zijn zwart-wit met blauw en grijs als steunkleur, wat in het eerste deel het verval van Abraham en Clyde Ventilatoren en in het tweede deel de treurige stemming van Simon goed ondersteunt.

Voer voor letterkundigen

Door de opbouw en thematiek is Ventilatoren een uitzonderlijk intrigerend en gelaagd boek, dat zelfs na meerdere lezingen nog boeit en vragen oproept. Het boek verdient eigenlijk beter dan de naam “strip”, omdat daar in Nederland nog altijd associaties aan kleven van vermaak voor kinderen. Ventilatoren is een aanrader voor echte literatuurliefhebbers en iedereen die flink is uitgekeken op Suske en Wiske.

Boeken / Fictie

Vanzelfsprekend, maar toch onvoorspelbaar

recensie: Het kwade amen

Korte verhalen die gebundeld verschijnen moeten volgens de uitgever vaak onder een overkoepelend thema passen. Aan het debuut van Jan Wijnen, Het kwade amen, heeft de achterflapschrijver het thema ‘verlies’ meegegeven: “De hoofdpersonen […] zijn allemaal ergens in hun leven iets kwijtgeraakt”. Dat is inderdaad zo: zelfbeheersing, zelfvertrouwen, een kind, een droom. Maar de verhalen van Wijnen lijden onder deze gemakkelijke thematiek. Er zit veel meer in.

Het kwade amen bestaat uit negen verhalen, waarvan er vijf eerder in tijdschriften verschenen. De kwaliteit van de verhalen wisselt, net als de toon. Dag Willem is een schrijnend, maar toch komisch verhaal over een dementerende vrouw die haar zoon niet meer herkent. In het uitgebeten Zoetigheid leven een man en een vrouw samen op het scherpst van de snede, vooral sinds hun dochter is overleden en het titelverhaal Het kwade amen vertelt luchtig over het weerzien tussen twee oude vrienden en een droom die alsnog in vervulling gaat. Komisch, droevig, bijtend, het staat allemaal door elkaar. Je kunt Het kwade amen beter niet in één ruk uit lezen.

Onverwachte wending

De bundel begint met het sterke De dertiende was een donderdag. De alcoholiste Maria en haar bewaker Bulan zijn op weg naar de begrafenis van het jongetje dat Maria heeft doodgereden. De trein heeft vertraging door een ongeval en Maria en Bulan raken aan de praat. Hij is een gevluchte Joegoslaaf die tijdelijk werk heeft in de alcoholkliniek van Maria. Bijna per ongeluk vraagt ze hem of hij gelukkig is in Nederland:

Bulan deed lang over zijn antwoord. Hij zei: ‘Je hebt her recht niet om gelukkig te zijn, als je vader vermoord is, je moeder verkracht, als je je land ontvlucht bent, omdat je er niet meer tegen kon. Tegen het doden. Tegen de kans gedood te worden. Maar toch…’
Hij haalde een foto uit zijn zak en legde die met een verlegen gebaar in haar schoot.
‘Maar toch…’ zei hij, ‘als u vraagt of ik gelukkig ben, dan zeg ik… dan zeg ik…ja. Het kan niet… het mag niet… maar ik zeg… al durf ik bijna niet… het is de goden verzoeken.’

~

Door de vertraging kunnen ze niet meer op tijd op de begrafenis komen. Ze stappen uit en Maria wil even alleen wandelen. Ze belooft hem dat ze niet weg zal lopen: als ze dat toch doet, weet ze, wordt Bulan ontslagen.
Je ziet het al van verre aankomen en je denkt: ze zal toch niet…? Ze zal Bulan toch niet opnieuw in het ongeluk storten door te ontsnappen en het op een zuipen te zetten? De wending dient zich aan: al wandelend begint ze te huilen, het moment van bezinning is nabij, ze zal niet weglopen. Maar dan, net op het moment dat je begint te geloven dat je initiële vermoedens onjuist waren, draait Wijnen de hele zaak weer om: het verhaal eindigt precies zoals je gevreesd had. Deze truc werkt bijzonder goed en Wijnen past hem verschillende keren toe. Steeds wanneer je vreest dat je precies weet hoe het afloopt, dient zich een wending aan, die echter alleen als afleidingsmanoeuvre dient. De rampspoed voltrekt zich, terwijl de lezer, op het verkeerde been gezet, blijft hopen.

Stijl

Ondanks de verrassing die veel van Wijnens verhalen toch weten te brengen, is niet elk verhaal even goed. Vaak zijn het kleine stilistische mankementen die de lezer beletten het verhaal helemaal in zich op te nemen. Het kwade amen leunt zwaar op dialogen, maar omdat deze rommelig op zijn geschreven is het lastig de draad te volgen. Zonder titel gaat over een verwarde man en Wijnen probeert je in zijn hoofd te laten kijken door het verhaal in ‘jij-perspectief’ te vertellen (Je kon beter opgenomen blijven. Zeiden ze. Maar je werd te lastig.). Op de een of andere manier komt dat echter niet helemaal uit de verf. ‘Je’ weet te goed wat er aan de hand is en daardoor zit de lezer niet in het hoofd van de gek, maar zweeft hij ergens boven zijn schouder. Ook het eerder genoemde De dertiende was een donderdag had (nog) beter gekund. Het is het enige verhaal uit de bundel dat in verleden tijd geschreven is, waardoor je merkt dat je op een afstand staat. Bij de andere verhalen is die barrière afwezig.

Van de negen verhalen zijn er echter maar vier die niet uit de verf komen. De overige vijf bevatten een soort vanzelfsprekendheid die vaak onder de algemene en nietszeggende term ‘realisme’ wordt geafficheerd. Wat is realisme? Dat het echt kan gebeuren? Dat het geloofwaardig overkomt? De vanzelfzprekendheid van Wijnens verhalen schuilt juist in de onafwendbaarheid van de gebeurtenissen. De alcoholiste Maria moet wel ontsnappen, Bennie, die ‘niet helemaal snik’ is, kan in het verhaal Pindakaas niet anders dan aan boord gaan van een zeilschip om samen met een pedofiele crimineel de Atlantische Oceaan over te varen.

Het kwade amen is kwantitatief misschien maar voor de helft gelukt, de vijf verhalen die blijven hangen, zijn ook echt goed. Alle puzzelstukjes vallen bij de ontknopingen op hun plaats, maar tegelijkertijd blijft er van alles open. Het mooiste aan deze verhalen is dat je achteraf niet kunt zeggen: “zie je wel, het loopt precies zoals ik gedacht had.” Wijnen bedekt zijn eigen voorspelbaarheid op een ingenieuze wijze met een laagje hoop.

Film / Films

De essentie van de filmkunst

recensie: Hero (Collector's Edition)

Het is het jaar 230 voor Christus en China bestaat nog uit zeven koninkrijken. De koning van Qin heeft zich ten doel gesteld al deze koninkrijken samen te smelten tot een groot rijk. Vanwege deze expansiedrift heeft hij veel vijanden, waarvan de belangrijkste zijn de schermmeesters Hemel (Donnie Yen), Gebroken Zwaard (Tony Leung), en Vliegende Sneeuw (Maggie Cheung). Op een dag arriveert er bij het paleis van de koning een strijder (Jet Li) die zich Naamloos noemt en beweert deze drie tegenstanders van Qin gedood te hebben. Aangezien dit door getuigen bevestigd kan worden, wordt hij toegelaten tot de koning. Hero (2002) van Yimou Zhang, nu eindelijk uit op dvd, gaat over deze legendarische strijder die onbedoeld de koning van al zijn zorgen afhielp.

~

Hero behoort tot het genre van de wuxia pian (letterlijk: heldhaftige strijder-film), niet te verwarren met bijvoorbeeld de kung fu-films uit Hong Kong die worden gekenmerkt door brute gevechten vol rauw en heftig geweld. De wuxia pian speelt zich af in een meer geïdealiseerde en mythische wereld, waarin legendarische helden uit een ver verleden op een gestileerde en uitgebalanceerde wijze hun tegenstanders bevechten. Het genre behoort al sinds de jaren ’20 tot de Chinese cinema en bereikte rond 1970 zijn voorlopige hoogtepunt met de elegante en gestileerde films van King Hu.

Met Ashes of Time (1994) van Kar-wai Wong en Crouching Tiger, Hidden Dragon (2001) van Ang Lee is het genre weer een nieuw leven begonnen. Yimou Zhang levert hier met Hero zijn eigen bijdrage aan en met succes: zelden werden zwaardgevechten zo magistraal en overdonderend in beeld gebracht. De prachtige cinematografie van Christopher Doyle en de muziek van Tan Dun creëren een kleurige, surreële wereld waarin legenden opnieuw tot leven komen. Op visueel gebied is Hero dan ook een absoluut hoogtepunt.

De essentie van de schermkunst

~

Zoals in vrijwel elke wuxia pian is de schermkunst in Hero meer dan een vechtsport: het vormt ook een levenshouding die gebaseerd is op harmonie. In de film zijn de schermmeesters door haatgevoelens vervreemd geraakt van deze levenshouding. Slechts een van hen, Gebroken Zwaard, heeft zich in een eerder gevecht met de koning gerealiseerd wat de essentie van de schermkunst is: de afwezigheid van het zwaard, zowel in de hand als in het hart.

De film laat ook de problematische en tragische kant van deze levenshouding zien. Gebroken Zwaard is weliswaar bereid zich op te offeren voor een hoger ideaal en uiteindelijk weet hij ook Naamloos te overtuigen van zijn gelijk. Wat echter als dit ideaal wordt gebruikt voor de legitimatie van een dubieuze oorlog? Door een koning die te laf is om zich tegen zijn eigen volk te verzetten? Is zo’n opoffering dan nog wel heldhaftig te noemen?

Drie verschillende verhaalversies

~

Zhang betoont zich in Hero de virtuoze schilder die hij in eerdere films als Yellow Earth (1984) en Raise the Red Lantern (1991) ook al was. Met allerlei kleurtinten weet hij aan de verschillende sequenties een geheel eigen karakter mee te geven. Zo geeft hij van de dood van de geliefden Gebroken Zwaard en Vliegende Sneeuw drie verschillende versies die elk hun eigen kleurtinten hebben: rood, blauw en wit. Met deze drie verschillende, elkaar tegensprekende verhaalversies, die afwisselend door Naamloos en de koning worden verteld, geeft Zhang een filosofische dimensie aan het wuxia-genre. De film gaat niet alleen over heldendom, maar ook over narratieve misleiding.

Zowel Naamloos als de koning maken gebruik van deze misleiding. Naamloos wil de koning doen geloven dat hij diens tegenstanders gedood heeft om hem vervolgens te kunnen vermoorden. De koning op zijn beurt probeert Naamloos ervan te overtuigen dat zijn ideaal van ‘allen onder één hemel’ zuiver is en hij het niet verdient vermoord te worden. Als de koning Naamloos weet te overtuigen en deze afziet van de moord, blijkt dat de koning toch niet de morele kracht bezit om zijn doel op een edele wijze te bereiken.

Extra’s

Op deze Collector’s Edition staan helaas wat tegenvallende extra’s. De Selected Interviews zijn kort en fragmentarisch en neigen soms naar de typisch Amerikaanse slijmverhalen. Ze draaien onder anderen om de vraag wat een held nu precies is. Het antwoord van bijvoorbeeld Yimou Zhang luidt dan: ‘een held is iemand die onder extreme omstandigheden grote prestaties levert.’ Het blijft telkens bij dergelijke korte definities, die al met al geen wezenlijk inzicht geven in de thematiek van de film.

Enkele fragmenten uit de interviews komen jammer genoeg weer terug in de Documentaries, die zelf verder wel behoorlijk interessant zijn. Zo komen we te weten dat Zhang Yimou met zijn film de traditie wilde doorbreken door er nieuwe elementen aan toe te voegen. Als voorbeeld hiervan laat hij een scène zien waarin een gevecht zich in eerste instantie op een mentaal niveau afspeelt, om pas op het einde in een werkelijk gevecht uit te monden.

Tot slot is er nog een extra film toegevoegd, Last Hero in China. Het is niet helemaal duidelijk wat deze film aan deze set toevoegt. Afgezien van het feit dat Jet Li de hoofdrol in deze film vertolkt, vertoont Last Hero geen enkele overeenkomst met Hero. Twee films voor de prijs van een klinkt leuk, maar in dit geval is het niets meer dan een afkoopsom om de kijker te paaien. Kortom, een prachtige film met enkele gemakzuchtige extra’s die de echte liefhebber niet geheel tevreden zullen stellen.

Kunst / Expo binnenland

Oprecht, maar nergens nieuw

recensie: Strange Messenger: The Work of Patti Smith

Dichter en punkrockfenomeen Patti Smith werd in 1975 bekend met haar album Horses dat opzien baarde door de combinatie van politiek geëngageerde poëzie en rockmuziek. Het Boymans van Beuningen toont met Strange Messenger momenteel een overzicht van haar tekeningen, zeefdrukken en foto’s.

Patti Smith – If it isn’t a Duncan, it isn’t a yo-yo, 1967

Nog altijd geeft Smith vele optredens waarbij ze tussen de nummers door uit eigen werk en dat van anderen voordraagt. In de afgelopen dertig jaar is ze daarmee uitgegroeid tot ’s werelds bekendste rockster annex dichteres. Maar wat weinigen in Nederland, en misschien ook daarbuiten, zullen weten is dat ze naast deze bezigheden ook succesvol is als beeldend kunstenares. In museum Boijmans van Beuningen daarom aandacht voor haar werk. Daarnaast is in de tentoonstelling werk te zien van vijf kunstenaars die op de één of andere manier door Smith zijn geïnspireerd of met het rockfenomeen hebben samengewerkt.

Menselijke hoogmoed

Patti Smith – South Tower, The Gems of Tragedy, 2002
Digitale afdruk, grafiet, krijt en plakbland op papier
34 x 27,9 cm

Centraal in de tentoonstelling staat een serie van ruim twintig tekeningen, zeefdrukken en digitale prints uit 2001, gemaakt als reactie op de aanslagen van 11 september. Een krantenfoto van de ingestorte South Tower van het World Trade Center in New York deed Patti Smith denken aan Pieter Brueghels Toren van Babel uit 1556. Dit bijbelverhaal (Genesis 11:1-9) dat handelt over de menselijke hoogmoed inspireerde Smith al eerder tot de song Babelogue op de lp Easter en vormde het uitgangspunt voor de dichtbundel Babel. De vraag is wat Patti Smith ertoe brengt een vergelijking te trekken tussen dit oude bijbelverhaal en de recente aanslagen in New York. Misschien zag ze in de aanslagen van 11 september een afstraffing van de arrogante houding van de regering van George W. Bush.

Expressionistische popart

Een kunstenaar die in de jaren zestig nieuwsfoto’s meerdere malen reproduceerde was de Pop-Artkunstenaar Andy Warhol. Zonder ze van commentaar te voorzien reproduceerde hij afbeeldingen van Marilyn Monroe, Elvis Presley, maar ook nieuwsfoto’s zoals die van een elektrische stoel of van straatrellen. Ook Patti Smith toont in haar serie van de South Tower steeds dezelfde nieuwsfoto. Een vergelijking tussen het werk van Smith en van Andy Warhol ligt daarom voor de hand. Beiden waren in de jaren zeventig in het artistieke milieu van New York actief, maar waar Warhol in die tijd zijn Pop Art produceerde, maakte Smith vooral expressionistische tekeningen. Voorbeelden daarvan zien we in een ander gedeelte van de tentoonstelling.

Christelijke symboliek

Patti Smith – After DeKooning, 1968
Grafiet, kleurpotlood en acrylverf op papier
73,7 x 58,4 cm

In zachte kleuren heeft ze hoofdzakelijk vrouwelijke naakten en menselijke figuren getekend die eerder een verwantschap tonen met de vrouwen van abstract expressionist Willem de Kooning uit de jaren vijftig. Daarbij maakte ze nog een enkele tekening met een christelijk thema. De zeefdrukken en digitale prints van de South Tower heeft Patti Smith bewerkt door het toevoegen van verfstreken en teksten. Het zijn dus niet pure reproducties (zoals Warhol die zou hebben gemaakt). Daarbij heeft ze ook nog christelijke symboliek toegevoegd, in de vorm van kruisen, en verwijzen sommige titels naar het geloof zoals South Tower with Babelfield Text van 2001.

In het werk Twin Death, eveneens uit 2001, doorsnijdt een groot kruis het beeld terwijl we op de achtergrond de Twin Towers zien staan. Religie, maatschappijkritische teksten, Pop Art en het Expressionisme lopen door elkaar heen in het werk van Patti Smith. Maar ondanks dat de aanslagen op het WTC recent zijn, komt de serie van de South Tower toch wat gedateerd over: we hebben dit allemaal al eens gezien. Patti Smith heeft haar gevoelens, hoe oprecht ook, niet weten te vertalen in een spannend nieuw beeld.

Dromerige sfeer

Ook als je niet houdt van Patti Smiths werk, valt er in de tentoonstelling toch nog een hoop interessants te zien. Zo is daar bijvoorbeeld de installatie die Ann Demeulemeester maakte naar aanleiding van Patti Smiths dichtbundel Woolgathering uit 1992. Op tulen jurkjes die aan het plafond zijn bevestigd projecteert zij dia’s van een wolkenlucht; in een vitrine liggen katoenen linten waar teksten uit de dichtbundel op zijn geborduurd en door de boxen schalt de stem van Patti Smith die uit haar werk voordraagt. Een dromerige sfeer wordt opgeroepen en laat zich niet meer zo snel uit je hoofd zetten.

De tentoonstelling Strange Messenger: The Work of Patti Smith loopt van 21 augustus tot 21 november in Museum Boymans van Beuningen te Rotterdam. Bij deze tentoonstelling wordt naast het werk van Patti Smith ook werk tentoongesteld van Ann Demeulemeester, Judy Linn, Robert Frank, Franz Gertsch en Dan Graham.