Muziek / DVD

Moloko backstage even leuk als op het podium

recensie: Moloko - 11,000 Clicks

Vorig jaar speelde Moloko op zowel Pinkpop als Lowlands de sterren van de hemel en afgelopen mei gaf de Britse live-dans-band nogmaals een geweldig optreden op Pinkpop. Het zijn vooral het gemak en plezier waarmee zangeres Roisin Murphy en toetsenist Eddie Stevens op het podium staan dat de optredens van Moloko zo leuk maakt. Het vermaken van het publiek is voor deze twee zeker zo belangrijk als de muziek. Voor een ieder die Moloko nog nooit live heeft gezien, is er nu de dvd 11,000 Clicks, met daarop het laatste optreden van de overal zo bejubelde tour.

~

Deze show, op 22 november 2003 gehouden in The Brixton Acadamy, toont 16 nummers in 110 minuten – van opkomst tot afscheid en terugkomst en definitief afscheid. Het hele optreden is dus in beeld gebracht en op het schijfje geperst. Naast de vele verkleedpartijen van Murphy en de rare dansjes van Stevens is het vooral interessant om te zien hoe alles tot in de puntjes georganiseerd is. Als Murphy op een gegeven moment spontaan van het podium springt om een stukje door de ruimte tussen de bühne en het publiek te rennen, staat daar al een medewerker met een zaklampje klaar die Murphys pad belicht. Niks geen spontane actie, maar een strak georganiseerde show.

Dancing prawns

De registratie van het optreden in Brixton is zo goed, dat 11,000 Clicks niet alleen voor de Moloko-fan de moeite waard is, maar voor iedere liefhebber van concert-dvd’s. Naast de perfecte show zijn beeldkwaliteit en geluid uitmuntend. Het leukste aan heel de dvd is evenwel niet het optreden, maar de 25 minuten durende documentaire Ed’s Film: Roadies, ligers, chicks that digus, riggers, truckers, punters, bouncers, blaggers, boozers… Dancing Prawns, opera singers, yodellers; all in the average Day in the life of a Rock Musician. Toetsenist Eddie toont een dag uit het leven van een rockmuzikant, zoals hij het zelf noemt. En wat die dag bevat? De titel van de film zegt het al: dansende garnalen, roadies, een jodelende vrouw, meisjes die geilen op Eddie (of is het andersom?) en veel meer onzinnige dingen.

Opera of jodelaar?

Moloko heeft de vorige avond in Berlijn opgetreden en is nu in Wenen. Op het moment dat Eddie ontwaakt en de camera aanzet, rijdt de bus net de Oostenrijkse hoofdstad in. Het lijkt erop dat de camera de rest van de dag niet meer is uitgeweest. Eddie dwaalt door het gebouw waar de band ’s avonds zal optreden, Eddie legt aan een Ween die geen Engels begrijpt uit dat hij verdwaald is, Eddie raakt verzeild in een tentoonstelling van kunstacademiestudenten waar Eddie niks aan vindt, Eddie denkt met een fan het bed in te kunnen duiken, maar dat plannetje mislukt, terwijl ze zitten te eten worden Eddie en de rest van de band verrast met het optreden van een plaatselijk operazangeres of jodelster (het onderscheid is moeilijk te maken en volgens de titel komen ze beiden voor): het gemiddelde leven van de rockmuzikant, zeg maar.

Gecensureerd

Het leuke aan deze documentaire is dat het een fijne blik achter de schermen van Moloko geeft. Het beeld dat er uit oprijst is dat de bandleden allemaal, maar vooral Eddie zelf, vrolijk gestoord zijn en van een bijzonder flauw geintje houden. Het schijnt trouwens dat het allemaal nog leuker had gekund, want volgens zangeres Murphy waren er veel bandleden die bepaalde passages niet op de dvd wilden hebben. Hopelijk bewaart Eddie al het materiaal en maakt hij er nog eens een echte, lange film van.

Film / Films

Op naar de sequels

recensie: Infernal Affairs

Zien is geloven. Dat is althans wat de makers van de Infernal Affairs-cyclus kijkers beloven. Het eerste deel van de serie draait nu en deel twee (de prequel) en deel drie (de sequel) zullen respectievelijk in november en januari uitkomen. Liefhebbers van de Aziatische cinema mogen zich de komende maanden verheugen op een duivels hete winter.

~

In deel één volgt de kijker de mollen Ming (Andy Lau) en Yan (Tony Leung). Yan is als politie-infiltrant doorgedrongen in de hoogste regionen van de georganiseerde misdaad, en omgekeerd is Ming door maffiabaas Sam (Eric Tsang) het politiekorps binnengesmokkeld. Tijdens een belangrijke politieoperatie komen de twee allebei een spion in het thuisfront op het spoor (inderdaad: de ander) en wordt tegelijkertijd de eigen positie onzeker. Nadat de sleuteloperatie mislukt, wordt Ming overgezet naar Interne Zaken, vanwaar hij, begenadigd met toegangscodes tot geheime dossiers, nog beter zal kunnen jagen op de identiteit van Yan, om deze vervolgens door te briefen aan baas Sam.

Barok

Infernal Affairs is een Aziatische misdaadfilm in de beste traditie, en was dan ook een fantastische hit in Azië (en de Hollywood-remake staat op til). Het kan zijn dat je even moet wennen aan de ingenieuze uitwisselingen van koffers en informatie, aan de vette saus van sentimentele violen, aan poserende acteurs, of aan de raadselachtige keuzes die personages soms maken – er schijnt zelfs een vleugje boeddhisme in de film te zitten, maar deze gemakzuchtige Westerse recensent kon het er niet in ontdekken. Desondanks slaat Infernal Affairs nooit door in die wat barokke (hoort uw recensent daar ‘kitscherige’?) stijl die sommige exotische films kenmerkt.

~

Doordat de film niet één maar twee tragische helden heeft, verdubbelt de actie zich onwillekeurig en leef je dubbel zo hard mee. Maar het duale karakter ten spijt is het Hong Kong renaissanceman Andy Lau (uitblinker in zang, drama en Chinese kalligrafie), die door zijn manhaftiger rol de aandacht naar zich toetrekt. Lau mag als schmierende schurk die aan de verkeerde kant van de wet terechtgekomen is, fijne huzarenstukjes leveren en zowel de smeris als de snoodaard in de kaart spelen. Tony Leung moet zich vooral bedienen van het toch minder tot de verbeelding sprekende morsealfabet en een schichtige blik. Verder bestaat de taak van Leungs personage voornamelijk uit het in ieder geval niet door eigen gekluns verraden van zijn undercover-positie.

Infernal Affairs bevat te weinig actie en te weinig geweld om door te gaan voor een typische misdaadfilm. We zien alleen oorzaak en gevolg, nooit de gewelddadige handeling zelf, wat de film op een soort Hitchcockiaanse manier ten goede komt. Terwijl de kijker zich nog afvraagt hoe het toch af zal lopen met die arme hoofdinspecteur, valt de uitkomst van de zaak de kijker al rauw op het dak. Van twintig etages hoog, zo op het dak van een taxi, welteverstaan.

Op naar deel twee

Deel één doet hoge verwachtingen rijzen voor de komende twee delen. Het verhaal loopt lekker vlot en er blijft wat te raden over wat betreft de motieven van sommige van de karakters, en wellicht dat die beweegredenen dan opgehelderd worden in wat nog komen moet. We zullen af moeten wachten tot november: dan zal worden onthuld hoe het zo heeft kunnen lopen met de twee helden. Ik zie er alvast naar uit.

Muziek / Album

Van het kaliber Springsteen

recensie: Pearl Jam - Benaroya Hall October 22nd 2003

Het houdt ook niet op met de releases. Echte fans van Pearl Jam zijn of rijk of failliet. De band brengt nog steeds elk concert integraal uit, wat toch nog steeds een aardige tegemoetkoming is naar het publiek. Het is echter wel eens leuk als er iets uitkomt dat afwijkt van de gemiddelde concertopname. Vandaar dat ik persoonlijk toch wel weer stond te springen om de registratie van het concert dat de band op 22 oktober vorig jaar gaf in de Benaroya Hall, met name omdat de setlist behoorlijk afwijkt van wat de fans normaal te horen krijgen.

~

Dat de muziek van Pearl Jam akoestisch uitstekend tot zijn recht komt wisten we al van de legendarische MTV-sessie uit 1992, toen de band de meeste nummers van Ten met verve speelde. Dat gruwelijk mooie debuut komt nu amper meer in beeld. Natuurlijk kan de band niet om het prachtige Black heen, maar voor de rest ligt het zwaartepunt op de laatste twee à drie platen en op de B-kantjesverzamelaar Lost Dogs. Van die laatste komen Fatal, Down en Dead Man voorbij: nummers waarvan je je echt afvraagt waarom ze nooit op een album zijn verschenen.

Masters Of War

In Benaroya Hall speelde Pearl Jam een set die laat zien dat de band volwassen is geworden in wat je misschien wel de Springsteen-traditie kunt noemen. Ouderwetse, typisch Amerikaanse rock ‘n’ roll met een belangrijke rol voor de akoestische en elektrische gitaar. En voor de boodschap: Eddie Vedder beseft zich terdege wat een frontman van een grote band op maatschappelijk vlak kan betekenen. Hij zette zich eerder in voor de groene Ralph Nader en gaat nu samen met Springsteen, Dave Matthews en de onvermijdelijke Bonnie Raitt op tournee tegen die machtige Texaan in Washington. Het zal Vedder bewogen hebben om zijn interpretatie van Dylans Masters Of War, die hij jaren geleden voor het eerst speelde bij het 35-jarige jubileum van His Royal Bobness, weer eens van stal te halen op dit album. Toepasselijker kan het niet.

Passie en gedrevenheid

De muziek is dan misschien niet meer zo urgent als vroeger, maar wordt de laatste jaren eigenlijk alleen maar beter. De laatste plaat Riot Act was weer een hoogtepuntje in het oeuvre, maar wat Pearl Jam aan muzikale invloed verliest wint de band aan maatschappelijk belang. Benaroya Hall is weer een prachtig plaatje. Twee uur muziek van een solide band die zichzelf helemaal heeft gevonden en daardoor passie en gedrevenheid uitstraalt. Hoe lang gaat Bruce Springsteen eigenlijk al mee?

Muziek / DVD

Intiem en uniek wordt verknipt concert

recensie: Heather Nova - Live at the Union Chapel

Het bezoeken van een concert is wezenlijk anders dan het beluisteren van een CD, dat zal iedere concertganger beamen. Je gaat namelijk voor meer dan enkel de muziek naar het optreden. Wat dat betreft springt Heather Nova er helemaal uit, omdat zij haar shows altijd iets extra’s meegeeft. De manier waarop zij haar optredens doet geeft je als toeschouwer een intiem en uniek gevoel. Als je ooit een concert van deze engel uit Bermuda heb gezien weet je precies wat ik bedoel. Haar optredens zijn een fenomeen, en het kon niet lang uitblijven voordat er één op DVD werd vastgelegd.

~

De Union Chapel in Londen is een geliefd oord voor artiesten om een optreden te doen. De intieme sfeer van de voormalige kerk heeft al onderdak geboden aan bijvoorbeeld Procul Harum en recenter aan Björk, Tori Amos en Marillion. De vijf maanden zwangere Nova doet er op 12 september 2003 een semi-akoestisch optreden. Uit verschillenden bronnen heb ik vernomen dat dit wederom een indringend en intiem optreden is geweest.

Onuitwisbare indruk

~

Het noodlot wil dat op de dag van het concert Johnny Cash overleed en Nova draagt dan ook het nummer You Left Me a Song aan hem op. De warme sfeer van Nova’s concerten komt hierin heel expliciet naar voren. Daarnaast springt ook het nummer Drink It In er uit. Nova lijkt alle emoties die ze in dit lied heeft gestopt opnieuw te beleven. Dat is een unieke ervaring en ook in je eigen huiskamer weet ze een onuitwisbare indruk achter te laten. Ik word wederom stil als ik haar zie zingen: wat een vrouw!

Eenzijdig beeld

Des te meer spijt het me dat op de DVD slechts een selectie van 37 minuten van het concert opgenomen is. De rest is er met een grote kartelschaar uit gesloopt. Dit maakt dat je de DVD niet als één concert beleeft maar als een serie live-opnamen. Opvallend is dat enkel die delen waarin de nummers van haar laatste album Storm worden gespeeld overeind zijn gebleven. 8WEEKLY schreef over dit album dat “het vaak moeilijk is om een climax in de nummers te vinden”. Gelukkig blijft Nova op het podium veel charisma hebben en ze wijst je met gemak de weg door haar nieuwe materiaal. Toch is het jammer dat je zo een eenzijdig beeld krijgt van het concert. Bij een concert van Heather Nova hoort gewoon af en toe een stapje terug naar het klassieke Maybe an Angel en Truth and Bone. Om een DVD uit te brengen die drie weken opgenomen is na de release van Storm met enkel de nummers waar het publiek nog hoorbaar aan moet wennen is rampzalig.

Intimiteit benadrukt

~

Het geluid en beeld van het concert is overigens erg goed. Er is echter wel voor gekozen om regelmatig over te stappen op zwart-wit beelden, zodat de sfeer wordt opgeroepen die de lay-out van Storm ook uitstraalt. Jammer is dat deze wisselingen soms onverwacht lijken te komen, wat een onrustig effect geeft. Hierbij is echter het camerawerk wel heel goed, je zit erg dicht op Heather Nova, wat de intimiteit van het concert benadrukt.

Storm revised

Na het concert speelt Nova nog twee nummers (New Love en Every Time) achter de schermen. Hier blijkt maar weer dat ze enkel een gitaar nodig heeft om met haar stem een compositie degelijk neer te zetten. Tevens vinden we als extra de sensuele video van Drink It In en het iets minder speciale promovideootje van River of Life. Tot slot kunnen we het nog een nog niet eerder uitgebrachte nummer Photograph beluisteren, dat wordt geïllustreerd door een zichzelf herhalend rijtje foto’s. Het is overigens een lekker stevig nummer dat zeker niet misstaan had als B-kantje. Op deze DVD, die eigenlijk meer de naam Storm Revised verdient, staat het onverdiend verloren weggemoffeld.

“Geknip, geplak en gekleur”

Heather Nova heeft vaker live-optredens op CD uitgebracht. Zo kwam bijvoorbeeld in Nederland haar doorbraak met de single Maybe an Angel waar als bonus zes live-nummers op stonden (inmiddels zijn deze tracks opnieuw uitgebracht als Live at the Milky Way). Ook het albumBlow uit 1993 en het sublieme Wonderlust uit 1998 bevatten prima opgebouwde live-optredens. Ik vind het daarom ook moeilijk te begrijpen dat Nova haar concert in the Union Chapel zo triest op DVD zet. Het lijkt eerder een manier om te zeggen: “Zie je wel? Mijn album Storm is niet zo slecht als iedereen zegt, luister maar!” Dat vind ik erg spijtig, want ik had nu eindelijk een mooie weergave willen zien van een prachtig concert van een fantastische artiest. Helaas is door al dit geknip, geplak en gekleur weinig meer van die sfeer overeind gebleven.

Muziek / Album

We hadden er meer van verwacht

recensie: Prodigy - Always Outnumbered, Never Outgunned

We hebben er eventjes op moeten wachten (het laatste wapenfeit, The Fat of the Land dateert alweer van 1997), maar uiteindelijk is ie er dan toch; de nieuwe cd van The Prodigy, Always outnumbered, never outgunned. Oorspronkelijk gepland voor de winter van 2002. Het proefballonnetje Baby’s got a temper (met Keith Flint) werd door de critici echter genadeloos neergesabeld, waarna perfectionist Liam Howlett besloot dat het anders moest, back to basics werd het credo. Dat betekende in ieder geval voorlopig exit Maxim en Keith en terug naar de manier waarop het allemaal begon: alleen achter de laptop. Op Always outnumbered, never outgunned horen we gastbijdragen van Noel en Liam Gallagher (van die ene Britpopband), Kool Keith (deed ook al mee op The Fat’s Diesel Power), actrice Juliette Lewis (!), the Ping Pong Bitches (!), Twista en Paul Jackson. Een mooie mix van gevestigde namen en onbekend talent. Verder horen we in de geest van de jaren negentig veel samples. Of het een evenwichtig album oplevert, is iets anders.

~

Er werd op voorhand gedacht dat het moeilijk zou worden om het geniale The Fat of The Land te evenaren. En dat blijkt dus wel, want al is Howlett zelf erg over Always outnumbered, never outgunned te spreken, natuurlijk ga je hem onbewust vergelijken. En dan blijkt het album al snel niet zo sterk als zijn voorganger.

One by one

Less is more kan geweldige resultaten opleveren, maar Memphis Bells, Medusa’s Path (met een sample van Robin ‘Jaydee’Albers) en You’ll be under my wheels zijn net eventjes te kaal en te nietszeggend. Wake up call rocks met dank aan Kool Keith, Action Radar doet wel heel erg denken aan de jaren tachtig new wave en als Paul Jackson dan ook nog eens gaat schreeuwen als een Ian Curtis on speed dan ben ik verkocht. Juliette Lewis is voor ondergetekende de ontdekking van Always outnumbered, never outgunned en vooral Hot Ride is puur genieten. Spitfire legt het helaas af tegen Firestarter, Phoenix werd in de Oor omschreven als ‘Hollands Glorie, deel 2: Love Buzz van Shocking Blue, beatsgewijs’ . Mooi nummer, alleen die beat irriteert mateloos. Van The way it isis het enige noemenswaardige dat de baslijn gejat is van Michael Jackson’s Thriller, Get up get off is ronduit vervelend, het door Liam Gallagher trashy gezongen Shoot down memoreert wel erg duidelijk aan Aphex Twin en Girls (een aanstekelijke mix van electro en breakbeats) is terecht verkozen tot eerste single.

Op de kaart

Het eindoordeel luidt: te wisselvallig om echt indruk te maken. Zeer zeker geen slecht album, maar van Howlett mag je meer verwachten. En over het al dan niet evenaren/overtreffen van The Fat of the Land hoeven we het niet eens te hebben. The Prodigy heeft zichzelf weer op de kaart gezet, maar daar is alles ook wel mee gezegd. Misschien verwachtten we ook wel gewoon te veel.

Film / Films

Happy Meals

recensie: Super Size Me

In Super Size Me eet Morgan Spurlock, regisseur en hoofdrolspeler, dertig dagen achter elkaar drie keer per dag alleen maar voedsel van McDonalds. Aan het begin van zijn experiment laat hij zich uitgebreid testen door artsen en diëtisten en blijkt Morgan een gezonde Amerikaanse man in uitstekende lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hij heeft zich voorgenomen van elke McDonalds-maaltijd op de menukaart minstens één te hebben gegeten, en dan bij voorkeur de ‘supersize’-uitvoering ervan. Hier hoeft Morgan meestal zelf niet om te vragen: de medewerkers van McDonalds gaan er bij voorbaat al van uit dat Morgan voor supersize gaat en vragen dit alleen nog even voor de vorm aan hem. Aan het eind van het experiment is Spurlock twaalf kilo aangekomen, zijn zijn lever en bloedsuikerspiegel zorgwekkend veranderd, heeft hij volgens eigen zeggen last van depressies en klaagt zijn vriendin over zijn afnemende seksuele prestaties.

~

We zien hoe hij elke dag enthousiast en driftig zijn tanden zet in een hamburger, dubbele hamburger en driedubbele hamburger, een verkeerd gevallen Happy Meal uitbraakt op een parkeerplaats, meespeelt met kinderen in de McDonalds-speeltuin en plezier heeft met de McDonalds-clown. Hij vraagt aan McDonalds-medewerkers of er informatie beschikbaar is over de voedingswaarden van de producten en interviewt op straat klanten over hun eetgedrag. Hij probeert een interview te organiseren met een hooggeplaatste medewerkster van McDonalds en laat zich tussendoor meerdere keren medisch testen, waaruit blijkt dat zijn lichamelijke conditie razendsnel vermindert en het vetpercentage van zijn lichaam zienderogen stijgt.

Cijfers

~

Spurlock wisselt zijn persoonlijke ervaringen in de film af met fragmenten en gesprekken met voedingsdeskundigen, artsen, diëtisten, critici van de fast-foodcultuur en lobbyisten voor de fast-foodindustrie. Hij lardeert zijn verhaal met een duizelingwekkende hoeveelheid cijfers over fast food, van het aantal mensen dat wereldwijd dagelijks een McDonalds maaltijd eet, het bedrag dat McDonalds jaarlijks aan reclame uitgeeft, tot aan het aantal McDonalds-filialen in Amerika en het verschil in het bedrag dat wereldwijd in 1972 en in 2003 werd uitgegeven aan fast food.

Ad rem

Spurlocks documentaire is snel gefilmd en gemonteerd. De shots en interviews zijn kort en bondig. De beelden, cijfers, shots en interviews wisselen elkaar in razend tempo af. Grappig bedoelde cartoons en flitsende popmuziek moeten zorgen voor voldoende afwisseling in de film. Spurlock lijkt zich vooral te hebben voorgenomen de kijker geen moment te willen vervelen met lange uitwijdingen over slechte eetgewoonten of lange opsommingen van cijfers over fast food. Spurlock toont zich een geestige hoofdrolspeler in zijn eigen film. Hij is ad rem, prettig ironisch, persoonlijk en ontwapenend in zijn optredens en zijn boodschap is even simpel als positief. Hij wil uitdragen dat de uiteindelijke macht voor veranderingen in de fast-foodindustrie bij de klanten ligt. Iedereen kan elke dag besluiten niet meer naar McDonalds te gaan.

Suggestie

~

Toch is Super Size Me niet de indringende en boeiende shock doc geworden die het had kunnen zijn. Een zwak punt, waarmee Spurlock zich op voorhand al in de problemen brengt, is dat het uitgangspunt van Super Size Me te voorspelbaar is om een interessante en indringende documentaire te maken over slechte eetgewoonten. Het is niet nieuw dat vet voedsel slecht is voor de mens, en dat te veel vet consumeren – en helemaal dertig dagen achter elkaar met een frequentie van drie keer per dag – nog slechter is. De conclusies van zijn experiment zijn volkomen voorspelbaar. Aan het eind van de film lijkt Spurlock dit zelf ook te realiseren en wil hij zijn critici alvast voor zijn door de opmerking te maken dat zijn experiment erg extreem is en wel tot de onthutsende aftakeling van zijn lichaam had moeten leiden. Hij pareert deze te verwachten kritiek met de opmerking dat er toch erg veel mensen zijn die dagelijks heel veel eten bij McDonalds. Hiermee suggereert hij dat zij dus welhaast eenzelfde soort lichamelijke aftakeling doormaken als hij in die dertig dagen heeft ervaren en wil hen waarschuwen. Helaas verzuimt Spurlock deze bewering met feiten en cijfers te onderbouwen, waardoor het door hem beweerde slechts een suggestie blijft.

19.000 hamburgers

Wat volledig mist in de documentaire is aandacht voor de sociale context van de slechte eetgewoonten van mensen. Spurlock speurt wel de achterliggende visie van de fast-foodbedrijven na en legt hun strategie bloot, hij gaat echter volledig voorbij aan de motieven en achtergronden van de klanten van McDonalds en de vraag waarom zij dagelijks de gang naar hun fast-fooddealer maken. Hierin komt Spurlock niet verder dan een interview met een man die trots beweert dat hij inmiddels al wel 19.000 hamburgers van McDonalds heeft verorberd en twee pubers die simpelweg de negatieve berichten over fast food ontkennen.

Spurlock ervaart, registreert en interviewt. Hij zoekt bevestiging voor iets wat hij op voorhand al vermoedde. De documentaire is een verslag hiervan. Dit levert een onderhoudende, grappige film op over een serieus onderwerp. Van argumentatie en verdere uitdieping van het onderwerp is geen sprake. Onduidelijk blijft in hoeverre hij lijdt aan depressies. Hij beweert dit wel, maar laat geen psycholoog of psychiater aan het woord om zijn gemoedstoestand te onderzoeken. Tegelijkertijd mist hij daarmee een interessante kans om in de film een gedragswetenschapper een mogelijk verband te laten leggen tussen slechte eetgewoonten en depressiviteit. Uiteindelijk blijkt Spurlocks film precies te zijn als de maaltijden die hij bekritiseert: snel, mooi vormgegeven, een bevrediging voor het moment, zonder diepere indruk te maken. Gewoon een smakelijk hapje.

Boeken / Fictie

Dan liever de pot op!

recensie: De nationale onzinomnibus

In Groningen is het humoristische tijdschrift Van Speijk al jaren een begrip. Met grote onregelmatigheid komt het blad al sinds 1996 uit. Het is op allerlei plaatsen in de stad te koop, zoals platenzaken en stripwinkels, maar een echt grote oplage kreeg het tijdschrift nooit. Sommige nummers werden zelfs collectors items en dat, samen met de landelijk doorbraak van de rubriek Nooit grappig in het radioprogramma Stenders Vroeg, is vast de reden geweest om een verzameling van de beste artikelen te maken. Hoewel je beter ‘de grootste onzin’ kunt zeggen.

Schrikpony

‘Onzin’ is namelijk het concept en meteen ook het belangrijkste kenmerk van Van Speijk. Dan liever de lucht in is een verzameling van de meest idiote en absurdistische stukjes die je kunt bedenken. Gekke nieuwsberichtjes, de horoscoop van het sterrenbeeld ‘schrikpony’, rare advertenties, fotostripjes (die ook achterop de Groninger Universiteitskrant te vinden zijn) en ‘gewone’ stripjes van onder andere het Groninger collectief Lamelos, worden afgewisseld met langere verhalen en strips.

Zozozo

Die absurde stukjes doen de lezer soms onbedaarlijk lachen, maar op een gegeven moment is het allemaal wat te veel. Meer dan 10 pagina’s achter elkaar lezen is een flinke opdracht. Gelukkig bevat de bundel ook wat langere korte verhalen, die hoewel natuurlijk wat maf, eigenlijk leuker zijn om te lezen. Maar de echte pareltjes bevinden zich onder de strips. Hier zijn wat betere moppen te vinden, zoals een hilarische waarin een agent drie pagina’s (en in de strip 24 uur) lang ‘zozozo’ zegt tegen een net aangehouden hardrijder en dan besluit met ‘…dus wij hebben haast’. Topper is de strip Gunjana, van Maarten Vande Wiele en Stefan Nieuwenhuis, die niet alleen prachtig is getekend, maar voor de verandering ook nog eens een echt verhaal heeft.

Maar wie nog meer?

Het boek Dan liever de lucht in, is genoemd naar de uitspraak van de Nederlandse zeeheld Van Speijk die in 1831 zijn boot, met zichzelf er op, opblies om te voorkomen dat het schip in handen van Belgische opstandelingen kwam. Deze Nederlandse volksheld is de enige die door ons nog herinnerd wordt van de oorlog met België en dat gebeurt ook bij deze bundel. Stefan Nieuwenhuis wordt namelijk als enige op het omslag genoemd, en dat is wel logisch omdat hij het meeste heeft geschreven en het boek ook heeft opgemaakt, maar het doet toch wat af aan de inbreng van de andere inbrengers, zoals Sam Peeters van Lamelos die de meeste illustraties en strips in de bundel heeft getekend.

Naar de pot!

De verzameling absurdistische grapjes van Dan liever de lucht in is eigenlijk te gek om te beschrijven. Weliswaar zijn lang niet alle grapjes even begrijpelijk of even leuk, maar van sommige mededelingen of plaatjes krijg je keer op keer een glimlach om je mond (een schaars geklede dame op de motorkap van een sportauto: ‘Jéétje, die fotograaf lijkt echt sprékend op Noam Chomsky, zeg!’). Eigenlijk is het ook een beetje te veel gevraagd om alles in één keeer te lezen. Het is een boek waar je daarom beter zo nu en dan eens iets uit kunt snoepen. Vandaar dat je het eigenlijk het liefst meteen naar de wc moet verbannen. Om er vervolgens uren op te blijven zitten.

Muziek / Achtergrond
special:

Lord of the Rings in Concert

Donderdag 9 september stond het Amsterdamse Concertgebouw in het teken van The Lord of the Rings. Het Nederlands Theater Orkest speelde verschillende muziekstukken gebaseerd op J.R.R. Tolkiens meesterwerk. Grote troef was de aanwezigheid van Saruman himself: Christopher Lee droeg enkele gedichten voor en zong zelfs een liedje! 8WEEKLY sprak vóór het concert met dirigent Jules van Hessen en componist Johan de Meij.

Jules van Hessen (foto: Paul Huf)

Jules van Hessen is de dirigent en mede-oprichter van het Nederlands Theater Orkest, dat voornamelijk in opdracht voor bedrijven werkt. Zo nu en dan is er ruimte voor eigen projecten, zoals Cinema Musica, waarbij Franse zwijgende films live begeleid werden, en samenwerkingen met Johnny Logan, Trijntje Oosterhuis en Mathilde Santing. Johan de Meij werkte van 1984 tot 1988 aan de Symphony no. 1: The Lord of the Rings, die integraal zal worden uitgevoerd tijdens het concert. Andere werken van hem zijn Wind in the Willows (naar het boek van Kenneth Grahame), The Big Apple (geïnspireerd op New York) en Casanova.

Een hele avond Lord of the Rings-muziek. U moet wel een grote fan zijn.

Van Hessen: Het boek heeft inderdaad een belangrijke plaats ingenomen in mijn jeugd en ik ben altijd een liefhebber van Tolkien gebleven. Maar het programma is min of meer toevallig ontstaan. Een maand of drie geleden waren we aan het brainstormen over een nieuw project en opeens kwam iemand met The Lord of the Rings. We hadden de symfonie van Johan de Meij al eens gespeeld, maar toen we op onderzoek uitgingen bleken er letterlijk honderden muziekstukken te zijn die waren geïnspireerd op de werken van Tolkien, van Led Zeppelin tot het Tolkien Ensemble. En natuurlijk de filmmuziek, zowel van de recente trilogie als van de tekenfilms uit de jaren 70. We zouden wel zeven avonden hebben kunnen vullen, maar de muziek moest natuurlijk wel gespeeld kunnen worden door een symfonieorkest. Heavy metal viel dus af, maar we hebben uiteindelijk een programma samengesteld met veel verschillende soorten muziek.

Johan de Meij

Er zullen tijdens het concert grote stukken van Howard Shore worden gespeeld. Wat zijn de verschillen tussen zijn filmmuziek en de symfonie van Johan de Meij?

Van Hessen: Niets ten nadele van Howard Shore, want ik vind zijn muziek prachtig, maar het is jammer dat de muziek zo weinig “Tolkien” is. De muziek zou onder elke Hollywood-film gezet kunnen worden en nog steeds goed passen. Ze hadden beter Johans muziek kunnen gebruiken!
De Meij: Ik heb met mijn symfonie geprobeerd de beelden uit het boek op te roepen, terwijl Shore de taak had om de beelden van de film te ondersteunen. Dit is een essentieel verschil. Ik denk daarom ook niet dat mijn muziek had gewerkt voor de films: er zou dan te veel nadruk op liggen en de beelden overstemmen. Dit is niet de functie van filmmuziek. Overigens heb ik in 1996, toen ik hoorde van het filmproject, wel een cd en de partituur naar Peter Jackson gestuurd. Ik kreeg netjes een briefje terug van de regisseur waarin hij me bedankte voor de suggestie maar ze al waren voorzien.

Hoe is de symfonie eigenlijk ontstaan? U kende het boek natuurlijk al van haver tot gort.

De Meij: Nee, integendeel: ik had het boek nog nooit gelezen toen ik in 1984 aan de symfonie begon! Ik was op zoek naar een inspiratiebron voor mijn eerste grote, substantiële werk. Ik kende het boek van naam en reputatie en ben het gaan lezen met de bedoeling er muziek bij te schrijven. De eerste noten die ik opschreef waren die van A Journey in the Dark, het hoofdstuk over de mijnen van Moria. Van daaruit ontstonden de andere thema’s, zoals die voor Gandalf, Gollum en de hobbits. Ik heb vier jaar aan het stuk gewerkt en het was meteen een wereldwijd succes; binnenkort komt de twintigste cd-opname uit. Ik wist niet dat The Lord of the Rings zo’n grote aanhang had!

Christopher Lee speelt een belangrijke rol tijdens het concert. Hoe hebben jullie hem hiervoor weten te strikken?

Van Hessen: Via het Deense Tolkien Ensemble kwamen we in contact met Christopher Lee, die graag mee wilde werken. Lee werkte mee aan hun laatste cd, waar hij het bekende ringgedicht voorleest (“One ring to rule them al…”) en ook het lied Treebeard’s Song zingt. Tijdens het concert zullen we deze stukken ook gaan spelen. Het Ensemble heeft de gedichten en liedjes van Tolkien op muziek gezet, muziek zoals die in Middle-earth geklonken zou kunnen hebben. In tegenstelling tot De Meij en Shore, die de wereld van Tolkien proberen uit te drukken zoals wij mensen er tegenaan kijken. En zo is de cirkel weer rond.

The Lord of the Rings In Concert
9 september 2004
Concertgebouw, Amsterdam, Grote Zaal
Aanvang 20:15, entree: € 35
Kaartverkoop: Uitlijn, 0900-0191
Meer informatie: lordoftheringsinconcert.nl

Film / Films

Herhaling van zetten

recensie: La Mala Educación

.

~

In diverse landen in Europa lopen processen tegen de katholieke kerk. Kinderen die hielpen bij het opdragen van de mis, zouden zijn misbruikt door priesters en kerkelijke leiders. In een bisdom in Oostenrijk werd zelfs een computer vol kinderporno gevonden. Het Vaticaan moest dit schoorvoetend toegeven en gelastte een onderzoek. In Spanje is de katholieke kerk belangrijk want kinderen krijgen er onderricht. Nu blijkt dat deze lessen niet alleen religieus van aard waren. Ook in Spanje werd er vol lust naar de lichamen van kinderen gekeken en konden de opvoeders hun handen zo af en toe niet thuis houden.

Fantasie

In La Mala Educación (De Slechte Opvoeding) krijgt filmregisseur Enrique Goded (Fele Martinez) bezoek van een oude schoolvriend. Ignacio (Gael Garcia Bernal) heeft een verhaal geschreven en wil dat de regisseur het leest. Natuurlijk zou hij graag zien dat het verhaal verfilmd wordt en misschien zit er dan ook een rolletje voor hem in. In het verhaal leest de regisseur over zijn jaren op een internaat en zijn ontluikende liefde voor zijn oude schoolvriend. De liefde werd in de kiem gesmoord door een jaloerse priester, die Enrique van school verwijderde en zich vergreep aan Ignacio. Deze vertelt dat het begin van het verhaal zijn herinneringen zijn en dat de latere ontwikkelingen in het verhaal ontsproten zijn aan zijn fantasie.

Verschillen

De toeschouwer in de bioscoop ziet de beelden van het internaat, terwijl de filmregisseur leest. Deze leest over zijn relatie met Ignacio, maar ook over de daden van de priester. Hij besluit op onderzoek te gaan en de toeschouwer krijgt een tweede versie van hetzelfde verhaal voorgeschoteld. De verhalen van Ignacio en de priester verschillen natuurlijk. Daarbij worstelt Enrique met het idee om het verhaal te verfilmen.

Almodóvar speelt aanvankelijk op een fascinerende manier met de van hem bekende thema’s seksualiteit, macht en liefde. De ontluikende liefde tussen de twee jongens vindt zijn weerslag in de actualiteit. Enrique besluit de film te gaan maken, wat de derde laag in het verhaal vormt. De herinneringen in het script, de actualiteit van het eigen onderzoek en de filmversie van een en hetzelfde verhaal worden door Almodóvar door elkaar heen gesneden.

Travestiet

Is La Mala Educación daarmee een meesterwerk, waarin actuele thema’s worden aangesneden? Er worden mooie plaatjes geschoten, de herenliefde is af en toe aandoenlijk in beeld, Ignacio blijkt een leuke travestiet, de priester een vaardig leugenaar. Al met al aandoenlijk en leuk, maar het schiet niet op. De toeschouwer in de bioscoop krijgt drie keer hetzelfde verhaal en voelt van ver aankomen dat elke versie op details zal verschillen. Niet alleen in de katholieke kerk wordt het eigen straatje echt schoon geveegd. Als toeschouwer is er vooral de angst dat er nog een vierde laag is, nog meer puzzelstukjes te voorschijn zullen worden getoverd, nog meer zetten herhaald zullen worden.

Eenvoud

In de aftiteling meldt Almodóvar impliciet dat hij als regisseur actief zal blijven. Het is te hopen, dat hij een wat eenvoudiger script zal schrijven, en een ‘gewone’, wat minder gekunstelde film zal gaan maken met de van hem bekende thema’s.

Theater

Prangende tepels en rimpelsauriërs

recensie: Jochem Myjer - Adéhadé

“Hoe kom je zo druk, hoe kom je zo druk, hoe kom je zo druk!” Dit lijkt de rode lijn te zijn in het optreden van Jochem Myjer. Adéhadé, zijn tweede theaterprogramma, heeft een razend tempo en is erg afwisselend. Myjer schiet van interessante woordspelingen, naar mooi cabaret, naar goede liedjes en dit allemaal vooral in een hoge snelheid. Sinds deze maand staat hij op het podium met zijn nieuwe show Yeee-haa! en na het kijken van zijn vorige voorstelling op deze DVD krijg je daar direct al zin in.

~

Myjer is in 1977 geboren in Leiden. Zijn studie biologie in Groningen blijkt echter toch niet te zijn wat hij wil, en uiteindelijk belandt hij weer in zijn geboorteplaats. In 1997 speelt hij tijdens het Groninger Studenten Cabaretfestival de hele Stadsschouwburg plat. De winst van dit gerenommeerde festival zorgt er dan ook voor dat hij in 1998 begint te toeren met zijn eerste show Gegabber. De volwassen opvolger van deze show Adéhadé is nu op DVD uitgebracht.

‘Broekie’

~

Als er een optreden van een cabaretier in een klein afzetgebied als Nederland op DVD verschijnt is dit optreden vaak al een gegarandeerd succes. Het zal dan ook niemand verbazen dat het optreden van Jochem Myjer erg goed is. Hij is theatraal sterk en weet mooie uitdrukkingen op zijn gezicht te toveren, maar is bovenal heel grappig. Hij heeft niet de illusie dat hij inhoudelijk mensen diepere gedachten mee kan geven als ‘broekie’ zo zei hij ooit in een interview met BNN, dat ook op deze schijf staat, maar hij wil zorgen dat mensen een leuke avond hebben. Dat lukt hem uitstekend.

Prangende tepels

Het cabaret van Jochem Myjer bestaat hoofdzakelijk uit een groot verbaal deel, maar hij maakt ook veelvuldig gebruik van alle beschikbare theatertechnieken om zijn verhaal kracht bij te zetten. Wat vooral duidelijk naar voren komt, is het fysieke deel van het cabaret. Myjer is in staat met zijn lichaam bewegingen te maken die er zelfs in ‘slow motion’ nog snel uit zien. Zo speelt hij op een gegeven moment een vrouw van wie de biologische klok al enige tijd tikt. De manier waarop hij de rammelende eierstokken en haar prangende tepels portretteert is subliem.

Sympathiek

Deze leuke, jonge cabaretier kan het ver schoppen in de toekomst, mede dankzij zijn voordurend sympathieke indruk die hij weet achter te laten. Als hij het over bejaarden als ‘rimpelsauriërs’ heeft dan klinkt dat grappig en niet lomp. Vergelijk het met een rijksdaalder onderspuitende Hans Teeuwen: Teeuwen is bot, maar Myjer blijft sympathiek. Deze karaktereigenschap maakt dat hij een veel breder publiek zal aanspreken dan enkel jongeren. Wat mij betreft is hij een waardige opvolger voor Herman Finkers. Leuk cabaret voor de hele familie.

Nieuwe generatie

Als je regelmatig een cabaretvoorstelling ziet, wordt zelfs een natuurlijk goedlachs iemand als ikzelf iets zuurder. Mijn lezer verwacht ook van mij dat ik een voorstelling kritisch zal bekijken. Bij Jochem Myjer zaten mijn mondhoeken echter weer ruim een half uur op hun oude plek, niet ver van mijn oorlelletje. Geen grote verhalen, geen bombastische liederen met overdreven dramatiek die slechts dienen om de grappen beter uit te laten komen. Myjer ramt door, loopt door en praat door. Hij werkt naar een visuele climax toe en heeft leuke verbindende elementen zoals een flitspaal en zijn klikken met de tong. Wat hij laat zien is duidelijk cabaret van een nieuwe, jonge generatie. Niet bot en lomp, maar gewoon erg grappig.