Film / Films

Roze zoetigheid

recensie: Ella Enchanted

“Laat mij maar naar Ella Enchanted gaan. Ik heb wel eens zin om een film genadeloos af te kraken.” Of dit precies mijn woorden waren weet ik niet, maar iets van die strekking was het zeker. Een film met als slogan ‘Laat je betoveren’ die gaat over een tienermeisje dat leeft in een sprookjesachtige en magische wereld moet wel haast wanstaltig zijn. En onbeperkte kansen bieden om mooie synoniemen te bedenken voor romantische tienerpulp en Harry Potterklonen.

Anne Hathaway, de actrice die eerder al te zien was in haar hoofdrol in tienerkomedie The Princess Diaries, speelt Ella, een meisje dat als baby een gave, of liever gezegd vloek, heeft meegekregen waardoor ze alles moet doen wat iemand van haar vraagt. Gelukkig heeft ze het altijd goed verborgen weten te houden. Zelfs voor haar beste vriendin. Alleen haar kindermeisje, de onhandige, maar buitengewoon toegewijde Mandy (Minnie Driver) weet van de vloek. Tenminste, tot Ella’s vader trouwt met een op geld beluste vrouw met twee zeer onsympathieke dochters. Juist! Net als in het sprookje van Assepoester krijgt Ella er twee vervelende stiefzusters bij. En, zoals te verwachten valt, is het één van hen die Ella’s volgzaamheid opmerkt en er flink misbruik van besluit te maken.

Spannende zoektocht

Wanneer Ella in opdracht van haar stiefzusters iets moet stelen en vervolgens haar beste (en enige) vriendin hiervoor als schuldige moet aanwijzen, is het wat haar betreft genoeg geweest. Ze moet van de vloek af. Maar dat gaat natuurlijk niet zomaar. Om dit voor elkaar te krijgen moet ze Lucinda vinden, het elfje dat haar als baby met de gift van gehoorzaamheid ‘zegende’. Het wordt een spannende zoektocht waarbij Ella niet alleen de kracht in zichzelf ontdekt, maar ook haar grote liefde leert kennen: prins Charmont.

Roze suikerspin

Wanneer je het verhaal zo naleest, kun je inderdaad niet anders dan concluderen dat het weinig toevoegt aan de vele Amerikaanse comming-of-age films: pubermeisje ontdekt wat volwassen worden inhoudt en beseft dat ware liefde alles overwint. Toch heeft Ella Enchanted iets extra’s waardoor je na het kijken van de film toch met een vrolijk gevoel de bioscoop uitloopt in plaats van met een hoofd dat gevuld lijkt met roze suikerspin. Namelijk Joanna Lumley (Absolutely Fabulous) in de rol van de op geld beluste stiefmoeder en Monty Python-ster Eric Idle als verteller.

Dankzij hen maakt het niet meer uit dat de overheersende kleur in de film roze is en dat vrijwel alle decorstukken en kleding zoetig aandoen. Sterker nog, het lijkt of regisseur Tommy O’Haver er bewust voor heeft gekozen de film niet al te serieus te nemen; de enige manier om een film met een verhaal als dit boven de middelmaat uit te laten stijgen. Hoewel het dan wel weer jammer is dat de personages verder zo leeg zijn als een verlepte, oude ballon. Zo zijn de stiefzusters enkel gemeen en ijdel, heeft de beste vriendin van Ella een donkere huidskleur en is dus (?) een buitenbeentje en is de oom van Ella’s love-interest een Ogre-onderdrukkende, op macht beluste gemenerik. Ella zelf is natuurlijk een pro-Ogre activiste en de goedheid zelve.

Ben je niet vies van wat vrolijke zoetigheid op zijn tijd, dan is een bezoekje aan Ella enchanted beslist de moeite waard. Binnen het genre beoordeeld is het een prima film. Ga je toch liever voor een film met minder moraal en meer inhoud, dan is het beter om deze film te mijden.

Muziek / Achtergrond
special: Haldern Pop 2004

Festivalidylle in Haldern

Iets meer dan een halfuurtje reizen vanaf Arnhem/Nijmegen vinden we een nogal kneuterig plaatsje met twee supermarkten, een Imbiß, een konditorei annex stehkaffee en een jaarlijkse terugkerend festival, Haldern Pop. Een festival met een traditie van ruim 20 jaar. Een klein festival waar slechts 5000 kaartjes voor zijn. Ook dit jaar reisden muziekliefhebbers uit heel Duitsland naar het kleine plaatsje Haldern. Een groeiend percentage van de bezoekers komt uit Nederland en België.

Dit jaar speelden op donderdagavond al drie bands. Veel is er verder niet veranderd. In plaats van de Talent Truck, een klein model vrachtwagen dat vorig jaar nog dienst deed als podium, nu de ietwat bandvriendelijkere doch nogal protserige Spiegeltent. Een gerestaureerde Oudvlaamsche kermistent met (te)veel lampen, houtornamenten en spiegels.

Donderdagavond en vrijdag

~

De soms complexe rocksongs van de jongelingen van Unisono uit Rees (een dorpje verder) werden met enthousiasme gebracht. Er werd veelvuldig van instrument gewisseld, wat de songs niet altijd ten goede kwam. Het eerste hoogtepunt was het kwartet HAL uit Dublin. De band, met dezelfde naam als de computer uit 2001, A Space Odyssee brengt uiterst pakkende songs met een 60/70’s inslag. De nasale zangpartijen van Dave Allen in combinatie met de hogere stem van bassist Paul Allen klinken erg mooi. Beetje The Byrds, beetje Turin Brakes, maar bovenal erg sterk en catchy songmateriaal. De eerste single van de band Worry About The Wind (Rough Trade) is dan ook echt een pareltje. Daarna was het afwachten tot Ghinzu (foto) opkwam. Deze vijfkoppige Brusselse band zorgde voor een kleine hype na hun dit jaar verschenen album Blow. Na een wat corny introductiemuziekje kwamen de heren gekleed in smoking op. Mensen die eerst nog de schaduw hadden gezocht haastten zich al snel naar het podium en lieten zich overdonderen door hyperenergieke R&R. De band brengt muziek variërend van synthesizertrash tot stomende rockriffs. De zanger, het grootste gedeelte van de set achter zijn synthesizer midden op het podium. Totdat hijzelf ook maar besloot, met wat hulp van een roadie op het klavier te gaan staan met gitaar. Om daarna maar meteen met drie gitaren dezelfde riff in te zetten. En dan ook nog grappige teksten hebben. Schandalig overtuigend dus. Eigenlijk wist ik het al, maar I Am Kloot wordt na een hele set saai. De gitaarsongs gaan na een uur steeds meer op elkaar lijken. Maar door prachtsongs als Twist en To You vergeef je ze dat snel.

Vrijdagavond

~

Verreweg het grootste deel van het publiek was gekomen voor dEUS. Na twee jaar zonder tournee, zijn de gODEN weer on the road. Er komt een nieuwe plaat aan, en zanger/gitarist Tom Barman (foto) kan zich na zijn talrijke projecten weer concentreren op de eerste liefde. Hij wordt daarbij bijgestaan door Craig Ward op gitaar, Klaas Janszoon op viool, Stephane Misseghers op drum en zwartharig rockmonster Danny Mommens op bas. De organisatie had ze neergezet op het magische ‘Haldern-moment’, zo rond zonsondergang. Het werd een combinatie van oud en nieuw werk. De band speelde enthousiast en op enkele foutjes na, een behoorlijk sterke set. Niet al het nieuwe werk klonk even goed, maar als je dat dan kan afwisselen met Fell Off The Floor, Man en (voor een extatisch publiek) Suds & Soda kraait daar geen haan naar. Een blokje van drie briljante songs tegen het eind, gevolgd door een strakke riff waarbij alledrie op lijn voor hun microfoons staan in het volle licht maakte het af. En als icing on the cake in de toegift nog eens Theme from Turnpike. Een enthousiaste Barman wilde er nog wel één, maar de koek en tijd waren op. Erg veel mensen waren op komen draven voor de afsluitende show van Adam Green, de slome mannelijke helft van anti-folkhelden The Moldy Peaches. Tegen mijn verwachting in kwam er een complete band het podium op. Green is verre van een podiumdier. Zijn onhandig huppelen en rare zangposes kwamen op zijn zachtst nogal gedwongen over. Het publiek wist ook niet helemaal wat ze met deze verlegen Amerikaan aanmoest en koos ervoor hem massaal te bejubelen. In de toegift sloeg de balans alsnog om naar de goede kant. Green kwam solo terug met gitaar en verziekte zijn leuke coverversie van The Libertines’ What a Waster zo onbeholpen en charmant dat je wel moest lachen.

Zaterdag

Geopend door onze jongens van Gem uit Utrecht. In een matig gevulde Spiegeltent gaven ze hem flink van jetje. Het publiek bleef grotendeels achterin op de grond zitten waardoor zanger Maurits de vele lege ruimte voor het podium kon gebruiken voor een microfoon-touwtrek-act. En zo verlost van alle opsmuk op het kleine podium vond ik het een goed optreden. Niet altijd even strak, maar dat kwam waarschijnlijk door brakheid van de avond ervoor. Gisli uit IJsland kwam, ondanks de grappige teksten, op het hoofdpodium niet goed uit de verf. Lufthansa was hun instrumenten vergeten. Patrick Wolf was wel heel erg klein op het grote podium, met alleen zijn twee violen, laptapbeats en orgel. Met zijn verlegen voorkomen en kwetsbare liedjes deed hij, voor zover de zon dat al niet deed, een deel van het publiek smelten. Beetje Bright Eyes, maar dan minder folky. The Zutons kwamen helaas niet, en Embrace kwam daarvoor in de plaats. Naar verluid was men al zo lang niet meer in Duitsland dat een greatest-hits-set afdoende was. Hits als My Weakness is None of Your Business en All You Good Good People werden gretig verorbert door het publiek. Later toch nog wat nieuw(ere) songs. Goed optreden.

~

Helaas voor Embrace deed The Soundtrack Of Our Lives (foto) hun optreden verbleken. In de brandende hitte stond frontman Ebbot Lundberg gekleed in een dik gewaad met sjaal (!) de menigte te bespelen. Terwijl de band lekkere psychedelische rockmuziek ten gehore bracht stond hij daar als een soort Messias te zingen. Tegen het eind van de show beval hij het aanwezige publiek te gaan zitten, liet enkele meters microfoonkabel aanrukken en liep doodleuk door het publiek. Om daarna met een simpel gebaar de massa synchroon op te laten staan. Fantastisch. Wat ik van de volgende band Keane niet kan zeggen. Totaal oninteressante Coldplay/Saybia-achtige pop. De hitsingle Somewhere Only We Know doet het aardig, maar live is deze band zo saai. Ik voel me echter een roepende in de woestijn, want het schijnt allemaal fantastisch te zijn.

Zaterdagavond

~

De vier broertjes van Kings of Leon klonken aanvankelijk wat minder door een te schelle gitaarsound, maar dit trok later bij. De bandleden zijn minder bebaard dan voorheen, maar hun fijne bluesy rock ’n roll klonk er zeker niet minder om. De nog zo jonge bandleden rockten zelfverzekerd en het publiek lustte er wel pap van. De concerten van Weller en José González werden omgedraaid en daarom moest de arme González zijn ingetogen gitaarliedjes brengen voor een erg luidruchtig publiek dat wachtte op Weller. Het geluid stond aanmerkelijk zachter dan de rest van de avond en om hem heen werd brutaal op en afgebouwd. In plaats van weg te lopen speelde hij een halfuur de mooiste liedjes. Veteraan Paul Weller (foto) kon daarna weinig verkeerd doen en deed dat ook niet. Een set met veel bekende nummers (You Do Something To Me) in de warme Haldern nacht. Het juichende publiek werd in de toegift beloond met A Town Called Malice. Lang duurde het voor The Divine Comedy begon. Het werd namelijk een show met orkest erbij. Voordat de hondsbrutale orkestbegeleider op het podium het groene licht gaf waren we ruim een half uur verder. Het wachten werd beloond toen Neil Hannon het podium betrad. Met veel lampjes, orkestbombast en de mooie stem van Hannon werd het publiek overtuigd.

Sensatie

Ikzelf moest de cover van Now One Knows (QOTSA) echter horen vanuit de rij voor de Spiegeltent. Daar speelden namelijk The Dresden Dolls uit Boston, Massachusetts en die waren me getipt. Het duo Amanda Palmer op piano/ zang en Brian Viglione op drums brengt naar eigen zeggen ‘Brechtian Punk Cabaret’. Palmer, in zebrakleurige stockings met witte schmink op haar gezicht, bespeelt haar instrument afwisselend met zoveel geweld en dan weer met zoveel subtiliteit, dat je nauwelijks met je ogen durft te knipperen. Daaroverheen zingt, fluistert en (bij tijd en wijle) brult ze haar tragikomische teksten. Viglione, uitgedost als Alex uit A Clockwork Orange, trekt creepy grimassen terwijl hij zijn drumstel bestookt met some good old ultraviolence. Ook hij durft echter gas terug te nemen. De performance is origineel en overdonderend. Halverwege wordt gloedvolle covers gebracht van Black Sabbath (War Pigs) en Jacques Brel (Amsterdam). Voor de laatste wordt de piano verlaten en pakt Viglione een gitaar. Het publiek schreeuwt om meer, maar de tijd is op. Het hoogtepunt van het festival, punt. The Dresden Dolls dus. Zeg niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.

De organisatie heeft het weer geflikt een programma neer te zetten met de perfecte mix van bekende namen en nieuw talent. De sfeer op het festival, de koelte van het aanliggende meertje en de vriendelijkheid van de dorpbewoners blijven uniek. Alhoewel het festival de laatste jaren steevast uitverkocht is me beloofd dat het niet meer zal groeien. Een jaarlijkse reis richting dit idyllische festivalplaatsje ligt dus in het vooruitzicht.

Voor meer foto’s, klik hier

Film / Films

Erop slaan met acrobaatje Adriaan

recensie: The Great Challenge

.

Al in 2001 schreef Frans scenarist Luc Besson Yamakasi: les samouraï des temps modernes, die vooral gemaakt leek om het spectaculaire aspect van parkour te etaleren. The Great Challenge (originele titel: Les fils du vent), van Yamakasi-regisseur Julien Seri, is van hetzelfde laken een pak, al ligt de nadruk nu wat meer op de martial-arts dan op het turnen.

Broeierig zwoele blikken

~


Er gebeurt veel in The Great Challenge: zes van de pakweg negen personages beoefenen parkour, verhuizen naar Bangkok, krijgen het aan de stok met de drie andere figuren, rennen over daken, organiseren een ‘show-down’, waarbij niemand met meer dan drie regels tekst sterft, waarna iedereen naar huis gaat. Verder ontwikkelt zich een romance, iemand zoekt en vindt zichzelf en er is een familie-intrige. – Het is niet aardig van uw recensent dat hij het verhaal verklapt, maar het verhaal doet er eigenlijk niet echt toe in dit genre. Hier ga je niet naartoe, omdat je zo kan genieten van realistisch spel of doortimmerde plotwendingen. Broeierige, zwoele blikken flitsen heen en weer, iemand claimt de moord op een familielid van een ander, en karakters meten krachten. En zo is het ook bij The Great Challenge: het spel is vet en bombastisch, net als de geluidseffecten, de plot is opzettelijk obscuur en de sportscènes doen hier en daar een tikkeltje homo-erotisch aan, hetgeen vast niet de bedoeling geweest is.

Fluitend tussen 176 zwaarden

Uiteindelijk draait het om de gevechten, en als dat je ding is, moet je naar The Great Challenge. Want de matpartijen zijn zeer kunstig en knap gechoreografeerd en gaan heel rap; ze zijn zoveel energieker dan in The Matrix, die nooit echt bevredigden, en die op een of andere wijze toch de nieuwe norm geworden zijn… En de stunts lezer, ach de stunts. Niks geen opzichtige special effects, gewoon degelijk vakmanschap. Wat dat aangaat zal Seri aardig gesteund hebben op stunt-coördinator Marc Cass, die ook meehielp aan Sleepy Hollow en The Phantom Menace, en op de atletische schouders van zijn spelers.

The Great Challenge voldoet in z’n genre ruim- en ruimschoots. Jammer van dat overbodige en onoverzichtelijk in beeld gebrachte eindgevecht. Hadden alle personages (of tenminste sommige) juichend de dood gevonden – wat in de lijn der verwachtingen ligt wanneer acht mensen zich een weg moeten banen door honderdzesenzeventig met zwaarden bewapende criminelen (al is sinds Kill Bill niets meer zeker) – dan was de kijker naar huis gegaan met een gevoel van respect voor de helden. Nu fluiten ze veel te gemakkelijk door het krijgsgewoel heen. Dat is geen kunst; volgend jaar kan mijn kleine broertje dat ook.

Kunst / Achtergrond
special:

Manet en de zee

.

~

Het eerste werk dat wordt getoond is De slag tussen de USS Kearsarge en de CSS Alabama uit 1864, het is de verbeelding van een moment uit de Amerikaanse burgeroorlog. In juni 1864 werd de Alabama voor de Franse kust bij Cherbourg door de Kearsarge tot zinken gebracht. Manet’s zeeslag was een onderwerp dat veel aandacht trok bij het Franse publiek. Gedurende een maand hing het werk van in de etalage van een galeriehouder in Parijs en werd het bewonderd door drommen toeschouwers.

Overtuigd rebel

Het onderwerp van het schilderij is bijzonder.Weinig andere schilders hielden zich bezig met contemporaine politieke gebeurtenissen (al waren Courbet en Millet reeds bekend met hun schilderijen van boeren en arbeiders). Het zal aan de politieke interesse van de schilder hebben gelegen dat hij voor dit onderwerp koos, Manet was naast schilder namelijk ook overtuigd socialist en rebel.
Zo schilderde hij in 1867, drie jaar na de slag tussen de twee Amerikaanse schepen, De terechtstelling van Keizer Maximiliaan. Met de hulp van de troepen van Napoleon III werd Maximiliaan, de Aartshertog van Oostenrijk, uitgeroepen tot keizer van Mexico in de hoop een vazalstaat te stichten in de Nieuwe Wereld. Maar zodra de Franse troepen zich terugtrokken werd de nieuwe keizer gevangengenomen en geëxecuteerd door Mexicaanse nationalisten.

~

In 1868 zou Manet nog enkele schilderijen maken van de slag tussen de USS Kearsarge en de CSS Alabama die ook allen op de tentoonstelling te zien zijn. Ze getuigen van de interesse die Manet had voor eigentijdse ontwikkelingen in de politiek.

Het verleden

Ondanks zijn interesse in de moderne geschiedenis baseerde Manet zijn schilderij op grote voorbeelden uit het verleden. In de zaal waar ook De slag tussen de USS Kearsarge en de CSS Alabamahangt, zijn schilderijen te zien van onder andere Ludolf Backhuysen, Willem van de Velde de Jongere en Lois-Gabriel-Eugène Isabey. Werken uit de zeventiende tot en met halverwege de negentiende eeuw van schilders die zich bezighielden met het schilderen van zeegezichten en visserstaferelen.
Manet heeft de kunst van voor zijn tijd zichtbaar goed bestudeerd, hij bezocht het Louvre en zag daar de zeegezichten van de zeventiende-eeuwse Hollanders. In Frankrijk stond het zeegezicht in het begin van de negentiende eeuw in grote belangstelling. De invloed van het verleden is dan ook goed te zien in Manets eerste schilderij met een nautisch onderwerp, al gebruikte hij in tegenstelling tot zijn voorbeelden veel helderder kleuren en hanteerde hij een lossere penseelstreek.

Parijs Manets vriendin Berthe Morisot kon zich niet voorstellen dat Manet ooit ergens anders zou wonen dan in Parijs. Hij had namelijk een hekel aan het platteland en hij had tot dan toe nauwelijks landschappen geschilderd.
Dat hij zijn eerste zeeschilderij had gemaakt lag niet aan zijn liefde voor de natuur; het kwam voort uit zijn politieke interesse. Het schilderij is dan ook geen ooggetuigenverslag, maar een reconstructie op basis van afbeeldingen in de krant. Manet zou toen hij de Kearsarge in het echt zag hebben opgemerkt dat hij verbaasd was dat hij het schip in zijn schilderij zo dicht had benaderd.
Ondanks zijn liefde voor de stad, maakte Manet toch zo’n dertig schilderijen van de zee. En niet allemaal met een politiek onderwerp. Hoe is dit mogelijk?

nieuwe tijden

~


Vlak nadat Manet De slag tussen de USS Kearsarge en de CSS Alabamavoltooid had, ging hij op vakantie naar Boulogne-sur-Mer, een badplaats die hij kende vanuit zijn jeugd. Hij maakte er schetsen van het mondaine badleven en werkte deze schetsen uit in zijn atelier in Parijs.
In 1865 leerde Manet de schilder Monet kennen, toen laatstgenoemde zijn werk voor het eerst in Parijs tentoonstelde. De twee raakten bevriend en stimuleerden elkaar. Manet inspireerde de jonge kunstenaar om met helderder kleuren te werken, terwijl die Manet op zijn beurt aan het schilderen in de buitenlucht probeerde te krijgen. In de tentoonstelling hangen daarom ook zeetaferelen van Monet die zijn geïnspireerd op het kleurgebruik van zijn oudere vriend. Maar in de tentoonstelling wordt niet duidelijk waarom Manet tot het schilderen van zeegezichten kwam. In de jaren nadat de twee kunstenaars elkaar ontmoetten heeft Manet enkel nog de slag tussen de Kearsarge en de Alabama een paar keer geschilderd en één keer een scheepsdek.
In de jaren zeventig kwam het impressionisme op, kunstenaars als Renoir, Monet en Berthe Morisot gingen over op een lossere schilderstijl, helderdere kleuren en het werken in de buitenlucht. Ook Manet ging in deze periode langzaam over op het werken en plein air en schilderde zijn eerste zeegezichten direct naar de natuur. Bij technisch onderzoek van sommige schilderijen uit deze periode zijn zandkorrels gevonden in het verfoppervlak. Al had hij eind jaren zestig ook al enkele schetsen gemaakt die hij later in zijn atelier zou uitwerken.

Tussenpozen

~


Het zou na deze periode (eind jaren zestig, begin jaren zeventig) bijna tien jaar duren voordat Manet weer zeeschilderijen zou maken, het waren De ontsnapping van Rochefort, de grote studie uit 1880-´81 en De ontsnapping van Rochefort uit 1881-´82.
Rochefort was een radicaal politicus en journalist die in 1871 deel uit had gemaakt van de Franse Commune. Het schilderij van Manet gaat over de ontsnapping van Rochefort uit een Franse strafkolonie. Het is dus weer een politiek schilderij dat Manet schilderde en is niet direct naar de werkelijkheid gemaakt.
Alleen begin jaren zeventig maakte Manet in de buitenlucht schilderijen met de zee als hoofdonderwerp. Op eerder en later geschilderde werken is de zee slechts decor voor politieke gebeurtenissen. Zo zijn er drie periodes te onderscheiden (met grote tussenpozen van enkele jaren) waarin Manet zeeschilderijen maakte. In de tentoonstelling wordt echter gesuggereerd dat Manet naast al zijn andere schilderijen een klein maar gedegen oeuvre van zeeschilderijen opbouwde. En dit is niet correct.
Toegegeven, er zijn mooie schilderijen van Manet te bewonderen op deze tentoonstelling. Maar hoe de schilder zich ontwikkelde binnen het genre wordt niet getoond.
De makers van de tentoonstelling lijken zich bewust van de hiaten binnen de expositie. Die gaten proberen ze te dichten door er werk van vele andere kunstenaars bij te betrekken. Voorbeelden vóór, en navolgers ván Manet, die uiteindelijk enkel dienen als de stopverf van een binnenhuisschilder.

Film / Films

De leugen en de zoekmachine

recensie: Shattered Glass

.

Stephen Glass (Hayden Christensen) is in de film Shattered Glass een jonge journalist, die voor het bekende opinieblad The New Republic werkt. Daar wedijvert de overwegend jonge redactie om de beste primeurs en artikelen. Glass schreef na zijn studie onder meer voor Rolling Stone en een aantal andere in Amerika gezaghebbende bladen. Hij was succesvol en werd op handen gedragen, een jong journalistiek talent op weg naar de top.

Zoekmachine

Debuterend regisseur Billy Ray heeft voor Shattered Glass zelf het script geschreven. Hij wilde een nauwkeurig verslag willen doen van de carrière van Stephen Glass. De 25-jarige Glass bleek na onderzoek 27 van zijn 41 artikelen volledig te hebben verzonnen, hij gebruikte valse e-mail adressen en maakte zelf websites om zijn collega’s om de tuin te leiden. Voorbeelden? Hij schreef over republikeinse partijconventies en verzon de drank en de hoeren, bezocht converenties in de informaticawereld en creëerde computernerds. Hij leek al zijn artikelen te kunnen staven met voice mails, websites en door hem gesproken personen. Stephen Glass bleek een duim te hebben, die meer dan de waarheid manipuleerde! Hij ging aan zijn eigen gesponnen web van leugens ten onder. Een medewerker van een webmagazine typte wat namen uit een artikel in een zoekmachine en ontdekte de waarheid over de leugens van Glass.

308.000 hits vs €8,-

Nu ligt er de vraag om een recensie te schrijven over Shattered Glass, een film over een journalist die minimaal de helft van zijn artikelen uit de duim zoog. Is het noodzakelijk om de film te zien voor het schrijven van een recensie of zal ik me beperken tot het overschrijven van regels uit eerder geschreven recensies? Bespaart €8,- en die film zie ik later nog wel eens op DVD. Shattered Glass levert 308.000 hits op in de zoekmachine van Google!

Obsessie

Shattered Glass is een portret van een geobsedeerde leugenaar, die snel verslaafd raakt aan het succes dat zijn leugens hem oplevert. Niet de sympathieke Glass blijkt ten slotte de echte held van de film; dat is de aanvankelijk door de redactie gehate, maar doortastende hoofdredacteur Chuck Lane – misschien niet geheel toevallig de man die het scenario fiatteerde.
In Shattered Glass wordt iedereen bij naam en toenaam genoemd. Elk detail over dit verhaal is gecheckt en nogmaals door de zoekmachines gehaald. Regisseur Billy Ray wilde geen enkele leugen in zijn film. Hij wilde de waarheid, terwijl hij beter wist. De waarheid, elke waarheid kan in de journalistiek een leugen zijn
Shattered Glass laat zien dat de leugen verslavend is, dat de leugen kan regeren. Niet alleen om het fantastische spel van de acteurs en actrices is het een belangrijke film, maar vooral omdat er eindelijk een film uit Amerika komt, die laat zien dat de leugen eindig is.

Bioscoopbezoek

~


Voor deze recensie beweer ik de film te hebben bezocht, heb ik gebruik gemaakt van artikelen uit kranten en tijdschriften. Of ik volledige zinnen heb overgetikt, geplagieerd, lijkt me niet verstandig om hier te vermelden.
8Weekly resideert in Groningen en Pathé Amsterdam, mijn woonplaats, werkt niet met gastenlijsten. Heb ik bijna €10,- neergelegd voor een film, waar ik later een recensie van ruim 500 woorden over ga schrijven? Is het niet meer dan voldoende om wat recensies te lezen, zinnen te kopiëren, een zoekmachine te gebruiken en dan te besluiten met een lovende zin. €10,- afgezet tegen het gemak. Scheelt met dit mooie weer twee uur in de bioscoop, die recensie schrijf ik op mijn balkon in de zon!

(Of er een deel 2 in de maak is. Ik zou er graag een door mij zelf verzonnen bericht over schrijven. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dat ik het niet weet. Die nieuwe Soulwax heb ik in huis, dat spel van mijn zoon en die krant verschijnen later dit jaar. Denk ik!)

Boeken / Fictie

Familiedrama dat niet had mogen gebeuren

recensie: Noëlle Harrison - Beata Beatrice

Een parelsnoer, een roze baret en een in rood leer gebonden schetsboek – dat zijn een paar van de voorwerpen die Eithne, een kunstenares op het punt van doorbreken, bewaart ter herinnering aan haar oudere zus Beatrice. Beatrice is tien jaar geleden, op achttienjarige leeftijd, in de mist verdwenen. Men neemt aan dat ze is vermoord. En dan, op een dag, staat er een jonge vrouw voor haar deur die beweert de dochter van haar zus te zijn. Dit is het uitgangspunt van een uitstekend boek dat in de lijn van het werk van bestsellerduo Nicci French ligt. Er is echter een groot verschil met Nicci French: Noelle Harrison schrijft vele malen beter.

Afwisseling

Aan de hand van korte hoofdstukken, die steeds uit het perspectief van de verschillende hoofdpersonen geschreven zijn, wordt de ware toedracht rondom het verdwijnen van Beatrice ontrafeld. De achtergronden en beweegredenen van Beatrice, Eithne en hun moeder Sarah worden langzaam maar zeker duidelijk. Maar ook andere personen komen, waar nodig, aan bod. En zo ontvouwt zich langzaam een familiedrama, dat nooit had mogen plaatsvinden. En juist dat besef dringt zich langzaam maar zeker steeds meer aan de lezer op. Het had niet hoeven gebeuren. Als ook maar één van de betrokkenen eerder zijn mond had open gedaan had veel leed voorkomen kunnen worden.

Dit droevige besef wordt door Noelle Harrison op subtiele wijze aan de lezer overgedragen. De wisselwerking tussen de gezinsleden wordt prachtig gekenschetst en geeft het verhaal juist dat beetje extra dat ik bij Nicci French zo vaak mis. Dit schrijversduo verzandt vaak in oeverloos psychologisch blabla en hun hoofdpersonen komen soms welhaast hysterisch over. Maar Harrison blijft to the point. De emoties van de hoofdpersonen blijven altijd logisch en navolgbaar en de vrouwen blijven sterk ondanks hun verdriet. Tel daar een vlotte vertelstijl bij op en je hebt een onderhoudend boekwerk.

Wendingen

En het verhaal is tevens onderhoudend door de wendingen die het neemt. Als je denkt te weten hoe een en ander zich afgespeeld heeft blijkt het toch weer net iets anders te liggen. Dus stel je je visie bij om meteen geconfronteerd te worden met het relaas van een volgend hoofdpersoon. En dat duidt dan weer op een andere verloop van gebeurtenissen. Deze wisseling van inzichten verkregen door de verschillende invalshoeken per hoofdstuk maakt Beata Beatrice zo boeiend om te lezen. Van begin tot eind vraag je je af wat er nu werkelijk met Beatrice gebeurd is. En godzijdank kom je er pas achter op de allerlaatste pagina.

Het besef

En als dan op het eind alles op zijn plaats valt, als het hele verhaal verteld is, dan overvalt je het eerder genoemde besef dus nog een laatste maal. Het besef van onnodig leed. Het besef dat zwijgen niet altijd goud is. Dat praten juist een hoop ellende kan voorkomen. Dat vriendschappen of familiebanden kapot kunnen gaan aan stiltes. Maar ook het besef dat je hier een uitzonderlijke roman hebt gelezen. En dus zal ik niet zwijgen maar luidskeels oproepen tot het lezen van Beata Beatrice. Zegt het voort.

8WEEKLY

Knoopjes in een draadje

Artikel: Goed voor onze positie op de wereldmarkt

Als je geen kleine broertjes of zusjes of buurkinderen hebt, is het soms net alsof je van een vreemde planeet komt. Je snapte al niks van Pokémon, je begrijpt nog minder van opvolger Yu-Gi-Oh en nu je in de vakantie een beetje door de halflege winkelstraten slentert heb je geen idee wat het is: scoubidou. Je hoeft maar een groepje kinderen van een jaar of tien, twaalf tegen te komen of je hoort het woord: scoubidou. Een toverspreuk die heel de Nederlandse jeugd in de greep houdt.

~

Gelukkig is scoubidou niet al te moeilijk te begrijpen. Het is een zelfstandig naamwoord en een werkwoord tegelijk. Het naamwoord staat voor gekleurde plastic draadjes, die eruit zien als elektriciteitskabel zonder het stevige binnenste. Het werkwoord staat -logisch- voor wat je met de draadjes doet: ze met verschillende knopen in elkaar draaien en daar figuren van maken. Sleutelhangers, armbandjes, poppetjes, je kunt het zo gek niet bedenken. Kinderen zitten de hele dag stom voor zich uit te staren, terwijl hun vingers razendsnel knoopjes leggen. De regering vreest ernstige concentratieproblemen wanneer de kinderen straks weer naar school moeten. De kenniseconomie wankelt.

Ftalaten

Jammer voor al die scoubidouende kinderen en gelukkig voor de kenniseconomie is het spulletje nu al grotendeels uit de handel genomen. Schadelijke ftalaten – voor de slissers onder ons ook ‘weekmakers’ te noemen – bedreigen het favoriete tijdverdrijf van Neerlands jeugd: de weekmakers zijn giftig en als je geregeld op de draadjes sabbelt, heb je kans dat je hele hormoonhuishouding in de war komt. Je krijgt dan al borsten wanneer je daar nog lang geen zin in hebt en wanneer je jaren later zelf kinderen wilt produceren heb je kans dat dat dan juist niet kan. (En dat geldt ook voor scoubidouende jongens.)

Wat moet je nu? Weg met die plastic draadjes of gewoon verder spelen? Geruchten gaan dat je ftalaten ook kunt inademen, maar dat onderzoek is nog niet uitgevoerd op mensen. Daar gebruiken ze vooralsnog alleen cavia’s en konijnen en ratten voor, en omdat die een wat andere lichaamsbouw hebben, kun je dat niet zomaar vergelijken. Het veiligste is om scoubidou links te laten liggen en je te richten op ander onschuldig vermaak. Een overzichtje volslagen nutteloze bezigheidstherapie, maar dan met minder chemische gevaren.

DMC

~

De afkorting doet sommigen misschien denken aan chemiefabrikant DSM, maar die bedoelen we niet. DMC is een merk borduurgaren, dat je in de jaren negentig gebruikte om armbandjes van de knopen. Puertoricanen en Guatemalteken op rommelmarkten zie je er nog wel eens mee, maar je kunt het zelf ook. Vriendschaparmbandjes heten ze, en behalve vriendschap brengen ze je ook massa’s tijdverdrijf, want zo’n armbandje heb je niet in een uurtje geknoopt. Het is ook geen dure hobby, want je kunt het doen met alle soorten draadjes die je kunt vinden. Behalve met scoubidou, want dat is te stug. Op deze site vind je allerlei ingewikkelde patronen voor de gevorderde vriendschapsarmbandjesknoper. Prijs de Hondurezen de markt maar uit met je eigengemaakte waar.

Macramé

~

Het woord alleen al ruikt naar de verkeerde kant van de jaren zeventig. Denk aan ‘kunstige’ raamhangers of wandversieringen van grof touw, jute en raffia, met kralen en knopen erin. Manden voor hangplanten en meer van dat soort spul. Op verschillende sites kun je nog steeds vinden hoe je de artistieke knopen maakt en daar bijzondere versieringen van knutselt. Macramé schijnt al ruim zesduizend jaar een gewaardeerde kunststroming te zijn, zeggen fans. Bij mijn weten is macramé tot nu toe het enige onderdeel van de jaren zeventig dat niet heeft meegedaan aan een revival. En dat zegt genoeg.

Netten en perzen

~

We blijven in het touw- en draadsegment, want dat schijnt toch het materiaal bij uitstek te zijn voor bezigheidstherapie, en dan vooral knopen. Er zijn er maar weinig, maar er zijn mensen die hun hobby gemaakt hebben van wat vissers vroeger niet zulk aardig werk vonden: netten breien. Brei je eigen hangmat, camouflagenet of natuurlijk gewoon een visnet. Op deze site staat in de linkerbalk een complete cursus in acht delen.
Met meer artistieke knoopjes kom je al gauw bij tapijten. Je eigen Perzisch tapijt maken is helemaal niet moeilijk. Als je er dan ook nog jonge kinderen voor inschakelt, heb je helemaal een authentiek vloerkleed.

Het ergste van al deze knoophobby’s is dat het inderdaad gaat om pure bezigheidstherapie. Tijdverdrijf in z’n zuiverste vorm. Wat je maakt met al die knopen is niet belangrijk. Het gaat om het bezig zijn. “Zo lang ze maar stil zijn op de achterbank,” zullen ouders denken als ze hun kinderen scoubidou- of andere touwtjes toestoppen. Puzzelboekjes zijn ook nutteloos, maar die scherpen de geest. Boeken zijn daarin nog veel beter.

Wereldleider

~

Knopen zonder doel is een tijdverdrijf dat resoluut aan banden gelegd zou moeten worden. Nuttige dingen moeten de kinderen van Nederland doen om zoet gehouden te worden. Dus dat komt inderdaad neer op netten breien, tapijten knopen, vriendschapsarmbandjes maken. Maar niet voor zichzelf, maar voor de wereldmarkt. Eén zomer lang geconcentreerde bezigheidstherapie en Nederland is de nieuwe wereldleider in handgeknoopte vloerkleden, zelfgeknupte armbanden en ouderwets gebreide vissersnetten. Want die kenniseconomie die hier zo nodig gestimuleerd moet worden, wordt toch niks met dit soort tijdverdrijf.

Muziek / Album

Ambitieuze Luistermuziek

recensie: Noor - A Perfect Concubine

Het gaat goed met de Nederlandse muziek. Aan het contingent interessante Nederlandse debuutalbums kan er sinds kort weer ééntje worden toegevoegd: A perfect Concubine van Noor. Voor de liefhebber van schijnbaar eindeloze herhaling en subtiele modulaties, je weet wel, het soort hypnotiserende/slepende muziek waar een band als Mogwai patent op lijkt te hebben (al probeert het Japanse Mono de koning steeds nadrukkelijker van zijn kroon te beroven). Uw recensent is zo’n liefhebber. De associatie met de Schotten zit hem voornamelijk in de sfeer, maar meer dan Mogwai zijn de jongens van Noor toch vooral op zoek naar het ultieme liedje. De negen nummers van dit fraaie debuut duren daarom nergens langer dan 4 minuut 39.

~

Qua geluid doet Noor erg denken aan de vroege Radiohead (luister maar eens naar het nummer Not Enough) en in de verte aan de Smashing Pumpkins (Leaving, Autumn). Vooral de karakteristieke geknepen stem (met andere woorden, je moet er van houden) vertoont op sommige momenten overeenkomsten met die van Billy Corgan. Dat de gitaar dan soms wat sneller/langzamer lijkt te willen dan de ritmesectie (Green) en de zang niet altijd even zuiver is, is op zich niet eens zo heel erg storend (al zullen de meningen daar wel over verdeeld zijn). Dat de power af en toe ontbreekt eigenlijk ook niet. De vier Noren komen er mee weg.

Toeren in een oud verrot busje

De teksten op dit melancholieke debuut zijn universeel en gaan voor het grootste deel over de vergankelijkheid van relaties en de eenzaamheid die iedereen wel eens voelt. Wat dat betreft niets nieuws onder de zon. En passant wordt in leaving nog maar eens een sneer uitgedeeld naar het Idols concept: “To think that life is great is like thinking Idol Jim has a great voice.”
Inderdaad, maar met een beetje mazzel horen we van Jim, Jamai, Boris en al die andere zogenaamde Idols over twee jaar helemaal niets meer. Dat is dan toch wel weer een leuk vooruitzicht! En als je eerlijk bent valt dat leven als muzikant toch eigenlijk best mee? Beetje toeren in een oud verrot busje, lekker spelen, wat geeft er nou meer voldoening?
“When I look at my life there is no reason to be sad.” Precies!

Voor een debuut cd is dit een heel aardig schijfje. Geen eredivisieniveau, maar de top van de Nederlandse eerste divisie komt al aardig in zicht! Een label hebben ze nog niet, maar dat kan vast niet lang meer duren.

Muziek / Album

Wijzer

recensie: The Roots - The Tipping Point

Je hebt van die hiphoppers die het eigenlijk alleen bij het eigen publiek goed doen, geen gitaarliefhebber die ze kent en geen punker die er ook maar aan denkt een plaat van ze te kopen. Je hebt ook van die hiphoppers die het bij iedereen goed doen. Outkast en N.E.R.D. verkopen platen aan alle lagen van de bevolking. Je doet jezelf als muziekliefhebber mooi tekort als je geen exemplaar hebt van Speakerboxx/The Love Below, het gewaagde dubbelalbum van André 3000 of Fly or Die van Pharrell, Chad en Shay.

Hetzelfde geldt voor The Roots uit Philadelphia die met het in 2002 verschenen Phrenology en met het daarvan afkomstige The Seed eindelijk doorbraken tot het grote en brede publiek met muziek die kwalitatief zo hoogstaand is dat vele rockbands het nakijken hebben wanneer ze op een festival naast elkaar staan geprogrammeerd, want The Roots bestaan uit een stel briljante muzikanten met gitaar/bass/drums/keys en turntables, die zonder problemen het laatste kwartier van hun set voljammen zonder de verveling een kans te geven.

Supermarkt

Rapper Black Thought, drummer/producer ?uestlove en de zijnen stonden dit jaar op Pinkpop en op het urban georiënteerde Rotterdam Import in aanloop naar de onlangs verschenen plaat The Tipping Point. Wederom een album om in te lijsten met old-school hiphop, soul en funky stuff. Met een openingsnummer gebaseerd op een oudje van Sly and the Family Stone (opgenomen naar aanleiding van een merkwaardige situatie waarin een vrouw in een supermarkt vond dat The Roots echt eens een cover van Everybody Is A Star moesten doen…”thanks lady”), een afsluiter bestaand uit meerdere delen van in totaal meer dan een kwartier en de dubieuze eer van een opmerking over het slechte weer in Nederland. Alsof men de pinkstermoesson tijdens het schrijven voor The Tipping Point al zag aankomen.

Respect

Tien tracks telt het uit jamsessies tot stand gekomen album. Tien behoorlijk verschillende tracks, die toch allemaal samensmelten tot een coherent album. Een plaat die er geen twijfel over laat bestaan dat hier op een eigenzinnige manier kunst wordt geschapen. Om weer terug te komen op die prachtige openingstrack: de twist die daarin na zo’n viereneenhalve minuut wordt gemaakt, is geniaal en tekenend voor dit gezelschap voorwie je eigenlijk alleen maar diep door de knieën hoort te gaan. Zeven platen lang hebben ze de basis gelegd voor een spannend, gloedvol geluid dat zijn weerga niet kent. Het lukt niet zoveel hiphopgroepen om in deze mate respect af te dwingen bij de massa en bij de, laten we het maar de culturele elite noemen. Met hun zwarte-inventieve-hip-popmuziek geven ze samen met acts als N.E.R.D. en Outkast de starre witte gitaarminnende mannen een flinke partij slaag (kijk maar naar de laatste editie van Pinkpop) en daarbij steek ik mijn hand in eigen boezem. Dank u wel meester ?uestlove. Net als met Phrenology zijn we met The Tipping Point weer een stapje wijzer geworden. Popmuziek in deze vorm is kunst, laat daar geen twijfel over bestaan.

Film / Films

Helemaal in de wolken

recensie: Hollands licht

In de eerste jaren van de filmgeschiedenis moesten films het zonder geluid stellen. De meeste van die vroege films waren zwart-wit, dus zonder kleur. Films zonder acteurs zijn er ook genoeg: denk aan animatiefilms. Maar er is nog nooit een film geweest die zonder licht kon. Licht is het essentiële bestanddeel voor elke film, de bron van elk stukje cinema. Maar niet alleen de filmkunst is afhankelijk van dat ongrijpbare verschijnsel, ook de schilderkunst kan er niet zonder.

~

De Hollandse meesters uit de 16e en 17e eeuw stonden bekend om hun fabelachtige gebruik van licht en schaduw in hun werken. In de negentiende eeuw kwam de term ‘Hollands licht’ in zwang. Hiermee probeerde men het aparte karakter van de Nederlandse schilderkunst te beschrijven. Maar bestaat dit Hollandse licht eigenlijk wel echt? Is het niet een mythe die al meer dan honderd jaar stand houdt? Schilderden de meesters niet gewoon elkaars werken na? Deze vragen worden opgeworpen in Hollands licht, de film die vorig jaar bekroond werd met het Gouden Kalf voor beste lange documentaire.

Fotogeniek

~

Ruim tien jaar werkten de broers Maarten en Pieter-Rim de Kroon aan deze film. Na veel research, gesprekken met deskundigen en ook afwijzingen vonden ze uiteindelijk toch een financier en konden ze gaan filmen, in Frankrijk, de Verenigde Staten en uiteraard in Nederland. Maar Hollands licht bestaat niet alleen uit fotogenieke wolkenpartijen en meesterwerken uit de schilderkunst: ook enkele deskundigen – een aantal kunstenaars, historici, een meteoroloog en astrofysicus Vincent Icke – komen aan het woord over het verschijnsel uit de titel. De interviews vormen meteen het zwakste punt van de film. Over een verschijnsel dat zo ongrijpbaar is als licht is het gewoon lastig praten, en vooral de kunstenaars blijven veelal hangen in halfslachtige observaties. Daar staat tegenover dat de wetenschappers wel veel interessante informatie geven over de schilderkunst en de natuurkundige kant van het weer.

Trance

En natuurlijk zijn er de veelgeprezen beelden van cameraman Paul van den Bos: lange, statische shots van de mooiste luchten die Nederland te bieden had tijdens het jaar waarin de film werd opgenomen. Alleen de beelden al waren, samen met de sferische muziek van het Paleis van Boem, wat mij betreft goed geweest voor dat Gouden Kalf. Het tempo van de film is traag, maar door de mooie beelden raak je als vanzelf in een trance die je weer eens doet beseffen hoe mooi Nederland toch eigenlijk is, ondanks al haar tekortkomingen.

Extra’s

Hollands licht gaat op dvd vergezeld van een paar interessante extra’s. De diavoostelling met ongeveer dertig foto’s kun je met een gerust hart overslaan, maar de interviews met de gebroeders De Kroon en camerman Van den Bos geven een goed beeld van de productie en de achterliggende filosofie waarmee de film werd gemaakt. De interviews zijn in vijf stukken verdeeld en zijn, vooral in het deel over de opnamen, redelijk technisch: zelfs het merk negatieffilm wordt besproken.

Aquarium

Het observatiepunt bestaat uit enkele landschapsbeelden uit de film, achter elkaar geplakt tot een ruim twintig minuten durende montage. 360° Nieuwkoop is een shot van tien minuten waarin de camera rondjes draait op een locatie uit de film. Leuk voor degenen die in de buurt van Nieuwkoop wonen of als vervanging van het virtuele aquarium op je computerscherm.

Hollands licht zal niet iedereen aanspreken, daarvoor is het tempo van de film te langzaam en het onderwerp niet boeiend genoeg. Voor liefhebbers van de oude Hollandse meesters of het Nederlandse landschap is Hollands licht echter bijna verplichte kost.