Muziek / Album

De spanningsboog is niet gespannen

recensie: Archie Bronson Outfit - Fur

Het Engelse label Domino Records is goed bezig. Met een heel scala aan interessante artiesten (zoals Bonnie ‘Prince’ Billy, Stephen Malkumus en Adem) bestoken ze de markt al geruime tijd met aansprekende titels. Het echt grote kassucces kwam recent met het debuut van Franz Ferdinand. Een goed moment dus om nieuwe bands te presenteren en ditmaal is het de beurt aan Archie Bronson Outfit en haar debuut Fur.

~

Archie Bronson Outfit klinkt onmiskenbaar Engels, door het accent van zanger Sam Windett maar meer nog door het arty geluid dat ook bij Franz Ferdinand prominent aanwezig is. Maar daarmee houdt de vergelijking met Archies labelgenoot meteen op; Fur is namelijk minder gepolijst en klinkt veel rauwer.

Psychedelisch ronkend

Fur is een harde plaat, van het kaliber ronkende gitaren en beukende drums. De opener en eerst single Butterflies zet de toon met een groovende bas, een harde gitaar die af en toe op zijn jaren-zeventig jankt en steunt en de soulvolle stem die ‘I need you!’ uitschreeuwt. Verder is het een echte garagerockplaat. Veel nummers zijn in één sessie opgenomen, zonder overdubs of toeters en bellen. De rauwe nummers komen als stroop uit de boxen – je zult er wel voor moeten gaan zitten want het geluid is zo aards en dik dat het absoluut niet als achtergrondmuziek geschikt is.

Kort maar krachtig?

Zoals veel albums tegenwoordig duurt ook Fur nog geen veertig minuten – waarschijnlijk zal het te maken hebben met de vermeende authenticiteit van de langspeler. Daar ligt evenwel het probleem met de plaat. De opener Butterflies is erg sterk en ook het daaropvolgende Islands overtuigt met een hakkende drum, een overstuurde slaggitaar en psychedelisch jankende elektrische gitaar. Dan echter zakt het wat in en hoewel de Archies hun best doen om variatie aan te brengen lukt dit niet helemaal. De rustige passages duren te lang en zijn eigenlijk vooral irritant, zoals in On the Shore. Dat is een probleem met de garagerockbands: het is blijkbaar lastig om – met hun zelfopgelegde beperkingen – de aandacht vast te houden. Misschien slaagt Archie Bronson Outfit daar met haar tweede plaat wel in. Fur is, om het clichématig te zeggen, vooral een plaat die laat horen dat Archie Bronson in potentie een erg goede band kan worden. Er zijn zeker mooie dingen te ontdekken maar voor een kort album zou de spanningsboog wat strakker moeten zijn.

Boeken / Non-fictie

Twee oorlogen, niet één

recensie: David Fromkin - De laatste zomer

Het is 28 juni 1914 als de terroristische scholier Gavrilo Princip de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand en zijn vrouw vermoordt. Zesendertig dagen later, op 4 augustus 1914, is de Eerste Wereldoorlog een feit. Nadien hebben velen zich afgevraagd hoe het toch mogelijk was dat de moord op twee mensen, die in eigen land eerder gehaat dan geliefd waren, een wereldoorlog kon veroorzaken. David Fromkin geeft daarvoor in zijn nieuwste boek De laatste zomer: waarom de wereld in 1914 ten oorlog trok een even simpele als heldere verklaring. Volgens hem was de moord niet de reden, maar het excuus om een oorlog te beginnen.

David Fromkin werkt als hoogleraar geschiedenis en internationale betrekkingen aan de universiteit van Boston. Na een carrière in het leger en de advocatuur begon hij historische studies te schrijven, waaronder het veel geprezen A Peace to End All Peace (1989) dat onder andere werd genomineerd voor de Pulitzer Prize.

Vooral een samenvatting

In De laatste zomer geeft Fromkin een boeiende reconstructie van de gebeurtenissen die tot WO1 leidden, maar op sommige punten herhaalt hij zichzelf ergerniswekkend vaak, wat de structuur van zijn betoog niet ten goede komt. Fromkin ontsluit geen nieuwe bronnen maar neemt vanuit het perspectief van het meest recente onderzoek, de oude kwesties weer eens onder de loep. Het boek bestaat vooral uit een samenvatting van al eerder verzameld bronnenmateriaal, waaruit Fromkin echter wel zijn eigen conclusies trekt.

~

Fromkin gaat te werk als een detective die zijn bewijzen minutieus bij elkaar scharrelt. Hij ontrafelt vele complotten en samenspraken, hij legt het gekonkel van de politici bloot en toont ons de genante vergissingen en dommigheden van politieke en militaire leiders. Aan het eind brengt hij al deze gegevens bij elkaar en ontraadselt hij, zo goed en zo kwaad als het kan, alle mysteries die rondom het ontstaan van WO1 hangen.

Op interessante wijze laat Fromkin zien hoe de moord op Franz Ferdinand door Oostenrijk-Hongarije als excuus werd gebruikt om het gewraakte Servië binnen te vallen. De aanvalsplannen kwamen uit de koker van Duitsland, die zijn bondgenoot aan zich wilde binden. Bovendien was keizer Wilhelm II, die nauwe banden met de aartshertog onderhield, razend vanwege de lafhartige moord op zijn vriend. Oostenrijk-Hongarije moest de oorlog zelf voeren, maar als de boel uit de hand zou lopen zou Duitsland te hulp schieten.

Twee oorlogen

Aanvankelijk hoopte Duitsland op een bliksemoorlog die alweer afgelopen zou zijn voor de rest van de wereld kon reageren. Door het getreuzel van Oostenrijk-Hongarije werd de aanval echter zo lang uitgesteld dat ze niet meer te verkopen was. Pas op dat moment werden de plannen gewijzigd en zagen Duitse generaals als Moltke en Falkenhayn hun kans schoon om de door hen gedroomde wereldoorlog te ontketenen, tegen de wil van de keizer in.

Deze wereldoorlog kwam, volgens Fromkin, niet voort uit de oorlog tegen Servië, zoals Duitsland de wereld wilde doen geloven. Integendeel: de lokale oorlog tegen Servië moest worden afgeblazen ten behoeve van grote de oorlog die Duitsland tegen Rusland en Frankrijk wilde voeren. Op sluwe wijze verwisselden de Duitse generaals beide oorlogen met elkaar. Ze deden daarbij net alsof de lokale oorlog tegen Servië zodanig uit de hand was gelopen dat een wereldoorlog niet meer te voorkomen was.

~

Ondertussen hadden ze die wereldoorlog echter zelf in gang gezet door een aanval op Frankrijk te lanceren. Er was, aldus Fromkin, zodoende sprake van twee oorlogen: de lokale oorlog van Oostenrijk-Hongarije die werd afgeblazen en de grote oorlog van Duitsland tegen Frankrijk en Rusland die uiteindelijk uit zou monden in een wereldoorlog.

Geen donderslag bij heldere hemel

Desondanks was WO1, aldus Fromkin, geen donderslag bij heldere hemel, zoals vaak wel verondersteld wordt. Hij laat zien hoe er in de militaire top van Duitsland al sinds 1905 gepleit werd voor een zogenaamde preventieve oorlog. In diezelfde tijd werd er in Europa bovendien een enorme wapenwedloop in gang gezet, die Duitsland er toe dwong maar liefst negentig procent van zijn begroting aan het leger te spenderen. De Europese landen fokten elkaar zo steeds verder op en Europa had al verschillende keren eerder op het randje van de oorlog gestaan.

Sommige militairen, zoals generaal Moltke, werden verder ook nog eens beheerst door het waanidee dat Duitsland al zwakker en zwakker werd. Om die reden waren ze ervan overtuigd dat er zo snel mogelijk een oorlog ontketend moest worden. Ze stuurden daarom al langere tijd aan op een preventieve oorlog, een oorlog die erger zou moeten voorkomen.

Oorlog is gezond

Ten tijde van WO1 meenden veel staatshoofden dat oorlog normaal en gezond was. Zoals een tuin af en toe gesnoeid moet worden, zo moest ook de wereld bij tijd en wijle onder het mes. Toch was er uiteindelijk bijna niemand die oorlog wilde. Toen het puntje bij het paaltje kwam wilde zelfs keizer Wilhelm II van Duitsland liever vrede. Op dat moment was het echter al te laat, de oorlogszuchtige haviken hadden aan het langste eind getrokken.

Als WO1 niet was uitgebroken wat het, aldus Fromkin, ongetwijfeld op een later tijdstip wel tot een uitbarsting gekomen. De oorlog hing immers al jaren in de lucht. De enige reden dat de oorlog juist in 1914 uitbrak, was dat er op dat moment een duidelijke aanleiding voor was.

Muziek / Album

Hoe een dilettant boven zichzelf uit steeg

recensie: Cesar Cui - Feast in a Time of Plague

Schoenmaker, blijf bij je leest. Als je een leuke carrière hebt als leraar, begin dan niet als criticus. En als je zo nodig kritieken moet schrijven, waag je dan niet aan componeren. En probeer in elk geval niet alles te combineren, dat leidt alleen maar tot ellende. Meestal althans; af en toe bevestigt een uitzondering de regel.

Tegen het einde van de jaren 1870 was Pjotr Iljitsj Tsjaikovski wel ongeveer de meest beroemde (zij het niet de meest gespeelde) componist van Rusland. Tsjaikovski was als musicus in de eerste plaats gekwelde ziel, maar verder vooral Europeaan. Dat viel niet altijd even lekker bij het Mogoetsjaja Koetsjka (‘machtige hoopje’), een clubje componisten dat had besloten dat nieuwe Russische muziek vooral gebruik moest maken van Russische volksthema’s.

Wodka

Het mogoetsjaja koetsjka: van links naar rechts een zangeres, Modest Moessorgski, Nikolaj Rimski-Korsakov, de criticus Vladimir Stasov (zittend), Mily Balakirev, Cesar Cui
en Aleksandr Borodin

Over Moessorgski was Pjotr Iljitsj lyrisch: “mogelijk de meest getalenteerde van het stel” (beetje jammer van die drie liter wodka per dag, dat wel), Borodin was een heel goede vriend, Balakirev weliswaar irritant maar toch een goede inspirator en Rimski-Korssakov, tenslotte, “een heel vaardig musicus”. Je vraagt je dan ook af waarom Tsjaikovski zo’n hekel had aan het ‘machtige hoopje’. De verklaring ligt enerzijds in Balakirevs eigenwijsheid, maar vooral in de activiteiten van Cesar Cui (1835-1918), een militair ingenieur-annex-criticus en tweede-generatie allochtoon (zijn Franse vader was blijven hangen toen Napoleon de aftocht blies). Niet de meest geschikte achtergrond om de idealen van de Russische muziek te promoten, zou je denken.

Volksmuziek

Cui zelf dacht daar bepaald anders over. Door zijn kritieken was hij bepalend voor de manier waarop er in ‘hogere’ kringen over muziek werd gedacht. Critici zijn vaak mislukte musici die aan hun nieuwe baantje een arrogantie ontlenen die ze als componist bespaard zou zijn gebleven en Cesar was bepaald geen uitzondering. Zijn criterium voor ‘goede’ Russische muziek was de muziek die de ‘geest van de natie’, de Russische natie uiteraard, ademde. Voldeed het daar niet aan, dan deugde het niet. Tsjaikovski interesseerde zich echter geen zier voor Russische volksmuziek zolang daar geen lekkere deun in zat en het zal nauwelijks verbazing wekken dat Cui’s recensies van Tsjaikovski’s stukken niet altijd even gunstig waren. Nou kon je van Pjotr Iljitsj veel zeggen, maar dat hij open stond voor kritiek? Nee. Tussen Cui en Tsjaikovski was het dus dikwijls oorlog.

Schaduw

Die oorlog werd overtuigend gewonnen door Tsjaikovski, want zelfs Cui’s medestanders moesten toegeven dat de goede man als componist niet eens in de schaduw van Pjotr Iljitsj kon staan. Musicologen hebben hem sindsdien neergezet als een fantasieloos serpent. Maar ja, musicologen…

Variabel

~

Een tijdje geleden bracht Naxos al eens Cui’s Suite Concertante voor viool en orkest uit en die bevestigde wel een beetje mijn bange vermoedens. Het is een stuk van een suïcidale truttigheid die je nauwelijks voor mogelijk houdt, zo mogelijk nog minder oorspronkelijk dan het gemiddelde Rubinstein-concert. Ik hield mijn hart dan ook vast toen ik deze CD in de la schoof. De conclusie was meteen dat de kwaliteit van Cui’s werk nogal variabel moest zijn. Want Feast in a time of plague, naar een verhaal van Poesjkin, is niet alleen goed, het is zelfs erg goed. Hoewel nogal kort van duur een dik half uur) komt Cui hier beduidend geïnspireerder voor de dag dan in het vioolgeneuzel. Als docent aan de militaire academie was Cui gespecialiseerd in fortificaties en dat merk je ook in zijn muziek. Structuren zijn vaak tamelijk ‘vierkant’, keurig afgerond met een begin, midden en einde. Dat maakt het vrij conventioneel, maar het is vooral Cui’s gevoel voor melodie en drama dat hier voor de verrassing zorgt. De instrumentatie doet, zoals eigenlijk wel verwacht, nadrukkelijk denken aan die van de vakbroeders uit het ‘hoopje’, vooral die van Rimski-Korsakov.

Vulling

De ‘vulling’ van de CD, met elkaar een krappe veertig minuten, is van hetzelfde gehalte als Feast, met de belangrijke uitzondering van de Drie Scherzo’s: zeker charmant, maar ze hadden zo door Rimski of Borodin geschreven kunnen zijn. Wederom wordt bevestigd dat Cui’s talent zich blijkbaar toespitste op het schrijven voor de stem. Bijzonder is vooral het erg geslaagde Les deux ménétriers, een ballade die hier met het gepaste gevoel voor drama wordt neergezet door sopraan Tatjana Sjarova.

Uitgebalanceerd

Het niveau van de uitvoerenden is dan ook wat deze CD boven het gemiddelde uittrekt. De hele cast van Feast (die ook de overige stukken voor zijn rekening neemt) spant zich tot het uiterste in en het resultaat is ernaar. Daarbij slagen bariton Andrei Baturkin en Sjarova er nog in om boven het hoge gemiddelde uit te steken. De begeleiding door Polyansky en zijn orkest is voorbeeldig. De opname is prachtig uitgebalanceerd, waardoor de rol van het orkest in de ondersteuning van het drama nog eens wordt benadrukt.

Een revelatie, deze schijf. Cesar Cui mag dan een middelmatig componist geweest zijn in het meeste van zijn werk, hier stijgt hij boven zichzelf uit. Het feit dat de uitvoerenden en de technici van Chandos dat ook doen, maakt het tot een regelrechte aanrader voor iedereen die gecharmeerd is van deze muziek.

Cesar Cui, Feast in a Time of Plague; 3 Scherzo’s; Les Deux Ménétiers; Lente; Boedrys en zijn zoons. Andrei Baturkin (bariton), Aleksei Martinov (tenor), Dmitri Stepanovitsj (bas), Ljudmila Kuznetsova (mezzosopraan), Tatjana Sjarova (sopraan). Russisch Staats Symfonieorkest o.l.v. Valeri Polyansky. Chandos 10201. Ong. 20 Euro.

Film / Films

In Rusland leven de robots verder

recensie: Piter (Docuzone)

Hoe kon dit gebeuren? Deze gedachte blijft door mijn hoofd spelen na het zien van het bloedbad in Beslan. In het mortuarium van Noord-Ossetië liggen bijna 400 lijken, terwijl er nog 200 kinderen vermist zijn. De ouders die naar de school wilden lopen om hun kinderen te redden, staan op mijn netvlies gebrand. Ze lieten zich tegenhouden door de soldaten van Poetin. Rusland lijkt nog steeds even machteloos platgeslagen als voor de perestrojka, zo toont ook de documentaire Piter.

~

Gespleten maatschappij

Het eeuwenoude Sint Petersburg is verworden tot een gespleten maatschappij die gebukt gaat onder haar recente verleden. In de geest van de oorlogsveteraan Elena leeft het ‘heldendom’ van Stalin nog voort, maar een twintigjarige weet amper wie hij was. Evenmin als Lenin. De een werd opgevoed als een volgzaam lid van de konsomol, de ander als een mens met een vrije wil in een verenigd Europa. Wat doet dit alles met mensen? Robots bevrijden zich niet zomaar van hun ijzeren harnas. Worden de burgers gedreven door hun overlevingsdrang of hebben ze nog zeggenschap over de kwaliteit van het leven? De robots van toen zijn hun mechanische pasjes nog niet verleerd. Op zoek naar zichzelf is nog niet iedereen mens geworden.

Dagelijks leven

~

De documentaire volgt het dagelijkse leven van zeven bewoners van Sint Petersburg, door hen liefkozend Piter genoemd. Nog steeds wachten ze op het beloofde paradijs. Misschien hadden ze, net als Mozes, veertig jaar moeten wachten om het beloofde land binnen te mogen trekken. Dan was de oude generatie uitgestorven geweest. Nu veranderden hoge partijbonzen van vroeger net zo gemakkelijk van filosofie als een kameleon van kleur. Zo staat oud-communist Alexander Ivanov nu als kapitalist aan de top van een bloemenimperium. Anatoli, een journalist die vroeger al kleur durfde te bekennen, is nu aangewezen op liefdadigheid en het vinden van lege statiegeldflessen. En nog steeds leven meer dan zeshonderdduizend Sint Petersburgers in grauwe woonbunkers waar ze met elkaar de keuken en badkamer delen. Als oud KGB-er kent Poetin vooral het oude regime. ‘Hij probeert de deksel weer op de put te krijgen,’ zegt co-regisseur Jessica Gorter.

Lopende band

Terwijl de jongeren hoopvol naar de toekomst kijken, omarmen ouderen het ‘glorieuze’ verleden. Met gratis gezondheidszorg en openbaar vervoer bood het arbeidersparadijs meer zekerheid. Niemand was werkloos, nu leven velen op een bestaansminimum van slechts 10 dollar per week. In dit ongewisse bestaan roept de evangelist Andreji ‘de stad is een groot bos waarin je gemakkelijk kan verdwalen, maar ik denk dat ik de weg wel weet.’ De oudere krantenverkoopster Natasja is blij met de nieuwe verworvenheden van de perstrojka. Gedurende de vijftien jaar dat ze aan de lopende band stond, deed ze nooit haar mond open. Nu maakt ze regelmatig een praatje.

Schimmige wereld

Terwijl de camera het dagelijkse leven volgt, komen we terecht in een schimmige wereld vol emoties van gewone mensen. Als publiek kijken we mee over de schouders van Jessica en Frank Gorter die zich vooral door het toeval lieten leiden. Zo krijgen we een waarheidsgetrouw beeld van de ‘verborgen’ binnenwereld achter de classicistische galerijen, portalen en zuilen van Sint Petersburg. Piter is een indringend sfeerbeeld van een stad die worstelt met zichzelf.

Muziek / DVD

Moloko backstage even leuk als op het podium

recensie: Moloko - 11,000 Clicks

Vorig jaar speelde Moloko op zowel Pinkpop als Lowlands de sterren van de hemel en afgelopen mei gaf de Britse live-dans-band nogmaals een geweldig optreden op Pinkpop. Het zijn vooral het gemak en plezier waarmee zangeres Roisin Murphy en toetsenist Eddie Stevens op het podium staan dat de optredens van Moloko zo leuk maakt. Het vermaken van het publiek is voor deze twee zeker zo belangrijk als de muziek. Voor een ieder die Moloko nog nooit live heeft gezien, is er nu de dvd 11,000 Clicks, met daarop het laatste optreden van de overal zo bejubelde tour.

~

Deze show, op 22 november 2003 gehouden in The Brixton Acadamy, toont 16 nummers in 110 minuten – van opkomst tot afscheid en terugkomst en definitief afscheid. Het hele optreden is dus in beeld gebracht en op het schijfje geperst. Naast de vele verkleedpartijen van Murphy en de rare dansjes van Stevens is het vooral interessant om te zien hoe alles tot in de puntjes georganiseerd is. Als Murphy op een gegeven moment spontaan van het podium springt om een stukje door de ruimte tussen de bühne en het publiek te rennen, staat daar al een medewerker met een zaklampje klaar die Murphys pad belicht. Niks geen spontane actie, maar een strak georganiseerde show.

Dancing prawns

De registratie van het optreden in Brixton is zo goed, dat 11,000 Clicks niet alleen voor de Moloko-fan de moeite waard is, maar voor iedere liefhebber van concert-dvd’s. Naast de perfecte show zijn beeldkwaliteit en geluid uitmuntend. Het leukste aan heel de dvd is evenwel niet het optreden, maar de 25 minuten durende documentaire Ed’s Film: Roadies, ligers, chicks that digus, riggers, truckers, punters, bouncers, blaggers, boozers… Dancing Prawns, opera singers, yodellers; all in the average Day in the life of a Rock Musician. Toetsenist Eddie toont een dag uit het leven van een rockmuzikant, zoals hij het zelf noemt. En wat die dag bevat? De titel van de film zegt het al: dansende garnalen, roadies, een jodelende vrouw, meisjes die geilen op Eddie (of is het andersom?) en veel meer onzinnige dingen.

Opera of jodelaar?

Moloko heeft de vorige avond in Berlijn opgetreden en is nu in Wenen. Op het moment dat Eddie ontwaakt en de camera aanzet, rijdt de bus net de Oostenrijkse hoofdstad in. Het lijkt erop dat de camera de rest van de dag niet meer is uitgeweest. Eddie dwaalt door het gebouw waar de band ’s avonds zal optreden, Eddie legt aan een Ween die geen Engels begrijpt uit dat hij verdwaald is, Eddie raakt verzeild in een tentoonstelling van kunstacademiestudenten waar Eddie niks aan vindt, Eddie denkt met een fan het bed in te kunnen duiken, maar dat plannetje mislukt, terwijl ze zitten te eten worden Eddie en de rest van de band verrast met het optreden van een plaatselijk operazangeres of jodelster (het onderscheid is moeilijk te maken en volgens de titel komen ze beiden voor): het gemiddelde leven van de rockmuzikant, zeg maar.

Gecensureerd

Het leuke aan deze documentaire is dat het een fijne blik achter de schermen van Moloko geeft. Het beeld dat er uit oprijst is dat de bandleden allemaal, maar vooral Eddie zelf, vrolijk gestoord zijn en van een bijzonder flauw geintje houden. Het schijnt trouwens dat het allemaal nog leuker had gekund, want volgens zangeres Murphy waren er veel bandleden die bepaalde passages niet op de dvd wilden hebben. Hopelijk bewaart Eddie al het materiaal en maakt hij er nog eens een echte, lange film van.

Film / Films

Op naar de sequels

recensie: Infernal Affairs

Zien is geloven. Dat is althans wat de makers van de Infernal Affairs-cyclus kijkers beloven. Het eerste deel van de serie draait nu en deel twee (de prequel) en deel drie (de sequel) zullen respectievelijk in november en januari uitkomen. Liefhebbers van de Aziatische cinema mogen zich de komende maanden verheugen op een duivels hete winter.

~

In deel één volgt de kijker de mollen Ming (Andy Lau) en Yan (Tony Leung). Yan is als politie-infiltrant doorgedrongen in de hoogste regionen van de georganiseerde misdaad, en omgekeerd is Ming door maffiabaas Sam (Eric Tsang) het politiekorps binnengesmokkeld. Tijdens een belangrijke politieoperatie komen de twee allebei een spion in het thuisfront op het spoor (inderdaad: de ander) en wordt tegelijkertijd de eigen positie onzeker. Nadat de sleuteloperatie mislukt, wordt Ming overgezet naar Interne Zaken, vanwaar hij, begenadigd met toegangscodes tot geheime dossiers, nog beter zal kunnen jagen op de identiteit van Yan, om deze vervolgens door te briefen aan baas Sam.

Barok

Infernal Affairs is een Aziatische misdaadfilm in de beste traditie, en was dan ook een fantastische hit in Azië (en de Hollywood-remake staat op til). Het kan zijn dat je even moet wennen aan de ingenieuze uitwisselingen van koffers en informatie, aan de vette saus van sentimentele violen, aan poserende acteurs, of aan de raadselachtige keuzes die personages soms maken – er schijnt zelfs een vleugje boeddhisme in de film te zitten, maar deze gemakzuchtige Westerse recensent kon het er niet in ontdekken. Desondanks slaat Infernal Affairs nooit door in die wat barokke (hoort uw recensent daar ‘kitscherige’?) stijl die sommige exotische films kenmerkt.

~

Doordat de film niet één maar twee tragische helden heeft, verdubbelt de actie zich onwillekeurig en leef je dubbel zo hard mee. Maar het duale karakter ten spijt is het Hong Kong renaissanceman Andy Lau (uitblinker in zang, drama en Chinese kalligrafie), die door zijn manhaftiger rol de aandacht naar zich toetrekt. Lau mag als schmierende schurk die aan de verkeerde kant van de wet terechtgekomen is, fijne huzarenstukjes leveren en zowel de smeris als de snoodaard in de kaart spelen. Tony Leung moet zich vooral bedienen van het toch minder tot de verbeelding sprekende morsealfabet en een schichtige blik. Verder bestaat de taak van Leungs personage voornamelijk uit het in ieder geval niet door eigen gekluns verraden van zijn undercover-positie.

Infernal Affairs bevat te weinig actie en te weinig geweld om door te gaan voor een typische misdaadfilm. We zien alleen oorzaak en gevolg, nooit de gewelddadige handeling zelf, wat de film op een soort Hitchcockiaanse manier ten goede komt. Terwijl de kijker zich nog afvraagt hoe het toch af zal lopen met die arme hoofdinspecteur, valt de uitkomst van de zaak de kijker al rauw op het dak. Van twintig etages hoog, zo op het dak van een taxi, welteverstaan.

Op naar deel twee

Deel één doet hoge verwachtingen rijzen voor de komende twee delen. Het verhaal loopt lekker vlot en er blijft wat te raden over wat betreft de motieven van sommige van de karakters, en wellicht dat die beweegredenen dan opgehelderd worden in wat nog komen moet. We zullen af moeten wachten tot november: dan zal worden onthuld hoe het zo heeft kunnen lopen met de twee helden. Ik zie er alvast naar uit.

Muziek / Album

Van het kaliber Springsteen

recensie: Pearl Jam - Benaroya Hall October 22nd 2003

Het houdt ook niet op met de releases. Echte fans van Pearl Jam zijn of rijk of failliet. De band brengt nog steeds elk concert integraal uit, wat toch nog steeds een aardige tegemoetkoming is naar het publiek. Het is echter wel eens leuk als er iets uitkomt dat afwijkt van de gemiddelde concertopname. Vandaar dat ik persoonlijk toch wel weer stond te springen om de registratie van het concert dat de band op 22 oktober vorig jaar gaf in de Benaroya Hall, met name omdat de setlist behoorlijk afwijkt van wat de fans normaal te horen krijgen.

~

Dat de muziek van Pearl Jam akoestisch uitstekend tot zijn recht komt wisten we al van de legendarische MTV-sessie uit 1992, toen de band de meeste nummers van Ten met verve speelde. Dat gruwelijk mooie debuut komt nu amper meer in beeld. Natuurlijk kan de band niet om het prachtige Black heen, maar voor de rest ligt het zwaartepunt op de laatste twee à drie platen en op de B-kantjesverzamelaar Lost Dogs. Van die laatste komen Fatal, Down en Dead Man voorbij: nummers waarvan je je echt afvraagt waarom ze nooit op een album zijn verschenen.

Masters Of War

In Benaroya Hall speelde Pearl Jam een set die laat zien dat de band volwassen is geworden in wat je misschien wel de Springsteen-traditie kunt noemen. Ouderwetse, typisch Amerikaanse rock ‘n’ roll met een belangrijke rol voor de akoestische en elektrische gitaar. En voor de boodschap: Eddie Vedder beseft zich terdege wat een frontman van een grote band op maatschappelijk vlak kan betekenen. Hij zette zich eerder in voor de groene Ralph Nader en gaat nu samen met Springsteen, Dave Matthews en de onvermijdelijke Bonnie Raitt op tournee tegen die machtige Texaan in Washington. Het zal Vedder bewogen hebben om zijn interpretatie van Dylans Masters Of War, die hij jaren geleden voor het eerst speelde bij het 35-jarige jubileum van His Royal Bobness, weer eens van stal te halen op dit album. Toepasselijker kan het niet.

Passie en gedrevenheid

De muziek is dan misschien niet meer zo urgent als vroeger, maar wordt de laatste jaren eigenlijk alleen maar beter. De laatste plaat Riot Act was weer een hoogtepuntje in het oeuvre, maar wat Pearl Jam aan muzikale invloed verliest wint de band aan maatschappelijk belang. Benaroya Hall is weer een prachtig plaatje. Twee uur muziek van een solide band die zichzelf helemaal heeft gevonden en daardoor passie en gedrevenheid uitstraalt. Hoe lang gaat Bruce Springsteen eigenlijk al mee?

Muziek / DVD

Intiem en uniek wordt verknipt concert

recensie: Heather Nova - Live at the Union Chapel

Het bezoeken van een concert is wezenlijk anders dan het beluisteren van een CD, dat zal iedere concertganger beamen. Je gaat namelijk voor meer dan enkel de muziek naar het optreden. Wat dat betreft springt Heather Nova er helemaal uit, omdat zij haar shows altijd iets extra’s meegeeft. De manier waarop zij haar optredens doet geeft je als toeschouwer een intiem en uniek gevoel. Als je ooit een concert van deze engel uit Bermuda heb gezien weet je precies wat ik bedoel. Haar optredens zijn een fenomeen, en het kon niet lang uitblijven voordat er één op DVD werd vastgelegd.

~

De Union Chapel in Londen is een geliefd oord voor artiesten om een optreden te doen. De intieme sfeer van de voormalige kerk heeft al onderdak geboden aan bijvoorbeeld Procul Harum en recenter aan Björk, Tori Amos en Marillion. De vijf maanden zwangere Nova doet er op 12 september 2003 een semi-akoestisch optreden. Uit verschillenden bronnen heb ik vernomen dat dit wederom een indringend en intiem optreden is geweest.

Onuitwisbare indruk

~

Het noodlot wil dat op de dag van het concert Johnny Cash overleed en Nova draagt dan ook het nummer You Left Me a Song aan hem op. De warme sfeer van Nova’s concerten komt hierin heel expliciet naar voren. Daarnaast springt ook het nummer Drink It In er uit. Nova lijkt alle emoties die ze in dit lied heeft gestopt opnieuw te beleven. Dat is een unieke ervaring en ook in je eigen huiskamer weet ze een onuitwisbare indruk achter te laten. Ik word wederom stil als ik haar zie zingen: wat een vrouw!

Eenzijdig beeld

Des te meer spijt het me dat op de DVD slechts een selectie van 37 minuten van het concert opgenomen is. De rest is er met een grote kartelschaar uit gesloopt. Dit maakt dat je de DVD niet als één concert beleeft maar als een serie live-opnamen. Opvallend is dat enkel die delen waarin de nummers van haar laatste album Storm worden gespeeld overeind zijn gebleven. 8WEEKLY schreef over dit album dat “het vaak moeilijk is om een climax in de nummers te vinden”. Gelukkig blijft Nova op het podium veel charisma hebben en ze wijst je met gemak de weg door haar nieuwe materiaal. Toch is het jammer dat je zo een eenzijdig beeld krijgt van het concert. Bij een concert van Heather Nova hoort gewoon af en toe een stapje terug naar het klassieke Maybe an Angel en Truth and Bone. Om een DVD uit te brengen die drie weken opgenomen is na de release van Storm met enkel de nummers waar het publiek nog hoorbaar aan moet wennen is rampzalig.

Intimiteit benadrukt

~

Het geluid en beeld van het concert is overigens erg goed. Er is echter wel voor gekozen om regelmatig over te stappen op zwart-wit beelden, zodat de sfeer wordt opgeroepen die de lay-out van Storm ook uitstraalt. Jammer is dat deze wisselingen soms onverwacht lijken te komen, wat een onrustig effect geeft. Hierbij is echter het camerawerk wel heel goed, je zit erg dicht op Heather Nova, wat de intimiteit van het concert benadrukt.

Storm revised

Na het concert speelt Nova nog twee nummers (New Love en Every Time) achter de schermen. Hier blijkt maar weer dat ze enkel een gitaar nodig heeft om met haar stem een compositie degelijk neer te zetten. Tevens vinden we als extra de sensuele video van Drink It In en het iets minder speciale promovideootje van River of Life. Tot slot kunnen we het nog een nog niet eerder uitgebrachte nummer Photograph beluisteren, dat wordt geïllustreerd door een zichzelf herhalend rijtje foto’s. Het is overigens een lekker stevig nummer dat zeker niet misstaan had als B-kantje. Op deze DVD, die eigenlijk meer de naam Storm Revised verdient, staat het onverdiend verloren weggemoffeld.

“Geknip, geplak en gekleur”

Heather Nova heeft vaker live-optredens op CD uitgebracht. Zo kwam bijvoorbeeld in Nederland haar doorbraak met de single Maybe an Angel waar als bonus zes live-nummers op stonden (inmiddels zijn deze tracks opnieuw uitgebracht als Live at the Milky Way). Ook het albumBlow uit 1993 en het sublieme Wonderlust uit 1998 bevatten prima opgebouwde live-optredens. Ik vind het daarom ook moeilijk te begrijpen dat Nova haar concert in the Union Chapel zo triest op DVD zet. Het lijkt eerder een manier om te zeggen: “Zie je wel? Mijn album Storm is niet zo slecht als iedereen zegt, luister maar!” Dat vind ik erg spijtig, want ik had nu eindelijk een mooie weergave willen zien van een prachtig concert van een fantastische artiest. Helaas is door al dit geknip, geplak en gekleur weinig meer van die sfeer overeind gebleven.

Muziek / Album

We hadden er meer van verwacht

recensie: Prodigy - Always Outnumbered, Never Outgunned

We hebben er eventjes op moeten wachten (het laatste wapenfeit, The Fat of the Land dateert alweer van 1997), maar uiteindelijk is ie er dan toch; de nieuwe cd van The Prodigy, Always outnumbered, never outgunned. Oorspronkelijk gepland voor de winter van 2002. Het proefballonnetje Baby’s got a temper (met Keith Flint) werd door de critici echter genadeloos neergesabeld, waarna perfectionist Liam Howlett besloot dat het anders moest, back to basics werd het credo. Dat betekende in ieder geval voorlopig exit Maxim en Keith en terug naar de manier waarop het allemaal begon: alleen achter de laptop. Op Always outnumbered, never outgunned horen we gastbijdragen van Noel en Liam Gallagher (van die ene Britpopband), Kool Keith (deed ook al mee op The Fat’s Diesel Power), actrice Juliette Lewis (!), the Ping Pong Bitches (!), Twista en Paul Jackson. Een mooie mix van gevestigde namen en onbekend talent. Verder horen we in de geest van de jaren negentig veel samples. Of het een evenwichtig album oplevert, is iets anders.

~

Er werd op voorhand gedacht dat het moeilijk zou worden om het geniale The Fat of The Land te evenaren. En dat blijkt dus wel, want al is Howlett zelf erg over Always outnumbered, never outgunned te spreken, natuurlijk ga je hem onbewust vergelijken. En dan blijkt het album al snel niet zo sterk als zijn voorganger.

One by one

Less is more kan geweldige resultaten opleveren, maar Memphis Bells, Medusa’s Path (met een sample van Robin ‘Jaydee’Albers) en You’ll be under my wheels zijn net eventjes te kaal en te nietszeggend. Wake up call rocks met dank aan Kool Keith, Action Radar doet wel heel erg denken aan de jaren tachtig new wave en als Paul Jackson dan ook nog eens gaat schreeuwen als een Ian Curtis on speed dan ben ik verkocht. Juliette Lewis is voor ondergetekende de ontdekking van Always outnumbered, never outgunned en vooral Hot Ride is puur genieten. Spitfire legt het helaas af tegen Firestarter, Phoenix werd in de Oor omschreven als ‘Hollands Glorie, deel 2: Love Buzz van Shocking Blue, beatsgewijs’ . Mooi nummer, alleen die beat irriteert mateloos. Van The way it isis het enige noemenswaardige dat de baslijn gejat is van Michael Jackson’s Thriller, Get up get off is ronduit vervelend, het door Liam Gallagher trashy gezongen Shoot down memoreert wel erg duidelijk aan Aphex Twin en Girls (een aanstekelijke mix van electro en breakbeats) is terecht verkozen tot eerste single.

Op de kaart

Het eindoordeel luidt: te wisselvallig om echt indruk te maken. Zeer zeker geen slecht album, maar van Howlett mag je meer verwachten. En over het al dan niet evenaren/overtreffen van The Fat of the Land hoeven we het niet eens te hebben. The Prodigy heeft zichzelf weer op de kaart gezet, maar daar is alles ook wel mee gezegd. Misschien verwachtten we ook wel gewoon te veel.

Film / Films

Happy Meals

recensie: Super Size Me

In Super Size Me eet Morgan Spurlock, regisseur en hoofdrolspeler, dertig dagen achter elkaar drie keer per dag alleen maar voedsel van McDonalds. Aan het begin van zijn experiment laat hij zich uitgebreid testen door artsen en diëtisten en blijkt Morgan een gezonde Amerikaanse man in uitstekende lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hij heeft zich voorgenomen van elke McDonalds-maaltijd op de menukaart minstens één te hebben gegeten, en dan bij voorkeur de ‘supersize’-uitvoering ervan. Hier hoeft Morgan meestal zelf niet om te vragen: de medewerkers van McDonalds gaan er bij voorbaat al van uit dat Morgan voor supersize gaat en vragen dit alleen nog even voor de vorm aan hem. Aan het eind van het experiment is Spurlock twaalf kilo aangekomen, zijn zijn lever en bloedsuikerspiegel zorgwekkend veranderd, heeft hij volgens eigen zeggen last van depressies en klaagt zijn vriendin over zijn afnemende seksuele prestaties.

~

We zien hoe hij elke dag enthousiast en driftig zijn tanden zet in een hamburger, dubbele hamburger en driedubbele hamburger, een verkeerd gevallen Happy Meal uitbraakt op een parkeerplaats, meespeelt met kinderen in de McDonalds-speeltuin en plezier heeft met de McDonalds-clown. Hij vraagt aan McDonalds-medewerkers of er informatie beschikbaar is over de voedingswaarden van de producten en interviewt op straat klanten over hun eetgedrag. Hij probeert een interview te organiseren met een hooggeplaatste medewerkster van McDonalds en laat zich tussendoor meerdere keren medisch testen, waaruit blijkt dat zijn lichamelijke conditie razendsnel vermindert en het vetpercentage van zijn lichaam zienderogen stijgt.

Cijfers

~

Spurlock wisselt zijn persoonlijke ervaringen in de film af met fragmenten en gesprekken met voedingsdeskundigen, artsen, diëtisten, critici van de fast-foodcultuur en lobbyisten voor de fast-foodindustrie. Hij lardeert zijn verhaal met een duizelingwekkende hoeveelheid cijfers over fast food, van het aantal mensen dat wereldwijd dagelijks een McDonalds maaltijd eet, het bedrag dat McDonalds jaarlijks aan reclame uitgeeft, tot aan het aantal McDonalds-filialen in Amerika en het verschil in het bedrag dat wereldwijd in 1972 en in 2003 werd uitgegeven aan fast food.

Ad rem

Spurlocks documentaire is snel gefilmd en gemonteerd. De shots en interviews zijn kort en bondig. De beelden, cijfers, shots en interviews wisselen elkaar in razend tempo af. Grappig bedoelde cartoons en flitsende popmuziek moeten zorgen voor voldoende afwisseling in de film. Spurlock lijkt zich vooral te hebben voorgenomen de kijker geen moment te willen vervelen met lange uitwijdingen over slechte eetgewoonten of lange opsommingen van cijfers over fast food. Spurlock toont zich een geestige hoofdrolspeler in zijn eigen film. Hij is ad rem, prettig ironisch, persoonlijk en ontwapenend in zijn optredens en zijn boodschap is even simpel als positief. Hij wil uitdragen dat de uiteindelijke macht voor veranderingen in de fast-foodindustrie bij de klanten ligt. Iedereen kan elke dag besluiten niet meer naar McDonalds te gaan.

Suggestie

~

Toch is Super Size Me niet de indringende en boeiende shock doc geworden die het had kunnen zijn. Een zwak punt, waarmee Spurlock zich op voorhand al in de problemen brengt, is dat het uitgangspunt van Super Size Me te voorspelbaar is om een interessante en indringende documentaire te maken over slechte eetgewoonten. Het is niet nieuw dat vet voedsel slecht is voor de mens, en dat te veel vet consumeren – en helemaal dertig dagen achter elkaar met een frequentie van drie keer per dag – nog slechter is. De conclusies van zijn experiment zijn volkomen voorspelbaar. Aan het eind van de film lijkt Spurlock dit zelf ook te realiseren en wil hij zijn critici alvast voor zijn door de opmerking te maken dat zijn experiment erg extreem is en wel tot de onthutsende aftakeling van zijn lichaam had moeten leiden. Hij pareert deze te verwachten kritiek met de opmerking dat er toch erg veel mensen zijn die dagelijks heel veel eten bij McDonalds. Hiermee suggereert hij dat zij dus welhaast eenzelfde soort lichamelijke aftakeling doormaken als hij in die dertig dagen heeft ervaren en wil hen waarschuwen. Helaas verzuimt Spurlock deze bewering met feiten en cijfers te onderbouwen, waardoor het door hem beweerde slechts een suggestie blijft.

19.000 hamburgers

Wat volledig mist in de documentaire is aandacht voor de sociale context van de slechte eetgewoonten van mensen. Spurlock speurt wel de achterliggende visie van de fast-foodbedrijven na en legt hun strategie bloot, hij gaat echter volledig voorbij aan de motieven en achtergronden van de klanten van McDonalds en de vraag waarom zij dagelijks de gang naar hun fast-fooddealer maken. Hierin komt Spurlock niet verder dan een interview met een man die trots beweert dat hij inmiddels al wel 19.000 hamburgers van McDonalds heeft verorberd en twee pubers die simpelweg de negatieve berichten over fast food ontkennen.

Spurlock ervaart, registreert en interviewt. Hij zoekt bevestiging voor iets wat hij op voorhand al vermoedde. De documentaire is een verslag hiervan. Dit levert een onderhoudende, grappige film op over een serieus onderwerp. Van argumentatie en verdere uitdieping van het onderwerp is geen sprake. Onduidelijk blijft in hoeverre hij lijdt aan depressies. Hij beweert dit wel, maar laat geen psycholoog of psychiater aan het woord om zijn gemoedstoestand te onderzoeken. Tegelijkertijd mist hij daarmee een interessante kans om in de film een gedragswetenschapper een mogelijk verband te laten leggen tussen slechte eetgewoonten en depressiviteit. Uiteindelijk blijkt Spurlocks film precies te zijn als de maaltijden die hij bekritiseert: snel, mooi vormgegeven, een bevrediging voor het moment, zonder diepere indruk te maken. Gewoon een smakelijk hapje.