88-71 | 70-54 | 53-36 | 35-19 | 18-01
88: 24 (tweede seizoen)
~
Het fijnst van
24 op dvd is dat je geen hele week hoeft te wachten voordat je weet hoe het verder zal gaan. Nadeel is natuurlijk dat je – als je niet uitkijkt – zo de hele dag kwijt bent aan het kijken omdat het zo spannend is. Ook ik dit tweede seizoen is het de makers weer gelukt om 23 cliffhangers uit hun mouw te schudden. Wederom is iedereen in gevaar. Anti-terrorisme-eenheid CTU wordt getipt dat er binnen 24 uur een atoombom af zal gaan in Los Angeles. Het blijft een knappe serie met goede plotwendingen, waarvan je steeds het einde wilt weten. Op de dvd vind je natuurlijk nog veel meer pret. Onder de extra’s vinden we audio-commentaar op verschillende afleveringen, 45 deleted scènes met audio-commentaar, drie multi-angle featurettes. Kortom, een must om te hebben en ook na één keer kijken zeker de waard om nog eens uit de kast te trekken. (Nathalie van Eck)
87: Secondsmile – I Am Not Romeo, You Are Not Juliet
~
Er is van die muziek waar je niet stil bij kunt zitten, waarvan je neigingen krijgt tot springen, airdrummen en meeschreeuwen. Er zijn echter maar weinig bands die dat voor elkaar krijgen. De leden van At the Drive-in waren ooit meesters in het snoeihard overbrengen van urgente, tomeloze energie, en de vijf jonge Britten van Secondsmile doen dat op dezelfde manier. Zonder franje en met beperkte middelen brengen de heren hun heftige muziek met zoveel passie en eerlijkheid ten gehore dat je er volledig door meegesleurd wordt. Deze muziek is meer intens en opzwepend dan die van een dozijn gestroomlijnde metalbands bij elkaar, en Secondsmile geeft met deze bescheiden debuut-EP een veelbelovend visitekaartje af. De band weet met zijn muzikale hysterie van complexe, drukke gitaarpartijen, kolkende riffs en een oprechte schreeuwzang meesterlijk binnen de perken te houden, zodat de manie overrompelend maar nog net toegankelijk blijft. Noem het maar emo, screamo of post-hardcore: de connaisseur heeft er in elk geval een zeldzame band bij om te koesteren. (Paul Caspers)
86: Noord Nederlands Toneel – MacBeth
~
De Duitse regisseur Marc Becker heeft een wel heel bijzondere bewerking van Shakespeares
Macbeth gemaakt. Echte acteurs spelen in een schattige poppensetting als poppenkastpoppen. In Duitsland werd het stuk enthousiast onthaald, en nu heeft Becker met de acteurs van het NNT een Nederlandse versie gemaakt. Niets van gehoord? Kan kloppen: het is tot nu toe ook alleen maar op het festival
Noorderzon gespeeld. Maar niet getreurd, het is de bedoeling dat in seizoen 2005/2006 een landelijke tournee word gemaakt. Becker regisseerde eerder al
Arturo Ui bij het NNT: eveneens een hilarisch anti-oorlogsstuk. Typerend is de interactie tussen speler en publiek: in
Arturo Ui is het een bejaarde Hitler die koekjes uitdeelt aan de voorste rijen, in
MacBeth maakt het poppenkastspel dat de acteurs geregeld het publiek direct aanspreken en zo betrekken bij allerhande smerige spelletjes. In de Duitse deelstaat Bayern werd Beckers MacBeth bekroond met de theaterprijs De ster van het jaar 2003, en in Nederland heeft het stuk het nu al geschopt tot de CRAZY 88. We zijn benieuwd wat de landelijke tournee nog zal opleveren. (Jan Auke Brink)
85: American Splendor
~
Hoeveel filmische lagen kun je als filmmaker over elkaar heen leggen? American Splendor is een real-life verfilming van de gelijknamige underground strip. Maar behalve de acteur die hoofdpersoon én bedenker van de strip Harvey Pekar speelt, komt ook de échte Pekar in de film voor. Fragmenten uit de stripboeken met de getekende Pekar completeren het beeld. Het is niet eens zomaar een creatief idee: fictie en realiteit lopen zo even schimmig in elkaar over als in Pekars echte leven.
American Splendor is een vlotte en fantasierijke, maar ook grappige en ontroerende biografie. De gespeelde, echte én getekende Harvey Pekar zijn even onuitstaanbaar als innemend in hun gevecht met het burgerlijk leven, dat ze eigenlijk willen omarmen maar dat hen steeds weer afstoot. Pekar is een supernerd tegen wil en dank. Meer nog dan
Ghost World is
American Splendor daarom de ultieme anti-helden film. (Niels Bakker)
84: De Kurosawa-collectie
~
Akira Kurosawa is een begrip. Door velen bewonderd en bijna nog vaker gekopieerd, maar nooit overtroffen. Van deze Japanse grootmeester verschenen dit jaar de eerste twee van in totaal drie dvd-boxen met zijn grootste klassiekers (alleen
Ran mist eigenlijk). De eerste box wordt gedomineerd door fantastische samoeraifilms, waaronder de klassiekers
Seven Samurai en
Yojimbo, aangevuld met het aangrijpende drama
Ikiru. De tweede box is wat diverser en evenwichtiger. Ook in deze box is een ultiem hoogtepunt uit de geschiedenis van de cinema te vinden, namelijk
Rashomon. Daarnaast bevat deze box
The Hidden Fortress, waar George Lucas zijn inspiratie voor
Star Wars vandaan haalde. In bijna al Kurosawa’s films speelt Toshiro Mufine of Takeshi Shimura de hoofdrol en regelmatig spelen ze beiden in zijn films. Heb je een beetje geld over, zorg dan dat je deze boxen in huis haalt, ook al staan er geen extra’s op. Een onmisbaar stukje cinemageschiedenis. (Harrie de Vries)
83: Das MOMA in Berlin, Neue Nationalgalerie
~
Vlakbij de plek waar wijlen JFK de legendarische woorden “Ich bin ein Berliner” (ik ben een Berliner bol, red.) uitsprak, werd afgelopen jaar een andere gast van de Amerikaanse oostkust in Berlijn begroet. In de Neue Nationalgalerie was een groot aantal schilderijen uit het MOMA uit New York te zien. Het was erg bijzonder deze collectie in een andere ruimte dan de white cube van het MOMA te bewonderen, niet in de laatste plaats omdat je er niet de oceaan voor over hoefde te spreken. De collectie van dit museum bevat werken van alle groten der aarde, zoals de bekendste Picasso’s en Mondriaans. Het motto van de tentoonstelling in Berlijn was ‘meer dan 200 meesterwerken van de 20ste eeuw’. Onder dit rijtje vallen onder andere
Vrouw I van Willem de Kooning en
Waterlelies van Monet. Volgens een ooggetuige: “Bekende werken, overal waar we keken.” (Wytske Visser)
82: Scissor Sisters – Scissor Sisters
~
Teneergeslagen? Winterdepressie? Er is een oplossing die veel leuker en aanzienlijk goedkoper is dan het staren in een lichtbak uit Eindhoven: de Scissor Sisters. Deze New Yorkse band is dé vrolijke gimmick van 2004. Hitsingle en Pink Floyd-cover
Comfortably Numb was met geen mogelijkheid uit het hoofd te krijgen en zo gaat het eigenlijk met ieder nummer van dit titelloze debuut. En niet alleen op plaat is het hippe vijftal leuk. Sterker nog: op het podium zijn ze zo mogelijk nog leuker. De band was door het enthousiasme en de bizarre kledij één van de hoogtepunten van Lowlands. Al te serieus moet je de muziek niet nemen, maar dat is juist het prettige. Geen intellectueel geneuzel en geen diepgravende analyses van de wereldproblematiek bij de Scissor Sisters. Gewoon lekker dansen, dat is ruim voldoende. Het pakkendste en leukste refrein van 2004 komt overigens ook van de scharenzusjes: “There ain’t no tits on the radio / Oh no” (4 x). (Jan Auke Brink)
81: Dogville
~
Toen
Dogville op Cannes werd vertoond, veroorzaakte de film een rel van jewelste. Vreemd genoeg kwam dit niet door de radicale en uiterst originele cinematografie, maar door de anti-Amerikaanse gevoelens die de film uitademde. Terwijl de Amerikanen de ene na de andere Europese held om zeep helpen in hun lawaaierige en oppervlakkige massaproducties, staan ze opeens op hun achterste benen als Von Trier, die vanwege zijn vliegangst nog nooit in Amerika is geweest, een kritische film over hun land maakt. Feitelijk gaat
Dogville echter helemaal niet over Amerika, maar over de pervertering van uiterst humane gevoelens als vriendschap en gastvrijheid. In het plaatsje Dogville mondt dit uit in de gewelddadige verkrachting en onderdrukking van Grace, een vreemdelinge die door politie en mafia gezocht wordt. De kracht van deze parabel komt voort uit het minimalistische decor waarin huizen slechts zijn aangegeven met krijtstreepjes, de baanbrekende cameratechniek en de fantastische acteerprestaties. De dvd-versie van Dogville staat tjokvol met extra’s, waarbij met name de documentaire
Dogville Confessions een must is voor iedere filmliefhebber. (Martijn Boven)
80: 21 Grams
~
21 Grams sleept je vanaf het eerste moment mee in een zwaar drama. Zeker geen lichte kost, want er valt weinig te lachen (een vleugje humor had op zich geen kwaad gekund), maar o zo mooi. In het begin is het wel even inkomen, omdat de volgorde van de film niet-chronologisch is, maar dat went vanzelf. De structuur dwingt je in ieder geval zeker om geconcentreerd naar dit drama te kijken en zelf alvast aan de gang te gaan met deze puzzel. De spanning wordt constant opgevoerd en naast de nodige actie word je gevoed met mooie dialogen en een hoop emoties. Sean Penn heeft een mooie rol in dit relatiedrama en ook Naomi Watts mag er zeker zijn. Ze dragen de film samen zo mooi en gevoelig dat het je toch wel minstens een keer moet raken.
21 Grams: een fijne film over menselijk falen, persoonlijke ellende, wraak, verdriet, schuld en geweld. (Nathalie van Eck)
79: Embrace – Out of Nothing
~
Waarom wil het maar niet lukken met Embrace in Nederland? Zelfs nu Chris Martin van Coldplay heeft meegewerkt aan de vierde cd van deze Engelse band krijgen ze nauwelijks aandacht. Dat heeft niets te maken met de kwaliteit van
Out of Nothing, een gedegen Britpop-album vol met lekkere stadionzingers met een vleugje Coldplay (hoewel die band waarschijnlijk eerder schatplichtig is aan Embrace dan andersom). Het probleem zit hem meer in de instelling van de Nederlandse muziekliefhebber: altijd op zoek naar nieuwe bandjes die niemand kent. Hoe vager en onbekender de muziek waar je naar luistert, hoe meer prestige. Kom dan maar eens aan met “de vierde van Embrace”. Hoongelach valt je nog net niet ten deel, maar het valt natuurlijk in het niet bij hippere platen van The Killers, The Go! Team of !!!. Tja, op die manier redt bijna geen enkele band het. Misschien wordt het tijd voor de jongens van Embrace om hun naam te veranderen. Maar dan wel graag dezelfde muziek blijven maken graag! (Tsjalling Venema)
78: Paul Valéry – De macht van de afwezigheid
~
Paul Valéry (1871-1945) heeft vrijwel zijn hele leven al zijn ideeën en gedachten in zijn cahiers opgeschreven met als resultaat een duizelingwekkende hoeveelheid aantekeningen die gezamenlijk maar liefst zo’n 30.000 pagina’s in beslag nemen. Uit deze aantekeningen heeft Maarten van Buuren nu de rubrieken ‘Kunst en esthetica’, ‘Poetica’, en ‘Geheugen’ op uitstekende wijze vertaald en voorzien van een verhelderende inleiding. De rubrieken sluiten nauw op elkaar aan doordat Valéry’s ideeën over het geheugen en de persoonlijkheid in het verlengde van zijn ideeën over kunst liggen. Zowel de kunst als de persoonlijkheid worden in essentie gekenmerkt door een beweging die zichzelf voortdurend vernieuwd. Zodra het kunstwerk wordt afgerond, komt deze beweging voor de schrijver tot stilstand (dan begint ze voor de lezer zijn werking te verkrijgen. Bij de menselijke persoonlijkheid komt de beweging echter nooit tot stilstand, de zelfvernieuwing blijft een oneindig proces. De macht van de afwezigheid vormt een rijke bron van originele en belangwekkende inzichten die de kunstliefhebber nog tijdenlang kan inspireren. (Martijn Boven)
77: Moloko – 11,000 Clicks
~
Moloko is leuk! Alleen daarom al verdienen ze een plekje in onze CRAZY 88. Maar vooruit, de band heeft ook nog wat gepresteerd dit jaar. Eerst was er een opwindend optreden op Pinkpop, en later dit jaar kwam de dvd
11,000 Clicks uit. En laat dat nu net één van de fijnste concert-dvd’s van 2004 zijn. Niet omdat ik een heel groot zwak heb voor de o zo leuke zangeres Roisin Murphy, ook niet omdat het optreden, op 22 november 2003 gehouden in The Brixton Acadamy, erg lekker is en goed in beeld wordt gebracht, maar vanwege een 25 minuten durende extra:
Ed’s Film: Roadies, ligers, chicks that digus, riggers, truckers, punters, bouncers, blaggers, boozers… Dancing Prawns, opera singers, yodellers; all in the average Day in the life of a Rock Musician. Toetsenist Eddie Stevens heeft een dag lang met de camera voor zijn oog gelopen, en heeft van het resultaat een klein half uur op deze dvd gezet. Daarom dus! (Jan Auke Brink)
76: The Return
~
The Return fascineert, verleidt en charmeert vanaf de eerste seconde met subtiele boodschappen en symboliek, waardoor de kijker nadrukkelijk uitgenodigd wordt te mijmeren over de beelden die niet worden getoond en de woorden die niet worden gesproken. De film behandelt de problematiek van een vader die na twaalf jaar terugkeert in zijn gezin en verlangt naar een hecht contact met zijn beide zonen. Vader mist echter het vermogen om dichter tot zijn beide zonen te komen en beide kinderen zoeken bij vader tevergeefs naar uitleg en verklaringen voor zijn lange afwezigheid. Het gebrek aan communicatie, de beklemming waarin kinderen gevangen kunnen zitten in de relatie met een ouder, de woede over de tekorten van de ander en het onvermogen liefde te kunnen uiten worden op zeer indrukwekkende wijze geportretteerd. Het camerawerk is origineel, de beelden van de landschappen zijn wonderschoon van kleur en lichtinval en de muziek is betoverend en opwindend.
The Return is een film die glorieus en op alle fronten overtuigt en volledig voldoet aan de wetten van een groots kunstwerk: namelijk het openen van deuren die anders alleen door de wind zouden zijn geopend. De beste Europese film van 2004. (René Swint)
75: The Mountain Goats – We Shall All Be Healed
~
Het is maar goed dat deze toplijstjes niet absoluut gerangschikt zijn, want anders zou je The Mountain Goats in de onderste regionen vinden. Niet omdat het slecht is, maar omdat maar heel weinig mensen het werk van John Darnielle kennen. Wie het eenmaal gehoord heeft, is echter meteen verkocht: de muziek van de nasaal zingende Amerikaan met zijn energieke, akoestische, gitaarspel heeft de vreemde uitwerking dat bijna iedereen die hem hoort een soort evangelist van The Mountain Goats wordt. In maart kwam Darnielles nieuwe cd uit,
We Shall All Be Healed, en
speelde hij in Paradiso, waar hij er in anderhalf uur een paar honderd devote fans bij kreeg. Ook zin om je in deze donkere tijden aan te sluiten bij een religie? Haast je dan nog voor oud en nieuw naar de betere platenzaak. (Els Bertens)
74: Hiroaki Samura – Blade of the Immortal
~
De Japanner Hiroaki Samura kent als stripkunstenaar nog altijd zijn gelijke niet, en zijn historische verhaalstof blijft intrigeren. De doorlopende manga
Blade of the Immortal combineert indringende intellectuele vraagstukken met nihilisme en venijnige actie, in de vorm van een soms gruwelijk maar altijd adembenemend getekend stripverhaal. Het verhaal begon eenvoudig: de onsterfelijke vechtjas Manji helpt een jong meisje wraak te nemen op de moordenaars van haar ouders: een rondtrekkende clan van progressieve samurai onder aanvoering van de wrede adonis Anotsu. Maar al gauw werd de onderwerpstof uitgebreider en kreeg elk personage een complex karakter. Nu, zo’n 2600 pagina’s verder, zijn de onderlinge relaties behoorlijk ingewikkeld, maar verveelt het uitgebreide verhaal nog steeds geen moment. Een unieke combinatie van visueel melodrama, Japanse geschiedenis en, niet te vergeten, bruut geweld. En het einde van dit schitterende werk is gelukkig nog lang niet in zicht. (Paul Caspers)
73: Coupling (derde seizoen)
~
Britse humor op zijn best. De dertigers Steve, Susan, Jane, Patrick, Sally en Jeff leiden je op geheel eigen wijze door hun leven. Vergelijk het als een mix tussen
Sex and the City en
Friends, maar dan wel met echte humor en zonder Amerikaans hypocriet geneuzel. Deze komedie wordt op een waanzinnig originele manier gefilmd en zelfs na drie seizoenen blijft elke aflevering een pareltje. In 2005 kunnen we seizoen vier verwachten, dus ik ben benieuwd. (Joost van Hoek)
72: Hans den Hartog Jager – Verf
~
Interviews worden in de kunstkritiek steeds belangrijker. Omdat de kunstwerken conceptueler zijn, wordt dat wat de kunstenaar erover te zeggen heeft steeds belangrijker geacht. In
Verf laat Hans den Hartog Jager ook de kunstenaars aan het woord. Het bijzondere aan dit boek is dat hij enkel schilders interviewt, waardoor er meer aandacht is voor de techniek van verfgebruik, zoals de verschillende verflagen die aangebracht worden. Daarnaast voelt Den Hartog Jager de kunstenaars ook aan de tand over het conceptuele in hun werk. Hoewel niet elke schilder even bereid is dingen toe te lichten, is
Verf een bijzonder interessante bundel geworden. Doordat de interviews zowel met oude rotten als jongelingen in het vak zijn afgenomen, is een deel van de Nederlandse kunsthistorie na 1945 in beeld gebracht. Dit levert een zeer diverse bundel op. Na het lezen van dit boek zal kijken naar een schilderij nooit meer hetzelfde zijn. (Wytske Visser)
71: The Delays – Faded Seaside Glamour
~
Een cd die niet in de top 104 van de Oor staat, niet door 8WEEKLY is gerecenseerd, maar toch heel goed is, hoe kan dat nou? Misschien omdat The Delays niet echt in een hokje zijn te plaatsen? Of omdat ze te lievelijke liedjes maken?
Faded Seaside Glamour is qua geluid wel te positioneren in de Britse muziektraditie, maar gek genoeg is de best te maken vergelijking die met de Beach Boys. Deze piepjonge jongens komen natuurlijk dan ook uit kustplaats Southampton. Door hun zomerse muziek doen ze ook sterk aan Dodgy denken, die Britse band met een altijd vrolijke instelling. Ook live zijn de Delays leuk om te zien, want onder hun typisch Engelse koppies (ze zouden zo plaats kunnen nemen in Supergrass) dragen ze allemaal gelijke zwart-wit gestreepte zeemanstruien, terwijl ze een heel gedegen set neerzetten. Een heel fanatieke doorzetting van het maritieme thema dat deze band met haar eerste cd wil uitdragen. Sail on Sailor! (Tsjalling Venema)
CRAZY 88
.
88-71 | 70-54 | 53-36 | 35-19 | 18-01
88: 24 (tweede seizoen)
~
87: Secondsmile – I Am Not Romeo, You Are Not Juliet
~
86: Noord Nederlands Toneel – MacBeth
~
85: American Splendor
~
84: De Kurosawa-collectie
~
83: Das MOMA in Berlin, Neue Nationalgalerie
~
82: Scissor Sisters – Scissor Sisters
~
81: Dogville
~
80: 21 Grams
~
79: Embrace – Out of Nothing
~
78: Paul Valéry – De macht van de afwezigheid
~
77: Moloko – 11,000 Clicks
~
76: The Return
~
75: The Mountain Goats – We Shall All Be Healed
~
74: Hiroaki Samura – Blade of the Immortal
~
73: Coupling (derde seizoen)
~
72: Hans den Hartog Jager – Verf
~
71: The Delays – Faded Seaside Glamour
~
Misschien ook iets voor u
Dédé zoekt de weg
Dédé de taxichauffeur rijdt altijd ’s nachts. Hij houdt van de donkere wereld, dan hebben de mensen minder haast. Dédé brengt ze thuis, en vertelt ze zijn verhalen. De verhalen van de straten van de stad. Ook luistert hij naar de verhalen van de mensen op zijn achterbank. De verhalen van het leven, van de dood en de liefde, en van alles wat daar tussen is. Theater Antigone brengt Dédé le taxi.
~
Dédé doet aan geheugentraining. In zijn hoofd heeft hij een ongelofelijke hoeveelheid feiten en weetjes. Over de stad, haar geschiedenis, haar bewoners, over elektronische apparaten en over het hoe en waarom de dingen zijn geworden wat ze zijn. Ondertussen laten de verhalen van zijn passagiers hem de binnenkant van het leven zien. Het leven, dat zich niet zo makkelijk laat ontleden als een strijkbout, of een stadsplan, of de tochten van Napoleon. Want wat is wreedhied? Wat is liefde? Wat willen vrouwen? En wat zijn dromen? Dédé heeft een zwerversjongen geadopteerd waarvoor hij zorgt, en die hij onderwijst als een zoon. Wat zal Dédé hem leren, en waarom?
Multimediaal
~
Weten en wijsheid
Aan het eind van de voorstelling is de nacht ten einde en breekt de dag weer aan. Het wordt licht, de wereld wordt wakker, het rumoer komt op gang en Dédé en zijn zoon gaan slapen. “Slaap nog wat jongen,” bromt Dédé hem toe. Wat is het verschil tussen droom en werkelijkheid? Tussen kennis en wijsheid? Weten en verwachten? Tussen instinct en intuïtie? En wat is wreedheid? Wat is liefde? Wat willen vrouwen? En wat zijn dromen? Wat moet er geleerd worden, en waarom? Dat vroeg ik me op de terugweg af. En achter de donkere autoruit gleed de wereld voorbij.
Dédé le taxi wordt nog tot en met 22 januari 2005 in Nederland opgevoerd.
Dédé le taxi (Theater Antigone/Veenfabriek/La Compagnie du Tire-Laine)
Artiest: Theater Antigone/Veenfabriek/La Compagnie du Tire-LaineGezien op donderdag 16 december 2004 in Bourla, Antwerpen
Misschien ook iets voor u
Te hoge verwachtingen?
Na de meest recente editie van Lowlands waren de berichten rondom Razorlight duidelijk: deze band moest je gezien hebben. Meestal moet je dit soort berichten met een korreltje zout nemen, maar ook maanden later bleven de geruchten gonzen. Razorlight was de veelbelovende sensatie uit Engeland. Maar bij het beluisteren van Up All Night krijg je steeds meer de indruk dat dit de Londense tegenhanger van het succes uit het noorden moest worden. Het werd per luisterbeurt duidelijker dat de Britse muziekpers weer eens een zeepbel geblazen had. Jammer genoeg bleek er niemand de vinger te bieden die de zeepbel door ging prikken.
~
Slap aftreksel
Eerlijkheidshalve dient te worden gezegd dat Razorlight wel goed is, maar niet goed genoeg om de hype waar te maken. Ze spelen een rustige variant van de muziek van de immens populaire Libertines. De piepjonge zanger Johnny Borrell draagt bijna pratend zijn teksten voor, over de springerige manier van spelen heen. Wanneer hij een poging doet om te zingen hoor je invloeden van The Cure voorbij komen. Het heeft soms wat weg van The Strokes of the Velvet Underground. Verder moet de invloed van Blondie tijdens haar CBGB’s periode genoemd worden. Razorlight mixt deze invloeden tot een bepaalde muzikale melange, waarbij steevast de pit en de energie van de voorbeelden ontbreekt.
Verstoffen in de kast
De single Up All Night is bovenal sterk te noemen. Het spijtige is echter dat het ook duidelijk het beste nummer van de plaat is. Het probleem is echter dat Razorlight het veerkrachtige dat ze live hebben, nauwelijks weten om te zetten op de plaat. Zo nu en dan is er een lichtpuntje te ontdekken, bijvoorbeeld bij het enigszins breekbare Fall, Fall, Fall, tevens het laatste nummer van de plaat. Ook To the Sea, Which Way Is Out en Golden Touch geven een beetje kleur aan Up All Night, maar helpen geen van allen de indruk van de plaat te verbeteren. Wie de berichtgeving laat voor wat het is en het debuut met een minder grote verwachting gaat beluisteren, zal er waarschijnlijk meer plezier aan beleven. Maar of dat plezier lang zal duren valt te betwijfelen. Volgend jaar staat Up All Night waarschijnlijk te verstoffen in de platenkast.
Razorlight
Album: Up All NightMisschien ook iets voor u
Curry in het museum
De van origine Thaise kunstenaar Rirkrit Tiravanija (spreek uit: Tie-ra-va-nee-dja) woont en werkt in New York, Thailand en Berlijn. Als zoon van een diplomaat leerde hij zichzelf al vroeg een nomadische levenshouding aan. Rirkrit Tiravanija verwierf begin jaren negentig bekendheid door meerdere performances. Hij ging in galeries en musea Thaise maaltijden koken, om de onleefbaarheid aan te tonen van de stereotype ‘white cube’, die sinds de hoogtijdagen van het modernisme in galeries en musea zetelt.
~
Rirkrit is een van de grootste voorvechters van het dagelijks leven in de kunst weer te geven. Hij kookte daarom ook niet zozeer als een performance (om naar te kijken), maar om het gehele publiek mee te laten doen. Op deze manier worden de bezoekers van een tentoonstelling niet alleen een participant van het kunstwerk, maar in bepaald opzicht ook een deel van het kunstwerk. Zo heeft hij verschillende installaties gemaakt waarin hij de sociale aspecten van de bezoekers op de voorgrond probeerde te brengen. Waaronder een supermarkt, een currykeuken, een oefenruimte voor bands, een exacte kopie van zijn New Yorkse appartement (24 uur per dag open, voor iedereen toegankelijk).
Verwachtingen doorbreken
~
Fantasie
Hij laat enkel en alleen de afmetingen van de plekken zien waar de performances en installaties hebben gestaan. Verder wordt er soms op een theatrale manier een performance gehouden, zijn er rondleidingen zoals bij vrijwel elk andere expositie (soms door Rirkrit zelf), en is er een audiofoon (zo’n museumwalkman) te lenen met informatie over de voorbijgegane tentoonstellingen. Rirkrit meent dat het opnieuw opbouwen van z’n installaties geen zin heeft, omdat de installaties eenmalige gebeurtenissen zijn geweest voor enkele mensen. Het unieke karakter zou onmogelijk na te maken zijn. Wat er in het Boijmans te ‘zien’ is, vraagt dan ook wel erg veel van het inlevingsvermogen, fantasie en het geduld van de toeschouwer, want dat is wat je bent: een ‘bezoeker’ in tegenstelling tot hetgeen wat je was bij de voorgaande kunstwerken van Rirkrit: een participant, en deel van het kunstwerk.
Context
Daarom is de kwaliteit van Rirkrits overzichtstentoonstelling ook tweeledig. Als representatie van de kunstwerken van Rirkrit Tiravanija zou je het gevoel kunnen hebben dat je wat tekort komt, maar het is maar net de vraag of deze overzichtstentoonstelling beter had gekund. In de catalogus geeft hij zelf aan dat dit een van de mogelijkheden is voor een overzichtstentoonstellingen (ik neem dan aan dat hij nog verschillende versies uit zal gaan proberen). Als overzichtstentoonstelling an sich blijft er echter de vraag hangen of het überhaupt nodig was geweest om Rirkrits ‘werk’ in een museale context te plaatsten. Alle informatie zou ook enkel door de uitgave van een boek, of het verspreiden van een audio-cd tot de toeschouwer gebracht kunnen worden.
Zo zien we dat het werk van Rirkrit Tiravanija niet alleen een uitspraak doet over de museale context, maar ook dat het die museale context nodig heeft om mensen de tijd en de ruimte te geven om er over na te denken. Dit lijkt tegenstrijdig, maar zoals het lichaam de geest huisvest, huisvest de kunst zich toch nog steeds voornamelijk in musea.
Rirkrit Tiravanija - A Retrospective (Tomorrow Is Another Fine Day)
Gezien in: Museum Boijmans van Beuningen, RotterdamNog te zien tot: zondag 06 februari 2005
Misschien ook iets voor u
Lesbische Pygmalion nogal oubollig
Hoe mooi zou het zijn als je je eigen Perfecte Geliefde in elkaar kon knutselen, om er vervolgens mee te trouwen. Dat is in een notendop het verhaal van de mythische Griekse beeldhouwer Pygmalion die verliefd wordt op een marmeren beeld dat hij zelf heeft gemaakt. Dit verhaal spreekt theatermakers enorm aan. Opera’s, toneelstukken en films zijn erop geënt, van het bekendste stuk van schrijver G.B. Shaw tot de film Pretty Woman. Shaw gebruikte het gegeven voor zijn klassieker Pygmalion, waarin een professor in de fonetiek een volks bloemenverkoopstertje leert praten en bewegen als een dame. Van dat stuk maakte A.J. Lerner vervolgens My Fair Lady. Het Ro Theater komt nu met een helemaal vrouwelijke variant, Pygmalion, platvloers en wederopgebouwd. Het bloemenverkoopstertje Eliza Doolittle heet in de Ro-versie Lieze Modderman, professor Henry Higgins is getransformeerd in de lesbische geleerde Hannie Higgins. Plaats van handeling: een nogal oubollig tehuis voor stoute lesbische dames.
~
Arme Loes Luca
Dus wat verwacht de toeschouwer die is afgekomen op een Grote Naam? Loes Luca als bloemenverkoopstertje! Wat een gouden vondst! Luca is niet alleen een uitstekend actrice, ze kan ook nog eens zowel plat Rotterdams spreken als bekakt Nederlands. Maar helaas, dat feest gaat niet door. Misschien waren Kramer en Van den Bosch bang dat het stuk te zeer een platte komedie zou worden met een schmierende Loes Luca. Want haar Lieze Modderman spreekt geen Rotterdams of een ander bestaand dialect, maar bedient zich van onnavolgbare krompraat in de orde van “Mij isset gekomen dat ze blijft” en “Wat mottet mij met dat?” Arme Loes Luca! Dat nep-dialect is een harnas waarin ze bijna niet kan bewegen: de volkse Lieze wordt geen moment naturel. De ellende is dat als het personage uiteindelijk gewoon ‘netjes’ mag praten, ze meteen tien keer geloofwaardiger en hartverwarmender is. Zo blijft over de hele linie in de lucht hangen waarom dit stuk überhaupt is vertaald naar wederopbouwend Rotterdam, want de stad speelt feitelijk geen inhoudelijke rol in het verhaal.
Hetero-man en opper-pot
Grosso modo volgt deze Pygmalion die van Shaw. Het experiment van Hannie Higgins slaagt, Lieze wordt een dame. Een extraatje is de liefde van het nette mannetje Freddie Haamappel Wagenaar voor Lieze. Hij komt haar dan ook redden wanneer Higgins haar uiteindelijk laat vallen, al is Higgins stiekem zelf verliefd geworden op haar pupil. Maar Freddie is de enige hetero-man op het podium, en dus raakt Higgins haar vlam aan hem kwijt. Opperpot en pensionhoudster Tetteroo komt dan nog even natrappen met de voorspelling dat Lieze zich in de toekomst te pletter zal vervelen in een ongelukkig burgermanshuwelijk met Freddie.
Orgie
Probleem is, het wordt allemaal net niet echt grappig of aangrijpend of meeslepend, al is Olga Zuiderhoek als de lesbische professor puntgaaf. Grootste misser in deze voorstelling is de setting. Bovenin het ingenieuze decor (van Thomas Rupert) draaien voortdurend stelletjes en triootjes van potten om elkaar heen. In toenemende wellust, moeten we begrijpen. Want in feite zijn de dansjes stijf gestileerd, verstoken van elke geilheid, en zijn twee van de lesbische dames ook nog mannen-in-travestie. Die wellust culmineert in een orgie in de huiskamer waaraan ook de heteroseksuele Lieze meedoet. Die orgie is behalve grappig misschien provocerend bedoeld, maar hij doet nog het meest denken aan de beelden van decadent Berlijn in de jaren twintig en dertig, en die schokken ons 21e eeuwers niet meer. Zo voegen zowel het Rotterdamse element als de lesbische invalshoek niets toe aan het verhaal dat van Shaw tot Pretty Woman zo ijzersterk was.
Pygmalion, platvloers en wederopgebouwd is te zien tot en met 18 maart 2005.
Pygmalion (Ro Theater)
Artiest: Ro TheaterGezien op donderdag 23 december 2004 in de Schouwburg, Rotterdam
Misschien ook iets voor u
Na regen komt zonneschijn?
Na vijf jaar van stilte door problemen met platenmaatschappijen is er dan toch weer een lichtje in de duisternis. De Zwitsers van Samael leveren een album af dat wederom zijn tijd vooruit is, maar toch ook weer een stapje toegankelijker is dan de voorgangers.
~
Experimenteerdrift
Anno 2004, vijf jaar na het verschijnen van hun laatste album, is er een nieuw kindje: Reign of Light. Een album dat een logische voortzetting is van de twee voorgaande albums en dat in deze tijd, waarin metalbands als Rammstein en Marilyn Manson bij een breed publiek aftrek vinden, eigenlijk nog steeds vooruit denkt. Niet alleen zijn de gitaarlijnen vaak net iets doordachter en melodieuzer dan die van hiervoor genoemde bands, maar ook experimenteert Samael op dit album met de meest uiteenlopende stijlen zonder van hun eigen stijl af te wijken. Zo horen we duidelijke oriëntaalse invloeden langskomen (Heliopolis, Moongate), wordt er gebruik gemaakt van breakbeats en andere invloeden die rechtstreeks naar drum’n’bass verwijzen (Inch’allah, Reign of Light) en hoort de oplettende luisteraar in As the Sun zelfs een verwrongen scratcher voorbij komen. Alle invloeden worden verpakt in de zware industrial-stijl die Samael kenmerkt sinds hun voorgaande twee albums. De nummers zijn doorspekt met vocalen die door hun Zwitsers accent de muziek toch weer een wat apart karakter geven.
Rare accentjes
De vocalen zijn een verhaal apart: naast dat ze vaak een heel duidelijk Zwitser-Duits accent hebben, zijn ze ook heel duidelijk meegegaan met de rest van de muziek. Veelal handelen de teksten niet over de standaard blackmetal-thema’s als Satan en brandende kerken, maar zijn ze juist diepgaander en hebben ze veelal een wat spiritueler thema. Genoeg stof tot nadenken dus.
No more schmink
Ben je Rammsteins Reise Reise zat en wil je iets dat meer biedt, heb je er geen zin meer om telkens visuals te krijgen van een geschminkte freak waar de drugs niet naar luisteren en ben je open minded genoeg om niet direct bij de eerste de beste door breakbeats onderstreepte gitaarriff gelijk in de stress te schieten over hoe onecht de metal tegenwoordig is, luister dit album dan gerust. Na zoveel jaar op de achtergrond zo overduidelijk het voortouw te hebben genomen verdient Samael het met deze plaat de hitparades te bestormen.
Samael
Album: Reign of LightMisschien ook iets voor u
Het loopt niet altijd goed af
Verhalen voor kinderen moeten altijd goed aflopen. Dat is een stelregel waaraan bijna alle kinderboeken en -films voldoen. Tot een paar jaar geleden de boeken van Lemony Snicket, een pseudoniem van Daniel Handler, verschenen. In zijn serie Unfortunate Events (Ellendige avonturen) gebeurt er maar weinig goeds met de drie hoofdpersonen. Al na een paar bladzijden maakt een verwoestende brand een einde aan het fijne leven van Violet, Klaus en Sunny Beaudelaire.
~
Niet alleen hun huis, ook hun ouders worden door deze brand van de aardbodem weggevaagd. Wat volgt is een serie ‘ellendige avonturen’ waarin de wezen van de ene naar de andere voogd worden versleept, terwijl graaf Olaf, hun op gemene op geld beluste oom, allerlei manieren bedenkt om hun erfenis in handen te krijgen. Dat deze serie uiteindelijk dertien delen moet gaan tellen zal niemand verbazen.
Verontrust gevoel
~
Eenbenige zeeman
Wanneer deze ambitieuze toneelspeler zijn voogdijschap over de wezen verliest, zet hij alles op alles om opnieuw zeggenschap te krijgen over hun erfenis. Bij ieder nieuw familielid weet hij zich, uiteraard in vermomming, naar binnen te kletsen. Zo transformeert hij van ‘elegante’ graaf naar een fanatieke laboratoriumassistent en vervolgens naar een éénbenige zeeman. Stuk voor stuk personages waar Carrey een heel eigen draai aan geeft.
Wulpse dame
Ook de rest van de cast is prima op zijn plek. Zo speelt Meryl Streep buitengewoon overtuigend de rol van de neurotische tante Josephine. De vijftienjarige Emily Browning, Violet in de film, valt vooral op vanwege haar volle lippen. Wanneer Angelina Jolie te oud wordt voor rollen als jonge wulpse dame, is Browning ongetwijfeld een waardige opvolgster.
Mysterieuze decors
Wat vooral opvalt aan de film zijn de buitengewoon mooie decors. Al vanaf de eerste beelden vertoont de wereld in Unfortunate Events grote gelijkenissen met die uit films van regisseur Tim Burton, dé meester als het gaat om het scheppen van donkere, mysterieuze settings. Echt toeval is dit overigens niet. Regisseur Brad Silberling heeft het scheppen van de duistere wereld namelijk overgelaten aan Rick Heinrichs, de man die een aantal jaar geleden ook het decor ontwierp voor Burton’s Sleepy Hollow.
Vertaalde brabbelgeluidjes
Toch is de film niet in alle opzichten overtuigend. Zo gaat de ondertiteling, of liever gezegd de vertaling van de brabbelgeluidjes van Sunny, de jongste telg van de Beaudelairefamilie, na een paar keer echt vervelen. Ook heeft de film een te open eind om de meeste kinderen tevreden te kunnen stellen. Wie de brand in het ouderlijk huis heeft gesticht wordt onthuld, maar dan blijven er nog de nodige vragen over. Bijvoorbeeld over de rol van hun ouders in een mysterieus complot. En wat hebben de steeds terugkerende verrekijkers hier mee te maken? Een paar vragen open laten om een vervolg te garanderen is leuk, maar in dit geval is het slot maar weinig bevredigend.
Lemony Snicket's A Series of Unfortunate Events
Regie: Brad SilberlingJaar: 2024
Link: Lemony Snicket.com
Link: Count Olaf.com
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Pijnlijke beelden in een ‘fictief’ verhaal
“Ik zou hier nog niet dood gevonden willen worden,” merkt soapster Birgit (Georgina Verbaan) op, terwijl ze op de foto wordt gezet voor het mediapark in Hilversum. Van Gogh weet direct je aandacht vast te houden en hij laat je twee uur niet meer los. Met een interessante mix tussen feit en fictie weet hij op een scherpe manier het boek De zesde mei van Tomas Ross in beeld te brengen. Een interessante theorie wordt nu ook een spannende thriller.
~
Het werk van Theo van Gogh is al jaren van zeer hoge kwaliteit. Met beperkte middelen weet hij een verhaal vrijwel zonder uitzondering goed in beeld te brengen. Zelfs de opzienbarende film Submission part 1 is door Van Gogh geen botte propaganda, maar een interessant verhaal geworden. 06/05 is echter beter te vergelijken met die andere film waar Tomas Ross het scenario voor schreef: De nacht van Aalbers. Roddel en achterklap in de ambtelijke en politieke wereld in Den Haag zijn de basis van een spannende intrige. Wie was het nu die er achter die moord op zes mei zat? Een groepje fanatieke idioten uit Wageningen of misschien wel iemand anders?
Interessanter dan een spannende thriller
~
“U bent een minderwaardig persoon”
Los van het spannende verhaal is de manier waarop Van Gogh het in beeld heeft gebracht subliem. Specifiek de wijze waarop hij met camerastandpunten werkt is intrigerend. Op die manier blijft 06/05 elke minuut boeien. Wederom wordt duidelijk hoe raar er in Nederland op Fortuyn werd gereageerd. “Dit is geen gewoon rechts, dit is extreem-rechts,” zegt Rösenmoller. “Hierachter staat het huis van Anne Frank,” dweept Thom de Graaf met het leed van zijn voorouders. “U bent een minderwaardig persoon,” schelt Marcel van Dam. Van Gogh heeft erg veel moeite moeten doen om deze laatste beelden van de VARA te krijgen. Het zijn pijnlijke beelden die het fictieve verhaal van 06/05 een extra lading meegeven. Je zit regelmatig met de nekharen overeind te kijken en voelt die angst weer van de moord op Fortuyn. Cynisch genoeg voel je ook die angst weer van de moord op Van Gogh zelf…
Subtiele mix
Wat wel een groot nadeel is, is dat Van Gogh erg vaak met dezelfde acteurs werkt. Zo spelen Tara Elders (Zien, Najib en Julia) en Thijs Römer (Cool, Najib en Julia) wederom een hoofdrol. Ook Johnny de Mol (Cool) draaft weer op. Dit maakt de film minder vernieuwend dan hij had kunnen zijn. Toch heeft Theo van Gogh met 06/05 een goede laatste film afgeleverd. Hij weet subtiel een mix te maken tussen fictie en realiteit en bovendien een spannende thriller af te leveren. Helaas zullen we deze gezonde roker voortaan moeten missen in de Nederlandse filmwereld.
06/05 is vanaf eind januari te zien in de bioscoop.
06/05
Regie: Theo van GoghJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Aandacht voor de verstilling
Het platteland van het Italiaanse Calabrië wordt geteisterd door massale leegloop. Zo ook het stadje waarin Il dono zich afspeelt. Zo nu en dan schuifelt er nog iemand door de straten of wordt er een stoepje geveegd, maar doorgaans liggen de smalle, kronkelige straatjes er verlaten bij. Iets onder het op een heuvel gelegen stadje woont een oude man. Zijn huisje staat eenzaam ver weg, maar daar lijkt hij zich niet aan te storen. Hij kan alleen nog wachten. Wachten op zijn naderende einde.
~
Een tweede personage dat in Il dono wordt gevolgd is een achterlijk meisje waarvan de mensen denken dat ze bezeten is door boze geesten. Regelmatig rijdt ze op de fiets naar de supermarkt; een lange rit bergafwaarts. In ruil voor een lift terug naar huis, geeft ze haar lichaam aan automobilisten.
Minieme conversatie
~
Stuiterende bal
Een mooi moment in de film is die waarin een jongen zijn bal per ongeluk van de trap voor zijn huis laat vallen. De bal stuitert tegen de muur tegenover de trap en rol de straat uit. Het jongetje achtervolgt de bal, maar deze rolt en stuitert steeds verder naar beneden door de smalle, schuine straatjes. De achtervolging stopt pas wanneer de weg wordt geblokkeerd door een pony. Omdat de jongen niet langs dit beest durft te lopen, geeft hij de achtervolging met spijt op.
Betekenisvolle verlatenheid
Zonder dialoog en met een haast verstilde cameravoering heeft regisseur Michelangelo Frammartino de verlatenheid betekenisvol in beeld weten te brengen.
Een prestatie die de aandacht van internationale filmfestivals haast wel moest trekken. Zeker om dat Frammartino dit regiedebuut heeft gemaakt met een schamele vijfduizend euro. En inderdaad: op verschillende internationale festivals, waaronder het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden, viel de film in de prijzen.
Dode hond
Waarschijnlijk ligt het aan mijzelf, maar het kostte me moeite om mijn aandacht de volle tachtig minuten bij de film te houden. Zeker omdat er van een echte verhaallijn geen sprake is. Of het moet de fascinatie van de oude man zijn voor een pornografische afbeelding. Samen met een mobiele telefoon bleef deze achter in zijn tuin nadat twee jongens hem hielpen met het begraven van een dode hond. De mobiele telefoon doet de man weinig. Wanneer de telefoon overgaat, kijkt hij hoogstens even op. De afbeelding trekt echter wel zijn aandacht.
Wat de film toch de moeite waard maakt is de subtiele en ontroerende ontknoping. Maar zoals gezegd is er wel wat uithoudingsvermogen nodig om de film tot het einde geboeid te blijven volgen.
Il dono
Regie: Michelangelo FrammartinoJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Een doortrapte film over een doortrapte maatschappij
Op het festival voor de Franse film in Nederland, Ciné Premières, draait dit jaar onder meer de nieuwe Raul Ruiz. Met Ce jour-là legt de Chileens-Franse magiër zich ditmaal toe op Zwitserland – de titelrol spreekt nadrukkelijk van een ‘Zwitserse film’. Op het eerste gezicht klinkt dit niet als de meest boeiende materie, maar Ruiz zou Ruiz niet zijn als hij zijn verhaal over een familie die twist over een grote erfenis niet naar een hoger plan zou tillen. In een fantastische komisch-surrealistische stijl neemt hij een kijkje in het moeras onder het ogenschijnlijk smetteloze Zwitserse plaveisel.
~
Ce jour-là speelt zich af ‘in de nabije toekomst’, waarin Zwitserland eigendom is geworden van een soort junta van rijke families. Livia (Elsa Zylberstein) is de dromerige en labiele dochter, en bovenal erfgename van zo’n familie. Zij fantaseert over ‘ce jour-là’, de dag van haar leven, die zich in de sterren zou hebben aangekondigd. Wat deze dag haar precies moet brengen, is echter haar, noch de kijker duidelijk. Zoals gebruikelijk neemt haar familie meewarig kennis van haar hersenspinsels. In hun reactie schuilt echter, zoals gaandeweg blijkt, hun wetenschap dat Livia deze dag, omwille van het kapitaal dat op haar naam staat, het loodje moet leggen.
Ontmoeting
~
Suikerspiegel
De moord is gepland met de precisie van een Zwitsers uurwerk (voortdurend horen we ook allerhande klokken tikken en luiden), maar dit plan blijkt helaas niet besteed aan Emil en Livia. Met even grote precisie ontvouwt Ruiz vervolgens de prettig gestoorde ontsporing van dit plan. De filmgeschiedenis heeft er met Pointpoirot weer een waanzinnige seriemoordenaar met allure bij. Hij lijdt aan diabetes, en voortdurend peilt hij zijn bloedsuikerspiegel – en het liefst ook nog die van zijn slachtoffers (ook in deze metingen, in deze ‘spiegel’, komt het thema van normale en afwijkende waarden naar voren). Aan zijn onberekenbaarheid geeft Ruiz vorm door middel van een soort slapstick-horror, de we kennen van andere Franse films. Om er één te noemen: C’est arrivé près de chez vous – maar zijn stijl grijpt feitelijk terug op de wijze waarop Godard c.s. van simpele B-film thema’s films maakten die tegelijkertijd onderhoudend en intelligent zijn.
Niets doen
En waar blijft de arm der wet in dit geheel? De corruptie en de hebzucht waarvan de maatschappij waarin Ce jour-là zich afspeelt is verzadigd, zijn geen expliciete thema’s voor Ruiz. Zij worden zijdelings blootgelegd door Livia en Emil. Maar hiertoe is ook een mooie rol weggelegd voor het lokale politieduo. De twee rechercheurs zien zich op de bewuste dag geconfronteerd met de ontsnapping van de beruchte Pointpoirot. Na een eerste krantje-met-koffie rijst er zowaar een idee over de te volgen strategie: “Niets doen.” “Niets doen?” luidt het antwoord, “dat is geen idee, maar werkelijkheid.” En daarmee kunnen de heren prima uit de voeten. Met grote toewijding leggen zij zich toe op de lunch, en op het biljartspel. Wanneer de ondergeschikte zijn chef hierin keer op keer verslaat, komt de chef met een verklaring: “Jij wint omdat je vooruitdenkt, terwijl ik met mijn gedachten steeds in het heden van spel zit.” Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van Livia en Emil. Maar uiteindelijk blijkt hun tegenwoordigheid van geest in het spel van list en bedrog waarin zij betrokken worden hun grote kracht te zijn.
Onbevangenheid
De grote kracht van Ce jour-là schuilt uiteindelijk in de ogenschijnlijke luchtigheid van het verhaal. Livia en Emil zijn weerloze slachtoffers van een doortrapt spel om de macht, dat schijnende en gruwelijke proporties aanneemt. Maar precies in hun onbevangenheid vinden zij een vorm van weerbaarheid, die hen tot sympathieke helden maakt. En zo is de film: schrijnend maar komisch, onbevangen en toch scherp. Raul Ruiz betoont zich aldus (wederom) een doortrapt filmmaker, die het verdient dat Ce jour-là ook buiten het festival in de roulatie genomen wordt.
Ce jour-là
Regie: Raul RuizJaar: 2024
Misschien ook iets voor u