Boeken / Fictie

Pas op: egodocument

recensie: Hanz Mirck - Het godsgeschenk

De Nederlandse letteren wordt sinds de jaren negentig geteisterd door een steeds verder uitdijende ziekte die zijn verwoestende werk voortzet tot in de diepste regionen van de literatuur. De ene na de andere schrijver raakt besmet met een koortsachtige aanval van exhibitionisme, die gegarandeerd uitmondt in het op schrift stellen van een vuistdikke levensgeschiedenis. In de meeste gevallen levert dit slechts dwangmatige navelstaarderij op dat de moeite van het lezen nauwelijks waard is. Het blijft dan ook een raadsel waarom er steeds weer schrijvers opduiken die zich overgeven aan de ongezonde inperking van hun verbeeldingskracht, ten gunste van het oprakelen van de onwelriekende resten van hun eigen schamele verleden.

Het enige medicijn tegen deze hardnekkige plaag is de gedwongen invoering van een waarschuwingssticker met daarop de woorden: ‘Pas op: egodocument’, waaronder in een iets kleiner lettertype te lezen staat: ‘Bevat schokkende trivialiteiten waarmee broodschrijver A. te B. zich oefent in de edele professie van de navelstaarderij.’ Hoewel Het godsgeschenk, de debuutroman van de dichter Hanz Mirck, minder onleesbaar is als dit harde oordeel doet vermoeden, zou zo’n sticker het boek toch niet hebben misstaan. Er zullen maar weinig literatuurliefhebbers zitten te wachten op deze bijeengeraapte hoop aardigheden, die tezamen een ‘verzonnen autobiografie’ heten te zijn.

Verzonnen autobiografie?

Dit ‘nieuwe’ genre van de ‘verzonnen autobiografie’ riekt overigens eerder naar populisme en dweperij, dan naar inventiviteit en oorspronkelijkheid. Het hoort thuis in de categorie ‘interessant willen doen’ en duidt – als het werkelijk serieus wordt genomen – op iets heel anders dan ons wordt voorgeschoteld, namelijk: op een autobiografie die door een fictieve schrijver op schrift is gesteld, oftewel een vanuit het ik-perspectief geschreven roman. Het godsgeschenk is echter een autobiografie die gedeeltelijk op verzonnen elementen berust. Het verschilt daarmee hemelsbreed van wat het zegt te zijn.

Overtollige ballast

Voordat de in zijn leunstoel vegeterende criticus onrechtvaardigheid wordt verweten, wil hij nog wel opmerken dat Het godsgeschenk heus niet de ergste uitwas is in de geschiedenis van het dwangmatige navelstaren. Men kan het boek zowaar zonder knijper op de neus betreden en dat is al een hele prestatie in de rijkelijk gevulde beerput van de egoliteratuur. Had het boek zich daarbij ook nog eens van zo’n honderd pagina’s overtollige ballast weten te bevrijden, dan had het maar zo tot de positieve uitzonderingen kunnen behoren die elke wetmatigheid eigen is.

Fragmenten

~

Het meest geslaagde aspect van Het godsgeschenk is de structuur. In veelal korte fragmenten krijgen we zowel de levensgeschiedenis van Hanz Mirck te lezen, als (heel summier) de geschiedenis van zijn ouders en de achtergronden bij zijn geboorte. Tegelijkertijd reflecteert de auteur op zijn eigen schrijverij, waarbij hij getuigt van gezonde zelfspot die soms echter zover gaat dat het in dweperij dreigt om te slaan. De vele fragmenten die het boek bevat, bestaan uit dialogen, brieven, sms’jes, terugblikken, onderschriften uit een fotoboek, opgevangen gesprekken, etc. Daarbij zijn er verschillende stemmen aan het woord, de ene keer is dat de auteur zelf, de ander keer zijn moeder, dan weer een buurman. Deze veelstemmigheid geeft het boek de nodige kleur en karakter.

Standaardpakket

Hoewel het principe van de fragmentarische structuur interessant en experimenteel is, wordt het in Het godsgeschenk niet goed genoeg uitgebuit om het boek werkelijk te doen slagen. Het gebruik van afwisselende fragmenten vraagt om een strenge selectie en een goed gekozen afwisseling, anders wordt het al snel saai of irrelevant. Een dergelijke structuur is uitermate geschikt voor het beschrijven van ideologische tegenstellingen, maar in het geheel niet voor het oproepen van een bepaalde sfeer. Zodoende leent het zich niet goed voor het beschrijven van het standaardpakket uit de kindertijd, dat bestaat uit: gedoe op school, eeuwige pianolessen, balorige vriendjes, vergeefse verliefdheid, strenge vader, lieve moeder, etc. Van de eerste helft van het boek, waarin Mircks jeugd centraal staat, had dan ook meer dan de helft geschrapt mogen worden. In de fragmenten waar de katholieke kerk centraal staat werkt de door Mirck gehanteerde structuur al een stuk beter. Een goed voorbeeld daarvan is het fragment waarin een pauselijk verordening over het celibaat wordt afgewisseld met het commentaar dat Mircks vader erop geeft.

Celibaat

Had Mirck volgens hetzelfde structuurprincipe een fictieve roman geschreven waarin hij het gevecht beschreef dat een priester (zoals zijn vader) voerde tegen het celibaat en andere misstanden, dan was het geheel waarschijnlijk een stuk boeiender geworden. Nu blijft het bij enkele interessante fragmenten die begraven liggen in een hoop overbodige autobiografische weetjes. Hoe relevant het voor de schrijver zelf ook moge wezen, de lezer zit niet wachten op de brieven die hij aan zijn vriendin schrijft of de gesprekken die hij met zijn uitgever voert. Al dat soort zaken hadden gerust binnenskamers mogen blijven.

Film / Films

Van een traan naar een lach

recensie: Paradise Girls

Een wit strand en een lichtblauwe zee vormen het decor van de openingsscène van Paradise Girls. De camera volgt een jonge vrouw die uit het water komt lopen. Twee andere aantrekkelijk ogende vrouwen – meisjes nog eigenlijk – zitten op het strand. Je zou vanwege de omgeving misschien anders verwachten, maar alledrie zien ze er niet gelukkig uit. Ze roepen meteen de vraag op hoe letterlijk we de titel van de film moeten nemen. Paradise Girls – niet te verwarren met Paradise Now van Hany Abu-Assad die binnenkort uitkomt – lijkt eerder te verwijzen naar wat de vrouwen hopen te zijn dan naar wat ze echt zijn. In hun dromen leven ze in een paradijs, de werkelijkheid besliste anders over hun lot.

~

Miki, Pei Pei en Shirley, afkomstig uit respectievelijk Japan, China en Hongkong, worden alledrie geconfronteerd met een (dreigend) verlies. Zo reist Miki vanuit Tokyo haar vriendje Benny achterna naar Nederland. Al op de tweede avond vraagt hij haar wanneer haar retourvlucht is. Pei Pei woont met haar vader, een snackbarhouder, in het deprimerende Brabantse Ekelen. Hij besluit zijn zaak te verkopen om terug te keren naar China. Shirley tot slot probeert het geld voor een peperdure operatie voor haar zoontje, dat lijdt aan een dodelijke hartkwaal, bij elkaar te krijgen.

Coherentie?

Waar de eerste twee verhalen zich grotendeels in Nederland afspelen, en over cultuurverschillen gaan, valt de Hongkongse episode een beetje buiten de boot. Naast het verlies thema is er weinig dat de drie korte verhalen bindt. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, ware het niet dat er wel een verband gesuggereerd wordt doordat de verschillende verhaallijnen elkaar kruisen. Of is er opzet in het spel? Het kan zijn dat regisseur Fow Pyng Hu de kijker plaagt door eerst twee verhalen te vertellen die mooi op elkaar aansluiten, en daar vervolgens een derde aan vast te plakken die deze coherentie onderuithaalt. Maar waarom dan de film als een cirkelvertelling weer laten eindigen op dat paradijselijke Thaise strand?

Cultuurverschillen

Het zijn vragen die blijven hangen, zoals er meer is in Paradise Girls dat stof tot denken geeft. In het tweede verhaal houdt de Chinees-Nederlandse Hu de multi-culturele samenleving een spiegel voor, zonder een waardeoordeel uit te spreken. Vanaf het moment dat de vader van Pei Pei naar de kapper gaat is duidelijk dat hier iets misgaat. De kapster knipt een stuk van zijn oor, maar een excuus kan er nauwelijks vanaf. Waarop Pei Pei, die het geld terug komt vragen, bot behandeld wordt en woedend een spiegel ingooit.

~

De toon van dit verhaal is stevig, waarschijnlijk doordat Hu een kunstje uit zijn debuutfilm Jacky herhaalt: de confrontatie tussen Chinezen en Nederlanders. Het meest tekenend zijn in dit opzicht de scènes waarin Pei Pei en haar vader patat staan te bakken voor een groep opgeschoten, luidruchtige jongeren. Na sluitingstijd zoeken ze zelf de vertrouwdheid van het Chinese restaurant op.

Tijdelijkheid

Toch stemt dit verhaal, net als de andere twee, uiteindelijk mild. Aan het slot van Paradise Girls is de ontevreden blik van de vrouwen zelfs in een lach veranderd. Ze hebben een fase in hun leven overwonnen en kunnen verder. Zo zijn ze toch nog even de titelheldinnen, al weten we: hun paradijs is van tijdelijke aard.

Muziek / DVD

Max in de hoofdrol

recensie: Soulfly - The Song Remains Insane

Dynamo 1998, ergens rond het middaguur. Onder luid gejuich betreedt Max Cavalera het podium met zijn nieuwe band Soulfly. Bij het invallen van de eerste riff trilt het terrein op zijn grondvesten en gaat het publiek tot ver achter de geluidstorens volledig los. Zeven jaar na dat klassieke optreden ligt er de allereerste Soulfy-dvd: The Song Remains Insane, die een overzicht moet geven van de carrière van Soulfly van 1998 tot het heden.

~

Wat direct opvalt aan de hele dvd is dat Soulfly echt Max Cavalera is. Vanaf het begin wordt er direct gepraat over de laatste bezettingswisseling bij het laatste album (Prophecy), die dit keer een van de meest rigoureuze is geweest. De enige constante factor in de gehele band is en blijft Max. Gedurende de iets meer dan zestig minuten die de schijf duurt is Max ook degene die het meest aan het woord komt in de interviews. De beloofde “Exclusive interviews with Max Cavalera and members of Soulfly” blijven behoorlijk beperkt tot de eerste vijf woorden van de belofte. Even krijgen we David Ellefson (huidige bassist) aan het woord en is er wat kort commentaar van familieleden, maar verder is er weinig inhoudelijks bij. Nu wekken de beelden van oefensessies en studio-opnames de indruk dat Max een plezierig en open minded person is om mee te werken, maar zou het niet mooi zijn om dat dan ook uit mond van collegae te horen?

Spektakel

Buiten het hierboven beschreven minpuntje is de dvd een verademing voor de Soulfly-fan. Hij bevat een mooie selectie uit oud en nieuw materiaal, zoals live-materiaal, clips en zelfs wat opnames uit oefensessies en studiobeelden. Bij de optredens komen er vanzelfsprekend de obligate Sepultura-nummers voorbij. Zo komen in het overzicht Roots Bloody Roots en Refuse/Resist al voorbij en worden we bij de special features nog getrakteerd op Attitude. Onder deze special features bevindt zich naast de live-uitvoering van Attitude overigens ook de live-uitvoering van First Commandment (afkomstig van debuutplaat Soulfy), waarbij ook Chino Moreno van de Deftones meedoet. Ik moet mij heel sterk vergissen als beide uitvoeringen niet op het bewuste Dynamo-optreden in 1998 zijn opgenomen. Hierbij is ook gelijk goed te zien wat een band als Soulfly in huis heeft. Een optreden staat garant voor een strakke show waarbij het moeilijk is stil te blijven staan.

The Song Remains

Waarom echter de drie extra live-nummers als bonus opgenomen zijn in plaats van in het overzicht zelf weet ik niet. Vooral omdat het een van de eerste optredens in Nederland betreft en hiermee dus prachtig in het plaatje van de carrière past, maar goed, de nummers worden er niet minder om en voegen zeker iets toe aan het geheel. The Song Remains Insane is een dvd die een mooi beeld schept van een band die ondanks zijn nog niet heel lange levensduur en vele bezettingswisselingen toch al een behoorlijke status heeft opgebouwd, natuurlijk voor het grootste deel te danken aan de geschiedenis van frontman Max. Ergens dus misschien ook wel begrijpelijk dat-ie zoveel aan het woord is…

Film / Films

Redelijke derde akte

recensie: De Kurosawa Collectie: volume 3

De eerste twee delen van de Kurosawa Collection van Total Film bracht menig filmliefhebber al uren kijkplezier en nu verschijnt de derde en laatste dvd-box met het verzamelde werk van de Japanse regisseur Akira Kurosawa. Hoewel eigenlijk alle films van Kurosawa wereldberoemd zijn, zitten er in deze box geen echte klassiekers. De box is kwalitatief iets minder dan haar twee voorgangers, maar ook in deze vier films laat Kurosawa duidelijk zien waarom hij de grootmeester van de Japanse cinema is.

Throne of Blood

~

Kurosawa was een groot bewonderaar van het werk van Shakespeare. In veel van zijn films komen onderwerpen aan bod die bekend zijn uit Shakespeares werk (wraak, eergevoelens, strijd, strijdende clans). Throne of Blood is een verfilming van Macbeth, alleen dan vertaald naar het feodale Japan. Washizu (gespeeld door Toshiro Mifune, een vaste kracht in Kurosawa’s films) en Miki zijn twee bevriende samoeraikapiteins die in een bos een waarzegster tegenkomen. Deze voorspelt dat Washizu’s macht enorm zal groeien maar dat Miki’s kinderen Washizu uiteindelijk zullen overheersen. Washizu’s vrouw overtuigt hem ervan om zijn baas en Miki uit de weg te ruimen. Dit verhaal loopt echter heel anders af dan Waishizu voor ogen had. Throne of Blood is een visueel adembenemende film met mooi lijnenwerk, ritmische bewegingen en unheimische sets (de film is op de flanken van de vulkaan Fuji opgenomen). Kenners noemen dit een van de beste Shakespeareverfilmingen, misschien mede omdat Mifune in topvorm is.

Stray Dog

~

Wanneer het dienstpistool van de jonge politieagent Murakami (wederom Toshiro Mifune) gestolen wordt, gaat hij samen met rechercheur Sato (Takashi Shimura, de andere vaste hoofdrolspeler van Kurosawa) op zoek naar de dader. Deze zoektocht leidt hen langs de zelfkant van de naoorlogse Japanse maatschappij, langs zwervers en zwarte markten, prostituees en wapenhandelaren in het snikhete Tokio. Stray Dog is een spannende politiethriller met veel elementen van de rond die tijd in Hollywood populaire film noir, maar de film is meer dan alleen een spannend verhaal. Kurosawa geeft een duister portret van het ontgoochelde, naoorlogse Japan. Hij zoomt in op de slechte sociale voorzieningen, stadsdelen die geheel op clandestiene activiteiten lijken te draaien, en het opkomende individualisme (lees: egoïsme). Vooral voor de gedesillusioneerde oorlogsveteranen die terugkwamen van een verloren Tweede Wereldoorlog brengt deze film veel bekende beelden en gevoelens naar boven.

The Bad Sleep Well

~

Het in prachtig breedbeeld gefilmde The Bad Sleep Well lijkt haast wel op een verfilming van de bouwfraudeaffaire die hier de afgelopen tijd veel stof heeft doen opwaaien. De top van het Japanse ministerie van Ruimtelijke Ordening en een groot bouwbedrijf spelen een vuil spelletje bij het uitvoeren van een grote bouworder. Fraude, (zelf)moorden, smeergeld, afkoopsommen, politieke spelletjes, intimidatie, alles lijkt geoorloofd om zoveel mogelijk zelfverrijking te behalen. Het ontbreekt de film aan een echt hoofdpersonage, want alle betrokkenen in deze affaire worden gevolgd. Er is wel een katalysator, iemand die de belangrijkste plotontwikkelingen in gang zet. Toshiro Mifune speelt Nishi, de zoon van een onder verdachte omstandigheden overleden ex-directeur van het grote bouwbedrijf. Hij verdenkt de mededirecteur van betrokkenheid bij de dood van zijn vader en doet er alles aan om zijn vader te wreken. Hoewel The Bad Sleep Well niet rechtstreeks op een verhaal van Shakespeare is gebaseerd, lijkt de thematiek van Hamlet als basis gediend te hebben voor het verhaal (familie-eer, wraak, macht). Het verhaal wordt na een poosje vrij saai maar qua regie is dit een van Kurosawa’s beste (en meest onderschatte) films. De intelligente narratie is het gevolg van een aantal ingenieuze regie-ingrepen. Op een inventieve manier wordt de kijker uitgelegd wat er gebeurt en wat er is gebeurd. De mooie openingsscène met een groep journalisten is hier een goed voorbeeld van. Niet zijn leukste maar wel een fraai staaltje regie.

Dodes’ka-den

~

Van een heel andere orde is Kurosawa’s eerste kleurenfilm. Deze film lijkt in geen enkel opzicht op een van zijn andere films. Er zit ook niet echt een verhaal in de film. Centraal staat een groep mensen die op een vreselijk slechte sloppenwijk op een enorme vuilnisbelt wonen. Alcoholisten, geestelijk gehandicapten, incestueuzen, nymfomanen en freaks maken daar de dienst uit. Als kijker word je twee uur voyeurisme gegund, een blik op de onderkant van de onderkant van de samenleving. Het doet een beetje denken aan Gummo, Harmony Korines film waarin een soortgelijke groep mensen (alleen dan white-trash Amerikanen) centraal staat. Er zijn mensen die dit het absolute hoogtepunt in Kurosawa’s oeuvre vinden. Anderen zien dit als zijn grootste misser. Het is in ieder geval een erg interessante film waar je pas goed een oordeel over kunt vellen als je hem vaker hebt gezien.

Al met al is deze derde dvd-box minder indrukwekkend dan de eerste twee, ook al zullen er verschillende cinefielen zijn die in deze box hun all-time-favourite terugvinden. De drie boxen samen geven je een ultiem overzicht van Kurosawa’s werk (bijna al zijn films zijn in deze boxen terug te vinden). Het is alleen jammer dat Ran, een van Kurosawa’s beroemde Shakespeare-bewerkingen, niet in deze collectie zit. Gelukkig verschijnt deze binnenkort in een mooie uitgave, zodat iedereen zijn of haar Kurosawa-collectie compleet kan maken.

Kunst / Expo binnenland

In de herhaling

recensie: Life, Once More: Forms of Reenactment in Contemporary Art

In Witte de With in Rotterdam vindt momenteel een groepstentoonstelling plaats rond het begrip ‘re-enactment’. Wat alle verschillende vormen gemeen hebben is dat ze op de één of andere manier reflecteren op de (kunst)geschiedenis.

Rod Dickinson, The Milgrim Re-enactment, 2002

Er worden documentaires en andere belangrijke gebeurtenissen (van binnen en buiten de kunst) opnieuw uitgevoerd of op een andere manier uitgebeeld. Om een idee te geven van wat een re-enactment zoal kan zijn, neem ik als voorbeeld het werk Kunst muss hängen van Andrea Fraser waarin zij een dronken toespraak van Martin Kippenberg naspeelt die hij ooit op een opening van een tentoonstelling van een collega hield. Op basis van een opname heeft Fraser zijn hele toespraak van een half uur uit haar hoofd geleerd en nagespeeld (terwijl ze geen woord Duits spreekt!). Dit heeft een erg vervreemdend effect aangezien er door Kippenberger nogal wat denigrerende opmerkingen worden gemaakt ten opzichte van de vrouw in het algemeen. Nu dus dezelfde woorden uit de mond van een vrouw, waardoor het macho gedrag van de stoere Duitse schilder teniet lijkt te worden gedaan. Een ambivalente houding: een ode met een knipoog.

Stroomstoten

In The Milgram Re-enactment van Rod Dickinson wordt het beruchte wetenschappelijke experiment ‘Obedience to Authority’ (1961) van Harvardpsycholoog Stanley Milgram nagespeeld. In het experiment moest een proefpersoon zogenaamd stroomschokken toedienen aan een ander proefpersoon (die in het complot zat). Onder druk van iemand met autoriteit (in dit geval een professor in witte jas) werd bekeken in hoeverre de proefpersoon uiteindelijk in staat zou blijken pijnlijke stroomstoten toe te dienen aan een ander.

Steven Spielberg

Een aantal kunstenaars in Rotterdam lijkt te onderzoeken in hoeverre de heropvoering van een historische gebeurtenis zelf geschiedenis wordt. Een voorbeeld hiervan is de dubbele videoprojectie van Omar Fast getiteld Spielbergs List, gebaseerd op een reis die de kunstenaar heeft gemaakt naar het voormalig concentratiekamp Auschwitz en op de Poolse filmset van Spielbergs verfilming ervan. Als je de documentaire probeert te volgen, snap je steeds niet of de mensen naar wie je kijkt voormalig kampslachtoffers zijn of dat ze slechts figuranten waren voor de verfilming van Schindlers’s List.

Stanley Kubrick

Wat onbegrijpelijker is de installatie van Eran Schaerf. In deze dia-installatie probeert Schaerf allerlei beelden te combineren door middel van een sciencefiction-achtig script c.q. complottheorie die zo ongeloofwaardig is dat je haast wel wilt geloven, maar uiteindelijk toch niet doet. Hij toont enkel ronddraaiende dia’s met daarop stills uit de film 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick in combinatie met dia’s van heropvoeringen van Napoleontische veldslagen. Wat de toegevoegde waarde is van dit werk op een soort van overzichtstentoonstelling over re-enactment, is mij niet geheel duidelijk.

Dubieus

Het is dus te zeggen dat de onderwerpen die in Rotterdam worden aangekaart sterk uiteenlopen. Wel lijken alle werken onderzoek te doen naar het begrip ‘authenticiteit’. Zo worden er werken getoond waar performances van Joseph Beuys en Jackson Pollock worden heropgevoerd. Vooral in dat laatste geval is het erg dubieus hoe er met de oorspronkelijke werkwijze wordt omgegaan; waar de Amerikaanse actionpainter zijn werken als een unieke eenmalige existentialische act uitvoerde, had hij nooit kunnen voorzien dat die act nu doodleuk zou worden herhaald.

Eigen maken van de geschiedenis

Hoewel er in Witte de With dus echt een paar juweeltjes worden getoond, blijft de vraag waarom er in de kunst nu plotseling zo’n interesse lijkt te zijn voor het verleden en specifiek waarom er wordt teruggegrepen naar ‘oude helden’. Misschien heeft het te maken met het feit dat deze generatie kunstenaars nooit persoonlijk de performances uit de roerige jaren 60 en 70 heeft meegemaakt en dat zij slechts op de karige documentatie zijn aangewezen. Misschien probeert de jongste generatie kunstenaars zich op deze manier alsnog het kunsthistorisch verleden eigen te maken.

Film / Films

Neuroses en romantiek in de herhaling

recensie: Melinda and Melinda

Een film per jaar. Met een ijzeren regelmaat bezet Woody Allen jaarlijks een aantal weken het witte filmdoek in een tiental bioscopen in Nederland. Een beperkt aantal zalen voor een regisseur die in het verleden zeer succesvol was. De belangrijkste reden voor het op kleine schaal uitbrengen van de films van Allen, is het ontbreken van enthousiaste recensies.

~

In Melinda And Melinda is Allen achter de camera gebleven. Hij heeft een cast van jonge acteurs en actrices om zich heen verzameld, die hetzelfde verhaal vanuit verschillend perspectief spelen. In een café zitten vier mensen te praten. Een van hen heeft een verhaal te vertellen, misschien wel de eerste aanzetten voor een filmscript. Al snel neemt een van de aanwezigen het verhaal over en zo ontstaan er twee verhalen met dezelfde hoofdpersonen. De film is in het eerste verhaal een romantische komedie, in het tweede verhaal zijn de ontwikkelingen dramatisch. Romantiek versus dramatiek. Allen vertelt hetzelfde verhaal twee keer. Creatieve armoede of een briljante vondst?

Neuroses

~

Er is maar een Melinda. Actrice Radha Mitchell speelt in beide verhalen de hoofdrol. Ze is een aantal jaren weggeweest uit New York en keert berooid en vol teleurstellingen terug bij haar vrienden. Deze nemen haar liefdevol op, maar kijken toch wat op van de vele neurotische tics die hun vriendin heeft. Iedereen is bezig met zijn of haar eigen carrière en probeert de ladder van het succes te beklimmen. Melinda is berooid, heeft geen geld en kan alleen maar teren op de zakken van haar vroegere vrienden. In het eerste verhaal slaagt Melinda er in haar teleurstellingen achter zich te laten. Ze bouwt een nieuw leven op en vult haar dagen op een zinnige manier. Ze ontmoet interessante mannen, beleeft een aantal komieke avonturen en het lijkt haar voor de wind te gaan. In het tweede verhaal mislukt bijna alles. Ze wordt achtervolgd door haar neuroses en valt voor de verkeerde parasiterende mannen.

Typisch Allen

Allen schakelt, soms met tussenkomst van het aan tafel zittende viertal in het café, van romantiek naar drama, van geluk naar mislukking. Hij heeft een aardig verhaal te vertellen, met de van hem bekende thema’s als liefde, romantiek, ontrouw en communicatie. De cast van acteurs en actrices is aantrekkelijk, het Amerikaanse leven oppervlakkig en de beelden van New York weer typisch Allen.

Ontrouw

Halverwege de film gaat de truc echter wringen. Het vertellen van een komedie gaat Allen redelijk af. Met dezelfde ingrediënten een drama in beeld brengen, is hem ook toevertrouwd. Tot zover is alles in orde, maar in het tweede gedeelte van de film is de truc uitgewerkt en wordt de film voorspelbaar. De regisseur filmt dan de van hem bekende thema’s op het doek. Allen heeft daarbij de keuze gemaakt zijn eigen neuroses en tics over een aantal van de rollen te verdelen. Dus is er iemand die op de stoel bij de psychiater ligt, gaat een van de spelers steeds meer als Allen klinken, wordt ontrouw een regelmatig terugkerend thema en worden de grappen vooral one-liners. De toeschouwer in de bioscoop zit naar een film over Woody Allen te kijken, waarin Allen zich heeft verscholen in drie of vier van de karakters.

Creatieve armoede

De keuze van Allen om – toch weer – een film over zichzelf te maken, keert zich tegen hem. De keuze om een verhaal tweemaal te vertellen is origineel, de uitwerking is op zijn best een half uur verrassend. Daarna zijn het de bekende Allen-ingrediënten die er al jaren voor zorgen dat deze regisseur geen groot publiek meer bereikt. Na dertig minuten brille zit de toeschouwer opgescheept met ruim een uur creatieve armoede. Melinda And Melinda is opnieuw een teleurstellende film en zal slechts bezocht worden door de die-hard fans.

Theater / Voorstelling

Een nogal saaie reis

recensie: Naar Moskou, Moskou (Bos Theaterproducties)

.

~

Nadat ze Tsjechovs stuk opvoeren blijven de actrices Lucy, Pien en Inez elkaar nog met regelmaat zien. De voorstelling toont drie van dit soort avonden, een initiatief dat door henzelf “club” wordt genoemd. Op een rare toon spreken ze het woord uit, alsof ze er zelf weinig heil aan beleven. En zoveel lief wordt er ook niet gedeeld. Af en toe memoreren de actrices met weemoed hun oude Tsjechoviaanse personages, maar over het algemeen klagen ze over de nietsontziende werkelijkheid. Over te hard werken, problematische familierelaties (Inez), over toneelangst, over het uitblijven van inspiratie, over jonge minnaars zonder ruggengraat (Pien) en over een leven als “bedrogen bijzit” (Lucy).

Moskou

~

Naar Moskou, Moskou is speciaal geschreven voor Trudy de Jong, Elsje de Wijn en Els Ingeborg Smits, die samen naar de toneelschool gingen. Nooit in hun carrière speelden zij een opvoering van Tsjechovs De drie zusters en daar wilde toneelschrijver Elmer Schönberger nu verandering in brengen. De actrices spelen sterk. Ze moeten met name zitten en praten en maken uitputtend gebruik van hun gezichtsuitdrukkingen. Jammer dat waar ze over spreken zo aan de oppervlakte blijft. Behalve de sores krijgt alleen het begrip Moskou meer aandacht, zoals de titel doet verwachten. Moskou staat voor de streng-in-de-communistische-leer-zijnde vader van Inez’, die thuis het Kremlin in luciferhoutjes heeft nagebouwd. En voor het ver-weg-zijn van onbevangenheid en idealen, maar ook voor ergens een deur die nog open staat, een sprankje van iets anders.

Vaag

Er zit nog een dromerig element in dit stuk. Steeds wanneer de mise-en-scène verandert in de volgende van de drie clubavonden, horen we een kinderstem zachtjes vertellen over één van de vrouwen. Helaas verstaan we er bar weinig van. Gaat het over de actrices zoals ze nu zijn, of over hun onschuldige kindertijd? Moet het aan de intimiteit van een familie doen denken, een verwijzing naar zusters soms? De stem blijft een vorm zonder kracht.

Opsteker

Hilariteit is er, zoals vaker in onze theaters, wel genoeg, vooral door harde opmerkingen. “Elke vrouw krijgt de stalker die ze verdient” is een opsteker van Pien voor Lucy. Stelker zegt ze trouwens, terwijl ze toch de modernste is met haar vriendjes van rond de dertig. Merkwaardig. Voor Inez heeft Pien de bemoedigende conclusie “Jij haat je vader, en hij jou,” waarop deze zegt: “Och nee, dat mocht ik willen, voor gevoel kom ik niet in aanmerking”.

Geen vragen

Er wordt zo weinig ingegaan op dingen buiten het dagelijks leven, dat we zonder vragen of ideeën de schouwburg uitlopen. Behalve de botte bijl is er niets dat een indruk achterlaat. Met diepgang, waar een uitstapje naar het oude stuk van Tsjechov best de mogelijkheid toe bood, waren de kwaliteiten van De Jong, De Wijn en Smits veel beter uit de verf gekomen. En hadden wij meer gehad dan een avond entertainment.

Naar Moskou, Moskou is nog te zien tot en met 26 mei in verschillende theaters in Nederland.

Muziek / Album

Geen gemakkelijke best-of

recensie: Mogwai - Government Commissions: BBC Sessions 1996-2003

.

~

De stelling dat Mogwai na Young Team uitgepraat was, is al jaren klinkklare onzin. Het alom bejubelde en op Young Team verschenen Like Herod moet immers toegeven aan zijn enkele jaren jongere concurrent Christmas Steps (van Come On Die Young). Nummers als 2 Rights Make 1 Wrong, Kids Will be Skeletons en het subtiele Stanley Kubrick staan zeker niet in de schaduw van het schitterende Yes! I am a long Way from Home. Daarbij wordt het bewijs op de verzameling van BBC-sessies door de band zelf geleverd. Zo sterk zelfs dat de nummers van Young Team – te weten: het veel te lang durende Like Herod en R U Still in 2 it – in een schril contrast komen te staan met de rest van de plaat.

Zouteloos

De plaat wordt, na de aankondiging van John Peel, bijna magistraal geopend met Hunted by a Freak. De overstuurde gitaren, de geluiden uit de keyboards en het nummer zelf huizen de energie die je wilt voelen als je naar Mogwai luistert. Het is dan ook een redelijke teleurstelling wanneer R U Still in 2 it zonder zang van Arab Straps Aidan Moffat wordt ingezet. Nu is het nummer behoorlijk zouteloos en komt het nauwelijks uit de verf. In Cody daarentegen, wordt, zoals het hoort, wel gezongen en blijft daardoor stevig overeind. Net zoals het uiterst fijnzinnige Secret Pint, waarbij Mogwai de perfecte timing volgens ‘het boekje’ laat zien. Op dat soort momenten bewijzen de mannen uit Glasgow dat ze de vaandel van de Post Rock sans gêne mogen dragen.

Prijzenswaardig

Government Commissions weet iets aan het oeuvre van Mogwai toe te voegen, doordat nummers meer uitgesponnen zijn, hier en daar soms wat uitgekleed klinken en zo nu en dan accenten anders zijn geplaatst. Het heeft de schoonheid en de spanning van een optreden, maar het is geen typische live-plaat. Het is bijna het tegenovergestelde van de reputatie die Mogwai als live-band door de jaren heen heeft opgebouwd, maar daardoor niet minder boeiend. Daarbij komt het dat Mogwai voor een sessieverzameling en niet voor een makkelijke very-best-of-verzamelaar heeft gekozen en dat is alleen maar prijzenswaardig. Al met al is Government Commissions, BBC Sessions 1996-2003 een avontuurlijke plaat en het overtuigende bewijs van de kracht, de pracht en de esthetische meerwaarde van misschien wel het beste postrock-combo van de wereld.

Film / Films

Cousteau-achtige avonturierkitsch

recensie: The Life Aquatic with Steve Zissou

Oceaanfilmer Steve Zissou heeft het gehad met de wereld. Zijn vrouw bedriegt hem, niemand komt meer kijken naar zijn diepzeedocumentaires en zijn beste vriend is opgegeten door een haai. Met zijn internationale bemanning van uitgerangeerde zeebonken en TU-stagaires organiseert de onuitstaanbare Zissou een laatste, tot mislukken gedoemde reis. Op jacht naar de jaguarhaai en zijn vriend.

~

Na Bottle Rocket, Rushmore en The Royal Tenenbaums is The Life Aquatic de vierde film van Wes Anderson. Anderson maakt werk dat misschien het beste samen te vatten valt als cinematografisch hoogstaande ensemblefilms; films waarin Anderson telkens op lichtvoetige wijze kleinmenselijke drama’s uitbeeldt. The Life Aquatic is daarop geen uitzondering. Maar meer nog dan de voorgaande films blinkt Aquatic uit in dramatisch reliëf. Alle facetten van menselijke relaties worden onder de loep genomen. Hoewel er in de film een hoop goed komt, gaat er ook veel onherstelbaar fout. De misère aan boord van Zissou’s schip Belafonte brengt oude vijanden samen, maar drijft oude vrienden uiteen. Bemanningslid van het eerste uur Klaus Daimler (Willem Dafoe on fire) kan Zissou’s zwak voor diens verloren zoon en nieuw crewlid Ned Plimpton (Owen Wilson) met moeite verkroppen. Zo bezwijkt de expeditie meerdere malen bijna onder de druk van Zissou’s monomane Ahab-imitatie.

Matrozenpakjes

~

The Life Aquatic is in alles Andersons meest ambitieuze en meest geslaagde project te noemen. De personages hebben een volwassenheid en diepte die de regisseur tot nu toe niet heeft bereikt. Bill Murray is als de onvolwassen hasbeen Steve Zissou een psychologische uitdieping te noemen van het personage van Gene Hackman in The Royal Tenenbaums, zoals dat weer een uitvergroting te noemen was van Murrays rol in Rushmore. En de typische Anderson-lulligheid, waar zijn werk grotendeels de charme aan ontleent, heeft in The Life Aquatic een nieuwe standaard gekregen. De matrozenpakjes, de elektrodeuntjes, de stop motion-diepzeevissen: het is een kneuterigheid die wordt opgeroepen door een opzettelijke ambivalentie tussen ambachtelijkheid en amateurisme.

Doorgezaagd

Ook het setdesign is van een, voor Anderson, ongekende omvang en complexiteit. Het filmen van de Belafonte zorgde bijvoorbeeld in de Cinecitta-studios voor veel problemen. Van het schip zijn twee versies in gebruik: de één werd gebruikt voor de opnames op zee. De ander is in tweeën gezaagd en in een loods gezet. Anderson kon op die manier de dwarsdoorsnede van het schip filmen, als een illustratie uit een instructieboekje. Maar om de hele boot in één frame te krijgen moest er een speciale hightech-lens geregeld worden, en dan moest de camera nog praktisch tegen de tegenoverliggende muur opgesteld worden.

Geweldige vondst

The Life Aquatic is de perfecte mengeling van Andersons lievelingsthema van de man in zijn strijd tegen de realiteit, de snelkookpan die de Belafonte is voor Zissou’s uitschotbemanning en de mogelijkheden die de Cousteau-achtige avonturierkitsch bieden. Een geweldige vondst: anders is The Life Aquatic niet samen te vatten.

Muziek / Album

Eentje met twee gezichten

recensie: The Frames - Burn The Maps

Vorig jaar kondigden The Frames, tijdens het Eurosonic-festival van 2004, aan dat ze na hun verrassende For the Birds uit 2001 zin hadden om opvallend terug te komen. Die aankondiging ging gepaard met het platspelen van het publiek in het Groninger Grand Theatre. Ongeveer een jaar later flikken de Ieren het toch maar even. Burn the Maps wordt in elk medium bejubeld en alle platenboeren prijzen hem bij de trouwe klanten aan. Meeslepend wordt de plaat genoemd en dat betekent, anno 2005, blijkbaar veel bombarie, strijkers en voor de hand liggende melodieën. Toch gaan de fraai gearrangeerde hapklare brokken er in als koek. Eens kijken waarom.

De reden waarom na jaren van ploeteren het bescheiden For the Birds wel werd opgepikt, heeft waarschijnlijk te maken met de producer. Destijds had Craig Ward de knoppentafel onder zijn beheer en deze man wist waar hij mee bezig was. Op Burn the Maps verschijnt Ward als gastmuzikant en in de tussenliggende jaren heeft de producer annex gastmuzikant een redelijke stempel op de band gedrukt, want vele nummers hebben een Belgische tint. Specifieker nog, voor veel nummers heeft waarschijnlijk het muzikale karakter van The Ideal Crash – de dEUS-plaat waar Ward het meeste invloed op heeft gehad – als voorbeeld voor Burn the Maps gediend. Steevast beginnen de nummers rustig en halverwege gaan de schuiven langzaam open en aan het einde werkt alles samen richting de climax.

~

Goede en slechte voorbeelden

Niet alleen dEUS dient als voorbeeld. De opener Happy heeft dezelfde ingewikkelde drumpartij als Millionaire´s Body Experience Revue. Toch blijft het nummer, ondanks de voorbeelden, de sterke orkestratie en de overstuurde zang, staan als een huis. Daarna wordt het een aantal nummers afzien. In nummers als Finally, A Caution to the Birds en Underglass nemen The Frames zo nu en dan de voor de hand liggende dramatiek over van bands als Live of Dawsons-Creek-Rock van 3doorsdown. Dat soort nummers maakt Burn the Maps tot een draak van een plaat; eentje die ergens in de la zal verdwijnen.

Bijsmaak

Waarom de plaat dan door zoveel mensen wordt bejubeld, ligt aan de kracht van de nummers rondom de dieptepunten. Bijvoorbeeld het schitterende Sideways Down, het mooie Dream Awake en het aparte Ship Caught in the Bay, waarbij The Frames zelfs het pad opgaan van Boards of Canada. Sowieso zit de kracht van Burn the Maps hem in de staart van de plaat, want ook Keepsake en het rijk gearrangeerde Suffer in Silence weten zich te profileren als de pareltjes van de plaat. Wanneer The Frames een plaat vol van deze laatste nummers had kunnen maken, zal je een topplaat hebben. Nu is het er één met een behoorlijke vieze bijsmaak en dat had niet gehoeven.