We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Disclaimer en privacybeleid
Stap eens een tijdmachine in
Een strenge meesteres, een oude man, een moord en een badkuip. Zomaar wat ingrediënten uit de voorstelling Een vriendendienst. Dit stuk, dat in 1994 geschreven werd door Alan Ayckbourn (Slippers en De Kruistochten), is een bizarre mengeling van komedie en thriller. Het Nationale Toneel weet met de juiste acteurs en regisseur hier een aparte, doch erg geslaagde voorstelling van te maken.
~
Deuren
Er staan nogal wat deuren op het podium, die allemaal erg functioneel zijn. Met in het bijzonder de deur naar de ’tijdmachine’. Niet voor niets gaf Ayckbourn deze voorstelling de titel Communicating Doors mee, wat helaas niet naar het Nederlands vertaald is. Als je de voorstelling gezien hebt, dan snap je ook de betekenis van de Nederlandse titel wel, maar toch, die deuren die zijn wel belangrijk.
Psycho
~
Terug in de tijd
De sprongen in de tijd doen denken aan Back to the Future, om maar even in de films te blijven. Het is wel wat deze voorstelling zo leuk maakt. Deurtje open, deurtje dicht, en voila weer een andere tijd. Doel van Phoebe is de vrouwen die op het lijstje staan vermoord te worden, te behoeden voor hun noodlot. Maar probeer dat maar eens geloofwaardig te maken. Hilariteit alom, maar toch ook met een serieuze noot, want bedenk maar eens wat jij anders zou willen doen als je terug in de tijd kon gaan. Hoe zou je leven er dan uit zien en wat voor gevolgen heeft dat voor de toekomst? Zou je ingrijpen of niet?
Goed gespeeld
Regelmatig is er angst en paniek af te lezen van het gezicht van Phoebe, soms zet Pauline Greidanus (The Shape of Things, Huis en Tuin) dat net iets te heftig aan, maar overtuigen doet ze. Ook de andere acteurs laten zich hier van hun goede kant zien. Ze zijn erg goed op elkaar ingespeeld en weten zichzelf goed te houden in soms bizarre situaties. Iedereen speelt het spel met verve. Peter Bolhuis (Poker, Huis en Tuin) als de moordenaar die soms onverwacht opduikt, weet je rillingen te bezorgen met zijn blikken en tegelijk heeft hij ook iets grappigs over zich wat dan weer heerlijk relativerend werkt.
Spannend en leuk
Regisseur Ivar van Urk (The Shape of Things, Penetrator en Hurly Burly) heeft hier de touwtjes goed in handen. De vaart zit er behoorlijk in en de voorstelling blijft spannend en leuk tegelijk tot het laatste moment. Het enige minpuntje is misschien dat de verschillende jaartallen niet heel duidelijk zijn uitgewerkt, maar toch is het goed te volgen welk jaar er wordt bedoeld. Het is in ieder geval niet storend. De aandacht voor het decor en de licht- en geluidseffecten heeft ervoor gezorgd dat de voorstelling echt af is. Een trip in deze tijdmachine die Een vriendendienst heet is zeker aan te raden als je een vermakelijke, niet al te moeilijk avond tegemoet wilt zien.
Een vriendendienst toert nog tot en met 28 mei 2005.
Nationale Toneel - Een Vriendendienst
Artiest: Nationale ToneelGezien op vrijdag 13 mei 2005 in de Guido de Moorzaal van het Nationale Toneel, Den Haag
Misschien ook iets voor u
Brels ultieme afscheid
2003 was het Brel-herdenkingsjaar: massaal herdachten we de ongeëvenaarde Vlaamse zanger die 25 jaar eerder overleed. In Nederland werden toneelstukken gemaakt – Jeroen Willems was erg succesvol met zijn Brel, de zoete oorlog – en hommages gebracht (Filip Jordens). Uiteraard werden er ook dvd’s uitgebracht, zoals tegenwoordig overal dvd’s van worden uitgebracht. Niet alles wat er op de plank lag is toen echter in de markt gezet: het Franse afscheidsconcert uit 1966, Les adieux a l’Olympia, is vanaf nu verkrijgbaar.
~
De populariteit van Brel was toen hij aankondigde te stoppen met optreden zo groot dat een enkel afscheidsoptreden niet volstond. Ruim acht maanden maakte de zanger een rondreis door Franstalig gebied. Het begon allemaal met ruim een maand aan optredens in de Parijse Olympia. Daarna volgde een enkel optreden in Brussel, gevolgd door een Marokkaanse tournee begon. In 1967 tourde Brel nog een maand lang door Québec, waarna eindelijk het echte afscheidsconcert volgde: 16 mei 1967 in Roubaix.
Springend en fladderend
De nu uitgebrachte dvd is samengesteld uit Parijse beelden: de opnames zijn gemaakt op 28 en 29 oktober 1966 in de Olympia. Dat beelden van twee avonden zijn samengevoegd tot één geheel leidt bij het kijken soms tot kleine ergernissen. Zo valt het op als er aan het eind van een lied wordt overgegaan op beelden van de andere avond: het nummer stopt iets te abrupt en het massale applaus is er te haastig overheen geplakt. Afgezien van die kleine foutjes zijn zowel beeld als geluid van hoge kwaliteit: nummers klinken helder alsof ze uit een studio komen en de camera’s hebben veel aandacht voor detail.
Kleine aap
~
Zwart-witte romantiek
De film toont binnen een uur in vijftien nummers een authentiek Brel-concert. De zanger staat in pak op een plankenvloer, met achter hem een zwaar gordijn waardoor hij is opgekomen. Enkel een ronde spot is op hem gericht; de rest van het podium is duister. Op de film blijkt pas aan het einde dat er een groots orkest achter Brel staat: de muziek had evenzogoed van band kunnen komen. De opnames zijn in zwart-wit, wat de romantiek van een ouderwets concert nog verhevigt, al bestond de kleurenfilm al ruim dertig jaar.
Amsterdam
Ne me Quitte Pas wordt niet gespeeld, maar verder komen prachtige klassiekers langs: Le Plat Pays, Les Bogots, Les Bobbons 67 en Madeleine. Mijn persoonlijke favoriet is Amsterdam, dat Brel intens zingt met gesloten ogen. Twee camerastandpunten wisselen elkaar af, waardoor Brel afwisselend en face en en profile in beeld verschijnt. Richting het einde van het nummer balt Brel de vuisten, zwaait hij met zijn lange armen en perst hij alles eruit. De Dijk, Acda en de Munnik en zelfs David Bowie kunnen het nummer nog zo mooi zingen, maar Amsterdam hoort echt bij Jacques Brel.
Missende ondertiteling
Naast dit concert staan er nog twee extraatjes op het schijfje: de eerste is een audio-interview, maar een ieder die geen Frans spreekt zal er weinig van begrijpen. Frans is de voertaal van de dvd (ook in het menu), en ondertiteling ontbreekt. De tweede is leuker: beelden van voorafgaand aan, tijdens en na het concert, waarin afwisselend Brel, Olympia en het publiek figureren. Dit deel van de dvd is losser dan de concertregistratie die vooral op de zingende Brel is gericht, maar is ook niet meer dan een grappige extra. Het concert blijft de erg prettige hoofdmoot van het geheel.
Jacques Brel
Album: Les adieux a l'OlympiaMisschien ook iets voor u
Wisselvallig
Vaak is de eerste indruk van een kunstwerk onuitwisbaar. Het werk imponeert, raakt je of brengt in verwarring. Die eerste kennismaking is vaak nog goed in herinnering te roepen met allerlei randzaken, zoals bijvoorbeeld datgene wat je in het museumcafé at. De Oostenrijkse kunstenaar Egon Schiele (1890-1918) kwam ik op zo’n manier tegen in het Leopold-museum in Wenen. Het bijzondere vierkante gebouw, met een hoge vierkante hal in het midden, verborg Schiele op de bovenste verdieping. In mijn opschrijfboekje voegde ik de naam toe aan een rijtje kunstenaars die me al eerder in het museum waren opgevallen.
Hoe prettig of bijzonder die eerste indruk ook is; ze is eenmalig. Volgens die gedachte is de kennismaking met de tentoonstelling in het Van Gogh museum (het eerste retrospectief van Schiele in Nederland) een kleine teleurstelling. Dat wat ik waardeerde in Wenen – de kleine gedachten in schetsen, indringende portetten, de verwarring in zijn gezicht, zijn treurige leven dat me aangreep – zie ik aanvankelijk niet terug. De indeling lijkt wat rommelig, varierend tussen thematisch en chronologisch, er lijkt niet echt een keuze te zijn gemaakt tussen de twee. Ook is op ongeveer elk muurtekst te lezen dat Schiele zich bezig houdt met seks, het onderbewuste, zelfportretten maakt, en dan vooral naakten, waardoor er weinig ruimte is voor andere ideeen over zijn kunst, of eigen ingevingen over het expressionisme van Schiele.
Ontwikkeling
Het interessantere deel van de tentoonstelling begint chronologisch tijdens zijn gevangenis periode. De werken bezitten iets dat wringt, de persoonlijke expressie staat voorop, maar Schiele is minder zoekende zoals in zijn eerdere werk. Op de tweede verdieping van het museum vervolgt de tentoonstelling met werken uit latere periodes, als je daar in Schieles vrij korte leven al van kunt spreken. De ontwikkeling die hij doormaakt is daardoor misschien juist des te indrukwekkender. Eén van de bijzondere werken in dit deel van de tentoonstelling is Zittend paar (1915). Hierop is Schiele afgebeeld met zijn vrouw. Zij houdt hem vast zoals Maria het lichaam van Jezus vasthoudt (de piëta), maar de innige omhelzing is ook eigentijds, toepasbaar op hun eigen relatie. Deze relatie is er één van veel dieptepunten en moeilijkheden. Behalve verwarring over de postitie – af te lezen van de gezichten – waarin ze zich bevonden, spreekt uit het beeld ook de wens om zich aan elkaar vast te klampen. Krampachtig, haast tegennatuurlijk.
Bijzondere combinatie
De combinatie die de dansen, gemaakt door dansgroep Krisztina de Châtel en performances van de International Performance Group onder leiding van Marina Abramoviæ maken met de werken van Schiele zijn erg bijzonder. De dansers geven de schilderijen een andere diepte. De werken op papier zijn omringd door flat screens met performances, live performances en een videoscherm met verschillende dansen. Deze werken zijn niet slechts een aanvulling, maar geven juist een verdieping van het werk van Schiele. Zo bijvoorbeeld de dansvoorstelling Gradual and Persistent Loss of Control, die is ontstaan uit een samenwerking van Krisztina de Châtel en Marina Abramoviæ. In een soort huidskleurige pakken bewegen de dansers soms synchroon, dan weer tegengesteld. Op de vloer van het museum staan een aantal glazen waar de dansers in bewegen (tegen de wand aan geslagen, verstopt in een kooi, die geen ruimte geeft aan de beweging die ze willen maken). Hun expressie wordt beperkt. De in kimono gestoken danseres is achtergebleven op de metalen vloer, waar de magneten van haar slippers op blijven kleven, terwijl op de achtergrond het pianospel steeds heftiger wordt.
Onderschat
Daar waar de dansers zich op de overgebleven vierkante centimeter moeten bewegen en op die manier een – in de traditie van Schiele – zeer lijfelijke uitdrukking van werk vormen, geven de tentoonstellingsmakers de bezoeker maar weinig ruimte. In de teksten op de muren wordt veelvuldig gerefereerd aan het beeld van de onbegrepen kunstenaar die niet paste in het burgerlijke Wenen van het begin van de 20e eeuw. Bij een kunstenaar die zo autonoom te werk gaat, lijkt de context des te belangrijker. Ook wordt naar min idee de vergelijking met Van Gogh opgedrongen (zoals bij de zonnebloemen). Wellicht zijn de tentoonstellingsmakers bang dat het werk van Schiele te onbekend is bij de Nederlandse bezoeker zodat er veel toelichting nodig is. Mogelijk onderschatten ze de bezoeker daarmee.
Elke dag zijn er doorlopend performances van de leden van de International Performace Group. Tweemaal per dag is er een choreografie van dansgroep Krisztina de Châtel te zien. Op vrijdagavond, 20.15 uur en zondagmiddag, 16.00 uur, wordt de gezamenlijke productie Gradual and Persistent Loss of Control getoond.
Retrospectief Egon Schiele
Gezien in: Van Gogh Museum, AmsterdamNog te zien tot: zondag 19 juni 2005
Misschien ook iets voor u
Puin is niet zwart genoeg
.
~
En schokkend blijft het in het stuk. Teksten als “Ik ben bereid”, “want ik weet, ik ben het niet vergeten” klinken, maar die context is zo belabberd. Niet dat er geen bijzondere taal wordt gebezigd, maar het is zo veel allemaal, en het ligt er zo dik bovenop. Het is eerder een studentikoze, opgewonden voordracht dan een welbespraakt drama. Dat ligt misschien aan de jeugdigheid van de acteurs en aan hun Gooise ‘r’ die, in combinatie met de pathetische metaforiek, zwaar te verteren is. Broer en zus praten niet mét, maar tégen elkaar. Ze kijken alleen het publiek in de ogen, dat vervolgens niet weet waar het kijken moet, want echt interessant is het niet en echt grappig ook niet.
How bizar
~
Zusjelief
Tijdens het uitbeelden van de bizarre situaties en van de gluiperige oom Herrie zijn de acteurs op hun best. Beide zijn niet te beroerd handen en voeten te gebruiken. Het spel van Jorinde Kuiper biedt hoop in de misère. Als zusje steekt ze de draak met broer, stil en creatief, door grimlachjes en stripachtige gebaren. Haar mimiek is ontwapenend, maar als ze op een gegeven moment gaat zingen verandert ze in een zwoele, bluesy vamp. Mooi is één van de beginbeelden, wanneer het zusje wacht tot de broer is uitverteld, midden in een spotlight op de bank, haar arm naar haar hoofd in een scherpe hoek. Joost Claes als broer speelt nog te weinig, omdat hij vooral met de (ingewikkelde!) tekst bezig is.
Beste script
Puin is een vertaling van de Engelse toneeltekst Debris, door Dennis Kelly. De originele uitvoering won in Engeland een prijs voor het script. Af en toe vallen er ook wel treffende, beeldende zinnen, zoals: “maar ik denk vooral aan de rug van mijn hand” en “op de eerste mei barstte ik uit de schoot van mijn moeder”. Maar verder is het in de tekst te druk. In het Engels klinkt het vast beter, droger.
So…
Als de taal nu losser was geweest en minder hoogdravend, als de acteurs meer zouden hebben samengespeeld, en als vooral de broer met meer afstand zijn verloren ziel zou hebben kunnen neerzetten, dan was Puin indringender geweest. Als… dan. Nu niet.
Puin is nog tot en met 23 april 2005 in het vernieuwde Rozentheater in Amsterdam te zien.
Puin (Theater EA)
Artiest: Theater EAGezien op donderdag 07 april 2005 in het Rozentheater, Amsterdam
Link: Rozentheater
Misschien ook iets voor u
Niets dan goeds over de doden?
Boodschappen van ‘de andere kant’. Het levert mogelijk communicatie op tussen doden en levenden. EVP, Electronic Voice Phenomenon, is een proces waarbij overledenen met nabestaanden contact zoeken door het gebruik van elektrische apparaten. Via een radio of een televisietoestel worden boodschappen doorgegeven om deze vast te leggen op cassette of harde schijf. Architect Jonathan Rivers krijgt in White Noise met EVP te maken na de verdwijning van zijn vrouw Anna.
~
Rivers (Michael Keaton) is een succesvol architect, ziet zoon Mickey uit zijn eerste huwelijk regelmatig, is voor de tweede keer getrouwd en hoort van Anna dat er een baby op komst is. Geluk en succes lijken geen grenzen te hebben. En dan slaat het noodlot toe. Anna, een succesvol schrijfster, komt na een avondje stappen met een goede vriendin niet thuis. Bezorgd belt Rivers, maar hij komt niet verder dan voicemails. Hij valt in slaap en wordt midden in de nacht wakker van een ondefinieerbaar geluid afkomstig uit de radio, die op de keukentafel staat.
Storing
~
EVP
Regisseur Geoffrey Sax heeft het fascinerende verhaal van schrijver Niall Johnson als uitgangspunt voor een film gebruikt. Er wordt een aantal keren duidelijk gemaakt dat voor EVP veel geduld nodig is. Bij commerciële films is geduld moeilijk in beeld te brengen. Zo blijkt ook na 45 minuten White Noise. Na drie kwartier glijdt de film uit, vliegt uit de bocht, wordt het sentiment belangrijker dan de speurtocht naar communicatie, is er meer sprake van apparatuur dan van geduld, veranderen de zwart-wit beelden naar commercieel blauw. Contact met de doden gaat volgens schrijver Johnson traan voor traan, door steeds dezelfde opnames af te luistern. Regisseur Sax moet iets met de kijkers in de bioscoop en wil opschieten. Daar wordt het grijze geluid van White Noise tot commercieel lawaai.
Slachtoffers
In White Noise gebeuren alleen nog maar vreemde zaken die vooral op de lachspieren werken. Een fascinerende film met een nieuwsgierig makend thema wordt zo een bot en bruut commercieel vehikel. Genant, tenenkrommend en uiteindelijk vooral lachwekkend slecht.
White Noise
Regie: Geoffrey SaxJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Wraak is een luie vorm van verdriet
.
~
In een Afrikaans land is Edmund Zuwanie (Earl Cameron) aan de macht. Met dood en verderf regeert hij zijn land. De oppositie tegen zijn bewind rukt steeds verder op. Ooit was hij zelf oppositieleider en symbool van een generatie op zoek naar idealen. Vrijheid en gelijkheid voor iedereen. Eenmaal aan de macht veranderde Zuwanie in de loop der jaren in een dictator en uitvoerder van alles waar hij zelf ooit tegen streed. In zijn land bestaan dodenlijsten en zijn executies van burgers aan de orde van de dag. Om de situatie in zijn land te stabiliseren en om de hulp van de wereld in te roepen om de rebellen in zijn land te verdrijven, wil het staatshoofd de vergadering van de Verenigde Naties toespreken.
Aanslag
~
Bikkelhard
In een adembenemend hoog tempo stapelen de gebeurtenissen zich op en ontwikkelen zich meerdere verhaallijnen door elkaar. De levensgeschiedenis van Sylvia wordt uitgebreid verteld en er is alle ruimte voor haar tragiek, idealen en emoties. Ook agent Keller blijkt naast een bikkelharde veiligheidsagent die emoties niet kan toelaten in zijn werk, een mens van vlees en bloed.
Het diplomatieke wandelgangencircuit van de VN wordt geloofwaardig neergezet en de film toont het gedrag van een dictator in nood en hoe democratie misbruikt kan worden.
Flitsend
Regiseur Pollack slaagt er in te laten zien hoezeer het persoonlijke politiek kan zijn en hoe politiek beïnvloed wordt door persoonlijke omstandigheden. De film geeft een fascinerend beeld van hoe het streven naar politieke idealen kan leiden tot woede, frustraties en wraak. De kracht van The Interpreter schuilt verder in het waanzinnige hoge tempo van de film, waardoor de kijker geen kans krijgt te ontsnappen en de diepgang van de verschillende verhaallijnen. Het camerawerk is flitsend en spectaculair en er wordt op een subtiele manier gebruik gemaakt van flashbacks. Er zijn veel mooie beelden van New York en Kidman en Penn overtuigen beiden in hun rollen.
Uiteindelijk komen alle verhaallijnen samen en volgt er een duizelingwekkende en onvoorspelbare ontknoping, waarbij de spanning tot het einde wordt vastgehouden. The Interpreter is een intelligente en met veel zorg en aandacht gemaakte film, die meer humor had kunnen gebruiken, maar volledig overtuigt als politieke thriller.
The Interpreter
Regie: Sydney PollackJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Dramatiek met uitroepteken
In vrijwel elke scène van The Station Agent wordt een shagje aangestoken. Een pakje Drum ligt achteloos in beeld. Een van de hoofdpersonen beweert zelfs met droge ogen dat zij op haar negentiende met een jongen naar bed ging, om de eenvoudige reden dat hij zijn eigen sigaretten kon rollen. Is dit een vorm van product placement? Wil regisseur Thomas McCartney benadrukken dat dit zo’n typische lowbudget, Amerikaanse, ‘independent’ film is? Hoe dan ook: het wordt zó benadrukt, dat het bijna een grap lijkt.
~
Bijna alles in The Station Agent krijgt een uitroepteken. De lilliputter en treinenfanaat Finbar McBride (Peter Dinklage) verliest zijn enige vriend, die hem een oud stationsdepot nalaat. In het kleine dorp waar hij vervolgens terechtkomt, ontmoet hij een kunstenares met trauma, Olivia Harris (Patricia Clarkson) en de Latino Joe Oramas (Bobby Cannavale). Er groeit een schuchtere vriendschap. Boodschap: ieder mens heeft vrienden nodig, die hem door moeilijke tijden heen kunnen helpen. Uitroepteken.
Symboliek
~
En op moeilijke momenten zwelt de muziek nog wat aan. Humor zou het nog wat kunnen relativeren. De enige die wat dat betreft voor wat lichtpuntjes zorgt is Joe, die met zijn opdringerigheid de barrière bij Fin en Olivia enigszins kan doorbreken. McCartney lijkt de grappige momenten alleen wél te doseren.
Simpele mensen
The Station Agent kreeg lovende recensies in Amerika. Op het Sundance Festival won de film de publieksprijs en de prijs voor beste scenario. In die categorie haalde hij zelfs een BAFTA binnen. Ongetwijfeld heeft het te maken met het tempo van de film: het verhaal kabbelt prettig, bijna Straight Story-achtig voort. Het trio rookt en eet en drinkt en wandelt kalm door het vredige dorpje in New Jersey, vol simpele mensen. McCartney weet bovendien het beste te halen uit zijn acteurs, die hij ook in gedachten had bij het schrijven van de film. Maar het grootste pluspunt van The Station Agent zijn de decors. Het desolate stationsgebouw, omgeven door rails en verlaten wagons, het kleine vrolijk beschilderde busje van Joe waarin hij café con leche verkoopt, het grote, lichte huis van Olivia. De omgeving waarmee elk zich omringt en waarin ze steeds vaker hun nieuwe vrienden durven toelaten, ademt persoonlijkheid uit. En dat is dan wel weer subtiel gedaan.
The Station Agent
Regie: Thomas McCartneyJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
De sardonische bottenbreker
De titelheld van deze inmiddels dertig jaar oude trilogie is een aantrekkelijke, steevast in het zwart gehulde huurling die zich te buiten gaat aan stevige karatepartijen en, bij tijd en wijle, vrouwelijk schoon. Deze sexy spierbundel wordt vertolkt door de sardonische Sonny Chiba, die de Tarantino-liefhebber kent uit het eerste deel van Kill Bill.
~
De controversiële Streetfighter was medio jaren 70 het Japanse antwoord op Bruce Lee en Shaft, een masculiene superheld die garant stond voor succesvolle formulefilms. Maar de vechttechnieken van de straatvechter zijn wreder dan die van zijn voorgangers: als de Japanner een tegenstander in elkaar mept, dan breken er botten onder luid gekraak. Er worden stembanden gesloopt, ogen uitgestoken, zelfs testikels afgescheurd. Dit ongekend brute geweld wordt met zichtbaar plezier uitgevoerd door Shinichi ‘Sonny’ Chiba, die met zijn imposante fysieke gestalte en sadistische grijns een uitstekende filmheld maakt.
Flashbacks
~
Opgepoetst
De liefhebber van deze Japanse pulp moest het tot nu toe doen met verminkte videobanden in een knullige nasynchronisatie. Voor het eerst kunnen we nu genieten van de drie films in hun oorspronkelijke versie. Het opgepoetste beeld is in origineel formaat en van prima kwaliteit, het Japanse geluidsspoor vlekkeloos. Het enige nadeel is het volledig ontbreken van extra materiaal, afgezien van een verzameling Chiba-trailers. Maar straatvechter Tsurugi (voorheen, in gedubte versie, bekend als Terry) klonk nog nooit zo overtuigend en zag er nog nooit zo goed uit. Deze box is een prima eerste kennismaking met de bottenkraker, en een kale maar waardevolle collectie voor de fanaat.
The Streetfighter Trilogy
Regie: Shigehiro Ozawa, Teruo IshiiJaar: 2024
Distributeur: Total Film
Misschien ook iets voor u
‘Als een brandijzer in een dier’
.
Op het eerste gezicht niets anders dan dat ze beiden wetenschappers waren. De extroverte Curie stond aan de basis van de ontwikkeling van radium en radioactiviteit en de introverte Charcot behoorde vanwege zijn spectaculaire voordrachten en omstreden hypnosemethode tot de wetenschappelijke hoogtepunten van de verrijzende 20e eeuw. Twee tegengestelde persoonlijkheden, die nooit contact met elkaar gehad hebben. Toch heeft de Zweedse schrijver Per Olov Enquist hun levens, in zijn nieuwste roman Blanche en Marie, samengebracht tot een curieuze eenheid van twee elkaar spiegelende liefdesverhalen.
De als ‘koningin der hysterica’s’ bekend staande Blanche Wittman, een van de beroemdste zenuwpatiënten ter wereld, wordt door Enquist opgevoerd als het scharnierpunt dat de verhalen van beide wetenschappers met elkaar verbindt. In het door Enquist verzonnen universum is Blanche niet alleen de patiënt van Professor Charcot, maar ook zijn heimelijke geliefde (een liefde die slechts eenmaal geconsumeerd wordt). Bovendien zou Blanche (als een eenarmige torso) na de dood van Charcot als assistent voor Marie Curie hebben gewerkt en tijdens haar verblijf bij haar enkele notities hebben gemaakt over zowel haar eigen liefde voor Charcot als over de perikelen rondom de affaire van Marie. Enquist spiegelt het de lezer zo voor dat hij het bijna zou gaan geloven, maar in werkelijkheid worden feit en fictie samengebald tot een verhaal dat vrijwel volledig voor rekening van Enquist komt.
Blauwachtig licht
~
De liefde vernietigt beide grootheden. Marie doordat ze aan het kruis van de publieke opinie wordt genageld, Charcot doordat de liefde voor Blanche teveel voor hem is. Blanche en Marie bestaat uit acht liederen over deze twee schandalige, overspelige liefdes. De ene verborgen, de andere aan het licht gebracht. De ene kortstondig en passioneel, de andere langdurig en onuitgesproken. De waanzin, de vernietiging en de onverklaarbaarheid van de liefde vormt het hoofdthema van het boek. Enquist doet een poging de liefde te verklaren. Een poging, meer niet. Zoals Blanche in haar vragenboek schrijft: “Wie kan de liefde verklaren? Maar wie zouden we zijn, als we het niet probeerden?” Uiteindelijk blijft het mysterie zo overeind.
Rapportagestijl
Blache en Marie is geschreven in de karakteristieke rapportagestijl die Enquist in vrijwel al zijn historische romans hanteert. Zijn proza wordt gekenmerkt door in staccato neergeschreven zinnen, die vol staan met onbeantwoorde vragen. Het tijdsverloop is verre van lineair en cirkelt om enkele cruciale gebeurtenissen, waardoor er veel herhaling in het boek optreedt. Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een externe verteller en is doorspekt met citaten uit het de notities die Blanche zogenaamd zou hebben gemaakt. De toon van het boek is in het begin zakelijk, maar wordt langzamerhand doorspekt met pathos. Dit komt tot een hoogtepunt in het hoofdstuk waarin Marie’s tragische neerval beschreven wordt. Aan de ene kant is dit het meest meeslepende hoofdstuk, aan de andere kant wordt de lezer wel heel erg een bepaalde kant op gedrukt. De verbijstering en de woede van de verteller zijn maar al te duidelijk merkbaar.
De nacht van de dood
~
Los van de kwestie hoe Charcot werkelijk is gestorven, valt het te betwijfelen of Blanche, als personage, wel een betrouwbare verteller is. Er zijn verschillende aanwijzingen om dat te betwijfelen. De rol die ze zichzelf in relatie tot Marie toedicht, duidt er bijvoorbeeld op dat ze zichzelf belangrijker acht dan ze werkelijk is. Daarnaast doet de manier waarop de buitenwereld op haar reageert, vermoeden dat ze een veel minder prominente rol heeft gespeeld in het leven van Charcot dan ze zelf meent. Is de liefde tussen haar en Charcot wellicht niets meer dan een idée fixe? Niet alleen een fictionele illusie dus, maar ook een waanbeeld van het personage Blanche Wittman?
Geforceerd
Sinds de vertaling van Het bezoek aan de lijfarts is Per Olov Enquist een gevierd auteur in Nederland. Het boek werd zo’n succes dat Enquist waarschijnlijk voor eeuwig herinnerd zal worden als de auteur van dat ene boek dat hij nooit meer wist te overtreffen. Blanche en Marie zal hier geen verandering in brengen. Het is een heerlijk en uiterst knap geschreven boek vol memorabele momenten, maar uiteindelijk blijft het toch uit twee afzonderlijke verhalen bestaan die op een net iets te geforceerde wijze met elkaar verbonden zijn om je werkelijk lam te kunnen slaan.
Prijs: 19,95
Bladzijden: 224
ISBN: 9026318952
Misschien ook iets voor u
‘Lachen is gezond, net als fruit en Cola Light’
/ 0 Reactiesdoor: Nathalie van Eck / beeld: Daniel Maissan 0 SterrenSinds oktober waren ze zich al aan het voorbereiden op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Jeroen Woe (24 jaar) en Niels van der Laan (23) drongen door tot de finale en voerden hun voorstelling Ralph met succes op; zij wonnen de juryprijs. De tweede prijs ging naar Speelman en Speelman, en Pieters Derks won de publieksprijs. Tijd voor een interview met de ‘echte’ winnaars, Jeroen en Niels, die in de theaterwereld door het leven gaan als GEEN FAMILIE.
~
We zijn blijer met de juryprijs dan we zouden zijn met de publieksprijs. Als je de juryprijs hebt, ben je de echte winnaar van het festival. Dat is natuurlijk geweldig! De publieksprijs zegt meer over de finaleavond zelf. Wat voor mensen er in de zaal zitten, hoe de voorstelling die avond valt enzovoort. De publieksprijs zou uiteraard erg leuk zijn geweest, maar de prijs die we nu hebben vinden we het allerleukst!
Jullie hebben wel heel wat kritiek over je heen gekregen dat juist jullie er met de juryprijs vandoor gingen. In recensies in kranten is niet onder stoelen of banken geschoven dat het nogal een opmerkelijke keuze was van de jury. Is dat terecht?
We zijn in eerste instantie kleinkunstenaars. We maken muziek, vertellen een verhaal en willen de mensen laten lachen en daarnaast proberen te raken. We hebben niet gewonnen omdat we theatermakers zijn, maar omdat de jury vond dat wij het beste halfuur hebben neergezet. We zijn cabaretiers, maar we staan niet op het toneel als Niels en Jeroen met liedjes en sketches, maar als verschillende personages in een verhaal.
En nu, lekker achterover zitten? Of hebben jullie andere plannen?
Nu gaat het beginnen! We gaan nu eerst inventariseren wat de mogelijkheden zijn. In de zomer spelen we op het Theater aan Zee festival in Oostende. Vorig jaar hebben we daar de TarTar Residentieprijs gewonnen, wat inhield dat we de middelen kregen om een nieuwe, avondvullende voorstelling te maken. Daar gaan we nu aan beginnen.
~
We hebben elkaar ontmoet op de Amsterdamse Academie voor Kleinkunst. Al in het eerste jaar merkten we dat het behoorlijk goed klikte. Tijdens de opleiding zijn we steeds meer dingen samen gaan doen en op zoek gegaan naar een eigen stijl. Ondertussen hebben we ook eigen dingen gedaan, zoals liedjesprogramma’s en toneelstukken. Jeroen heeft nog in Pit gespeeld, een Bellevue-lunchtheatervoorstelling, en Niels speelde in Lustrum met Brigitte Kaandorp. Verder zitten we in het cabaret van het radioprogramma Spijkers met Koppen. Afgelopen zomer zijn we afgestudeerd en toen zijn we mee gaan doen aan het Amsterdams Kleinkunst Festival.
Hoe is GEEN FAMILIE ontstaan?
Op de Kleinkunstacademie wisten we dat we samen verder wilden. Op een gegeven moment hadden we onszelf ergens aangekondigd als Niels van der Laan en Jeroen Woe (geen familie). Om iedereen die zou denken dat we familie zouden zijn, uit de droom te helpen. Niet dat iemand dat dacht, maar dat leek ons juist wel grappig. De naam GEEN FAMILIE is toen gebleven.
Wat kan het publiek verwachten als ze naar jullie voorstelling komen kijken?
Wij zijn op zoek naar een vorm die het midden houdt tussen toneel en cabaret. We willen de mensen een verhaal vertellen. We spelen verschillende rollen en maken gebruik van uiteenlopende stijlen. Dialogen, liedjes en absurde acts. De voorstelling die we voor het festival hebben gemaakt gaat over mensen die zich verschuilen. Die geen verantwoordelijkheid nemen, alles laten gebeuren, alleen maar kiezen voor zichzelf en dan lachend zeggen dat ze machteloos zijn.
Wat is jullie kracht?
Onze kracht zit waarschijnlijk in de diversiteit. In aanvang zijn we theatermakers, en zijn we bezig met nieuwe vormen en mooie verhalen. We hebben door onze opleiding ook een acteerachtergrond en vinden het dus leuk om zo goed mogelijk vervelende mensen neer te zetten. Daarnaast schrijven we allebei liedjes. En misschien wel het belangrijkste: we hebben ongelooflijk veel lol samen. Er gaat geen dag voorbij of we rollen over de grond van het lachen. Dat zie je misschien wel terug op het podium.
Kunnen we jullie straks vergelijken met duo’s als Acda en de Munnik, Ruben en Nathan of Arie en Silvester. Of gaan jullie ons iets bieden wat we nog niet gezien hebben?
Dat is wel de bedoeling! Het zal best een tijd duren voordat we echt onze eigen stijl hebben ontwikkeld, maar we weten wel wat we willen: muziektheater, met de opbouw van een toneelstuk, veel muziek en een flinke dosis humor. Want lachen is gezond, net als fruit en Cola Light. Uiteindelijk willen we wellicht meer toe naar totaaltheater. GEEN FAMILIE aangevuld met bijvoorbeeld een oude goochelaar, een danseres en een schilder. En dat allemaal op één podium.
Wie zien jullie als voorbeeld?
We halen onze inspiratie niet zozeer uit cabaretvoorstellingen, maar meer uit muziektheater, zoals Orkater. Verder houden we erg van Maarten van Roozendaal en van televisieseries als The Office en South Park, maar ook van boeken van Arnon Grunberg.
Waar willen jullie over tien jaar staan?
Onze droom is om uiteindelijk een werkplaats op te richten waar jonge theatermakers nieuwe voorstellingen kunnen maken. En natuurlijk dat we onze voorstellingen kunnen spelen voor een groot en uitzinnig publiek.
Een interview met GEEN FAMILIE
Misschien ook iets voor u