Tijdens het weekend van 22/23 oktober heeft Eindhoven, waar enkele weken geleden de Dutch Design Week werd georganiseerd, het stokje van de ‘vormgevingsestafette’ doorgegeven aan Utrecht. Tien dagen lang staat vormgeving centraal in de Domstad. Initiatiefnemers zijn het Centraal Museum en meubelfabriek Pastoe. Op deze locaties vinden de exposities plaats. Utrecht Manifest onderscheidt zich van andere designmanifestaties door een bedachtzame, reflectieve benadering. Een uitgebreid programma lezingen en symposia is georganiseerd ter verdieping. Vraagstukken die tijdens Utrecht Manifest aan bod komen, zijn onder meer: Wat kan vormgeving in de meest brede zin van het woord in onze huidige samenleving betekenen? En: Is het modernisme nog steeds dé grote inspiratiebron voor vormgevers?
Kale peertjes
~
Met een retrospectieve tentoonstelling wordt de Gentse meubelontwerper en interieurarchitect Maarten van Severen (1957-2005) geëerd. Onder het schijnsel van kale peertjes – naar ontwerp van Van Severen – worden tal van meubels, lampen, bestekonderdelen, prototypes, ontwerpschetsen en maquettes van gebouwen en interieurs, foto’s van zijn hand, en een kort filmisch portret getoond. De meubels van Van Severen worden geroemd om de minimalistische vormgeving en het ‘zen-gehalte’. De ontwerpen weerspiegelen Van Severens opvoeding in de jaren zestig en zeventig te midden van de conceptuele en minimalistische kunst. Net als bij de Utrechtse meubelmaker en architect Gerrit Rietveld (1888-1964) is het werk van Maarten van Severen een zoektocht naar de essentie. Rietveld bracht met zijn rood-blauwe leunstoel, opgebouwd uit vijftien latjes en twee planken, de pluche fauteuil terug tot de basis. Echt comfortabel zat de rood-blauwe stoel niet, maar zitten was dan ook een werkwoord, aldus Rietveld. Ook Rietveld ontwierp in het Rietveld-Schröderhuis (1924) al lampen van kale peertjes. In de meubels van Van Severen gaan eenvoud en comfort meer hand in hand, zoals bijvoorbeeld in de chaises longues (
lounge chair, 1994-1996) of de lage stoelen geplooid uit één plaat aluminium of kunststof. Jammer dat je ze niet mag uitproberen!
Van Severen heeft regelmatig samengewerkt met architect Rem Koolhaas en diens bureau OMA, onder meer aan de stadsbibliotheek van Seattle, die 36 kilometer boeken omvat. De laatste en tevens grootste opdracht van Van Severen in Nederland was het ontwerpen van de entree, informatie- en ticketbalies, bibliotheek, boekwinkel, educatieve ruimte, auditorium en restaurant van het nieuwe Van Abbe Museum in Eindhoven. Functionalistische ontwerpen die het museum kleur geven.
Now & Again
De ontwerpen van Van Severen oogsten nog steeds lof. Het is dan ook nog niet lang geleden dat Nederland in de ban was van de ontwerpen van Gispen, Pastoe en andere modernistische vormgeving. Maar in de woonbladen lijkt juist geschiedenis de laatste trend te zijn. In de tentoonstelling Now & Again wordt onderzocht hoe modernisme en historisme zich tot elkaar verhouden. Voor Jurgen Bey is ontwerpen gelijk aan her-zien, zo blijkt uit zijn Kokon Family Chair (1999). Niets hoeft nieuw te worden gemaakt, want als je goed om je heen kijkt, is het er al. Bey bekleedde historisch meubilair met pvc, en verzilverde bloemetjesservies uit grootmoeders tijd (Broken Family, 1999).
|
Heatwave van Joris Laarman |
Ontwerper Joris Laarman viel enkele jaren geleden – en nog steeds – op met zijn krullerige betonnen Heatwave, omdat deze zo schaamteloos verwijst naar het verleden; naar de gedecoreerde gietijzeren radiatoren van de 19e eeuw om precies te zijn. In zijn radiator vallen ornament en functie perfect samen. Hij geeft hiermee een nieuwe betekenis aan het begrip functionaliteit.
Extreme make-over
Het werk van de Utrechtse meubelmaker en architect Gerrit Rietveld mag op Utrecht Manifest niet ontbreken. Zo is er een tour uitgezet langs gebouwen van Rietveld in de provincie Utrecht. Het meest bekend is het Rietveld-Schröderhuis, dat Rietveld in opdracht van – en in samenwerking met Truus Schröder ontwierp. In het Centraal museum kun je Rietvelds bekendste huis bezichtigen met behulp van een digitale rondleiding. Je kunt kiezen uit verschillende gidsen: onder meer conservator Ida van Zijl, restauratie-architect Bertus Mulder, een buurtbewoner, architect Ben van Berkel of ontwerper Jurgen Bey. Ze laten je delen in hun persoonlijke herinneringen en in fraai historisch beeldmateriaal. Deze tour is vanaf half november ook te volgen via de website van het Rietveld-Schröderhuis. De virtuele tour haalt het natuurlijk niet bij het daadwerkelijk ervaren van licht, ruimte en flexibiliteit, maar de nieuwe website biedt een leuke kennismaking met het beroemde pand.
|
Fotografie: TV |
Behalve dit ‘online’ Schröderhuis is er ook aandacht voor een ander project van Rietveld. Eind jaren vijftig ontwierp hij sociale woningbouw in de Utrechtse wijk Hoograven. Voor die tijd waren deze eengezinswoningen ongetwijfeld goed doordacht en voorzien van een flexibele plattegrond. Anno 2005 doen de woningen echter nogal gedateerd aan. De woningen worden momenteel gerenoveerd “met respect voor het modernistische gedachtengoed”. Tijdens de renovatie grijpt Utrecht Manifest de kans om een woning aan de Robijnlaan 10 (1957-1960) aan een ‘extreme make-over’ te onderwerpen. De metamorfose is verzorgd door styliste Marjo Kranendonk en zou aansluiten op de huidige interesse voor historische stijlen als barok, biedermeijer, rococo, romantiek en ook voor de kleur zwart. Het resultaat is een huis, zó verschrikkelijk zwart, dat het op geen enkele manier meer verwijst naar het modernisme of naar vormgevingstradities, maar dat vooral doet denken aan een spookhuis op de kermis of een filmdecor voor de Adams Family. Gelukkig is in het Centraal Museum de combinatie van Rietveld-meubels uit de vaste collectie en de stoelen van de Braziliaanse ontwerpers Humberto en Fernando Campana een geslaagder experiment.
Een tweede jeugd voor De Uithof
In de wonderschone Agnietenkapel van het Centraal Museum is een presentatie ingericht over universiteitscampus De Uithof. In de jaren negentig prees ik mezelf als student letteren – samen met de rechtenstudenten – zeer gelukkig. Ik had college in prachtige monumentale panden in de binnenstad en kon daarna rechtstreeks het naburige café induiken. Alleen voor een hertentamen of een formaliteit bij het bestuursgebouw verzamelde ik al mijn moed en begaf ik me op de fiets richting De Uithof: een grauwe buitenwijk in de Hollandse Waterliniepolder vol betonnen sick buildings van de Universiteit Utrecht uit de jaren zestig.
Eind jaren negentig begon hier tot mijn verrassing verandering in te komen. Gebouwen vol licht, ruimte en verbeeldingskracht verrezen aan de Heidelberglaan. Ineens leek de zon hier vaker te schijnen, en ook het omringende polderlandschap en de hortus botanicus straalden meer schoonheid uit. Er opende zelfs een kroegje. Onder Aryan Sikkema, bouwmeester van de Universiteit Utrecht van 1984-2005, onderging De Uithof een geweldige metamorfose. Samen met ondermeer OMA, Rem Koolhaas, Neutelings – Riedijk, Erick Egeraat, Mecanoo en Wiel Arets is Sikkema erin geslaagd om op De Uithof ratio en poëzie te verenigen.
Voor Utrecht Manifest stelde Sikkema onder de titel Waanwijsheid van de geplande stad een speciale krant en een gelijknamige tentoonstelling samen waarin hij voorbeelden toont en zijn inspiratiebronnen bespreekt, waaronder Gerrit Rietveld, Aldo van Eyck en Rem Koolhaas. Over Rietveld zei Sikkema: “Naar mijn mening is Rietveld de meest ontroerende Nederlandse architect van de twintigste eeuw. Zijn oprechte zoektocht naar een nog onbekende, nieuwe, betere wereld en de overtuiging dat die ook werkelijk te vinden zou zijn, heeft geleid tot een aantal aangrijpende gebouwen.” Op de expositie laten foto’s en video’s van de ’tweede jeugd’ van De Uithof zien hoe vormgeving het leven kan verrijken.
Op naar 2007
De eerste editie van Utrecht Manifest lijkt erin geslaagd om de maatschappelijke rol die vormgeving kan spelen zichtbaar te maken en te stimuleren. We kijken uit naar de editie van 2007.
Sprekende stemmen in Fabers troosteloze wereld
Michel Fabers uitgever laat hem schrijven wat hij zelf wil en dat heeft een zeer divers oeuvre tot gevolg. Faber wekte interesse met zijn verhalenbundel Gods Speelgoed, bevestigde zijn talent met zijn sf-achtige debuutroman Onderhuids en brak door met de vuistdikke, Victoriaanse roman Lelieblank, Scharlakenrood. En nu is er een verhalenbundel over de troosteloze tijd waarin wij leven: De Fahrenheit-tweeling.
Michel Faber wordt alom geprezen om zijn empathie met de personages die zijn romans en verhalen bevolken, zijn fantasierijke plotwendingen en zijn precieze taalgebruik. Maar hij is bovenal bekend geworden door zijn vermogen om uiteenlopende stemmen te laten spreken. Dat lukt ook weer wonderbaarlijk goed in De Fahrenheit-tweeling, een verzameling verhalen waarin de wereld vanuit het perspectief van onder anderen een dakloze man, een welvarend Engels echtpaar in Schotland en een ex-heroïnehoer getoond wordt.
De wereld volgens Faber
~
Het leven in deze hedendaagse Westerse wereld is grauw, volgens Faber. De meeste verhalen spelen zich af in troosteloze, Engelse industriesteden, onder grijze wolken en in miezerende regen. Eén verhaal neemt deze setting zelfs als uitgangspunt en beschrijft tot in detail het uitzicht van een bijstandsmoeder die met haar zoontje in een langzaam afglijdende achterstandsbuurt woont. Zij mijmert tijdens het kijken over waar ze zou willen wonen, zich tegelijkertijd beseffend dat ze dat nooit kan betalen. In de andere verhalen ligt het er niet zo dik bovenop, maar blijft de foeilelijke omgeving op de achtergrond opduiken: “‘Ik heb op het tapijt van je ouders in de hal gekotst,’ herinnerde Morpheus zich ineens. ‘Hindert niks, het kleurt er precies bij,’ zei Ildiko.”
Hoop en verlossing
~
Die hoop op beterschap, verandering, verlossing desnoods, komt in veel verhalen terug. Een hol met twee uitgangen opende in dit opzicht mijn ogen. Een Engels echtpaar, gegoede ondernemers in aardewerk, rijdt na een sollicitatiegesprek met een toekomstige werknemer terug naar hun huis. Ze wonen in Schotland, klagen over het arbeidsethos en allengs blijkt ook hun huwelijk enige scheuren te vertonen. Plotseling rijden ze een wilde kat aan. Hun pogingen het gewonde beest te helpen nemen steeds hysterischer vormen aan, totdat hun eigen problemen vereenzelvigd lijken te worden met die van de wilde kat – evenals de oplossing ervoor.
Deze gelaagdheid is prachtig en geeft stof tot nadenken. Met name het titelverhaal biedt grootse mogelijkheden tot mooie, ingewikkelde denkpaden. Maar tegelijkertijd is het Faber niet altijd gelukt om in het korte bestek van een verhaal zowel een interessante plot als een boeiende gedachte te verwerken, waardoor sommige verhalen de indruk wekken onaf te zijn. Dan loont het de moeite de bundel even weg te leggen en rustig na te denken over Fabers woorden. De Fahrenheit-tweeling is een boek dat die tijd en aandacht meer dan waard is.
Prijs: 18
Bladzijden: 307
ISBN: 9057590379
Misschien ook iets voor u
Cynisme versus onvervuld verlangen
Ver-ve-ling: het druipt ervan af bij de personages in Platonov, een vroeg stuk van de 21-jarige Anton Tsjechov (1860-1904). De dorpsbewoners in dit stuk vervelen zich zeven slagen in de rondte. Het ideale klimaat om je halsoverkop in uitzichtloze affaires te storten, toe te geven aan onverstandige verlangens, of te reiken naar iets hogers. Naar iets bevredigenders dan alweer een saaie dag, een zomer, een jaar.
~
Versleten geluk
Regisseur Alize Zandwijk gebruikt graag oude toneelstukken om de actualiteit aan te spiegelen. Zo ook in deze Platonov. Iedereen heeft beter dagen gekend, de ware voorspoed is voorbij. Het decor is even sleets als het Grote Geluk. Toch hebben de mensen feitelijk weinig te klagen, zowel in het stuk, als in hedendaags Nederland. Maar gelijkmoedigheid is saai, vervelend, niet spannend. Dus als er geen gedonder is, dan zorgen we zelf wel dat er gedonder komt. En het enige wat je daarvoor nodig hebt is een lastpost, iemand die de harmonie verstoort.
Michael Platonov is zo’n controversieel personage. Hij zal niet rusten voordat de hele gemeenschap aan ongelukkigheid en wantrouwen ten onder gaat. Hij lacht om het onvervulde verlangen van de dorpsbewoners naar een belangrijk doel, hij pareert hun dromen en idealen met snoeihard cynisme. Niemand kan hem aan, hij denkt en praat sneller dan iedereen om hem heen. Eigenlijk zou de dokter een gelijkwaardige sparringpartner voor Platonov moeten zijn, maar Cees Geel speelt de dokter als een verongelijkt watje dat het onrecht wel degelijk ziet, maar er geen weerwoord op heeft.
Etterbak
~
Chemie
Acteur Herman Gillis speelt de gefrustreerde dorpsonderwijzer helder en overtuigend, en bij vlagen zelfs briljant. Vooral wanneer zijn kansen keren en hij ten onder gaat, laat Gillis alle facetten van zijn grote talent zien, door de dronken Platonov tegelijkertijd cynisch, ontgoocheld, vertwijfeld en vrolijk en grappig te laten zijn. En dat mooi toneel vooral een kwestie is van een bruisende chemie tussen acteurs, blijkt als Gillis de strijd aan moet met Anneke Blok in de rol van de weduwe Anna Petrovna. Adembenemende dialogen zetten Gillis en Blok samen neer, de vonken vliegen er vanaf.
Dat de jeugdige Tsjechov zijn commentaar op de samenleving op het laatst in overtrokken wolligheid laat doorschieten, dat nemen we dus graag op de koop toe. Want ondanks dat knullige einde is dit een opmerkelijke avond toneel.
Platonov is dit seizoen te zien tot en met 20 november. Kijk hier voor de speellijst.
Platonov (RO Theater)
Artiest: RO TheaterMisschien ook iets voor u
Mijn truc is dat ik geen trucjes gebruik
/ 0 Reactiesdoor: Olivier Wortel0 SterrenNaar aanleiding van de recente lancering van zijn nieuwe serie Quintett hield ik onlangs een interview met Frank Giroud: stripscenarist van beroep, en tevens vader en bekende Fransman. Zelf blijft hij er nuchter onder, maar na het succes van De Tien Geboden is hij een gevestigde naam geworden in de stripwereld. Uiteraard brengt dit de nodige voordelen met zich mee, zoals de mogelijkheid van een groot publiciteitsoffensief waarbij alles om Quintett draait.
~
Subjectief perspectief
Het inschakelen van meerdere tekenaars dient volgens Giroud meerdere doelen: “Bij De Tien Geboden was het doel de lezer binnen twee jaar de volledige serie te kunnen aanbieden. Bij Quintett was er echter een andere reden voor het gebruik van deze stijlformule. In deze serie geeft elk album een eigen, subjectief perspectief op de verschillende gebeurtenissen. In de albums staat het onzekere karakter van ‘de waarheid’ centraal, het gaat mij om ‘de werkelijkheid’ die altijd versplinterd is. Om die reden leek het me noodzakelijk om elk album door een andere tekenaar te laten illustreren, zodat het verschil in perspectief ook door de beelden ondersteund wordt.”
Bij de eerste twee albums lijkt het doel van Giroud al bereikt te zijn. Zij boden beide een totaal ander beeld van de situaties, maar toch was het allemaal wel herkenbaar. De stijlverschillen zijn ook slechts in die mate aanwezig dat de figuren er weliswaar anders uit zien, maar toch duidelijk dezelfde zijn als in de overige delen. Zo treedt er geen vervreemding op, maar is het toch duidelijk dat je hier de ándere kant van het verhaal ziet. Goed gedaan, net als bij De Tien Geboden.
Dichterlijke vrijheden
~
Pionierswerk
Het is Giroud nooit om het geld gegaan. Hij schrijft alleen voor zijn plezier en probeert ook altijd nieuwe dingen uit in zijn verhalen. Het meeste plezier beleeft hij aan het omwerken van een los gedachtenspinsel tot een goedlopend scenario, dat vervolgens ook nog begrijpelijk is voor de tekenaar én uiteindelijk voor de lezer. Hij ziet zichzelf ook wel een beetje als een pionier, maar wát hij daarmee bedoelt blijft helaas in het ongewisse. “Ik heb overigens altijd goed van mijn werk kunnen leven. Sinds De Tien Geboden zelfs meer dan goed! Maar die bestseller heeft niks aan mijn werkwijze veranderd. Integendeel, na het werk van pionier gedaan te hebben is het moeilijk om op een meer klassieke wijze van vertellen terug te komen, of om ‘gemakkelijk’ werk te doen.”
Hij weet ook deksels goed dat hij soms risico loopt met een te experimenteel scenario, maar hij experimenteert gewoon te graag om ermee op te houden. “Dan loop je natuurlijk het risico dat je op het einde niet financieel wordt beloond… maar het verkennen van nieuwe gebieden vind ik toch het allerleukst. Ik gebruik ook nooit trucjes of dergelijke dingen in mijn scenario’s, of nee… eigenlijk wel! Mijn truc is dat ik geen trucjes gebruik, zodat het voor de lezer altijd een verassing blijft wat er gaat gebeuren.” Dat is natuurlijk wel leuk gezegd, maar het lijkt erop dat óók Frank Giroud trucjes gebruikt. Waarom zou hij anders altijd dingen open laten die pas in een later album van een serie verklaard worden..? Inderdaad, ook Giroud kent wel degelijk de nodige (commerciële) trucjes.
Hernieuwde samenwerking
Bij het maken van Quintett werd Giroud geholpen door onder anderen Paul Gillon en Giulio De Vita, die hem allebei al eerder assisteerden bij De Tien Geboden. “Deze hernieuwde samenwerking is geen toeval,” aldus Giroud, “ik aanbid deze twee auteurs, en ik wilde graag weer met ze samenwerken… te meer daar wij het altijd zeer goed eens kunnen worden met elkaar.” Toch weet Giroud niet zeker of hij nogmaals een beroep op hen zal doen. “Het hangt er van af wat ik nog voor series wil gaan maken…” Waarschijnlijk zal hij pas echt nieuwe series gaan maken als hij klaar is met alle projecten die nu nog lopen, dus dát kan nog wel even duren. Ook sluit hij niet uit dat hij wederom een serie met diverse tekenaars gaat maken: “Het bevalt me erg goed.”
Wat betreft de toekomst van Quintett is Giroud heel duidelijk: “Na deel vijf is het helemaal afgelopen, alles zal worden verklaard en er worden geen openingen voor spin-offs achtergelaten. Het zal sommigen al zijn opgevallen, maar De Vita tekent niet voor niets steeds de eerste en laatste pagina van de verhalen, daar komt nog iets heel speciaals achteraan in deel vijf…” Op deel vijf moeten we echter nog even wachten. Als alles goed gaat verschijnt dit afsluitende deel eind 2006 en dan zullen we zien of Giroud zijn beloftes waar kan maken. Deel een en twee zijn in elk geval al een mooie start voor een serie die hopelijk even mooi zal eindigen. Wel is het duidelijk dat de mysteries rond deel vijf vooral zijn bedoeld om een hype te creëren, zoals wel vaker het geval is bij dit soort series. Hopelijk stelt het ook écht wat voor; dan zou deze serie zeker een plaats verdienen tussen de andere topseries die de stripwereld tot nu toe voortbracht.
Misschien ook iets voor u
Fries fadofenomeen Laverman laat je dromen
Fries Fado Fenomeen: dit etiket kreeg de 25-jarige zangeres Nynke Laverman opgeplakt na haar theatervoorstelling en cd-debuut Sielesâlt, dat ze vorig jaar presenteerde. Van de cd, waarop gedichten van de Friese dichter Slauerhoff in fado werden omgezet, werden vijfentwintigduizend exemplaren verkocht. Nu begint Laverman met haar tweede theatertournee, getiteld De Maisfrou. Hiervoor werkte ze samen met de Friese dichteres Albertina Soepboer. Samen reisden ze af naar Mexico, waar ze onder meer ‘de maisfrou’ ontmoetten. De vrouw, die in Lavermans woorden “alles in het leven lijkt te doorzien”. Zelf verlangt ze hier ook naar, wat tot uiting komt in haar nieuwe liederen. Dit keer presenteert Laverman niet alleen fado’s, maar onder invloed van de Mexicaanse cultuur ook tango- en sambamuziek.
~
Verlangen
Net als in haar voorstelling Sielesalt draait het in De Maisfrou allemaal om verlangen. Niet alleen een verlangen naar liefde, maar vooral ook naar wijsheid in het leven. Wijsheid, die de maisfrou bezit. In Mexico heeft maïs naast een praktische ook een symbolische waarde: het staat voor de cyclus van het leven, voor vruchtbaarheid en hoop. In de prachtige teksten van Soepboer komt dit gevoel van verlangen en hoop terug, zoals in het lied Riedsel fan twa tegearre (Raadsel van twee samen):
Samenwerking
Vol overgave zingt Laverman haar fado’s afgewisseld met beweeglijke sambanummers als Praat fan de wyn (Praat van de wind.) Een nummer waarvan de muziek gecomponeerd werd door Wende Snijders, die samen met Laverman de Amsterdamse kleinkunstopleiding doorliep en momenteel in Nederland furore maakt met haar Franse chansons. Snijders is daarmee één van de vele componisten die meewerkten aan het nieuwe programma van Laverman. Tezamen zorgen deze verschillende componisten voor een grote variatie in de arrangementen en een subtiele overgang tussen de muzikale en theatrale aspecten.
Groei
De Maisfrou verhaalt over de groei in het leven, de hoop om vooruit te komen. En dat is precies wat deze voorstelling nog nodig heeft. Het moet groeien. Alle ingrediënten zijn aanwezig: de virtuoze fadostem van Laverman, het sublieme spel van haar band (waarbij vooral het percussiespel van Sytze Pruiksma er boven uitspringt) en vooral een pracht aan liederen. Maar het mag allemaal nog wat bruisender, intenser. De Maisfrou is een voorstelling die je moet ondergaan, die je moet meeslepen. En die overtuiging is er tijdens Lavermans optreden nog niet helemaal.
Maisfrou van Nynke Laverman is in ieder geval nog tot en met mei 2006 te zien. Een uitgebreide speellijst vind je hier. In februari verschijnt haar nieuwe cd met muziek van de voorstelling.
De Maisfrou (Nynke Laverman)
Artiest: Nynke LavermanGezien op donderdag 27 oktober 2005 in De Harmonie, Leeuwarden
Misschien ook iets voor u
Akoestisch, vrolijk, introvert, aandoenlijk
Sufjan Stevens doet Nederland aan. Een belangrijk moment voor velen, want hij heeft er veel nieuwe fans bij na het uitbrengen van het indrukwekkende album Illinois afgelopen zomer. Het imago van de VS is niet al te best de laatste tijd. Aan Sufjan Stevens de zware taak om het op te poetsen. Een taak die hij liefdevol op zich neemt. En met succes, getuige het uitverkochte Paradiso afgelopen donderdag.
~
Zelden heb ik zo’n hechte band gezien als die van deze zes Illinoise Makers. Ze moedigen elkaar aan en lachen elkaar lief toe. Met hun simpele acrobatische kunsten en gebarentaal bij de liedjes charmeren ze hun gasten. Maar noise is niet wat ze maken, eerder veel plezier. Temidden van al dit gedartel steekt de ster van vanavond opvallend introvert af. Met een naar binnen gekeerde blik en op zijn tenen staand zingt hij de liedjes van het laatste album Illinois. Gezegend met een opvallend hoge, fluwelige stem verhaalt hij over de meest afwisselende onderwerpen zoals een reusachtige wesp, een jaarlijkse feestdag Casimir Pulaski Day, het kleine stadje Jacksonville, maar ook Chicago en een seriemoordenaar…
Banjo
~
Je kunt je ook afvragen wie er in de band van wie speelt, want het voorprogramma van de show My Brightest Diamond, bestaat uit exact dezelfde mensen, inclusief Sufjan. Alleen is de muziek wel een tikkie anders. De stijl van zangeres Shara doet denken aan Jewel. Ze zingt de sterren van de hemel als de mensen Paradiso binnendruppelen. Later springen ze net zo gemakkelijk het podium weer op om de vrolijke club rond Sufjan te vormen. Alleen het nut van de verkleedpartijen tijdens de show komt niet echt over. Maar het leidt gelukkig niet al te zeer af van de prachtige liedjes. Tegen de verwachting in geeft hij het publiek een adembenemende tweede toegift. Solo zingt hij het nummer Romulus. Een mooie verstilde afsluiter na een lichtelijk verwarrende show vol onnavolgbaarheid, gespring, schoonheid en algehele schattigheid.
Sufjan Stevens
Gezien op donderdag 27 oktober 2005 in Paradiso, AmsterdamMisschien ook iets voor u
Honger in Afrika een nieuwe rage?
/ 0 Reactiesdoor: Gerard van den Berg0 SterrenTheo Maassen, Jochem Myer en Alkemade & Bloemen. Wie treedt er in hun voetsporen door het illustere Groninger Studenten Cabaret Festival op zijn naam te zetten? Het antwoord van de jury en het publiek is dit jaar de 26-jarige Anne Jan Toonstra uit Groningen. Ondervoorzitter en cabaretier Joep OnderdeLinden prees de student geneeskunde voor de wijze waarop hij het publiek “met alle mogelijke middelen een kijkje bood in de chronische storm in zijn hoofd”. De toeschouwers sloten zich daarbij aan, gezien de uitverkiezing van Toonstra als publiekslieveling. Daarmee troefde hij zijn medefinalisten Martijn Koning en het trio Borleffs, Logman en De Waard volledig af. Voor Koning restte slechts de persoonlijkheidsprijs: de juryprijs voor de deelnemer met de grootste kans op een cabaretcarrière.
Vorig jaar ging het cabaretduo Ozzy en Tom aan de haal met prijs. Maar toen waren er nogal wat klachten over de kwaliteit van de finalisten. Presentator Bert Visscher kondigt van te voren aan dat de bezetting dit jaar sterker is en dat we een spannende strijd mogen verwachten. Ook het publiek lijkt te rekenen op een leuke avond: het wemelt van de studenten en studentes, die vlak voor aanvang van de voorstelling wanhopig zoeken naar hun plaats en bij het vinden daarvan op zoek gaan naar lege plekken met een beter uitzicht. Studentikoos begint de finale van het Cabaret Festival dan ook een kwartier te laat, maar door de bekende snelheid van gastheer Bert Visscher is deze achterstand al snel weer ingehaald.
~
Aan elkaar gewaagd
Ook bij de finalisten is er geen gebrek aan snelheid. Flitsend vertolken ze hun programma, waarbij verder opvalt – ook voor de jury – dat ze erg gericht zijn op hun eigen leven en weinig naar buiten kijken. Het zijn aan elkaar gewaagde kandidaten, die – ook opvallend- dit keer weinig gebruik maken van muziek. Alleen winnaar Anne Jan Toonstra bespeelt virtuoos een piano, terwijl hij spot met de jazz-muziek en een cursus Hollandse liedjes voor moslims geeft. “Er is er één besneden, hoera, hoera” is één van de vertolkingen, waarmee Toonstra zijn kracht weet te etaleren.
Zijn show getiteld Hikikomori (naar een Japans fenomeen waarbij jongeren zich opsluiten op hun kamer) wisselt echter nogal van stemming en performance. Met zijn liedjes en het typetje van de rokende en zingende travestiet Joyce weet hij het publiek optimaal te overtuigen, met zijn kaboutersketch lukt dit totaal niet. Het verhaaltje weet niet te boeien en is bovendien door de stemvervorming niet te verstaan. Kortom, het is pappen en nathouden bij Toonstra. Regelmatig komt de tweevoudig winnaar van het Rotterdamse Cameretten (als onderdeel van het duo Anne Jan en Sofie) in hem naar boven, maar in het geheel komt zijn verhaal wat ongestructureerd over. Dat komt vooral door de snelle aaneenschakeling van al zijn gedachtekronkels, waarbij je je continu afvraagt wat de Groningse cabaretier hier nu mee wil zeggen. Alles irriteert hem, of het nu gaat om de honger in Afrika (“Is dat nu weer een rage daar of zo? Een hele tijd hoor je niets en nu ineens weer wel.”) of om televisieprogramma’s waar je jezelf of auto om kan laten bouwen. Maar wat hij daarmee nu precies duidelijk wil maken blijft de vraag.
Rust
~
~
Lange weg te gaan
Na ruim drie uur vermaak kun je concluderen dat de drie finalisten enigszins de hoop mogen hebben dat ze zich ooit in het rijtje van hun illustere voorgangers zullen scharen. Toonstra is vanwege zijn originaliteit, geloofwaardigheid en vooral ook muzikale capaciteiten misschien wel de meest kansrijke en daarom de terechte winnaar van het cabaretfestival. Maar dat alle finalisten nog een lange weg te gaan hebben wordt duidelijk als het cabaretduo Van Houts en De Ket het podium voor een gastoptreden betreedt. Met het aan de actualiteit refererende nummer Giro 666 steken ze de draak met de actie voor Pakistan. Om nog maar te zwijgen over de prachtige dialoog tussen God, de dood en de Heilige Geest of hun verbeelding van porno-idols. Van Houts en De Ket geven zich bloot; iets wat niet van de finalisten op deze cabaretavond gezegd mag worden. Maar goed, ze zijn net begonnen…
Meer informatie over het Groninger Studenten Cabaret festival vind je hier En mocht je nieuwsgierig zijn geworden naar de genoemde cabaretiers: de winnaars gaan een tournee maken langs de theaters in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
Toonstra wint Groninger Studentencabaretfestival
Misschien ook iets voor u
Utrecht Manifest
/ 0 Reactiesdoor: Mireille de Putter0 SterrenOf ik een los papiertje bij me heb, vraagt de dame achter de balie in de Pastoe meubelfabriek. Als eerste heb ik een visitekaartje bij de hand, maar het had net zo goed een boodschappenlijstje of treinkaartje kunnen zijn. Met een tang wordt mijn visitekaartje ‘geknipt’ en staat het logo van Utrecht Manifest in het papier geprent. Dit slimme en milieuvriendelijke idee voor het entreeticket zet de toon voor Utrecht Manifest, de biënnale voor vormgeving en maatschappij. Vol verwachting wandel ik de voormalige fabriekshal binnen waar de tentoonstellingen Now & Again, Choice, en een overzicht van het werk van Maarten van Severen te zien zijn.
Tijdens het weekend van 22/23 oktober heeft Eindhoven, waar enkele weken geleden de Dutch Design Week werd georganiseerd, het stokje van de ‘vormgevingsestafette’ doorgegeven aan Utrecht. Tien dagen lang staat vormgeving centraal in de Domstad. Initiatiefnemers zijn het Centraal Museum en meubelfabriek Pastoe. Op deze locaties vinden de exposities plaats. Utrecht Manifest onderscheidt zich van andere designmanifestaties door een bedachtzame, reflectieve benadering. Een uitgebreid programma lezingen en symposia is georganiseerd ter verdieping. Vraagstukken die tijdens Utrecht Manifest aan bod komen, zijn onder meer: Wat kan vormgeving in de meest brede zin van het woord in onze huidige samenleving betekenen? En: Is het modernisme nog steeds dé grote inspiratiebron voor vormgevers?
Kale peertjes
~
Van Severen heeft regelmatig samengewerkt met architect Rem Koolhaas en diens bureau OMA, onder meer aan de stadsbibliotheek van Seattle, die 36 kilometer boeken omvat. De laatste en tevens grootste opdracht van Van Severen in Nederland was het ontwerpen van de entree, informatie- en ticketbalies, bibliotheek, boekwinkel, educatieve ruimte, auditorium en restaurant van het nieuwe Van Abbe Museum in Eindhoven. Functionalistische ontwerpen die het museum kleur geven.
Now & Again
De ontwerpen van Van Severen oogsten nog steeds lof. Het is dan ook nog niet lang geleden dat Nederland in de ban was van de ontwerpen van Gispen, Pastoe en andere modernistische vormgeving. Maar in de woonbladen lijkt juist geschiedenis de laatste trend te zijn. In de tentoonstelling Now & Again wordt onderzocht hoe modernisme en historisme zich tot elkaar verhouden. Voor Jurgen Bey is ontwerpen gelijk aan her-zien, zo blijkt uit zijn Kokon Family Chair (1999). Niets hoeft nieuw te worden gemaakt, want als je goed om je heen kijkt, is het er al. Bey bekleedde historisch meubilair met pvc, en verzilverde bloemetjesservies uit grootmoeders tijd (Broken Family, 1999).
Ontwerper Joris Laarman viel enkele jaren geleden – en nog steeds – op met zijn krullerige betonnen Heatwave, omdat deze zo schaamteloos verwijst naar het verleden; naar de gedecoreerde gietijzeren radiatoren van de 19e eeuw om precies te zijn. In zijn radiator vallen ornament en functie perfect samen. Hij geeft hiermee een nieuwe betekenis aan het begrip functionaliteit.
Extreme make-over
Het werk van de Utrechtse meubelmaker en architect Gerrit Rietveld mag op Utrecht Manifest niet ontbreken. Zo is er een tour uitgezet langs gebouwen van Rietveld in de provincie Utrecht. Het meest bekend is het Rietveld-Schröderhuis, dat Rietveld in opdracht van – en in samenwerking met Truus Schröder ontwierp. In het Centraal museum kun je Rietvelds bekendste huis bezichtigen met behulp van een digitale rondleiding. Je kunt kiezen uit verschillende gidsen: onder meer conservator Ida van Zijl, restauratie-architect Bertus Mulder, een buurtbewoner, architect Ben van Berkel of ontwerper Jurgen Bey. Ze laten je delen in hun persoonlijke herinneringen en in fraai historisch beeldmateriaal. Deze tour is vanaf half november ook te volgen via de website van het Rietveld-Schröderhuis. De virtuele tour haalt het natuurlijk niet bij het daadwerkelijk ervaren van licht, ruimte en flexibiliteit, maar de nieuwe website biedt een leuke kennismaking met het beroemde pand.
Behalve dit ‘online’ Schröderhuis is er ook aandacht voor een ander project van Rietveld. Eind jaren vijftig ontwierp hij sociale woningbouw in de Utrechtse wijk Hoograven. Voor die tijd waren deze eengezinswoningen ongetwijfeld goed doordacht en voorzien van een flexibele plattegrond. Anno 2005 doen de woningen echter nogal gedateerd aan. De woningen worden momenteel gerenoveerd “met respect voor het modernistische gedachtengoed”. Tijdens de renovatie grijpt Utrecht Manifest de kans om een woning aan de Robijnlaan 10 (1957-1960) aan een ‘extreme make-over’ te onderwerpen. De metamorfose is verzorgd door styliste Marjo Kranendonk en zou aansluiten op de huidige interesse voor historische stijlen als barok, biedermeijer, rococo, romantiek en ook voor de kleur zwart. Het resultaat is een huis, zó verschrikkelijk zwart, dat het op geen enkele manier meer verwijst naar het modernisme of naar vormgevingstradities, maar dat vooral doet denken aan een spookhuis op de kermis of een filmdecor voor de Adams Family. Gelukkig is in het Centraal Museum de combinatie van Rietveld-meubels uit de vaste collectie en de stoelen van de Braziliaanse ontwerpers Humberto en Fernando Campana een geslaagder experiment.
Een tweede jeugd voor De Uithof
In de wonderschone Agnietenkapel van het Centraal Museum is een presentatie ingericht over universiteitscampus De Uithof. In de jaren negentig prees ik mezelf als student letteren – samen met de rechtenstudenten – zeer gelukkig. Ik had college in prachtige monumentale panden in de binnenstad en kon daarna rechtstreeks het naburige café induiken. Alleen voor een hertentamen of een formaliteit bij het bestuursgebouw verzamelde ik al mijn moed en begaf ik me op de fiets richting De Uithof: een grauwe buitenwijk in de Hollandse Waterliniepolder vol betonnen sick buildings van de Universiteit Utrecht uit de jaren zestig.
Eind jaren negentig begon hier tot mijn verrassing verandering in te komen. Gebouwen vol licht, ruimte en verbeeldingskracht verrezen aan de Heidelberglaan. Ineens leek de zon hier vaker te schijnen, en ook het omringende polderlandschap en de hortus botanicus straalden meer schoonheid uit. Er opende zelfs een kroegje. Onder Aryan Sikkema, bouwmeester van de Universiteit Utrecht van 1984-2005, onderging De Uithof een geweldige metamorfose. Samen met ondermeer OMA, Rem Koolhaas, Neutelings – Riedijk, Erick Egeraat, Mecanoo en Wiel Arets is Sikkema erin geslaagd om op De Uithof ratio en poëzie te verenigen.
Voor Utrecht Manifest stelde Sikkema onder de titel Waanwijsheid van de geplande stad een speciale krant en een gelijknamige tentoonstelling samen waarin hij voorbeelden toont en zijn inspiratiebronnen bespreekt, waaronder Gerrit Rietveld, Aldo van Eyck en Rem Koolhaas. Over Rietveld zei Sikkema: “Naar mijn mening is Rietveld de meest ontroerende Nederlandse architect van de twintigste eeuw. Zijn oprechte zoektocht naar een nog onbekende, nieuwe, betere wereld en de overtuiging dat die ook werkelijk te vinden zou zijn, heeft geleid tot een aantal aangrijpende gebouwen.” Op de expositie laten foto’s en video’s van de ’tweede jeugd’ van De Uithof zien hoe vormgeving het leven kan verrijken.
Op naar 2007
De eerste editie van Utrecht Manifest lijkt erin geslaagd om de maatschappelijke rol die vormgeving kan spelen zichtbaar te maken en te stimuleren. We kijken uit naar de editie van 2007.
Modernisme en historisme in de hedendaagse vormgeving
Nog te zien tot: zaterdag 01 januari 2005Misschien ook iets voor u
Gladgestreken eigenzinnigheid
Tussen de release van de vorige cd van Fiona Apple en haar nieuwste cd Extraordinary Machine zit maar liefst zes jaar. De oorzaak daarvan ligt bij onenigheid met de platenmaatschappij, waardoor eerdere versies werden afgekeurd. Nu is de plaat eindelijk op de markt en hij is zeker de moeite waard.
~
Bijzondere productie
Deze nieuwe plaat van Apple is een voortzetting van het eerdere werk, maar wordt gekenmerkt door een bijzondere productie. Die is namelijk verzorgd door Mike Elizondo, die eerder ook werk van Eminem, Dr. Dre en 50 Cent produceerde. Dat is goed terug te horen in de beat van een aantal nummers, die ook in een hiphop- of r&b-nummer zouden passen. Maar dat wil niet zeggen dat Apple zich overgeeft aan de commercie: haar inbreng is veel sterker dan die van de producer, waardoor de eigenheid behouden blijft.
Klassieke instrumenten en eigentijdse beats
Het openings- en titelnummer heeft geen piano als begeleiding, maar een pizzicato strijkkwartet (dat aan de snaren van de instrumenten plukt), een hoorn en een marimba. Dat geeft, samen met de afwijkende zanglijn, een heel bijzonder effect en de toon van de plaat is er mee gezet. Veel nummers worden naast een ‘normale’ band in meerdere of mindere mate orkestraal begeleid. De eerste single O’Sailor heeft een aanstekelijk refrein met maar een heel klein beetje, maar erg effectieve koorzang aan het eind. Dat nummer is representatief voor de hele cd, die stuk voor stuk goede nummers kent, zoals Oh Well – dat wat weg heeft van Tori Amos’ Cornflake Girl. De beats van producer Elizondo zijn duidelijk terug te vinden in Tymps (the sick in the head song) – dat zomaar een hitsingle kan worden – en in Window. Toch is het eerder Apples stempel, niet Elizondo’s, dat het album domineert.
Extraordinary Machine is een album met een rijke sound, met als enige mogelijke kritiekpunt dat hij soms wat gladjes is afgeproduceerd. Als het dat is, dat de liefhebbers van Tori Amos tegenhoudt om Fiona Apple te accepteren, zou ik mij er overheen zetten. De songs van Fiona Apple zijn interessant om naar te luisteren en de fluweelzachte stem van deze zangeres steekt prachtig af tegen haar ruige pianospel.
Fiona Apple
Album: Extraordinary MachineMisschien ook iets voor u
Ook in boekvorm versplinterd
.
Lanoye schreef het verhaal voor de afscheidsvoorstelling van regisseur Johan Simons bij toneelgroep ZTHollandia. Dat leidde tot een mooie en intrigerende voorstelling, waarbij de tekst naar mijn smaak wel wat tegenviel: “Theater moet volgens Simons aanzetten tot denken. Lanoye heeft die pretentie wel, maar de diepgang ontbreekt.” In boekvorm blijkt het anders: de ondertitel blijft misschien meer beloven dan Lanoye waarmaakt, maar de zeven monologen passen binnen twee kaften beter bij elkaar dan op het toneel.
Vaderland en moedertaal
~
Egoïstische Europeaan
De ware Europeaan is voor Lanoye vrijheidslievend en vooruitstrevend. Teleurgesteld in het stuk land tussen Noordzee een Bosporus trekt hij naar andere gebieden. Shanghai lijkt een goede optie; daar kan alles, daar is nog vrijheid. Maar tegelijkertijd is die Europeaan ook egoïstisch en voelt hij zich niet geremd door enige vorm van ethiek. De problemen van de zeven personages zijn invoelbaar en geloofwaardig. De drang om te vertrekken is eveneens te begrijpen, maar al de personages hebben ook ernstig last van arrogantie – uitmondend in nog vervelender trekjes.
Op subtiele wijze ontmaskert Lanoye zo de arrogante Europeaan. De onvrede die hij beschrijft is helder en herkenbaar, de drang naar een beter Europa – of zoals Lanoye dat noemt het ware Europa – is begrijpelijk, maar de oplossing die in het vertrek wordt gezocht is op zijn minst onwenselijk. De personages die Lanoye opvoert kennen geen sociale gevoelens en leven alleen voor hun eigen idealen: de chassidim troggelde in de oorlog geld af van mede-joden voor een dode mus, de ondernemer ziet alleen maar de positieve kanten van het kapitalisme, de stamcelbiologe heeft slechts oog voor haar Nieuwe Mens en waardeert alle ethische en morele bezwaren als achterhaald. Verblind door eigenbelang trekken ze nu weg uit Europa, op zoek naar de vrijheden die Azië en Zuid-Amerika bieden.
Prijs: 17.95
Bladzijden: 113
ISBN: 9044607405
Link: Uitgeverij Prometheus
Misschien ook iets voor u
Regisseur Pierre Audi overrompelt met Händels Tamerlano
.
~
Statisch?
Hoewel Händel meer dan veertig opera’s achter zijn naam heeft staan, werd er lange tijd slechts een handjevol opgevoerd. Zijn opera’s zouden te statisch zijn, slechts bestaan uit een schier eindeloze reeks aria’s vol herhalingen waarin steeds één enkele emotie centraal staat, waardoor alle vaart uit een voorstelling verdwijnt. Niet voor niets hergebruikte de componist zelf met grote regelmaat aria’s – de voortgang van de handeling zit immers in de recitatieven.
~
Uitzonderlijke kwaliteit
~
Het is natuurlijk onzin om een winnaar van deze productie aan te wijzen, een opera is immers geen Idols. Maar Pierre Audi bewijst met deze enscenering opnieuw zijn uitzonderlijk talent om modern muziektheater te maken zonder traditie uit het oog te verliezen.
De Nederlandse Opera & Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe Rousset
Album: Georg Friedrich Händel - TamerlanoGezien op woensdag 19 oktober 2005 in Muziektheater, Amsterdam
Misschien ook iets voor u