Begin dit jaar werd het voortbestaan van het gerenommeerde tijdschrift De Revisor bedreigd door een negatief subsidieadvies. Het tijdschrift zou vlees noch vis zijn, het zou in niveau sterk achteruit gegaan zijn en het zou niet langer het typerende Revisor-proza leveren. Dit oordeel werd van verschillende kanten bestreden met het argument dat de commissie partijdig en bevooroordeeld zou zijn. Lezing van de huidige jaargang wijst uit dat de stukken in De Revisor van wisselende kwaliteit zijn, maar dat het te ver voert om het tijdschrift om die reden op te doeken, aangezien elk nummer is voorzien van een stevige ruggengraat van tenminste een paar uitstekende stukken.
Gogol
~
De Revisor werd in 1974 opgericht en was in feite de voortzetting van het tijdschrift
Soma, dat slechtst drie jaar bestaan heeft. De naam van dit destijds nieuwe tijdschrift was ontleend aan Gogols toneelstuk
De Revisor. Op het eerste gezicht een weinig voor de hand liggende naam, aangezien de hoofdpersoon uit dit toneelstuk – zoals al Gogols personages – allerminst een voorbeeldig mens genoemd kan worden. Kijkt men echter naar het doel dat Gogol (die niet vies was van moralisme) met het toneelstuk had, dan wordt de link duidelijk. Zoals Gogol de hypocrisie van de burgerlijke Russen wilde ontmaskeren, zo lijkt het tijdschrift
De Revisor de hypocrisie van de Nederlandse letteren aan de orde te willen stellen.
Steen des aanstoots
In de beginjaren was De Revisor een ingetogen, ja bijna academisch tijdschrift waarin Literatuur bedreven werd en er tevens plaats was voor stevige beschouwingen over literatuur, en meer in het algemeen esthetica. Het was tevens een tijdschrift zonder programma, zonder ideologie. Bij het eerste nummer in 1974 schreef de toenmalige redactie:
Een nieuw tijdschrift vereist een Verantwoording. Wat zijn de uitgangspunten? Mag men eindelijk een literair blad begroeten dat weer wat nieuws brengt, een nieuwe formule, een nieuwe mentaliteit, stroming of beweging in overeenstemming met de geest van deze snel veranderende tijd? Kan er gesproken worden van een reveil, wordt hier een nog onbekende generatie met exclusieve ideeën gepresenteerd?
Nee, wie naar dat alles hunkert komt bedrogen uit.
~
Hiermee presenteerde
De Revisor zich als een tijdschrift dat zonder strikte richtlijnen een podium wilde zijn voor de Nederlandse literatuur en literatuurbeschouwing. In de loop der jaren leverde het een aantal spraakmakende nummers op en werden er tevens interessante debatten gestart. Het was een invloedrijk tijdschrift dat vele getalenteerde schrijvers heeft voortgebracht, maar dat ook geregeld op flinke kritiek kon rekenen. De terugkerende steen des aanstoots was daarbij het vermeende academische karakter van
De Revisor en de grote aandacht die besteed werd aan de vorm, wat volgens de criticasters ten koste ging van de inhoud. Nu, jaren later, is het tij gekeerd en verwijt men de redactie te weinig diepgang en een gebrek aan het typische
Revisor-proza, waarin de vorm naar verluidt zo centraal zou staan.
Populisme?
Sinds de harige profeet Ilja Leonard Pfeijffer de redactie is komen versterken, menen sommige lieden dat De Revisor definitief zijn diepgang heeft verloren. Pfeijffers luidruchtige presentatie en zijn altijd scherpe pen zouden de deur hebben opengezet naar het populisme en de schreeuwerigheid. Uit het voorwoord bij nummer 2 van jaargang 32, dat zich laat lezen als een beginselverklaring, blijkt echter dat er qua intenties niet zo gek veel is veranderd bij De Revisor:
De Revisor is voornamelijk in het hier en nu van de Nederlandse literatuur geïnteresseerd en probeert zijn themanummers daar ook mee te verbinden. Bij ons geen academici, geen Oost-Europese ballingen, geen interessante Franse soixante-huitards, we zijn precies wat op de rug staat: een literair tijdschrift voor Nederland en Vlaanderen.
In het voorwoord wordt stelling genomen tegen een niet nader genoemde vijand die vermoedelijk in twee hoeken gezocht moet worden: de academici die de literatuur verstikken en de populisten die de literatuur verkwanselen. Voorwaar een nobel streven. Vergeleken met het hierboven geciteerde voorwoord bij het allereerste nummer, lijken de beginselen echter nauwelijks veranderd te zijn. Men wijst nog steeds elke vorm van ideologie af en probeert zich nog steeds verre te houden van de literaire mode en goedkope nieuwlichterij.
IJlroman
~
In het oktobernummer staat
De Revisor in twee ongelijksoortige essays stil bij het werk van de tien jaar geleden overleden W.F. Hermans, wiens
Verzameld werk binnenkort staat te verschijnen. Het eerste essay is van Tonnus Oosterhoff en gaat over de werkelijk ongekende hoeveelheid fouten die Oosterhoff in het werk van Hermans heeft ontdekt. In tegenstelling tot letterfrikken is Oosterhoff niet bereid om hieruit te concluderen dat Hermans kennelijk een inferieure prulschrijver is, integendeel. Oosterhoff interpreteert
De donkere kamer van Damocles als een ijlroman en legt op fascinerende wijze uit dat juist de fouten van Hermans zijn werk hun charme en kracht verlenen. In feite beschrijft Oosterhoff hier een eigen poëtica die hij zelf al had toegepast in zijn verhalenbundel
~
, waarin eenentwintig Nederlandse en Vlaamse dichters elk een eigen portie Whitman voor hun rekening namen. Het nummer opent met het heerlijk pompeuze voorwoord dat Whitman bij de eerste editie uit 1885 had geschreven, en dat helaas niet in de vertaling van die bundel was opgenomen. Verder zijn de beschouwingen, impressies en opmerkingen van een achttal vertalers opgenomen; het niveau van deze bijdragen is wisselend. Op zich is het een uitstekend idee om een aantal vertalers aan het woord te laten, maar het nadeel ervan is dat de reflectie op Whitmans poëzie een beetje achterwege blijft. Alleen Pfeijffers bijdrage, waarin hij probeert aan te tonen dat Whitmans poëzie van inferieure kwaliteit is, gaat wat meer de diepte in. Ondanks Horace Traubels (al te?) uitgebreide verslag van Whitmans en Merel Leemans essay over Whitman en Amerika, blijft de historisch achtergrond die Whitmans poëzie van een context zou voorzien, ietwat summier. Als de beschouwingen van de vertalers waren aangevuld met een uitgebreid essay over Whitman en zijn tijd, dan zou dit nummer net iets vollediger zijn geweest.
Xtreme Make Over
Nummer 2 van de 32e jaargang heeft als thema ‘Xtreme Make Over’ meegekregen – gelukkig betekent dit niet dat het uitvoerig stilstaat bij het gelijknamige tv-programma. De redactie heeft zich met dit nummer ten doel gesteld te laten zien hoe ‘kansloos murmelend proza met behulp van plastische chirurgie kan worden omgevormd tot krachtige, bloeiende literatuur’. Dit uitgangspunt leverde een drietal interessante bijdragen op waarbij W.F. Hermans, Harry Mulisch en Ilja Leonard Pfeijffer op de operatietafel belandden. Deze laatste was zelf als dokter van Harry Mulisch opgetreden, maar had er zo’n tetterend en zwaar gestileerd geheel van gemaakt dat een andere dokter de boel weer moest komen fiksen. In nummer 1 ten slotte vallen de vertalingen met inleidingen op van een verhaal van de Est Andrus Kivirähk en van de Roemeen Alexandru Ecovoiu. Al met al biedt De Revisor een afwisselende verzameling essays, beschouwingen, verhalen en gedichten, waartussen altijd enkele bijdragen oplichten die je tot lezen weten te verleiden.
De Revisor
– Losse nummers: € 11,00
– Abonnement: € 53,00 p/j // CJP: € 44,00 // Buitenland: € 66,00
– ISSN 0302-8852
– Uitgeverij Querido
De Revisor verschijnt 5x per jaar.
Zie ook in deze reeks: 1. Het Trage Vuur, 2. Passionate Magazine, 3. Tzum, 5. Armada, 6. Bunker Hill, 7. Raster, 8. De Gids, 9. Hollands maandblad, 10. Hard gras, 11. Parmentier, 12. Deus ex Machina, 13. Het liegend konijn, 14. Lava en 15. Yang.
Mooi etiket
Het etiket ziet er goed uit: steracteur Nicolas Cage, regisseur/scriptschrijver Andrew Niccol en het “voor een deel” waargebeurde verhaal over internationale wapenhandel. Toch heeft de film een zure nasmaak.
~
Advocaat van de duivel
Aan Cage ligt het niet dat deze film niet geslaagd is. Hij doet in geen velden of wegen denken aan een Oekraïnse wapenhandelaar, maar toch komt hij ermee weg. Door zijn wazige blik, zijn vermoeide manier van handelen en zijn prikkelende voice-over kan hij namelijk wel weer goed uit de voeten met een personage dat op de vlucht is voor zichzelf. Het ligt aan Andrew Niccol, die zijn rol geschreven heeft, dat Cage geen sympathie opwekt. Yuri Orlow is een slechterik, omdat hij miljoenen mensen in gevaar brengt met zijn werk. Moeten wij dan aan het einde van de film medelijden met hem krijgen? Hij wist toch al die tijd waar hij mee bezig was? Misschien had Niccol het verhaal beter kunnen vertellen door de ogen van de agent van Interpol, gespeeld door Ethan Hawke. Een personage dat er nu maar wat bekaaid vanaf komt. Met hem had ik de hele film lang medelijden, niet met de advocaat van de duivel Yuri.
Vaker gezien
~
Lord of War
Regie: Andrew NiccolJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Hersenloos knallen op Mars
.
De actie speelt zich af op het Olduvai onderzoeksstation, een afgelegen wetenschappelijk centrum op Mars. Er is iets verschrikkelijk fout gegaan: alle wetenschappers zijn verdwenen en samen met de stroom is de communicatie uitgevallen. Onder leiding van Sarge (Dwayne ‘The Rock’ Johnson) gaat een groep mariniers van de Rapid Response Tactical Squad uitzoeken wat er precies is gebeurd in het onderzoeksstation. Tot de tand gewapend en zeer triggerhappy gaan de mannen op weg naar Olduvai om hun opdracht uit te voeren: de doorgang naar aarde moet beschermd worden en niks mag levend uit het onderzoeksstation komen. De vraag is of de mariniers rekening hebben gehouden met de groep gemuteerde monsters die hen op het onderzoeksstation opwacht.
Mager verhaaltje
~
Geen chemie
De hoofdrollen in Doom zijn weggelegd voor ‘The Rock’ (Be Cool, The Scorpion King), Karl Urban (The Bourne Supremacy) en Bond-girl Rosamund Pike (Pride & Prejudice). Hoewel iedereen goed gecast is, valt er gewoon niet zoveel uit de personages te halen. De karakters zijn plat, saai en er is totaal geen chemie tussen de acteurs. Maar het gaat in de film dan ook niet om diepe karakterschetsen. De hoofdrolspelers in Doom zijn actie, wapens en bloed.
Futuristisch knallen
~
Doom
Regie: Andrzej BartkowiakJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Pretentieuze romantische komedie
Cameron Crowe wist met zijn vorige films een behoorlijke schare fans op te bouwen, vooral in de hoek van rockmuziekliefhebbers. Hoewel de soundtrack wederom indrukwekkend is, ziet het er naar uit dat zijn laatste film Elizabethtown voor weinig extra bewonderaars zal zorgen.
Het leven van sportschoenontwerper Drew (Orlando Bloom) stort in als hij hoort dat het floppen van zijn laatste ontwerp zijn werkgever een miljard dollar gaat kosten. Ten einde raad besluit hij dat er niks anders opzit dan zelfmoord te plegen, maar zijn plan wordt verijdeld door de mededeling dat zijn vader is overleden in zijn geboortestad Elizabethtown. Drew reist erheen en ontmoet onderweg de praatzieke stewardess Claire (Kirsten Dunst). Na een telefoongesprek dat waarschijnlijk te boek gaat als het langste uit de filmgeschiedenis, is de romance een feit.
Geen drama
~
Romantische komedie
Goed bekeken is Elizabethtown niet meer dan een pretentieuze romantische komedie, waarvan de humor het niveau van de gemiddelde genrefilm zeker niet ontstijgt (al vinden sommigen Susan Sarandon die klem hangt onder de motorkap misschien hilarisch). Qua romantiek is hij zelfs nog slechter, omdat er zoals gezegd niks gebeurt. De enige smet op de romance tussen Claire en Drew is het feit dat zij ergens nog een vaag vriendje heeft en ze beweert niet gemaakt te zijn voor een serieuze relatie. Aangezien Drew daar niet echt een probleem van lijkt te maken, kabbelt hun relatie gewoon voort. Wat natuurlijk niet echt interessant is om naar te kijken.
Muziek
~
Elizabethtown
Regie: Cameron CroweJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Toppunt van verwend
Halina Reijn (1975) verwierf bekendheid als actrice. Ze speelde onder meer bij theatergezelschap de Trust de rol van Ophelia in Hamlet en Lulu in Lulu, waar ze in 1998 een Colombina voor kreeg. Bij Toneelgroep Amsterdam was ze te zien in Het temmen van de feeks en speelde ze de rol van Lavinia in Rouw siert Electra. Ook had ze rollen in diverse speelfilms zoals De passievrucht, naar de roman van Karel Glastra van Loon, Zus & Zo van Paula van der Oest en Zwartboek van Paul Verhoeven. Halina verbleef een tijd in Los Angeles, en deed daarvan wekelijks verslag in de Viva. In Los Angeles schreef ze ook Prinsesje Nooitgenoeg, haar eerste roman.
Anna Verbrugge is een gevierd actrice. Ze krijgt de ene rol na de andere aangeboden. Ze is jong, succesvol en heeft goeie vrienden. Toch is ze niet gelukkig. Anna bevindt zich in een existentiële crisis. Leeft ze nu uiteindelijk alleen maar voor zichzelf? Bij toeval ontmoet ze een Tsjetsjeense klusjesman aan wie ze zichzelf compleet overlevert. Samen met hem wil ze strijden voor een betere toekomst, bij hem zoekt ze de betekenis waarvan ze meent dat die in haar leven als actrice ontbreekt. Haar vrienden en familie zien met lede ogen toe hoe ze verder en verder van hen verwijderd raakt. Langzaam gaan voor Anna fictie en werkelijkheid, acteren en leven door elkaar heen lopen.
Kleine meisjes
~
Alles is theater
Anna is op zoek naar betekenis, want die is er blijkbaar niet te vinden in een leven als actrice. Wat is acteren ook eigenlijk als je het vergelijkt met bijvoorbeeld de onderwerpen in Het Journaal of Netwerk? Als ze naar deze programma’s heeft gekeken wil Anna zich het liefst per direct laten omscholen. Betekenis is voor Anna dus blijkbaar iets waar ze naar op zoek moet, waar ze zich voor moet laten omscholen, iets wat buiten haar om bestaat. Acteurs worden hiermee gereduceerd tot lege vaten die zelf geen enkele eigen invulling aan het leven kunnen geven. Ze moeten worden gevuld met de woorden en de betekenis van een personage:
Zijn alle acteurs dan per definitie egocentrisch? Is betekenis niet te vinden in die wereld? Dit alles brengt de lezer in een lastig parket; deze gedachten waren alleszins acceptabel geweest mits de auteur zelf geen acteur was geweest. Want wat is het nu eigenlijk dat Halina Reijn wil vertellen? Dat acteren een oppervlakkige bezigheid is die zich nooit kan meten met het leed dat Het Journaal ons voorschotelt? Dat je als acteur alleen maar bezig bent met jezelf? Dat er geen enkele diepgang te vinden is in die wereld? Is dit nieuws? Is dit een probleem? En zo ja; waarom acteert Anna/ Halina dan nog?
Lege vaten
~
Door zeeën van bloed waden wij naar een beter leven
Vindt Anna uiteindelijk haar betekenis? Brengt Halina Reijn het verlossende antwoord waar de vraag van de gehele roman op gebaseerd is? “Het strijdtoneel is daar”, zegt een collega aan het einde van de roman tegen Anna en wijst naar de stadsschouwburg. De catharsis laat zich in het volgende fragment samenvatten:
Het theater als strijdtoneel. Daar moeten we het mee doen. De theaterwereld blijft even gek, egocentrisch en oppervlakkig, maar er is blijkbaar ook een strijd gaande. Een strijd om de betekenis met een vooralsnog onzekere uitkomst.
Feest der tegenstrijdigheden
Reijns schrijven is tegenstrijdig, zowel op het niveau van de stijl als op het niveau van het verhaal. Zo wordt het rauwe taalgebruik (“Gorgelend verzamel ik speeksel in mijn mond en spuug op haar schaamhaar.”) afgewisseld met lieflijke beelden van vriendinnen die elkaar instoppen (“‘Ben je een hondje?” vraagt ze, ‘Nee, een schaap.'”) Het ene moment is er nergens betekenis in de wereld van het theater en dan ineens wel: namelijk als strijdtoneel – wat we daar dan ook onder mogen verstaan. Op de kaft van Prinsesje Nooitgenoeg prijkt een unheimliche foto die tegenwicht biedt aan de schattige titel. De verwendheid en de apathische verveling van Anna, haar onvolwassen, egocentrische kijk op de wereld, de ronddartelende ‘elfjes’ die met elkaar op de vuist gaan: het werkt allemaal een beetje op de lachspieren. Reijn schrijft niet slecht, maar waar gaat die hele zoektocht van Anna in hemelsnaam over?
Acteren is zo oppervlakkig, vindt Anna, want als acteur smeek je alleen maar een beter leven voor jezelf. Maar uiteindelijk legt ze zich maar neer bij haar beroep omdat ze niet anders kan, omdat zij zelf het wapen is in de strijd om de betekenis die er gaande is op het toneel. Kan het dan ineens wel opboksen tegen de belangrijke onderwerpen van Het Journaal? En waarom doet Anna er zolang over om daarachter te komen? Waarom doet ze er zo tergend lang over om volwassen te worden? Je zou bijvoorbeeld als acteur ook eens kunnen bidden voor een beter leven voor iemand anders. Een quote van Connie Palmen is om de kaft geslagen: “De roman is net als Halina zelf; een vamp in meisjeskleren”. Ik zou eerder zeggen: De roman is als een meisje dat zich heeft verkleed als vamp.
Prijs: 14,95
Bladzijden: 205
ISBN: 90 446 0697 2
Misschien ook iets voor u
Tijdschriften over literatuur
/ 0 Reactiesdoor: Martijn Boven0 SterrenDe komende maanden kun je bij 8WEEKLY een serie artikelen verwachten waarin een dwarsdoorsnede wordt gegeven van het aanbod aan Nederlandstalige literaire tijdschriften. Vandaag nummer vier: De Revisor.
Begin dit jaar werd het voortbestaan van het gerenommeerde tijdschrift De Revisor bedreigd door een negatief subsidieadvies. Het tijdschrift zou vlees noch vis zijn, het zou in niveau sterk achteruit gegaan zijn en het zou niet langer het typerende Revisor-proza leveren. Dit oordeel werd van verschillende kanten bestreden met het argument dat de commissie partijdig en bevooroordeeld zou zijn. Lezing van de huidige jaargang wijst uit dat de stukken in De Revisor van wisselende kwaliteit zijn, maar dat het te ver voert om het tijdschrift om die reden op te doeken, aangezien elk nummer is voorzien van een stevige ruggengraat van tenminste een paar uitstekende stukken.
Gogol
~
Steen des aanstoots
In de beginjaren was De Revisor een ingetogen, ja bijna academisch tijdschrift waarin Literatuur bedreven werd en er tevens plaats was voor stevige beschouwingen over literatuur, en meer in het algemeen esthetica. Het was tevens een tijdschrift zonder programma, zonder ideologie. Bij het eerste nummer in 1974 schreef de toenmalige redactie:
~
Populisme?
Sinds de harige profeet Ilja Leonard Pfeijffer de redactie is komen versterken, menen sommige lieden dat De Revisor definitief zijn diepgang heeft verloren. Pfeijffers luidruchtige presentatie en zijn altijd scherpe pen zouden de deur hebben opengezet naar het populisme en de schreeuwerigheid. Uit het voorwoord bij nummer 2 van jaargang 32, dat zich laat lezen als een beginselverklaring, blijkt echter dat er qua intenties niet zo gek veel is veranderd bij De Revisor:
In het voorwoord wordt stelling genomen tegen een niet nader genoemde vijand die vermoedelijk in twee hoeken gezocht moet worden: de academici die de literatuur verstikken en de populisten die de literatuur verkwanselen. Voorwaar een nobel streven. Vergeleken met het hierboven geciteerde voorwoord bij het allereerste nummer, lijken de beginselen echter nauwelijks veranderd te zijn. Men wijst nog steeds elke vorm van ideologie af en probeert zich nog steeds verre te houden van de literaire mode en goedkope nieuwlichterij.
IJlroman
~
~
Xtreme Make Over
Nummer 2 van de 32e jaargang heeft als thema ‘Xtreme Make Over’ meegekregen – gelukkig betekent dit niet dat het uitvoerig stilstaat bij het gelijknamige tv-programma. De redactie heeft zich met dit nummer ten doel gesteld te laten zien hoe ‘kansloos murmelend proza met behulp van plastische chirurgie kan worden omgevormd tot krachtige, bloeiende literatuur’. Dit uitgangspunt leverde een drietal interessante bijdragen op waarbij W.F. Hermans, Harry Mulisch en Ilja Leonard Pfeijffer op de operatietafel belandden. Deze laatste was zelf als dokter van Harry Mulisch opgetreden, maar had er zo’n tetterend en zwaar gestileerd geheel van gemaakt dat een andere dokter de boel weer moest komen fiksen. In nummer 1 ten slotte vallen de vertalingen met inleidingen op van een verhaal van de Est Andrus Kivirähk en van de Roemeen Alexandru Ecovoiu. Al met al biedt De Revisor een afwisselende verzameling essays, beschouwingen, verhalen en gedichten, waartussen altijd enkele bijdragen oplichten die je tot lezen weten te verleiden.
De Revisor
– Losse nummers: € 11,00
– Abonnement: € 53,00 p/j // CJP: € 44,00 // Buitenland: € 66,00
– ISSN 0302-8852
– Uitgeverij Querido
De Revisor verschijnt 5x per jaar.
Zie ook in deze reeks: 1. Het Trage Vuur, 2. Passionate Magazine, 3. Tzum, 5. Armada, 6. Bunker Hill, 7. Raster, 8. De Gids, 9. Hollands maandblad, 10. Hard gras, 11. Parmentier, 12. Deus ex Machina, 13. Het liegend konijn, 14. Lava en 15. Yang.
Misschien ook iets voor u
Ieder medeleven wordt onmogelijk
We kijken naar mensen in films zoals we naar mensen om ons heen kijken. Op basis van hun uiterlijk en gedrag vormen we oordelen, waarop we verwachtingen omtrent hun toekomstige gedrag baseren. Meestal komen die uit, niet in de laatste plaats omdat we onszelf graag gelijk geven. Maar soms is het onmogelijk om het gedrag van een persoon in te bedden in het plaatje dat je van diegene hebt; reden om het beeld bij te stellen.
~
Verklaring
Bruno, briljant gespeeld door Jérémie Renier, heeft een ondoorgrondelijk karakter. Hoewel de camera hem constant op de huid zit, leren we hem eigenlijk niet kennen. Dat komt door zijn onvoorspelbare gedrag, maar ook doordat de Dardennes geen verklaringen aandragen. Waarom doet deze jongvolwassene zo? Zijn het de naweëen van de puberteit? Of is het een uiting van extreme impulsiviteit? De personages krijgen geen context mee. Wat is hun achtergrond? Waar komen ze vandaan? Is hun baby gewild of een ongelukje? We komen het niet te weten.
~
Afstandelijk
Die vraag blijft na afloop door je hoofd spoken. De Dardennes dagen de kijker uit: bij hoeveel onvoorspelbaar gedrag en bij hoeveel afwisseling tussen ‘goed’ en ‘slecht’ kun je nog net met een filmpersonage meeleven? Zo verkennen ze tevens de grenzen van hun genre, waarin – zie de films van de Brit Ken Loach – dit meeleven erg belangrijk is. Hoe interessant het uitgangspunt ook mag zijn, in de praktijk werkt het niet. L’enfant wordt er alleen maar afstandelijk door. De constructie gaat in de loop van de film zo sterk door het verhaal heen schemeren dat het realisme volledig te niet wordt gedaan. Het gevolg: ieder medeleven wordt onmogelijk. Uiteindelijk rest enkel het gevoel dat de broers Dardenne je manipuleren.
L'enfant
Regie: Jean-Pierre Dardenne & Luc DardenneJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
langzaam inpakken
Oogcontact met het publiek is er nauwelijks, laat staan dat er woorden worden gesproken. Drummer Brent deBoer en keybordvrouw Zia McCabe lachen zo nu en dan nog wel, maar gitarist Peter Holmstrom staart door zijn Ramones-gordijntje slechts naar de grond, terwijl ook frontman Courtney Taylor-Taylor zich geen moment om het publiek lijkt te bekommeren. Gespeeld moet er worden, en niet het gemakkelijkste werk. The Dandy Warhols zijn in de Amsterdamse Melkweg en verliezen zichzelf meteen na opkomst in repeterende psychedelica.
~
Trance
De nogal afstandelijke opkomst van de band helpt dan niet mee. Zoals ook zo vaak op plaat gebeurt, maken de Dandy’s het het publiek niet makkelijk. Eerst het zuur en dan het zoet, in de bewoordingen van rentmeester Zalm – met dat verschil dat het zuur van de Dandy’s wel erg lekker is. Uitgesponnen en zich steeds herhalende muziekstukken worden nog opgewaardeerd met achter het podium geprojecteerde kleurenpaletten. Verderop in het optreden krijgen we hier tekenfilms, fragmenten uit A midsummernight’s dream en in elkaar overvloeiende steden voorgeschoteld. Deze hebben allemaal hetzelfde repeterende karakter als de muziek. Je zou er bijna van in een prettige trance raken, ware het niet dat een groot deel van het publiek weigert mee te gaan. “Ik kan net zo goed een plaat opzetten”, hoor ik in de vriendengroep waar ik in de barstensvolle zaal tussen ben beland. Ikzelf sluit zo nu en dan mijn ogen om me af te sluiten van het zeurderige publiek – maar een half uur lang met de ogen dicht staan is ook geen optie.
Pakkende nummers
~
Opvallend is verder, dat vooral nummers van de uit 1997 stammende plaat …The Dandy Warhols Come Down tot de hoogtepunten van de avond behoren. Bekende songs als Minnesoter en Boys Better worden in fijne experimentele versies gepresenteerd. Duidelijk is dat de Dandy’s zowel live als op plaat hun eigen plan trekken, en ook daarmee het publiek uiteindelijk voor zich weten te winnen.
The Dandy Warhols
Gezien op zaterdag 29 oktober 2005 in Melkweg, AmsterdamMisschien ook iets voor u
Reise, Reise, vol. 2
Waar ooit Henk Westbroek Sinterklaas, wie kent hem niet zong, zou je voor de naam Sinterklaas eigenlijk ook Rammstein kunnen invullen. Wie kent immers heden ten dage niet deze vermaarde Duitse rockers? Is het niet vanwege de verschillende hits die de band ondertussen gescoord heeft, of door de extravagante podiumacts, dan misschien wel dankzij het feit dat de band nogal eens in opspraak geraakt is wegens de teksten. Mein Teil (zinspelend op de kannibaal Armin Meiwes) van het voorgaande album Reise, Reise is een goed voorbeeld van de vaak controversiële teksten die de band ten gehore brengt.
Rosenrot is alweer het vijfde studio-album van deze Duitsers en ligt behoorlijk in het verlengde van het genoemde Reise, Reise. Met als werktitel Reise Reise Vol. 2 en vier nummers die geschreven zijn voor zijn voorganger is dit wellicht ook niet heel vreemd. Was het bij Reise, Reise echter een vliegtuig dat de mist in ging, nu is er een schip gestrand op de albumcover.
Gestrand in de mainstream…?
~
Tekstueel herkenbaar
Ongeacht het feit dat de muziek steeds toegankelijker is geworden, blijft toch ook dit album ten voeten uit Rammstein. En dat komt niet in de laatste plaats door de teksten en vocalen van Till Lindemann. Het is niet alleen zijn kenmerkende stemgeluid (natuurlijk speelt de Duitse taal hier ook een rolletje), maar tekstueel zitten de songs ook zeker weer mooi in elkaar. Lindemann snijdt bijvoorbeeld weer onderwerpen als homofilie (Mann gegen Mann) en de drang om overal tegenin te gaan (Zerstören) op zijn eigen wijze aan. Soms recht voor zijn raap en soms in prachtige metaforen verpakt. Een nummer dat er voor mij duidelijk uitspringt op deze plaat is Spring. Het klinkt wat zwaarder en duisterder dan de overige nummers en schetst het relaas van een fataal misverstand. Het neigt wat meer naar het materiaal zoals dat op Mutter – naar mijn mening de plaat die het beste van de beide werelden ‘industrial’ en ‘melodie’ bevatte – gespeeld werd.
Met Rosenrot levert Rammstein zeker geen vernieuwende hoogvlieger af, maar houdt juist vast aan een vertrouwde formule. Vervelend? Absoluut niet, maar ik hoop dat het ijs rond het schip ontdooit en men de koers weer wat durft bij te stellen.
Rammstein
Album: RosenrotLink: Rammstein
Misschien ook iets voor u
Vreemde plotwendingen op landgoed Laerhoven
Het komt niet vaak voor dat je bij een voorstelling zeker weet dat het een leuke avond gaat worden, vanaf het moment dat het doek opgaat. Maar Kitty Courbois, als hoofdpersoon in De barones, slaagt er in meteen de aandacht te trekken en vast te houden. Hoog in haar stoel tussen de bomen begint ze te zingen over twee reebruine ogen die haar aankijken. Een nummer dat de helft van het publiek spontaan meezingt. Zingend over het hertje waar ze op wacht en gekleed in een ruitjesbroek, groene zuidwester en kaplaarzen, een heupfles met drank en een groot geweer in haar hand, brengt ze je meteen in de juiste stemming.
~
Op het randje
~
Rolverdeling
~
Rijkelijk gevuld
De barones is op sommige punten een voorstelling van grote stappen, snel thuis. Wanneer de barones haar jonge minnaar in een scène de deur wijst en verdrietig achterblijft, blijkt ze na een decorwisseling alweer met hem verloofd te zijn. Maar dit stoort niet: de verhaallijn is snel weer opgepakt. Vanaf het moment dat de gordijnen opengaan worden je lachspieren aan het werk gezet, en dat blijft gedurende de hele voorstelling zo. De combinatie van verschillende verhaallijnen, een verrassend plot, gewaagde uitspraken en humor zorgt juist voor een rijkelijk gevulde voorstelling.
De barones speelt in ieder geval tot 22 januari 2006. Kijk hier voor meer informatie over speeldata.
De barones (Joop van den Ende Theaterproducties)
Artiest: Joop van den Ende TheaterproductiesGezien op zaterdag 29 oktober 2005 in Nieuwe de la Mar theater, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
Dansen tussen hemel en aarde
Met ruim 60 voorstellingen en bijna 100 workshops laat het Holland Dance Festival wederom zien waarom het tot de top van de werelddansfestivals behoort. Dance Approved heet de tiende editie van het festival, waar je de crème de la crème van de internationale dans tegenkomt. Een bijzondere voorstelling is Vuelos Aires (Vliegende lucht) van Brenda Angiel Aerial Dance Company.
~
In 1994 introduceerde choreografe Brenda Angiel de aerial dance als moderne dansvorm in Buenos Aires, Argentinië. Angiel kwam op het idee omdat deze manier van dansen in de lucht naar eigen zeggen extra mogelijkheden biedt. In plaats van een deel van het toneel wordt de gehele ruimte gebruikt; de achterwand kan bijvoorbeeld dienen als ondervloer, waardoor het perspectief kantelt. Er wordt in deze voorstelling dus optimaal gebruik gemaakt van ruimte rondom het podium.
~
Ook de muzikale begeleiding van deze voorstelling is erg bijzonder. In het halfdonker zie je aan beide kanten van het toneel twee muzikanten die voor de intieme live-begeleiding zorgen. Ze verzorgen de muziek bij de verschillende dansstukken die langzaam in elkaar overgaan.
Heel hoog komen de dansers niet, blijkt. Ze zweven een klein stukje boven de vloer, want het gaat hier niet om spektakel maar om de kunst van de dans. Indruk maken deed het in ieder geval, want het publiek sloeg muisstil de bijzondere voorstelling gade. Deze luchtdans was spannend van het begin tot het einde.
Kijk hier voor meer informatie over deze voorstelling en andere optredens tijdens het Holland Dance Festival.
Vuelos Aires (Brenda Angiel Aerial Dance Company)
Artiest: Brenda Angiel Aerial Dance CompanyMisschien ook iets voor u