Theater / Voorstelling

Voor elke toeschouwer een leuke grap

recensie: Hard Gelach (Diverse cabaretiers)

Wie is jouw favoriete cabaretier? Speel je op safe en ga je altijd af op grote namen of probeer je ook wel eens iets onbekends? Of zou je wel willen, maar weet je niet welke grappenmaker je uit moet kiezen? Hard Gelach biedt uitkomst. Voor het tweede jaar op rij organiseerden CNR Entertainment, 3FM en Laughing Tears op 28 november een avond vol bekende en minder bekende cabaretiers in de Melkweg in Amsterdam. 8WEEKLY was er natuurlijk bij.

~

Eerder deze maand is de dvd Hard Gelach uitgebracht, waarop twintig fragmenten zijn samengebracht van cabaretiers als Sanne Wallis de Vries, Nuhr, Van Houts en de Ket, Claudia de Breij en Herman Finkers. Van elke groep of artiest wordt een tipje van de sluier opgelicht van een van hun recente voorstellingen. De fragmenten duren gemiddeld vijf minuten en dat is genoeg om even de toon van de cabaretier te proeven en je nieuwsgierigheid te prikkelen. Maar toch blijft het lastig om in die paar minuten te beoordelen of de cabaretier wel jouw type is: iemand kan in die korte tijd nét die grappen maken die je totaal niet liggen. Om een beter oordeel te vellen bood de avond in de Melkweg een uitkomst, want de veertien artiesten kregen steeds twintig minuten om te laten zien wat ze in hun mars hebben.

Agnew en Zweers

~

Het spits werd afgebeten door twee stand-uppers van de Comedy Explosion: Kristel Zweers en Alex Agnew. Zweers opende in de kleine zaal met verhalen over seks, strings en vibrators. Het publiek, dat duidelijk nog moest worden opgewarmd, reageerde amper. Uiteindelijk kon er nog wel een hartelijke lach vanaf voor haar geile imitatie van een vrouw die ’s avonds laat op de televisie oproept om haar te bellen – een sketch die overigens ook op de dvd te zien is. In de grote zaal deed de Britse Belg Agnew het een stuk beter. De winnaar (en enige Belgische winnaar) van het Leids Cabaret Festival van 2003 vertelde in razendsnel tempo over zijn jeugd en voorkeuren op het gebied van film en muziek. Vooral met het imiteren van stemmen uit het verleden wist deze stand-up comedian de aandacht op zich te vestigen. De parodie op Stevie Wonder, waarbij hij tijdens het zingen steeds met zijn microfoon heen en weer slingerde, was geweldig en vooral erg herkenbaar. Agnew was een van de meest overtuigende persoonlijkheden van deze avond.

Martijn Koning

Flitste het verhaal van Agnew nog alle kanten op, bij Martijn Koning was dat totaal anders. In zijn stuk, wat toevalligerwijs ook voornamelijk over zijn jeugd gaat, zat meer lijn dan bij Agnew. Helaas was zijn show voornamelijk een herhaling van zijn opvoering bij het Studenten Cabaret Festival in Groningen. Maar zijn verhaal bleef overtuigend; dit optreden overtrof zelfs het eerdere. Toch mag hij nog wel wat meer doen met zijn visie op de actualiteit. Zoals bijvoorbeeld zijn droge opmerking over de vrouw die zich in Jordanië probeerde op te blazen: “Je ziet maar weer dat vrouwen niet met een afstandsbediening om kunnen gaan.” En op het laatste nippertje werd ook de “domino-mus” (die tijdens deze avond regelmatig voorbij kwam vliegen) nog even onderwerp van gesprek. Bij Koning heb je het gevoel dat er meer potentie inzit, maar dat het er – in zo’n korte tijd in ieder geval – nog niet uitkomt.

Onderdelinden en Fields

~

Joep Onderdelinden had voor deze avond wat grappen uit zijn voorstellingen Joep en Strak in petto. Zo kwam de klaarkomende olifant voorbij, die ook op de dvd te zien is. En verder voerde hij voornamelijk de onzekere Joep op, die aardig gevonden wil worden door het publiek, die om een zakdoek vraagt en een maatje uit het publiek kiest. Geen diepgaande grappen, geen actualiteit, maar simpel vermaak. Wat dat betreft pakte Engelsman Adam Fields het een half uur later in dezelfde kleine zaal anders aan. De ene na de andere grap over terrorisme kwam uit zijn mond. Heel nuchter en vol cynisme sprak hij over de recente aanslagen, en hij nam ook geen blad voor de mond over Bush en Blair. Als ‘buitenlander’ wilde hij ook zijn verbazing delen over wat Nederlandse eigenaardigheden. Over de manier waarop we nieuwjaar vieren bijvoorbeeld – met de vieze kleffe oliebollen – en over de spaarzegels van Douwe Egberts (spreek dat als Engelsman maar eens uit). Een sympathieke man, die Fields, die mede met zijn briljante imitatie van Gollum (Lord of the Rings) een van de leukste en beste twintig minuten van deze avond vol maakte.

Leon van der Zanden

Potentie zit er zeker ook in Leon van der Zanden, die in de theaters te zien is met zijn voorstelling Zwarte hond. In de Melkweg denderde Van der Zanden begeleid door de muziek van een DJ met veel bravoure het toneel van de grote zaal op. Zijn felgele t-shirt met de woorden Hell yeah verraadden al wat de toeschouwer te wachten stond. En vanaf het eerste moment wist de uit Helmond afkomstige Van der Zanden te boeien met zijn ‘zoektocht mee naar de waarheid’, die hij met zijn expressieve mimiek en zijn lenige lichaam extra zeggingskracht gaf. “Wie zegt dat Jezus echt bestaan heeft en dat het niet de zoveelste uitvoering is van Jesus Christ Superstar, en wie zegt me dat Erica Terpstra echt heeft gezwommen?” Daarmee liet hij het publiek achter met heel wat nieuwe, verassende twijfels.

Terwijn en Oosterhuis

Aan het eind van dit jaar is Wilko Terwijn voor de tweede keer op televisie te zien met een Oudejaars-standup. Het is te hopen dat hij dan overtuigender is dan tijdens zijn optreden op Hard Gelach. Zijn grappen lagen te veel voor de hand. Boeiend werd Terwijn pas toen hij inging op de reis van de Paus naar de hemel. “Heb je al die priesters zien bidden? Wat voor hoop is er voor ons, als de plaatsvervanger van God op aarde niet verzekerd is van een plaatsje?” Hoewel de grappen soms best aardig waren, wist Terwijn ze niet te brengen met de overtuiging die je van een stand-up comedian mag verwachten. Cabaretier Martijn Oosterhuis bracht het er in de andere zaal beter vanaf. Over actuele zaken begon hij niet; hij hield het dicht bij huis. In sneltreinvaart vertelde hij over kakkers en rappers. En over zijn jonge jaren waarin hij met “net-niet-snoep” langs de klassen moest, omdat zijn vader tandarts was. Net als Alex Agnew eerder, gaf Oosterhuis ook nog een fijne imitatie van tandartsen. Dit theaterseizoen toert Oosterhuis met zijn nieuwe programma Van huis uit langs de theaters. Als je afgaat op wat hij deze avond liet horen, is het de moeite waard om deze voorstelling te gaan bekijken.

Op Sterk Water

~

De grootste verrassing van deze avond cabaret kwam van de heren van Op Sterk Water. Zij betrokken het publiek, dat de hele avond wat afwachtend stond toe te kijken, vanaf het eerste moment in hun optreden. Na korte interviewtjes met enkele toeschouwers, improviseerden de heren er lustig op los in liedjes en sketches. Daarbij maakte het niet uit waar het verhaal zich moest afspelen. Een mosterdmuseum of een politiebureau in Maarssen; de vier heren wisten van de meest saaie plek een bijzondere plaats te maken. Prachtig is bijvoorbeeld de ontmoeting van Sinterklaas met de zoon van Samir A., genaamd ‘het Zwaard van de Islam’. Om nog maar niet te spreken van het geile pietje, dat last heeft van schimmel en waarvan de zak te lang in Spanje is geweest.

Enge Buren

Wie inmiddels suf was geworden van het luisteren naar monologen, kon kijken naar de Enge Buren. Drie mannen in knalgele trainingspakken kwamen het podium op om vervolgens een muzikale gabbermix ten gehore te brengen. Gevolgd door de Bohemian Rapsody en een grappig voorronde van Idols. Een leuk tussendoortje waren deze mannen, maar niet meer dan dat. Aan het eind van de avond waren ze ook snel weer vergeten.

Javier Guzman

~

Eén naam werd tijdens de avond in de Melkweg regelmatig genoemd: Javier Guzman. Het leek erop dat veel toeschouwers voor hem naar Hard Gelach waren gekomen. En niet voor niets, want Guzman boeide vanaf het eerste moment; na zijn show wilde je alleen nog maar meer Guzman. Vooral de verbazingwekkende snelheid waarmee hij zijn aanstekelijke grappen aan elkaar praatte, riep bewondering op. In korte tijd had Guzman het over de ontstaansgeschiedenis van wiet, de seksualiteit van spinnen en zijn visie op motoragenten (die eerder ook al was aangehaald door Martijn Oosterhuis). Zijn grootste kracht zat in de herkenbaarheid van de sketches en zijn verwondering over het dagelijkse leven. Twintig minuten was je een en al oor en was er zeker sprake van hard gelach!

Sjaak Bral

Tja, en daar had Hard gelach eigenlijk moeten stoppen. Terwijl Guzman aan een afgeladen grote zaal zijn grappen vertelde, was het de bedoeling dat Sjaak Bral in de kleine zaal ook voor nog wat vermaak zou zorgen. Maar voor een handjevol mensen was daar geen lol aan, dus werd besloten dat Bral na Guzman zijn verhaal kwijt kon. Dat was een regelrechte aanfluiting, want hij probeerde alvast wat grappen uit voor zijn oudejaarsconference. De humor van deze Hagenees viel echter in het niet na het vorige optreden.

Toch mocht dat de avond niet verpesten, want het publiek had zich zeker vermaakt met de verschillende kwaliteiten van de optredende artiesten. In het begin was het publiek een beetje mak en wilde men gewoon bezig gehouden worden zonder actief bij te dragen aan de avond. Maar gelukkig wisten de meeste cabaretiers het publiek ook wakker schudden. Het belangrijkste was echter toch dat deze avond een goede indruk bood van de optredende cabaretiers, zodat je voor komend jaar weet wie je wel nog een keer in het theater wilt opzoeken.

Als je Hard Gelach in de Melkweg hebt gemist, kun je op oudejaarsdag op SBS 6 een compilatie van de avond zien.

Muziek / Album

Podiumwaardig

recensie: Tiger Saw - Sing!

Toen Dylan Metrano in 2004 de boer op ging met zijn nieuwste Tiger Saw-plaat Gimme Danger/Gimme sweetness, vond hij in het toeren zoveel inspiratie, dat hij in redelijk korte tijd met Sing! op de proppen kwam. Net als de voorgegane platen, neemt Metrano daarop de tijd, de rust en gebruikt hij het minimale om zijn boodschap duidelijk te maken. En hij is daarbij, opnieuw, niet alleen; ongeveer vijftien muzikale vrienden staan hem bij. Sing! mag er wezen, is luider en daardoor de meest uitgesproken plaat van Tiger Saw tot nu toe.

~

De tour van Tiger Saw zorgt voor een mooi verhaal. De promotie van Gimme Danger/Gimme Sweetness vond niet alleen in de gebruikelijke zalen plaats. Metrano dook met zijn gevolg kelders in, trad op het strand op en was de traditionele bard bij een flakkerend kampvuur in het bos. De deels spontaan ontstane sing-alongs brachten de voorman van Tiger Saw zoveel inspiratie dat hij samen met vrienden uit bands als Cul de Sac, Little Wings, The Divorced en Mt. Eerie het album Sing! maakte. En waar Tiger Saw voorheen desolaat klonk, is er bij een aantal nummers het karakter van de kampvuur-samenzang terug te vinden.

Vrolijk

Een fraai voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de opener en meteen het titelnummer van de plaat. Het verschil met voorgaande platen is ook de vrolijkheid die er vanaf straalt: “Sing, I’ll sing to your summer smile. Sing, I’ll sing to tomorrow’s plans.” Niet alle nummers klinken even vrolijk en niet alle nummers hebben de kleur van het ‘samen’ – maar meestal schijnt er hoop door de songs heen. The Sun is daar een goed voorbeeld van. De zon vertelt dat het meisje dat naast Dylan ligt een geschenk is. “So I say: sun, you’ve never been wrong. She makes me want to write these songs. And cut birds out of paper. And send so many postcards and letters.”

Onheilspellend

Ook niet alle nummers hebben een minimale instrumentatie. In For Adrian scheurt er op de achtergrond een gitaar mee. Maar op het schitterende The Sea gaat de formatie van Tiger Saw compleet los. Angstaanjagende arrangementen rondom het dreigende thema van de zee, vullen het geluid rondom Metrano & Co. compleet op. Maar niets blijkt minder waar, want: “I send all my fear and desire to the ocean goodnight”. Het maakt het einde van de plaat zo mooi en indrukwekkend. Sing! is een klein pareltje en beter verdient dan te verstommen in de intimiteit. Dus de zalen in, de podia op en genieten!

Film / Films

Hulde aan de voorloper van een nieuw genre

recensie: Gladiator: Extended Special Edition

Het is moeilijk om de opbrengst van honderden miljoenen dollars, de vijf Oscars of de minder succesvolle navolgers even te vergeten, maar het maken van Gladiator was in 1999 een enorme gok. Het historische epos, in het studiotijdperk schering en inslag in Hollywood, was al bijna veertig jaar uitgestorven, en regisseur Ridley Scott zat midden in een diep professioneel dal. De moeizame productieperiode deed het ergste vrezen, maar inmiddels weet iedereen hoe het Gladiator en zijn regisseur is vergaan.

Russell Crowe
Russell Crowe

In één van de deleted scenes van de vorige dvd-uitgave van Gladiator loopt Oliver Reed door een zee van mensen in een Romeinse straat. Het is een beeld dat je zou verwachten in een film die zich afspeelt in het moderne New York, en niet in het oude Rome. Toch laat dat ene beeld precies zien wat de makers van Gladiator probeerden te zeggen: de maatschappij van toen verschilde helemaal niet zo gek veel van onze huidige samenleving, en de karakters in de film moesten aanvoelen als hedendaagse mensen. Dat realisme, ondersteund door een stevig, menselijk verhaal, zorgde voor het enorme succes van Gladiator – hoewel luie producenten dachten dat elke film over de oudheid automatisch ook een kassucces zou worden.

Korreltje zout

Deze rijk gevulde dvd-set brengt hulde aan de film die aan de wieg stond van de o zo korte opleving van het neo-historische epos. Ridley Scott voegde 17 minuten gesneuveld materiaal toe aan de film, maar zegt in een korte introductie met nadruk dat dit geen director’s cut is: die was vijf jaar geleden al in de bioscoop te zien. De nieuwe scènes zijn vooral goed voor (fans van) Connie Nielsen, die een extra subplot krijgt toebedeeld waarin ze samen met enkele senatoren de val van haar broer, keizer Commodus, probeert te organiseren. De overige scènes voegen weinig toe aan het verhaal, maar geven enkele bijfiguren een beetje meer diepgang. Al met al moeten we deze Extended Edition maar met een korreltje zout nemen, ook omdat componist Hans Zimmer geen nieuwe muziek schreef voor de toegevoegde scènes. In plaats daarvan werden bestaande stukken simpelweg hergebruikt.

Roddels

Ridley Scott
Ridley Scott

Een van de grote voordelen van de nieuwe cut is het audiocommentaar van Ridley Scott en zijn ster Russell Crowe. De twee heren praten uiterst ontspannen over het maken van de film en vele andere dingen. Het is alsof je ruim twee en een half uur naar het gesprek van twee goede vrienden zit te luisteren: tussen de roddels en privémomenten door valt er heel wat te lachen (vooral door de grappen en anekdotes van Crowe) en kunnen we ook het nodige leren over het regie- en acteerproces. Het is altijd een positieve verrassing wanneer een acteur intelligenter blijkt dan zijn werk of reputatie doet vermoeden en bij Russell Crowe is dat zeker het geval. Crowe komt over als een joviale kerel die veel inzicht heeft in de techniek van het acteren, en het zou me niet verbazen als hij ooit nog eens als regisseur achter de camera plaats neemt.

Inmenging op hoog niveau

Disk twee van deze driedelige set wordt vrijwel in zijn geheel ingenomen door de beste documentaire die ik dit jaar op een dvd zag. Strength and Honor: Creating the World of Gladiator is langer dan de film en minstens zo interessant. Naast een uiterst boeiend overzicht van het productieproces verdienen twee segmenten extra aandacht: Tale of the Scribes laat – de titel zegt het al – de schrijvers van de film een half uur lang aan het woord. Gladiator kende een roerige productie, waarbij scènes de avond voor ze werden opgenomen soms nog werden gewijzigd. Lange tijd was het onduidelijk hoe de film moest aflopen, en dit deel van de documentaire laat op verrassend eerlijke wijze zien hoe een enorme productie als Gladiator door vele mensen op verschillende niveaus beïnvloed kan worden.

Het einde van Proximo

Oliver Reed
Oliver Reed

Na een lang leven van alcohol, drank en heel veel vrouwen stierf Oliver Reed op locatie in Malta. Erg vervelend, want Reed had nog niet al zijn scènes opgenomen, en zijn personage Proximo, hoofd van de gladiatorenopleiding in de film, zou een belangrijk aandeel hebben in het einde. In allerijl moest er iets bedacht worden. Het fascinerende segment Shadows and Dust laat de trucs zien die editor Pietro Scalia en de mensen van de visuele effecten bedachten om het geschoten materiaal zo te bewerken dat Reeds scènes niet opnieuw hoefden te worden gefilmd. Met veel kunst en vliegwerk gaven de makers Proximo een passend einde.

Overdaad

De derde schijf is verdeeld in Image en Design. Beide afdelingen gaan dieper in op een aantal van de technische departementen die al werden aangestipt in de lange documentaire. Zo is er een demonstratie storyboard tekenen, verschillende foto-overzichten en een veel te lange bespreking van de visuele effecten. Ook vind je hier nog meer verwijderde scènes(!), trailers en tv-spots. Na het zien van Strength and Honor en het beluisteren van het audiocommentaar zal deze derde disk voor de meeste kijkers te veel van het goede zijn. Toch zullen er ongetwijfeld geïnteresseerden zijn voor deze overdaad aan informatie.

Je kunt makkelijk een paar dagen zoet zijn met deze nieuwe versie van Gladiator, en het mooie is dat er vrijwel geen overlap is met de vorige dvd. Tezamen vormen ze een vijfdelige Ultieme Editie voor een film die al die lof dubbel en dwars heeft verdiend.

Muziek / Album

Over het nut van live-platen

recensie: The Mars Volta - Scabdates

Een ijselijke gil, wat gekuch, een Spaanstalige omroepster en uiteindelijk, na iets minder dan twee minuten, eindelijk wat gepriegel op een gitaar. Dit kan alleen meer The Mars Volta zijn. Sterker nog: dit kan alleen maar The Mars Volta live zijn.

Mijn eerste en enige kennismaking met The Mars Volta live tot dusver was hun concert op Lowlands 2003. Een verbazingwekkend optreden, dat de bomvolle Golf destijds al na enkele minuten wist te splijten. De ene helft vond het verschrikkelijk, de andere verschrikkelijk goed. Ik moet eerlijk bekennen dat ik tot de eerste groep behoorde, al was het zo dat ik juist hierdoor gefascineerd raakte. Nooit eerder had ik een band gezien die live zoveel afweek van het oorspronkelijke studiowerk. Dansen was al moeilijk, meezingen werd een onmogelijke opgave.

~

Voor wie nooit bij een optreden van de band is geweest: The Mars Volta gaat live nog een flinke stap verder dan in de studio. Vormen de platen al een bonte mengelmoes van punk, jazz, latin en psychedelica, live experimenteert de band zo driftig verder met de eigen muziek, dat bijna geen enkel nummer meer tot een origineel te herleiden is.

Greatest Hits

Dat de band die experimenteerdrift ook op deze eerste live-plaat, want dat is Scabdates, heeft doorgetrokken, mag desalniettemin een verrassing heten. Want waar ronduit de meeste bands er met hun live-albums voor kiezen om een serie ‘greatest hits’ (gemixt met wat applausgeluiden) opnieuw uit te brengen, is Scabdates even onnavolgbaar als een ‘normaal’ concert van dit Texaanse kwartet. Slechts af en toe zijn er flarden van bekende nummers te horen, om van ‘greatest hits’ al helemaal niet te spreken.

Hoewel dat in eerste instantie bevreemding wekt, besef je na een aantal luisterbeurten dat hier juist de (onderscheidings)kracht van deze plaat ten opzichte van de studioalbums ligt. Op den duur begin je je zelfs af te vragen waarom er ooit live-platen worden uitgebracht waarop enkel het studiowerk één op één wordt nagespeeld. The Mars Volta beseft namelijk als geen ander dat juist de live-optredens ideale gelegenheden zijn om te spelen met je eigen muziek, om zo elk concert volstrekt uniek te maken. Met andere woorden: waar normale live-albums het slechts moeten hebben van wat extra energie die vrijkomt omdat er voor een publiek in plaats van voor een producer gespeeld wordt, weet The Mars Volta haar eigen nummers dusdanig te transformeren dat zelfs de meeste doorgewinterde fan bij elk optreden weer een geheel nieuwe bezwerende belevenis krijgt voorgeschoteld.

Hoogste versnelling

Met Scabdates krijg je eindelijk de kans om dit ook thuis te ervaren, hoewel gezegd moet worden dat de plaat het ruimschoots aflegt tegen het ‘echie’. Dit komt in de eerste plaats door de belabberde geluidskwaliteit. Alsof de band in een tent speelt en jij buiten staat te luisteren. Het geluid is hierdoor wat dof en de afstellingen tussen de verschillende instrumenten en de zang lijken niet helemaal te kloppen. Ook het publiek is nauwelijks te horen, terwijl dat juist het echte ‘live-gevoel’ oproept.

Daar komt bij de tracklist gewoonweg een stuk aantrekkelijker had kunnen zijn. Nu drijft de plaat in feite op Take The Veil Cerpin Taxt en Cicatriz (beiden afkomstig van debuutalbum De-Loused In The Comatorium) en voor deze gelegenheid ook nog eens verdeeld in respectievelijk twee en vier delen. Van het tweede en vorige album Frances The Mute is daarentegen helemaal niets terug te horen en dat is ronduit jammer. Deels heeft dat ermee te maken dat het materiaal op Scabdates is opgenomen tussen mei 2004 en mei 2005 (Frances The Mute is van februari van dit jaar), maar dat mag geen excuus heten.

Desondanks blijft Scabdates een wonderlijke trip door de psychedelische wereld van Rodriguez & co, die zeker voor de diehard fans van de band niet te missen is. Voor ieder ander zal ruim zeventig minuten The Mars Volta op de hoogste versnelling daarentegen net iets te veel van het goede zijn.

Boeken / Fictie

Zieltjes winnen in de kou

recensie: Bernard du Boucheron - Slangenkoers

Slangenkoers is het verhaal van een Scandinavische priester die er in de veertiende eeuw op uitgestuurd wordt om in een gruwelijk koud gebied voorbij IJsland, dat het al vijftig jaar zonder bisschop heeft moeten stellen, weer wat christendom te brengen. En om tevens hard op te treden tegen ketterij, ongeloof en ontucht.

Na een maandenlange bootreis, waarbij sommige zeelui uit wanhoop hun eigen, bevroren hand afhakken, belandt het gezelschap uiteindelijk op het eiland Nieuw Thule. Daar treffen ze een paar honderd mensen aan, die door ziektes zijn verminkt en door hongersnood worden geteisterd. De eilanders houden er nogal barbaarse gewoonten op na: als de oudjes niet meer van nut zijn wordt hen de ogen uitgestoken, waarna ze het ijs worden opgejaagd. De priester doet enkele goede werken, maar treedt ook met harde hand op door af en toe iemand dood te laten geselen. En dat is niet het enige waarmee hij zich langzamerhand gehaat maakt.

Moeizame leeservaring

~

Slangenkoers is geen vrolijk verhaal, en dat komt vooral door de barre omstandigheden. Storender is echter dat Bernard du Boucheron er een vrij stroeve schrijfstijl op nahoudt: een soort quasi veertiende eeuws schrijven dat het verhaal een zweem van authenticiteit moet verlenen, maar dat lekker doorlezen verhindert.

Deze gewoonte, overgenomen van onze voorouders, en op enkele dalen in IJsland na, in onbruik geraakt nadat de heilige Reverianus de dienst bij de prinses van Gonzaga had verlaten, behelsde aanvankelijk dat de kap om het hoofd te bedekken dieper werd gemaakt om er het haar in te kunnen doen, hoofdzakelijk dat van vrouwen.

Gelukkig zijn er ook veel passages die vlotter lezen, maar de leessnelheid wordt te vaak geremd door dit soort lange en omslachtige zinnen.

Ook wisselt Du Boucheron nog wel eens van perspectief zonder de lezer in te lichten. Zo beschrijft hij hoe de kapitein en zijn mannen, die de priester naar het hoge Noorden hebben gebracht, op zoek gaan naar nederzettingen waar al lang geen contact meer mee is geweest. Ze komen vast te zitten in het ijs. Vervolgens geeft de auteur het gesprek weer van twee mannen, waarvan je denkt dat ze bij de kapitein horen, maar als de kapitein de volgende ochtend wakker wordt en ontdekt dat drie van zijn mensen zijn afgeslacht, kun je niet anders concluderen dan dat dit het werk van eskimo’s moet zijn geweest. Misschien had de lezer dit kunnen weten, omdat de mannen zich op sleden voortbewegen, maar verwarrend zijn dit soort onduidelijke perspectiefwisselingen wel.

Bandeloosheid?

~

Een ander punt van kritiek is dat de mensen die dit ijskoude en onherbergzame gebied bevolken – een wonderlijk mengsel van christenen, dwergen en paria’s – niet echt tot leven komen. Ze blijven nogal eendimensionaal, omdat we alles zien door de ogen van de priester. Je hoort ze niet praten en je weet nauwelijks wat er in hun hoofden omgaat.

Bovendien worden niet alle pretenties waargemaakt. De op de achterflap beloofde ‘bandeloze’ taferelen (“Kan de priester zelf de vleselijke verleidingen weerstaan?”) blijken reuze mee te vallen, want seks is in die gruwelijke kou wel het laatste waar je aan denkt. Als een ‘pariavrouw’ de priester opbiecht dat ze zwanger van hem is, trekt ze haar kleed uit en toont zich naakt aan hem, wat de priester niet onberoerd laat , – en nu komt het – “ondanks de viezigheid, de bloedslierten en de stank van de armoede die dit lichaamsdeel tot zoiets treurig maakte.” Niet iets om opgewonden van te raken.

Het boek slaagt er overigens wel in om de hartverscheurende kou en de ontberingen goed weer te geven. Dat levert indrukwekkende beelden op, zoals die van een zeeman die huilend van de honger met zijn handen een gat in het ijs probeert te maken, op zoek naar vis, om uiteindelijk wat bloederige stompjes over te houden. Voor mensen wier koudste ervaring niet verder reikt dan een bevroren pakje vissticks, kan dat knap schokkend zijn. Om van het kannibalisme en de talloze amputaties die in het boek beschreven worden nog maar te zwijgen.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: Allerzielen // Temporada de Patos // Nemmeno il destino // Private // Eleni

.

Allerzielen

(Diverse regisseurs, 2005 • Prime Time Entertainment)

~

Stampvol stond de Dam op 2 november 2004. Een jaar later kwamen er aanzienlijk minder mensen opdagen bij de herdenking van de moord op filmmaker Theo van Gogh. De eerste schok was weggeëbd, het leven gaat weer door en iedereen denkt op zijn manier over het voorafgaande jaar. Dat laatste toont ook Allerzielen. Het is een verrassende verzameling van korte films of mini-documentaires, geïnspireerd door de moord op Van Gogh. Allemaal geven ze – in een geheel eigen stijl – een eigen visie. Zo verklaart regisseur Maarten Treurniet (De Passievrucht) in Met uitzicht op bloemen de gespannen verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen vlak na de moord. Twee moeders, een Marokkaanse en een Nederlandse, kijken allebei vanuit hun raam uit op de groeiende bloemenzee in de Amsterdamse Linaeusstraat en praten over de moord op Van Gogh. Uit de gesprekken die ze met hun dochters voeren, blijkt langzaam maar zeker hoe kortzichtig ze zijn, beiden vanuit een eigen overtuiging. En hoe kritisch hun eigen kinderen daar tegenover staan. Ook regisseur Rita Horst (Knofje) benadrukt in Storm dat juist kinderen weinig boodschap hebben aan het benadrukken van culturele verschillen, maar in een geheel andere vorm. Er wordt amper gepraat, de film volgt het spel tussen twee charmante jongetjes van verschillende afkomst, vlak voordat de schoten vallen. De vraag die zich opdringt, is onafwendbaar: wat voor invloed heeft dit op hun speelmiddagen? Intrigerende filmpjes, die boeiende vragen oproepen. Net als Stofwolk (David Lammers), een parodie op de nieuwshype, Genade (Nicole van Kilsdonk), een prachtige monoloog van Leny Breederveld (Jiskefet), het geestige Groeten uit Holland (Hanro Smitsman) over een oer-Hollandse burenruzie op de vierkante millimeter tussen een Turkse en Marokkaanse buurman en het absurdistische 72 maagden (Michiel van Jaarsveld), waarin Van Gogh zich meldt bij de hemel, met een enorm mes in zijn lijf. Alle zeventien fragmenten zijn prikkelend; soms is de boodschap subtiel, soms overduidelijk, soms is het aangrijpend en soms juist grappig, met een donkere ondertoon. Allerzielen is een bijzonder tijdsdocument, en dat alleen al is een reden om de dvd te kopen. Maar het grootste voordeel is dat je hem na elk filmpje even op pauze kan zetten. Om nog even stil te staan bij wat je precies gezien hebt. (Floortje Smit)

Temporada de Patos

(Fernando Eimbcke, 2004 • Total Film)

~

Een pizza die langzaam koud wordt, een taart die maar niet wil lukken, een busje marihuana, een spuuglelijk schilderij en een videospelletje dat telkens wordt onderbroken door de stroomuitval. Het zijn de ingrediënten van Temporada de Patos, het debuut van de Mexicaanse regisseur Fernando Eimbcke. Met enkele simpele ingrepen weet hij op droogkomische wijze de tragiek en de verwarring van vier verschoppelingen in beeld te brengen: twee pubers, een buurmeisje en een pizzakoerier. Elk van hen heeft zo zijn eigen problemen: de een is jarig zonder dat iemand het heeft opgemerkt, de ander lijdt onder de scheiding van de ouders en weer een ander worstelt met zijn seksuele identiteit. Deze problemen worden niet gedramatiseerd, ze worden slechts zijdelings aangestipt, waardoor de toon van de film heel onderkoeld blijft. Temporada de Patos is bijna minimalistisch van opzet, de film is geschoten in zwart/wit met een stilstaande camera en een minimum aan muziek. Een gevaarlijke strategie, aangezien alle nadruk op het verhaal en de acteurs komt te liggen. Dat deze debuutfilm desondanks overeind blijft staan en weet te boeien, zegt dan ook veel over de kwaliteit van de regisseur en de cast. In de verte heeft de film wel iets weg Stranger Than Paradise van Jim Jarmusch, alhoewel Temporada de Patos minder uitgebalanceerd is en niet altijd hetzelfde tempo weet te behouden. (Martijn Boven)

Nemmeno il destino

(Daniele Gaglianone, 2004 • Total Film)

~

Europese films over kansloze jongeren spelen zich doorgaans af in het kale, vlakke noorden van een land (zie La Vie de Jesus van Bruno Dumont) en tegen de achtergrond van grauwe, vale industriestadjes (zie L’Enfant van Jean-Luc en Pierre Dardenne), waar de hoofdpersonen rondrijden op oude brommers (zie beide films). Het op de Italiaanse Po-vlakte gesitueerde Nemmeno il destino vormt wat dat betreft geen uitzondering, behalve dat regisseur Daniele Gaglianone – in tegenstelling tot zijn collega’s – aan psychologische verklaringen doet. Zo komen we te weten dat de getraumatiseerde moeder van Alessandro – hoewel ze het beste met hem voorheeft – snel uit balans raakt, en dat de vader van Castronovo alcoholist is. Dit inzicht in de psyche van de jongens wordt versterkt door de vele flashbacks in de film, die laten zien hoe het allemaal zover gekomen is. Vreemd genoeg krijgt deze degelijkheid van het scenario geen verlengstuk in de vorm. Gaglianone filmt met Felliniaanse nonchalance, schijnbaar improviserend. De camera zwiept en zwaait, de kadering is imperfect, de kleuren zijn bleek. Nemmeno il destino maakt een onevenwichtige indruk. Maar is dat niet juist de charme van films van beginnende regisseurs? Niet voor niets werd Gaglianone’s tweede film eerder dit jaar bekroond met een Tiger Award in Rotterdam. (Niels Bakker)

Private

(Saverio Costanzo, 2004 • Homescreen)

~

Wie een film maakt over het Israëlisch-Palestijns conflict, riskeert het verwijt te krijgen partijdig te werk te zijn gegaan. Dat ondervond Hany Abu-Assad, die in het Gouden Kalf winnende Paradise Now teveel begrip zou kweken voor twee Palestijnse zelfmoordterroristen. Op Private, geregisseerd door de Italiaan Saverio Costanzo, is vergelijkbare kritiek mogelijk. De film, zonder extra’s op dvd uitgebracht, brengt minutieus in beeld hoe een Palestijnse familie ongewenst bezoek krijgt van Israëlische soldaten, die het huis innemen en de bewoners het grootste deel van de dag opsluiten in een klein kamertje. In eerste instantie lijkt een gewelddadig conflict onvermijdelijk: de rustige vader heeft een ernstige aanvaring met de agressieve officier, en zijn strijdlustige zoon plaatst een granaat in de kas, in de hoop één van de soldaten te treffen. Maar Costanzo wilde geen zwart-wit portret van Israëlische onderdrukkers en Palestijnse opstandelingen maken. Door de ogen van de oudste dochter, die hen bespioneert vanuit een kast, zien we dat de situatie van de soldaten even uitzichtloos is. Beide partijen zijn niet bij machte om een eind te maken aan het routineuze geweld, wat van Private uiteindelijk een haast melancholische film maakt. Eén minpuntje. Hoewel Private documentair gedraaid is (met een heftig bewegende camera en een geluidsband vol dreiging), overtuigt het realisme maar half: de hoofdrolspelers acteren te nadrukkelijk. (Niels Bakker)

Eleni (The Weeping Meadow)

(Theo Angelopoulos, 2004 • Total Film)

~

Eleni was al snel weer verdwenen uit de Nederlandse bioscopen. Het toen weggebleven publiek krijgt nu een herkansing met deze dvd-uitgave. De film is de eerste uit een trilogie die de Griekse geschiedenis van de twintigste eeuw moet documenteren. Door de ogen van de jonge vrouw Eleni zien we hoe de eerste helft van de twintigste eeuw in Griekenland er uit zag. Vanaf het moment dat ze Griekenland binnenkomt (ze is een immigrante), via de Tweede Wereldoorlog naar de Griekse burgeroorlog. Op Angelopoulos’ kenmerkende wijze (minutenlange shots met een langzaam bewegende camera) ontvouwt zich een visueel sterke film, ondersteund door prachtige muziek van Eleni Karaindrou. Als extra is er een mooi, lang interview met regisseur Angelopoulos waarin hij vertelt over de ontstaansgeschiedenis van de film en het opsplitsen in drie delen. Wat in het interview opvalt is dat hij praat zoals hij filmt: hij neemt rustig de tijd om bij zijn uiteindelijke conclusie te komen. De film is inderdaad te traag om wekenlange volle bioscoopzalen te genereren maar voor iedereen die van echte films houdt, die niet per se snelle actie in een film hoeft aan te treffen en een film puur om haar visuele kracht weet te waarderen, is Eleni wellicht een nog onontdekt pareltje. (Harrie de Vries)

Lees hier onze uitgebreide bioscooprecensie van deze film en hier ons eigen interview met de regisseur.

Film / Films

Een innige omhelzing

recensie: In Her Shoes

Fikse ruzies afwisselen met innige omhelzingen en tussendoor elkaar jaloerse of meewarige blikken gunnen. Dat kunnen eigenlijk alleen twee zussen elkaar aandoen. In Curtis Hansons In Her Shoes hebben de twee zussen weinig met elkaar gemeen, behalve hun DNA en schoenmaat.

Maggie (Cameron Diaz) loopt rond in sexy strings, bikini’s en rokjes, terwijl de bebrilde Rose (Toni Colette) liever coltruien en nette mantelpakjes draagt. Maggie leeft nog als een losbandige puber, terwijl Rose verstandig en
volwassen overkomt. Natuurlijk botst dat als Maggie bij Rose komt wonen. Na een fikse ruzie tussen de twee wordt Maggie het huis uitgezet en lijkt de vriendschappelijke relatie voorgoed voorbij, maar oma (Shirley MacLaine) grijpt in. Ver van elkaar verwijderd komen ze toch weer nader tot elkaar. Eerst in gedachten en daarna ook fysiek, met een innige omhelzing tot gevolg.

Sex and the City

~

Familie, vriendschap en relaties zijn de hoofdthema’s van de film. Dat kan uitdraaien op een zoetsappig, typisch Hollywoodverhaal (zeker met Cameron Diaz in een van de hoofdrollen), waarvan er dertien in een dozijn gemaakt worden. In het geval van In Her Shoes valt het best wel mee. Hoewel het verhaal best zoetsappig is, weet de film op sommige momenten wel de juiste toon te raken. De film is op zijn best als de ironie en het hoge camp-gehalte de overhand heeft. Op die momenten is de film het beste te vergelijken met Sex and the City. Er wordt lekker veel gezeurd over mannen, er wordt veel geklierd met dure kleren en schoenen en er wordt genoeg gezeken op elkaar. Dat zijn de leukste stukjes uit de film. Zodra de familieperikelen de overhand nemen, wordt de film dramatischer van toon en worden de grapjes gesmoord. Het laatste gedeelte van de film is onaantrekkelijker, kattig wordt dan schattig, met een innige omhelzing tot gevolg.

Echte zusterliefde

~

Cameron Diaz maakt van Maggie een verveeld, neurotisch en op sommige momenten zelfs manisch personage. Dat doet ze overtuigend. In dit soort rollen komt ze het beste tot haar recht. Af en toe deed ze me weer denken aan Mary uit haar doorbraakfilm There’s Something About Mary. Je gaat met haar personage meevoelen. Van opgewekt naar verdrietig en van ontdeugend naar zielig, ze kan je een hele film lang op sleeptouw nemen. Toni Collette geeft ook een prima prestatie weg als de verlegen zuster van Maggie en vooral haar komisch talent komt in deze film goed uit de verf. Ze heeft een perfect gevoel voor timing en vult Diaz op de juiste momenten aan. Hun samenspel is sowieso (met MacLaine erbij) van zeer hoog niveau. Innerlijk en uiterlijk lijken ze totaal niet op elkaar, maar toch klinkt het als zusterliefde wanneer Maggie een gedicht voor Rose afsluit met de woorden “I carry your heart with me…”, met een innige omhelzing tot gevolg.

Het verkeerde been

In Her Shoes is een luchtige, frisse film geworden met een sterke cast en een gedegen regie onder leiding van Curtis Hanson. Hij is een meester in het op het verkeerde been zetten van de publieke opinie. Van zijn hand zijn o.a. The River Wild, 8 Mile, L.A. Confidential en Wonder Boys. Allemaal kwaliteitsfilms, waarmee hij risico’s nam: hij maakte namelijk van Meryl Streep een actieheldin, van rapper Eminem een serieus acteur, van Kim Basinger een Oscarwinnares en van Michael Douglas een loser. Ik ging er daarom ook van tevoren vanuit dat In Her Shoes een goede film zou worden in plaats van een typisch Cameron Diaz-vehikel met een Hollywoodsausje eroverheen. Of ben ik nu toch weer op het verkeerde been gezet? Het voelde in ieder geval aan als een innige omhelzing.

Boeken / Fictie

Als geruchten een eigen leven gaan leiden…

recensie: Henry Sepers - De zondaars

Met zijn vorige roman Superlive deed Henry Sepers wat stof opwaaien door een verontrustend toekomstbeeld te schetsen waarin de wereld beheerst wordt door reality-tv. In zijn nieuwe boek De zondaars bekritiseert hij het nieuwe middelbaar onderwijs. Maar er is meer.

De zondaars gaat over amateur-schrijver Jurre van Lier die getrouwd is met kunstenares Mirza, van wie hij als broodmagere lat het enige model is. Samen wonen ze in het nieuwbouwstadje Zuidweststad, nadat ze uit Amsterdam zijn vertrokken omdat Jurre niet zo in het kunstwereldje paste. Terwijl Mirza de internationale kunstwereld verovert, neemt Jurre, om haar niet in de weg te lopen, een baan als leraar Nederlands op een middelbare school waar de Tweede Fase vol enthousiasme is ingevoerd. Al snel raakt hij geobsedeerd door Myrthe, een leerlinge in wie hij de dochter ziet die hij nooit heeft gehad. Hij begint een relatie met haar moeder om in haar buurt te kunnen zijn en neemt de geruchten dat Myrthe seksueel geïntimideerd zou zijn zéér serieus. En dan beginnen de dingen uit de hand te lopen.

Afzondering

~

De zondaars is een verhaal over verhalen, en over de lang niet altijd scherpe scheiding tussen verbeelding en realiteit. Jurre wil eigenlijk schrijver zijn, maar is, zoals zoveel anderen, ‘slechts’ leraar Nederlands op een school. En eigenlijk heeft hij, in tegenstelling tot zijn vrouw, niet zo de behoefte iets tastbaars achter te laten. Daarbij heeft hij niet zo’n hoge dunk van zichzelf. De wereld overspoelt hem, het leven ondergaat hij. Net als de graatmagere beelden van kunstenaar Alberto Giacometti straalt Jurre, “een levende Giacometti”, afzondering van de wereld uit: hij is een eenling die moeite heeft zijn plaats tegenover anderen te bepalen. Maar nu, op school, ziet hij zijn kans om dat te veranderen en om en passant ook zijn verleden aan te passen. Vanaf het begin is echter duidelijk dat hem iets dwarszit.

Verhalen

Omdat hij Myrthe als zijn dochter ziet, stuurt hij haar mailtjes waarin hij haar ‘geschiedenis’ schrijft; hij wil haar met terugwerkende kracht verwekken. Jurre gaat volledig op in zijn eigen gedachten, zonder oog te hebben voor zijn omgeving. En dit heeft tot gevolg dat hij ook over de van seksuele intimidatie verdachte leraar, zijn eigen collega, verzonnen verhaaltjes schrijft die hij naar de hele school stuurt. Doordat de argeloze lezers, leraren én leerlingen, niet weten wat waar en wat verzonnen is, begint een schimmig spel waarin de scheiding tussen verbeelding en realiteit helemaal zoek raakt, en waarmee een niet te stoppen, fatale maalstroom van gebeurtenissen is ingezet. “Kon Homerus het bestaan van Cyclopen bewijzen?” Zelfs Jurres lessen komen niet over. “De meeste mensen zien we vaker in onze gedachten dan in werkelijkheid. We veranderen ze, passen ze aan aan onze behoeften, laten ze een rol spelen in ons bestaan. In elkaars gedachten zijn we vogelvrij.” Maar de leerlingen kijken uit het raam.

Sepers trekt Jurres les door. Want wat nu als iemand die gedachten opschrijft in een literaire vorm, en ze naar buiten brengt? Kunnen mensen onderscheid maken tussen fictie en het echte leven? In De zondaars blijkt van niet – en de gevolgen zijn niet te overzien. Verzonnen gebeurtenissen worden op bestaande personen geplakt en zelfs Jurre verdwaalt in zijn eigen verhaal van zijn eigen leven. Hij wil en kán niets veranderen aan de gang van zaken.

Maar Jurre is niet alleen een personage. Hij is de bedenker van alle verhalen en staat zo tussen de ‘waarheid’ en de school (en zijn eigen leven en huwelijk) in. Hij heeft zichzelf een plaats gegeven, maar nog blijft hij een buitenstaander. Hij blijft worstelen met zichzelf en zijn eigen leven.

Zondaars

Langzaam drijft Jurre steeds verder van de goede mensen af, samen met de rector van de school. Zij zijn de enigen die niet constant positief zijn en die niet voelen volgens de ‘normale’ patronen; ze zijn de zondaars. “‘Uiteindelijk kies ik dus voor de klootzakken. Die brengen tenminste leven in de brouwerij. En wat doen de reine zielen van deze wereld ons niet aan? Het wordt tijd voor wraak van de zondaars. Samen laten wij hier de zaak ontploffen.'” Aldus de rector.
Verhaal stapelt zich op verhaal en de werkelijkheid raakt steeds meer bedekt onder een dichte mist. Pas op de allerlaatste bladzijde wordt met een zin die mist weggevaagd.

Genadeloos

In De zondaars komen verschillende verhaallijnen op een subtiele manier samen. Sepers ontleedt fijntjes het mechanisme van menselijke handelingen én gedachten die onvermijdelijke gevolgen hebben. De vertelstijl is terughoudend, afstandelijk, zoals Jurre zich ook voelt. Tegelijkertijd gebruikt Sepers soms zeer inventieve vergelijkingen; zo is ‘zwanger zijn’ een ‘dubbelleven leiden’. De stukjes poëzie die aan de hoofdstukken vooraf gaan bevatten altijd originele vindingen en benadrukken het onheil dat gaat komen.

In zijn beschrijvingen van de toestanden op de school is Sepers genadeloos. Van het opportunistisch samenklieken van de leraren moet hij niets hebben. De Tweede Fase komt er bijzonder slecht van af, geen enkel uitgangspunt kan hem bekoren. De favoriete bezigheid van de leerlingen is kletsen – en dat moet ook. Ze moeten zelf initiatief tonen, volgens de conrector. En ja, dan gaan de dingen fout, zo lijkt Sepers te willen zeggen. Zonder autoriteit, van buitenaf opgelegd of binnen in jezelf, gaan geruchten een eigen bestaan leiden, en als je niet oppast nemen ze de boel over.

Muziek / Album

Nostalgische pracht

recensie: At The Close Of Every Day - De geluiden van weleer

De geluiden van weleer weerklinken, weemoedig, vervuld van verlangens. Verlangens naar een tijd waarin mensen elkaar nog groetten op straat. Een tijd waarin er nog hard gewerkt werd. Behalve natuurlijk op zondag. Dan heerste immers de verdiende rust, enkel onderbroken door het geluid van luide kerkklokken, die de beminde gelovigen opriepen tot het zondagsgebed.

Minco Eggersman en Axel Kabboord debuteerden eind 2002 met de wereldwijd goed ontvangen cd Zalig zijn de armen van geest. David Eugene Edwards (Sixteen horsepower) was zo onder de indruk van het gezelschap dat hij hen meenam op een Europese tour. Het in 2004 verschenen album The Silja symphony werd door vpro’s 3voor12 zelfs uitgeroepen tot ‘Album van het jaar 2004’. Vooralsnog dus louter superlatieven voor At The Close Of Every Day. En terecht.

Oer-Hollandse zinsneden

~

Naast de uitgave van prachtige muziek hebben de heren ook een naam hoog te houden op het terrein van vormgeving en verpakking. Voor De geluiden van weleer heeft men gekozen voor een liedboek. Het album is uitgegeven in samenwerking met het Boekencentrum, de officiële uitgever van het Liedboek voor de Kerken. De tekst op de geluiden van weleer klinkt bij tijd en wijle dan ook archaïsch. Waar tref je heden ten dage in onze tijden van anglicismen en SMS-taal immers nog zulke oer-Hollandse zinsneden aan als:

O welk een vreugde zal het wezen,

O welk een pracht ons dan gegeven,

Schenk ons de moed het kwaad te ontvlieden en

Welks toorn ons dan nimmer zal doen verzwakken ?

De teksten op het album zijn eerder gedichten dan klassieke liedteksten. Ze zouden ook zonder muzikale omlijsting prima kunnen bestaan.

De geluiden

Maar naast het liedboek blijft de uitgave toch vooral een cd. Het oor wil daarom uiteraard ook wat. Muzikaal vallen de geluiden onder de noemers roots en singer-songwriter te vatten – elders heb ik al de term Hollandia, als in Americana, horen vallen. Hoewel het moeilijk is om uitschieters te noemen, verdienen Geef ons de ruimte, de Doe Maar-cover Bang, Ik weet, en de samenwerking met Spinvis in ’t Hellend vlak nog een extra vermelding. Om in dit Hallelujah-verhaal toch nog een paar puntjes van kritiek op te nemen: productioneel is het wat dof en de zang van Minco Eggersman klinkt een enkel moment toch echt té monotoon.

Toevluchtsoord

Het is overigens geen toeval dat Erik de Jong (Spinvis) te gast is op dit album. Hij is zeer zeker een geestverwant te noemen van At The Close Of Every Day. Hoewel er vooral op muzikaal gebied grote verschillen te herkennen zijn, ademen ze beide dezelfde sfeer. Een sfeer van weemoed en onvervulde wensen, maar ook van troost. En hoop. Ze bieden een toevluchtsoord voor dolende zielen in tijden van terrorisme en moslimextremisten.

Zoek je nog een cadeau voor je ouders of grootouders in deze vermaledijde tijden van Sint en Kerst? Geef ze dan vooral dit album cadeau. Met een beetje geluk overtuig je ze dat vroeger simpelweg niet alles beter was, omdat vroeger nog steeds bestaat en gewoon te beluisteren is. Misschien klinkt vroeger nú zelfs wel beter dan ooit. Opdat deze conclusie hen voorts mag bemoedigen en hen hernieuwd vertrouwen in de moderniteit zal schenken. Nu, en in het uur van hun gewisse dood… amen.

Boeken

Indringende portretten

recensie: Peter Bogdanovich - Who the Hell's in it: Portraits and Conversations

Jonge generaties kennen Peter Bogdanovich misschien van de populaire tv-serie The Sopranos, waarin hij de psychiater Dr. Kupferberg speelt. Oudere generaties kennen hem als de destijds nog jonge regisseur van vergeten, maar waardevolle films als The Last Picture Show en What’s up, Doc?, tegenwoordig regisseert hij van tijd tot tijd matige tv-films. Weinigen weten dat Bogdanovich (1939) er ook nog een lucratieve carrière als filmscribent op na houdt: hij heeft boeken geschreven over John Ford, Alfred Hitchock en Fritz Lang.

~

John Wayne in The Searchers

In 1997 kwam hij met Who the Devil Made it op de proppen, een dikke pil vol interviews met de grootste regisseurs van de Amerikaanse cinema. Who the Hell’s in it vult dat boek nu op een schitterende manier aan: Bogdanovich brengt deze keer met 25 portretten een eerbetoon aan de grootste acteurs uit Hollywood. Who the Hell’s in it bevat een paar interviews (met John Wayne, Henry Fonda en Jerry Lewis), maar vooral herinneringen aan de acteurs en hun rollen. De auteur kende ze bijna allemaal, en de meeste van de 25 hoofdstukken zijn geïllustreerd door een kort gesprek. De reeks portretten is omlijst door twee steractrices die Bogdanovich alleen van een afstandje in levende lijve meemaakte: Marilyn Monroe en Lillian Gish, de ster uit D.W. Griffiths’ films.

Spontaan

Sommige van de gesprekken zijn ‘officieel’, andere persoonlijk, en sommige spontaan: Marlon Brando kwam hij als tiener op straat tegen, Marlene Dietrich sprak hij bij toeval op het vliegveld. De Duitse ster keuvelt gezellig over haar eigen en andere films en haar persoonlijke leven. Zulke opmerkelijke herinneringen zijn de leukste leesstof in dit boek. De acteurs vertellen allemaal verbazingwekkend ontspannen en openhartig, en Bogdanovich tekent het prettig leesbaar op. Een paar willekeurige voorbeelden: John Wayne die joviaal (en vloekend) herinneringen ophaalt aan opnames met John Ford en Howard Hawks, John Cassavettes die Bogdanovich om een helpende hand vraagt bij het regisseren van Love Stream, enzovoorts. En zo is de lezer een schat aan informatie rijker over zowel klassieke als vergeten films, en bovendien over films die nooit gemaakt zijn.

River Phoenix
River Phoenix

De gesprekken zijn een meerwaarde, maar ook de hoofdstukken zonder dialogen zijn intrigerend. De jongste van de opgenomen acteurs is River Phoenix, door Bogdanovich geregisseerd in diens laatste film The Thing Called Love. Phoenix, die maar een handvol films heeft gemaakt en wiens carrière begon toen die van de meeste andere acteurs in het boek al afgelopen was, hoort eigenlijk niet in het rijtje thuis. Dit neemt niet weg dat het portret van het vroeg gestorven idool en zijn enthousiasme bij de opnames ronduit ontroerend is. Zelfs over de acteurs die Bogdanovich niet of nauwelijks kende schrijft hij indringend: een korte ontmoeting met een stokoude Charlie Chaplin is bijvoorbeeld een fraaie illustratie bij een persoonlijke maar zakelijke beschouwing van zijn oeuvre.

Hartelijk

Sommige auteurs plaatsen hun eigen ervaringen op een irritante en opdringerige wijze op de voorgrond. Hoewel Bogdanovich ook vanuit zijn eigen herinneringen vertrekt maakt hij zich in het geheel niet schuldig aan dergelijke zelfverheerlijking. Integendeel, hij plaatst zichzelf niet op de voorgrond, terwijl hij tegelijkertijd ook niet verhult dat het uitsluitend om zijn eigen herinneringen gaat. Bogdanovich deelt zijn persoonlijke memoires met de lezer en schrijft niet vanuit het oogpunt van een biograaf of een bewonderaar. Dit levert een wonderlijk boek op dat liefdevol en toch objectief over de helden van het witte doek vertelt. En zo ontpopt een marginale regisseur zich als wellicht de meest oprecht persoonlijke biograaf van de Amerikaanse cinema. Bogdanovich levert met dit eindeloos fascinerende boek opnieuw een monumentaal werk af, dat in de boekenkast van geen enkele liefhebber mag ontbreken.