Boeken

Indringende portretten

recensie: Peter Bogdanovich - Who the Hell's in it: Portraits and Conversations

Jonge generaties kennen Peter Bogdanovich misschien van de populaire tv-serie The Sopranos, waarin hij de psychiater Dr. Kupferberg speelt. Oudere generaties kennen hem als de destijds nog jonge regisseur van vergeten, maar waardevolle films als The Last Picture Show en What’s up, Doc?, tegenwoordig regisseert hij van tijd tot tijd matige tv-films. Weinigen weten dat Bogdanovich (1939) er ook nog een lucratieve carrière als filmscribent op na houdt: hij heeft boeken geschreven over John Ford, Alfred Hitchock en Fritz Lang.

~

John Wayne in The Searchers

In 1997 kwam hij met Who the Devil Made it op de proppen, een dikke pil vol interviews met de grootste regisseurs van de Amerikaanse cinema. Who the Hell’s in it vult dat boek nu op een schitterende manier aan: Bogdanovich brengt deze keer met 25 portretten een eerbetoon aan de grootste acteurs uit Hollywood. Who the Hell’s in it bevat een paar interviews (met John Wayne, Henry Fonda en Jerry Lewis), maar vooral herinneringen aan de acteurs en hun rollen. De auteur kende ze bijna allemaal, en de meeste van de 25 hoofdstukken zijn geïllustreerd door een kort gesprek. De reeks portretten is omlijst door twee steractrices die Bogdanovich alleen van een afstandje in levende lijve meemaakte: Marilyn Monroe en Lillian Gish, de ster uit D.W. Griffiths’ films.

Spontaan

Sommige van de gesprekken zijn ‘officieel’, andere persoonlijk, en sommige spontaan: Marlon Brando kwam hij als tiener op straat tegen, Marlene Dietrich sprak hij bij toeval op het vliegveld. De Duitse ster keuvelt gezellig over haar eigen en andere films en haar persoonlijke leven. Zulke opmerkelijke herinneringen zijn de leukste leesstof in dit boek. De acteurs vertellen allemaal verbazingwekkend ontspannen en openhartig, en Bogdanovich tekent het prettig leesbaar op. Een paar willekeurige voorbeelden: John Wayne die joviaal (en vloekend) herinneringen ophaalt aan opnames met John Ford en Howard Hawks, John Cassavettes die Bogdanovich om een helpende hand vraagt bij het regisseren van Love Stream, enzovoorts. En zo is de lezer een schat aan informatie rijker over zowel klassieke als vergeten films, en bovendien over films die nooit gemaakt zijn.

River Phoenix
River Phoenix

De gesprekken zijn een meerwaarde, maar ook de hoofdstukken zonder dialogen zijn intrigerend. De jongste van de opgenomen acteurs is River Phoenix, door Bogdanovich geregisseerd in diens laatste film The Thing Called Love. Phoenix, die maar een handvol films heeft gemaakt en wiens carrière begon toen die van de meeste andere acteurs in het boek al afgelopen was, hoort eigenlijk niet in het rijtje thuis. Dit neemt niet weg dat het portret van het vroeg gestorven idool en zijn enthousiasme bij de opnames ronduit ontroerend is. Zelfs over de acteurs die Bogdanovich niet of nauwelijks kende schrijft hij indringend: een korte ontmoeting met een stokoude Charlie Chaplin is bijvoorbeeld een fraaie illustratie bij een persoonlijke maar zakelijke beschouwing van zijn oeuvre.

Hartelijk

Sommige auteurs plaatsen hun eigen ervaringen op een irritante en opdringerige wijze op de voorgrond. Hoewel Bogdanovich ook vanuit zijn eigen herinneringen vertrekt maakt hij zich in het geheel niet schuldig aan dergelijke zelfverheerlijking. Integendeel, hij plaatst zichzelf niet op de voorgrond, terwijl hij tegelijkertijd ook niet verhult dat het uitsluitend om zijn eigen herinneringen gaat. Bogdanovich deelt zijn persoonlijke memoires met de lezer en schrijft niet vanuit het oogpunt van een biograaf of een bewonderaar. Dit levert een wonderlijk boek op dat liefdevol en toch objectief over de helden van het witte doek vertelt. En zo ontpopt een marginale regisseur zich als wellicht de meest oprecht persoonlijke biograaf van de Amerikaanse cinema. Bogdanovich levert met dit eindeloos fascinerende boek opnieuw een monumentaal werk af, dat in de boekenkast van geen enkele liefhebber mag ontbreken.