Tag Archief van: recensie

Boeken / Non-fictie

Filosofisch dansen voor gevorderden

recensie: Désanne van Brederode - Dans! Denk! Leven en werk van Krisztina de Châtel

Het nieuwe boek van Désanne van Brederode, Dans! Denk!, gaat over de ontmoeting tussen filosofie en dans. Het is niet voor iedereen toegankelijk.

Wie is Krisztina de Châtel, de vermaarde Hongaarse choreografe die in Nederland dertig jaar lang een eigen dansgroep leidde? Wie is deze vernieuwende, experimenterende (ze was in 1979 de eerste die een choreografie maakte op muziek van Philip Glass) vrouw, in wier leven ‘alles beweging’ is? Uit Désanne van Brederodes nieuwe boek Dans! Denk!: Leven en werk van Krisztina de Châtel wordt dat nooit helemaal helder.

Ontmoeting

Dans! Denk! is opgezet als een ontmoeting tussen de choreograaf en de schrijfster en wordt ondersteund door hun beider liefde voor filosofie en dans. Van Brederode kwam via de filosofie tot het belang van de dans; de Châtels pad was omgekeerd. Ook in hun kunstopvatting vinden de twee vrouwen elkaar: kunst gaat diep, dieper dan wat er te zien is, en mag een doel op zich zijn. Vanuit die aanrakingspunten en een wederzijdse bewondering zijn de twee vele gesprekken aangegaan.

Dat levert een bij vlagen ontroerend, maar vaker een wat onbegrijpelijk boek op. Dans! Denk! bevat, vanuit Van Brederode gedacht, zowel biografische als autobiografische elementen en reflecteert tegelijkertijd zowel op de kunst en de filosofie als op het ontstaan van het boek. De stap daarvoor: een biografisch overzicht van Krisztina de Châtel en misschien wat archiefwerk, wordt overgeslagen. Daardoor verwordt het een vreemd soort anachronistisch boek: het zal pas echt interessant zijn, wanneer het naast een officiële biografie geplaatst wordt. Maar dat boek zal vermoedelijk pas geschreven zijn wanneer het onderwerp zelf is overleden – terwijl haar in-leven-zijn een voorwaarde was voor het ontstaan van Dans! Denk!.

Wortels

De Châtel, geboren in een gegoed gezin in 1943, ‘merkt dat ze steeds weer terugkomt op haar wortels’. Van Brederode beschrijft de wereld van de Châtel als een waarin de kunst ‘de enige vrijplaats’ was tegen de totalitaire, mensonterende politiek. In de literatuur, muziek en kunst vond ze een plek voor een identiteit die niet ‘door het nihilisme van de grote machtssystemen’ werd bepaald. Daarna volgt een enigszins cryptische, niet geheel aansluitende paragraaf:

Volgens haar gaat het misschien wel om iets als een gemeenschappelijke ziel. De combinatie van zigeunerachtige, ruwe, onversneden hartstocht, wild, emotioneel, fel, ritmisch, vurig, de gepeperde, zoete paprikasmaak – en een diep-ernstige, melancholische, haast tragische berusting. Gekruid met een beetje dromerij en hoop, maar nooit té optimistisch. Hongaren kennen immers het klappen van de zweep.

Uit deze paragraaf blijkt een zwakte die Dans! Denk! vaker ondermijnt: Van Brederode blijft dicht bij de Châtels uitgebreide, clichématige typeringen en beschrijvingen. (Nog zo een: Duitsers zijn, uiteraard, streng.) Het lijkt alsof Van Brederode de choreografe te veel bewondert om die neiging in te dammen.

Dit alles betekent niet dat dit filosofische portret van Krisztina de Châtel een saai boek is. Dat zou te makkelijk zijn. Het gaat eerder om een te hoog instapniveau. Voor gevorderden, dus.

Boeken / Non-fictie

Filosofisch dansen voor gevorderden

recensie: Désanne van Brederode - Dans! Denk! Leven en werk van Krisztina de Châtel

Het nieuwe boek van Désanne van Brederode, Dans! Denk!, gaat over de ontmoeting tussen filosofie en dans. Het is niet voor iedereen toegankelijk.

Wie is Krisztina de Châtel, de vermaarde Hongaarse choreografe die in Nederland dertig jaar lang een eigen dansgroep leidde? Wie is deze vernieuwende, experimenterende (ze was in 1979 de eerste die een choreografie maakte op muziek van Philip Glass) vrouw, in wier leven ‘alles beweging’ is? Uit Désanne van Brederodes nieuwe boek Dans! Denk!: Leven en werk van Krisztina de Châtel wordt dat nooit helemaal helder.

Ontmoeting

Dans! Denk! is opgezet als een ontmoeting tussen de choreograaf en de schrijfster en wordt ondersteund door hun beider liefde voor filosofie en dans. Van Brederode kwam via de filosofie tot het belang van de dans; de Châtels pad was omgekeerd. Ook in hun kunstopvatting vinden de twee vrouwen elkaar: kunst gaat diep, dieper dan wat er te zien is, en mag een doel op zich zijn. Vanuit die aanrakingspunten en een wederzijdse bewondering zijn de twee vele gesprekken aangegaan.

Dat levert een bij vlagen ontroerend, maar vaker een wat onbegrijpelijk boek op. Dans! Denk! bevat, vanuit Van Brederode gedacht, zowel biografische als autobiografische elementen en reflecteert tegelijkertijd zowel op de kunst en de filosofie als op het ontstaan van het boek. De stap daarvoor: een biografisch overzicht van Krisztina de Châtel en misschien wat archiefwerk, wordt overgeslagen. Daardoor verwordt het een vreemd soort anachronistisch boek: het zal pas echt interessant zijn, wanneer het naast een officiële biografie geplaatst wordt. Maar dat boek zal vermoedelijk pas geschreven zijn wanneer het onderwerp zelf is overleden – terwijl haar in-leven-zijn een voorwaarde was voor het ontstaan van Dans! Denk!.

Wortels

De Châtel, geboren in een gegoed gezin in 1943, ‘merkt dat ze steeds weer terugkomt op haar wortels’. Van Brederode beschrijft de wereld van de Châtel als een waarin de kunst ‘de enige vrijplaats’ was tegen de totalitaire, mensonterende politiek. In de literatuur, muziek en kunst vond ze een plek voor een identiteit die niet ‘door het nihilisme van de grote machtssystemen’ werd bepaald. Daarna volgt een enigszins cryptische, niet geheel aansluitende paragraaf:

Volgens haar gaat het misschien wel om iets als een gemeenschappelijke ziel. De combinatie van zigeunerachtige, ruwe, onversneden hartstocht, wild, emotioneel, fel, ritmisch, vurig, de gepeperde, zoete paprikasmaak – en een diep-ernstige, melancholische, haast tragische berusting. Gekruid met een beetje dromerij en hoop, maar nooit té optimistisch. Hongaren kennen immers het klappen van de zweep.

Uit deze paragraaf blijkt een zwakte die Dans! Denk! vaker ondermijnt: Van Brederode blijft dicht bij de Châtels uitgebreide, clichématige typeringen en beschrijvingen. (Nog zo een: Duitsers zijn, uiteraard, streng.) Het lijkt alsof Van Brederode de choreografe te veel bewondert om die neiging in te dammen.

Dit alles betekent niet dat dit filosofische portret van Krisztina de Châtel een saai boek is. Dat zou te makkelijk zijn. Het gaat eerder om een te hoog instapniveau. Voor gevorderden, dus.

Theater / Voorstelling

Hollywoodklassiekers interactief verbeeld

recensie: De Ploeg - Pilp Fuction

Een groep acteurs die door een landschap van Hollywoodfilms razen: een recept voor een flink potje chaos. Georganiseerde chaos, welteverstaan. De heren van De Ploeg en Loes Luca, Ria Marks en Ilke Paddenburg parodiëren op bekende klassiekers met laagdrempelige grappen. Hoewel de belangrijkste verhaallijn bloedserieus is, wordt deze telkens weer met flauwe grappen ondergraven.

Jammer? Een beetje, de kijker wordt echter wél van begin tot eind geboeid. Dat is de kracht van de voorstelling: door een combinatie van snelheid, flauwe grappen, opzienbarende kostuums (of: helemaal géén kostuum) en de mimiek van de personages, blijf je als toeschouwer met je volle aandacht bij de voorstelling. De voorstelling heeft dan ook een erg aantrekkelijk thema: klassieke bioscoopfilms. Want wie zwijmelt er niet weg bij een goede, oude, klassieke film? Met een bakje popcorn zittend in een duistere bioscoop, omringd door andere filmliefhebbers. Pilp Fuction gaat over twee zussen (Ria Marks en Loes Luca) die een bioscoop runnen. Ria Marks speelt hierbij de moeder van een jong meisje (Ilke Paddenburg), dat in haar rode jasje veel weg heeft van Abeltje. Het “draait” al een tijdje niet goed bij de bioscoop, vanwege de voorliefde van de familie voor oude klassiekers. Dan staat plots de verhuurder met zijn honkbalknuppel op de stoep (Genio de Groot) en eist geld. Daarop besluiten twee andere werknemers (Han Römer en Titus Tiel Groenestege) een deal te maken met gangsters, die voor hen de film ‘Pulp Fiction’ in petto hebben, een film waarmee ze denken veel bezoekers (en dus veel geld!) binnen te halen. Mede door een sullige, bebrilde medewerker (Viggo Maas) mislukt de overdracht. Samen met Peter Heerschop – die de taak van geluidsman op zich neemt – heeft Viggo Maas de rol van ‘underdog’ gekregen en vormen zij tezamen een nieuwe interpretatie van “de dikke en de dunne”. Zo verklapt het tweetal ook dat het jonge meisje is geadopteerd, wat erin resulteert dat zij in het bioscoopdoek springt en aan de haal gaat met haar eigen levensverhaal. Het klinkt allemaal ietwat verwarrend en dat is precies de bedoeling: deze voorstelling biedt geen enkele zekerheid, maar alleen dwaasheid – op een positieve manier – en humor waarmee de lachspieren flink op de proef worden gesteld. Eén enkele scène borduurt iets te lang door op het komische effect, vooral het gedeelte waarin twee van de acteurs als schattige hobbits zeuren om eten en van het filmdecor wegvluchten.

Georganiseerde chaos

Ondanks de vele grappen, knaagt er toch iets aan de inhoud. Er wordt niet alleen gretig gebruikgemaakt van grote klassiekers als Casablanca en Pulp Fiction (uiteraard), maar ook het bekende fragment van Alice die achter Konijn aanholt uit Alice in Wonderland wordt gevoegd in het verhaal. Als er ook nog wordt ingegaan op Jungle Book en Tarzan (een schaamteloos in onderbroek paraderende Römer en Groenestege), lijkt de parodie op Disneyverhalen compleet. Ach, wat valt er ook te verwachten van De Ploeg, het theatergezelschap dat zich richt op cabaret en parodieën. Telkens wanneer de acteurs in een film “duiken”, wordt op de achtergrond de bijbehorende scène uit de film afgespeeld. Een mooie koppeling tussen beeld en spel én vooral ook een speelse wijze, aangezien sommige scènes op vindingrijke manier worden herhaald. Overigens is het decor voortdurend een lust voor het oog; van tevoren heeft het gezelschap allerlei scènes opgenomen die prachtig in de voorstelling zijn verwerkt. Minpuntje is dat door de snelle afwisseling in scènes en verscheidene filmverwijzingen, de verhaallijnen compleet uit het oog raken. Hoewel het begin en het einde goed met elkaar in verhouding staan, is het middendeel een ratjetoe van wat vooral veel wegheeft van improvisatietheater. Dat de opbouw niet helemaal strookt, lijkt het publiek geenszins te deren: er wordt zo hard gelachen om bepaalde grappen dat zelfs de acteurs hun moeten gezicht afwenden om een grijns te verbergen. Ook het slotapplaus houdt zolang aan dat de handen er rood van kleuren. Verdiend, dat zeker, al was het maar omdat de bezoekers hebben kunnen genieten van het multi-acteertalent Loes Luca, die zich in deze voorstelling weer in alle hoeken en bochten heeft gewrongen. Iedere acteur leeft zich uit in Pilp Fuction en heeft duidelijk plezier tijdens de voorstelling. En dat zorgt er al vanaf de eerste minuut voor dat er een glimlach op het gezicht verschijnt van de bezoeker.

Muziek / Album

Opgaan in de hallucinante schemer van Nightlands

recensie: Nightlands - I Can Feel The Night Around Me

In de luwte van het immer hemelbestormende War On Drugs knutselt bassist Dave Hartley als Nightlands stiekem aan zijn eigen muziek. In 2010, twee jaar na het nog altijd behoorlijk fris klinkende debuut van War on Drugs – ook nog met Kurt Vile – verschijnt in alle luwte het debuut Forget The Mantra. Een plaat die haast instant in de vergeetkelders van de muziek dondert, maar waarop Hartley toch al vrij eloquent zijn electropopstukken etaleert: synthetische koortjes, blikken trommels, synthesizernostalgie.
Dan verschijnt Hartley zeven jaar na het debuut ineens welhaast als een joggende variatie op de Wander über dem Nebelmeer op de plaathoes van plaat nummer drie: I Can Feel The Night Around Me. Van de luwte naar de schemer.

Zwoele zomers aan de westcoast, CA

In een interview met Culture Creature omschrijft Dave Hartley de geografische bepaling van Nightlands geluid: de West Coast, California, Big Sur. Waar de man de liefde vond, getrouwd is en vakantie viert. Kampvuren, kliffen en vrolijke otters met kelp. And baby that is why… I’m depending on you zingen honderd Hartleys. Het oceanische geluid van honderd zwoele zomers dondert de kamer in. Intens bedwelmende nostalgie, en dan moet de vloedgolf van Lost Moon nog passeren.

De esthetiek van Nightlands derde doen overigens opvallend denken aan Yo La Tengo’s suburbane nocturne And Then Nothing Turned Itself Inside-Out. Donkerblauwe droomstaat, de nostalgie, een een synthetisch soort sensualiteit. Op Moonbathin klinkt het mechanisch Ooh baby, ooh baby. Romantiek door een blikken, zilveren prisma. Een drumcomputer slaat er er een doodsimpel ritme uit. Ooh baby, ooh baby: J. Bieber galmend op de bodem van de zee. Somehow it works.

En zo zet Dave Hartley met zijn Nightlands na twee anonieme platen met I Can Feel The Night Around Me ineens een behoorlijk flinke stap. Waar het song materiaal hier en daar wat te wensen overlaat – aan het eind zakt de boel behoorlijk in – maakt de hallucinante, aanhoudende droomstaat van de plaat het meer dan goed. Tegen het einde is de luisteraar met heel zijn bewustzijn opgegaan in de schemer. Het slaapverwekkende eind van de plaat voegt daar niets meer aan toe.

Muziek / Album

Poëzie verstopt tussen instrumenten

recensie: The Afghan Whigs – In Spades

De Afghan Whigs zijn nooit een grote band geweest. Niet in de zin van succes tenminste. In vergelijking met tijd- en genregenoten zijn ze misschien wel de makers van de meest grootse nummers. In een stijl die soul en grunge/stoner-rock vermengt hebben de heren van de Afghan Whigs een uniek geluid ontwikkeld, dat door de jaren heen misschien verfijnder is geworden, maar nooit aan authenticiteit heeft ingeboet.

Ten overvloede

De zeer herkenbare stijl van de Whigs is niet direct te horen op In Spades. De openingstrack ‘Birdland’ is een weemoedig klinkend nummer dat doordrongen lijkt van verdriet en wanhoop. Een zinsnede als “Whatever it is that kept us together/I look to the sky and it’s gone” benadrukt het gevoel dat uit de muziek spreekt. Het is een gevoel dat het hele album aanwezig blijft, ook al is het op de rest van de nummers minder expliciet.

Ook op voorgaande albums kan die weemoedigheid en wanhoop gehoord worden. Frontman Greg Dulli legt hart en ziel in de teksten, die echter niet druipen van sentiment, maar eerder gevoelens abstraheren, terwijl ze toch concreet blijven. In Copernicus, bijvoorbeeld: “You came to mesmerize her/She came with consequences in her eyes”, iets later gevolgd door: “Once there was a way/Then you were gone”. De teksten druipen van betekenis, maar – en dat is een prestatie op zich – ze dragen de nummers niet. De stem van Dulli is maar één van de vele instrumenten op het album.

Hoewel ‘Birdland’ anders doet verwachten is In Spades best vrolijk te noemen. Relatief dan, want echt vrolijk zijn de Afghan Whigs nooit. Maar gezien het dramatische nieuws van november 2016 – Gitarist Dave Rosser heeft een inoperabele tumor in zijn darmen – klinkt het album lichter dan je zou verwachten. Het zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld in de totstandkoming, maar dat heeft niet geleid tot een deprimerend album dat vooral over afscheid gaat. Naast de pijn en wanhoop die op het album aanwezig is, is er ook gewoon plezier. Misschien is het een manier om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Dulli zingt er over in ‘Oriole’: “There was violence in my head/I was surrounded in my bed/And from a slender perch/I vowed that I would fly forever”.

In Spades is een album dat indruk maakt. Het beklijft. Voor wie na één keer luisteren teleurgesteld is: zet het nog eens op. En nog een keertje. Stukje bij beetje geeft het album prijs hoe genuanceerd het is. Iedere keer luisteren voegt iets toe. Het is geen album dat makkelijk zijn kracht zal verliezen. Veel waarschijnlijker is het dat over een paar jaar In Spades in het rijtje musthaves terecht komt.

Boeken / Fictie

Individuele vrijheid tegenover maatschappelijke verwachtingen

recensie: Nathan Hill - De nix

De ambitie om een groot schrijver te worden spat van de bladzijden af en zorgt ervoor dat je Nathan Hill in de gaten wilt blijven houden. In deze debuutroman bewijst Hill dat hij niet alleen korte verhalen kan schrijven.

Twintig jaar na de zelfverkozen verdwijning van zijn moeder, ziet Samuel haar weer op tv. Ze heeft namelijk een presidentskandidaat bekogeld met stenen. Ondanks het getroebleerde beeld dat Samuel heeft overgehouden aan zijn moeder, vindt hij zo’n actie niets voor haar en de ietwat wereldvreemde maar altijd goedbedoelende dertiger besluit te achterhalen hoe het zit.

Universele thema’s versus moderne dilemma’s

Nathan Hill presenteert zijn personages op zeer beeldende wijze en trekt je als in een lange reis door veel verschillende landschappen mee door het verhaal. We volgen de hoofdpersoon Samuel in een tijdspanne van zo’n dertig jaar, maar ook het leven van zijn ouders, de rol van zijn opa in het leven van zijn moeder en de relatie met vrienden en zijn studenten wordt uitgebreid uit de doeken gedaan.
Vakkundig meandert Hill van heden naar verleden en weer terug, en van personage naar personage. Daarbij vergeet Hill niet zijn personages kleur te geven door diep in te gaan op hun gevoelsleven en karakters. Heb ik wel de juiste keuzes gemaakt? Welk leven had ik gehad als ik andere keuzes had gemaakt? Ben ik wel goed genoeg als ik het op mijn manier doe of zou ik meer moeten luisteren naar anderen? Universele thema’s die Hill zijn personages elk op hun eigen manier laat ervaren, worden afgewisseld met generatiegebonden onderwerpen. Van de grote emigratiepiek in Amerika in de jaren twintig, de protestbewegingen door jongeren in de jaren zestig tot de gedigitaliseerde en individualistische samenleving van nu. Al deze onderwerpen worden zo realistisch en levendig behandeld, dat het lijkt alsof de verschillende verhalen ook echt door verschillende mensen verteld worden.

Kies je voor jezelf of conformeer je je aan anderen?

Als rode draad in het boek kan de botsing tussen de drang naar vrijheid en jezelf zijn en de normen en waarden die de samenleving je oplegt, worden gezien. Hiermee worstelen alle personages op hun eigen manier. Zo voelen ze zich stuk voor stuk beknot in hun keuze voor de liefde van hun leven. Ze kunnen niet samen zijn met degene van wie ze echt houden, omdat ze niet hun eigen keuzes durven of kunnen maken. Door dit alle personages in het boek te laten ervaren, kan dit worden gezien als een leeftijds- en generatie-overstijgend probleem dat nog altijd gevoeld wordt door mensen uit alle rangen en standen van de samenleving.

Een mooie maar intensieve reis door een gevarieerd landschap

Met deze debuutroman bewijst Hill dat hij niet alleen korte verhalen kan schrijven, maar ook in staat is tot het schrijven van een vuistdikke roman waarin meerdere verhaallijnen uitgezet worden. De Nix leest als een interessante geschiedenisles waarbij je van begin tot eind aan de lippen van de leraar hangt. Als enig minpunt kan aangevoerd worden dat de leraar af en toe doorschiet in zijn enthousiasme, waardoor het gevaar van verslappende aandacht op de loer ligt. Maar de verscheidenheid aan onderwerpen, de vlotte vertelstijl en de drang om erachter te komen hoe het met de personages afloopt, zorgen ervoor dat je het boek zo snel mogelijk uit wilt lezen.

 

Muziek / Album

Een lichtzinnige reis naar hogere sferen

recensie: Moon Duo - Occult Architecture vol. 2

Moon Duo presenteert met Occult Architecture vol. 2 een album dat duidelijk is geïnspireerd door de krautrock en psychedelica van de vroege jaren zeventig. Met langgerekte elektronische drones, monotone ritmes en space-gitaren zet het driekoppige duo een overtuigende authentieke sound neer in vijf nummers van gemiddeld zo’n 7,5 minuut lang. Maar slaagt de band er ook in te bouwen op het rijke fundament van een vervlogen decennium?

Het album opent met een korte en ietwat chaotische improvisatie van wilde retro sci fi klanken en elektrische piano. Maar al snel breekt het nummer ‘New Dawn’ open met minimale drums en een muur aan synth- en gitaarakkoorden die het geluid van het album karakteriseren. De zweverige vocalen van zanger en gitarist Ripley Johnson completeren het geluid pallet.

Het openingsnummer wordt gevolgd door ‘Mirror’s Edge’, een instrumentale compositie rond een weinig origineel akkoordenschema, wat op zichzelf natuurlijk geen probleem is. Hier accentueert het helaas een gebrek aan avontuur, waardoor het nummer enigszins lusteloos voortkabbelt zonder noemenswaardige momenten. Dit geldt in zekere zin voor het album als geheel. De nummers missen de muzikale ontwikkeling en persoonlijkheid die nodig is om de luisteraar te pakken en mee te voeren naar hogere sferen.

Muzak voor Maankinderen

Moon Duo is een band die haar interesse in New Age en “Magick” niet onder stoelen of banken steekt. De inspiratie komt ontegenzeggelijk uit het meest Neo-spirituele hoekje van de esoterische boekhandel. Occult Architecture vol. 2, vormt zoals de naam al doet vermoeden onderdeel van een tweeluik rond het thema “Yin en Yang”. Volume 1 stond in het teken van “Yin”, de vrouwelijke, donkere kant. Dit tweede deel focust op “Yang”, ofwel de mannelijke en lichte kant.

De plaat heeft zeker een licht en luchtig geluid. De keerzijde daarvan is dat de dwingende spanning die Krautrock teweeg kan brengen uitblijft. In plaats daarvan doet het album weinig aanstootgevend aan, een beetje braaf, bij momenten sterk neigend naar muzak, of de begeleidingsmuziek voor een meditatie- en dansavond in het Osho-centrum.

Een getrouwe vintage hommage

Het hoogtepunt van deze cerebrale reis vormt: ‘Sevens’, dat met een donkere zanglijn en lichtvoetige string-synthesizers herinneringen oproept aan Joy Division’s ‘Love will tear us apart again’. Juist dit uitstapje naar een wat droefgeestiger geluid brengt Occult Architecture vol. 2 enigszins tot leven.

Conceptueel en productietechnisch heeft de band duidelijk goed nagedacht over dit project, dat met veel liefde voor voorbeelden als Neu! of Popol Vuh tot stand lijkt te zijn gekomen. Muzikaal mist Moon Duo echter de inventiviteit en durf van haar klassieke voorbeelden. Jammer genoeg vervalt de getrouwe vintage hommage al snel tot een opeenstapeling van genre-clichés, zonder veel nieuws toe te voegen.

Muziek / Album

De nieuwe Millionaire is energiek, urgent en verslavend

recensie: Millionaire – Sciencing

Tim Vanhamel begint Millionaire in 1999. Het debuut Outside The Simian Flock verschijnt in 2001 en is per direct een Belgische rockklassieker. De singel ‘Champagne’ wordt een eerste hit. De groep staat als voorprogramma van Queens Of The Stone Age op het podium en Josh Homme steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken. De Belgen treden daarna op met Muse en Foo Fighters. De band heeft één langspeler uit en speelt in de eredivisie van de rockmuziek! In 2005 verschijnt Paradisiac, de tweede langspeler. De groep toert de plaat, maar dan wordt het stil rond Millionaire. Vanhamel gaat op pad met Magnus en maakt deel uit van Broken Glass Heroes en The Hickey  Underworld. Van Millionaire wordt jarenlang niets vernomen.

Op 4 april 2017 verschijnt als voorloper van een nieuw album de singel ‘I’m Not Who You Think You Are’. Na ruim twaalf jaren is er nieuw materiaal van de groep. Vanhamel zegt over de nieuwe release Sciencing: “Het is geen reünie, het is een voortzetting.”

Sciencing

In 2016 begint Tim Vanhamel in Santa Teresa, een surfersdorpje aan de Costa Ricaanse westkust, met het opnemen van nieuw materiaal. Vanhamel: “Onder welke noemer het materiaal zou verschijnen, wist ik op dat moment nog niet. Maar gaandeweg kreeg ik door dat het er één van Millionaire moest worden. Vanwege de urgente die in de muziek zit, de gróóve die te horen is. En omdat het zonde zou zijn geweest om weer een nieuwe naam te verzinnen.”

Twaalf nummers op Sciencing. Singel ‘I’m Not Who You Think You Are’ is een rustig rockende opener. De gitaar van Vanhamel soleert door het nummer, de vocalen klinken wat gruizig en alles duidt er op dat het goed toeven was in de studio. In ‘Under A Bamboo Moon’ zit een vleugje ‘My World Is Empty Without You Babe’ van The Supremes verstopt, tot Vanhamel doorschakelt naar zwoele slijpers rock voor de dansvloer. Het rifje van het nummer blijft na beluistering uren in elk brein rondspoken. ‘Love Has Eyes’ heeft net zo’n verslavend loopje en nestelt zich net zo gemakkelijk onder de hersenpan van de luisteraar. Tijdens ‘Back In You’ verandert de huiskamer in een zwoele veranda bij een Mexicaanse woning. Het is het eerste nummer dat geen urgentie laat horen, er is tijd voor langzame muzikale lijnen waarbij de vocalen door de tuin echoën.

Twee toegiften

Na tien nummers is er een korte pauze, alsof Vanhamel even het podium verlaat. Twee toegiften volgen. ‘Busy Man’ zal elke zaal in vuur en vlam zetten. Millionaire brengt een swingende rocksong die uitnodigt te bewegen. De instrumentale afsluiter ‘Visa Running’ is de ideale soundtrack voor een laatste moshpit. Na afronding luidt het juiste advies onmiddellijk ‘Visa Running’ nogmaals laten horen. Muzikanten die vanaf het eerste uur bij Millionaire betrokken waren zullen het nieuwe werk op het podium uitvoeren. Aldo Struyf (gitaar en toetsen) en Bas Remans (basgitaar) zullen wederom met Vanhamel langs de zalen en de festivals trekken. Drummer Damien Vanderhasselt, gitarist Sjoerd Bruil en toetsenist Hans De Prins zijn de nieuwe namen binnen Millionaire.

De derde langspeler van Millionaire is een prachtige release. De nummers barsten uit elkaar door de vele details, die keer op keer verrassen. De muziek op Sciencing is energiek, urgent en op een prettige wijze verslavend. Millionaire mag in heel veel zalen komen optreden.

Boeken / Fictie

Café als boksring, en de verliezer wint

recensie: Carson McCullers - De ballade van het treurige café

Deze vertaling, van Molly van Gelder, is de derde: de eerste verscheen in de titel van De ballade van de droeve herberg, de tweede in De ballade van het trieste café en de recente in De ballade van het treurige café. Gezien het eigenaardige taaleigen van het zuidelijk Amerikaans, lijkt de korte roman de beste vertaling gekregen te hebben.

Carson McCullers (1917-1967), geboren in Georgia, was goed bekend met de weinig fijnzinnige cultuur van de gehuchten in The Deep South. Een fabriek met arbeidershuizen er dicht omheen, een kerk, een Winkel van Sinkel en een café. Jaren dertig. Armoe, verveling, drank, ruzies en wraakzucht. De hoofdpersonages in De ballade van het treurige café veroorzaken misère of lijden eronder, om beurten of tegelijkertijd.

Mannetje

Miss Amelia is een eigenzinnige dame die haar mannetje staat; ze leeft goed van haar winkel die opeens tot een café blijkt uit te kunnen groeien. Ze is tien dagen getrouwd geweest met een ruwe bolster die er alles voor over had om voor haar te blijven vallen. Van meet af aan vergeefs. Ze deelden het bed niet eens. Grote vraag: waarom trouwde ze dan met de man? Aasde ze op wat hij in zijn koffer meebracht? De lezer mag gissen.

Niet alleen die vraag blijft door het hoofd gaan, ook wil je weten wat de dreiging is die in de lucht hangt. Wraak van de afgewezen echtgenoot? Stap voor stap neemt McCullers de lezer mee richting het afschuwelijke. Spannend dus, maar om die spanning is het niet in de eerste plaats te doen. Ze is het effect van hoe de drie hoofdpersonages in elkaar zitten en op elkaar reageren. Hun gedragingen nemen steeds meer absurde vormen aan. Het groteske lijkt ingezet om het bizarre van de gebeurtenissen te verhevigen, want die gaan soms over de top.

Compact

McCullers’ stijl van schrijven staat stoer overeind. Het is genieten geblazen van haar kunst om locaties voor het geestesoog op te roepen. Ze weet allerlei soorten mensen raak te karakteriseren. Volgens haar biografie ontleent ze haar beschrijvingen niet uit haar fantasie, maar uit haar eigen herinneringen van bestaande locaties en mensen. Het lijkt alsof ze tegenover je in een rocking chair zit en een verhaal in flashback vertelt.

Pas geleden is ook haar befaamde roman Het hart is een eenzame jager verschenen. Deze novelle was opgedragen aan de minnaar van McCullers’ echtgenoot. Op de eerste had ook zij een oogje, met de tweede hertrouwde ze na hun scheiding. Iets van dit ingewikkelds is in De ballade van het treurige café terug te vinden.

Halverwege het verhaal onderbreekt McCullers zichzelf met een korte beschouwing over de liefde. Als je die achteraf weer leest, vraag je je af in hoeverre je erin kunt vinden; zowel in verband met het verhaal, als met je eigen ervaring in de liefde.

Boeken / Fictie

Pijn die laat ademhalen

recensie: Guzel Jachina - Zulajka opent haar ogen

Helemaal vrij van smetten is het niet, maar slechts zelden verschijnt er een debuutroman die zich zo vol in het beschreven leven stort als Guzel Jachina’s Zulajka opent haar ogen.

De eerste pagina’s van Zulajka opent haar ogen moeten de koudste zijn uit alle recent verschenen literatuur. Het is januari 1930, we openen midden in het ‘doffe geloei van de januarisneeuwstorm’ en de vloer is zo koud dat hij voetzolen ‘brandt’. Tientallen pagina’s gaat Guzel Jachina (1977) door: sneeuw, sneeuw, sneeuw, en te midden van die barre omstandigheden het leven van Zulajka, haar man en haar schoonmoeder. Misschien is overleven het betere woord.

Deportatie

Dan vallen de Sovjetautoriteiten binnen: Zulajka’s familie werkt als boer. Als koelak, wat betekent dat Zulajka’s man Moertaza een rijke boer is – een nogal rekkelijk begrip, stelt vertaler Arthur Langeveld in een verhelderend nawoord: zo rekkelijk, dat het vooral neerkwam op de meest ijverige boeren. In het land der blinden is eenoog koning. In de eerste maanden van het jaar 1930 betekent dat weinig goeds voor die eenoog: de door Stalin ingezette collectivisatie van de landbouw is dan net op gang gekomen. Als afschrikmiddel worden de koelakken, de vermoedelijke tegenstanders van Stalins beleid, vermoord of naar Siberië gedeporteerd. Dat eerste overkomt Moertaza, dat tweede Zulajka.

Wat volgt, is een roman over een van de meest gruwelijke geschiedenissen uit de twintigste eeuw. Het bestaan in het kamp in de Siberische taiga is zwaar, mensonterend en de gang van zaken is niet te volgen. De van oorsprong Tartaarse Jachina beschrijft levens die ontdaan zijn van bijna alles waarmee mensen zich normaliter mee omringen. Te midden van dat alles zoekt Zulajka naar een pijn die haar ‘tenminste laat ademhalen’ – en Jachina vindt dat.

Overdonderend

Uitgeverij Querido schrijft op het achterplat dat Jachina zich voor Zulajka opent haar ogen gebaseerd heeft op het verhaal van haar grootmoeder. Maar een dergelijk autobiografisch frame is wel het laatste dat deze roman nodig heeft. Zulajka opent haar ogen is een overdonderende debuutroman, die alleen naar het einde toe ontsierd wordt door minder scherpe dialogen en door een overvloed aan onnodige cliffhangers. Vanaf de eerste pagina is echter duidelijk dat Jachina een natuurtalent is.

Haar proza combineert volkswijsheden (‘voor zonsopgang is de slaap het diepst’), lyrische natuurbeschrijvingen (‘De weelderige groene borst van de linkeroever bolde steil op als deeg dat in een kuip is gerezen’) en de gruwelijkheden in het kamp (Zulajka die haar zoon geen moedermelk, maar haar eigen bloed voert). Door dat alles heen klinkt Zulajka’s ongeletterde stem door in het verhaal. Het effect is een tragische, rijke, treurige roman: zware kost, maar nergens onverteerbaar.

Europa
Boeken / Non-fictie

Waarschuwing voor Europa

recensie: James Kirchick - Het einde van Europa
Europa

In Het einde van Europa schetst de Amerikaanse journalist James Kirchick een somber beeld van Europa. Alles wat we voor vanzelfsprekend houden – vrijheid, welvaart en vrede – staat op de tocht.

Let Europe be whole and free.’ Dit, zo zei de toenmalige Amerikaanse president George Bush in een toespraak in 1989, zou de nieuwe missie van de NAVO worden. De tijd dat de verdeling van Europa in een vrij en in een door de Sovjet-Unie overheerst deel als vaststaand feit geaccepteerd diende te worden, was voorbij. Na vier decennia moest het IJzeren Gordijn geopend worden. Enkele maanden na deze toespraak, viel de Berlijnse Muur en was de Koude Oorlog over.

Verdeel en heers

Dit vrije Europa staat echter weer onder druk, zo waarschuwt de Amerikaanse journalist James Kirchick. En het gevaar komt wederom uit Rusland. De marxistische ideologie van de Sovjets is ingeruild voor het nationalistische en traditionalistische geluid van Vladimir Poetin, maar het doel is hetzelfde: Europa losweken van Amerika zodat Oost-Europa weer binnen de Russische invloedssfeer komt te liggen.

Met de aloude ‘verdeel en heers’-tactiek probeert Rusland dat doel te bereiken. Moskou is bezig een wig te drijven tussen Europa en Amerika en tussen West- en Oost-Europa. De Russen zetten allerlei middelen in om de verdeeldheid te bewerkstelligen: propaganda (‘nepnieuws’), het paaien van politieke elites, het steunen van anti-Europese populisten als Marine Le Pen, het dreigen met geweld en, zoals in het geval van Oekraïne en Georgië, het ook daadwerkelijk overgaan tot militair geweld.

Edward Snowden en Julian Assange zijn ook pionnen in het Russische spel. Snowden is volgens Kirchick geen klokkenluider maar een verrader die, net als Assange, met Rusland onder één hoedje speelt. Hard bewijs heeft hij niet, maar hij maakt het wel aannemelijk. Want waarom kreeg hij zo makkelijk asiel in Rusland? En wat betreft Assange: waarom zijn er via WikiLeaks alleen documenten uitgelekt die Westerse landen schaden maar blijven Rusland en China buiten schot? De veiligheidsdiensten van die landen gaan toch veel verder in het controleren van hun burgers?

Gemakzuchtig

Kirchick houdt een pleidooi voor het belang van Europa en de Europese waarden en waarschuwt ervoor dat die niet vanzelfsprekend zijn en dus verdedigd moeten worden. Met name de West-Europese landen gaan volgens hem te gemakzuchtig met de Russische dreiging om. Europese landen geven nog steeds te weinig uit aan defensie en werken onvoldoende samen aan een gemeenschappelijk buitenlandbeleid. Het gevoel van urgentie is er in sommige Oost-Europese landen, maar zeker niet in de hoofdsteden van West-Europa.

Meer nog dan aan Europeanen, lijkt het boek gericht aan Amerikanen. Want ook in de VS voelt men niet de urgentie van de dreiging, schrijft Kirchick, terwijl Europa het strategische brandpunt van Amerika zou moeten zijn. ‘Een kleinere rol van Europa op het wereldpodium, om niet te spreken van een ineenstorting, zou niet alleen voor het continent zelf maar ook voor de Verenigde Staten en de wereld een tragedie zijn.’ Europa en Amerika hebben elkaar nodig om de vrijheid in de wereld te verdedigen.

Het boek is merkbaar geschreven voor een Amerikaans publiek dat minder goed op de hoogte is van de Europese politieke actualiteit. De hoofdstukken die niet gaan over de Russische dreiging, kenmerken zich door oppervlakkigheid. Het hoofdstuk over de Brexit gaat met name over de ‘ranzige’ campagne van de Brexiteers maar een degelijke duiding van de Brexit blijft achterwege. Dezelfde intellectuele gemakzucht ligt ten grondslag aan het ondermaatse niveau van de hoofdstukken over de Griekse crisis, de benarde situatie van Joden in Frankrijk en de nationalistische kijk op de geschiedenis van de Hongaarse premier Viktor Orbán. Misschien interessant voor de Amerikaanse lezer, maar voor de gemiddelde Europeaan die wel eens een krant leest, is het allemaal oud nieuws. Het enige wat Kirchick eraan toevoegt, is zijn morele verontwaardiging – en daar is hij zo scheutig mee, dat het irritatie opwekt.

Eenzijdig

Kirchick had zich beter volledig op de Russische dreiging kunnen richten. In plaats van die oppervlakkige uitstapjes, had hij meer aandacht kunnen besteden aan de visie van Moskou en de Europese politici die hij beschuldigt handlangers van Poetin te zijn. Waarom staan zij voor een betere relatie met Rusland? Kirchick verklaart dat alleen uit omkoping of autoritaire neigingen van die Europese leiders, maar dat verklaart niet waarom de (voormalige) Italiaanse premier Matteo Renzi ook immer pleitte voor toenadering tot Rusland. Kirchicks wens van een gezamenlijk Europees buitenlandbeleid, maakt hem blind voor de verschillende nationale belangen van de Europese lidstaten.

Ook besteedt Kirchick weinig aandacht aan de visie vanuit Moskou. Waarom streeft Rusland naar een minder op Europa betrokken Amerika? Waarom vreest het land de uitbreiding van de NAVO en de EU? Wat zijn de belangrijkste stategische doelen van de Russen – en waarom?

Dat Kirchick weigert de positie van de tegenstander serieus te onderzoeken lijkt te zijn ingegeven door de misvatting dat begrip hebben van gelijkstaat aan begrip hebben voor. Dat is zonde. De dreigingen die hij schetst zijn reëel maar voor een oplossing is een begrip van de beweegredenen van de tegenstander geen overbodige luxe. Daartoe doet hij geen poging en daarmee maakt hij zich schuldig aan wat hij de Europeanen verwijt: hij neemt de dreiging niet serieus genoeg.