Een zakelijke opsomming van gebeurtenissen
Arjan Visser vertelt in Hotel Linda het levensverhaal van de hoogbejaarde Jonah Jacobson. Het is een levensverhaal dat door de afstandelijke manier van vertellen niet beroert, maar de lezer onverschillig laat.
Jonah Jacobson keert na vijfenzestig jaar terug naar Amsterdam om op zoek te gaan naar Linda, de vrouw die hem tijdens de oorlog hielp vluchten. Op het moment echter dat hij voet zet in Amsterdam, belandt hij in een draaikolk van herinneringen en waanbeelden. Jacobson herbeleeft zijn jeugd in een stad waar hij inmiddels van vervreemd is geraakt.
Een oplosbare puzzel
De lezer wordt meegenomen in Jacobsons herinneringen. Herinneringen aan zijn jeugd, zijn leven als jood in Amsterdam tijdens de oorlog, zijn vlucht naar Brazilië en het leven dat hij opbouwde in Brazilië lopen kriskras door elkaar. Het zijn puzzelstukjes waarmee de lezer uiteindelijk in staat is het levensverhaal van Jacobson te construeren.
Het is bovendien voor de lezer niet moeilijk om Jacobsons waanbeelden van echte herinneringen te onderscheiden. En dat is raar, want de lezer leest het verhaal door de ogen van een hoogbejaarde, zeer verwarde man. Het lijkt er dan ook op dat het idee om een oude man verstrikt te laten raken in een web van herinneringen en waanbeelden slechts een middel is om het levensverhaal van een slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Dit hoeft natuurlijk niet af te doen aan de kwaliteit van de roman, maar in het geval van Hotel Linda wordt de middelmaat helaas niet ontstegen.
Gebrek aan reflectie
Het grote mankement van de roman is dat de personages, inclusief Jacobson, heel vlak blijven en geen enkele ontwikkeling doormaken. Jacobson verhoudt zich op geen enkele manier tot wat hem overkomt als hij eenmaal in Amsterdam is of tot de gebeurtenissen van vroeger. Iedere emotie of reflectie ontbreekt. Een voorbeeld daarvan is Jacobson die zich inbeeldt dat hij een gesprek heeft met Delmonte, de man die Linda neerschoot en die een prominente rol heeft gespeeld in het leven van Jacobson. Aan het einde van het gesprek wordt duidelijk gemaakt dat dit een waanbeeld was: ‘De man die te lang te dichtbij is geweest, komt eindelijk overeind. Het is Delmonte niet.’
Je zou verwachten dat dergelijke gebeurtenissen indruk zouden maken op Jacobson, zeker omdat zijn vroegere leven weer heel dichtbij komt als hij eenmaal terug is in Amsterdam. Er wordt echter overgegaan tot de orde van de dag en er wordt met geen woord meer gerept over deze gebeurtenis. Zo gaat het met iedere herinnering en ieder waanbeeld. Dit zorgt ervoor dat het boek niet meer is dan een zakelijke, niet-chronologische vertelling van gebeurtenissen.
Overschot aan afstand
Doordat Jacobson niet reflecteert op zijn verleden, maar hij wel de verteller is van dat verleden, krijgt de roman een vlak en afstandelijk karakter. En dat kan toch niet de bedoeling geweest zijn van Arjan Visser. Het feit dat Jacobson op zoek gaat naar Linda en het feit dat zijn terugkeer hem zo verwart, maakt immers al duidelijk dat Jacobson niet onverschillig is ten aanzien van zijn verleden.
Het vlakke en afstandelijke karakter van de roman zorgt ervoor dat de lezer zich niet kan verhouden tot het vertelde. Het verhaal laat de lezer onverschillig. Hotel Linda had een intrigerend verhaal kunnen zijn waarbij zowel hoofdpersonage als lezer verstrikt raakt in een web van herinneringen. Het had ook een indringend verhaal kunnen zijn over de invloed van de Tweede Wereldoorlog. Het is echter een afstandelijke vertelling geworden die geen sporen nalaat.