Huiskamersfeer in kleine zaal Paradiso
In de kleine zaal van Paradiso is vanavond, helemaal uit Brooklyn, de band rond multi-instrumentalist Michael Grubbs te zien en te horen. Van zijn jeugddroom om priester te worden zag hij op latere leeftijd af, maar vanavond krijgt hij ook de kans om voor een aandachtig publiek zijn verhalen te vertellen.
Al vanaf 2007 schrijft Wakey!Wakey! mooie liedjes. De band heeft inmiddels alweer 10 cd’s en ep’s op haar naam staan. Wereldwijd heeft de band een grote fanbase opgebouwd. Dat veel van hun nummers zijn gebruikt in de Netflix-hitserie One Tree Hill, zal daarbij geholpen hebben. In Nederland hebben ze echter (nog) niet zoveel bekendheid.
Ontspannen sfeer
In de andere zaal van Paradiso speelt vanavond een nogal luidruchtige act. De beats klinken door tot in de kleine zaal beneden, waardoor het publiek ongewenst kan meegenieten. Aan Elizabeth Ziman van Elizabeth & the Catapult de taak om zich hier niks van aan te trekken.
Geen enkel probleem, laat ze weten: ‘Fuck the drum ’n bass!’ Met haar innemende verschijning en een stem die aan Sara Bareilles of Regina Spektor doet denken, brengt ze haar liedjes ten gehore, met gitaar of vanachter de piano. Het handjevol mensen dat op dat moment in de zaal is, is stil en luistert aandachtig. Soms lachen ze ook, want Elizabeth vertelt veel vermakelijke persoonlijke anekdotes tussendoor. Haar teksten zijn niet doorsnee, zo is een van haar nummers een ode aan alle ondergewaardeerde bassisten in de wereld. Ze kan het niet vaak genoeg herhalen in het nummer: ‘We all wanna fuck a bassplayer’. Elizabeth zet met haar optreden de toon van de avond; een intieme en ontspannen sfeer. Paradiso wordt vanavond voor even een heel grote huiskamer.
Na deze fijne opwarmer betreedt Wakey!Wakey! het podium. Michael Grubbs, verantwoordelijk voor de teksten en muziek, neemt zelf plaats achter het keyboard. Voor de meeste nummers wordt hij bijgestaan door gitarist en violiste. Met zijn drieën laten ze de verhalende liedjes van Wakey!Wakey! goed tot hun recht komen. De teksten gaan bijna allemaal over de liefde – maar liefst drie nummers van de set hebben zelfs een titel waarin ‘love’ voorkomt – en variëren van licht deprimerend tot vrolijk.
Diehard fans
In eerste instantie lijkt Grubbs er weinig zin in te hebben vanavond. Vijf liedjes worden er in hoog tempo doorheen gejaagd, voordat hij eindelijk iets tegen het publiek zegt. Het wordt hem direct vergeven, hierna heeft hij namelijk alle aandacht voor de aanwezigen in de zaal.
Grubbs zit met zijn zijkant naar het publiek toe, maar vaak wendt hij zich in de richting van de zaal om oogcontact te maken. Hier en daar geeft hij zelfs een subtiele knipoog weg. Als hij speelt lijkt hij compleet op zijn gemak op het podium. Dit beeld wordt enkel verstoord doordat hij, als hij zijn handen vrij heeft, nerveus zit te draaien op zijn kruk, en onrustig over zijn benen wrijft. Dat de sfeer misschien iets té ontspannen is, blijkt bij het nummer ‘Homeless Poets’. Als Grubbs een paar woorden heeft gezongen meldt hij dat de tekst van het eerste couplet hem ontschoten is. Gelukkig wordt hij uit de brand geholpen door het publiek, dat de tekst wel uit het hoofd kent. Ook de rest van de avond kan een groot deel van het publiek alle teksten meezingen, terwijl de anderen muisstil staan te luisteren. Vanavond telt kwaliteit in plaats van kwantiteit. De zaal mag dan bij lange na niet gevuld zijn, de mensen die er zijn, zijn wel de diehard fans.
Bij een aantal nummers is het meezingen duidelijk te horen. Elke keer als dat gebeurt kijkt Grubbs half trots en half verlegen even de zaal in. Hij lijkt oprecht dankbaar te zijn voor zijn fans. En wat is nou een mooier dankbetoon dan een prachtige set van 21 mooie liedjes? Precies, niks. Na vanavond is duidelijk: Wakey!Wakey! houdt van haar fans, en die liefde is geheel wederzijds.