Tag Archief van: landscape

Boeken / Fictie

Multicultureel Ierland

recensie: Roddy Doyle (vert. Daphne de Heer) - The Deportees

Roddy Doyle is de succesvolste Ierse schrijver van dit moment. Zijn kracht ligt in zijn frisse humor en grote inlevingsvermogen, een combinatie waarmee hij een groot publiek betrokken weet te maken bij het wel en wee van zijn personages. In zijn verhalenbundel The Deportees schetst hij in acht typische Doyle-verhalen de invloed van immigratie op de Ierse samenleving.

Cijfermatig bezien is de Ierse situatie redelijk te vergelijken met die van Nederland: ongeveer 1 op de 10 inwoners in Ierland is tegenwoordig van niet-Ierse afkomst. Zo rond het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw werd de invloed van de nieuwkomers steeds sterker voelbaar. ‘Ik ging in het ene land naar bed en werd wakker in het andere’, schrijft Doyle in het voorwoord. Met de toestroom van nieuwe mensen ontstonden ook in Ierland als vanzelf de urban legends; sterke verhalen waarvan niemand de oorsprong nog kan achterhalen maar die graag voor waar worden aangenomen. Ze vormden voor Doyle een bron van inspiratie:

Een Poolse vrouw die een flat huurde en de plek, nog voor de huurbaas de huur had geïnd, in een bordeel had veranderd, zij en haar zeven zusters en haar neef, de pooier. Deze verhalen hoorde ik van taxichauffeurs. Het leek mij wel wat om er zelf ook een paar te bedenken.

In het jaar 2000 startten twee Nigeriaanse journalisten een multiculturele krant, de Metro Eireann, en toen Doyle met de makers in contact kwam, besloot hij voor de krant te gaan schrijven. Het resulteerde in de acht verhalen uit The Deportees. Bijna allemaal hebben ze gemeen dat iemand die geboren is in Ierland een immigrant ontmoet.

Jimmy Rabitte

Het levert nogal uiteenlopende verhalen op, zowel thematisch als kwalitatief. Het boek begint sterk. Het openingsverhaal over een vader die te horen krijgt dat zijn dochter een Afrikaans vriendje heeft uitgenodigd voor het eten, waardoor zijn tolerantie tot het uiterste wordt getest, zal voor de Doyle-fans een en al herkenning zijn. Diezelfde fans zullen ook blij zijn met de hernieuwde kennismaking met Jimmy Rabbitte, de hoofdpersoon uit Doyles succesvolle roman The Commitments uit 1986. In het titelverhaal The Deportees stelt hij nu een band samen uit een bijzonder internationaal gezelschap. Juist omdat het zo sterk leunt op de plot van The Commitments is het helaas niet het sterkste verhaal uit de bundel.

Elders is Doyle beter op dreef: in het hilarische verhaal ’57 procent Iers’ wordt een wetenschapper door de voor immigratie verantwoordelijke minister gevraagd om een nogal subjectieve test te ontwikkelen waarmee is vast te stellen ‘hoe Iers’ een immigrant is, om bij een te lage score een goed excuus te hebben om tot uitzetting over te gaan. ‘De Nieuwe Jongen’ beschrijft de eerste schooldag van een jongen die gevlucht is voor het geweld in zijn vaderland en nu moet leren omgaan met de pestkoppen in zijn klas.

Optimisme


Maar hoe fris Doyle ook schrijft in The Deportees, toch lijkt het alsof hij zijn ei in het korte verhaal niet echt kwijt kan. Voor de vertrouwdheid met de hoofdpersonen, die Doyle in zijn romans zo goed weet te kweken, ontbreekt in de korte verhalen de ruimte. Zeker aan het einde van het boek doen de verhalen wat gehaast aan, alsof de schrijver eigenlijk nog niet klaar was, maar omwille van het halen van een deadline snel naar een einde toe heeft geschreven.

Toch is deze bundel de moeite van het lezen waard, al was het maar om het sterk aanwezige positivisme. In alle verhalen – op een onvervalst horrorverhaal over een Oost-Europese au pair na – klinkt optimisme over het nieuwe Ierland door, ook als de verhalen gaan over uitbuiting en racisme. Doyle heeft acht situatieschetsen gemaakt waarin de werkelijkheid van immigratie op geestige wijze van twee kanten worden belicht. Juist in die combinatie van harde werkelijkheid en koppig optimisme is Roddy Doyle op zijn best. Alles komt goed, ook al is het misschien niet nog vandaag.

 

Boeken / Fictie

Multicultureel Ierland

recensie: Roddy Doyle (vert. Daphne de Heer) - The Deportees

Roddy Doyle is de succesvolste Ierse schrijver van dit moment. Zijn kracht ligt in zijn frisse humor en grote inlevingsvermogen, een combinatie waarmee hij een groot publiek betrokken weet te maken bij het wel en wee van zijn personages. In zijn verhalenbundel The Deportees schetst hij in acht typische Doyle-verhalen de invloed van immigratie op de Ierse samenleving.

Cijfermatig bezien is de Ierse situatie redelijk te vergelijken met die van Nederland: ongeveer 1 op de 10 inwoners in Ierland is tegenwoordig van niet-Ierse afkomst. Zo rond het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw werd de invloed van de nieuwkomers steeds sterker voelbaar. ‘Ik ging in het ene land naar bed en werd wakker in het andere’, schrijft Doyle in het voorwoord. Met de toestroom van nieuwe mensen ontstonden ook in Ierland als vanzelf de urban legends; sterke verhalen waarvan niemand de oorsprong nog kan achterhalen maar die graag voor waar worden aangenomen. Ze vormden voor Doyle een bron van inspiratie:

Een Poolse vrouw die een flat huurde en de plek, nog voor de huurbaas de huur had geïnd, in een bordeel had veranderd, zij en haar zeven zusters en haar neef, de pooier. Deze verhalen hoorde ik van taxichauffeurs. Het leek mij wel wat om er zelf ook een paar te bedenken.

In het jaar 2000 startten twee Nigeriaanse journalisten een multiculturele krant, de Metro Eireann, en toen Doyle met de makers in contact kwam, besloot hij voor de krant te gaan schrijven. Het resulteerde in de acht verhalen uit The Deportees. Bijna allemaal hebben ze gemeen dat iemand die geboren is in Ierland een immigrant ontmoet.

Jimmy Rabitte

Het levert nogal uiteenlopende verhalen op, zowel thematisch als kwalitatief. Het boek begint sterk. Het openingsverhaal over een vader die te horen krijgt dat zijn dochter een Afrikaans vriendje heeft uitgenodigd voor het eten, waardoor zijn tolerantie tot het uiterste wordt getest, zal voor de Doyle-fans een en al herkenning zijn. Diezelfde fans zullen ook blij zijn met de hernieuwde kennismaking met Jimmy Rabbitte, de hoofdpersoon uit Doyles succesvolle roman The Commitments uit 1986. In het titelverhaal The Deportees stelt hij nu een band samen uit een bijzonder internationaal gezelschap. Juist omdat het zo sterk leunt op de plot van The Commitments is het helaas niet het sterkste verhaal uit de bundel.

Elders is Doyle beter op dreef: in het hilarische verhaal ’57 procent Iers’ wordt een wetenschapper door de voor immigratie verantwoordelijke minister gevraagd om een nogal subjectieve test te ontwikkelen waarmee is vast te stellen ‘hoe Iers’ een immigrant is, om bij een te lage score een goed excuus te hebben om tot uitzetting over te gaan. ‘De Nieuwe Jongen’ beschrijft de eerste schooldag van een jongen die gevlucht is voor het geweld in zijn vaderland en nu moet leren omgaan met de pestkoppen in zijn klas.

Optimisme


Maar hoe fris Doyle ook schrijft in The Deportees, toch lijkt het alsof hij zijn ei in het korte verhaal niet echt kwijt kan. Voor de vertrouwdheid met de hoofdpersonen, die Doyle in zijn romans zo goed weet te kweken, ontbreekt in de korte verhalen de ruimte. Zeker aan het einde van het boek doen de verhalen wat gehaast aan, alsof de schrijver eigenlijk nog niet klaar was, maar omwille van het halen van een deadline snel naar een einde toe heeft geschreven.

Toch is deze bundel de moeite van het lezen waard, al was het maar om het sterk aanwezige positivisme. In alle verhalen – op een onvervalst horrorverhaal over een Oost-Europese au pair na – klinkt optimisme over het nieuwe Ierland door, ook als de verhalen gaan over uitbuiting en racisme. Doyle heeft acht situatieschetsen gemaakt waarin de werkelijkheid van immigratie op geestige wijze van twee kanten worden belicht. Juist in die combinatie van harde werkelijkheid en koppig optimisme is Roddy Doyle op zijn best. Alles komt goed, ook al is het misschien niet nog vandaag.

 

Boeken / Fictie

Les Misérables in de 20e eeuw

recensie: Romain Gary (vert. Jenny Tuin) - Een heel leven voor je

In de roman Een heel leven voor je van Romain Gary (1914-1980) doen het jonge weeskind Momo en zijn bejaarde verzorgster Madame Rosa er alles aan om bij elkaar te blijven, zelfs als dit ten koste gaat van de ander. Het verhaal, dat zich afspeelt in het na-oorlogse Parijs, wordt geheel verteld vanuit het oogpunt van Momo.

In de multiculturele wijk Belleville runt de bejaarde ex-prostituee Madame Rosa een illegaal tehuis voor de kinderen van hoeren uit de buurt. Madame Rosa begint zich steeds meer te hechten aan Momo, een van haar protegés die zijn ouders nog nooit heeft gezien. Momo beschrijft zijn relatie met Madame Rosa en de zelfkant van Parijs met veel detail. Door middel van dit perspectief geeft Gary zijn visie op de Franse samenleving. Daarnaast is Een heel leven voor je erg goed geschreven. De vroegrijpe stem van Momo is overtuigend en slaagt erin om de lezer mee te laten leven met de personages.

Prix Goncourt

~

Voor zijn debuut Les racines du ciel (De laatste kudden van Afrika) won Gary in 1956 de prestigieuze Prix Goncourt. Hij zou de prijs nogmaals ontvangen in 1975 voor Een heel leven voor je, destijds uitgebracht onder het pseudoniem Emile Ajar. Dat maakt hem de enige schrijver die de Prix Goncourt twee keer wist te winnen. Gary was tijdens zijn leven een van de populairste en meest actieve Franse schrijvers. Hij publiceerde meer dan dertig roman, essays en memoires, waarvan sommige onder verschillende pseudoniemen.

In de loop van Een heel leven voor je takelt de oude Madame Rosa langzaam helemaal af. Rosa is getraumatiseerd door haar verblijf in Auschwitz, maar ze probeert haar angst te bezweren met stapels valse persoonsbewijzen, het portret van Adolf Hitler, en een schuilplaats in de kelder. De buurtbewoners – de straat wordt hoofdzakelijk bewoond door Afrikanen, Arabieren en Joden – staan de vrouw zoveel mogelijk bij in het opvoeden van de kinderen. Verteller Momo krijgt steeds meer verantwoordelijkheden voor het huishouden aan de Rue Bisson. Momo en Madame Rosa doen er alles aan om bij elkaar te blijven; zelfs als de vrouw erg ziek is weigert ze naar het ziekenhuis te gaan.

Victor Hugo

In Een heel leven voor je verwijst Gary veelvuldig naar de Franse klassieker Les Misérables van Victor Hugo. Zo heeft de oude vriend van Momo, Monsieur Hamil, vaak een boek van Victor Hugo bij zich en noemt hij Momo aan het einde van de roman zelfs Victor. Ook het thema van de twee boeken komt overeen: morele superioriteit manifesteert zich onafhankelijk van sociale klasse of leeftijd.

Net als Les Misérables zoomt Een heel leven voor je in op mensen uit de lagere sociale klasse om iets duidelijk te maken over de maatschappelijke thema’s van de tijd. In het boek snijdt Gary enkele belangrijke onderwerpen aan, zoals de multiculturele maatschappij in de Parijse wijken, de rigiditeit van de Vierde Republiek en de klassenverschillen in Frankrijk. Hij schildert de saamhorigheid en loyaliteit in de Parijse wijk Belleville af als een ideaalbeeld voor Frankrijk: een blauwdruk voor een betere samenleving. Gary is er goed in geslaagd om zijn ideeën over de Franse samenleving te combineren met een meeslepend verhaal.

Boeken / Non-fictie

Winnie de Poeh heeft het moeilijk

recensie: Trudy Dehue - De depressie-epidemie

Volgens bepaalde onderzoeken zijn Nederlanders welvarende, vrije en veilige mensen. Ondertussen slikken we steeds meer antidepressiva. Bovendien worden we overspoeld door een gigantisch aanbod van therapieën, zelfhulpboeken en andere informatie over depressiviteit. Hoe valt het een met het ander te rijmen? Trudy Dehue gaat in op deze zaken in het boek De depressie-epidemie.

Trudy Dehue (hoogleraar wetenschapstheorie en -geschiedenis aan de Universiteit Groningen) gaat in De depressie-epidemie in op de geschiedenis van het woord depressie en analyseert de vercommercialisering van de wetenschap. Ze bespreekt antidepressivareclames en door de overheid gefinancierde depressiecampagnes en zet kanttekeningen bij het wetenschappelijk onderzoek m.b.t. depressie. Dehue vraagt zich af waar al die aandacht voor depressie vandaan komt. Sterker nog: ze vraagt zich af wat we überhaupt vandaag de dag verstaan onder het woord depressie.

Trudy Dehue publiceerde eerder al over de verborgen vooronderstellingen van menswetenschappelijke kennis in vooraanstaande internationale tijdschriften zoals Isis, en History of the Human Sciences. Haar boek De depressie-epidemie belicht deze vooronderstellingen ten opzichte van het begrip depressie. En geeft aan wat dat voor ons begrip van die term en hoe we er mee omgaan betekend.

Er was eens…
Aan de hand van een kritische blik op de geschiedenis van het woord depressie én de rol van de verschillende betrokkenen rondom depressie probeert Trudy Dehue een beter begrip te kweken ten opzichte van de rol die het woord depressie in onze samenleving vervult. Daarvoor begint de schrijfster met een uiteenzetting over de ontstaansgeschiedenis van het begrip depressie. Ze laat zien dat je niet zomaar kunt spreken van een toename van depressiegevallen, aangezien het woord depressie in de loop der jaren steeds binnen een andere context optreedt. De definitie is aan verandering onderhevig waardoor vergelijkingen met het verleden krom gaan. Niets is zo veranderlijk als de wereld om ons heen en niets is dus ook zo veranderlijk als ons begrip van die wereld en de begrippen die daaruit voortvloeien. Want kunnen we echt de melancholie van weleer vergelijken met de depressie van vandaag de dag?

Maar waar komt dan het idee vandaan dat depressie een steeds groter gezondheidsprobleem aan het worden is? Om het antwoord op deze vraag te vinden duikt Dehue niet alleen in de ontstaansgeschiedenis van het begrip depressie zelf, maar ook in de rol die overheid, wetenschap en farmaceutische industrie spelen in onze opvattingen over depressie. En die partijen blijken allemaal in mindere of meerdere mate bij te dragen aan de toename van het antidepressivagebruik. Het is de onderlinge verweven- en afhankelijkheid van deze drie partijen die een objectieve benadering van het begrip depressie uiterst moeizaam maakt.

Bittere pil
Dat de farmaceutische industrie graag met cijfers komt die ons aansporen om maar vooral antidepressiva te slikken, is niet bepaald verrassend. Maar de rol die wetenschap en overheid in dit verhaal spelen zal toch menig wenkbrauw doen fronsen. Trudy Dehue laat zien dat deze laatste twee partijen niet altijd zo onafhankelijkheid zijn als we wellicht van hen verwachten. Bewust of onbewust laten ze zich bij tijd en wijle beïnvloeden door allerlei factoren die een objectieve, onafhankelijke benadering van de depressieproblematiek in de weg staan. Alleen al het feit dat alle partijen steeds meer uitgaan van een biologische achtergrond van depressie -en dus van behandeling door antidepressiva- wijst op een beperkte benadering van de problematiek. Waarbij vooral de farmaceutische industrie garen spint.

De depressie-epidemie probeert dit alles vanuit de huidige maatschappelijke context te verklaren. Een context die een logisch, maar niet bij voorbaat juist gevolg is van de historische ontwikkelingen in de wetenschap, commercie en maatschappij. Gelukkig zijn er ook tegengeluiden te horen zoals in de vergelijking die Canadese kinderartsen optekenden met behulp van Winnie the Pooh:

‘Het leven in het Honderdbunderbos is lang niet zo onschuldig als het lijkt. Met de hedendaagse mogelijkheden om psychische stoornissen te herkennen, begrijpen we dat Poehs fixatie op honing eigenlijk een symptoom is van de obsessieve compulsieve stoornis, terwijl hij met zijn brein vol vluchtige gedachten ook nog lijdt aan ADHD. Die laatste stoornis trof het springerige Teigetje trouwens eveneens. En kijk eens met professionele blik naar het zenuwachtig blozende Knorretje, dat toch duidelijk een angststoornis heeft. De zwartkijker Iejoor is in feite helemaal niet vertederend, die is gewoon depressief.’

Dit voorbeeld laat zien hoe men tegenwoordig al snel iemand in een diagnostisch hokje tracht te duwen. Geen wonder dat we steeds depressiever worden!

Herstel
Al met al zou je haast depressief worden bij het lezen van dit boek. Er worden namelijk behoorlijk wat beweringen gedaan door overheid, wetenschap en industrie zonder dat daar keiharde bewijzen voor te vinden zijn. Zo word je als lezer in een positie gedrukt die je eigenlijk niet zou willen. Je wilt tenslotte geen depressie aangepraat krijgen.

Aan de andere kant is het echter ook een opbeurend verhaal. Het is namelijk allemaal niet zo somber als het lijkt. Het is gewoon een kwestie van definitie. Trudy Dehue weet al die wetenschappelijke beschouwingen op een frisse onderhoudende manier te brengen. Ondanks de vele verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek wordt het nooit saai en stoffig. Ben je ook maar enigszins geïnteresseerd in de wijze waarop de wetenschap werkt of als je vrolijk wordt van depressies, dan is dit zeker een boek dat het lezen waard is.

In ieder geval is het gewoon eens lekker verfrissend om tussen al die doemscenario’s over een aan depressie ten onder gaande maatschappij een ander geluid te horen. En daarmee is het vertrouwen in de wetenschap weer enigszins hersteld. Gelukkig maar. Ik greep al bijna naar mijn Prozac.

Boeken / Non-fictie

Criminele globalisering

recensie: Misha Glenny (vert. Peter Diderich) - McMaffia

Internationale misdaad en corruptie staan volgens schattingen van het IMF samen garant voor 17 tot 25% van de totale wereldwijde omzet. Het veel meer angst oproepende internationale terrorisme is niet meer dan het kleine ADHD-broertje van deze uit de kluiten gewassen tweeling. In McMaffia. Misdaad zonder grenzen beschrijft Misha Glenny deze economische grootmacht.

McMaffia. Misdaad zonder grenzen beschrijft Misha Glenny deze economische grootmacht.

Misha Glenny is Balkancorrespondent voor de BBC en The Guardian en heeft al een aantal indrukwekkende boeken afgeleverd, zoals The Rebirth of History en De Balkan. 1804-1999. De titel van zijn nieuwe boek heeft Glenny ontleend aan een citaat van Marc Galeotti, een kenner van de Russische maffia, waarin die sprak over de Tsjetsjeense georganiseerde criminaliteit die ‘Tsjetsjeens’ tot een afschrikwekkende merknaam maakten in het voormalige Oostblok.

Op de 38 pagina’s van het eerste hoofdstuk beschrijft Glenny in vogelvlucht hoe de geheime dienst van Bulgarije zich ontwikkelde tot een internationale criminele organisatie. Onder het communisme had de dienst al als hoofdactiviteit smokkel en handel in drugs, wapens en mensen. Na 1979 bezitten ze de meeste zelfstandige bedrijven, persen ze staatsbedrijven af, importeren ze in het Westen gestolen auto’s en ontwikkelen ze zich tot de spil van de Europese vrouwenhandel.

Het beeld onstaat van een volkomen verziekt land (meer nog dan Italië), waarvan de lange tentakels reiken tot aan Joegoslavië, een land waar de internationale misdaad nog professioneler en wreder is.


De opkomende kapitalistische klasse van Bulgarije (foto uit besproken boek).
De opkomende kapitalistische klasse van Bulgarije (foto uit besproken boek).

Rond de wereld
Na de Balkan komen nog een handvol landen aan bod, zoals Kazachstan, Rusland, Oekraïne, Moldavië (dat z’n UEFA-goedgekeurde voetbalstadion financierde met illegale wapenexporten). Vervolgens is het een kleine stap naar de Russische enclave in Tel Aviv, dat als prostitutiebolwerk alleen onderdoet voor Dubai, de witwasserette van de wereld en spil van de illegale mensenhandel (arbeiders en prostituees). Zo gaat het verder langs Nigeria, waar fraude en zwendel de nationale sporten zijn, Zuid-Afrika, Japan en China.

In het boek worden schetsen van het internationale toneel afgewisseld met persoonlijke anekdotes, waaronder beschrijvingen van criminele bijeenkomsten en afrekeningen of de reis van een tot prostitutie gedwongen Russin. Een hoofdstuk over de Canadees-Amerikaanse grens is aanleiding om te filosoferen over het wereldwijd legaliseren van drugs. Het zou gigantische kosten besparen, belasting opleveren en hele netwerken (inclusief terroristische) van hun financiering beroven. Maar zolang een kwart van de landen vrolijk meeverdient aan de drugshandel zal zo’n ommezwaai niet plaats vinden.

Schaduwwereld

In McMaffia toont Misha Glenny een schaduwwereld waar grenzen synoniem zijn met smokkel en sancties met winstkansen. Elk embargo, elke internationale sanctie dwingt een land tot een nieuw illegaal bondgenootschap met een onwaarschijnlijke partij, om toch maar aan wapens, drugs of olie te komen. Elk politiek-regionale conflict heeft een duister crimineel spiegelbeeld. En elk vergaard fortuin vereist internationale contacten voor het witwassen.

Glenny is duidelijk het meest thuis in de Balkan, waarover dan ook het meest opzienbarende hoofdstuk gaat. Daarna verliest deze dikke pil aan kracht naarmate de hoofdstukken verstrijken. Er ontstaat overdaad. Afrika en Azië zijn zeker nog interessant, maar het hoofdstuk over cybercrime stijgt niet uit boven een willekeurig tijdschriftartikeltje. Dat neemt niet weg dat het een indrukwekkend boek is dat het beeld van de wereld weer een stuk somberder maakt.

 

Boeken / Fictie

Verheven banaal

recensie: Kees 't Hart - Ik weet nu alles weer

.

Die postmodernistische vermenging van het banale en verhevene is een constante in zijn laatste bundel. Zo komt een opsommend gedicht over veertien van ’t Harts woonadressen na een gedicht over een denkende Goethe. Een gedicht met ‘epische’ kwaliteiten dat over een oefenwedstrijd tussen spelers van Tuitjenhorn en die van Heerenveen gaat, is zowel een openhartige autobiografische optekening van zijn tijd bij de superfriezen als een poëtica in één. Het gedicht over Franciscus van Assisi heeft een bijlage.

Er is ook op een andere manier naar ’t Harts gedichten te kijken. In de bundel zie je voortdurend dingen uit de poëzie en poëtica van anderen of andere stijlen weerspiegeld, zij het op ‘refractische’ wijze: de eerder genoemde epiek is daar een voorbeeld van, maar ook het gedicht over Goethe dat qua stijl verwant lijkt aan Annemieke Gerrists stijl. Ook is het gedicht ‘Nee’ duidelijk een tegenhanger van Vinkenoogs ‘Ja’ (beluister bijvoorbeeld de gelijknamige cd van Spinvis en Vinkenoog) en lijkt zijn vermenging van het verhevene en het banale een weerslag van poëzie van dichters als Mustufa Stitu en enkele Maximalen. In het titelgedicht reflecteert ’t Hart ook op zichzelf.

Spiegeling wat de klok slaat, nog zoiets wat een prominente rol heeft. Het gedicht ‘Spiegel’ neemt in de bundel dan ook een bijzondere plek in. Het bestaat uit vierenveertig vierregelige strofen, verspreid over acht bladzijden. In maar weinig gedichten is op zo’n structurele wijze de zinsstructuur uit elkaar geslagen. De sporadische werkwoorden hebben geen functie meer, het stikt van de neologismen, er zijn verschillende niet-Nederlandstalige woorden en ook ontbreken nog eens alle leestekens en lidwoorden. Wat overblijft is een opeenvolging van woorden die vrijwel zonder enig grammaticaal verband naast elkaar zijn gerangschikt:

lichtbuit mist wolkpartij bril
touw pakpapier plakband inzet
orgeltoon spuitbus zandvis boek
potage stip spiegel wekker

vlag dadel mast klooflucht
morgensfeer rook uil mokkel
instap belach oker maken
boor vlas stol kaart plakzucht

Omdat de woorden amper meer in een grammaticaal verband met elkaar staan, wordt de communicatieve functie van taal natuurlijk ernstig verstoord. Het titelwoord ‘spiegel’ bijvoorbeeld, kan alles betekenen. Net wat je erin leest eigenlijk: het gepolijste glas dat boven je wastafel hangt; een voorbeeld; een afspiegeling of spiegelbeeld; een omlijst vlak; een achtersteven van een oud oorlogsschip; bovenste laag van een kistje sigaren; het oog van viervoetig wild; (een verkorting van) bladspiegel; enzovoorts. Misschien dient het als metafoor, misschien is het een werkwoord in de eerste persoon enkelvoud o.t.t.

Ziehier een mogelijke bedoeling van het gedicht. Wil de tekst een zinvol geheel worden, moet je met betekenissen gaan spelen. De betekenissen die je aan de tekst toekent zeggen waarschijnlijk meer over jezelf dan over de tekst. Het gedicht is slechts een spiegel waaraan je jezelf spiegelt en waarin je jezelf weerspiegeld ziet. Je hoeft er alleen maar in te kijken.

Van de vermenging van het verhevene en het banale moet je houden. Maar voor wie de bundeling interpreteert als spiegelwerk wordt het des te interessanter. Voor de spiegel van deze taal staand, zie je vooral jezelf. Zie dat maar eens bij veel andere poëzie gebeuren.

Boeken / Fictie

Verschrikkelijk mooi

recensie: Vincent Overeem - Misfit

Het opvallendste aan Misfit van Vincent Overeem is de stijl. Overeem hanteert een bijna pratende manier van schrijven die niettemin zeer precies is. Op laconieke wijze en zonder grote kunstgrepen wordt een zeer ingrijpend verhaal verteld. Het verhaal van twee broers, waarvan de jongste de misfit is.

Overeem heeft oog voor sfeer en detail. De manier waarop met name natuur en landschap wordt beschreven doet denken aan het werk van Nescio. Dezelfde licht melancholische stemming, op het randje van gewilde sentimentaliteit. De manier waarop de held aankijkt tegen mensen die gaan studeren, werken en kostuums dragen, herinnert aan diens verhaal De uitvreter.

Ik herinner me nog de huizen die voorbijgleden. Met die mensen en die meubels en die shitty lives. En toen we uitstapten zei ik tegen Kaat dat overdag de vogels in de lucht vlogen, en ’s nachts de vleermuizen, dat niemand daar oog voor had. We speurden de donkere hemel af en zagen er ten slotte een paar. Kaat slaakte een kreet, pakte me vast en zei dat wíj op de wereld waren om op zulke kleine dingen te letten. En dat ik ervoor moest zorgen dat dat zo bleef. Dat zei ze, echt waar. En thuis naaiden we de sterren van de hemel.

Maar er is beslist geen sprake van imitatie, Misfit is origineel en eigen. Centraal staat de schitterend getekende verhouding tussen twee broers; de oudere die intelligent is en de jongere die niet kan leren en vreemd is. De (naamloze) achttienjarige held woont sinds kort in de stad. Niet om te studeren, zoals in de lijn der verwachtingen lag, maar om zijn huisbaas te helpen bij het bij het leggen van houten vloeren. Hij heeft een relatie met Kaat, een twintigjarige, raadselachtige schone. Hij heeft haar in de tram ontmoet, is haar vervolgens kwijtgeraakt, maar na een verbeten zoektocht van weken weer gevonden. Ze willen iets van elkaar, maar tegelijkertijd houden ze veel achter over zichzelf.

In delen wordt uiteengezet wat er is gebeurd in de tijd die voorafging aan de verhuizing naar de stad. Over de ouders van de held en zijn leven op het platteland; met een vader die veearts is en een stadse moeder die op het platteland niet op haar plaats is. Over hoe goed het in het begin was en alles veranderde toen Krijn, het broertje werd geboren. De vader trok zich mokkend terug, de moeder werd nog ongelukkiger dan ze al was. De idyllische jaren waren voorgoed voorbij.

Misbaksel

En de schuld daarvoor wordt bij Krijn gelegd, die door zijn vader ‘het misbaksel’ wordt genoemd. Hij blijft te klein voor zijn leeftijd, kan niet meekomen op school en is anders dan gewone kinderen. Hij ligt liever in het gras naar de wolken te turen dan zijn huiswerk te maken. Zijn grote broer neemt het voor hem op, beschermt hem tegen de pestkoppen op school en helpt hem met zijn huiswerk. Hij probeert hem af en toe duidelijk te maken dat het gezin niet altijd zo ongelukkig was, maar Krijn kan dat niet geloven. Dan wordt ook duidelijk waarom de held al de tijd dat hij in de stad woont, geen contact meer heeft gehad met zijn ouders en zijn broertje.

De raadsels die op het eind van het boek worden opgelost, vallen als stukjes overtuigend op hun plaats. Maar het grote raadsel rondom het broertje dat zo anders is blijft bestaan. Misfit is werkelijk schitterend. Het is een boek waar je in ondergedompeld wordt. In zijn eenvoud is het tegelijkertijd hartverscheurend en ontzettend mooi; glashelder en raadselachtig. Vincent Overeem is een begenadigd schrijver.

Film / Films

Rijkdom en verveling

recensie: Savage Grace

.

Savage Grace is een kil en stijlvol portret waarin de geleidelijke desintegratie van een welgesteld gezin wordt getoond. Regisseur Tom Kalin baseerde zich net als zijn film Swoon (1992) op een echt schandaal dat de Amerikaanse high society opschrikte. Julianne Moore speelt in de film Barbara Daly, de echtgenote van de rijke erfgenaam Brooks Baekeland. Uit verveling en door emotionele verwaarlozing begint ze decadente spelletje te spelen met haar gereserveerde man en haar kwetsbare zoon.

~

Savage Grace begint bij de geboorte van Antony, de enige zoon van het echtpaar. De film volgt de groeiende conflicten binnen het gezin in verschillende episoden die zich afspelen in de jaren zestig en zeventig. De relatie tussen Barbara en Brooks is al vanaf de eerste scènes gespannen. Julianne Moore speelt Barbara met gepast koel snobisme en een arrogante gevatheid, terwijl Brooks door een beheerste Stephen Dillane wordt vertolkt. Als Antony een puber is verblijft het gezin in Spanje, waar ze de tijd verdoen door sierlijk te niksen in villa’s aan de Spaanse kust. Hier wordt ook de seksuele ambiguïteit van Antony merkbaar. Antony ontmoet een meisje dat uiteindelijk valt op Brooks; tegelijkertijd voelt hij een aantrekkingskracht voor een Spaanse jongen. Nadat Brooks er vandoor gaat met Antony’s Spaanse vriendin blijft hij alleen achter met zijn moeder. De relatie tussen beiden begint daarna incestueuze trekken te vertonen.

Serene steriliteit

Kalin heeft een scherp oog voor de details van rijkdom. Interieurs zijn stijlvol gevangen in de look van de decennia waarin de film zich afspeelt. De mediterrane scènes hebben een serene sfeer van een exotisch toevluchtsoord en de precieze cinematografie weet de personages te vangen als in officiële schilderportretten van rijken en welgestelden. Met deze kille schoonheid weet Kalin de pure oppervlakte te benadrukken van de materiële status van de hogere klassen. De film speelt met romantische clichés, die op een ongebruikelijke wijze worden gehanteerd. De mooie beelden en de weelderige soundtrack hebben iets theatraals en onwerkelijks met een onheilspellend randje. De Spaanse stranden en de chique interieurs zijn misschien wel benijdenswaardig, ze vormen tegelijk de gouden kooien die de personages nodig hebben om zich van de buitenwereld af te zonderen.

~

De film is minder geslaagd op narratief vlak. De onhandige verteltrant die grote sprongen maakt in de tijd is een zwakke fundering voor de dramatische spanningen tussen de voornaamste karakters. Conflicten worden slordig uitgewerkt en bepaalde personages die belangrijk zijn voor het verhaal, verdwijnen op een vrij plotselinge wijze uit de film. Het koele milieu vergt veel inlevingsvermogen van de kijker. De zelfingenomen en snobistische Baekelands weten dat zij leven in een wereld zonder materiële zorgen. Rijkdom biedt hen de mogelijkheid zich te verliezen in geraffineerde spelletjes met anderen en uiteindelijk met zichzelf. Deels doet dit denken aan de verwende studenten uit Kalins Swoon, gebaseerd op het bestaande moordenaarsduo Leopold and Loeb (tevens de inspiratiebron voor Hitchcocks Rope), die besluiten om de perfecte moord te plegen.

Kwetsbare snobs

~


De cast weet over het algemeen de sfeer van decadente verveling en de emotionele gevolgen daarvan goed te verbeelden. Moore is, als de matriarch die pervers is in haar uiteindelijke tederheid naar haar zoon, de dramatische kern van de film. Eddie Redmayne is overtuigend als gekwelde zoon. Met zijn onnatuurlijke schoonheid en zijn koele spel weet hij zijn personage gelijk iets duisters mee te geven. Dat Savage Grace niet raakt heeft grotendeels te maken met de emotionele afstand tussen de kijker en de personages naarmate de film naar zijn schokkende conclusie toewerkt. Uiteindelijk is die afstand misschien ook het onderwerp van Kalins film. De verleidelijke schijnwereld van ongekende rijkdom wordt een hel als je het contact met de werkelijkheid en met anderen verliest.

Kunst / Expo binnenland

Geen koud kunstje

recensie: De processie van Sonsbeek 2008: Grandeur

.

Met tromgeroffel en gefluit, klappende bewonderaars en nieuwsgierige kijkers, geamuseerde terraszitters en verwarde winkelaars; eigenlijk zou elke goede kunsttentoonstelling met een processie moeten beginnen. Zesentwintig objecten, variërend van een baldakijn met honderden rinkelende blauwe linten tot een bronzen bijenkorf, werden dwars door de binnenstad letterlijk op handen gedragen door de inwoners van Arnhem. Als een niet te missen signaal dat er iets bijzonders staat te gebeuren.

Lees meer over Sonsbeek 2008: Interview Anna Tilroe, artistiek leider | Recensie tentoonstellingscatalogus | Recensie tentoonstelling | Recensie van de voorafgaande processie

Elk object verwijst naar een van de bijna dertig kunstwerken die vanaf 13 juni tijdens de 10e Sonsbeek Tentoonstelling te zien zijn. Soms gaat het om onderdelen of om afgeleiden, soms gaat het om het kunstwerk zelf. Bijna zestig jaar geleden vond de eerste tentoonstelling in Park Sonsbeek in Arnhem plaats en sindsdien is het vaker voorgekomen dat kunstwerken zich over de stad en zelfs over het land verspreidden, maar een processie voorafgaande aan de tentoonstelling is nog niet eerder gedaan.

Een sacrale optocht

~

De door Anna Tilroe, artistiek directeur van Sonsbeek 2008 gekozen term voor deze optocht legt onvermijdelijk (opnieuw) een connectie tussen kunst en religie, eeuwenoude bondgenoten (alhoewel de actuele situatie doet vermoeden dat het vooral vijanden zijn). Toch wekt de processie niet de indruk dat Tilroe de kunstwerken zelf persé tot iets sacraals wil verheffen, maar misschien wel dat ze opnieuw worden gevierd als mogelijke dragers van betekenissen, van verhalen, van rituelen. En een aantal van de kunstwerken zou het overigens ook niet eens zo slecht doen in een paasprocessie of een andere religieuze optocht. Zoals de organisch ogende, door roze zoutkristallen overwoekerde stapel tuingereedschap van Gerda Steiner en Jörg Lenzinger, omringt door takken met gekleurde veertjes. Of Jean-Michel Othoniel’s fantastische kroon van gekleurde glazen bollen die, voor hij zijn plek hoog boven de bomen in Park Sonsbeek inneemt, door vier paarden fonkelend door de stad wordt getrokken. Ook de levensgrote, stoffen ezels van Stephen Wilks die op de schouders van mensen gedragen worden, lijken een bijbels thema uit te dragen, namelijk de bereidheid anderen te helpen.

Grandeur

~

Juist dit thema, de opoffering, is belangrijk. Het stralende zomerweer maakte de straten van Arnhem warm en de processie tot een tocht vol ontberingen voor de dragers. Niettemin deden zij het thema Grandeur eer aan. Het was indrukwekkend en ontroerend om te zien hoe deze Arnhemmers zich met een speciale choreografie letterlijk in het zweet liepen, maar volkomen waardig in hun rol bleven als vertegenwoordiger van het kunstwerk. De kracht én de kwetsbaarheid van het openbare gebaar. Want niet de namen van de kunstenaars, maar de namen van de speciaal gevormde gilden gingen voor de objecten uit.

Het mooie van de keuze voor de processie in dat enerzijds de kunst naar de mensen wordt toegebracht, van hun sokkels gehaald, maar tegelijkertijd boven de massa wordt uitgetild. En het wordt nog mooier: het boven de massa uittillen, gebeurt door diezelfde massa.

Tilroe heeft met de processie een heel goede mix gevonden tussen viering en verheffing. En niet alleen de kunst vieren en verheffen, maar ze nodigt daarbij mensen uit om zichzelf te verheffen, waarbij kunst uiteraard een mooi opstapje kan zijn soms. Maar wees niet bang, het lijkt er namelijk op dat kunst hoe dan ook vooral gevierd gaat worden deze Sonsbeek-editie. Het zware werk is al door anderen gedaan.

Theater / Voorstelling

Het geluid van beton

recensie: Frouke Wiarda en Janneke Albers - Ik beweeg en het beton danst

.

Deze wisselwerking tussen het eeuwige zielloze steen en de vluchtige levende mens staat centraal in de performance Ik beweeg en het beton danst. Beeldend en audiovisueel kunstenaar Frouke Wiarda en mimespeler Janneke Albers maakten in het kader van het project Retort & Friends in korte tijd samen een kunstwerk. Deze performance was de zesde en laatste van dit project.

Overal steen

~

De ruimte is vormgegeven door middel van een enorme hoeveelheid vierkante grijze tegeltjes. Ze zijn overal: kapotgeslagen, gereduceerd tot puin en stof op een grote hoop tegen een muur, als een pakketje vastgebonden met touw, een soort wandelpad door de ruimte en opgestapeld, wachtend om gebruikt te worden. Het spel van Janneke Albers is beheerst en ontwapenend, ontdaan van overbodige beweging. Langzaam zien we haar ontwaken en zich bewust worden van haar omgeving. Haar behoedzame stappen hebben iets angstigs. Het lijkt alsof ze bang is om de vloer te raken, maar tegelijkertijd ook niet haar balans kan vinden door op de tegels te staan. Het personage herrijst uit een bed van steen, en blijft in haar bewegingen overal door het beton belemmerd: een onmogelijke situatie.

Boze brieven

Zelfs het geluid is van beton. Het spel met de tegels en de brokstukken veroorzaakt geluid dat door Frouke Wiarda tijdens de performance digitaal wordt opgevangen, herhaald, vervormd en versterkt. Het geschuur, gekraak en gepiep wordt zo harder teruggekaatst naar het personage. Er is geen ontsnappen aan. Daarnaast blijken de stukken steen zelfs muziek te kunnen maken. Wiarda schuurt met een aantal brokstukken over de vloer, elk op een verschillende toonhoogte, wat samen met het vrolijke accordeonspel van Harmen Jan Homan een verfrissend effect heeft. Toch blijft Ik beweeg en het beton danst ondanks associaties met dood, verwoesting en beklemming een prettige, speelse ervaring. Weliswaar zit het personage gevangen in beton, ze blijft vrolijk en gaat er niet aan ten onder. Uiteindelijk kan het personage haar frustraties met de situatie uitleven, door een paar tegels met potlood vol te krassen. Van dichterbij is te zien dat veel meer van de tegels vol zijn geschreven. Deze boze brieven gericht aan de eeuwigheid vormen een kleine, maar triomfantelijke overwinning.

Retort

~

In oktober bestaat Retort tien jaar. De Retort & Friends werkstukken zijn dan weer te zien, samen met meer werk van overige Retort kunstenaars. 10 Jaar Retort aan de Schinkel is 11 en 12 oktober te bezoeken.

Muziek / Album

Profeet van de dance lijkt uitgeblust

recensie: Cerrone - Love Ritual

.

Er zijn weinig producers van dance die kunnen zeggen dat ze al ruim drie decennia meegaan. Jean-Marc Cerrone, beter bekend zonder zijn voornaam, is een van de weinigen. In de tweede helft van de jaren zeventig liet hij voor het eerst van zich horen met zijn succesvolle debuutalbum Love in C Minor. Samen met Giorgio Modorer creëerde hij een nieuw genre: de elektronische dance, gebaseerd op de funky disco uit de jaren zeventig. De grote Franse dansscene uit de jaren negentig met Daft Punk en Cassius als voorbeelden, werd gebouwd op de fundamenten die Cerrone heeft gelegd, en rond de eeuwwisseling werd het werk van Cerrone gulzig geadopteerd door discodance acts als Modjo, Moloko en Madison Avenue. Ook Amerikaanse en Britse producers als Armand van Helden en Joey Negro behoren tot Cerrone’s discipelen. Zijn invloed is dus enorm, maar is een album van Cerrone anno 2008 nog steeds actueel of klinkt het belegen?

Bij het beluisteren van Love Ritual is het overduidelijk waarom Franse producers als Modjo en Bob Sinclair verklaarden dat Cerrone een van de grootste invloeden op hun werk is geweest. De muziek van Love Ritual klinkt namelijk vrijwel hetzelfde als de muziek ten tijde van de doorbraak van deze producers. Bij haast elk van de veertien nummers krijg je een flashback naar de dance van een jaar of acht geleden. Na elk nummer verwacht je een track als ‘Groovejet’ van Spiller of Modjo’s ‘Lady’.

New Age

~

De hele cd is doordrenkt met muzikale invloeden van een decennium geleden. Overal hoor je veel synthesizers, ritmische gitaartjes en hoge, meerstemmige vocalen ondersteund door een elektronische variant van een drumpartij uit de disco van de jaren zeventig. Ter accentuering van Cerrone’s invloeden uit vergane tijden is zelfs het gitaartje van ‘Without Love’ van The Doobie Brothers van stal gehaald. Ook is er een aantal flashbacks te horen naar de in de jaren negentig populaire kruisbestuiving tussen dancemuziek en new age muziek. ‘X-XEX’, dat gemaakt lijkt te zijn als achtergrondmuziek tijdens een pornofilm, doet samen met ‘Women in Love’ sterk denken aan new age klassiekers als Era’s ‘Ameno’ of ‘Sadeness’ van Enigma.

Tien jaar te laat

Het is natuurlijk niet verboden om muziek te maken in een genre dat al ruim over zijn hoogtepunt heen is. Niet alles kan vernieuwend of revolutionair zijn. Maar de producties voegen niets toe aan wat er al is, elk van de veertien nummers klinkt volstrekt overbodig. Ze zijn niet eens slecht bedacht of ondermaats geproduceerd, ze zijn alleen tien jaar te laat gemaakt. Bovendien is het vuur en de energie die Cerrone in klassiekers als ‘Striptease’ en ‘Give me Love’ wist te stoppen volledig verdwenen. De woorden ’tijd voor pensioen’ klinken respectloos, zeker voor iemand die zo veel heeft betekend voor de ontwikkeling van elektronische muziek. Maar stiekem denk je het wel…