Mediations vangt op lichte toon aan, met de portretten die Meiselas over een periode van vijftien jaar (1975-1990) maakte van een groepje vriendinnen in Little Italy, New York. Vanaf het begin valt op dat ze de mensen die ze fotografeert ook een stem wil geven; ze maakt audio-opnames van interviews met hen en laat hen reageren op hun eigen portret, zoals in de reeks 44 Irving Street. Zelf geeft de fotografe te kennen dat ze steeds op zoek is naar manieren waarop fotografie een dialoog kan worden: “Er is altijd dat ongelijke machtsevenwicht. Hoe doorbreek je dat?[1]”
[1] Susan Meiselas, https://fomu.be/expos/susan-meiselas-mediations.
We are people with feelings
Lena on the Bally Box, Essex Junction, Vermont, 1973 © Susan Meiselas / Magnum Photos
In de volgende ruimte wordt de expo al wat ruwer, met de beelden uit de reeks Carnival Strippers die tevens in boekvorm verscheen. Ook in deze reeks bleef Meiselas meerdere jaren in de buurt van de vrouwen die ze fotografeerde. Frappant zijn de portretten van Lena op haar eerste dag als stripper en, twee jaar later, tijdens haar derde seizoen als stripper. Deze opeenvolging van beelden zonder verdere duiding geeft de bezoeker het onbehaaglijke gevoel iets van de veronderstelde miserie van het stripper-zijn te projecteren op Lena, alsof ze in die twee jaar tien jaar ouder zou zijn geworden.
Lena zelf schreef in een brief aan de fotografe dat ze het maken van het boek over ‘the girls’ belangrijk werk vond, omdat men zo de vaak slecht begrepen en fout gerepresenteerde mensen achter de strippers kan ontmoeten. “We are people with feelings. We have a heart, and a brain. We breathe, we fuck, we sleep, we need to eat,” schrijft ze in een groot, onregelmatig handschrift met veel agressieve doorhalingen. Mensen als mensen tonen, het lijkt de kern van Meiselas’ fotografische project. Ook in haar latere, meer politiek geëngageerde werk zal het belang van persoonsnamen in haar werk overeind blijven.
Het leven van een beeld
Zo ging ze tien jaar nadat ze de bekende foto van de tot dan toe anonieme ‘Molotov Man’ nam opnieuw naar hem op zoek en liet ze hem op video getuigen over zijn tot icoon verworden actie tegen het dictatorschap in Nicaragua; een beeld dat zo in het collectieve geheugen staat geprent dat velen de oorsprong ervan wellicht niet meer kennen. Meiselas ging op zoek naar alle mogelijke recuperaties van de foto die zij in 1979 maakte en die er mee voor zorgden dat het beeld in het publieke geheugen gegrift werd. Ze vindt haar Molotov Man in eindeloze variaties terug in de vorm van street art, monumenten en op t-shirts.
Sandinistas at the walls of the National Guard headquarters, ‘Molotov Man’, Estelí, Nacaragua, 1979 © Susan Meiselas / Magnum Photos
Ook haar andere foto’s van de revolutie in Nicaragua worden in grote getale overgenomen en getoond door de massamedia. Haar fascinatie voor die eindeloze reproducties lijkt vele malen groter dan haar frustratie over het kapen van haar beeld, al uit ze wel een bezorgdheid over de keuzes die media nemen wanneer ze een bepaald beeld, vaak ontdaan van context, tonen in plaats van een ander. Het zien van die foto’s in verschillende contexten roept belangrijke vragen op over de impact van beelden.
Een foto van een vrouw die met haar zoontje aan de arm wegrent van een bom heeft, ingekaderd in een wit passe-partout, iets bijna contemplatiefs, alsof we een in de tijd bevroren deel van iemands leven zien. Dezelfde foto, paginagroot afgedrukt en omgeven door tekst en andere beelden van de revolutie, heeft niets meer van die afstand die de foto als kunstwerk heeft. De foto doet een appèl op de toeschouwer. Het stemt tot denken over de macht van beelden en over het machtsmisbruik dat kan ontstaan wanneer een beeld niet in de juiste context wordt geplaatst.
De fotograaf als getuige
Het laatste en meest heftige deel van de tentoonstelling vangt aan met Saddam Husseins genocide op Iraakse Koerden en mondt uit in het tot op heden verder lopende project akaKURDISTAN waarin Koerden over de hele wereld een collectieve identiteit opbouwen aan de hand van hun herinneringen – of het gebrek daaraan, want veel Koerdische families vernietigden uit veiligheidsoverwegingen hun fotoalbums.
Waar fotografen vaak observator blijven, is Meiselas een kunstenaar die actief ingrijpt in wat haar bezighoudt. Zo is ze als fotograaf aanwezig bij de opgraving van massagraven in Noord-Irak en legt ze de hartverscheurende stillevens vast waarin opgegraven kleding een graf herkenbaar moet maken voor eventuele nabestaanden. Door het visueel zichtbaar maken van de graven en massagraven valt het geweld tegen de Koerden niet meer te ontkennen en worden families in staat gesteld te rouwen over hun vermoorde dierbaren.
Susan Meiselas stelt zichzelf en haar camera zowel op macro- als op microniveau ter beschikking van degenen die ze voor haar lens haalt. Haar eigen vraag of ze erin slaagt in dialoog te gaan met haar subjecten is moeilijk te beantwoorden, maar vast staat dat in Meiselas’ werk het leven en de kunst in uitzonderlijk nauw contact staan met elkaar. De tentoonstelling is nog tot 04/06/2023 te bezoeken in FOMU Antwerpen.