Tag Archief van: festival

Theater / Reportage
special: SPRING in autumn

Ook in de herfst is SPRING een must-see

De zon schijnt en SPRING is weer terug. Je zou bijna denken dat het mei is, maar we zitten midden in de herfst. Wat blijkt: het festival brengt lekker weer met zich mee, en gedijt in elk seizoen.

In samenwerking met de Stadsschouwburg Utrecht probeert SPRING dit jaar iets nieuws uit: een minifestival op het terrein van de schouwburg, met vier internationale voorstellingen en een lopende installatie. De energie van het festival is deze keer minder voelbaar, maar dat mag de pret niet drukken. Opnieuw bewijst SPRING een waardevol platform te zijn om het werk van internationale makers te ontdekken.

Common Emotions & Imitation of Life

Common Emotions
Foto: Gadi Dagon

Het blijft interessant om te zien wat voor relaties deze totaal verschillende performances met elkaar aangaan, als ze onder de paraplu van een festival gepresenteerd worden. Hoop en wanhoop, zo beschrijft artistiek directeur Rainer Hoffmann het verschil tussen de twee performances op de openingsavond: Common Emotions van de Israelische choreograaf Yasmeen Godder, en Imitation of Life van de Hongaarse regisseur Kornel Mundruczó. In Common Emotion worden we verleid om uit onze stoelen in fysiek contact met de dansers te komen. De regels worden herhaaldelijk uitgelegd: als een van de dansers naast het doek gaat staan, zijn er een aantal publieksleden nodig om een opdracht uit te voeren.

Die publieksleden lijken aanvankelijk niet al te happig om mee te doen. Misschien ligt het aan het overwegend professionele publiek, die liever niet uit de positie van een toeschouwer wil stappen. Of is het iets Nederlands om niet gelijk op het podium te stappen? Hoe zou dat in andere landen zijn geweest, vraag ik me af. Hoe het ook zij, de dansers laten zich niet uit het veld slaan, en een aantal fanatieke toeschouwers helpen hen uit de brand.  Ten slotte weet een van de dansers vrijwel het gehele publiek, waaronder ondergetekende, zo ver te krijgen om mee te doen. Hij vraagt ons om onze hartslag te voelen, en dit vervolgens bij onze buren te doen. Volgende opdracht: loop met zijn allen het podium op, terwijl je de hartslag van je buurvrouw- of man aanvoelt. Dat is verdomd eng, zulk direct en intiem contact met een volslagen vreemdeling. Het is een grens waar ik overheen moet stappen, om me vervolgens vertrouwd en verbonden te voelen met een groep. Dat lijkt Yasmeen Godder te beogen met deze performance: het bereiken van intimiteit in een wereld die steeds onpersoonlijker lijkt te worden. Als zij, haar dansers en een aantal deelnemers uiteindelijk schaterlachend op de grond liggen, wordt wel duidelijk dat ze hier wonderwel in geslaagd is.

Hoe anders voelt Mundruczó’s Imitation of Life aan, een sombere dystopie waarin elke schijn van intimiteit of medemenselijkheid de kop wordt ingedrukt. We zien een projectie waarin een Romavrouw zich verdedigt tegen een louche deurwaarder. Hij dwingt haar haar vervallen appartement te verlaten, terwijl zij een beroep op zijn empathie probeert te doen. Haar man is overleden, en haar enige zoon is na een slaande ruzie weggelopen. Ze kan haar woning niet verlaten, want anders vindt hij haar nooit meer terug. Het scherm maakt plaats voor een woonkamer op het podium, en even lijkt het duidelijk waar deze voorstelling naartoe gaat. De vrouw wordt onwel, de deurwaarder ziet zich gedwongen een ambulance te bellen. Gaan we hier een toenadering van twee tegenstanders zien? Allerminst. De deurwaarder maakt zich snel uit de voeten, als zijn vrienden hem sms’en.

Dan volgt de meest fascinerende scènewisseling die ik in tijden gezien heb: de woonkamer draait 360 graden om haar as en laat een ravage van neergevallen meubilair en keukengerei achter. In deze puinhoop komen de volgende bewoners van het appartement binnen. We zien een jonge moeder die de bank opruimt, zodat haar zoontje een plek heeft om te slapen. Als ze bij hem wil gaan liggen, belt haar foute lover op. Tegen beter weten in geeft ze hem nog een kans, en laat haar zoontje alleen achter. Ook hier is er voor intimiteit geen ruimte. Ten slotte komen de twee zonen elkaar tegen. De een is achtergelaten door zijn moeder, de ander zoekt zijn moeder. Een nieuwsbericht vertelt ons over een Romaman die een kind heeft neergestoken. Hoe dit verhaal afloopt, laat zich raden.

(B)reaching Stillness & Kalakuta Republik

(B)reaching Stillness
Foto: Dieter Hartwig

Op de tweede dag van het festival staan twee dansvoorstellingen op het programma: (B)reaching Stillness van de Zwitserse choreografe Lea Moro, en Kalakuta Republik van het Faso Danse Théâtre en de Belgisch-Burkinese Serge Aimé Coulibaly. Deze avond is minder geslaagd dan de vorige, door een nogal rommelige dramaturgie waar beide voorstellingen onder lijden. Voor (B)reaching Stillness liet Moro zich inspireren door Barokstillevens en de Tweede Symfonie van Gustav Mahler. In een blauwe ruimte met alleen een waterkoeler zien we drie dansers een tergend trage choreografie uitvoeren. Is dit de code van de voorstelling? Een overgave aan vertraging van beweging en tijd? Even lijkt het erop, totdat de dansers op normaal tempo wat water drinken. De vertraging zet opnieuw in, om later te veranderen in een energieke choreografie op de muziek van Mahler. Het bereiken en overtreden van verstilling, zoals de titel suggereert, lijkt hier de insteek te zijn. Een duidelijk concept, maar toch voelt alsof Moro verschillende eilandjes zonder logische samenhang maakt. Het minimalisme in beweging en muziek wordt zo ver uitgewerkt, dat de daaropvolgende Mahlersymfonie een te zwak contrast vormt. De keuze om daarna langzaam gouden opblaaspalmbomen te laten verschijnen, wordt niet duidelijk gemotiveerd, evenals de eerdergenoemde waterkoeler. Waarom zijn ze er, wat voegen ze toe? Uiteindelijk voelt (B)reaching Stillness aan als een verzameling van interessante ideeën die samen geen vloeiend geheel vormen.

Kalakuta Republik
Foto: Sophie Garcia

Kalakuta Republik is geïnspireerd op het gedachtegoed van de Nigeriaanse muzikant en activist Fela Kuti. De titel verwijst naar de commune die hij stichtte voor zijn familie en bandleden, met de droom hun eigen Afrikaanse roots te hervinden. We zien Kalakuta Republik in twee delen: een eerste deel waar pure dans een meer centrale rol lijkt in te nemen, en een tweede deel waar ingezoomd wordt op de invloed van kolonisatie op de Nigeriaanse identiteit. Coulibaly neemt aanvankelijk de rol van Kuti op, de leider die de zes dansers op het podium probeert te verenigen in een groep. Wat de dansers zelf echter proberen te communiceren, is minder evident. Het eerste deel van Kalakuta Republik lijkt zich eerder te richten op de muzikale nalatenschap van Kuti: de afrobeat. Het is een dansfeest dat met aanstekelijke energie wordt uitgevoerd, maar weinig betekenis oplevert.

In het tweede deel is de beeldentaal duidelijker. We bevinden ons in een verlaten club. Stoelen liggen verspreid op de grond, een zangeres zingt zachtjes haar nummers. Coulibaly komt op met een half wit geschminkt gezicht, als een man met een gespleten identiteit: enerzijds Afrikaans, anderzijds die van een Westerling. Als contrast zien we een van de dansers trots poses aannemen in traditionele kleding. Coulibaly verdeelt ondertussen de vloer in willekeurige gebieden, net als de Europese kolonist Afrika in willekeurige terreinen verdeelde. De dansers storen zich echter niet aan de opgelegde grenzen, en dansen onverstoorbaar door. In de tweede akte krijgt Kalakuta Republik de inhoudelijke scherpte die voor de pauze ontbrak.

Phobiarama

Phobiarama
Foto: Willem Popelier

SPRING is SPRING niet zonder een locatieproject. Ook in deze editie valt er buiten de muren van de schouwburg iets te zien: Phobiarama, een ‘excursie door de hedendaagse angstcultuur’ van Dries Verhoeven. We betreden een spookhuis, waar we in karretjes doorheen worden geleid. Verhoeven gebruikt dezelfde tactiek als de politici en mediasensaties waar we fragmenten van te horen krijgen: hij zet ons onder voortdurende stress en geeft ons vervolgens een Ander om die angst te focussen. Wanneer we eenmaal in de karretjes zitten, zien we aanvankelijk niets. We horen de stemmen van Wilders, Le Pen en Trump die ons opstoken om vooral bang te zijn voor het onbekende. Dat onbekende krijgt ineens een fysieke vorm als we opgeschrokken worden door mannen in wolvenpakken. Ze zijn imposant, zien er gevaarlijk uit en zijn volledig anoniem: een ideaal monster om bang voor te worden. Vervolgens gaan de wolvenpakken uit en komen er griezelige clowns tevoorschijn. Griezelig, omdat ze in onze populaire cultuur maniakaal en onvoorspelbaar zijn – zie The Joker of de clown uit de nieuwe IT-film. Uiteindelijk gaan de clownsmaskers af, en zien we iets heel anders. Voor ons staan gespierde, getatoeëerde mannen. Overwegend niet-witte mannen: precies de groepering waar populaire demagogen ons bang willen maken. Ze gaan bij ons zitten, en leggen een hand op onze schouder. Na alle angstzaaierij voelt het bijzonder liefdevol aan.

Weer een terugkerend thema op deze SPRING in Autumn: het ervaren van fysiek contact in het theater. Een contact dat eerst ongemakkelijk is, maar je vervolgens even een verbondenheid met een ander laat voelen. Het zijn ontdekkingen als deze die het bezoeken van een theaterfestival de moeite waard maken. Na een geslaagde editie van SPRING heb je een paar voorstellingen gezien waar je vaak geen verwachtingen van had, en je toch iets laten zien dat je nog niet eerder hebt gezien. Deze herfst-SPRING was een geslaagde editie.

Theater / Reportage
special: SPRING in autumn

Ook in de herfst is SPRING een must-see

De zon schijnt en SPRING is weer terug. Je zou bijna denken dat het mei is, maar we zitten midden in de herfst. Wat blijkt: het festival brengt lekker weer met zich mee, en gedijt in elk seizoen.

In samenwerking met de Stadsschouwburg Utrecht probeert SPRING dit jaar iets nieuws uit: een minifestival op het terrein van de schouwburg, met vier internationale voorstellingen en een lopende installatie. De energie van het festival is deze keer minder voelbaar, maar dat mag de pret niet drukken. Opnieuw bewijst SPRING een waardevol platform te zijn om het werk van internationale makers te ontdekken.

Common Emotions & Imitation of Life

Common Emotions
Foto: Gadi Dagon

Het blijft interessant om te zien wat voor relaties deze totaal verschillende performances met elkaar aangaan, als ze onder de paraplu van een festival gepresenteerd worden. Hoop en wanhoop, zo beschrijft artistiek directeur Rainer Hoffmann het verschil tussen de twee performances op de openingsavond: Common Emotions van de Israelische choreograaf Yasmeen Godder, en Imitation of Life van de Hongaarse regisseur Kornel Mundruczó. In Common Emotion worden we verleid om uit onze stoelen in fysiek contact met de dansers te komen. De regels worden herhaaldelijk uitgelegd: als een van de dansers naast het doek gaat staan, zijn er een aantal publieksleden nodig om een opdracht uit te voeren.

Die publieksleden lijken aanvankelijk niet al te happig om mee te doen. Misschien ligt het aan het overwegend professionele publiek, die liever niet uit de positie van een toeschouwer wil stappen. Of is het iets Nederlands om niet gelijk op het podium te stappen? Hoe zou dat in andere landen zijn geweest, vraag ik me af. Hoe het ook zij, de dansers laten zich niet uit het veld slaan, en een aantal fanatieke toeschouwers helpen hen uit de brand.  Ten slotte weet een van de dansers vrijwel het gehele publiek, waaronder ondergetekende, zo ver te krijgen om mee te doen. Hij vraagt ons om onze hartslag te voelen, en dit vervolgens bij onze buren te doen. Volgende opdracht: loop met zijn allen het podium op, terwijl je de hartslag van je buurvrouw- of man aanvoelt. Dat is verdomd eng, zulk direct en intiem contact met een volslagen vreemdeling. Het is een grens waar ik overheen moet stappen, om me vervolgens vertrouwd en verbonden te voelen met een groep. Dat lijkt Yasmeen Godder te beogen met deze performance: het bereiken van intimiteit in een wereld die steeds onpersoonlijker lijkt te worden. Als zij, haar dansers en een aantal deelnemers uiteindelijk schaterlachend op de grond liggen, wordt wel duidelijk dat ze hier wonderwel in geslaagd is.

Hoe anders voelt Mundruczó’s Imitation of Life aan, een sombere dystopie waarin elke schijn van intimiteit of medemenselijkheid de kop wordt ingedrukt. We zien een projectie waarin een Romavrouw zich verdedigt tegen een louche deurwaarder. Hij dwingt haar haar vervallen appartement te verlaten, terwijl zij een beroep op zijn empathie probeert te doen. Haar man is overleden, en haar enige zoon is na een slaande ruzie weggelopen. Ze kan haar woning niet verlaten, want anders vindt hij haar nooit meer terug. Het scherm maakt plaats voor een woonkamer op het podium, en even lijkt het duidelijk waar deze voorstelling naartoe gaat. De vrouw wordt onwel, de deurwaarder ziet zich gedwongen een ambulance te bellen. Gaan we hier een toenadering van twee tegenstanders zien? Allerminst. De deurwaarder maakt zich snel uit de voeten, als zijn vrienden hem sms’en.

Dan volgt de meest fascinerende scènewisseling die ik in tijden gezien heb: de woonkamer draait 360 graden om haar as en laat een ravage van neergevallen meubilair en keukengerei achter. In deze puinhoop komen de volgende bewoners van het appartement binnen. We zien een jonge moeder die de bank opruimt, zodat haar zoontje een plek heeft om te slapen. Als ze bij hem wil gaan liggen, belt haar foute lover op. Tegen beter weten in geeft ze hem nog een kans, en laat haar zoontje alleen achter. Ook hier is er voor intimiteit geen ruimte. Ten slotte komen de twee zonen elkaar tegen. De een is achtergelaten door zijn moeder, de ander zoekt zijn moeder. Een nieuwsbericht vertelt ons over een Romaman die een kind heeft neergestoken. Hoe dit verhaal afloopt, laat zich raden.

(B)reaching Stillness & Kalakuta Republik

(B)reaching Stillness
Foto: Dieter Hartwig

Op de tweede dag van het festival staan twee dansvoorstellingen op het programma: (B)reaching Stillness van de Zwitserse choreografe Lea Moro, en Kalakuta Republik van het Faso Danse Théâtre en de Belgisch-Burkinese Serge Aimé Coulibaly. Deze avond is minder geslaagd dan de vorige, door een nogal rommelige dramaturgie waar beide voorstellingen onder lijden. Voor (B)reaching Stillness liet Moro zich inspireren door Barokstillevens en de Tweede Symfonie van Gustav Mahler. In een blauwe ruimte met alleen een waterkoeler zien we drie dansers een tergend trage choreografie uitvoeren. Is dit de code van de voorstelling? Een overgave aan vertraging van beweging en tijd? Even lijkt het erop, totdat de dansers op normaal tempo wat water drinken. De vertraging zet opnieuw in, om later te veranderen in een energieke choreografie op de muziek van Mahler. Het bereiken en overtreden van verstilling, zoals de titel suggereert, lijkt hier de insteek te zijn. Een duidelijk concept, maar toch voelt alsof Moro verschillende eilandjes zonder logische samenhang maakt. Het minimalisme in beweging en muziek wordt zo ver uitgewerkt, dat de daaropvolgende Mahlersymfonie een te zwak contrast vormt. De keuze om daarna langzaam gouden opblaaspalmbomen te laten verschijnen, wordt niet duidelijk gemotiveerd, evenals de eerdergenoemde waterkoeler. Waarom zijn ze er, wat voegen ze toe? Uiteindelijk voelt (B)reaching Stillness aan als een verzameling van interessante ideeën die samen geen vloeiend geheel vormen.

Kalakuta Republik
Foto: Sophie Garcia

Kalakuta Republik is geïnspireerd op het gedachtegoed van de Nigeriaanse muzikant en activist Fela Kuti. De titel verwijst naar de commune die hij stichtte voor zijn familie en bandleden, met de droom hun eigen Afrikaanse roots te hervinden. We zien Kalakuta Republik in twee delen: een eerste deel waar pure dans een meer centrale rol lijkt in te nemen, en een tweede deel waar ingezoomd wordt op de invloed van kolonisatie op de Nigeriaanse identiteit. Coulibaly neemt aanvankelijk de rol van Kuti op, de leider die de zes dansers op het podium probeert te verenigen in een groep. Wat de dansers zelf echter proberen te communiceren, is minder evident. Het eerste deel van Kalakuta Republik lijkt zich eerder te richten op de muzikale nalatenschap van Kuti: de afrobeat. Het is een dansfeest dat met aanstekelijke energie wordt uitgevoerd, maar weinig betekenis oplevert.

In het tweede deel is de beeldentaal duidelijker. We bevinden ons in een verlaten club. Stoelen liggen verspreid op de grond, een zangeres zingt zachtjes haar nummers. Coulibaly komt op met een half wit geschminkt gezicht, als een man met een gespleten identiteit: enerzijds Afrikaans, anderzijds die van een Westerling. Als contrast zien we een van de dansers trots poses aannemen in traditionele kleding. Coulibaly verdeelt ondertussen de vloer in willekeurige gebieden, net als de Europese kolonist Afrika in willekeurige terreinen verdeelde. De dansers storen zich echter niet aan de opgelegde grenzen, en dansen onverstoorbaar door. In de tweede akte krijgt Kalakuta Republik de inhoudelijke scherpte die voor de pauze ontbrak.

Phobiarama

Phobiarama
Foto: Willem Popelier

SPRING is SPRING niet zonder een locatieproject. Ook in deze editie valt er buiten de muren van de schouwburg iets te zien: Phobiarama, een ‘excursie door de hedendaagse angstcultuur’ van Dries Verhoeven. We betreden een spookhuis, waar we in karretjes doorheen worden geleid. Verhoeven gebruikt dezelfde tactiek als de politici en mediasensaties waar we fragmenten van te horen krijgen: hij zet ons onder voortdurende stress en geeft ons vervolgens een Ander om die angst te focussen. Wanneer we eenmaal in de karretjes zitten, zien we aanvankelijk niets. We horen de stemmen van Wilders, Le Pen en Trump die ons opstoken om vooral bang te zijn voor het onbekende. Dat onbekende krijgt ineens een fysieke vorm als we opgeschrokken worden door mannen in wolvenpakken. Ze zijn imposant, zien er gevaarlijk uit en zijn volledig anoniem: een ideaal monster om bang voor te worden. Vervolgens gaan de wolvenpakken uit en komen er griezelige clowns tevoorschijn. Griezelig, omdat ze in onze populaire cultuur maniakaal en onvoorspelbaar zijn – zie The Joker of de clown uit de nieuwe IT-film. Uiteindelijk gaan de clownsmaskers af, en zien we iets heel anders. Voor ons staan gespierde, getatoeëerde mannen. Overwegend niet-witte mannen: precies de groepering waar populaire demagogen ons bang willen maken. Ze gaan bij ons zitten, en leggen een hand op onze schouder. Na alle angstzaaierij voelt het bijzonder liefdevol aan.

Weer een terugkerend thema op deze SPRING in Autumn: het ervaren van fysiek contact in het theater. Een contact dat eerst ongemakkelijk is, maar je vervolgens even een verbondenheid met een ander laat voelen. Het zijn ontdekkingen als deze die het bezoeken van een theaterfestival de moeite waard maken. Na een geslaagde editie van SPRING heb je een paar voorstellingen gezien waar je vaak geen verwachtingen van had, en je toch iets laten zien dat je nog niet eerder hebt gezien. Deze herfst-SPRING was een geslaagde editie.

Theater / Voorstelling

“Prozac Palace” steekt de draak met links en rechts.

recensie: Het Pijpcollectief - Prozac Palace

Hamburgeretende hotelgasten of Dostojevski-lezende yuppen: niemand blijft gespaard in Prozac Palace, een ironische blik op de kloof tussen hoge en lage cultuur.

 

Ivoren toren

“Hoe kunnen we met elkaar samenleven als we vastklampen aan onze vooroordelen en elkaar blijven ridiculiseren?” Met deze vraag ruilde het Pijpcollectief (HKU-alumni Lisanne van Aert, Lotte Lola Vermeer en Wessel de Vries) Amsterdam een paar dagen in voor Almelo. Preston Palace, om precies te zijn: een all-in hotel en uitgaanscentrum, compleet met botsauto’s, karaokeavonden en een subtropisch zwemparadijs. Als het Pijpcollectief de gasten voor ons beschrijft, is het even zoeken naar hun insteek. Zijn ze zich bewust van hun neerbuigende houding? Wordt dit een avondje waarin wij, links theaterpubliek in het hart van de Randstad, schaamteloos lachen om de oppervlakkigheid en truttigheid buiten onze bubbel? Of wordt er een spelletje met ons gespeeld?

Dat laatste natuurlijk. De links-elitaire houding van van Aert en Vermeer wordt zo uitvergroot, dat het een commentaar wordt op de ivoren toren waarin zij (en wij) de gasten van Preston Palace bekijken. Wessel de Vries – vermoedelijk undercover in knuffelberenpak – kiest ervoor om Preston Palace echt te begrijpen. Waar Van Aert en Vermeer niet kunnen wachten om terug te gaan naar Amsterdam, besluit hij te blijven en het contact met hen te verbreken.

Waar is Wessel de Vries?

De afwezigheid van De Vries en het andere perspectief waar hij voor staat is een gemis in deze voorstelling. Prozac Palace maakt een boog van spot naar zelfreflectie. Dat laatste wordt sterk vormgegeven in het slotbeeld: een bonkende dancetrack waarin verschillende iconen van de grachtengordel – van Jort Kelder tot de Groene Amsterdammer – de revue passeren. We kunnen niet uit onze filterbubbel kruipen, zo lijkt het Pijpcollectief te suggereren. Het enige wat dan rest is een ironische blik op ons eigen elitarisme. Zelfspot is echter iets waar links doorgaans niet zo veel problemen mee heeft;  zie eerdergenoemde Jort Kelder. De andere kant begrijpen, zoals de Vries probeert te doen, is een stuk lastiger. Door dit niet te doen verliest Prozac Palace aan nuance. Het slaagt er prima in om het onbegrip tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur te belichten, maar had nog een stap verder kunnen gaan.

 

 

Theater / Reportage
special: Noorderzon 2017 - deel 1

Een geëngageerd Noorderzon

In Groningen is Noorderzon weer van start gegaan. Sinds de laatste keer dat de Romeo-, Ophelia- en Desdemonatent zijn opgetuigd, zijn we opgeschrikt door het fenomeen Donald Trump, Brexit en de voorbereidingen van een derde kabinet Rutte. Met zoveel apocalyptische horror in de wereld, kan het niet anders dan dat er in de programmering van Noorderzon nadrukkelijke aandacht voor politiek theater is.

Zo is daar bijvoorbeeld The Last King of Kakfontein van de Zuid-Afrikaanse theatermaker Boyzie Cekwana. In deze voorstelling vertelt Cekwana – timide – over zijn jeugd, waar hij een nostalgisch gevoel aan het spelen met autobanden aan heeft overgehouden. Sinds die tijd heeft Zuid-Afrika veel ontwikkelingen doorgemaakt, ten goede, maar Cekwana kijkt ook met lede ogen naar de verkiezing van de huidige president Jacob Zuma, die in zijn presidentschap van incident naar incident hobbelt. Zijn onheilspellend lachje – het lachje van de machthebber – interrumpeert meerdere malen de voorstelling en verstoort Cekwana’s nostalgie. Later verschijnt ook Trumps stem op de audioband: autoritaire mafketels zijn tegenwoordig ook een Westers verschijnsel, wil Cekwana maar laten weten. Cekwana transformeert in de loop van de voorstelling in “the last king of Kakfontein”, gebaseerd op leiders als Zuma en Trump. Prikkelend is deze voorstelling echter niet, daarvoor is de voorstelling te associatief (te vaag, wil ik eigenlijk schrijven) en te kalm. Van enige strijdbaarheid lijkt geen sprake te zijn, alsof de koning van Kakfontein iedereen al verslagen heeft.

Menswaardig bestaan

Interessanter is het – eveneens zeer geëngageerde – Tijuana van Lagartijas tiradas al sol. Dit is een solovoorstelling van de Mexicaanse Gabino Rodríquez. Hij heeft vijf maanden zijn middenklasse-leven in Mexico-stad verlaten om voor het minimumloon te gaan werken in een fabriek in de arme arbeidersstad Tijuana. Hoe ziet het leven eruit wanneer je dit moet invullen op basis van het kunstmatige getal van een minimumloon? Rodríquez doet in de voorstelling verslag. De overgang is enorm: uren aaneen stuk door achter de lopende band kleding vouwen voor een paar peso om een schamele kamer te kunnen huren en zo nu en dan een biertje te drinken. Je ziet Rodríquez zich gedurende de voorstelling steeds meer afvragen: wat maakt dit leven de moeite waard om geleefd te worden? Uiteindelijk is het echter niet het monotone fabriekswerk of het gebrek aan het geld wat Rodríquez ertoe besluit om zijn onderzoek een maand eerder dan gepland te staken, maar het meemaken van een publieke executie van een van verkrachting verdachte jongen. Het publiek hoort alleen het geluid van de joelende omstanders terwijl Rodríquez vertelt. Dan wordt er één tel een flard van de executie geprojecteerd op een scherm, waarmee het publiek eraan herinnerd wordt: Rodríquez heeft niet alles verzonnen, het is echt gebeurd. Tijuana is – anders dan The last king of Kakfontein – veel meer dan een politiek pamflet. Centraal staat de vraag “wat is een menswaardig bestaan?”. Dat is natuurlijk een politiek vraagstuk maar evenzo goed een existentiële vraag.

Voor iets minder politiek geëngageerd werk ging ik onder andere naar Dark Circus van het Franse Stereoptik. Deze voorstelling is in feite een livegetekende animatiefilm. Op twee grote lichtbakken strooien de makers Romain Bermond en Jean-Baptiste Maillet met zand en tekenen met krijt om een donker komisch verhaal tot leven te wekken over een dark circus waar iedere artiest steevast aan het einde van zijn of haar nummer om het leven komt. De zwartwit beelden – die soms doen denken aan de animatiefilms van Tim Burton – zijn prachtig, evenals de muziek. Hoogtepunt is de illustratie die met water gemaakt wordt. We zien niks totdat er een druppel inkt op valt en er zich binnen een tel een tekening als een roos ontvouwt.

Mislukt theaterexperiment

De volgende voorstelling die ik bezocht was We’ll cross the bridge once we get to the river van het Franse gezelschap L’Amicale de Production; een merkwaardig en volkomen mislukt theaterexperiment. Dit begint er al mee dat de inzet van het experiment nooit geheel duidelijk wordt. De relatie tussen theatermaker en theaterkijker lijkt onderzocht te worden en de spanning die er in het theater zou kunnen heersen tussen fictie en realiteit, maar dit is niet meer dan een geïnformeerde gok van mijn kant. Doordat de premisse onduidelijk blijft is de rest van de voorstelling op zijn zachts gezegd, nogal willekeurig. In We’ll cross the bridge once we get to the river wordt, naast spelers en publiek, een derde element toegevoegd: een groep van radioluisteraars. De voorstelling is dus ook een online radio-uitzending. Daarnaast wordt er ook meerdere malen gerefereerd naar een theaterpubliek dat op hetzelfde moment in een theaterzaal in Parijs naar een voorstelling (dezelfde?) zit te kijken. Drie collectieven van toeschouwers dus. Wie een creatieve interactie tussen deze collectieven verwacht, kan dat gauw uit zijn hoofd zetten. Wat volgt is namelijk een en al warrigheid en onnavolgbaarheid met plastic openhaarden, wel of niet te bellen telefoonnummers en iets met een kamerplant. De bedoeling van dat alles? Geen flauw idee.

Door de vreemde vorm waarin de makers hun stuk hebben gegoten, wordt het geen moment geloofwaardig dat die radioluisteraars en bezoekers in Parijs er daadwerkelijk zijn. Terwijl dat wel degelijk het geval is, moet ik achteraf geloven. Hiermee loopt dit experiment tegen een merkwaardig mankement aan: waar conventioneel (tekst)theater fictief is maar in de regel toch wordt geloofd door middel van een suspension of disbelief, daar is We’ll cross the bridge once we get to the river echt, maar geen moment geloofwaardig. En dan nog: wat maakt het mij eigenlijk uit dat mensen thuis hutten bouwen of andere wazige opdrachten aan het uitvoeren zijn?

De afsluiter van mijn Noorderzon 2017 kon gelukkig weer het een en ander goedmaken. Hamnet van het Ierse Dead Centre, die vorig jaar nog de openingsvoorstelling van Noorderzon op zich nam. Uitganspunt van de voorstelling is Shakespeares op elfjarige leeftijd overleden zoon, Hamnet. Inderdaad, een letter verschil met Shakespeares bekendste personage. Shakespeare schreef Hamlet na het overlijden van zijn zoon. Voor de makers van Hamnet was dit een interessant uitganspunt om na te denken over verlies en rouwverwerking. In Hamnet is Hamnet in een soort limbo terecht gekomen, al 400 jaar niet levend maar ook niet dood. De vertolking van Hamnet is een bijzondere prestatie van de – eveneens elfjarige – Ollie West. Hij draagt grotendeels de voorstelling. Hamnet is aan het wachten op een hereniging met de wereld. In de tussentijd, om zichzelf wat bezig te houden, repeteert hij de teksten van zijn beroemde vader. Hier halen de makers een trucje uit die vorig jaar in de openingsvoorstelling Chekhov’s First Play de premisse van de voorstelling vormde: iemand uit het publiek het podium opvragen en mee laten spelen. Waar dit Chekhov’s First Play definieerde, voelt het ditmaal minder logisch aan. Het is zeker een komisch intermezzo maar het lijkt ook een beetje los te staan van de rest van de voorstelling. Ook de referenties naar bootvluchtelingen en Trumps al te voortvarende credo “Grab them by the pussy” verraden dat de makers iets met de actualiteit wilden, maar voelen niet helemaal op zijn plaats. Want uiteindelijk gaat dit stuk over een kind dat niet begrijpt dat hij uit de wereld is getrokken – “I did nothing wrong!” – en een vader die het verlies van zijn zoon moet accepteren. En dat conflict wordt sterk opgevoerd. Onder andere door het gebruik van een spiegelende achterwand waar de vader van Hamnet op geprojecteerd wordt. Op het podium loopt Hamnet alleen, maar in de reflectie vormt zich een duo. Dit weet het idee van een limbo en de naargeestigheid van eenzaamheid ontzettend goed op te roepen.

Een mooie afsluiter van een gevarieerd Noorderzon.

 

Theater / Voorstelling

Geblinddoekt door een verlaten fabriek

recensie: Project Wildeman - Happiness Unlimited

Op een grijze en verregende zomeravond schuifelt een groepje mensen, geblinddoekt en gekleed in roze overall, over een verlaten industrieterrein in Amsterdam-Noord. Het zijn geen gegijzelden die hun executie tegemoet lopen, maar het publiek van Project Wildeman op weg naar hun nieuwe voorstelling Happiness Unlimited.

Tot 23 juli is het Over het IJ Festival gaande, wat het de moeite waard maakt om weer eens de pond te pakken en naar Amsterdam-Noord te togen. Over het IJ richt zich sterk op locatietheater, en laat Noord zich daar nu net goed voor lenen. Ook Happiness Unlimited van Project Wildeman (een muziektheatercollectief bestaande uit Milan Mes, Maarten Vinkenoog, Sven Hamerpagt en Robin Block) is gesitueerd op een indrukwekkende locatie: de voormalige en tegenwoordig leegstaande Draka-fabriek. Een enorm pand aan de oever van het IJ, dat prima zou kunnen figureren in een gangsterfilm.

Blinddoek om

Maar het draait in Happiness Unlimited niet om visuele pracht: het publiek wordt geblinddoekt en zal de oude fabriekshal als een geluidsinstallatie ervaren. Je wordt in deze voorstelling op je lichaam teruggeworpen. Soms loop je hand in hand met andere toeschouwers – uiteraard nooit wetend wie –  dan richt je je weer op lichten die vaag, als gedimde sterren, door je blinddoek heen schijnen. Je moet je bewuster worden van je andere zintuigen om Happiness Unlimited vol te kunnen beleven. Je wordt gevraagd om te gaan zitten, liggen, weer te staan en te dansen; om de bewustwording van je lichamelijkheid te activeren. De geluiden zijn ontspannend en de muziek is lekker.

Als ervaring is Happiness Unlimited daarmee geslaagd. Maar de makers willen iets te graag benadrukken dat we hier iets bijzonders aan het doen zijn; dat je je moet overgeven en je verbeelding de vrije loop moet laten. ‘Dit is een oefening in dromen,’ zo wordt er onder andere gesteld. Daarmee zijn de Wildemannen soms te sturend, alsof ze bang zijn dat het publiek zonder deze aanmoedigingen niet begrijpt wat het moet doen. Terwijl de geluiden en de muziek sterk genoeg zijn om parallel aan de visuele werkelijkheid, een wereld te creëren die droomachtig, prettig en geborgen is.

Filosofische inleiding

Happiness Unlimited is voorzien van een filosofische inleiding van Jonatan Bartling van het initiatief Zinnig Noord, een organisatie die zingevingsprojecten in Amsterdam-Noord organiseert. Bartling geeft de voorstelling zijn filosofische missie mee: onderzoeken waar het individu ophoudt en het collectief begint. Het blinddoeken is hierom een interessante zet: we ervaren onszelf normaal gesproken als een afgebakend lichaam, maar wanneer we dit lichaam niet kunnen zien moeten we ons veel sterker concentreren op wat buiten ons ligt. Daarmee treden we als het ware buiten ons lichaam. Hoewel deze inleiding best weet te boeien en ook zeker in lijn ligt met de voorstelling, is het ook weer een zoveelste uitdrukking van de makers om de voorstelling te willen uitleggen, wat eigenlijk vooral afleidt van de ervaring.

Desalniettemin is er ook nog veel om gewoon naar te luisteren. Zo sluit Happiness Unlimited sterk af, met een rauwe, energieke en luide finale die door de enorme loods heen galmt. Hier hoeft niks uitgelegd te worden, de performance spreekt voor zich.

Theater / Reportage
special: Holland Festival: deel 3

Eten met de Gabriels en een bijna-dood ervaring

In The Gabriels wordt de impact van de Amerikaanse verkiezingsstrijd op de middenklasse pijnlijk voelbaar gemaakt. Het Nationale Ballet brengt een indrukwekkende Shostakovich Trilogy en het Australische Back To Back Theatre sluit het 70e  Holland Festival af met een fascinerende bijna-dood ervaring.

10 juni: The Public Theatre – The Gabriels

Theater is een traag medium. Tenminste: dat is mij verteld. Wil je reageren op de actualiteit, dan duurt het minstens een halfjaar voordat alles goed en wel op de planken staat. The Gabriels van regisseur Richard Nelson is dan ook een bijna onmogelijke opgave: een trilogie over het verkiezingsjaar 2016, met de daadwerkelijke verkiezingsdag (8 november) als premièredatum. Naar verluid werd het script een paar uur voor de opening nog herschreven. Het resultaat is wonderwel geslaagd. In zes uur krijgen we – letterlijk – een kijkje in de keuken van een doorsnee Amerikaans gezin. Een gezin dat niet op de barricades staat, maar worstelt met verlies en een toekomst die steeds ongewisser wordt.

The Gabriels had gemakkelijk een theatrale analyse kunnen worden van de verkiezingsstrijd. Zet een gezin voor de televisie, laat hen commentaar geven op Hillary en The Donald, en je hebt een geëngageerde voorstelling. Zorg daarnaast voor een aantal persoonlijke conflicten die tot uitbarsting komen in de derde akte, en je bent er van verzekerd dat het publiek weet waar het aan toe is. Het niet inlossen van deze verwachtingen is precies wat deze voorstelling intrigerend maakt. Bovenal gaat The Gabriels over rouwverwerking: de dood van Thomas Gabriel brengt zijn weduwe, ex-vrouw, zus, broer, zwager en moeder samen in een serie van drie diners. Terwijl het eten bereid wordt, luisteren we naar alledaagse gesprekken en leren we geleidelijk aan meer over hun verleden en onderlinge verhoudingen. We zien het wantrouwen tussen de zwager en de ex-vrouw (“Wat doet zij nog steeds hier?”), de voorzichtige poging van de dochter om haar moeder te vertellen over haar seksualiteit, het financiële gevecht dat de zoon moet leveren om een goed onderkomen voor zijn moeder te garanderen. Nergens volgt een crisis en verzoening; in plaats daarvan zorgt Nelson voor een continue spanning tussen tekst en dat wat onuitgesproken blijft.

Politiek komt kort ter sprake: even wordt er gesproken over Bernie Sanders, of over een ver verleden waarin Hillary Clinton nog idealen had. De verkiezingsdag is een desillusie. Met weemoed denken de Gabriels terug aan de tijd waarin ze nog met optimisme en overtuiging stemden voor hun kandidaat. Nu is een stem voor haar vooral een stem tegen hem. Want stel dat hij wint. Wat dan? De aardverschuiving die het premièrepubliek na de afloop zal hebben gevoeld zullen weinigen verwacht hebben, maar de angst ervoor is een constante in de voorstelling.

De politieke zeggingskracht van The Gabriels zit echter niet zozeer in directe verwijzingen naar de verkiezingsstrijd, maar in de impact die het huidige politieke klimaat heeft op de toekomst van dit gezin. Op hulp van de overheid hoeft de verzwakkende matriarch Patricia niet te rekenen: haar volwassen kinderen moeten tweede banen nemen en de studielening van haar kleinkind gebruiken om haar te ondersteunen, en schuldeisers te weren van het ouderlijk huis. De tegenstelling tussen arm en rijk wordt hier pijnlijk duidelijk: keer op keer moeten zoon George en zijn vrouw Hannah vernederend werk doen voor bemiddelde cliënten om rond te komen. De American Dream is voor de middenklasse niet veel meer dan een cynische mythe geworden. Onder de schijnbaar nonchalante gesprekken, het snijden van de groentes, en het ophalen van oude herinneringen schuilt een overlevingsstrijd. Het overlijden van Thomas Gabriel luidt een overgang in naar een nieuwe, onzekere toekomst voor alle gezinsleden. Een toekomst die na 8 november 2016 nog grimmiger zal worden. (JvW)

17 juni: Het Nationale Ballet – Shostakovich Trilogy

De Shostakovich Trilogy is een uit drie delen bestaand ballet, gemaakt door choreograaf Alexei Ratmansky als eerbewijs aan diens grote inspirator, de Russische componist Dimitri Sjostakovitsj. Ratmansky woont al lang in Canada maar komt oorspronkelijk uit Oekraïne in de tijd dat het nog Russisch was. Net als Sjostakovitsj destijds is hij ongelukkig met de huidige politieke situatie in zijn oorspronkelijke vaderland.

Sjostakovitsj werd al jong erkend als geniaal musicus maar had zeer te lijden onder het stalinistische Sovjetregime, dat kunstenaars belemmerde te creëren wat ze wilden. Hij is zijn hele leven bang geweest voor represailles en heeft in zijn muziek steeds compromissen moeten sluiten.

Het eerste deel van de trilogie is de controversiële Negende Symfonie. De componist had van de Russische autoriteiten opdracht gekregen een triomfmars te schrijven over de overwinning van Rusland op Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar het eindresultaat beviel de autoriteiten niet. Zij vonden de muziek te licht, niet juichend genoeg en het werk werd zeven jaar in de ban gedaan. Een opvallende danser tijdens dit eerste deel is de Japanner Sho Yamada,  die zich zo licht en makkelijk als een vogel over het toneel beweegt, fascinerend om naar te kijken.

Het tweede ballet is gecreëerd op de Kamersymfonie. Sjostakovitsj schreef dit kort nadat hij, mogelijk onder dwang, lid werd van de communistische partij. Gekleed in een mooi pak met ontblote borst, maakt de hoofdpersoon een gekwelde indruk. Terwijl hij steeds door anderen wordt meegetrokken kijken op de achterwand grote hoofden van, naar ik aanneem, partijbonzen streng toe.

Sjostakovitsj maakte het Eerste Pianoconcert, toen hij nog heel jong was. De muziek is prachtig, dit derde deel is misschien wel het mooiste van de hele avond. Ook de vormgeving is schitterend: de achterwand is grijs met allerlei rode Russische symbolen, diezelfde kleuren zie je terug in de kostuums van de dansers. Shostakovich Trilogy is een must voor liefhebbers van klassiek ballet. Voor de virtuoze dansers van het Nationale Ballet moet het een feest zijn om hierin te mogen dansen. (EN)

25 juni:Back to Back Theatre – Lady Eats Apple

Het Australische Back to Back Theatre maakte in 2012 furore met Ganesh versus the Third Reich. Vijf jaar later is het nog steeds een van de meest indrukwekkende voorstellingen die ik gezien heb. Bij een tweede voorstelling komt het risico van te hoge verwachtingen onvermijdelijk om de hoek kijken, maar met Lady Eats Apple zorgt het gezelschap opnieuw voor een prachtige voorstelling.

Lady Eats Apple verwijst naar het verhaal van Adam en Eva, en begint in een bijzonder soort paradijs. We betreden een opblaasbare constructie op het podium van de schouwburg. Waar zijn we eigenlijk? Een soort luchtkasteel? De hemel? Een baarmoeder? De betekenis blijft in het midden. We ontmoeten Mark, een acteur met een verstandelijke beperking, die door een psychiater wordt getest in het benoemen van dieren. Hier keert de thematiek van Ganesh terug: in het samenspel tussen acteurs met en zonder verstandelijke handicap wordt het paternalisme en de ongelijke machtsverhoudingen tussen de twee pijnlijk duidelijk. Als Bijbelse God houdt de psychiater zijn Adam klein, maar Mark komt in opstand. Hij wordt kwaad over de belerende toon van zijn psychiater en besluit hem neer te schieten. Hij kan prima leven zonder een sturende hand.

Dan verduistert het paradijs en bevinden we ons in een soort limbo. We horen getuigenissen van bijna-doodervaringen, dan gaat het licht aan, opent de ‘baarmoeder’ waar we in zaten en kijken we uit op de zaal van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Was dit een omgekeerde bijna-doodervaring: van hemel naar aarde? Een geboorte? In dit volgende deel zien we twee performers, eveneens met een beperking, elkaar voorzichtig verleiden. Hun zorgverlener moet er niks van hebben, en verbiedt hen om te dicht in elkaars persoonlijke ruimte te komen. Tevergeefs: als ze weg is, zoeken de twee toenadering. Schuchter uiten ze de affectie voor elkaar, eindigend in een verzoek van de man om mee te gaan naar zijn kamer. Seks en verstandelijke handicap is een taboe waar de strenge zorgverlener ongemakkelijk, misschien zelfs angstig, van wordt, maar waarom eigenlijk?

En hoe denk ik er zelf over, vraag ik me af. De psychiater en zorgverlener geven een ongemakkelijk inzicht. Het gezag dat zij opeisen, is in uitvergrote vorm het gezag dat wij als ‘niet-beperkt’ publiek onbewust als vanzelfsprekend achten. Ik verwachtte een voorstelling waarin performers volledig aangestuurd werden door een regisseur (of, om in de symboliek van deze voorstelling te blijven, een vaderlijke ‘God’) zonder verstandelijke beperking, niet een waarin ze een zelfstandige partij met een eigen stem waren. In het blootstellen en omkeren van die verwachtingen ligt de kracht van Back to Back Theatre. Lady Eats Apple legt niet alleen vooroordelen en ongelijke verhoudingen bloot, maar schept ook een arena waarin de kwaliteiten van performers met een beperking gevierd worden. In plaats van de codes die we van getrainde acteurs gewend zijn, bereiken zij een zeldzame oprechtheid en emotionaliteit. Een mooie afsluiter van een wederom geslaagde editie van het Holland Festival. (JvW)

 

 

 

Theater / Reportage
special: Oerol 2017 deel 1

Klanken

Het jaarlijkse Oerol-festival is sinds 1982 uitgegroeid tot een internationaal fenomeen. Tien dagen lang bezoeken tienduizenden bezoekers Terschelling, om zich daar onder te dompelen in (locatie) theater en dans, straattheater, beeldende landschapskunst en muziek. Voor het vierde jaar op rij zag ik bijzondere voorstellingen en crossmediale vormen, waarin de locatie soms allesbepalend is en soms helemaal niet. In drie delen: Klanken, De Habitat en Idealen, beschrijf ik mijn theaterervaringen op het eiland.

Amsterdam Klezmer Band – Septacost

Door lonkende beschrijvingen heb ik mij naar een ‘multimediale voorstelling die balanceert tussen melancholie en euforie’ laten lokken. De zeven muzikanten van de Amsterdam Klezmer Band openen met een nummer dat opzwepend bedoeld is en schakelen hierna over naar een zwoele Italiaanse klaagzang over internet en telefonie. Een grappige gimmick is de meervoudige projectie van de zanger, maar de diepe eenzaamheid die ons in een schermenwereld kan bereiken ervaar ik nog niet. De verhalen van muzikant Job, over het zoeken naar de liefde, het vinden ervan en zijn redenen om muziek te maken, hoeven niet verteld te worden. Deze worden gehoord in de klanken van de muzikale begeleiding.

Het rapgesprek van de klezmerzangers had ook niet gehoeven, deze parodie komt net niet lekker uit de verf. Daarbij is de multimedialiteit ver te zoeken: van de jeugdfoto’s van de band en een homevideo van het gezinsleven van de zanger en (tevens?) oprichter moet de Amsterdam Klezmer Band het niet hebben. Van de oprechte klanken die de verstrijkende tijd laten klinken wel. Tot slot wordt ook het laatste nummer, gebracht door een geprojecteerd koor, door stoorzenders onderbroken. Dit symboliseert de gehele show: muzikanten laten zich beter dirigeren dan regisseren.

Septacost zou meer zijn dan een klezmerparty, ‘een virtuoze zoektocht naar een remedie tegen eenzaamheid’ werd mij beloofd. Helaas voelde ik na afloop vooral teleurstelling en mij des te meer alleen tussen het dijenkletsende publiek op theatervakantie, dat al dansend de tent verlaatte of nog even feest bleef vieren. De blaasinstrumenten klonken onaangenaam schel in mijn oren, de akoestiek komt hopelijk beter tot zijn recht in de theaterzalen waarin deze show komend seizoen te zien zal zijn.

 

BOG. – ONE

Performer Lisa Verbelen brengt bijzonder aangename klanken tijdens haar solo ONE. Met het geluid van ruisende golven op de achtergrond, versmelten haar onnatuurlijke uitingen op mystieke wijze met de natuurlijke omgeving van de duinkuil. Engelse woorden, tekens en tekeningen vormen tezamen een abstracte partituur waarop gevoelens, gedachten en objecten abstract verklankt zijn. Deze bewegende partituur kan tijdens de uitvoering door het publiek meegelezen worden en gaandeweg ontvouwt de solo zich in een vierstemmige koorstuk. Bijzonder is hoe het verleden door de stemopnames van de performer hier met het heden van de liveperformance verbonden wordt doordat de meerstemmigheid wel te horen is, maar niet te zien. Zowel de herhaling in klank als in zicht biedt houvast: in het onvoorspelbare is het voorspelbare heel prettig en tegelijkertijd verslavend meditatief: de herhalende afwisseling werkt heel ontspannend. Herkenbaarheid van meerdere gedaantes van ‘poep’ zorgen ervoor dat ik bij de performance blijf en niet geheel opga in mijn eigen universum. Het concrete einde waarbij de tijd wordt stilgezet is een prachtige afsluiter na alle abstractie. Even deed dit klankstuk mij aan De Oersonate denken. Maar in tegenstelling tot Schwitters schept Verbelen zin in haar ordening van beweging, waardoor ik de onnavolgbaarheid gaandeweg ga volgen.

LeineRoebana / The Stolz / Plastique Fantastique – Loud Shadows / Liquid Events

Tijdens een korte wandeling door het Formerumer Bos doemen twee grote luchtkoepels op, de een wit en de ander doorzichtig. Een witte ronde luchtslang vormt een cirkelvormige ring tussen beiden en vormt een verbinding met in het middel een open plek met bomen. Hier zie je als publiek vanaf de buitentribune, een steile heuvel, de dansers van LeineRoebana opwarmen. Nog voordat de voorstelling begint, dient er al een keuze gemaakt te worden wat plaatsbepaling betreft. Er zijn drie verschillende locaties vanaf waar je de voorstelling gade kunt slaan. Van buitenaf heb je overzicht over de verschillende delen van het gehele luchtbouwwerk, waar filmische samenklanken van cello, hobo en viool je al snel meenemen naar een andere werkelijkheid. Abstracte dans voert me verder weg, totdat het wisselsignaal klinkt en het publiek opnieuw een keuze moet maken vanwaar de verdere voorstelling bekeken wordt.

In de gesloten koepel vormt zich een schaduwwereld, waar de buitenwereld als silhouet nog zichtbaar is. Een danser richt zich tot de hemel via het doorzichtige gat aan de bovenkant dat een venster vormt, waardoor een stuk lucht en boomtoppen te zien zijn. Muziek van elders klinkt hier door, maar klinkt in deze omgeving gedempt. Even komt de violiste binnen om de dialoog met de danser aan te gaan, terwijl zij tegelijkertijd nog in een muzikaal gesprek verwikkeld is met de hoboïste die zich in een andere wereld bevindt. Uiteindelijk vinden zij elkaar, waarna er weer gewisseld kan worden en ik terecht kom in de doorzichtige koepel, waar een plastic wand het publiek buiten de bubbel van het publiek binnen in de bubbel scheidt. Zangklanken starten hier weer een andere dimensie, totdat de celliste binnenkomt en de tijd vertraagt. De dansers dansen aan weerszijden van de wand met elkaar in twee verschillende dimensies. Middels de architectuur zijn de verschillende kunstvormen die hier samenkomen verbonden, zonder dit kunstige bouwwerk lijkt er van de voorstelling weinig over te blijven.

 

Bos Theaterproducties / Rhythm Entertainment- Watskeburt?! The Deleted Scenes

Terwijl het publiek nog binnendruppelt, lopen drie mannen en twee vrouwen in een romeinse toga rond op het toneel. Met tromgeroffel en windgeruis wordt de werkelijke start aangekondigd, waarin de ‘goden’ van De Jeugd van Tegenwoordig wat warrig hun entree maken. Zij verschijnen in de vorm van drie zeer knap gemaakte poppen, waarbij vooral de gezichtsuitdrukking van Vieze Fur heel herkenbaar is. Lof gaat ook uit naar de poppenspelers, die De Jeugd tot leven laten komen. Vooral de accenten van Faberyayo en Vieze Fur zijn in zang en spraak haast niet van echt te onderscheiden. Wel is duidelijk waarom de scènes in deze Oerol-editie de theaterversie niet gehaald hebben. Zo is de autorit na afloop van een optreden over ‘lekker gaan’ vermakelijk, maar gaat het geouwehoer over de individuele tegenover de collectieve performance net wat te lang door. De ‘live’ optredens van De Jeugd kunnen daarentegen niet lang genoeg duren in deze korte voorstelling. Met Gekke Boys zijn ze springlevend en de meezinger Watskeburt?! geeft me kippenvelmoment, voortkomend uit jeugdsentiment. Zowel jong als oud doet enthousiast mee. Na het slotapplaus rest enkel nog de muziek, want helaas keert De Jeugd bij de toegift Manon niet meer terug.

Theater / Reportage
special: Holland Festival week 1

Over Castellucci, Brexit en dansen op blote voeten: een week op Holland Festival.

De maand juni is aangebroken, de zomer begint, en de theaterfestivals draaien op volle toeren. Tijd om een maand in Amsterdam te bivakkeren voor het Holland Festival. De ‘Europa-editie’ van vorig jaar kreeg een rauw randje door de onverwachte shock van de Brexit. Dit jaar is dat niet anders: een halfjaar na de inauguratie van Trump neemt het festival de staat van de Westerse democratie onder de loep.

In week 1 van Holland Festival zien we de Amerikaanse democratie door de lens van Romeo Castellucci, en laten de acteurs van het Britse National Theatre zien hoe een toenemende verdeeldheid heeft kunnen leiden tot de Brexit. Emilia kijkt naar een theatermarathon en Jeroen heeft gedanst met vijftig Chileense dansers. Op blote voeten.

4 juni: La Democrazia in America

Mijn Holland Festival avontuur begint dit jaar bij Romeo Castellucci, die Alexis de Toqueville’s Democracy in America gebruikt voor een reflectie op de Amerikaanse democratie anno 2017. Het eindresultaat is bovenal een pleidooi voor de groepen die niet profiteren van de Amerikaanse democratie. Het gehele gezelschap bestaat uit vrouwen, die in het Amerika van 2017 nog steeds gemarginaliseerd worden. Er wordt verwezen naar de slavernij, als we een opname van een lied horen dat op de plantages in het Zuiden werd gezongen: muziek als middel om de moed er in te houden en door de dag te komen. In de laatste scene zien we een discussie tussen twee Indiaanse vrouwen. De een wil de Engelse taal van de Amerikanen leren, de ander verzet zich er tegen. Zij waren en zijn nog steeds outsiders in de Amerikaanse democratie. Het protest tegen de Dakota Access Pipeline die op dit moment op hun heilige grond wordt aangelegd, wordt met geweld de kop ingedrukt.

De beelden die Castellucci laat zien verwijzen naar het verleden van de Amerikaanse democratie en bieden daarmee commentaar op het heden: van een ongelijke behandeling van vrouwen, Afro-Amerikanen en Indianen is nu immers nog steeds sprake. Tegelijkertijd is het ook te simpel om alleen terug te grijpen op het verleden. Buiten snelle verwijzingen naar de Iran, de War on Drugs en Medicare wordt er nauwelijks ingezoomd op de Amerikaanse democratie zoals die nu is en de misstanden die er nu zijn. Tekenend voor dit gebrek aan nuance is een centrale scène tussen een man en vrouw uit New-England . De vrouw heeft zojuist haar kind ingeruild voor voedsel. Uit wanhoop wil ze God vervloeken, maar haar streng religieuze man durft het niet aan. Bidden voor genade blijft het enige antwoord. Bezien vanuit de 21e eeuw is het een aandoenlijk en tegelijkertijd gedateerd beeld.  Amerikaanse gezinnen zijn niet meer gebonden aan de God van het christendom, maar aan de goden van de farmaceutische industrie, die in Trump een nieuwe verlosser hebben gevonden. Natuurlijk kan je de hele scène als allegorie zien, maar waarom eigenlijk? Waarom is zo’n reis naar het verleden nodig, als de Amerikaanse democratie juist nu steeds meer op een oligarchie begint te lijken? Al met al levert deze voorstelling maar weinig inzichten op. (JvW)

5 juni: The Nation (aflevering 1-3) 

The Nation van regisseur en schrijver Eric de Vroedt zal deze herfst als een uit zes delen bestaande marathon te zien zijn, maar nu is de première van de eerste drie delen. Het publiek zit op twee tribunes tegenover elkaar met in het midden het speelveld: de Haagse Schilderswijk. Ieder deel van The Nation is gemoduleerd naar een bepaald televisie-format. Vanavond zien we een politieserie, een late night talkshow en een soap. De politieserie zet je meteen middenin de huidige maatschappelijke problematiek. Er is een jongetje verdwenen, Ismaël, en de politie lijkt daar iets mee te maken te hebben. Mogelijk heeft een motoragent (een fantastisch spelende Mark Rietman) de jongen mishandeld en laten verdwijnen. De personages zijn herkenbaar als linkse Gutmenschen, radicaliserende moslims en racistische politieagenten. Er is ook een politiechef die alle moeite doet zich genuanceerd op te stellen en daardoor in de knel komt. Een belangrijke rol speelt Damir, de salafistische halfbroer van Ismaël.

Het eerste deel is heel geestig en, omdat je al enigszins onder het stereotype masker van een aantal van de personages kunt kijken, ook heel aangrijpend. In het tweede deel zitten we in Kuypers, een soort Jinek, met als gasten een aantal van de bovenstaande personages en wat nieuwe spelers: een projectontwikkelaar, een populist en een gematigd politicus, ieder met zijn eigen agenda. Een agressieve en wanhopige Damir onderbreekt de uitzending, een superspannend moment waarbij het publiek muisstil blijft, net of we allemaal echt bang zijn. Wat misschien ook wel zo is. Tegelijkertijd krijgen we inzicht in Damirs gevoelens en gedachtegang. De derde aflevering, de soap, beklijft minder al worden er interessante ontdekkingen gedaan. The Nation is moedig en  relevant theater, slim en prachtig geschreven, uitstekend uitgevoerd en precies wat we in deze tijd nodig hebben. Geweldig dat het in de herfst een vervolg krijgt. (EN)

6 juni: Rito de Primavera

Voor Rito de Primavera liet de Chileense choreograaf Jose Vidal zich inspireren op de Sacre du Printemps. Met name het idee van een ritueel, een transformatie van dood naar wedergeboorte, wordt hier op fascinerende wijze uitgewerkt. Aanvankelijk heeft dat – letterlijk – flink wat voeten in de aarde: er wordt ons gevraagd om kleine groepen te vormen, elkaars handen vast te houden en op blote voeten een donkere ruimte te betreden. Daar zien we schimmen van dansers die zich met elkaar verbinden door een continue groepszang.

Pas als de laatste bezoekers zitten, krijgen we zicht op het speelvlak. Ik voel de irritatie van mijn buren en kan niet ontkennen dat mijn geduld langzamerhand ook opraakt. Tegelijkertijd vermoed ik dat dit precies is waar Vidal ons hebben wil: weerstand, en dan het overgeven aan een andere manier van kijken en een andere beleving van tijd. Geleidelijk krijgt de koorzang iets hypnotisch, en beginnen er patronen te ontstaan in een voorzichtige belichting en verduistering van de dansers.

Dan volgt een uitbarsting van energie. Het licht gaat aan, en we zien vijftig dansers in een vreugdevolle, expressieve choreografie. De schaarste van het eerste deel maakt de ontlading in dit tweede deel des te groter. Waar de Sacre vooral in het teken staat van opoffering en lijden, voert levensvreugde en wedergeboorte hier de boventoon. Onverwachts beklimmen de dansers de tribunes en vragen ons mee te doen. Durf ik dit aan? Mijn buurman gaat zonder twijfel het speelvlak op, de dames voor me blijven liever zitten. Ik trek de stoute schoenen aan (figuurlijk) en laat me meenemen. Hier geven we ons weer over, deze keer aan de roes van de dans. De rol van rationele toeschouwer wordt even ingeruild voor die van een feestganger. En het wordt gewaardeerd: na afloop popelt menig bezoeker om het podium weer op te gaan en een afterparty te beginnen. Ik doe mijn sokken en schoenen weer aan, wen even aan het daglicht, loop naar de bushalte. Hier ligt de kracht van Vidals voorstelling: als een heus overgangsritueel ben ik even ondergedompeld in een andere, grillige wereld, om uiteindelijk weer terug te keren naar het alledaagse leven. (JvW)

7 juni: My Country – A Work in Progress.

Een jaar na de shock van de Brexit brengt het Britse National Theatre de voorstelling My Country – A Work in Progress, een allegorie waarin de verschillende delen van het Verenigd Koninkrijk het referendum van 2016 afwachten, en een stem geven aan verschillende stemmers uit hun districten. Politieke kopstukken als Boris Johnson, David Cameron en Theresa May worden gespeeld door voorzitster Britannia, terwijl haar zes collega’s het perspectief bieden van de man of vrouw op straat. Een bonte stoet mensen met uiteenlopende standpunten trekt zich aan ons voorbij. De Britten kunnen het met elkaar oneens zijn, en desondanks met elkaar samenleven, zo lijkt het. Dan verhardt het debat: links wordt linkser, rechts wordt rechtser, en zo komen twee kampen tegenover elkaar te staan. Het mondt uit in een clash, met Britannia die als pleitbezorgster voor de beschaving tussenbeide komt. “Hoe heeft het zo ver kunnen komen?” vraagt ze zich hardop af.

My Country belicht de vervreemding die de Brexit teweeg heeft gebracht. Niet zozeer de vervreemding tussen Groot-Brittannië en de rest van een Europa, maar een vervreemding onder haar eigen inwoners. Het vermogen om met elkaar in dialoog te treden lijkt te zijn verloren en vervangen door een bokswedstrijd tussen leave en remain, pro-EU en anti-EU, meer versus minder immigratie. De keuze om van de acteurs iconen te maken zorgt enerzijds voor een vrolijke, energieke speelstijl, waarin verschillende personages moeiteloos worden afgewisseld. Moeilijker te accepteren is de passage waarin Britannia zich tot het publiek richt voor een emotioneel pleidooi en vrij abrupt verandert van icoon naar ‘serieus’ personage. Ook zorgt deze speelstijl dat representatie, ook representatie van diversiteit, een extra significantie krijgt. Van de zeven personages representeert slechts een actrice een immigrantenperspectief. Men kan zich afvragen of Britse immigranten hierdoor niet juist worden weergegeven als de outsider in een groter blank gezelschap – de overige zes regio’s van de UK worden gespeeld door witte mannen en vrouwen. Desalniettemin biedt deze voorstelling een intrigerend beeld van een verdeeld Engeland. “Luister”, is ten slotte het advies en de smeekbede van Britannia.  Uit de eigen bubbel stappen om te luisteren naar het perspectief van de ander: kunnen we dat nog? (JvW)

Muziek / Concert

Te gekke en gevarieerde editie

recensie: Motel Mozaïque 2017 - de zaterdag

In tegenstelling tot de vrijdag is de zaterdag van Motel Mozaïque volledig uitverkocht. Dat moeten de weergoden hebben geweten: met een lekker zonnetje en een graad of zestien beginnen we deze muzikale dag op Plaza Mozaïque, dat tegen het middaguur al redelijk gevuld is met festivalgangers, muziekliefhebbers en dagjesmensen.

De toegang tot Plaza Mozaïque is gratis waardoor het aanwezige publiek heel de dag gemêleerd is. Het is een hele leuke manier om dagjesmensen en Rotterdammers kennis te laten maken met het festival zonder dat ze daar geld voor neer hoeven te leggen. Plaza Mozaïque is dit jaar gevestigd rondom de beruchte Kabouter Buttplug op het Eendrachtsplein, vlakbij diverse venues van het festival. Zo liggen Rotown en de Paradijskerk om de hoek, is de Schouwburg slechts een paar minuutjes lopen en sta je binnen no time in de prachtige Arminiuskerk.

Het zaterdagprogramma begint in de Arminiuskerk waar 3voor12 wederom diverse sessies op het programma heeft staan. De kerk is de ideale plek voor sessies met onder andere singer-songwriters Lisa Hannigan en Isaac Gracie. Het is vandaag heerlijk warm, maar kippenvel krijgen van deze twee artiesten is onvermijdelijk. In de hal van de Schouwburg staat even later Spinvis met Amos Ben-Tal | OFFprojects met een heuse talkshow waarbij diverse gasten en dansers worden uitnodigt voor een bijzonder spektakel. Tussendoor zingt hij nummers, speelt gitaar en pakt hij het publiek in met interessante vraagstukken en humoristische uitspraken. Het is de perfecte opwarming voor de indrukwekkende show van Joep Beving, even later in de Grote Zaal van de Schouwburg.

Joep Beving is inmiddels een graag geziene muzikant op de Nederlandse festivals. Eerder dit jaar stond hij nog in een kerk op Eurosonic Noorderslag en afgelopen jaar speelde hij op Into The Great Wide Open. Dat is te zien aan het aantal mensen dat aanwezig is in de Grote Zaal: hoewel zijn magische pianomuziek juist heel goed uit de verf zou komen in een van de twee kerken van het festival, is het direct duidelijk dat die twee venues te klein zouden zijn. Aan de ene kant jammer, want de intieme pianomuziek van Beving zou wellicht nog intenser zijn geweest in een dergelijke setting. In de Schouwburg is het een uur lang genieten: het publiek wordt betoverd door de fraaie muziekstukken van de Nederlandse pianist. Van tevoren vraagt hij het publiek om niet na ieder stuk te applaudisseren, wat ontzettend goed blijkt te werken. Stukken als ‘Sleeping Lotus’ (over zijn dochter Lotus) en ‘Etude’ zijn nog overweldigender wanneer ze vrijwel aaneen worden gespeeld. Mensen genieten met hun ogen
dicht, hier en daar gaan zelfs aanwezigen op de grond liggen met gesloten ogen en overal is het muisstil. Een hele bijzondere show op deze MOMO-zaterdag.

De toegankelijkheid van de diverse locaties is een stuk beter benaderbaar dan een aantal jaren geleden. Het gebeurt dan ook een aantal keren dat we diverse artiesten ergens in de zon zien zitten of zien genieten van shows van andere muzikanten van de line-up. Terwijl we vlak voor de show van Novo Amor nog even van de zon genieten zien we bijvoorbeeld de leden van mauno hetzelfde doen. Groot gelijk: het is heerlijk toeven aan het water in de stad. In de Arminiuskerk staat de Britse singer-songwriter Novo Amor met kornuiten om 19:00 uur, een absolute must-see voor fans van Bon Iver, Haux en James Vincent McMorrow. Novo Amor is het project van Ali John Meredith-Lacey, een talentvolle jonge muzikant. Met zijn opvallende falsetto stem en magische tracks neemt hij het aanwezige publiek mee naar hogere sferen. Hierbij krijgt hij vocale steun van Ed Tullett die een wat sterkere sound heeft en continu loepzuiver zingt. Bij Meredith-Lacey zijn hier en daar wat valse noten te ontdekken, hoewel dat nergens écht storend is. ‘Alps’ is, samen met de prachtige stem van Tullet, een absoluut hoogtepunt en de Guns ‘n Roses cover ‘Welcome To The Jungle’ een aangename verrassing. Een mooie rustige show in een fijne setting om de avond mee in te luiden.

Van de Arminiuskerk lopen we met een korte stop op Plaza Mozaïque naar de Paradijskerk waar mauno reeds aan het spelen is. De hardere indierock van de band uit Halifax is totaal niet in een hokje te plaatsen en heeft oncontroleerbare uitspattingen. Voor de Paradijskerk is de band ietwat te hard en vooral te tomeloos om er een mooi klinkend geheel van te maken. mauno had beter op een plek als Rotown of Worm kunnen staan, hoewel het dan alsnog afvragen is of het echt heel goed zou zijn geweest.

De jonge Isaac Gracie is alles wat juist wél past in de Paradijskerk. Even na het vertrek van mauno staat de goedlachse singer-songwriter met zijn dijk van een stem in de kerk. Hij vertelt hoe opvallend vaak hij in kerken zingt en dat dat ook weer niet heel vreemd is: hij is ooit begonnen met zingen in de kerk. Zijn stem is dan ook volledig aangepast op de goede akoestiek wat tot verbaasde gezichten leidt. Gracie heeft een aantal nummers online staan, die in het niet vallen bij wat hij live kan. Zijn stem is zo krachtig dat het bij sommige tracks niet eens uitmaakt dat ze ietwat eenvoudig in elkaar zitten. ‘Terrified’ en ‘Last Words’ zijn, samen met de sarcastische grapjes, het hoogtepunt van de avond en misschien zelfs wel van het hele festival. De Paradijskerk is dit weekend nog niet zó magisch geweest als nu.

We sluiten MOMO17 af met de mannen van The Slow Show in de Grote Zaal van de Schouwburg. The Slow Show is zo’n band met van die prachtige nummers waar je kippenvel van krijgt. De donkere stem van frontman Rob Goodwin doet denken aan die van Matt Berninger, zanger van The National. Een beetje fan weet dan ook al gauw waar de bandnaam The Slow Show van afgeleid is. Het optreden staat als een huis en verveelt nergens: van het doordringende ‘Ordinary Lives’ tot het steengoede ‘Brawling Tonight’. The Slow Show is een waardige afsluiter van de Schouwburg én van deze editie van Motel Mozaïque.

Ook al heeft het festival de afgelopen jaren minder ‘grote’ headliners, met deze te gekke en gevarieerde editie bewijzen ze dat je dergelijke namen niet nodig hebt om een succesvol festival neer te zetten. Nieuwe locaties zoals de magische Arminiuskerk en de nieuwe plek voor Plaza de Mozaïque bleken meer dan welkom te zijn: je hebt het idee dat alles net wat dichter bij elkaar ligt en het daardoor toegankelijker is geworden dan voorheen. De data voor de volgende editie in 2018 zijn al bekend: markeer 19, 20 en 21 april 2018 in je agenda, want Motel Mozaïque mag je niet missen!

Muziek / Concert

Succesvol met kleine namen

recensie: Motel Mozaïque 2017 - de vrijdag

Vandaag de dag gaan we niet meer naar Motel Mozaïque om de grotere namen zoals Angus and Julia Stone en Mumford and Sons te zien. Dit is geen reden om het festival over te slaan, integendeel: dit jaar is de programmering van Motel Mozaïque wederom om door een ringetje te halen. Met bekende en minder bekende bands en artiesten. Ideaal om nieuwe muziek te ontdekken!

De eerste dag van Motel Mozaïque begint al vroeg in de middag met een aantal sessies in de magische Arminiuskerk: 3voor12 neemt vandaag sessies op met Daymé Arocena, Kim Janssen, Pitou en Ala.ni. Een prima begin van het festival: korte, rustige shows van gevarieerde artiesten. De Nederlandse singer-songwriter Pitou valt met haar bijzondere engelachtige stem op tussen de andere acts in de Arminiuskerk. Morgen opent ze de festival zaterdag in de Paradijskerk, een geschikte locatie voor haar breekbare doch prachtige liedjes. De sessies zijn een goede opwarmer voor de shows van de artiesten zelf. Kim Janssen geeft vast wat weg van zijn nieuwe plaat Cousins en van de show van vanavond, wat veelbelovend klinkt.

Het is dan ook niet heel verrassend dat de Grote Zaal van de Schouwburg om 20 uur goed gevuld is voor de veelzijdige singer-songwriter. Vorige week speelde Kim Janssen nog zijn eigen albumrelease in Tivoli De Helling in Utrecht, vanavond doet hij het dunnetjes over in Rotterdam. Met maar liefst elf man sterk, van blazers tot strijkers, zet Janssen een mooie set neer. Wat het meeste opvalt, is de vernieuwing van zijn algehele sound: zijn eerdere ingetogen liedjes maken plaats voor uitgebreide arrangementen wat hier en daar zelfs een beetje aan Sigur Rós doet denken (niet heel vreemd, gezien zijn samenwerking met Sigur Rós’ Erikur Orri Ólaffson voor deze plaat.) Single ‘Dynasty’ vraagt naar meer en laat je zin hebben in lange zomeravonden, dansen en wijn terwijl je bij ‘Bottle Rockets’ de muziek wordt ingezogen en alleen maar kunt luisteren en genieten. Janssen gaat dit jaar op clubtour met Cousins, ga dit zeker checken als je de mogelijkheid hebt.

We zagen de Britse Ala.ni eerder vandaag bij een sessie van 3voor12, vanavond staat ze in de fraaie Paradijskerk wat misschien wel de mooiste locatie van het festival is. Al lachend geeft ze toe dat ze wellicht iets te veel van de Nederlandse joints heeft geproefd, hoewel dat totaal niet afdoet aan haar krachtige performance. De show van Ala.ni is niet alleen een genot voor het oor, ook het oog wordt flink verwend. De driemansformatie, allen gehuld in zwart, zijn goed op elkaar ingespeeld waarbij de harpiste de grootste eyecatcher is. De stem van Ala.ni is loep zuiver en galmt tot ver achter in de Paradijskerk door. Het publiek luistert aandachtig: de bijzondere zangeres weet iedere aanwezige te betoveren.

Van de kerk gaan we richting Rotown voor een totaal andere show: de band Shame uit Londen staat om 23:30 uur op het programma. De jonge honden uit Londen zijn nog niet eens heel lang bezig maar hebben nu al een behoorlijke reputatie wat betreft hun liveshows. Het is hard, het is wild, het is alles wat je even nodig hebt om wakker te worden voor de eerste MOMO-nacht. Er wordt flink gedanst en vooraan vlakbij het podium ontstaat een moshpit. Het mooiste van alles: de zanger van Shame doet gewoon net zo hard mee. Zonder twijfel een gevalletje bijzijn is meemaken. Na Shame is het tijd voor een paar danspasjes bij Vera en haar mannen in de hal van de Schouwburg. De band heeft ons flink wat energie gegeven om nog even door te knallen. Met een paar te gekke hitjes bereiden we ons vast een beetje voor op de tweede dag van Motel Mozaïque. De eerste dag van het festival is gevarieerd en heeft met onder andere Ala.ni en Shame flink wat verrassingen te pakken. Op naar de zaterdag!

Concert

Paastraditie schittert

recensie: Festivalverslag Paaspop vrijdag, 25 maart 2016

Schijndel in Noord-Brabant is traditiegetrouw de locatie voor Paaspop: het startpunt van het festivalseizoen. Het festival biedt ruim drie dagen muziek, gezelligheid, en is na eenendertig jaar inmiddels flink uit de kluiten gewassen. Paaspop richt het vergrootglas doorgaans op Nederlandse acts, maar ook buitenlandse acts van formaat of belofte worden graag begroet.

Ondanks de vroege Pasen zijn de weergoden gunstig gestemd. De sfeer op het festivalterrein is dan ook traditiegetrouw om door een ringetje te halen. Ieder jaar slaagt de organisatie er weer in om zoveel zichtbare en onzichtbare maatregelen te treffen dat er geen enkele smet komt op het vredige karakter van het festival.

Een heel Goede Vrijdag

Terwijl de BZB in de Apollo-tent de aftrap verzorgt kiezen wij een half uur later voor de inwijding van de Phoenix-tent door DeWolff. Wie zoals ondergetekende de band al vanaf het prille begin volgt, constateert dat de broers Pablo en Luka van de Poel samen met Robin Piso enorm gegroeid zijn in hun performance, zonder de wortels van hun muziek te verloochenen.
De band opent met het titelnummer van hun nieuwste album: ‘Roux-Ga-Roux’, waarbij ze volgens Pablo enigszins geplaagd worden door een storing in de apparatuur van het bas-geluid. In de tent was dat niet hoorbaar. De band laat in een uur horen dat zowel de hapering in de techniek als het vroege tijdstip van half vijf geen enkele invloed heeft op de professionaliteit en bezieling waarmee de muziek wordt uitgevoerd. Het drietal geeft het festival een fantastische start. Menig act zal moeite moeten doen om dit optreden muzikaal te overtreffen. DeWolff laat een verpletterende psychedelische indruk achter.

Ook ander vermaak

Wie even geen concert van zijn gading in het blokkenschema kan vinden of gewoon zin heeft om zich anderszins te laten vermaken, kan op het uitgestrekte terrein genoeg vertier vinden. Weer is het aanbod gegroeid en zijn er vele tenten en gezellige hoekjes te vinden. Ook als trouwe bezoeker is er weer voldoende te ontdekken in alle hoeken en gaten van het terrein. Een echte ‘White Chapel’ voor het voltrekken van spontane festivalhuwelijken terwijl de DJ in actie is; een theater voor 18+ of een heus speciaalbier-café voor de liefhebbers. Maar voor de meesten is toch de muziek de hoofdschotel. Of dat nu rap, rock, hardrock, elektronische- of feestmuziek is. Iedereen komt aan zijn trekken.

Hoogtepunt

Het is goed om je algemene indruk te baseren op hoogtepunten, maar soms ontkom je er niet aan een misser, dieptepunt of teleurstelling mee te nemen. We houden het meer dan een half uur uit bij het optreden van de veel geprezen en gehypete Jett Rebel, in de hoop en het vertrouwen dat hij zijn belofte zal inlossen. Helaas weet deze opgeklopte singer-songwriter, ondanks zijn maffe uitdossing, niet te boeien. Zijn optreden sprankelt niet van muzikaliteit en ook al slooft Rebel zich nog zo uit, nergens krijgt hij het publiek in beweging. Gaandeweg het optreden lijkt hij dat zelf ook steeds meer te merken. Dat gaat John Coffey met hun hevige rock dan beter af op de Jack Daniel’s Stage.
Voor de afsluiting van de avond moeten we kiezen tussen Baroness en de show van Golden Earring. Omdat de Hagenaren een half uur eerder beginnen gaan we eerst even bij hen kijken, maar het feest der herkenning dat ze ons voorschotelen laat ons niet meer los. Aangevuld met saxofonist Bertus Borgers weet de Earring een fijne show te geven met als hoogtepunt een langgerekte versie van ‘Radar Love’. Als intro gaat een lange, boeiende bassolo van Rinus Gerritsen naadloos over in de overbekende rif van de grootste hit van Golden Earring. De vrijdag wordt zo waardig afgesloten door een band waar niemand echt omheen kan. Het vijftigjarige jubileum van Golden Earring wordt mooi luister bijgezet.