Tag Archief van: festival

Muziek / Reportage
special: MOMO 2022 Rotterdam

5 tips voor Motel Mozaïque 2022

Motel Mozaïque. Het kan een beetje hectisch zijn voor degene die Rotterdam niet in zijn broekzak heeft zitten. Waar ligt in vredesnaam Roodkapje? Wat is WORM? Wie zijn al die artiesten? Verslaggevers Rose Heliczer en Priya Wannet doken voor je in het diepe en kwamen met een best-of Motel Mozaïque 2022.

Het was niet makkelijk kiezen. Duikel je binnen in kerk Arminius voor een intiem concert met Belgisch nu-folktalent Meskerem Mees, loop je halverwege weg om toch naar Rotown te gaan voor Britse ontdekking Katy J. Person en krijg je beide concerten maar half mee? Misschien. Maar als je eenmaal in het festivalwezen geland bent en eens een keer stil blijft staan krijg je de muzikale wind van voren.

Famous

Bij de band Famous, bijvoorbeeld: de driekoppige formatie die tot nu toe vooral beroemd is in de Londense underground scene. De zanger, wiens naam redelijk lastig te achterhalen is als je op “famous band London” zoekt, schudt handen met het publiek tijdens de soundcheck. “Nice to meet you”, zegt hij. Een beleefde opening voor iemand met teksten als “I wish I was dead or at least in someone elses head”, of: “I wake up dead in my bed while she wakes up next to somebody else”. Een nerveuze muzikale rant over liefde, dood, en alle random associaties die erbij horen. Klinkt als een distorted versie van Bright Eyes meets Joy Division.

Grooves in de kerk

De grootste verrassing kwam echter van Goya Gumbani, bijna gemist door het spektakel in Rotown. Maar voor degene die onmiddellijk na Famous haar tas greep om naar de kerk Arminius te marcheren lukte het nog nèt om een kwartier mee te pakken. Nogmaals: enigszins jammer van de programmering, want het is een verademing om na de goede, maar intense wanhoopsact van Famous, in deze groove van Gumbani te vallen. De Londense rapper met New Yorkse roots brengt een live-band mee. Ze weten een warme, ontspannen sfeer te creëren, waarin de ease in de stem van Gumbani goed tot zijn recht komt.

Mirjam Manusama

Op zaterdag gaan we langs bij de Rotterdamse ontwerper Mirjam Manusama die met haar slow fashion label Manusama Nuance taboes rondom genderstereotypen wil doorbreken. Zodra je de donkere ruimte van het Ubik Theater binnentreedt wordt je aandacht meteen getrokken naar een groot scherm. Hierop zijn twee dansers te zien die in vloeiende cirkels om elkaar heen bewegen. De kleding valt prachtig over hun lichamen en samen lijken ze met elkaar te versmelten. Na de bewegende beelden volgt de rest van Manusama’s collectie op de paspoppen: een serie Japanse kimono’s die opvallen door hun minimalistische eenvoud. De tassen die ze speciaal voor deze collectie heeft ontworpen zijn met kettingen aan het plafond opgehangen. Ook ligt her en der de vloer bezaaid met houtsnippers wat de eenvoud van haar design nog eens extra benadrukt.

“Sioh Maluku”

Van Mirjam Manusama gaan we naar de Arminiuskerk voor de Molukse familie Lekranty-Lo’ko. Meteen vanaf het begin is het concert een puur spektakel: de familie komt gezamenlijk op met dansers. De dansers gekleed als molukse krijgers slaan hun stokken tegen elkaar en maken sierlijke bewegingen. Vanaf de kerkbanken beginnen mensen enthousiast mee te klappen en te joelen. Echter slaat de stemming direct om zodra de dansers de vloer verlaten en de band begint te spelen. “Sioh Maluku” (NL: O Moluku) klinkt door de zaal, die onmiddellijk stilvalt. Ons vaderland Maluku. Zo ongelofelijk mooi gezongen, dat het kippenvel tot op je enkels staat. 

VACUUM

De naam zegt het al: VACUUM. Luchtledig, zonder sturing of duidelijk doel. Bijna een uur lang kijk je naar een video waarbij beelden zich langzaam lijken te vervormen. Je hebt geen idee waar je naar zit te kijken. In de beschrijving lees je alleen maar: ‘een concertervaring die allesbehalve typisch is’. Nou dat hebben we geweten. De voorstelling begint met een dansperformance waardoor je als toeschouwer meteen al op het verkeerde been wordt gezet. Want zodra de danser uit beeld is gekropen start er een ellenlange beeldmontage. De muziek is voortdurend op de achtergrond te horen en geeft de voorstelling een extra dimensie. Al met al een zeer bijzondere en geslaagde voorstelling die het zeker waard was te bezoeken. 

 

En zo kunnen we natuurlijk nog pagina’s volschrijven over het overvolle festivalprogramma. Er is zoveel te zien en te beleven. Voor wie de “Early Bird” tickets voor de volgende editie al in huis heeft en niet zo bekend is met Rotterdam: huur een OV- fiets! Sommige locaties liggen ver uit de buurt en de programmering is behoorlijk strak. Afgezien daarvan was Motel Mozaïque ook dit jaar weer een zeer geslaagd en divers festival. Wij kijken alvast uit naar de volgende editie!

Muziek / Reportage
special: MOMO 2022 Rotterdam

5 tips voor Motel Mozaïque 2022

Motel Mozaïque. Het kan een beetje hectisch zijn voor degene die Rotterdam niet in zijn broekzak heeft zitten. Waar ligt in vredesnaam Roodkapje? Wat is WORM? Wie zijn al die artiesten? Verslaggevers Rose Heliczer en Priya Wannet doken voor je in het diepe en kwamen met een best-of Motel Mozaïque 2022.

Het was niet makkelijk kiezen. Duikel je binnen in kerk Arminius voor een intiem concert met Belgisch nu-folktalent Meskerem Mees, loop je halverwege weg om toch naar Rotown te gaan voor Britse ontdekking Katy J. Person en krijg je beide concerten maar half mee? Misschien. Maar als je eenmaal in het festivalwezen geland bent en eens een keer stil blijft staan krijg je de muzikale wind van voren.

Famous

Bij de band Famous, bijvoorbeeld: de driekoppige formatie die tot nu toe vooral beroemd is in de Londense underground scene. De zanger, wiens naam redelijk lastig te achterhalen is als je op “famous band London” zoekt, schudt handen met het publiek tijdens de soundcheck. “Nice to meet you”, zegt hij. Een beleefde opening voor iemand met teksten als “I wish I was dead or at least in someone elses head”, of: “I wake up dead in my bed while she wakes up next to somebody else”. Een nerveuze muzikale rant over liefde, dood, en alle random associaties die erbij horen. Klinkt als een distorted versie van Bright Eyes meets Joy Division.

Grooves in de kerk

De grootste verrassing kwam echter van Goya Gumbani, bijna gemist door het spektakel in Rotown. Maar voor degene die onmiddellijk na Famous haar tas greep om naar de kerk Arminius te marcheren lukte het nog nèt om een kwartier mee te pakken. Nogmaals: enigszins jammer van de programmering, want het is een verademing om na de goede, maar intense wanhoopsact van Famous, in deze groove van Gumbani te vallen. De Londense rapper met New Yorkse roots brengt een live-band mee. Ze weten een warme, ontspannen sfeer te creëren, waarin de ease in de stem van Gumbani goed tot zijn recht komt.

Mirjam Manusama

Op zaterdag gaan we langs bij de Rotterdamse ontwerper Mirjam Manusama die met haar slow fashion label Manusama Nuance taboes rondom genderstereotypen wil doorbreken. Zodra je de donkere ruimte van het Ubik Theater binnentreedt wordt je aandacht meteen getrokken naar een groot scherm. Hierop zijn twee dansers te zien die in vloeiende cirkels om elkaar heen bewegen. De kleding valt prachtig over hun lichamen en samen lijken ze met elkaar te versmelten. Na de bewegende beelden volgt de rest van Manusama’s collectie op de paspoppen: een serie Japanse kimono’s die opvallen door hun minimalistische eenvoud. De tassen die ze speciaal voor deze collectie heeft ontworpen zijn met kettingen aan het plafond opgehangen. Ook ligt her en der de vloer bezaaid met houtsnippers wat de eenvoud van haar design nog eens extra benadrukt.

“Sioh Maluku”

Van Mirjam Manusama gaan we naar de Arminiuskerk voor de Molukse familie Lekranty-Lo’ko. Meteen vanaf het begin is het concert een puur spektakel: de familie komt gezamenlijk op met dansers. De dansers gekleed als molukse krijgers slaan hun stokken tegen elkaar en maken sierlijke bewegingen. Vanaf de kerkbanken beginnen mensen enthousiast mee te klappen en te joelen. Echter slaat de stemming direct om zodra de dansers de vloer verlaten en de band begint te spelen. “Sioh Maluku” (NL: O Moluku) klinkt door de zaal, die onmiddellijk stilvalt. Ons vaderland Maluku. Zo ongelofelijk mooi gezongen, dat het kippenvel tot op je enkels staat. 

VACUUM

De naam zegt het al: VACUUM. Luchtledig, zonder sturing of duidelijk doel. Bijna een uur lang kijk je naar een video waarbij beelden zich langzaam lijken te vervormen. Je hebt geen idee waar je naar zit te kijken. In de beschrijving lees je alleen maar: ‘een concertervaring die allesbehalve typisch is’. Nou dat hebben we geweten. De voorstelling begint met een dansperformance waardoor je als toeschouwer meteen al op het verkeerde been wordt gezet. Want zodra de danser uit beeld is gekropen start er een ellenlange beeldmontage. De muziek is voortdurend op de achtergrond te horen en geeft de voorstelling een extra dimensie. Al met al een zeer bijzondere en geslaagde voorstelling die het zeker waard was te bezoeken. 

 

En zo kunnen we natuurlijk nog pagina’s volschrijven over het overvolle festivalprogramma. Er is zoveel te zien en te beleven. Voor wie de “Early Bird” tickets voor de volgende editie al in huis heeft en niet zo bekend is met Rotterdam: huur een OV- fiets! Sommige locaties liggen ver uit de buurt en de programmering is behoorlijk strak. Afgezien daarvan was Motel Mozaïque ook dit jaar weer een zeer geslaagd en divers festival. Wij kijken alvast uit naar de volgende editie!

Film / Films

Vijf films die je absoluut moet kijken op het IFFR

recensie: International Film Festival Rotterdam
Hold Me Tight FilmIFFR

Het International Film Festival Rotterdam wordt dit jaar online uitgezonden tot en met 6 februari. We missen het pluche, en op je laptop komt de cinematografie natuurlijk een stuk minder sterk uit dan op een groot bioscoopscherm. Voordeel is wel dat je alle films kan kijken die je wilt. Tegelijk maakt het ontbreken van een blokkenschema de keuze wel heel moeilijk. Hoe word je wegwijs in zo een groot aanbod? Rose Heliczer deed het vuile werk voor je en kwam tot deze best-of selectie.

Stijlvolle film-noir

THE EXECUTION – Lado Kvataniva

Issa viert feest. Hij heeft na tien jaar een van de meest complexe moordzaken uit Rusland opgelost. Althans, dat denkt hij. Dan krijgt hij een telefoontje. Er is een nieuw slachtoffer, dat de aanval overleefd heeft. Hoewel de trailer veel bloed en geweld belooft, is dat niet de reden om deze film te kijken. The Execution is geen heldenfilm, maar een psychologische verkenning van de begrippen goed en kwaad en hoe de twee in elkaar verweven zijn. De film drijft op intelligente wendingen in het plot en een sterke opbouw. De relatie tussen de detective en verdachte wordt steeds persoonlijker. Aan het eind geeft dat, zoals een goede film-noir betaamt, vooral slachtoffers. De Etruskische executie, waarin de crimineel gestraft wordt door zijn eigen prooi, speelt een rol. 
Dankzij de goed gestileerde beelden (die sovjet-auto’s!) en een druppel zwarte humor is deze bij tijden bloederige film goed te verteren. Een prettig opgezet verhaal dat door heen en weer in de tijd te springen naar een verrassend einde toewerkt.

 

Liefde en verlies

HOLD ME TIGHT– Mathieu Amalric

Hoewel de cinematografie erg sterk is en er weinig gesproken wordt, is dit niet je standaard “weinig dialoog prachtige landscapes”- arthouse-film. We volgen Clarisse, die haar gezin verlaat in een prachtige oldtimer die al twee maanden stof stond te happen in de garage. Of dat denken we. Beelden van haar nachtelijke vertrek vermengen zich met hoe de rest van het gezin de volgende ochtend wakker wordt in een huis zonder moeder. Franse filmmaker Mathieu Amalric weet een geslaagd verhaal over liefde en verlies neer te zetten. Kundig speelt hij met tijd, realiteit en fantasie. Wie zit er in wiens hoofd? Wie verliet wie? Of verliet iedereen elkaar op een bepaalde manier? Zinnen als “I imagined that I left” of “I am tired of waiting on spring”, veranderen door de film heen van betekenis. Net als het beeld dat je vormt van deze weggelopen moeder, die indrukwekkend vertolkt wordt door Luxemburgse actrice Vicky Krieps. Een poëtisch getinte film waarbij na afloop pas de gebeurtenissen en uitspraken op hun plek dwarrelen.

 

Lippenstift en drugskartels

NOCHE DE FUEGO – Tatiana Huezo

Drugskartels in Mexico. Zijn we daar ondertussen niet op uitgekeken? Nou: Nee. Tatiana Huezo laat ons meekijken in het dagelijks leven van Ana, een jong meisje dat de oversteek naar adolescentie aan het maken is in een dorp dat beheerst wordt door een drugskartel. Als je op de papavervelden werkt beschermen ‘ze’ je. Maar ‘ze’ nemen ook jonge meisjes mee van huis. Daarom hebben Ana en haar moeder een kuil gegraven waarin Ana zich kan verstoppen als het nodig is. De moeder-dochterband speelt een grote rol in de film. Het wordt steeds begrijpelijker waarom Ana’s moeder zwaar aan de drank gaat, of razend wordt als ze ziet dat haar negenjarige dochter lippenstift draagt.

De meisjes worden gedwongen hun haren af te laten knippen tegen de luizen. Ana’s moeder verklaart dat het meisje met de hazenlip niet geknipt hoeft te worden omdat luizen alleen van zoet bloed houden, en dat van haar is bitter. De kijker weet wel beter. Ana is een dapper kind dat haar weg vindt in een verstoorde wereld. Die overigens in prachtige beelden en door knap acteerwerk (de blik van de jongere Ana!) vastgelegd is. Noche de Fuego is ook sonorisch erg aantrekkelijk. Er wordt veel nadruk gelegd op het gehoor, omdat de meisjes getraind worden om goed te luisteren waar welk geluid vandaan komt. Wiens hond blaft. Waar er geschreeuwd wordt. Welke auto op hun huis afkomt. Een film over vriendschap, moeders, en manieren om je te redden in de dreigende dagelijkse realiteit dat alles van het een op het andere moment afgelopen kan zijn.

 

Vergane Glorie

GÉZA – Reyndert Guiljam

Er staan veel films op de IFFR-programmering. Vergeet daarom vooral niet ook wat shorts te kijken! Reyndert Guiljam, de maker van Géza, is er één om in de gaten te houden. ‘Alles wat de dag me brengt dat is goed’, zegt Géza Szegedi, subject van de korte documentaire. Hij was ooit Neerlands grootste strafrechtadvocaat. We zien beelden van hem in de rechtszaal. We horen hoe hij op zijn knieën over de vloer van de zaal kroop om ‘het recht te zoeken’. Deze markante en extreem succesvolle advocaat maakte een duikvlucht naar beneden toen vanaf de jaren tachtig het een en ander veranderde in de regelgeving omtrent advocatuur in Nederland. Hij verloor zijn bezittingen en is zelfs dakloos geweest. De vraag die door de documentaire heen blijft zinderen is: is Szegedi geniaal of gek? En zou het kloppen dat hij, zoals zijn zoon stelt, een motor zonder standaard is? Een motor die op volle kracht door moet blijven rijden om niet om te vallen? Géza is een slim gemonteerd, onderhoudend verhaal. We spreken de geliefde van Géza, een oud seksbaron, een zoon, een vriendin. Het wordt nergens te sentimenteel en blijft afwisselen tussen lichtvoetigheid en tragiek, zoals Géza zelf bloedserieus en clownesk door het leven wandelt. Al dan niet met een enorme bontmuts op zijn hoofd.

GÉZA Film

Géza | IFFR 

Dromenland

Please Baby Please – Amanda Kramer

Gezien maker Amanda Kramer de IFFR Focus van 2022 is, kun je de openingsfilm Please Baby Please eigenlijk niet missen. Maar wat valt erover te zeggen? Kijk hem niet als je brak bent. Of kijk hem juist als je brak bent. Want dit is geen logische film. Zet hem aan en word meegevoerd in deze hypergestileerde draaikolk over seksuele voorkeuren, mannelijkheid en de aantrekkingskracht van gevaar. Maak een val van de realiteit naar een spookachtig droombeeld. Mijmer over de functie van ‘stoer zijn’ en word verliefd op Karl Glusman die in zijn doorkijktanktop zwoele blikken in de camera werpt. Maar verwacht geen pakkende verhaallijn of een enorme spanningsboog. Wel is de film de moeite van het kijken waard. Het is een interessante afwisseling op conventionelere cinema, vanwege zijn extravagante karakters, droomachtige sfeer en het sporadische musicallied.

International Film Festival Rotterdam is te zien tot en met 6 februari 2022.

 

Please Baby Please Film

 

Theater / Voorstelling

Knuffelmachismo op de Parade

recensie: Maas theater en dans - Showtje tof doen

Zelfs cowboys hebben het zwaar, in Showtje tof doen komen Freek Nieuwdorp en Jurriën Remkes met veel bravoure op, maar laten al snel hun act vallen. Achter de flitsende dansnummers en strakke sixpacks schuilen jongens met een fikse quarterlife crisis.

‘Eigenlijk kan ik niks,’ merkt Nieuwdorp doodleuk op. Dat is natuurlijk niet waar. Nog geen halfuur geleden kwamen de mannen hun Paradetent uit om het publiek te trakteren op een paar acrobatische stunts. Eenmaal in de tent dansen ze een cowboy-nummer, compleet met Wilde Westen-achterdoek. Dit zijn twee alfamannen die behendig hun publiek bespelen.

Met de billen bloot

Maar dan verdwijnt het applaus. De show is voorbij, de cowboykleding gaat uit, en plots ontdekken Nieuwdorp en Remkes een nog volle zaal.  Hun act is een proloog voor de rest van Showtje tof doen, waarin de mannen zich niet meer kunnen verschuilen achter hun routines. Een beetje flauw – acteurs die doen alsof ze met hun mond vol tanden staan en een publiek dat het voor lief neemt – maar in deze voorstelling werkt het goed. Het dwingt de cowboys om hun bravoure te laten varen en met de billen bloot te gaan.

Dat gaat de een makkelijker af dan de ander. Nieuwdorp deelt gemakkelijk zijn onzekerheden. Hij is 26 en staat nog steeds in een tent op de Parade. Hij is een echte pleaser en houdt zich voortdurend bezig met wat anderen van hem denken. Maar wat blijft er over als hij niet aan het entertainen is, vraagt hij zich af? Remkes probeert daarentegen nog steeds te entertainen en zoekt een nieuwe ingang om een showtje op te voeren. Als Nieuwdorp een liedje van Marco Borsato begint te zingen, komt de bravoure even terug en spoort hij de zaal aan.

Giftige mannelijkheid

Muzikant Joop van Brakel moet niks hebben van gevoelige liedjes, zeker niet die van Borsato, en breekt het optreden hardhandig af. Zodra deze mannen hun machismo laten varen, worden ze direct afgestraft door een oudere generatie. De strenge gedragscode voor ‘echte mannen’ wordt zo nauw in stand gehouden.

Zo wordt Showtje tof doen een portret van een quarterlife crisis. We zien twee twintigers die niet meer kunnen vertrouwen op de bravoure van hun jongensjaren, en onzeker zijn over hun toekomst. Tegelijkertijd gaat het over de giftige mannelijkheid van jonge mannen, die lang als vanzelfsprekend of charmant werd gezien en tegenwoordig meer ter discussie staat. De cowboys komen niet meer weg met tof doen: er zijn gevoelens en twijfels die aangepakt moeten worden. En dat levert een veel interessantere show op.

Theater / Voorstelling

Kafka blijkt nog pijnlijk actueel

recensie: Nowy Teatr - Proces

Het proces van Franz Kafka is in de bijna vijfennegentig jaar na zijn verschijnen uitgegroeid tot een van de ware klassiekers in de wereldliteratuur. Terecht. Het boek is ook voor de hedendaagse lezer nog steeds buitengewoon beklemmend en opvallend grappig. Maar is het anno 2019 nog actueel? Ja, pijnlijk actueel zelfs, blijkt uit Proces (en de voorbereidingen daarop) van de Poolse regisseur Krystian Lupa.

In 2016 werden de repetities voor Proces ruw onderbroken toen het theater waar Lupa regisseerde
een nieuw artistiek directeur kreeg, aangesteld door de Poolse overheid. Deze was niet gecharmeerd
van Lupas bewerking van Het proces, waarin de opkomst van rechts-nationalisme in Polen kritisch
becommentarieerd wordt, en de voorbereidingen voor het stuk werden prompt stil gezet. Lupa
moest uitwijken naar andere theaters om zijn Proces alsnog te realiseren.

Zo komt de Poolse realiteit akelig dicht in de buurt van fictie uit Het proces. In dit boek wordt een
bankmedewerker, Joseph K., op een ochtend, terwijl hij nog in bed ligt, gearresteerd. Gedurende zijn
daaropvolgende strafzaak, die hem langs een hele rits van halve en hele idioten voert, wordt hem
nooit verteld waarvan hij nu eigenlijk wordt verdacht. Deze onwetendheid maakt zijn verdediging
een hopeloze onderneming, en een ding wordt dan ook steeds duidelijker: Joseph K. wordt schuldig
bevonden.

Politiek

Het proces leent zich, zoals veel van Kafka’s werk, voor zowel een existentialistische als een politieke
interpretatie. In de eerste lezing kun je K’s proces als metafoor voor de condition humaine zien,
waarin zijn strafzaak en vonnis symbool staan voor de zinloosheid van het leven en de
onvermijdelijkheid van de dood. Niet voor niets speelt de beroemde laatste scene, waarin Joseph K.’s
oordeel wordt geveld, zich niet af in een rechtszaal, maar in de kerk.

In Lupa’s bewerking echter voert de politieke invalshoek de boventoon, met veel verwijzingen naar
de huidige politieke situatie in Polen. Zo zit het personage Mevrouw Grubach in de openingsscène
naar een Pools actualiteitenprogramma te kijken waar gesproken wordt over het ontslag van vele
hoge Poolse rechters (een gebeurtenis die vorige jaar werkelijk heeft plaatsgevonden). Ergens op de
helft van de voorstelling komen alle acteurs met dichtgetapete monden op. Zowel een symbool voor
de onmondigheid van de personages in het stuk, als een referentie naar de stopzetting van de
voorstelling.

Geen sprankje licht

Maar liefst vijf uur duurt dit Proces. Zeker in de eerste helft is het speeltempo uiterst traag, met een
Joseph K. die zich vooral afwachtend opstelt. En hoewel er in het boek van Kafka genoeg te lachen
valt, is er in Proces geen sprankje licht te vinden. Dat maakt deze voorstelling geen makkelijke zit,
maar boeien doet deze wel. Onder meer door de ijzersterke acteurs die overtuigen in hun bittere ernst en de prachtige vormgeving waarin op de grote achterwand van het donkerhouten decor, claustrofobische filmbeelden worden geprojecteerd. Zo wordt de sfeer van een duister sprookje opgewekt.

In het middendeel verlaat Proces het originele verhaal om een zijspoor te bewandelen gebaseerd op
brieven en dagboekaantekeningen van Kafka. Hier smelten het personage Joseph K. en zijn bedenker
samen in een zeer lang uitgesponnen scène, waarin Kafka, zijn geliefdes en zijn uitgever Max Brod
wegkwijnen op ziekenhuisbedden. Dit is een scène waar je als toeschouwer moeilijk grip op krijgt, omdat de nodige context om te begrijpen wat je ziet mist. Ellende voert de boventoon, maar wat we daar als kijker precies mee aan moeten, blijft onduidelijk.

Deze lange scène zorgt ervoor dat je na de tweede pauze (op ongeveer vier uur) enigszins murw
geslagen begint aan het derde en laatste deel. En dat is jammer, want dit is het sterkste deel van de
voorstelling. Joseph K. wordt door zijn tante meegenomen naar een advocaat die hem moet helpen
met zijn rechtszaak. Die advocaat blijkt doodziek, en vanuit bed een belachelijk soort spreekuur te
houden waarin het al snel duidelijk wordt dat hij voor Joseph K. werkelijk helemaal niets kan
betekenen, behalve nog meer chaos en verwarring in zijn proces creëren.

Hier komen het absurdistische verhaal van Kafka en de onheilspellende enscenering van Lupa perfect samen in een ware koortsdroom van een horrorfinale. Deze leidt uiteindelijk tot K’s onvermijdelijke executie. Maar deze krijgen we niet meer te zien. De acteurs kijken enkel de zaal in en besluiten met de sombere vaststelling: ‘U weet hoe het afloopt.’

Theater / Voorstelling

Holland Festival opent met een overdonderende voorstelling over een vergeten geschiedenis

recensie: Holland Festival - Openingsvoorstelling

Met The Head and the Load van William Kentridge opent Holland Festival met een sterke voorstelling die de toon zet voor de rest van het festival.

Afgelopen week ging het Holland Festival weer van start in Amsterdam. Vorig jaar nam Ruth Mackenzie na vier jaar afscheid als artistiek directeur, volgend jaar neemt Emily Ansenk (directeur van de Rotterdamse Kunsthal) het stokje over. Je zou dit jaar dus kunnen spreken van een intermezzo-editie. Het festival experimenteert met zogeheten ‘associate artists’; te weten de Congolese choreograaf Faustin Linyekula en de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge. Hun werk zal de komende weken centraal staan op het theaterfestival. Met deze twee Afrikaanse makers als middelpunt kiest het Holland Festival voor een duidelijk politiek accent in de programmering, waarin thema’s als racisme en dekolonisatie nadrukkelijk aan bod komen.

Zo ook in de indrukwekkende openingsvoorstelling The Head and the Load van William Kentridge, die afgelopen dagen in Theater Amsterdam te zien was. Deze muziektheatervoorstelling vertelt het verhaal van de honderdduizenden Afrikaanse zwarte mannen die tijdens de Eerste Wereldoorlog gerekruteerd werden door een van de Europese koloniale grootmachten. Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook Duitsland bezaten tijdens het uitbreken van de Eerste wereldoorlog grote kolonies in Afrika; wat deze Europese oorlog onvermijdelijk naar het Afrikaanse continent bracht. Deze rekruten werden vaak niet zozeer als soldaten, maar als dragers van oorlogsmateriaal ingezet. Want anders dan in Europa kon dit materiaal wegens het ontbreken van spoorlijnen vaak niet per trein vervoerd worden. Het werd daarom op schouders en hoofden verplaatst.

Fragmentarisch

Dit verhaal wordt associatief en fragmentarisch verteld waarbij het uitdrukken van ideeën en gevoelens voorrang geniet boven het vertellen van een conventioneel narratief. Kentridge brengt in deze voorstelling theater, muziek, bewegingskunst en beeldende kunst samen op een podium van vijftig meter breed, waarop gedurende de voorstelling bijna veertig performers actief zijn. Tezamen zetten zij een strak gestructureerde montagevoorstelling neer die vele aspecten aanstipt en soms uitdiept. Het fragmentarische karakter van de voorstelling is soms overdonderend, maar ook gepast, omdat het resoneert met de niet-eenduidige ervaring van oorlog en de niet-rechtlijnige ontwikkeling van politieke geschiedenis.

Indrukwekkend is onder meer de minutenlang durende mars die halverwege de voorstelling wordt ingezet waarin de spelers, als dragers van wapentuig en andere oorlogsgoederen, van de ene kant van het enorme podium naar de andere kant marcheren. Op de eveneens enorme achterwand vermenigvuldigen deze dragers zich in een metershoge schaduwmars. Deze achterwand vervult ook in de verdere voorstelling een belangrijke rol; hierop dansen niet alleen de uitvergrote schaduwen van de spelers, maar worden ook veel tekeningen en animaties geprojecteerd. Zoals landkaarten waarop militaire bewegingen uitgestippeld zijn en vele van de kenmerkende houtskooltekeningen van Kentridge.

Paradox

Ook muzikaal heeft The Head and The Load een fluïde karakter; van opera, naar marsmuziek tot dadaïstische koren. Indrukwekkend is onder meer het gezamenlijk aanheffen van het Britse volkslied God Save the King. In het zingen van dit lied wordt een paradox uitgedrukt die het hart vormt van de voorstelling. Hoewel het misschien tegenintuïtief voelt, zijn oorlogen niet zelden emancipatoire processen, waarin mensen die voorheen als tweederangsburgers werden beschouwd hun plek opeisen in de maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar de vele vrouwen in Nazi-Duitsland en Groot-Brittannië die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, omdat de mannen zich aan het front bevonden, voor het eerst werk buiten het huishouden vonden. In Afrika bleef soortgelijke emancipatie uit. Zwarte mannen werden gevraagd om in gelijkheid te sterven voor Koning of Kaiser, maar daar hield de broederschap ook wel op. Hoewel deze mannen een enorm offer brachten, bleef de zwarte bevolking in koloniale rijken een tweederangspositie behouden.

Dat bewustzijn klinkt door wanneer de regels God Save our Gracious King keer op keer herhaald worden, plechtig maar in vol besef van deze paradoxale ironie.

Zo opent deze editie van Holland Festival met een indrukwekkende productie.

Meer werk van Kentridge is dit festival onder meer te zien in Defence of the less good idea en de gratis te bezoeken 3D-tentoonstelling The Invisible Exibition in Frascati. Verder is in filmmuseum EYE tot september de tentoonstelling William Kentridge – Ten Drawings for Projection te bezoeken waarin verschillende korte houtskoolanimaties van Kentridge te zien zijn.

Theater / Reportage
special: SPRING 2019

Van het plein tot de schouwburg : SPRING 2019

Vaste bezoekers van het SPRING Festival weten waar ze in de middag moeten zijn. Nog niet in de theaters, maar op de terrassen van de binnenstad. 8WEEKLY nam een drankje op het Neude en zag daar een performance die nog lang in het geheugen blijft hangen. En dat op een dag met genderfluïde R-Kelly musicals in Theater Kikker en wild dansend publiek op het podium van de Schouwburg.

Er is inmiddels al veel gebeurd, daar op het Neude. Wie herinnert zich nog het standbeeld waar GeenStijl vorig jaar zo boos over werd? Of de Grindr-installatie waar Dries Verhoeven pannenkoeken bakte met lokale dating-appers? Volgens de SPRING-website moest ik hier zijn voor Zora Snake, de Kameroense theatermaker die met zijn performance Transfrontalier door de binnenstad trekt.

Zora Snake – Transfrontalier

Foto: Anna van Kooij

Even aarzelde ik of ik wel goed zat. Er staat ook dit jaar een grote installatie – Ephemeral Data – maar waar is Zora Snake? Vlak voor de cafés verzamelt een groepje toeschouwers zich, terwijl Snake op een sober kleedje zich rustig uitkleedt. In roze onderbroek bindt hij prikkeldraad om zijn lichaam, en loopt vervolgens naar het terrasjesvolk. Hij schreeuwt, maar wordt niet geholpen. Free For All luiden de borden die zijn medelopers dragen, maar er wordt weggekeken.

Hetzelfde gebeurt als hij met ons door de straten van Utrecht loopt. Er wordt verbaasd omgekeken, een dame komt zelfs geschrokken haar winkel uit, maar Snake wordt angstvallig met rust gelaten. Er is waarschijnlijk een bewustzijn dat dit een performance is, maar het effect is er niet minder om. Snake positioneert zichzelf als een persoon in nood waar niet naar omgekeken wordt, en confronteert het publiek om hen heen met de eigen wegkijkende houding.

‘Snake zet nog harder in op confrontatie’

Eenmaal aangekomen op de Ganzenmarkt zien we een plein vol kledingstukken, en een leeg, door hekken omringd vierkant in het midden. Snake zet hier nog harder in op confrontatie. Terwijl hij om het vierkant heen danst en het tevergeefs probeert te trotseren, hoort het plein de xenofobe retoriek van Geert Wilders, Marine Le Pen, Thierry Baudet en Klaas Dijkhoff. Fort Europa is een leeg, ommuurd vierkant in het midden van een plein vol verloren kleding van degenen die niet binnengelaten worden. Ondertussen horen we hoe de beeldvorming van migranten bepaald wordt door rijke Westerse mannen en vrouwen die een zondebok nodig hebben.

De kracht van Transfrontalier schuilt in de compromisloosheid van de performance. Snake gaat in het hart van een stad staan en confronteert nietsvermoedende voorbijgangers met de xenofobie van het Westerse immigratiebeleid. En: met hun luxepositie om daar niet aan te denken. Tegen het eind van de performance slaagt hij erin om Fort Europa te betreden, om vervolgens te ontdekken dat dat net zo goed een gevangenis is. Dan gooit hij de hekken om en benadrukt de gedeelde menselijkheid met zijn publiek. Hij omhelst ze, danst met ze, en benadrukt daarmee nog eens dat de benarde positie van migranten ons allen aangaat.

Vincent Riebeek – One of a kind

Foto: Thomas Lenden

We maken een draai van 180 graden: van de oprechtheid van Transfrontalier naar de ironie van One of a kind, de nieuwe performance van Vincent Riebeek. Riebeek componeert een ‘uniek’ kunstwerk uit toegeëigend materiaal – van Stravinsky’s Sacre du Printemps tot Rupaul’s Drag Race – en verbindt dat aan queer identiteit. De performance en de wezens die erin voorkomen voldoen allemaal aan hetzelfde principe. Uit bestaande culturele referenties bouwen ze een eigen identiteit op, die voortdurend kan veranderen.

We zien een naakte man met een babymasker uit het achterwerk van een andere performer verschijnen. Hoeveel tinten groen zou een baby zien, wordt ons gevraagd, als hij nog niet weet wat ‘groen’ is? Het onderstreept dat we allemaal een web van referenties nodig hebben om onze omgeving te begrijpen.

Twee performers – met mannelijke lichamen, lang haar en vrouwelijke maskers – dringen ons aan om te stoppen met het toe-eigenen van gay cultuur. Woorden als ‘queen’, ‘bitch’ of ‘Cate Blanchett’ mogen alleen gebruikt worden door homo’s. Dat die woorden weer zijn gestolen van zwarte vrouwen maakt niet uit: die hebben het immers weer gestolen van homoseksuele zwarte mannen. En dan blijkt dat deze hele passage ook is toegeëigend. De tekst is letterlijk overgenomen van een Funny or Die YouTube-filmpje.

‘Riebeek geeft een dubbelzinnige blik op toe-eigening’

De absurditeit van toe-eigening in dit fragment wordt gecontrasteerd door een latere scène, waarin Neil Patrick Harris’ openingsnummer van de 65e Tony Awards – It’s not Just For Gays Anymore – wordt geparodieerd. In dit nadrukkelijk campy nummer doet Harris een beroep op hetero’s om musicals te omarmen. Ironisch, maar tegelijkertijd ook een slimme pr-stunt van Broadway-producenten om een breder publiek aan te spreken. Waar Harris eindeloos veel hetero-beroemdheden in de zaal vindt, gaat het de zangers van deze versie minder goed af. Krioelend door het publiek proberen ze bijna tevergeefs heteroseksuele toeschouwers te vinden.

Het hoogtepunt van One of a kind wordt bewaard voor het einde. De twee vrouwen en twee mannen in het gezelschap hebben inmiddels alle maskers en pruiken afgedaan, en re-enacten een re-enactment van R-Kelly’s affaire. Daar is een heuse Rupaul-musical van gemaakt, die hier fanatiek nagespeeld en geplaybackt wordt. Met vrouwen in de mannenrollen en vice versa. Zo geeft Riebeek een dubbelzinnige blik op toe-eigening van queer cultuur. Enerzijds wordt erkend dat toe-eigening problematisch is. Anderzijds viert One of a kind toe-eigening door er zelf een aantal schepjes bovenop te doen. En zo ontstaat er inderdaad een uniek kunstwerk.

Dancenorth, Lucy Guerin Inc. & Semyawa – Attractor

Foto: Anna van Kooij

Attractor opende donderdag 16 mei deze editie van het SPRING Festival. Deze voorstelling is een samenwerking tussen twee vooraanstaande dansgezelschappen uit Australië– Lucy Guerin Inc. en Dancenorth – en het Indonesische muzikantengezelschap Senyawa. Een interessant gegeven, deze mengeling van genres en culturen, maar de uitwerking is minder indrukwekkend dan verwacht.

We zien een herhalend patroon. Semyawa opent met zang en muziek, en vervolgens geven de dansers daar een choreografische invulling aan. De voorstelling beweegt toe naar een staat van trance, zo is ons van tevoren verteld, maar het eerste gedeelte blijft daar te gelikt voor. De krachtige elektronische klanken van Semyawa spreken tot de verbeelding, de technische virtuositeit van Lucy Guerin Inc. en Dancenorth is indrukwekkend, maar het gaat niet onder de huid zitten.

‘De trance lijkt dichtbij, maar wil niet echt lukken’

Halverwege blijkt het gezelschap een verrassing in petto te hebben. We horen ineens geluiden van shakers uit de zaal komen, en leren zo dat er figuranten in de zaal zitten. Die blijven natuurlijk niet lang verborgen, en al snel stroomt het podium vol met publieksleden. Met de muzikanten in het midden dansen ze in cirkelvormige bewegingen. De trance lijkt dichterbij, maar wil niet écht lukken. Even voel ik het ongemak van een vrouw die zich over lijkt te geven aan de dans, en op het randje tussen realiteit en performance zit. Voordat dat echt kan gebeuren, wordt een volgende choreografie ingezet. Een oudere meneer probeert de rest bij te benen, slaagt daar net niet in, en wordt daarmee de meest interessante figuur om naar te kijken.

Wat in Transfrontalier zo goed lukte, weet Attractor niet te bereiken. In de straten van Utrecht ontstond er een wrange balans tussen echt en niet-echt, een performance die tegelijkertijd de alledaagse werkelijkheid verstoort. Op het podium van de schouwburg wordt gepoogd een trance te bereiken – ook zo’n liminale staat tussen werkelijkheid en spel – maar blijft te esthetisch om die grens echt te bereiken. Zo kijk je uiteindelijk vooral naar knap uitgevoerde dans. Technisch is Attractor de moeite waard, maar uiteindelijk is het toch Zora Snake die de aantrekking van het SPRING Festival bevestigt.

Theater / Reportage
special: Circusstad Rotterdam

Circusstad laat zien hoe vernuftig circus kan zijn

Voor spannend circus moet je deze maand in Rotterdam zijn. Op de inmiddels zevende editie van Circusstad Rotterdam staat (inter)nationaal talent in de Rotterdamse theaters en op het Schouwburgplein. 8WEEKLY bezocht het festival en zag vier voorstellingen. Vier voorstellingen, die fascineren door de eigen discipline – diabolo, jongleerkunst, aerial straps een acrobatiek – als uitgangspunt voor dramaturgie te gebruiken.

David Eisele – Cycle

David Eisele mag zich met recht een aanstormend talent noemen: de net afgestudeerde diabolo-artiest haalde afgelopen oktober de BNG-Bank Circusprijs binnen, en staat nu met zijn nieuwe voorstelling Cycle op het programma van Circusstad. Eisele liet zich inspireren door cirkelbeweging. Eigenlijk is die overal aanwezig, zo horen wij tijdens de inleiding. Zelfs als we stilzitten, leven we immers nog op een eeuwig ronddraaiende wereldbol. Op het podium zien we een cirkelbeweging die continu ronddraait: de cirkel van het loopstation, waarmee Eisele zijn gitaarspel laat herhalen. Maar verder moet hij zelf aan de bak om de ringen en diabolo’s om hem heen draaiend te houden. Dat vormt de centrale spanning in de voorstelling: het vermogen van de performer om zijn objecten in perfecte cirkels te laten bewegen.

We zien hoe Eisele zijn in tweeën gedeelde diabolo zo laat draaien, dat ze uiteindelijk precies naast elkaar en in het midden van een grote cirkel belanden. De performer wordt hier dienend aan de objecten die hij manipuleert. De nadruk ligt op de ‘choreografie’ van de ringen en diabolo’s op de vloer en niet zozeer op de artiest die het mogelijk maakt. Dat is interessant, maar toch wordt het spannender als die performer zichzelf prominenter maakt. Eisele begint een samenspel tussen de ring die hij om zich heen laat bewegen en de diabolo die hij bespeelt. De diabolo en de ring bewegen door elkaars banen heen, zonder elkaar te raken. Het is technisch indrukwekkend, maar levert bovenal een intrigerend toneelbeeld op.

Cie Defracto – Dystonie

Foto: Pierre Morel

Dystonie is een neurologische aandoening die zich kenmerkt door herhaalde bewegingen, onnatuurlijke lichaamshoudingen of aanhoudende samentrekkingen van spieren. Een interessant gegeven voor een jongleerperformance, waar juist een optimale lichamelijke controle nodig is. De jongleurs van het Franse gezelschap Defracto spelen met dit contrast. We zien hoe Joseph Viatte uiterst langzaam over het podium loopt. Hij neuriet, en zijn uitgestrekte handen dragen een LP naar een platenspeler. Tegenover hem staan Guillaume Martinet en Andre Hidalgo, twee energieke jongleurs die behendig ballen naar elkaar gooien.
De ballen zeggen hier iets over communicatie. Omdat Martinet en Hidalgo met elkaar kunnen jongleren, spreken ze elkaars taal. Viatte wordt gepositioneerd als de buitenstaander: degene die trager beweegt en de ballen die naar hem gegooid worden, niet kan opvangen.

Als dat verschil vastgesteld is, proberen Hidalgo en vooral Martinet toenadering te zoeken tot Viatte. Hidalgo gooit ballen naar hem, die hij niet opvangt. Martinet omhelst hem en imiteert zijn lichaamsbewegingen. Uiteindelijk vinden de drie mannen elkaar, en ontstaat er een hybride van de meer vloeiende bewegingstaal van Hidalgo en Marinet, en de meer staccato bewegingstaal van Viatte. Dystonie laat jongleerkunst zien waar je vrolijk van wordt, maar die ook bijzonder slim in elkaar zit.

Panama Pictures – Stripped

Foto: Jostijn Ligtvoet

Ook in Stripped, een samenwerking van choreograaf Pia Meuthen en aerial strap artiest Tarek Rammo, krijgt het instrument van de performer betekenis. In dit geval zijn dat de riemen waar Rammo mee door de lucht zweeft, maar ook in vast lijkt te zitten. Bij binnenkomst zien we hem in zichzelf mompelen. Hij loopt richting publiek, maar wordt tegengehouden door zijn riemen. Dan loopt hij een andere kant op, nog steeds in zichzelf gekeerd, en wordt opnieuw verhinderd. Hij stijgt de lucht in, maar ook hier lijkt er geen verlossing te zijn. De bewegingen staan nog steeds in het teken van worsteling.

Zo krijgen de riemen een associatie met traumaverwerking, of met een verhaal waar de performer niet van los kan komen: als hij weer is geland, zitten de riemen niet meer om zijn schouders, maar in zijn handen. Hij kan ervoor kiezen om los te laten, maar doet het niet.

Bevrijding is een voor de hand liggend thema bij aerial straps: het is immers vrij letterlijk een bevrijding van de zwaartekracht. Interessant om te zien dat Meuthen en Rammo juist het tegenovergestelde opzoeken. Er is even een gevoel van bevrijding, wanneer Rammo in de lucht beweegt achter het raam van de Erkerfoyer in Rotterdam, -mooi beeld overigens- maar tegelijkertijd blijft hij verstrengeld.

Circa – Humans

Foto: Pedro Greig

Humans van het Australische gezelschap Circa is een van de grote knallers van het festival. En terecht. De acrobatiek die hier te zien is, is van een werkelijk fenomenaal niveau.

In vergelijking met de drie eerder besproken performances gaat Humans minder over een uitgewerkt concept, en veel meer over het vertoon van virtuositeit. Tijdens de inloop betreden de performers, soms vanuit de zaal, het podium en kleden zich kalm om. In verschillende muzikaal ondersteunde episodes laten ze vervolgens zien wat ze in huis hebben. We zien strak gechoreografeerde partneracrobatiek, menselijke piramides en trapeze-acts.  In een minder intelligente circusproductie kan dat al snel omslaan naar een showcase van techniek, maar dat gebeurt hier niet. Regisseur Yaron Lifschitz gebruikt elke episode om een nieuwe atmosfeer op te roepen.

De manische energie van de openingsact dwingt het publiek om alert te blijven. In patronen komen de performers op en af, verrichten moeiteloos acrobatische stunts en leveren zo hun visitekaartje af. Vervolgens is er een contrasterende act, die juist in het teken van vertraging staat. Er komt lucht in de performance tijdens een komisch-romantische partneracrobatiek, waarin twee acrobaten uiteindelijk letterlijk in elkaar verstrengeld raken. Wanneer alle tien performers tevergeefs hun elleboog proberen te likken, met Frank Sinatra’s The Impossible Dream in de achtergrond, wordt humoristisch duidelijk dat zelfs deze acrobaten hun grenzen hebben.

De playlist van Lifschitz is een geheim wapen in deze voorstelling. Van Sinatra tot James Brown tot aanstekelijke Braziliaanse muziek: ze geven ieder een apart karakter aan de acts. Maar zoals de titel doet vermoeden, schuilt de ware kracht van Humans in de tien mensen op het podium. Het technisch niveau dat we hier zien is bijna van supermenselijk niveau.

Theater / Reportage
special: Finale Leids Cabaret Festival 2019

Comedian Jasper van der Veen toont Toomler-ervaring en wint sterke editie Leids Cabaret Festival

Bij de 41ste editie van het vermaarde Leids Cabaret Festival viel vooral op dat er alleen mannelijke finalisten waren, maar elk met een geheel eigen stijl. Uiteindelijk mocht Amsterdammer Jasper van der Veen zowel de jury- als de publieksprijs mee naar huis nemen.

Ondanks het sterke spel van de deelnemers, dat in eerdere edities nog wel eens tegenviel, bleef de inhoud deze editie van het Leids Cabaret Festival nog vaak aan de oppervlakte drijven. Cabaret dat schuurt, prikkelt, ontwricht of verwart, hoefde men deze editie niet te verwachten. Heel af en toe was er een maatschappelijk kritiekpuntje te horen, maar dat leek meer een verplicht nummer of gekunsteld engagement dan recht uit het hart te komen.

Wat de meeste cabaretiers tegenwoordig, inclusief de finalisten, met elkaar gemeen hebben, is het zogenaamde persoonlijk engagement. Dat betekent een stortvloed aan verhalen over zelfontplooiing, overgoten met een flinke saus ironie. Oprechte ernst zou immers afbreuk kunnen doen aan een gezellig avondje lachen. Ook de setting is vaak weinig spannend: cabaretiers maken de gekste dingen mee in de supermarkt, sportschool, middelbare school, op de bank met hun vriendin of bij ouders thuis. Je zou bijna hopen dat er ook buiten die vierkante kilometer iets te beleven valt, maar blijkbaar is de boze buitenwereld te ingewikkeld om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Kortom, ‘cabaret binnen de lijntjes’, oordeelde de jury in het rapport. Een terechte conclusie.

Tuinbroek

De finale bestond dit keer uit de 21-jarige Gavin Reijnders met zijn programma 21 jaar te jong, de 31-jarige Jasper van der Veen met Paradijsvogel en de 32-jarige Vlaming Senne Guns sloot af met Opus 3. Leeftijd en kwaliteit hoeven lang niet altijd samen te gaan, maar nu was het wel erg duidelijk dat Reijnders de Benjamin van het gezelschap was. Hij heeft een aantal fraaie liedjes in petto, onder meer over stratenmakers en romantiek voor hetero’s, maar verder blijkt vooral dat hij de nodige podiumervaring mist. In een tuinbroek en getooid met een gitaar banjert hij over het toneel, en vertelt hij over Hyves, musicals, snoepjes in hagelslag en trekt op een leuke manier een parallel tussen mannen en avocado’s. Toch oogt het allemaal nog net niet naturel genoeg, en zijn zijn grappen nog te weinig gebouwd op het effect vanuit de zaal. Daardoor blijft het bij genoeg lachmomenten, maar geen golvende lachsalvo’s. Daar kan Reijnders tijdens de finalistentour gelukkig naar hartenlust aan blijven schaven. Zijn innemendheid en charme heeft hij in elk geval mee.

Pyramide

Met Jasper van der Veen staat er gelijk al wat meer branie op het podium. Van der Veen is lid van Comedytrain en dat is duidelijk te merken aan zijn techniek. Zijn grappen zijn snedig, puntig en hij heeft veruit de beste timing van de drie finalisten. Daarmee toont hij aan dat het maken van vlieguren zo ontzettend belangrijk is om het materiaal zo goed mogelijk onder de knie te krijgen. Van der Veen heeft de luxe dat hij wekelijks kan optreden in het Amsterdamse Toomler. Daar wordt hij omringd door de beste cabaretiers en comedians van het moment. In zo’n warm bad is het natuurlijk heerlijk experimenteren. Niet dat Paradijsvogel nou zo’n overdonderende indruk maakt – daarvoor doen de thema’s als de huizenmarkt en hippe feestjes wel erg Amsterdams aan – maar zijn letterlijke omdraaiing van de pyramide van Maslow is een waar hoogtepunt in zijn voorstelling, omdat hij en passant ook een vileine kritische noot uitdeelt aan social media. Van der Veen is een prettige cabaretier om naar te kijken en te luisteren: hij oogt ontspannen en beweeglijk tegelijkertijd. Hij weet precies wat hij aan het doen is op het podium. Vandaar dat hij ook terecht tot winnaar is gekozen van het festival. Het zou hem echter wel sieren als hij voor zijn eerste avondvullende programma iets meer inhoudelijke uitdaging zoekt, zodat hij kan laten zien dat hij meer in zijn mars heeft dan hij nu heeft gedaan.

Finkers, maar dan uit Gent

Het is even schakelen als er ineens een boomlange krullenbol met Vlaamse tongval en met bravoure een fonkelende entree maakt. Nee, Senne Guns is bepaald geen maker die met een lineair verhaal of met een spervuur aan grappen op de proppen komt. In plaats daarvan zijn we getuige van de kronkels in zijn hoofd, wat resulteert in een absurdistisch en muzikaal geheel.

Het doet ergens denken – niet alleen qua uiterlijk – aan Herman Finkers, die eveneens met gortdroge humor en dictie de zaal voor de gek kon houden. Guns houdt ervan om de nar uit te hangen, alleen lijkt het er op dat hij zijn trucje te doorzichtig heeft gemaakt. Guns wil vooral vermaken, maar het programma zou sterker worden als hij daar nog meerdere lagen in weet te bouwen en het publiek in verwarring achterlaat. Nu blijft het vooral bij aardige anekdotes over muilvocht, bewusteloze vrijdag, een stuiterende wasmachine en een horrorschilderij. Ook zijn pianospel mag er zijn, zeker wanneer hij onder de piano zelf ligt, maar wel de juiste toetsen weet te raken. Guns voelt zich op zijn gemak op het podium en dat weet hij goed uit te buiten, onder meer door een leuke interactie met de zaal. Met een goede regisseur zal hij komende jaren nog de nodige stappen kunnen zetten om zijn programma naar een mooi, uitgebalanceerd geheel te maken.

Theater / Reportage
special: Openingsweekend Noorderzon 2018

Grenzen afbakenen en oversteken op Noorderzon

Het Noorderzon Performing Arts Festival ging 23 augustus voor de 28e editie in Groningen weer van start. 8WEEKLY bezocht het openingsweekend en zag vooral veel voorstellingen die zich thematisch verhouden tot onderwerpen als thuis en geworteld zijn en grenzen afbakenen en oversteken.

Even moet Marcel Hensema – de dienstdoende acteur in NASSIM van de Iraanse regisseur Nassim Soleimanpour – nadenken. Via een skypeverbinding heeft de aanwezige regisseur hem net gevraagd naar de meest romantische zin die hij kent. Het blijft even stil, het hoofd is gefronst. Dan: ‘Zalstoe aaltied bie mie blieven lutje wicht’, een regel uit een liedje van de Groningse zanger Ede Staal. De regisseur vraagt Marcel Hensema om dat te spellen, hij wil het graag appen naar zijn vrouw in Iran.

Deze scène symboliseert veel van de thema’s die aan bod kwamen, het eerste weekend van Noorderzon: thuis- en geworteld zijn, taal, vrijheid, grenzen afbakenen, en oversteken.

Foto: Studio Dog

In NASSIM onderzoekt de Iraanse theatermaker Nassim Soleimanpour deze thema’s in een creatief theaterexperiment. Soleimanpour heeft een theatertekst geschreven, maar de desbetreffende acteur die geacht wordt deze tekst te spelen (iedere avond iemand anders, en op deze avond dus Marcel Hensema) heeft de tekst nog nooit gelezen, laat staan gerepeteerd. De eerste lezing is ook gelijk de opvoering. Hiermee bouwt Soleimanpour voort op hetzelfde concept dat aan de basis stond van zijn eerdere voorstelling White Rabbit, Red Rabbit. Maar er is één groot verschil: toen White Rabbit, Red Rabbit over de hele wereld werd opgevoerd, mocht Soleimanpour Iran niet verlaten. Zonder nadere verklaring weigerde de overheid hem destijds een paspoort te verlenen. Dat is nu veranderd. Tegenwoordig woont Soleimanpour in Berlijn en is hij zelf onderdeel van zijn nieuwe voorstelling: eerst alleen via een skypeverbinding, later fysiek op het toneel.

Zo ontstaat er een wisselwerking tussen de aanstekelijk spelende Hensema en Soleimanpour. Ze leren elkaar wat zinnetjes Gronings en Farsi. Publiek wordt het podium opgevraagd om een kort verhaaltje in het Farsi te leren en na te vertellen. NASSIM is zo een speelse en luchtige voorstelling die aan de ene kant laat zien dat het spreken van verschillende talen geen onoverbrugbare barrières opwerpt, maar aan de andere kant ook betoogt dat het juist onze eigen specifieke taal is die maakt wie we zijn. Het is onze eigen taal die ons thuis en geworteld laat voelen.

Dode kangoeroes ’s

Foto: Lynette Wallworth

Wat betekent het om ergens thuis te zijn? Die vraag wordt ook onderzocht in de vr-film Collisions van Lynette Wallworth. Hier staat niet zozeer de relatie tussen mens en taal, maar de relatie tussen mens en land centraal. In Collisions krijgen we een inkijkje in het leven van Nyarri Morgan. Lid van de Martu, een nomadenvolk dat leeft in de uitgestrekte woestijn van West-Australië. Wallworth merkte in een interview op dat Westerse volken altijd gekenmerkt worden door geschiedenissen van migratie. De Martu daarentegen beschouwen hun identiteit direct verbonden met het land waarop ze leven. Of zoals het in de film gezegd wordt: ‘er ligt hier geen steen die niet gekend wordt’. Deze relatie met het land wordt ernstig verstoord wanneer het gebied als locatie uitgekozen wordt om experimenten met kernproeven te doen. Als kijker sta je aan de rand van een kernexplosie en vliegen de dode kangoeroes ’s (die door de Martu in eerste instantie als een geschenk van bovennatuurlijke kracht worden geïnterpreteerd) je om de oren. Ook luister je naar de verhalen van Nyarri Morgan terwijl hij ’s avonds een kampvuur stookt. Hoewel je in een theater in Groningen zit, waan je je een moment echt in de outback van Australië. Werkelijk spectaculair zijn de drone-opnamen die je vanuit je stoel als een vogel over het weidse woestijnlandschap laten zweven, en je het idee van totale vrijheid geven.

Rauw testosteron

Noorderzon zet elk jaar een zeer internationale programmering neer. Zo ga je van Iran naar de Australische wildernis, en brengt de Braziliaanse choreograaf Bruno Beltrão je met de hiphopvoorstelling Inoah– tevens de openingsvoorstelling van het festival – naar het Braziliaanse stadsleven. ‘Inoah is zowel een pleidooi voor bewegingsvrijheid als een creatieve aanklacht tegen de beperking ervan door gesloten grenzen’ zo weet het programmaboekje te vertellen. De voorstelling heeft iets duisters. Silhouetten glijden over een halfdonker podium. De muziek klinkt als een naderende donderstorm, waarbij de daadwerkelijke regenbuien buiten kinderlijk afsteken. De dansers – een tiental in rokjes gestoken mannen – bewegen soms op een manier die suggereert dat ze zich ergens van willen ontdoen, dat ze inderdaad op zoek zijn naar bewegingsvrijheid. Wanneer die vrijheid er is, zijn de dansers indrukwekkend. De choreografie lijkt nu en dan geïnspireerd te zijn op straatgevechten tussen concurrerende drugskartels, inclusief gewond afdruipende jongemannen. De gespierde lichamen raken naarmate de voostelling vordert bezweter, de blikken blijven even grimmig en het testosteron is bijna tastbaar. De sterke openingsvoorstelling van het festival is rauw, energiek en dreigend.

Fauna
Foto: Pierre Borasci

Dan gaat het er vrolijker aan toe bij Fauna, het andere bewegingstheater dat het eerste weekend van Noorderzon te zien was. Fauna, van het gelijknamige jonge Zweedse gezelschap, is een mix van dans en acrobatiek. Aan de basis van de voorstelling staan dierlijke bewegingen. Met name naar de apenwereld lijkt goed gekeken te zijn. Dansers springen in elkaar en hangen aan elkaar zoals chimpansees dat doen. De narratieve lijntjes over aantrekking en afstoting waren niet per se nodig geweest en de slapstickelementen zijn voor de liefhebber; maar als acrobatische voorstelling is Fauna vooral heel spectaculair en daarmee een mooie toevoeging op een toch al sterke en diverse programmering.

Reportage

Drie dagen losbandigheid en ruimdenkendheid

special: Het filosofieprogramma van Lowlands 2018

Na de stortregen van vannacht zie je hier en daar op de camping truien, broeken en spijkerjassen te drogen hangen in de ochtendzon. De donderdagnacht van Lowlands, waarbij het terrein nog niet écht open is en er nog geen programmering is, is achter de rug. Het gros van de mensen heeft zich tot diep in de nacht in het zweet gewerkt bij de silent disco, die dit jaar in twee (in plaats van één) tenten gehouden wordt. Mijn festivalgenoten en ik zijn opgewarmd en klaar voor drie dagen Lowlands paradise!

Voor elk wat wils

Lowlands is een festival waar niet alleen allerlei muzieksoorten te zien en beluisteren zijn. Er is zó veel te doen op dit toch wel immense festivalterrein dat je naderhand eigenlijk maar een fractie van het programmaboekje kan afkruisen. Er zijn verschillende muziekpodia variërend van héél groot (zoals de sinds vorig jaar vernieuwde Alpha) tot héél klein. Daarnaast is er een speciale theatertent en is er ruimte voor beeldende kunst, straattheater, literatuur, comedy, film en wetenschap. Dit jaar is er ook een geheimzinnige nieuwe tent: Adonis. Een vriend van mij dacht dat dit een Grieks restaurant was, dat geeft je een beeld van hoe deze tent er aan de buitenkant uitziet. Witte marmeren pilaren, standbeelden van ontblote mannentorso’s begroeid met klimop. De rij die het hele festival voor de tent stond liet wel zien dat dit geen Grieks restaurant was, maar Lowlands eigen en eerste LGBTQ-bar.

Echo

Tussen al dat festivalgedruis, waar menig genotsmiddel uiteraard door weinigen geschuwd wordt, is ook een zwarte tent met de naam Echo te vinden. Deze geheimzinnige zwarte doos is de plek voor diepgang op dit festival dat je laat duizelen van de indrukken. Diepgang? Ja, ja. Lowlands heeft zelfs (sinds 2012) een speciale filosofie programmering. Elke dag organiseert The School of Life hier verschillende lezingen van uiteenlopende sprekers. Hier komen zowel mensen samen die net fris gedoucht zijn en de dag willen beginnen met wat hersengymnastiek als mensen die net hun tiende biertje achteroverslaan en nog niet hebben ontbeten (omdat ze misselijk waren door de kater van gisteren). En dat is het mooie: in de Echo doet het er niet toe. Iedereen is welkom, zolang je maar met een open houding deelneemt. En als je in slaap valt omdat je vannacht niet geslapen hebt is dat ook niet erg. Maar de meeste lezingen zullen je daartoe niet verleiden: ze zijn natuurlijk wel aangepast aan de gemiddelde toehoorder op een festival en dus verre van slaapverwekkend.

Filosofie voor het dagelijks leven

Wat voor diepgang is er dan zoal te vinden op dit festival vol mogelijkheden? The School of Life richt zich voornamelijk op wat we praktische filosofie kunnen noemen. Daarbij heb je aan de ene kant een richting die meer doet denken aan zelfhulpfilosofie voor het individu. Praktische tips om minder stress en zorgen te ervaren alom. Dat dit vaak meer psychologie of gedragswetenschappelijk is doet er niet toe. De lezing van Wouter de Jong (bij het grote publiek bekend als acteur van GTST) – getiteld ‘Proteïneshake voor je hersenen’ – is hier een voorbeeld van. Van begin tot eind vermakelijk en grappig. De inhoud is wat verder te zoeken. Maar daar is het ook niet om te doen. De volledige zaal, van maar liefst 700 mensen, reageert goed op de publieksparticipatie-oefeningen en doet enthousiast mee. Wanneer er glowsticks worden uitgedeeld en de lichten even uitgaan zwaait iedereen met het lichtgevende staafje in het rond alsof hij in de Bravo bij een techno-dj staat los te gaan. Je verlaat met een positief en vrolijk gevoel de zaal, om met hernieuwde energie het festivalgedruis weer in te duiken.


Glowsticks tijdens de lezing van Wouter de Jong. Foto: ‘De Jongens van Lucht’.

Hersenkrakers

Aan de andere kant is daar de meer écht filosofische kant met lezingen van filosofen als Jan Drost en Lammert Kamphuis. Dat betekent niet dat deze lezingen sáái zijn, zeker niet. Wel anders. Serieuzer en een stuk dieper op de inhoud. Zonder powerpoint weet Jan Drost het publiek 50 minuten lang te boeien met zijn gedachten over de liefde en het daar soms onvermijdelijk bij horende liefdesverdriet. Zijn kritiek op de moderne mens is dat hij niet meer in staat is zich afhankelijk op te stellen, en daardoor niet tot echte liefde in staat is. Liefde is een afhankelijkheidsverklaring, en dat weet Drost heel fraai duidelijk te maken. Hij krijgt zelfs een paar keer de zaal aan het lachen, wat toch knap is bij zo’n zwaar onderwerp met een niet alledaags publiek.


Jan Drost na afloop van zijn lezing ‘Als de liefde voorbij is’. Foto: ‘De Jongens van Lucht’.

Drinken met Sartre

Wanneer je na een lezing weer het festivalterrein op loopt kijk je toch nét even wat anders naar diezelfde plek en de mensen daar. Iets bewuster, iets reflexiever, misschien zelfs met de lichte tred van een verlichte geest? Voor diegenen die niet op willen houden met filosoferen is het niet getreurd. Lowlands heeft ook dit jaar weer een filosofisch café (oké, het is meer een cafeetje). Aan deze bar kun je à la Sartre en Camus in het Parijs van de jaren ’50 samen doorkeuvelen over tal van diepe onderwerpen, onder het genot van een alcoholische versnapering of van al wat wils.

Andere hersengymnastiek

Daarnaast staat er dit jaar misschien wel Nederlands bekendste filosoof op het programma: Arjen Lubach. Niet in die hoedanigheid, maar toch. Dat filosofen invloed kunnen uitoefenen op en populair zijn bij het grote publiek, blijkt wel als een uur voor aanvang van zijn show de rij al uit meer dan duizend mensen bestaat (waarvan het gros de schrijver en presentator niet te zien zal krijgen omdat de tent overvol is). Was dat het dan, voor de naar diepgang zoekende festivalganger? Nee! Elke dag worden in de VPRO-tent afleveringen van het documentaire programma Tegenlicht vertoond. Na élke aflevering is een speciale Tegenlicht Talk georganiseerd, met sprekers en met een publiek dat deelneemt aan de discussie en de opgeworpen vragen overdenkt.

Het goede leven

Drie dagen Lowlands (met de donderdag erbij gerekend vier dagen) zijn alsof je even op een andere planeet bent. Jij en je mede Lowlanders maken deze wereld samen, en alleen wat hier gebeurt telt. We kunnen met zijn alleen in dít moment en op deze plek zijn omdat het terrein alles biedt wat we nodig hebben. Een slaapplek, lekker eten, (iets minder fijn sanitair, toegegeven), muziek, kunst, theater en diepgang. Die combinatie maakt Lowlands zo woest aantrekkelijk en een plek waar iedereen zich thuis kan voelen. En dankzij de lezingen van The School of Life kun je misschien zelfs als een verlicht mens terugkeren. Of dat alleen aan het filosofieprogramma ligt is uiteraard nooit te achterhalen. Waarschijnlijk een beetje van alles bij elkaar. En dan zitten we precies op de veelgeprezen gulden middenweg. De combinatie van losbandigheid en ruimdenkendheid gaan haarfijn samen en komt voor menigeen in de buurt van wat onder het goede leven wordt verstaan. Een aanrader? Jazeker!

 

 

 

Heb je zin gekregen in Lowlands festival? Dan moet je helaas nog even wachten. Volgend jaar vindt Lowlands plaats op 16, 17 en 18 augustus!

 

Afbeelding bovenaan: ‘De Jongens van Lucht.’