Tag Archief van: americana

Muziek / Album

Americana-hoogvliegers

recensie: Americana-update 7

De zevende Americana-update geeft wederom aandacht aan een breed palet aan artiesten. Van een doorgewinterde rot in het muziekvak via een gegroeide artieste tot een nieuwkomer met liedjes van Bob Dylan, die ze aangenaam naar zich toetrekt.

De ene artiest verdient zijn sporen voornamelijk in dienst van andere artiesten, om daarnaast een solocarrière op te bouwen, zoals Ted Russell Kamp. De ander bouwt gestaag aan haar eigen carrière, soms in samenwerking met een band, zoals Emily Barker. Een derde staat aan de start van haar muzikale loopbaan, zoals Emma Swift.

Ted Russell Kamp

Voor velen zal Down In The Den (2020) de kennismaking zijn met de sympathiek ogende Ted Russell Kamp. Met zijn nieuwste, zevende album trekt hij plotseling de aandacht van veel liefhebbers in het genre. Dat is niet ten onrechte, daar Russell Kamp op zijn jongste album ‘teamt’ met Shooter Jennings, Cordy Quist, Sarah Gayle Meech, Shane Alexander en Kirsten Proffit. Met name de songs waarin hij de zang van de dames combineert met die van zichzelf in sterke composities zijn de pareltjes. Daarna wordt de luisteraar vanzelf uitgenodigd de rest van het fraaie album nader te ondergaan met een diepere luisterbeurt. Die aandacht heeft Russell Kamp op een of andere manier nodig voor zijn solowerk. In zijn carrière leende hij zijn talent vaak uit ten dienste van andere artiesten. Zo speelde hij mee op het met een Grammy beloonde album van Tanya Tucker. Misschien heeft hij die samenzang nodig, omdat hij zelf niet beschikt over een direct herkenbaar stemgeluid. Zijn natuurlijk instrument heeft wel een fijne, aangename klank, maar geen haakje dat je meteen doet opveren als hij een liedje vertolkt. Op ‘Hold On’ trekt Russell Kamp wel sterk de aandacht, doordat hij hier gospel vermengd met countryrock, wat een enorme warmte en kracht uitademt.

Emily Barker

Voor sommigen zal de naam Emily Barker weinig zeggen. Deze Australische zangeres maakt soloalbums, maar speelt ook in The Red Clay Halo, Vena Portae en Applewood Road. Een bezige tante, kunnen we wel stellen. Wie haar wel kent, zal direct verheugd zijn een nieuw album van haar te mogen verwelkomen. Barker trakteert de liefhebber al jaren op verfijnde muziek. De albums Despite The Snow (2008), Almanac (2011) en Dear River (2014) liggen steeds voorin de la als het gaat om mooie folkmuziek. Dit zijn overigens albums, die ze samen met The Red Clay Halo maakte. In 2014 bracht ze voor Record Store Day de 10″ vinyl Songs Beneath the River uit met direct op het vinyl gesneden liveopnames.

Met A Dark Murmuration Of Words (2020) heeft Barker opnieuw een album gemaakt, dat prachtig in haar discografie met hoogwaardige albums past. Voor het geluid werkte ze samen met Greg Freeman, die ook samenwerkte met onder anderen Peter Gabriel en Amy Winehouse. Daarnaast werkt ze met een geweldige band in de StudiOwz in Pembrokeshore, Wales. Het lijkt wel of het album de sfeer van Wales heeft meegekregen, al zingt Barker over onderwerpen als klimaatproblemen, racisme, seksisme en mythes rond de economie: grote onderwerpen gestoken in een smaakvol en liefkozend folkjasje. Het lijkt wel een wolf in schaapskleren, als je de teksten bestudeert.

Wie zich niet verdiept in de teksten hoort een zoetgevooisde Emily Barker, ondersteund door een geweldige band, die haar liedjes een diepwarm bad geeft. Het zijn liedjes met een perspectief dat uitnodigt om nog heel vaak te luisteren, om uiteindelijk te ontdekken waarom Barker de liedjes heeft geschreven. ‘Where Have The Sparrows Gone?’ is zo’n liedje dat onder je schedel gaat zitten (‘took too much from the ocean / took too much from the earth’). Muziek om vaak van te genieten, soms nog te (her)ontdekken en om in verwondering achter te blijven.

Emma Swift

De titel van het debuutalbum van de Australische Emma Swift doet direct een belletje rinkelen: Blonde On The Tracks. Het is een creatieve samenvoeging van de Dylan-albumtitels Blonde On Blonde (1966) en Blood On The Tracks (1975). Jammer dat die creativiteit niet heeft geleid tot een fraaier vormgegeven albumhoes. Hierop zit Emma Swift geplakt in een fotocollage, die er onbeholpen uitziet. Dat is dan gelukkig meteen het enige minpunt van het album. Het verhaal achter dit album is dat Swift wel eigen liedjes schrijft, maar door een depressie in een moeilijke periode belandde, waardoor ze niet kon schrijven en Bob Dylan-liedjes begon te zingen. Dat pakte zo mooi uit dat het uiteindelijk tot dit album heeft geleid.

Muzikaal gezien heeft Swift de muziek van Dylan zo fraai vertolkt en naar zich toegetrokken dat je bij beluistering zonder voorinformatie de Dylan-liedjes soms pas herkent als ze je tekstueel bekend voorkomen, zoals bij het overbekende ‘Simple Twist Of Fate’. Als je die teksten niet herkent, ben je of heel jong of je hebt van de muziek van Dylan niet veel meegekregen. Wie Dylan altijd links laat liggen omdat zijn stem je niet aanstaat, moet beslist eens naar de vertolkingen van Emma Swift gaan luisteren. Wat heeft deze dame een fraaie stem! De eerste single van het album, ‘I Contain Multitudes’, laat je direct de intimiteit proeven van de manier waarop Swift de Dylan-liedjes interpreteert.

 

Muziek / Album

Americana-hoogvliegers

recensie: Americana-update 7

De zevende Americana-update geeft wederom aandacht aan een breed palet aan artiesten. Van een doorgewinterde rot in het muziekvak via een gegroeide artieste tot een nieuwkomer met liedjes van Bob Dylan, die ze aangenaam naar zich toetrekt.

De ene artiest verdient zijn sporen voornamelijk in dienst van andere artiesten, om daarnaast een solocarrière op te bouwen, zoals Ted Russell Kamp. De ander bouwt gestaag aan haar eigen carrière, soms in samenwerking met een band, zoals Emily Barker. Een derde staat aan de start van haar muzikale loopbaan, zoals Emma Swift.

Ted Russell Kamp

Voor velen zal Down In The Den (2020) de kennismaking zijn met de sympathiek ogende Ted Russell Kamp. Met zijn nieuwste, zevende album trekt hij plotseling de aandacht van veel liefhebbers in het genre. Dat is niet ten onrechte, daar Russell Kamp op zijn jongste album ‘teamt’ met Shooter Jennings, Cordy Quist, Sarah Gayle Meech, Shane Alexander en Kirsten Proffit. Met name de songs waarin hij de zang van de dames combineert met die van zichzelf in sterke composities zijn de pareltjes. Daarna wordt de luisteraar vanzelf uitgenodigd de rest van het fraaie album nader te ondergaan met een diepere luisterbeurt. Die aandacht heeft Russell Kamp op een of andere manier nodig voor zijn solowerk. In zijn carrière leende hij zijn talent vaak uit ten dienste van andere artiesten. Zo speelde hij mee op het met een Grammy beloonde album van Tanya Tucker. Misschien heeft hij die samenzang nodig, omdat hij zelf niet beschikt over een direct herkenbaar stemgeluid. Zijn natuurlijk instrument heeft wel een fijne, aangename klank, maar geen haakje dat je meteen doet opveren als hij een liedje vertolkt. Op ‘Hold On’ trekt Russell Kamp wel sterk de aandacht, doordat hij hier gospel vermengd met countryrock, wat een enorme warmte en kracht uitademt.

Emily Barker

Voor sommigen zal de naam Emily Barker weinig zeggen. Deze Australische zangeres maakt soloalbums, maar speelt ook in The Red Clay Halo, Vena Portae en Applewood Road. Een bezige tante, kunnen we wel stellen. Wie haar wel kent, zal direct verheugd zijn een nieuw album van haar te mogen verwelkomen. Barker trakteert de liefhebber al jaren op verfijnde muziek. De albums Despite The Snow (2008), Almanac (2011) en Dear River (2014) liggen steeds voorin de la als het gaat om mooie folkmuziek. Dit zijn overigens albums, die ze samen met The Red Clay Halo maakte. In 2014 bracht ze voor Record Store Day de 10″ vinyl Songs Beneath the River uit met direct op het vinyl gesneden liveopnames.

Met A Dark Murmuration Of Words (2020) heeft Barker opnieuw een album gemaakt, dat prachtig in haar discografie met hoogwaardige albums past. Voor het geluid werkte ze samen met Greg Freeman, die ook samenwerkte met onder anderen Peter Gabriel en Amy Winehouse. Daarnaast werkt ze met een geweldige band in de StudiOwz in Pembrokeshore, Wales. Het lijkt wel of het album de sfeer van Wales heeft meegekregen, al zingt Barker over onderwerpen als klimaatproblemen, racisme, seksisme en mythes rond de economie: grote onderwerpen gestoken in een smaakvol en liefkozend folkjasje. Het lijkt wel een wolf in schaapskleren, als je de teksten bestudeert.

Wie zich niet verdiept in de teksten hoort een zoetgevooisde Emily Barker, ondersteund door een geweldige band, die haar liedjes een diepwarm bad geeft. Het zijn liedjes met een perspectief dat uitnodigt om nog heel vaak te luisteren, om uiteindelijk te ontdekken waarom Barker de liedjes heeft geschreven. ‘Where Have The Sparrows Gone?’ is zo’n liedje dat onder je schedel gaat zitten (‘took too much from the ocean / took too much from the earth’). Muziek om vaak van te genieten, soms nog te (her)ontdekken en om in verwondering achter te blijven.

Emma Swift

De titel van het debuutalbum van de Australische Emma Swift doet direct een belletje rinkelen: Blonde On The Tracks. Het is een creatieve samenvoeging van de Dylan-albumtitels Blonde On Blonde (1966) en Blood On The Tracks (1975). Jammer dat die creativiteit niet heeft geleid tot een fraaier vormgegeven albumhoes. Hierop zit Emma Swift geplakt in een fotocollage, die er onbeholpen uitziet. Dat is dan gelukkig meteen het enige minpunt van het album. Het verhaal achter dit album is dat Swift wel eigen liedjes schrijft, maar door een depressie in een moeilijke periode belandde, waardoor ze niet kon schrijven en Bob Dylan-liedjes begon te zingen. Dat pakte zo mooi uit dat het uiteindelijk tot dit album heeft geleid.

Muzikaal gezien heeft Swift de muziek van Dylan zo fraai vertolkt en naar zich toegetrokken dat je bij beluistering zonder voorinformatie de Dylan-liedjes soms pas herkent als ze je tekstueel bekend voorkomen, zoals bij het overbekende ‘Simple Twist Of Fate’. Als je die teksten niet herkent, ben je of heel jong of je hebt van de muziek van Dylan niet veel meegekregen. Wie Dylan altijd links laat liggen omdat zijn stem je niet aanstaat, moet beslist eens naar de vertolkingen van Emma Swift gaan luisteren. Wat heeft deze dame een fraaie stem! De eerste single van het album, ‘I Contain Multitudes’, laat je direct de intimiteit proeven van de manier waarop Swift de Dylan-liedjes interpreteert.

 

Muziek / Album

Robin Borneman Folklore special

recensie: Americana update 6: de trilogie van Robin Borneman

Deze Americana update is een special rond onze Nederlandse Robin Borneman. Hij verraste ons op Record Store Day 2020 NL Releases met de enige cd uit deze limited edities worp. Echoes bevat een aantal demo’s die zijn drieluik rond de verzamelnaam Folklore voorafgingen in de tijd.

Robin Borneman is in Nederland helaas minder bekend dan in de USA. Toch verdient deze Brabantse artiest ook in ons land de nodige aandacht. De aandacht zal niet komen met de RSD2020 release. Dat zijn maar 250 exemplaren, maar als het de aanleiding zou kunnen zijn om aandacht naar zijn werk te trekken dan is dat mooi. Het is in ieder geval de trigger voor deze special.

Echoes

Het album Echoes heeft als ondertitel A Home Recording Collection 2006-2009. Aan de binnenflap van het digi-pack lezen we dat we hier te maken hebben met een collectie diep persoonlijke liedjes uit de kluis van Borneman. Persoonlijke verhalen verpakt in liedjes uit zijn vroege jaren. Ze geven soms het beeld van alledag, van liefde en ook van worstelen met het leven als artiest. Het album opent met ‘Lost Recall’, dat het gevoel van Christelijke kerkmuziek in zich heeft. Datzelfde gevoel met de link naar het geloof horen we nog een keer terug bij ‘Turn Around’, als Borneman zingt over Jezus de timmerman. Het zijn liedjes die Borneman samenpakt onder de subtitel ‘Mirrorfountain’, samen met een song die midden op de cd staat met de titel ‘Hope’.

Het begin van de Folklore reis

In 2015 startte Borneman zijn verhaal van de reiziger op Folklore I: The Waving Days met een verhaal, dat vooral borrelt van het avontuur. In ‘Land of Amok’ lijken we zelfs ergens tussen de Indianen en Cowboys verzeild te raken. Het is de start van een avontuur dat – zoals we dan al weten – drie albums zal duren. Wat de reis voor ons in petto heeft weten we dan nog niet. Hetzelfde geldt voor de reiziger die het onderwerp is van het verhaal. De parallel met de reis van het leven van ieder mens is makkelijk te maken en misschien is het wel de reis van Borneman zelf, zo kunnen we als luisteraar vermoeden. ‘The Waving Days’ verhaalt van een liefde waarvan afscheid genomen wordt, omdat de reis verder moet. De drang van de hoofdpersoon is duidelijk voelbaar. En we staan nog maar aan het begin van de reis.

Op Folklore II: The Phantom Wail maken we kennis met het meest duistere deel van de reis. Een reis waar de reiziger ook de blues aandoet in ‘Woebegone Blues’. Wat over de hele trilogie overeind blijft, is de meeslepende manier waarop Borneman ons meevoert langs en vooral in zijn verhaal. De artiest weet je gedurende het hele album te binden. En nu de drie delen compleet zijn is het heel verleidelijk om het hele verhaal in zijn geheel te blijven beleven door album één tot en met drie in een ruk tot je te nemen. Het wordt nergens saai, dit verhaal en de afwisseling is groot genoeg om keer op keer door andere details in de muziek van Borneman verrast te worden. De schakering van de verschillende instrumenten, geluiden, het verhaal en de boeiende verhalende zang van Borneman maakt deze muzikale reis bijna net zo’n memorabele reis als we ooit lazen in de boeken van Tolkien’s In de ban van de ring. De Hobbit is misschien net zo’n reiziger als de naamloze reiziger van Borneman.

Folklore trilogie compleet

Robin Borneman is een verhalenverteller met een fijne stem die soms licht klinkt en op een ander moment – als het liedje het vraagt – ook wat donkerder kan klinken, zoals Jackie Leven en Nick Cave. Wie Folklore III: The Cradle Tree luistert, wordt direct meegesleept naar de wereld van Bornemans reis. Op reis van ‘Tell The Wind’ naar ‘Stormcrow’, dat eindigt met het geluid van regen en donder naar het heel fijne ‘The Boatman’, dat meteen bij een van de eerste regels als een hoogtepunt voelt. Zonder echt naar de tekst te luisteren voelt het als een keerpunt op het album met zang die je oren streelt en trompetgeluid halverwege het liedje. Als we echt luisteren horen we echter dat Borneman zingt van wortels, die diep in zijn ziel steken en van belevenissen, die de hoofdpersoon niet meer zal vergeten zo lang hij leeft.

In het volgende liedje komen engelen voorbij, terwijl het liedje opent met fijn gitaarspel en het verhaal dat het bitterzoet smaakt om jezelf tegen te komen. Tussen alle zware beproevingen heeft de reiziger inmiddels geleerd dat de liefde steeds een veilige haven is gebleken en een plek om te schuilen. In ‘The Latter Mile’ gaat het verhaal duidelijk richting zijn eindpunt, terwijl de reiziger verhaalt over het gevoel van thuiskomen om uiteindelijk te beseffen dat zijn thuis de eindeloze weg is die ligt tussen de wieg en het graf. De reiziger volgt de bomen.

Folklore historie

Robin Borneman is zanger bij het Trans Siberian Orchestra in de USA en vertoeft daar dan ook veelvuldig. De shows aldaar trekken gemiddeld zo’n 15.000 liefhebbers per concert. De carrière van Borneman voltrekt zicht dan ook voornamelijk aan de andere kant van de grote plas. Zijn creatieve output vinden we echter terug in zijn oeuvre, dat in Nederland wordt uitgebracht op Kroese Records label. Het is een oeuvre dat inmiddels een fraai creatief hoogtepunt kent in de vorm van de Folklore I t/m III (trilogie). Het drieluik werd vorig jaar afgerond met misschien wel het fraaiste deel. Folklore III: The Cradle Tree luistert als de werkelijke kroon op het werk van Borneman’s werkstuk. Dat roept natuurlijk direct de vraag op: en wat gaat deze muzikant daarna brengen? Dat is afwachten natuurlijk, maar vooraleerst duiken we nu in dit prachtige werkstuk, dat over een periode van vier jaar is verschenen.

Wie de reis van Borneman wil maken heeft twee opties. Je kunt chronologisch door de trilogie gaan of je kiest weg van wat minder weerstand. De laatste optie start met het laatste deel, wat makkelijker in het gehoor zal liggen. Folklore III: The Cradle Tree is niet alleen het sluitstuk, maar hier gaat het licht ook helderder schijnen in het leven van de naamloze reiziger die het onderwerp is van het drieluik. Wie de hoesjes van de drie albums bekijkt, ziet ook aan deze creatieve uiting de warmte stralen van de afbeelding. Wat dat betreft kunnen we met een gerust hart ons gevoel volgen als we het artwork van de albums zijn werk laten doen.

 

Muziek / Album

Grootheden van Americana

recensie: Americana Update 5: Greg Copeland, The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood, Robert Jon & The Wreck

We duiken in deze editie van de Americana update in een aantal releases, die dingen naar een plaats op het jaarlijstje van de Americana en misschien wel naar het totale jaarlijstje van 2020. Naast een oude legende bespreken we twee artiesten die met hun nieuwe albums extra schitteren.

Soms word je als journalist verrast met muziek die je totaal niet had verwacht. Zo ontvingen we de de nieuwe cd van de tot dan toe totaal onbekende Greg Copeland, maar als je dan gaat lezen blijkt het hier te gaan om een artiest, die een heel bekende vriend heeft. Het album van Robert Jon verrast in zijn enorme schoonheid en energie, wat je doet graven in zijn verleden. Shawn Amos is een oude bekende, die meteen het hart sneller doet kloppen, maar dit album moest eerst even rijpen.

Greg Copeland – The Tango Bar

Wie de naam Greg Copeland hoort zal vaak geen belletje met muzikale herinneringen horen rinkelen in het hoofd. Vreemd is dat overigens niet: deze vierenzeventigjarige singer-songwriter is niet bepaald productief te noemen. Dit album, genaamd The Tango Bar, is zijn derde album in vele jaren. Zijn eerste album verscheen in 1982, gevolgd door een tweede in 2008. Copeland schreef in de jaren ’80 ‘Candy’ voor zijn vriend Jackson Browne en ‘El Salvador’ dat werd opgenomen door Peter, Paul and Mary, alsmede door Joan Baez.

Steeds wanneer ik The Tango Bar opnieuw opzet word ik getroffen door de schoonheid van het openingsnummer met prachtige zang van Inara George en pianowerk van Tyler Chester. Het maakt ‘I’ll Be Your Sunny Day’ tot een heel warm welkom. Pas in ‘Let Him Dream’ horen we de stem van Greg Copeland, die zijn jaren op de stembanden laat doorklinken. Copeland is overigens wel componist van alle liedjes op het album, al krijgt hij op vier van de negen liedjes wel assistentie van een van de medemuzikanten. Het album rolt zich als een weldadige deken over je heen om je niet in één keer te overrompelen, maar je als het ware helemaal in te pakken. Copeland moet het album in zijn hoofd hebben gehad.

‘Scan the Beast’ wordt gekenmerkt door het prachtige, indringende gitaarwerk van Val McCallum en de lapsteel van Greg Leisz, terwijl Copeland zijn zang dan inmiddels gekend laat klinken in een tikje praatzang, terwijl de band je helemaal meezuigt. Na de opening hebben we eigenlijk honger naar meer vrouwelijke zangpartijen. Die krijgen we, maar dan met zangeres Caitlin Canty en wel in twee liedjes achter elkaar. ‘Mistaken For Dancing’ en ‘Better Now’ herbergen de klanken van haar stembanden. Beide dames kunnen de vergelijking doorstaan met bijvoorbeeld Norah Jones, waarbij Canty het meest in de buurt komt van Jones. Copeland weet zijn zangeressen wel uit te zoeken! De afwisseling en de enorm hoge kwaliteit van de liedjes maakt dat The Tango Bar hoog op de aaibaarheidslijst is gekomen en zeker terug te vinden zal zijn op mijn jaarlijstje, of er moeten nog talloze overtreffende albums uitkomen in dit bijzondere jaar.

The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood – Blue Sky

Blue Sky van The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood is de opvolger van Breaks It Down, dat zo’n twee jaar geleden verscheen. In datzelfde jaar trad hij ook op in Nederland, o.a. bij Meneer Frits in Eindhoven. In de begeleidingsband van Shawn Amos, die zelf naast zang ook de mondharmonica bespeelt, zitten een aantal gelouterde bandleden. Naast het gitaarmaatje van Amos, Chris “Doctor” Roberts, spelen in The Brotherhood: Drummer Brady Blade, die speelde met Indigo Girls en Buddy & Julie Miller en bassist Christopher Thomas, die zijn sporen verdiende bij Norah Jones en Macy Gray.

In ‘Trouble’ horen we Ruthie Foster als gastzangeres wat het album iets extra’s biedt, maar zij is niet de enige gastvocaliste. Op ‘The Pity and the Pain’ en ‘Albion Blues’ horen we Kanya Hathaway die uit een jazz- en R&B-vaatje tapt. Deze afwisseling geeft het nieuwste album van Amos en zijn mannen een extra kwaliteitsimpuls door de fijne afwisseling. Het album is al even uit, maar moest wel even rijpen voor het op waarde geschat kon worden. Na heel veel rondjes in de cd-speler wordt langzaam maar zeker duidelijk dat The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood een wel heel fijn en vooral afwisselend album hebben gemaakt.

Met zijn optreden in gedachten zie je deze bijzondere verschijning met zijn onafscheidelijke hoedje en zonnebril ineens weer voor je de leiding hebben over dit muziekgezelschap. Bij iedere draaibeurt kruipen de liedjes van Blue Sky een millimeter verder onder je huid. Shawn Amos heeft het hem toch opnieuw geflikt om zich steeds weer op te dringen voor een nieuwe draaibeurt van zijn album.

Robert Jon & The Wreck – Last Light on the Highway

De dynamiek van het album van Robert Jon & The Wreck is groot. Gooi de stijlen en zang van Bruce Springsteen, Bob Seeger, Southside Johnny en The Eagles in een smeltkroes en je kunt je laven aan de energie die Robert Jon met zijn band over je heen laat stromen. Het album Last Light On The Highway stond vanwege de Covid-19 perikelen een tijdje in de wachtkamer, maar is in juni alsnog verschenen. De muziek van Robert Jon & The Wreck schuift zich na wat luisterbeurten al snel in de richting van de albums die misschien langer houdbaar zullen blijken dan het moment. Het is muziek die een gevoel geeft van tijdloosheid met sterke wortels in het verleden maar ook in het heden: een beetje feelgood muziek voor de liefhebbers.

Toch weet Jon er zijn eigen jasje aan te geven met composities die staan als een huis. Met ‘Gold’ doet Jon een gerichte gooi naar het mooiste breakup-liedje van het jaar. Daar zou hij wel eens heel succesvol in kunnen zijn. Het sluitstuk van het album is het in twee delen geknipte titelnummer. Dat heeft de bombast van Bruce Springsteen met een welhaast Meat Loaf-achtige benadering. Of moet ik voorzichtig meer gaan richting de progmetal met een southern-rock-inslag. Ik denk dat het een mix is van beide, maar het laat onverlet dat Robert Jon & The Wreck hiermee een kunststukje neerzet, dat zijn toekomstige shows met een enorme drive zal laten afsluiten om het publiek in een duizelingwekkende euforie achter te laten. Southern-Rock-Kunst met kapitalen geschreven! Wat een heerlijke plaat!

Muziek / Album

Americana van vele snit

recensie: Americana Update 4: Gretchen Peters, Lucinda Williams & Don Bryant

Voor veel mensen is Americana ongrijpbaar en dat is het zeker ook voor de kenners. Met alle stijlelementen die we mogen rekenen onder het genre is het lekker breed. In deze editie van de Americana update knopen we drie albums aan elkaar, die nog maar eens bewijzen hoe breed het spectrum van Americana eigenlijk is. Een tribute-album, een origineel top country-album en een album dat soms zo dicht tegen soul aan hangt dat het zelfs volledig zo lijkt.

Gretchen Peters – The Night Your Wrote That Song: The Songs of Mickey Newbury

Heel mooi dat Gretchen Peters – na eerst een behoorlijk gevecht te hebben gevoerd in haar carrière om haar eigen liedjes te kunnen laten uitbrengen en inmiddels een fraaie catalogus aan albums heeft gemaakt – nu Mickey Newbury eert. Newbury stond in de jaren zestig en zeventig aan de wieg van de hervorming van de countrymuziek, maar heeft ondanks zijn ongeveer dertig albums zelf nooit echt succes gehad. Wel werden zijn liedjes door groten als Elvis Presley, Don Gibson, Andy Williams, Eddy Arnold en Kenny Rogers tot grote hits gezongen.

Met dit eerbetoon zet Peters deze bijzondere songschrijver én zichzelf in de schijnwerpers. De kracht van de liedjes van Newbury schittert in een gloedvolle vertolking van Peters. Peters trekt de liedjes naar zich toe, waardoor je bij beluistering geenszins het idee hebt naar een coveralbum te luisteren, als je die liedjes niet herkent van Newbury. Wie zich verdiept heeft in het werk van Newbury hoort hier een klasse zangeres zich ontfermen over de nalatenschap van een begenadigd songsmid, die duidelijk respect heeft voor het liedje.

Lucinda Williams – Good Souls Better Angels

Het legendarische album Car Wheels On A Gravel Road staat veel countryliefhebbers in het geheugen gegrift sedert 1998. Een artiest als Lucinda Williams moet steeds maar moeite doen om dat meesterwerk te evenaren of te overtreffen. Met Good Souls Better Angels doet Williams opnieuw een heel goede geslaagde poging. Het album neemt bij iedere beluistering meer bezit van je. Wie het meesterwerk van 1998 nog even draait hoort hoe de stem van Williams is veranderd richting de donkere regionen en meer rafels heeft gekregen, maar de loodzware begeleiding van haar band heeft een heel andere impact. De overeenkomst is dat producer Ray Kennedy weer van de partij is.

Feitelijk trapt Williams af met een country-blues van het zuiverste water. ‘You Can’t Rule Me’ zet direct de toon voor de rest van dit album. Williams blijft niet in de blues-hoek hangen, maar keert gelukkig terug naar de wat stevigere alternatieve country. Ze blijft daarbij dicht bij haar roots, maar heeft de toon van haar muziek wel aangepast aan haar stem. Het wordt daarmee een album dat zich kan meten met haar veel geprezen en gelauwerde album. Opvallend genoeg wordt vermeld dat de vinyl-editie van dit album een aantal akoestische versies van liedjes van het album herbergt. Dat maakt me overigens wel nieuwsgierig.

Don Bryant – You Make Me Feel

Het album van Don Bryant zou al begin mei uitgekomen zijn, maar laat door de Covid-19 perikelen wat langer op zich wachten. Een paar singles zijn in de tussentijd verschenen op de streaming platforms. Bryant is een artiest die na zijn debuut in 1969 er tot 2017 over deed om met een opvolger te komen. De 78-jarige Bryant klinkt helemaal niet zo oud, maar heeft inmiddels wel meer haast dan gemiddeld om nog een catalogus bij elkaar te zingen.

Bryant verdiende zijn sporen als songwriter voor Ann Peebles, Al Green, O.V. Wright en Otis Clay. Zelf bleef hij vooral op de achtergrond en in de Gospelmuziek actief. Maar op zijn oude dag verschijnen er ineens albums onder zijn eigen naam en horen we hoe fijn Bryant nog bij stem is; ook zijn songschrijvers skills zijn nog steeds uitstekend. Zijn muziek zit ergens in de hoek van soul, R&B en blues. Moeilijk in een hokje te stoppen. Alle reden om hem bij de Americana-hoek te vegen al horen we niet echt country-invloeden in zijn muziek, maar wel alles wat de stroming behelst van blues, folk, soul en rock.

Muziek / Album

Americana uit Nederland en Amerika

recensie: Americana update volume 3

In deze editie van de Americana update blijven we in Nederland. Toch komt één artiest uit Amerika; een ander is geboren in Australië. Muzikale overeenkomsten te over, omdat we in alle gevallen te maken hebben met luisterliedjes. Het zijn liedjes met inhoud die meteen tijdloos klinken.

De luisterliedje van Jack Poels klinken geheel volgens de verwachting als de rustige liedjes van zijn band. Dan Tuffy klinkt donker maar is heel warm. Zijn kleurpalet zit aan de zwarte kant van het kleurspectrum. The Good Case kleurt in pasteltinten een zoektocht naar de oorsprong van de bandleider zelf.

Jack Poels

Na vijfendertig jaar en drieëntwintig albums met Rowwen Hèze kruipt het bloed van Jack Poels waar het niet gaan kan maar ineens heen lijkt te vloeien. Het eerste soloalbum van Poels is meteen een heel bijzondere geworden. Het is klein gehouden voor wat betreft de bezetting en opgenomen in Noord-Brabant in de thuisstudio van niemand minder dan Nederlands snarenwonderkind BJ Baartmans. Diezelfde BJ Baartmans horen we naast Poels in de backings en op allerlei instrumenten. De heren zijn aan elkaar gewaagd, waarbij Baartmans vooral Poels laat blinken. Baartmans is de zetting waarop de diamant Poels staat te schitteren.

Het titelnummer ‘Blauwe Vear’ verhaalt letterlijk over de aanleiding van dit soloalbum. Dat is een veer van een Vlaamse gaai die Poels vond in een modderpoel. Deze veer bleef hem maar aansporen dat hij liedjes moest schrijven. Het liet hem niet los; het werkte als een trigger om gedreven hieraan te werken. Het liedje is overigens een lekkere oorwurm, maar het voorafgaande lied op het album is dat nog veel meer. ‘Van leave gadde doed’ is natuurlijk als uitspraak een waarheid als een koe, maar zoals Poels het bezingt op dit album kruipt het in je oor om zich te nestelen in je hoofd. Muzikaal en tekstueel weet Poels de gevoelige snaar onophoudelijk te raken of moet ik hier nu zeggen: weet hij de veer te raken?

 

Dan Tuffy

De ontmaagding van de cd Letters of Gold voelt als een weldaad waarin al je gedachten worden ondergedompeld. De sfeer van dit album slokt je op en zuigt je naar binnen. Tuffy tapt uit een donker vaatje country, maar speelt en zingt met een referentie naar Dire Straits. Toch weet hij ook nog oudere referenties te raken in bijvoorbeeld het slotnummer ‘Big Man’, waar we de geest van Screaming Jay Hawkins horen rondwaren.

De in Nederland woonachtige Dan Tuffy werd geboren in Australië. Met Letters of Gold laat hij andermaal als soloartiest van zich horen. Na een paar draaibeurten kunnen we al snel stellen dat dit album tot de top van de Americana behoort in de Country Noir stijl. Veel beter zullen we ze waarschijnlijk dit jaar niet gaan horen. De diepe klanken van gitaar en bas vervlechten met de donkere stem van Tuffy tot een mengsel, dat je op een aangename manier bindt aan de geluidsinstallatie. In een kort tijdsspan van zo’n achtendertig minuten heeft Tuffy het album ook nog onderverdeeld in een “Bright side” en een “Shady side”. Wel bijzonder om van een helder en een schaduwzijde te spreken bij deze donkergetinte muziek. Tekstueel kunnen we deze verdeling vertalen in de ochtendsessie en een schemersessie. Muzikaal tapt Tuffy steeds uit hetzelfde fijne vaatje met een lekker donker en soms zelfs zwoel timbre. Een album om je heerlijk bij te laten meevoeren en even te verdwijnen en te versmelten met de muziek. Wat een heerlijk warm bad om je in onder te dompelen en even alles te vergeten om je heen.

 

The Good Case

The Good Case heeft vooral Cees Reezigt als drijvende kracht. Hij tekent voor alle liedjes op Bridge. In de uitvoering krijgt hij versterking van Dick Bouterse op bas en viool & Mike Huiskes op verschillende gitaren, die ook door Reezigt bespeeld worden naast toetsen en zang. Het album ademt een enorme rust en doorwrochte schoonheid uit. In 2014 schreef uw recensent op een ander medium dan deze site voor het eerst over deze band en het overweldigende Go. Het mini-album Road Movie verscheen in 2017. Nu is er gelukkig weer een volledig album. Het is het wachten waard geweest, kan ik u direct vertellen. Bridge is een album dat iedere draaibeurt lijkt te groeien. Dat op zichzelf is altijd een goede graadmeter.

Op de albumhoes prijkt de beeltenis van een vrouw uit vroegere tijden. De vrouw zit in alle liedjes van het album verweven. Zie het als een ode aan de moeder van de bandleider. Deze hommage levert in ieder geval prachtige muziek op. Wie met deze wetenschap de teksten beleeft, krijgt een beter gevoel en binding met de muziek van The Good Case. Luister aandachtig naar ‘July’, waarbij Reezigt verhaalt over een winter die start met een ijzige koude in het hart midden in juli. De warme klanken van de muziek zijn hartverwarmend. Wie dieper graaft in de teksten, ontwaart een groot verdriet, een grote liefde en grote mate van verbondenheid tot in de ziel. Dat hoor je ook in slotnummer ‘Keepers of our Soul’. De echte tour de force is ‘Tiny Kindness’ dat de dertien minuten net niet aantikt. Het is een lied dat verhaalt over door het verdriet heen breken. Het licht zien, de vreugde (her)ontdekken, de liefde en warmte voelen. Het is de dageraad na de donkerheid en triestheid. The Good Case brengt ons een album om te omarmen en te koesteren en net als de leider van de band hoop te putten uit de kleinste zaken en warmte in je hart te voelen.

 

Americana Update 2
Muziek / Album

Americana in vele vormen

recensie: Americana Update – Volume 2
Americana Update 2

In deze Americana-update ruimte voor talent uit Nederland en van overzee. We bespreken onder andere het debuutalbum van een uniek samenwerkingsverband van twee broers met Away With Birds, en ook twee langverwachte albums. Vier jaar moesten we wachten op het nieuwe album van de country noir act Point Quiet dat weer helemaal de moeite waard blijkt te zijn. Het duurde maar liefst vijf jaar voordat Suzanne Jarvie ons kon tracteren op een vervolg op haar debuut. Dat het vervolgens de luisteraar ook nog maanden kost om het album op waarde te schatten en te laten schitteren, is op zijn minst bijzonder te noemen.

Suzanne Jarvie

Het eerste album van Suzanne Jarvie was zo overdonderend goed dat bij het beluisteren van dit tweede album “het kwartje” maar niet wilde vallen. De echo van het debuutalbum bleef tussen de oren klinken, maar na vele draaibeurten geeft In The Clear dan toch ineens zijn pracht vrij. Natuurlijk zijn de onderwerpen niet meer zo persoonlijk als op het debuut dat verhaalde over de miraculeuze genezing van haar zoon die herstelde van een val van de wenteltrap. Dat voorval was mede aanleiding tot de switch van Jarvie van jurist naar muzikant.

In de bijgesloten release notes neemt de zangeres je meteen één moeilijkheid uit handen: niet alle teksten zijn te doorgronden, omdat ze tegelijk met de melodie in haar op kwamen voor ze betekenis hadden. Sommige liedjes, zoals het titelnummer, verhalen duidelijk wel. ‘In The Clear’ gaat over het trauma dat de hele familie trof door het ongeval van haar zoon. Ook de albumopener ‘Headless Rider’ grijpt terug op het voorval, maar dan vanuit het perspectief van de tweelingzus van haar zoon. ‘All In Place’, waarbij toepasselijk alle puzzelstukjes op zijn plaats vallen, ontpopt zich tot mijn persoonlijke favoriet, Tekst, melodie en instrumentatie passen mooi in elkaar. De begeleiding van piano en viool ondersteunt naast het gitaarspel heerlijk het liedje.

De productie is wederom in vakkundige en smaakvolle hand van H. Chris Brown, die ook piano en hammondorgel speelt. Dat Brown een speciale band heeft met de muziek van Jarvie merkten we live ten tijde van de release van Spiral Road. Die chemie horen we ook nu weer op het eveneens overweldigende In The Clear.

 

Away With Birds

De broers Pat en John Currie maken afzonderlijk al zo’n twintig jaar muziek. John speelde met The Cranberries, Xavier Rudd, The Kings of Leon en Scott Matthews. De vergevorderde dementie van beide ouders bracht de broers samen om muziek te maken. Het fungeerde als uitlaatklep in deze periode met veel emoties. Het album werd zo goed als live opgenomen op een zolderkamer in Amsterdam in samenwerking met Sjoerd Spoelstra op toetsen en achtergrondzang. Ze doopten de samenwerking Away With Birds. Ondanks de emotionele aanleiding van het samenwerkingsverband is het album heel rustig van toonzetting, al trekt het niet onopgemerkt aan je voorbij. Daarvoor bieden het album en de composities te veel elementen die soms freaky aandoen, maar ook af en toe sterke verbindingen hebben met het muziekverleden van de broers.

Luister naar het nummer ‘Boat By The River’, waar de geest van Crosby, Stills, Nash & Young in rond lijkt te waren. De fraaie geluiden van de op dwarsfluit lijkende klanken van de melodica, gespeeld door Spoelstra, maken de totaalbeleving compleet. Invloeden die hen worden toegeschreven zijn Bonnie ‘Prince’ Billy, Sparklehorse en Vic Chesnutt. Niet de minsten zou ik zo zeggen en het doet ze recht. Het album Away With Birds verdient het om breed omarmd te worden door liefhebbers van voornoemde namen. Geef ze de ruimte om zich aan je te ontvouwen in deze pure uitbarsting van talent en emotie in muziek die beleefd mag worden.

 

Point Quiet

Ik bewaar een bijzonder plaatsje in mijn muziekhart voor de Nederlands formatie Point Quiet. De reden is simpel: ze stellen tot op heden nooit teleur en maken een vorm van Americana die redelijk uniek te noemen valt in het genre van Country Noir. De donkere kant van de Americana, maar dan verlicht op een manier die het hart van de liefhebber heftig doet kloppen van genot. Gelukkig duurde het nu slechts vier jaar na het vorige album voordat Walking In The Wild op ons werd losgelaten. Opnieuw herbergt dit album stuk voor stuk juweeltjes die zich samen laten vloeien tot het dozijn dat dit album vult.

De sfeer die het kwintet neerzet laat zich het makkelijkste typeren door te denken aan de muziek van Neil Young met zijn rustige stijl en niet te country, maar dan met een zanger met een diepe, donkere stem. Ook de kwaliteit van de composities mag zich meten met het werk van de grootmeester. De thema’s die worden aangeroerd zijn de belangrijke onderwerpen van het leven als liefde, verlies en schoonheid. Het gaat ook over verbintenissen die ons leven bepalen en de tochten die we dwalen door het leven. De ups en downs die het leven zo boeiend maken en het waard maken om geleefd te worden. De muziek van Point Quiet op haar beurt maakt het waard om gehoord en vooral doorleefd te worden. Het is geen album dat je makkelijk weg slikt, maar dat zijn pracht past ontvouwt als je tijd investeert om van hoogtepunt naar hoogtepunt te vliegen langs alle twaalf liedjes. Geen moment verslapt de greep die de band op de luisteraar heeft. Klasse plaat!

 

De toegift: Steve Forbert

Wie herinnert zich niet ‘Schoolgirl’ van Steve Forbert? Een liedje uit 1980 dat een jaar later in de top20 belandt in ons land. Forbert zit inmiddels bijna veertig jaar in de muziek. In de maanden voor het verschijnen van The Magic Tree herstelde Forbert van een nieroperatie en chemotherapie. De optimistische liedjes van dit nieuwe album laten de kracht horen die Forbert vond zowel in de magie van het herstel als in de steun van zijn huidige partner, die hem al zeventien jaar in zijn leven vergezelt. Dit zoveelste album van Forbert verscheen vorig jaar en viel pas veel later op, maar verdient alsnog de aandacht van de Americana-liefhebber. Vergeet het jeugdige hitje en verbaas je over de diepgang en het optimisme in The Magic Tree. Forbert verhaalt positief over het leven.

AmericanaUpdate_vol1
Muziek / Album

Zo uiteenlopend kan Americana zijn

recensie: Dig Deeper, Tip Jar & Chastity Brown
AmericanaUpdate_vol1

Een genre dat me al vele jaren na aan het hart ligt is de Americana muziek. Daarom is het tijd voor een nieuwe serie op het medium van 8WEEKLY. Meteen duiken we in de breedheid van de Americana met de Noorse band Dig Deeper, het Hollandse duo Tip Jar en de overzeese Chastity Brown.

Americana muziek is in de laatste jaren een breed begrip geworden. Kijk naar de Euro-Americana en geniet van het brede pallet van muziek dat je daar aantreft. Persoonlijk mag ik me tot een van de samenstellers rekenen. Dezelfde gemêleerdheid wil ik in dit artikel over dit genre weergeven.

 

Noorse alt.country rock

De eerste kennismaking met Dig Deeper dateert van begin dit jaar toen ze hun EP ‘Stars Tonight’ digitaal uitbrachten. Het wachten was direct gestart tot een volledig album zou verschijnen. Met In Central European Time is aan dat wachten een einde gekomen en het is meer dan beloond. Het album, dat alleen digitaal en op vinyl zal verschijnen, herbergt een sound, die kunnen kenmerken als een alt.country rock plaat met invloeden van psychedelica en Indie. Met een beetje wil kunnen we hier zelfs een vleugje U2 in terugvinden. Verder horen we War on Drugs, Grateful Dead en Neil Young in deze muziek terugkomen. Het album bevat zes composities. Vaak worden de gitaarpartijen breed uitgesponnen. Vooral het afsluitende ‘Sky Brown Sky’ heeft in dat opzicht de meest naar de psychedelica opschuivende invloeden. Het album start met een tweetal composities, die wat mij betreft de parels van het album bevatten vanwege de manier waarop ze je pakken en de herkenbare sound, die blijft hangen als je aan het album denkt. ‘How Can I Be Certain’ en ‘Stars Tonight (Have You Seen)’ zijn daarmee de vaandeldragers van de sound van Dig Deeper.

De band heeft als meesterbrein Einar Kauping, die naast de zang en het verzorgen van de gitaarpartijen ook voor de composities tekent. Kauping schrijft de liedjes op dit album in de ik-vorm maar zingt toch over politieke en wereldlijke zaken. Hij kiest alleen voor deze vorm om de teksten meer te laten spreken, verklaart hij op het meegeleverde persbericht.

Dig Deeper kan met dit album In Central European Time wel eens hoge ogen gaan gooien als ze de juiste aandacht krijgen. Aan de topkwaliteit van het album zou het niet mogen liggen.

Vernieuwde duo-sound

Tip Jar verrast positief met hun derde album Gemstone Road. Wie de band eerder hoorde op hun twee vorige albums, zal met dit nieuwe album aangenaam verrast zijn. Doordat Tip Jar meer aandacht geeft aan trieste en dieper gravende liedjes, wint het album aan zeggingskracht. Daarnaast horen we een beter samen zingend duo dan op de vorige twee albums. Daar waar steeds bij het beluisteren van een Tip Jar-album verlangd werd naar een nieuw solo-album van Bart de Win zelf, is dat verlangen nu volledig verdwenen. Met zijn levenspartner Arianne de Knegt zingt hij hechter dan ooit. De stemmen kleuren beter dan in het verleden bij elkaar. Hoe het duo het heeft klaargespeeld is moeilijk te achterhalen. Is De Win meer naar de stem van De Knegt afgebogen of omgekeerd? Het resultaat is in ieder geval genieten met een grote ‘G’. Bijzonder mooi is het liedje, dat lijkt te gaan over de blues maar juist een anti-bluesliedje is, omdat De Knegt zingt dat ze nooit de blues zal zingen door de liefde voor haar partner. ‘Never Sing The Blues’ is een van de pareltjes van het album te noemen.

Wat zeker opvalt is de ijzersterke en heldere productie. Tip Jar, samen met Walt Wilkins, BJ Baartmans en Joost van Es, klinken door deze productie samen met de andere gasten als een groep die een privé-concert voor je verzorgt. Het album zal zich langzaam maar zeker in je systeem worstelen om steeds weer de vraag om het te draaien op te roepen. Tip Jar heeft in ieder geval haar beste album tot nu toe gemaakt!

Een album met veel invloeden

Chastity Brown heeft met Silhouette Of Sirens een album gemaakt dat naast folk en country ook fikse scheuten blues, soul en rock in haar geluid heeft gestopt. Gecombineerd met de krachtige en kenmerkende stem van Brown hebben we hier te maken met een zeer gevarieerd album, dat snel zal stijgen in het aanzien.

Het album opent met ‘Drive Slow’, dat direct de staalkaart van het kunnen van Brown op tafel legt. Een fijne, krachtige zang met alle invloeden hiervoor vernoemd verenigd in één liedje, dat de luisteraar direct inpakt en tot zich bindt om het album in zijn geheel tot zich te laten komen. De uitnodiging om verder te komen is zo heftig dat je de verleiding zeker niet kunt weerstaan.

Bij het beluisteren van ‘Wake Me Up’ horen we voor het eerst een vergelijking opkomen met Tracy Chapman’s stem, maar dan een stapje hoger in de toonladder. In ‘Lies’ horen we een heerlijke blues gitaarriff doorklinken. In ‘Colorado’ komt de vergelijking met Chapman hevig terug, terwijl we hier ook een schitterende steelgitaar horen klinken.

Het album Silhouette Of Sirens kent geen enkel zwak moment en blijft boeien tot de laatste noot die Brown laat klinken. Een echte aanrader voor de avontuurlijke luisteraar.

Muziek / Album

Om vaak te draaien

recensie: Jeroen Kant – Nooit genoeg

Het leek veel korter, maar het is toch alweer tweeënhalf jaar geleden dat De Lafaard Kapitein verscheen. Met Nooit Genoeg heeft Jeroen Kant een opvolger gecreëerd die misschien wel zijn beste liedjes tot nu toe bevat.

Kants vorige album was het eerst verschenen werkje op zijn eigen platenlabel, Bastaard Platen, dat hij samen met Matthijs Leeuwis oprichtte. Inmiddels hebben deze platenbazen ook plaats geboden aan ander Nederlands- en Vlaamstalig talent: Björn van der Doelen, Flip Noorman, Mathijn den Duijf, ContraContra en Marco Martens vonden inmiddels onderdak bij de sympathieke Brabanders.

Nederlanse Americana

Je kunt het album Nooit Genoeg een Nederlandstalige Americana-plaat noemen. Jeroen Kant weet traditionele muziekstromingen als country, folk en blues als inspiratiebron te gebruiken voor zijn eigen liedjes. Hij laat zich begeleiden door gitaren, drums, percussie, orgeltjes, koortjes en contrabas. Alles is vooral heel subtiel; nergens schreeuwerig, hard of dichtgespeeld. Het is muziek met veel gevoel voor de ruimte tussen de noten. Hierdoor komen de teksten goed tot hun recht. Ze zijn vaak cynisch van karakter, een goed voorbeeld is het openingsnummer ‘Nooit Genoeg’, dat onze consumptiemaatschappij en de hang naar eeuwig leven als onderwerp heeft.
Kant is niet alleen kritisch op de maatschappij, maar verhaalt ook over zijn eigen leven, waarbij hij soms heel dichtbij zichzelf komt. Een voorbeeld daarvan is het lied ‘Oude Kronkelpad’, waarin hij een verlaten liefde onder de loep neemt en zijn melancholieke gedachten daaromheen de vrije loop laat.
In ‘Een Zucht’ beschrijft Kant hoe een arbeider die richting de pensioneringsleeftijd gaat, terugkijkt op zijn leven. Veertig jaar werken en een relatie die zich voortsleept, maar toch stand blijft houden. Hij heeft spijt van het voorbije leven, dat hij niet meer over kan doen. Als hij weer jong was, deed hij het allemaal anders… misschien. Kant observeert en relativeert scherp.

Zichzelf overtroffen

Ieder liedje van het album Nooit Genoeg is als een klein verhaaltje in een boek. Steeds weer weet Jeroen Kant, ondersteund door een fijne melodie, de luisteraar aan de hand mee te nemen naar wat hij ziet, meemaakt, heeft waargenomen en beleefd. Vaak blijft Kant heel dicht bij het leven van alledag en het zijn het niet de meest vrolijke bespiegelingen die de revue passeren. Armoede, verloren liefdes, zwerven, bedrog en verdriet zijn onderwerpen die veel voorkomen. Wie zoekt naar vrolijkheid of hoop, moet met een zaklampje zoeken. Maar ze zijn er wel, die lichtere momenten. In ‘Als een kind zo blij’, schemert door de ellende heen toch een voorzichtige blijdschap en in ‘Leugens’, laat de onvoorwaardelijke liefde zich van haar mooiste kant zien in zware beloftes aan elkaar.
Jeroen Kant heeft zichzelf met dit nieuwe album overtroffen. Nooit Genoeg is een plaat om regelmatig te blijven luisteren, omdat er steeds weer wat nieuws te ontdekken valt in de teksten van de singer-songwriter. Luister je eens niet naar de teksten, dan valt ineens op dat muzikaal alles zo goed in elkaar zit dat je je nog steeds geen moment verveelt.

 

 

Live in Nederland:
17-12-2015 Luxor, Arnhem (Clubtour met Ben Caplan)
18-12-2015 Burgerweeshuis, Deventer (Clubtour met Ben Caplan)
19-12-2015 Fluor, Amersfoort (Clubtour met Ben Caplan)
23-12-2015 Tivoli, Utrecht (Clubtour met Ben Caplan)
24-12-2015 Neushoorn, Leeuwarden (Clubtour met Ben Caplan)
26-12-2015 Paradiso, Amsterdam (Clubtour met Ben Caplan)
27-12-2015 Simplon, Groningen (Clubtour met Ben Caplan)