Muziek / Concert

Eerlijke liveband

recensie: The Sunshine Underground in de Melkweg

Terwijl Air in de grote zaal van de Melkweg staat te spelen worden in de kleine zaal de new wave- en punk-funkgeluiden van The Sunshine Underground uit Leeds ten gehore gebracht. Het is zo’n heerlijk bandje in het verlengde van The Kaiser Chiefs en The Killers, met een flinke hoeveelheid electro, effecten en strakke gitaarriffs. Ofwel gewoon snelle dansbare pop/rockmuziek.

De band speelde vóór hun eerste headlinertour in het voorprogramma van grote muzikale broer LCD Soundsystem. Vorig jaar kwam hun prima debuutalbum Raise The Alarm uit bij City Rockers. In de wandelgangen gaat al het gerucht dat live de vonken er vanaf vliegen. Hetgeen wel geloofd mag worden aangezien ze ook de award live band of the year gewonnen hebben bij de Leeds music awards.

9 + 2 = 45 minuten

~

Een uur later dan het affiche aankondigt begint The Sunshine Underground haar optreden. De mannen komen goed uit de startblokken met Wake Up, tevens de opener van het album. In rap tempo volgen nog acht nummers en twee in de toegift en dan is het na drie kwartier al weer afgelopen. Afsluiter is Raise The Alarm.

Het repertoire van de band lijkt nog niet groot genoeg om een goed uitgebalanceerd optreden neer te zetten. Het debuutalbum kent elf nummers, hiervan worden er negen gespeeld. Het ontbreekt aan verrassende uitstapjes. De verscheidenheid in de nummers is niet erg groot. En na elf nummers snap je het idee wel en mis je de variatie een beetje.

Wat ook niet mee wilde werken, was dat het geluid niet helemaal in orde was. De gitaar van de tweede gitarist stond erg hard en klonk te scherp en te schel. Het totale geluid kwam hierdoor erg schreeuwerig over. Wat erg jammer was, want de gitarist gaf de band wel net dat beetje extra. Ook de zang klonk erg monotoon en schreeuwerig. Het ontbreekt de zanger tevens een beetje aan charisma en aan interactie. Wel complimenten voor de bassist die erg strak speelde en de muzikale ruggengraat van de band lijkt te zijn.

Groeien in de diepte

~

Toch was het zeker geen vervelend optreden, nummers als Commercial Breakdown en de laatste single Borders zijn simpelweg steengoede nummers, die heerlijk in je hoofd blijven hangen met zo’n geweldig pakkend gitaarrifje. De band heeft veel potentie, maar zal nog iets moeten groeien in de diepte. The Sunshine Underground blijkt vooral een eerlijke liveband te zijn, door lekker vlot en strak te spelen. Je krijgt wat je verwacht. De band had er, net als het publiek overigens, zin in. En het leek erop of ze het zelf ook jammer vonden door hun nummers heen te zijn, je kreeg het gevoel dat ze net een beetje op stoom kwamen. Met wat meer ervaring kan The Sunshine Underground een onweerstaanbare podiumact worden. Nu is het daar nog net iets te vroeg voor.

Film / Films

Mislukte poging om de film noir te herscheppen

recensie: The Good German

.

~

Steven Soderbergh leek het leuk om een film te maken in de stijl van the golden era, de jaren na de Tweede Wereldoorlog toen Holllywood ‘booming’ was. Na de artfilm Bubble en de commerciële hit Ocean’s Twelve zette hij zijn tanden in The Good German, naar het boek van Joseph Kanon. Het moest een film worden met het uiterlijk en de impact van Casablanca of A Foreign Affair, maar The Good German doet vooral naar de klassiekers verlangen.

Het verhaal leent zich uitstekend voor een film noir. De Amerikaanse Jake Geismer (George Clooney) keert na de oorlog terug naar Duitsland, waar hij de vredesconferenties in Potsdam moet verslaan. Maar zijn heimelijke motivatie om Berlijn opnieuw te bezoeken, is dat hij zijn vroegere minnares Lena Brandt (Cate Blanchett) terug wil zien. Lena heeft echter het een en ander meegemaakt tijdens de oorlog en ze verbergt een groot geheim. Dat merkt ook haar vriendje, de Amerikaanse soldaat Tully (Tobey Maguire) die de tijd van zijn leven heeft met handelen op de zwarte markt van Berlijn, tot hij vermoord wordt met een miljoen Marken op zak. Niemand wil zijn handen aan de zaak branden en Jake gaat op onderzoek uit.

Afstandelijk en kunstmatig

~

Soderbergh gebruikte originele cameralenzen uit de jaren veertig, maar het enige dat authentiek aan doet aan The Good German is de traagheid waarmee het verhaal zich ontwikkelt. Het zwart-witbeeld van een kapotgeschoten stad, opgenomen in de studio’s in Los Angeles, het overdreven acteerwerk en de aanzwellende violen op de soundtrack werken vooral vervreemdend. Als George Clooney in de auto zit beweegt de achtergrond en als hij geheime papieren inziet, licht de tekst op. Dat zou grappig en camp geweest zijn, als Soderbergh niet zo bloedserieus was geweest.

De stijl zorgt voor afstand. Misschien is dat de verklaring waarom The Good German zo weinig indruk maakt. Het kunstmatige decor, de relatief veraf geschoten shots en de perspectiefwisselingen in het verhaal zorgen ervoor dat je je niet goed met de personages kunt identificeren. Tegelijkertijd is dat natuurlijk een vreemd bezwaar, want Soderbergh heeft wel degelijk goed naar films uit the Golden Era gekeken. In Casablanca werkte dezelfde stijl uitstekend! De laatste scène is zelfs letterlijk gekopieerd uit die film, maar de chemie tussen Jack en Lena valt volkomen in het niet bij de herinnering aan het dramatische afscheid tussen Rick en Ilsa.

Zwoele oogopslag

~

Misschien ligt het eraan dat de acteurs (met uitzondering van Cate Blanchett) zich duidelijk niet op hun plaats voelen. George Clooney heeft het perfecte hoofd om een romantische heldenrol à la Humphrey Bogart of Gary Grant te spelen, maar zijn personage komt niet uit de verf. Waar Clooney ingehouden speelt, gaat Blanchett juist ouderwets los. Met haar donkergestifte lippen en zwoele oogopslag is ze een tragische femme fatale die niet voor Marlene Dietrich onderdoet. Het is jammer dat de rest van de cast zo bleek bij haar afsteekt. Alleen Ravil Isaynov maakt nog iets van zijn rol als Russische generaal.

Uiteindelijk blijkt The Good German vooral een speeltje in de handen van een regisseur die alles al eens gedaan heeft. Soderbergh heeft ongetwijfeld een leuke tijd gehad toen hij uitvogelde wat men onder scriptcontinuïteit verstond in de jaren vijftig, maar het eindresultaat is weinig interessant voor het publiek. Het is niet aan Steven Soderbergh, maar aan Cate Blanchett te danken dat de sfeer van de authentieke film noir hier en daar door The Good German sijpelt.

Film / Films

Kind van vuile ouders

recensie: Die Unerzogenen

Bij Stevie thuis zijn de rollen omgedraaid: als haar vader of moeder een teen stoot, moet zij pleisters halen en kusjes geven. Stevie moet zichzelf opvoeden, want haar ouders denken aan andere dingen. In Die Unerzogenen toont regisseur Pia Marais het leven van een kind van vuile ouders.

~

De ouders van Stevie (Ceci Schmitz-Chuh) namelijk zijn klaplopers. Dat is ook waar de titel naar verwijst, letterlijk vertaald ‘de onopgevoeden’ (marginalen, zegt de Vlaming). Als Stevies grootvader overlijdt – uiteraard heeft ze hem nooit ontmoet – erven Axel en Lily (Biröl Unel uit Gegen Die Wand en Pascale Schiller) het huis. Acuut dumpen ze er hun Portugese kralensnoeren en half vergane lampenkappen. De bank krijgt een plaatsje in de tuin, naast het aparte, anarchistische, alternatieve kampvuur dat elke avond ontstoken wordt.

Want dat soort aso’s zijn Axel en Lily. Als Axel niet toevallig een straf uitzit wegens drugssmokkel, smokkelt hij drugs. Lily zit in bad of rookt een sigaret. Van die verongelijkte types, die met een op uitvreten gefundeerd verzet tegen de gevestigde orde de dorheid van hun ziel trachten te maskeren. Dat type, dat zich vaak ophoudt in kraakpanden en opduikt in demonstraties voor wereldvrede.

Praatjesmaker

Dat type vindt opvoeden autoritair en daarom loopt dochtertje Stevie alle dagen in hetzelfde sportbroekje. Stevie gaat ook niet naar school. In plaats daarvan plakt ze met een ouwelijke blik verknipte pasfoto’s op plaatjes van gelukkige huismoeders en -vaders. Stevie is een uitzonderlijk wijs kind. Tegen een nietsnut die niet kan slapen, zegt ze: “zoek een baan, dan word je vanzelf moe.” Hoe komt dat jonge kind aan al die liberale, neo-fascistische wijsheden? Of zou dat zijn hoe hippiekinderen puberen?

~

Regisseur Marais is niet bang voor een beetje aandikken. Koffers met drugs vallen uiteraard open, juist als Stevie langsloopt. Oeps! Dochtertje, dat zo vaak beterschap werd beloofd, werpt daarop een veelbetekenende blik op vader. Boos! Het is soms wel jammer, maar die weinig subtiele stijlgrepen zijn nodig: mensen die geen structuur in hun leven hebben, maken ook nooit iets buitengewoons mee. Dan is alles even raar, en vallen de belangrijke dingen minder op. Dus moeten ze worden aangezet met rare blikken en andere trucjes.

Saai is veilig

Zoals gezegd: Stevie en haar ouders hebben weinig structuur in hun leven. Ze lanterfanten in het helle zomerlicht en de intrigerende cameravoering van Marais en haar cinematograaf Diego Martínez Vignatti. Je zou bijna vergeten dat Die Unerzogenen een heel mooi verhaal heeft. Want nu het gezin – werkloze vrienden incluis – op het Duitse platteland woont, ziet Stevie eindelijk kans om zich in te schrijven bij een school. Ze durft zelfs op leeftijdsgenoten af te stappen. Die zijn echter wél opgevoed door nette mensen en puberen dus op de normale manier: door alles te doen dat Stevie thuis al genoeg ziet. Gelukkig vindt ze troost bij het verfrissend saaie buurjongetje. Want met een autoritaire opvoeding kweekt men doorgaans weinig zelfstandige, maar zeer lieve kinderen.

Naar verluidt heeft Pia Marais haar debuut gebaseerd op haar eigen jeugd. De hippie-kroost heeft zich bijeen geraapt en geeft een weinig verrassend, maar daarom niet minder schrijnend beeld van de ouders. De kritiek op de egocentrische wereldverbeteraars is nog niet verstomd.

De IFFR Tigers gaan On Tour. De Fipresci Award-winnaar Yo (van Rafa Cortés) en de twee VPRO Tiger-competitewinnaars (Love Conquers All van Tan Chui Mui en Die Unerzogenen van Pia Marais), rouleren tot begin juli in filmhuizen bij jou in de buurt.

Theater / Voorstelling

Gewoon is maar gek

recensie: Theatergroep Kwatta - Fabian, of het Land dat niet bestond

Knappe vent ben je, als je ondanks alle ontkenningen uiteindelijk iedereen kunt overtuigen dat ‘het Land dat niet bestond’ toch bestaat. Fabian krijgt het makkelijk voor elkaar in de gelijknamige Kwatta-voorstelling voor zes jaar en ouder. En dat doet ie vooral door zichzelf te zijn. Maar dan anders.

Het grappige is: dat geldt niet alleen voor personage Fabian, maar ook voor de acteur erachter, Gijs Nollen. De cast heeft van schrijfster/regisseur Josee Hussaarts duidelijk de opdracht meegekregen hun personages stevig aan te zetten, zoals gebruikelijk in haar fantasierijke maar niet kinderachtige stukken. Zo zijn mama (een verrukkelijke Agnes Bergmeijer), papa (een Olie B. Bommel-achtige Evert van der Meulen) en buurmeisje Esmee (een hilarische Lotte Lohrengel) zowel in spel als in verschijning aansprekende stripverhaalfiguren. Met hun extreme mimiek, elastieken stemmen en kolderieke houdingen kunnen ze kinderen van alle leeftijden voor zich winnen. Maar Nollen houdt Fabian bewust klein en trekt daardoor tussen al dat groteske op een prachtige manier de aandacht naar zich toe. Bovendien zet die omdraaiing het thema ‘wat is vreemd en wat gewoon’ op een spannende manier kracht bij.

Uitvlucht

~


Want: Fabian lijkt tussen al die gekkigheid misschien gewoon, maar hij is al gek genoeg van zichzelf. Tja, een jongen met maffe tics die een geheime tunnel voor z’n verjaardag vraagt, die kun je toch moeilijk normaal noemen. Of is hij, zoals zijn beschermende ouders zeggen, alleen ‘anders’. En is dat eigenlijk wel zo erg? Nou, voor Fabian wel. Op z’n minst een beetje. Hij lijkt de hoop te hebben opgegeven dat andere mensen, zelfs degenen die hij leuk vindt, hem ooit zullen gaan begrijpen. Als uitvlucht uit de ‘gewone’ wereld gaat hij steeds naar het Land dat niet bestond. Dat is een plek waar hij de regels bepaalt en waar dat wat hij doet juist gewoon is. Het land waar waarde wordt gehecht aan dat wat je niet kunt aanraken in plaats van wat je wel kunt aanraken. Het klinkt misschien zwaar en moeilijk, maar het tegendeel is waar. Hussaarts stopte meer dan genoeg lucht in de tekst én de regie om er best een leerzaam, maar vooral een erg leuk reisje van te maken. Een deel van de eer komt ook Hans Thissen toe. Hij heeft aan de bijna affe voorstelling heel eigenwijs slechts één terugkerend lied plus een heel scala aan hoorspelgeluiden toegevoegd. Die worden door Gijs Nollens maatje Joris Erwich, tevens een aandoenlijke duif, live op de vloer en prachtig getimed ten gehore gebracht.

Moeras

~


De geluiden komen niet in de gewone wereld voor, net als de spannende lichtstanden. Ze vergezellen de spelers alleen naar het Land dat niet bestond, tijdens de trips die altijd beginnen onder de tafel in de karig ingerichte, knetterroze huiskamer – volop Barbiekleur ter compensatie van de mannelijke hoofdrolspeler. De drie hoogpolige witte tapijten op de zwarte toneelvloer spelen tijdens de tochten zonder problemen voor eiland, ravijn en moeras. Door de prachtige samenwerking van spel, geluid, licht en decor gelooft de hele zaal vol schoolkindertjes al tijdens Fabians eerste uitstapje in het Land dat niet bestond. Het mag dan ook geen wonder heten dat de bijzondere jongen ook zijn materialistische buurmeisje en zelfs zijn ongelovige (?) ouders uiteindelijk weet mee te slepen in zijn speciale wereld.

Fabian, of het Land dat niet bestond speelt nog tot en met 6 mei door het hele land. Klik hier
voor meer informatie.

Theater / Voorstelling

Luier poep of meesterwerk

recensie: Orkater - Wees ons genadig

‘Moet ik je liefde kopen?’, vraagt de dichter. ‘Mijn liefde heb je, maar je verliest ’t met een slecht gedicht’, antwoordt de muze. Drie mannen een vrouw. Drie kunstenaars die dingen naar de hand van een vrouw in wie zij hun muze zien.

Katherina heeft besloten haar leven niet meer te delen met een talentloze schilder en na tien jaar huwelijk verlaat ze hem. Na een korte affaire wordt hierna ook de dichter wegens een gebrek aan talent aan de kant gezet. Dan trouwt ze met de muzikant. Ook bij deze kunstenaar wil de muze horen tot wat zij hem inspireert en hij moet een werk voor haar componeren.. Ze vindt het gecomponeerde werk een gedrocht. De kunstenaars blijken allemaal talentloze kunstenaars te zijn die ‘prutswerk’ produceren

Briljant

~


De twee afgewezen kunstenaar, die nog steeds hopen op een toekomst met hun geliefde muze, moeten tot hun spijt en frustratie echter erkennen dat de muzikant wel zeker een meesterwerk heeft gecomponeerd. En ook de dichter en de schilder blijken nu een waar kunstwerk te hebben geproduceerd. Kathernia vindt het allemaal nog steeds maar niets. ‘Is het een luier vol met poep of een meesterwerk?’, roept ze gefrustreerd uit. De vraag is dus of de mannen talentloze kunstenaars zijn of dat Katherina een talentloze muze is.

Wees ons genadig is simpelweg een mooi stuk. Met spitsvondige dialogen, absurdistische scènes, sterke muziek en een sober decor van de hand van de regisseur is de voorstelling onmiskenbaar een Alex van Warmerdam. De regisseur, onder andere bekend van de films De Jurk, Grimm en Ober, laat het publiek in ruwweg een anderhalf uur simpelweg genieten van briljante acteurs in een prachtige omgeving. Daarbij valt alles in elkaar.

De directe dialogen en de krachtige vorm stralen af op de acteurs. Stuk voor stuk spelen de vier acteurs hun rol met glans. Ariana Schluter, gekleed in zacht roze truitje en een gifgroene rok, is als veeleisende muze ijzersterk. Onderkoeld smijt ze de ene na de andere rotopmerking over het podium. Katherina, met haar truttige jaren ’50 kapsel, is zeer overtuigd van zichzelf en dit weet Schluter overtuigend te brengen.

Vragen

~


Ook de acteurs Pierre Bokma, Aat Ceelen en Stefaan Degand weten zich goed raad met de absurditeiten van Van Warmerdam. De drie mannen, allen gekleed in een grijs pak, weten verbaal maar zeker ook non-verbaal sterke karakters neer te zetten. Met een licht treurige gezichtsuitdrukking en enigszins afhangende schouders weet Bokma zonder woorden de gelaten schilder Julius tot in zijn ziel weer te geven. Maar ook Ceelen (de dichter) en Degand (de componist) doen hier zeker niet voor Bokma onder.

Van Warmerdam brengt een tweeledig stuk. Het is een avond onbekommerd lachen om menselijke onvolkomenheden, hilarische teksten en absurdistische situaties. Maar er is ook meer, alleen ligt dit niet aan de oppervlakte. Van Warmerdam stelt met Wees ons genadig de vraag wat kunst is. Wie zegt wat er slechte of goed kunst is? En geeft kunst bevrediging? Op die vragen blijft Van Warmerdam het antwoord schuldig.

Meer informatie over de voorstelling vind je hier.

Theater / Voorstelling

Sneue types en lugubere kwesties

recensie: Huis aan de Amstel - Sukkels

Huis aan de Amstel heeft met Sukkels een voorstelling gemaakt over grootse karaktereigenschappen en schokkende gebeurtenissen. Het verhaal over twee subtiele sufferds zit vol humor en dwaze elementen. In mooie decors wordt gezocht naar levensgeluk en naar nieuwe familieleden.

Het is een gewone doordeweekse avond als Riek Verhoef (Peter van Heeringen) rustig als een  kleermaker op zijn deurmat zit. Dan gaat de telefoon. In een klap wordt zijn vredige roes verstoord als zijn vrouw hem in zijn oor tettert dat hij haar moet komen halen. Nu! Na dit telefoontje komt Riek in aanraking met bizarre personen. Met een zilveren engel bijvoorbeeld (Lilian Keersmaekers), met de semicriminele Bul (Tjebbo Gerritsma) en met zijn nooit gekende dochter. Het brengt Riek in de meest vreemde situaties en naar de gekste plaatsen waarbij het steeds weer een verrassing is wat werkelijkheid is en wat niet.

Huis aan de Amstel

~


Huis aan de Amstel is een Amsterdams toneelgezelschap dat sinds 1990 bestaat. Hun voorstellingen kenmerken zich door een grote diversiteit. Ze maken voorstellingen voor jongeren, volwassenen en voorstellingen voor jonge volwassenen. Sukkels is zo’n voorstelling voor adolescenten. Zelf omschrijft het gezelschap Sukkels als een inbrekerstragedie over twee amateurs in het geluk en een beschermengel die net begint in het vak. En over de herinnering, die een muur is met gaten.

Lugubere verrassingen


Sukkels
begint in het decor van een huiskamer, de grote klassieke huiskamer waar Riek woont. Veel meer dan een bank, een plant, gordijnen en een telefoon is er niet te vinden. Het is er nogal saai, maar de bewoner is er daarom goed op zijn plek. Gelukkig brengt gast Bul letterlijk kleur in het geheel. In een kanariegeel pak met daaronder een Hawaï-blouse, stormt hij het huis van Riek binnen en brengt spanning in zijn leven. Of dit nou met zijn flitsende accessoires is of met lege snoephulzen waar hij een tweede leven voor verzint, hij krijgt de lachers op de hand.
Bul neemt Riek mee naar een bankbedrijf waar ze een kraak zullen zetten. Van de huiskamer verkassen ze naar een decor met een ondergrondse tunnel en een lange muur met tientallen bruine kluizen waar niet alleen waardevolle spullen in zitten, maar waarin zich ook lugubere verrassingen bevinden.

Stoffig sneu

De personages Riek en Bul zijn beiden treurige types, maar allebei om een andere reden. Riek is vooral stoffig sneu. Uit onmacht valt hij uit tegen een kist uitgelopen aardappels: ‘Losers, wat hadden jullie gedacht dan met die scheuten?’ Bul is de patser bij wie niets lukt. Hij verzint de mooiste dingen om maar rijk te worden, maar het is al bij voorbaat een fiasco. In combinatie met de zilveren engel die op het podium aanwezig is, vormen de sukkels een mooi stel. De engel strooit met wijsheden en probeert Riek tot actie over te laten gaan.

Lachen

Hoewel de voorstelling ook voor jongeren wordt aanbevolen, kan het verhaal wellicht iets te zwaar voor deze doelgroep zijn. Aan de andere kant is Sukkels over het algemeen een grappig stuk en loopt het ook lekker vlot. Er zitten heftige verrassingen en ingewikkelde wendingen in de voorstelling die niet altijd duidelijk te omschrijven zijn. Toch is Sukkels een mooi toneelstuk waarin vooral acteur Tjebbo Gerritsma de show steelt en waarin veel gelachen wordt, al is een situatie nog zo treurig.

Kijk voor de speellijst van Sukkels op: www.huisaandeamstel.nl

Kunst / Expo binnenland

The Last Work brengt de beschouwer dicht bij kunstenaar

recensie: The Last Work - Ryan Gander

.

Ryan Gander, 'The last Work', installatie in Docking Station, 2007
Ryan Gander, ‘The last Work’, installatie in Docking Station, 2007

Ryan Gander was een rijzende ster in de kunstwereld. In circa drie jaar tijd – gerekend vanaf de Prix de Rome die hij won in 2003 – groeide zijn populariteit met duizelingwekkende snelheid. Nominaties voor andere prestigieuze prijzen volgden, waaronder in 2005 de Beck’s Futures en de Baloise Art Prize, onderdeel van de kunstbeurs Art Basel, die hij won. Het jaar daarop werd hij geselecteerd voor een belangrijke driejaarlijkse groepstentoonstelling voor New British Art in de Tate Britain. Aan het eind van 2006 verscheen zijn naam op menig kunstcriticus’ lijstje van de meest betekenisvolle kunstenaars van dat jaar.

Uitverteld

Is deze verhalenverteller, zoals hij in recensies vaak wordt getypeerd, op dertigjarige leeftijd plotseling uitverteld? The Last Work is zijn meest persoonlijke werk tot nu toe. De vierkante ruimte van Docking Station is geheel uitgevoerd in monochroom blauw. In de ruimte klinkt een rustige, fluweelzachte vrouwelijke stem. Het is de voice-over bij een videofilm die enigszins verstopt om de hoek op een klein scherm wordt afgespeeld. De videocamera toont al lopend de route van Ganders atelier naar zijn huis in Londen, maar dan met de blik omhoog. Het is een voor iedereen bekend en beklemmend canyonperspectief vanuit de straten van de grote stad: links en rechts de gevels van grijze, anonieme gebouwen met hoog daarboven een streep halfbewolkte blauwe lucht. Met enige regelmaat beweegt een top van een lantarenpaal of een stoplicht door het beeld. Behalve plaatsvervangende nekkramp levert het shot weinig op.

De fluwelen stem die hij koos als voice-over is van Frances; zo stelt ze zich zelf voor. “This is my voice, but these aren’t my words” . Frances werd voor de geluidsopname via een koptelefoon door Gander geïnstrueerd. Via haar stem richt hij zich tot zijn publiek: “You are in a blue room… when you, the spectator, entered the room it seemed empty. Just blue, empty. Besides the sound of my voice” . Dan richt Frances zich op Gander: ze spreekt over de verwarring van het you gericht aan Frances en het you gericht aan het publiek in Amsterdam. Schijnbaar achteloos wordt de beschouwer deelgenoot gemaakt van de productie van dit werk. Dat maakt alert, je wilt begrijpen wat er aan de hand is. Nadat Frances gehoorzaam enkele teksten van Gander heeft uitgesproken voor het publiek, richt ze zich plotseling weer tot hem en zegt “This is a soundwork, isn’t it?”. Ganders eigen stem hoor je nooit, hij is de onprettige stilte die regelmatig valt. Eén keer zelfs gevolgd door de tekst: “Fifteen seconds of silence, just enough to become uncomfortable”.

Open en bloot

The Last Work is duidelijk gericht tot de kijker, maar gelijktijdig met het opbouwen van het werk breekt Gander het ook weer af. De beschouwer wordt geïnformeerd over allerlei artistieke beslissingen, inclusief zijn onzekerheid erover. Zo laat hij vertellen dat hij dat hij onzeker was over het gebruik van de kleur blauw voor de ruimte – uit angst dat het een soort David Lynch-sfeer zou oproepen. Dan weer dwaalt de tekst af naar persoonlijke, soms poëtische anekdotes die indirect lijken te verwijzen naar roem en naar de druk van buitenaf om te presteren. Zo vertelt hij over een plek in Wales waar hij ooit verbleef, maar om één of andere reden niet weg kon, terwijl hij in de verte wel de bergen zag liggen: “Seeing mountains and feeling trapped don’t correlate very well”. Het volgende moment onthult Gander de productietechnische aspecten van de straatopnames. Dan weer klinkt openlijke twijfel of hij in zijn keuze voor de zachte stem van Frances toch niet aan het verleiden is. Er blijft, kortom, voor de kijker geen veilige plek meer over om zich te laten vervoeren: alle manipulatieve effecten van film liggen bloot en op hun gat. Misschien kom je met dit werk dichter bij de kunstenaar dan ooit tevoren, maar de vraag is of je dat als beschouwer wilt.

The Last Work is typerend voor Ganders manier van werken: het is een associatief netwerk van gegevens waarbij feit en fictie elkaar moeiteloos aanvullen. Eerdere werken van Gander lieten de overgrote invulling van het verhaal aan de kijker zelf over. The Last Work laat door de persoonlijke lading en alle zelfreferentie echter nauwelijks ruimte voor de toeschouwer, het is eerder introvert en beklemmend. Daarnaast geven de schaarse poëtische tekstflarden over “feeling trapped” en “stopping producing is not stopping working”, ondanks het bijna clichématige canyonperspectief, onvoldoende antwoord op de vraag waarom Gander is gestopt. Het werk is daarom geen typische Ryan Gander én het is geen echt bevredigend ‘laatste werk’. Het ondubbelzinnige en vanzelfsprekende antwoord op de vraag waarom hij is gestopt staat in het interview met Martijn van Nieuwenhuyzen dat begin april verschijnt in Bulletin van het Stedelijk Museum: Gander is overvraagd, overwerkt en hij wil gewoon eens lekker op vakantie kunnen met zijn vriendin. Daar kun je wel een kunstwerk over te maken, maar beter is het om dat gewoon te doen.

Film / Films

De toorn van een valse profeet

recensie: The Night of the Hunter

Charles Laughtons The Night of the Hunter had een onsuccesvolle première in de jaren vijftig en werd een tijdlang gezien als een excentriek curiosum. Toch maakte de film een bijzondere comeback dankzij de lof van een nieuwe generatie filmliefhebbers, waaronder Martin Scorsese en filmcritica Pauline Kael. Sindsdien heeft de film zich zo op een indringende wijze in de Amerikaanse populaire cultuur genesteld.

Het corpulente en onsympathieke voorkomen van de Britse acteur Charles Laughton was voor de standaarden van Hollywood reden om hem vaak de rol te geven van schurk of complete buitenstaander. Zo werd Laughton gecast als de sadistische kapitein Bligh in Mutiny on the Bounty (1935), tegenover een knappe Clark Gable. Of in de rol van Quasimodo in The Hunchback of Notre Dame (1939). Soms kon Laughton zich subtiel een weg banen tussen die polen, zoals zijn rol van sluwe senator in Stanley Kubricks Spartacus (1960).

~

Gedeeltelijk passen deze rollen bij een acteur die symbool kan staan voor de dubbelzinnige relatie die veel Engelse acteurs hebben met Hollywood, waarbij een mate van dramatische kwaliteiten altijd onderhevig is aan de stereotiepe karakteriseringen van simpele publieksfilms. En Laughton bleef een eigenzinnige en enigszins verheven buitenstaander binnen de glamourwereld van de Amerikaanse showbusiness. Met The Night of the Hunter toonde Laughton dat zijn ambitie verder reikte dan het spelen voor de camera, maar na de slechte ontvangst van de film zou hij nooit meer iets regisseren.

Zuidelijke gotiek

Voor een Brit toonde Laughton met The Night of the Hunter een opmerkelijk gevoel te hebben voor een oer-Amerikaanse setting. De film speelt zich af in het zuiden van de Verenigde Staten ten tijde van de depressie. Robert Mitchum speelt de zwendelende predikant Harry Powell die zich voordoet als een rechtschapen man van god. Powell is een complex figuur die in bepaalde scènes handelt vanuit een directe band die hij met god lijkt te hebben. Door Mitchum krijgt Powell fantastisch gestalte als de belichaming van de dualiteit tussen goed en kwaad. Op zijn handen staan de woorden Love en Hate getatoeëerd, en Mitchum voert in de film een preek op waarbij hij op zeer fysieke wijze de eeuwige strijd tussen die twee elementen toont.

Powells motieven blijken duisterder te zijn dan zijn standvastige geloof doen vermoeden. Als hij in de gevangenis belandt hoort hij van een stervende gevangene iets over zijn verborgen buit. Powell gaat vervolgens op zoek naar diens weduwe, en zijn twee kinderen. Zij is een radeloze vrouw die zich al snel door Powells rechtlijnige preken laat verleiden, maar haar zoon vermoedt dat er meer achter de charismatische predikant zit.

Powell vermoordt uiteindelijk de weduwe, en haar kinderen slaan op de vlucht voor zijn bloeddorstige toorn. Ze worden gered door een oude vrouw die zich om een groep kinderen bekommert. Een rol die overtuigend wordt vertolkt door Lilian Gish, die ooit eens de eerste filmdiva was van de zwijgende film.

Duister sprookje

The Night of the Hunter is een vreemde mengeling van realistische scènes en gedeeltes die sprookjesachtig zijn. De film laveert tussen verschillende genres. Zo worden film noir-elementen zoals de moord en de bijbehorende duistere cinematografie afgewisseld met een overgang naar de sprookjesachtige beleving van de kinderen. Deze spanning tussen gruwelijkheid en naïviteit vormt nog steeds een krachtig element van de film.

Het camerawerk van Stanley Cortez (bekend wegens zijn spookachtige cinematografie van Orson Welles’, door de studio verminkte, meesterwerk The Magnificent Ambersons) speelt met de contrasten tussen licht en duisternis waarmee de thematiek van de film visueel wordt aangevuld. Schrijver en filmcriticus James Agee schreef het script. Agee was een sociaal geëngageerde schrijver die reportages maakte over de gevolgen van de depressie in het zuiden van de Verenigde Staten. Ook was hij een belangrijke grondlegger van de serieuze Amerikaanse filmkritiek.

Onevenwichtig meesterwerk

~


Kijkend naar de film is het niet verwonderlijk dat het toenmalige publiek de film massaal links liet liggen. Het eclecticisme van Night of the Hunter draagt soms bij aan de onevenwichtigheid van de film. Ook wordt het plot niet altijd even goed uitgewerkt en met het personage van Powell wordt op een vrij snelle wijze afgerekend. Het einde van de film komt voor een eigentijds publiek geforceerd over en men kan zich voorstellen dat Laughton door de toenmalige studiobazen gedwongen was om de film af te sluiten met een geruststellende moraal.

Afgezien van deze verouderde aspecten is de invloed van The Night of the Hunter nog steeds groot. Het lijkt alsof de film in het collectieve onderbewuste van de Verenigde Staten is blijven steken. Verwijzingen naar de film blijven opduiken zoals in Todd Solondz’ Palindromes (2004) waar de christelijke surrogaatmoeder (Mama Sunshine) ongetwijfeld een sarcastische hommage is aan het personage gespeeld door Gish. David Gordon Greens Undertow (2004) lijkt zelfs op een aangepaste remake, waarin bepaalde thema’s duidelijk spiegelen met Laughtons film.

Ook is de figuur van Powell als de ambigue predikant een archetype geworden binnen de Amerikaanse cultuur. Denk hierbij aan de kwaadaardige Justin Crowe uit de serie Carnivàle of Robert Duvalls subtiele vertolking van een predikant in zijn The Apostle (1997). Deze personages zijn verwarde profeten die kampen met aardse verlokkingen en agressieve grillen. De dualiteit van deze personages is misschien niet zo verwonderlijk voor een land dat enerzijds al het moderne belichaamt, en anderzijds nog een diepe christelijk moraal nastreeft. En deze tegenstrijdigheden komen perfect samen in de figuur van Powell en de filmische discipelen die hij nog steeds lijkt voort te brengen.

Film / Films

Gewoon erg grappig

recensie: Hot Fuzz

Degene die genoten heeft van de zombiekomedie Shaun of the Dead, kan zijn hart ophalen bij Hot Fuzz. De film, van dezelfde makers en met dezelfde hoofdrolspelers, zit vol met parodieën op testosteronfilms als Bad Boys, Lethal Weapon, Point Break en Die Hard. Ook speelt Hot Fuzz met het ogenschijnlijk-perfecte-stadje-met-een-verborgen-geheim genre en de flitsende montagestijl van een film als Snatch. Maar vooral de immercoole, schietgrage en schier onkwetsbare supercops, zoals bekend uit de genoemde voorbeelden, moeten het ontgelden.

De perfecte en zelfs overpresterende Londense politieagent Nicholas Angel (Simon Pegg) heeft een arrestatiecijfer dat 400% hoger ligt dan dat van zijn collega’s. Daardoor krijgt de rest van het politiecorps een slechte reputatie, dus wordt besloten hem weg te ‘promoveren’ naar het rustige dorpje Sanford. Al een aantal jaren dorp van het jaar, op het eerste oog misdaadvrij en gevuld met perfecte, vriendelijke mensen. Voor Nicholas een verschrikkelijke overgang, zeker als hij begeleid wordt door de overenthousiaste Danny Butterman (Nick Frost), die een utopisch beeld heeft van het politiewerk in de grote stad. Al snel wordt het dorpje opgeschrokken door een aantal gruwelijke ‘ongelukken’, maar Nicholas Angel schijnt de enige te zijn die daarin het werk van een moordenaar wil zien.

Actiefilmclichés

~

Hot Fuzz is niet voor iedereen. De grappen zijn over het algemeen ontzettend flauw, de film bevat verbazingwekkend veel expliciete bloederige scènes en drie plot- en genrewendingen. Maar voor de liefhebber is het smullen! De parodieën zijn onsubtiel maar effectief, de deels onverwachte plotdraaiing verrassend en de stereotypische dorpelingen die niet zijn wat ze lijken werken ook op de lachspieren. Het bekende blik Britse acteurs met daarin namen als Timothy Dalton (in een erg leuke rol), Jim Broadbent en Bill Nighy is voor deze film weer eens opengetrokken, en iedereen lijkt er veel lol in te hebben. Naast de dik er bovenop liggende humor is er gelukkig ook nog ruimte voor subtielere grappen, zoals de veelzeggende namen van de personages. De tweede helft van de film verliest helaas wat vaart, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt in het bombastische einde dat nog eens goed alle actiefilmclichés en oneliners op de hak neemt.

~

Op een gegeven moment duurt alle meligheid wel wat te lang. Daarbij voegen de laatste vijf minuten van de film niets toe aan het geheel en hadden weggelaten kunnen worden. Maar over het algemeen weet de film te blijven boeien. Zoals al eerder gezegd, zal deze film niet iedereen kunnen bekoren. Het is typisch een geval van ‘je houdt ervan of je houdt er niet van’. Wel kan gezegd worden dat regisseur Edgar Wright en scenarioschrijver/acteur Simon Pegg het parodiëren goed in de vingers hebben. Na Shaun of the Dead en Hot Fuzz is de nieuwsgierigheid naar wat er nog van deze heren zal verschijnen zeker geprikkeld.

8WEEKLY

De Gebroeders Meester on tour

Artikel: 1. De bekering van André Rouvoet

De Gebroeders Meester, auteurs van Meesters in de filosofie en Meesters in religie, toeren tijdens de Maand van de Filosofie door het land. Speciaal voor 8WEEKLY beschrijven ze hun ervaringen. Als echte broers zijn ze het altijd roerend met elkaar oneens. Dit keer kibbelen ze over de vraag of André Rouvoet zich nog zal komen bekeren tot de Verlichtingskerk die zij op 1 april hebben gesticht.

Frank: Wat een feest, hè? Die diensten van de Verlichtingskerk die we tot nu toe gehouden hebben. Precies zoals ik het me had voorgesteld: een groep mensen komt bijeen, ze kennen elkaar niet of nauwelijks, zijn eerst nog wat onwennig. We beginnen met ontspanningsoefeningen, praten over niet al te beladen onderwerpen om lichaam en geest los te maken. Daarna gaan we de diepte in. Zo ontstaat er langzaam iets in de groepsdynamiek. Rousseau zou misschien van het je ne sais quoi spreken, Heidegger van een Ereignis en Derrida van een événement – maar de benaming is totaal onbelangrijk. Het gaat erom dat er iets gebeurt tussen mensen, dat iedereen boven zichzelf uitstijgt, loskomt van zijn eigen benauwende individualiteit. En als dat iets eenmaal gebeurt, lachen we, huilen we en zingen we samen. We eren het grote Iets zoals alleen wij dat kunnen; deze specifieke groep mensen, die op die specifieke plaats en op dat specifieke moment samenkomt. Samen.

Maarten: Hoezo eren we het grote Iets? Onze Verlichtingskerk is er om mensen verlicht te maken, te leren zelf na te denken en zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven, te breken met geloof en traditie. Die god Iets aanhangen is het tegendeel van zelf nadenken. Kijk nou eens wat er in de Verlichtingskerkbundel staat bij dat onderdeel:

V Eerbetoon aan de god Iets

Vrij onderdeel

Alle aanwezigen zijn vrij om de god Iets gedurende enkele minuten op geheel eigen wijze te eren. Als zij Hem niet willen eren, is daar ook ruimte voor.

Alternatieve namen voor de god Iets

Voor wie zich niets kan voorstellen bij de god Iets: alternatieve namen zijn:

Al, Allah, Apollo, Asatru, Boeddha, ‘Drieheid die meer dan zijndheid is en meer dan God en meer dan goed, die hoedt het Godsweten van de christenen’, Elohiem, Energie, Evolutie, Gaia, Geest, God, Heer, Heere, Jezus, Krishna, Leven, Lichtgod, Moeder, (Moeder) Natuur, Naam, Onbewogen Beweger, Onuitsprekelijke, Opperbouwmeester des heelals, Schepper, Vader, Verlichting, Wodan, Thor, Wetenschap, Zarathoestra, Zijn, Zeus, Zin.

Als u niets van uw gading tegenkomt, kunt u hier uw eigen naam voor de god Iets invullen: …… .

Als mensen Zijn naam liever niet uitspreken, is dat natuurlijk ook geen enkel probleem.

Vrijblijvender kan toch niet? Dat eerbetoon aan de god Iets loopt toch ook elke dienst steeds op niets uit?

Frank: Voor mij is het elke keer weer het hoogtepunt. Terwijl jouw hoogtepunt nog moet komen: de bekering van André Rouvoet.

Maarten: Misschien weet hij nog niet van mijn appèl op zijn verantwoordelijkheidsgevoel.

Frank: Onzin, het stond paginagroot in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad. Je schreef daar op 30 maart:

Als ik naar Rouvoet kijk, zie ik het ene moment Paulus en het volgende Luther. Of beter: eerst Saulus, dan Paulus en dan Luther. Zoals Saulus toetrad tot de groep christenen die hij eerst had bestreden, zo zal Rouvoet de kant van de Verlichting kiezen. Zoals Saulus zijn naam veranderde in Paulus, zo zal Rouvoet zijn partij omdopen in VerlichtingsUnie. Zoals Paulus afrekende met de joodse spijswetten en de besnijdenis, zo zal Rouvoet artikel 23 uit de Grondwet verwijderen. En zoals Luther de kerk wist te hervormen, zo zal Rouvoet het Nederlandse stelsel ontdoen van de resten van de Verzuiling.
Vandaar mijn uitnodiging aan hem om tijdens de eerste dienst van de Verlichtingskerk in Maastricht publiekelijk kond te komen doen van zijn bekering tot de Verlichting.
We bidden nu Kants categorische imperatief, in de hoop dat de stem van de Rede ook André Rouvoet zal bereiken:
‘Handel zo dat de maxime van je handelen tot algemene wet verheven kan worden.’

We hebben elke dienst gebeden, maar geen Rouvoet.

Maarten: Echte christenen lezen geen krant die Lux et Libertas als devies heeft.

Frank: Rouvoet kan het weten uit het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad, die hebben je geïnterviewd.

Maarten: Als hij die kranten wel leest… Ik ben niet zo goed thuis in de christelijke pers, maar volgens mij is die behoorlijk sektarisch; zijn dat niet meer SGP-kranten?

Frank: Ik betwijfel het. Hoe dan ook heb je een persbericht laten sturen aan een naaste medewerkster van Rouvoet. Hij moet het weten.

Maarten: Dan twijfelt hij nog. Laten we hem niet verketteren: vergeet niet wat een stap het voor hem moet zijn om toe te treden tot onze kerk. Maar eens zal de stem van de Rede hem bereiken. Geduld, Frank. Geduld.