Kunst / Expo binnenland

The Last Work brengt de beschouwer dicht bij kunstenaar

recensie: The Last Work - Ryan Gander

.

Ryan Gander, 'The last Work', installatie in Docking Station, 2007
Ryan Gander, ‘The last Work’, installatie in Docking Station, 2007

Ryan Gander was een rijzende ster in de kunstwereld. In circa drie jaar tijd – gerekend vanaf de Prix de Rome die hij won in 2003 – groeide zijn populariteit met duizelingwekkende snelheid. Nominaties voor andere prestigieuze prijzen volgden, waaronder in 2005 de Beck’s Futures en de Baloise Art Prize, onderdeel van de kunstbeurs Art Basel, die hij won. Het jaar daarop werd hij geselecteerd voor een belangrijke driejaarlijkse groepstentoonstelling voor New British Art in de Tate Britain. Aan het eind van 2006 verscheen zijn naam op menig kunstcriticus’ lijstje van de meest betekenisvolle kunstenaars van dat jaar.

Uitverteld

Is deze verhalenverteller, zoals hij in recensies vaak wordt getypeerd, op dertigjarige leeftijd plotseling uitverteld? The Last Work is zijn meest persoonlijke werk tot nu toe. De vierkante ruimte van Docking Station is geheel uitgevoerd in monochroom blauw. In de ruimte klinkt een rustige, fluweelzachte vrouwelijke stem. Het is de voice-over bij een videofilm die enigszins verstopt om de hoek op een klein scherm wordt afgespeeld. De videocamera toont al lopend de route van Ganders atelier naar zijn huis in Londen, maar dan met de blik omhoog. Het is een voor iedereen bekend en beklemmend canyonperspectief vanuit de straten van de grote stad: links en rechts de gevels van grijze, anonieme gebouwen met hoog daarboven een streep halfbewolkte blauwe lucht. Met enige regelmaat beweegt een top van een lantarenpaal of een stoplicht door het beeld. Behalve plaatsvervangende nekkramp levert het shot weinig op.

De fluwelen stem die hij koos als voice-over is van Frances; zo stelt ze zich zelf voor. “This is my voice, but these aren’t my words” . Frances werd voor de geluidsopname via een koptelefoon door Gander geïnstrueerd. Via haar stem richt hij zich tot zijn publiek: “You are in a blue room… when you, the spectator, entered the room it seemed empty. Just blue, empty. Besides the sound of my voice” . Dan richt Frances zich op Gander: ze spreekt over de verwarring van het you gericht aan Frances en het you gericht aan het publiek in Amsterdam. Schijnbaar achteloos wordt de beschouwer deelgenoot gemaakt van de productie van dit werk. Dat maakt alert, je wilt begrijpen wat er aan de hand is. Nadat Frances gehoorzaam enkele teksten van Gander heeft uitgesproken voor het publiek, richt ze zich plotseling weer tot hem en zegt “This is a soundwork, isn’t it?”. Ganders eigen stem hoor je nooit, hij is de onprettige stilte die regelmatig valt. Eén keer zelfs gevolgd door de tekst: “Fifteen seconds of silence, just enough to become uncomfortable”.

Open en bloot

The Last Work is duidelijk gericht tot de kijker, maar gelijktijdig met het opbouwen van het werk breekt Gander het ook weer af. De beschouwer wordt geïnformeerd over allerlei artistieke beslissingen, inclusief zijn onzekerheid erover. Zo laat hij vertellen dat hij dat hij onzeker was over het gebruik van de kleur blauw voor de ruimte – uit angst dat het een soort David Lynch-sfeer zou oproepen. Dan weer dwaalt de tekst af naar persoonlijke, soms poëtische anekdotes die indirect lijken te verwijzen naar roem en naar de druk van buitenaf om te presteren. Zo vertelt hij over een plek in Wales waar hij ooit verbleef, maar om één of andere reden niet weg kon, terwijl hij in de verte wel de bergen zag liggen: “Seeing mountains and feeling trapped don’t correlate very well”. Het volgende moment onthult Gander de productietechnische aspecten van de straatopnames. Dan weer klinkt openlijke twijfel of hij in zijn keuze voor de zachte stem van Frances toch niet aan het verleiden is. Er blijft, kortom, voor de kijker geen veilige plek meer over om zich te laten vervoeren: alle manipulatieve effecten van film liggen bloot en op hun gat. Misschien kom je met dit werk dichter bij de kunstenaar dan ooit tevoren, maar de vraag is of je dat als beschouwer wilt.

The Last Work is typerend voor Ganders manier van werken: het is een associatief netwerk van gegevens waarbij feit en fictie elkaar moeiteloos aanvullen. Eerdere werken van Gander lieten de overgrote invulling van het verhaal aan de kijker zelf over. The Last Work laat door de persoonlijke lading en alle zelfreferentie echter nauwelijks ruimte voor de toeschouwer, het is eerder introvert en beklemmend. Daarnaast geven de schaarse poëtische tekstflarden over “feeling trapped” en “stopping producing is not stopping working”, ondanks het bijna clichématige canyonperspectief, onvoldoende antwoord op de vraag waarom Gander is gestopt. Het werk is daarom geen typische Ryan Gander én het is geen echt bevredigend ‘laatste werk’. Het ondubbelzinnige en vanzelfsprekende antwoord op de vraag waarom hij is gestopt staat in het interview met Martijn van Nieuwenhuyzen dat begin april verschijnt in Bulletin van het Stedelijk Museum: Gander is overvraagd, overwerkt en hij wil gewoon eens lekker op vakantie kunnen met zijn vriendin. Daar kun je wel een kunstwerk over te maken, maar beter is het om dat gewoon te doen.